NL8104911A - Werkwijze voor het instellen van de vulhoogte in flessen bij op vulhoogte werkende machines en inrichting voor de toepassing daarvan. - Google Patents

Description

‘ ï 4 « VO 2473

Titel: Werkwijze voor het instellen van de vulhoogte in flessen bij op vulhoogte werkende machines en inrichting voor de toepassing daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het instellen van de vulhoogte in flessen bij het .vullen bij op vulhoogte werkende machines met de eigenschappen als omschreven in de inleiding van conclusie 1, alsmede op een inrichting voor het 5 toepassen van de werkwijze.

Bij het vullen met drank heeft voornamelijk de vulling op hoogte b.v. in combinatie met de tegendruk-vulmethode voor CO^-houdende dranken, of da vacuum-vulmethode voor stille of CO^-arme dranken, ingang gevonden. Verstaan wordt onder op hoogte vullen, dat de 10 flessen of dergelijke houders onverschillig hoe groot het volume is, vanaf de monding gerekend tot een voorgeschreven hoogte gevuld worden, waarbij de vulhoogte in de flessen door de meetbare afstand tussen flesmonding en de vloeistof spiegel op de:, voorgeschreven hoogte bepaald is. Verkregen wordt deze afstand door een de drankinvoer in de 15 fles onderbrekend snijvlak of een signaalgever van een de vulhoogte bepalend orgaan, dat in de te vullen fles gezet en bij elk vulelement van een op hoogte werkende vulmachine behoort.

Bij de op de vulhoogte bepalende organen, waartoe buizen voor teruggekeerd gas, elektrische of pneumatische tasters of dergelijke 20 behoren en in .dezelfde mate voor vulelementen met vulbuis en vulbüis-loze vulelementen gebruikelijk zijn, is het noodzakelijk, dat het aan de afstand resp. de vulhoogte bepalende snijvlak of de signaalgever met betrekking tot zijn indringdiepte in de fles, aan dè flessen van een te verwerken soort is aangepast. Verandert het type fles, dan moeten.

25 vooraf de de vulhoogte bepalende organen tegen andere uitgewisseld worden, welke met betrekking tot de vulhoogte van het nieuwe te verwerken flestype zijn aangepast of moeten deze opnieuw op de andere vulhoogte ingesteld'worden. Normaliter geschiedt dit bij elk vulelement met de hand. Noodzakelijk is in dergelijke instelling ook bij vulhoogte 3Q bepalende organen, welke door middel van een centrale, met de hand of machinaal bedieribare instelrichtingen volgens het duitse Offenle- ...·.

.....8T&T9 Π----—-;—; * n * -2- gungsschrift 19 27 821 in hoogterichting verstelbaar zijn- Hierbij vindt de instelling in elk geval plaats ten opzichte van een vaste basis, bij voorbeeld door afdichtende delen van de vulelementen. Anderzijds is het voor het instellen van de vulhoogte, in het bijzonder 5 bij vulelementen met vulbuis ook bekend, de afdichtende elementen door middel van een centrale instelrichting ten opzichte van het snijvlak of de signaalgever in te stellen- (zie duits-octrooischrift 26 34 021). '·

De instelling van de de vulhoogte bepalende organen, resp.

10 de afdichtende elementen volgens de bekende wijze laat echter tijdens het vullen optredende omstandigheden voor het vulproces buiten beschouwing, ofschoon deze omstandigheden voor de vulnauwkeurigheid van de flessen van aanzienlijke betekenis zijn. Verandert b.v. tijdens het vullen de temperatuur van de te vullen drank, dan veranderen 15 eveneens de vulhoogtes in de flessen. De voor het begin van het vullen op de volgens de wettelijke bepalingen’vastgestelde referentietemperatuur van 20°C door een dienovereenkomstig gekozen indringdiepte van het snijvlak resp!' de signaalgever voor de de vulhoogte bepalende organen in de te vullen flessen ingestelde vulhoogtes worden daardoor oaider-20 of overschreden. In het geval van het .onderschrijden bij temperatuurs-verhoging, zijn de bij deze'referentietemperatuur wettelijk voorgeschreven vulhoeveelheden voor de consument van de drank niet of niet meer gewaarborgd.In h.et geval van eenroversghrijding bij temperatuursverla-ging kunnen daarentegen aanzienlijkeverliezen voor het bedrijf optreden. 25 pit . nadelig teveel of te weinig vullen treedt b.v. ook op bij voor het vullen in aanmerking komende flessen, welke door onregelmatigheden bij & fabricage een verschillend volume hebben; .

Uit het duitse Offenlegungsschrift 28 15 980 is reeds een werkwijze bekend, voor het begrensd veranderen van de vulhoogte tijdens 30 het vullen, de vulstand in de de vulelementen dragende vloeistofhouders door verandering van de in de vloeistofhouder heersende vuldruk dient. Deze methode, welke geen invloed heeft op het instellen van de de vulhoogte bepalende organen, is echter tot die vulmethode beperkt, waarbij de vuldruk zodanig op de vulstand en dus op' de vulvloeistof 35 kan inwerken,dat de vulhoogte in de flessen beïnvloed kan worden.

" ff Γ0Τ9ΊΊ ~ : ' ï 1 * -3-

Dit-is slechts in beperkte omvang bij een kamer-tegendruk vulmachines het geval. Deze verhoging of verlaging van de vuldruk heeft echter het nadeel, dat voor het vulproces een als optimaal onderkende vuldruk en vuistand niet zonder meer kan worden aangehouden en derhalve 5 verminderingen in het vulrendement ontstaan, anderzijds moeten de heforganen een grotere aanpersdruk uitoefenen, om de houders in de af dichtende stand met het vulelemènt te houden. Ook lèidt een verschillende vuldruk tot een verschillende binding van het CC^ in de drank, hetgeen tot moeilijkheden bij het lossen van de houders en 10 dientengevolge'tot'vermindering van het rendement van de vulmachine leidt- Niet toepasbaar is tenslotte de bekende werkwijze bij vacuum vulmachines, omdat bij deze machines de vuistand van de vloeistof in de vloeistofhouders geen invloed op de vulhoogte in die houders heeft en door van de vuldruk onafhankelijke vulstandbesturings- en -regelingen 15 op een vooraf bepaald niveau gehouden wordt. Zijn daarenboven dergelijke vacuum vulmachines, b.v. uitgerust met van een vulbuis voorziene vulementen, dan is alleen het de vulhoogte bepalende orgaan van de vulbuis bepalend voor de vulhoogte, eenvoudig hierdoor, doordat de bij het bereiken van het snijvlak in de baan van het teruggevoerde 20 gas opstijgende vloeistof bij het weghalen van het vulelement van de gevulde fles, door het"toetreden van buitenluchtruit de atmosfeer in de vloeistofhouder wordt weggezogen en dus geen vloeistofhaanwezig is, welke voor een vulhoogte-correctie ter beschikking zou kunnen staan.

Het doel van de uitvinding is, voor op vulhoogte werkende 25 machines met door de hand of machinaal bedienbare centrale instelinrich-ting voor de voor de hoogte-instelling dienende verstelbare bestandder: len voor de vulelementen een werkwijze en een inrichting voor het toepassen van die werkwijze te verschaffen, waarbij omstandigheden, welke de nauwkeurigheid van de vulhoogte in de flessen nadelig beïn-30 vloeden, in acht genomen worden en in de flessen vulhoeveelheden bereikt worden, welke aan de wettelijke bepalingen voldoen, zonder hiertoe extra maatregelen voor een optimaal vulresultaat bij de op hoogte werkende vulmachines te veranderen.

De oplossing van dit probleem wordt verkregen door de in 35 het kenmerk van conclusie 1 omschreven maatregel.

ï -......8ίθ4 § 11-----------^-— -4- / (

De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk, in elke bedrijfstoestand van een voor het vullen gereed zijnde, op vulhoogte werkende machines, zowel bij stilstand van de machine als bij het draaien daarvan, noodzakelijk wordende instellingen 5 of naderhand instellingen bij de voor de vulhoogte-instelling bepalende in hoogterichting verstelbare bestanddelen van de vulelementen gemeen* schappelijk te doen plaatsvinden. Bij dit instellen, resp. nastellen van de vulelement bestanddelen blijven de voorwaarden voor een optimaal vulresultaat zoals vuldruk, vulstand, aanpersdruk, stromingssnelheid 10 van de drank en dergelijk onbeinvloed. Daarenboven is het nastelbereik onafhankelijk van begrensd ter beschikking staande vloeistof hoeveelheden, !-welke- zich bi j de bekende methode door de ver schillende vulstand in de houders- in de weg voor het teruggevoerde gas instellen. Verdere k · uitvoeringsvormen van de·'werkwijze volgens de uitvinding zijn in 15 de kenmerken van de volgconclusies omschreven. . ,

Voor het toepassen van de inrichting volgens de uitvinding ; is de omschrijving in conclusie 8 speciaal ontworpen. De overige conclusies 9 tot 14 betreffen doelmatige en verdere uitvoeringsvormen van de inrichting volgens conclusie 8.

20 De werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding worden aan de hand van een voorbeeld weergegeven in de tekening en bestemd volgens een volgens de éën-kamer-vacuum vulmethode werkende op hoogte werkende vulmachine met een bij een vulelement behorende hoogte-verstel-inrichting voor het axiaal verschuifbaar afdichtelement voor de mondin-25 gen van de flessen en een gemeenschappelijke aandrijving voor alle hoogte-verstelinrichtingen, zoals deze uit het duits octrooischrift 26 34 021 bekend is en waarnaar verwezen wordt.. :

Bij de in de tekening schematisch weergegeven vulmachine 10, waarvan voor een beter begrip van de uitvinding slechts het boven-30 gedeelte 11 met een van een aantal aan de onderzijde van éen vloeistof-reservoir 12 aangebrachte vulelementen 13 nader weergegeven is, staan de verstelinrichtingen 14 voor de op de vulbuis 15 van elk vulelement 13 axiaal verschuifbaar aangebrachte afdichtelementen 16 in aandrijvende verbinding met een gemeenschappelijke aandrijving 17.

—-8T0-4-&1i--:--—;—-! · » * -5-

Hierbij heiaan de voor een velelement 13 aanwezige verstelinrichtingen 14 voor de afdichtelementen 16, zoals in het duits octroóxschrift 26 34 021 nader beschreven, uit een het afdichtelement 16 dragende hefinrichting, een voor de hefinrichting geschakeld draaiwerk, 5 alsmede een aansluiting voor de gemeenschappelijke aandrijving 17.

De gemeenschappelijke aandrijving 17,welke tezamen met de verstel-* inrichtingen 14 van alle vulelementen 13 de centrale instelinrichting vormt en, zoals èveneens in duits octrooischrift 25 34 021 uitvoerig beschreven, uit een aantal verbindingselementen en een instelelement 10 kan bestaan, staat met een aan de in-* .en uitgang 18 van de reken- en geleiderinrichting 19 van een data verwerkend apparaat, b.v. een digitaal rekensysteem 20, aangesloten aandrijf inrichting·:-..1., bij voorbeeld een aandrijfmotor 21, voor een rechtstreeks aandrijvende besturing in verbinding. Aan de reken- en geleideainrichting 19 is 15 een accumulatiebereik 30 en aan.-deiin— en uitgang 18 een temperatuur meetapparaat 22 aangesloten. Zijn meetvoeler 23, welke de de vultempera-tuur betreffende dynamische parameter voor het verwerken in het rekensysteem 20 levert, is in het vloeistofreservoir 12 of in.de op het vloeistofreservoir 12 aangesloten, de vloeistof toevoerende leiding 20 25 gezet. Aangesloten aan de in- en uitgang 18 is voorts eenkebetreffende stand van het afdichtelement 16 resp. de centrale instelinrichting signalerend meetapparaat 26, dat de,de betreffende stand van de instelinrichting aangevende dynamische parameter in het rekensysteem 20 ver-— schaft. Doelmatig gaat het hierbij om een volgens het dompèispoel 25 beginsel werkend meetapparaat met een in hoogterichting beweegbare kern 27, welke aanween verlenging 28 van de het afdichtelement 16.dragende horizontale arm 29 van de hefinrichting, resp. de verstelinrichting 14 aan een vulelement 13 is aangebracht. Het bij de kern 27 behorende spoelhuis 31 is door middel van een houder 32, bij voorbeeld aan de 30 bodem 33 van het vloeistof reservoir 12 bevestigd'. Aangesloten op;_:de — in- en uitgang 18 zijn tenslotte een instelinrichting 34 voor de gewenste waarde voor de als statische parameter geldende referentie-temperatuur van de vloeistof, waarbij de met de nominale vulhoeveelheid overeenstemmende vulhoogte in de fles bij een te verwerken type fles 35 bereikt wordt, alsmede een voorkies-schakèlaar 35 voor het kiezen van 8 1 0 4 0 1 1 “ — 1 * f -6- κ de in het rekensysteem 20 vast ingevoerde, op een betreffend flestype betrokken statische parameter. Van deze statische, voor het verkrijgen van de signalen of data voor het rekensysteem 20 verkregen statische parameters hebben die, door de voorkiesschakelaar 35 gekozen parameters 5 op de vulhoogte voor de flessen van een betreffend te verwerken type fles betrekking, welke bij een betreffende vultemperatuur boven- df onder de referentietemperatuur worden verkregen. Hierbij hebben de vast ingevoerde parameters betrekking op de halswijdten van de flessen van het te verwerken flestype met betrekking tot de bij temperatuurs-10 veranderingen optredende veranderingen in vloeistof volumen, de bij temperatuursveranderingen om dezelfde temperatuursgraad door de verschillende halswijdten in fleshals tot vulhoogtes leiden, welke van de bij .de referentietemperatuur gegeven vulhoogte in dezelfde of niet dezelfde verhouding ten opzichte van de temperatuursverandering 15 afwijken.

Zijn bij een voor bedrijf gereed zijnde vulmachine 11 voor een flestype, waarvan de flessen als maatgegeven beschouwd kunnen worden, -in de instelinrichting 34 voor de gewenste waarde de referentietemperae tuur, bij voorbeeld van 20°C, ingestéld, alsmede door middel van · · 20 de voorkiesschakelaar 35 de voor dit flestype^ in het rekensysteem 20 verzamelde statische parameters gekozen, dan worden met.in achtname· zowel van de door het temperatuurmeetapparaat 22 als de door de ' . stand van de instelinrichting gesignaleerde meetapparaat 26 via de in- en uitgang 18 gegeven.-dynamische parameters van het rekensysteem 25 20 de gekozen parameters tezamen met de dynamische parameters verwerkt. . ;

. I

Resulteert uit de verwerking van de parameters, dat een vulhoogte i instelling moet plaatsvinden, dan werken direkte signalen op de in-de in- en uitgang 18 aangebrachte elektrische schakelmiddelen, waardoor , de aandrijfmotor 21 zolang in een bepaalde draairichting geschakeld 30 wordt, totlhet meetapparaat 26 aan de in- en uitgang van de inrichting • 17 signaleert, dat de instelinrichting en dus de afdichtelementen 16 in de door het rekensysteem 20 verkregen hoogtestand staan, welke met denoodzakelijke vulhoogte overeenstemt. Verandert tijdens het vullen van dit type flessen de vultemperatuur, dan wordt bij deze en elke ' -- - r , .......—mrrn : _ — 1 - t -7- andere verandering in de vultemperatuur door het rekensysteem 20 een nieuwe vulhoogte door verwerking, resp. koppeling van de gekozen . statische en de voortdurend gegeven dynamische parameters verkregen en de instelinrichting door inschakelen van aandrijfmotor 21 5 zolang op de hierboven beschreven wijze bestuurt, totdat het meetapparaat 26 de in- en uitgang 18 door een dienovereenkomstige meetwaarde opnieuw signaleert, dat de afdichtèlementen 16 de hoogtestand van de nieuwe vulhoogte hebben ingenomen.

In plaats van het de hoogtestand van de instelinrichting 10 gesignaleerde meetapparaat 26 kan ook een op de vulhoogte instelbare, aan de uitgangzijde van de vulmachine 10, bij voorbeeld in het bereik van de af voerster 36 aangebracht vulhoogte" contröle-apparaat 37 gebruikt worden. In dit geval dient de doof de als horizontale meet-kast uitgevoerde vulhoogte meetinrichting 38 van het vulhoogte contröle 15 apparaat 37 verkregen en voortdurend aan het rekensysteem 20 af gegeven meetwaarde als dynamische parameter voor het innemen van de verkregen hoogtestand van de instelinrichting.

Het meetapparaat 26 kan weggelaten worden, wanneer in plaats van de -aandrijfmotor 21 een stappenmotor wordt gebruikt, welke de instelinrich-20 ting door middel van de door het rekensysteem 20 afgegeven signalen in de met de verkregen vulhoogte overeenstemmende hoogtestand bestuurt.

Bij het besturen van de instelinrichting door middel van . indirekte data kan de aandrijfinrichting 21 worden weggelaten en op de plaats van de in- en uitgang.18 een visueel apparaat, bij voorbeeld 25 een beeldscherm-apparaat of een cijferaanduiding, worden aangesloten.

Na de door het visuele apparaat aangegeven data, vindt dan'de instelling van de instelinrichting met de hand plaats, bij voorbeeld door middel van een handkruk. Moet met grote schommelingen in het volume van de lege ruimte bij de flessen van een bepaald soort rekening 30 gehouden worden en treden deze schommelingen niet van fles tot fles op,.-doch tussen grote hoeveelheden flessen met gelijk leeg volume, dan moet- behalve met de temperatuursveranderingen van de vloeistof ook nog met volume-schommelingen van de flessen rekening gehouden worden en dienovereenkomstig de voor de besturing van de instelinrichting 35 verkregen signalen of data gecorrigeerd worden. Daartoe zijn b.v. in het bereik van de invoerster 39 van de vulmachine 10 een elektronische ‘ . i ΓΓ0Τ9ΤΊ ‘ * * f -8- · \ controle-weegschaal 40 voor het continu wegen van lege flessen en aan de uitgangzijde van de vulmachine, bij voorbeeld na de af voer ster 36, een elektronische .controle-weegschaal 41 voor het continu..- wegen van gevulde flessen in de transportbaan 42 van de flessen geschakeld 5 en op de in- en uitgang 18 van het rekensysteem 20 aangesloten.

De door de controle-weegschalen 40, 41 in het rekensysteem 20 gebrachte, . als dynamische parameters geldende meetwaarden worden in het reken- > systeem 20 vergeleken. Treden bij vergelijken ontoelaatbare gewichts-afwijkingen op, dan worden deze bij het verwerken van de'parameters 10- in het rekensysteem 20 in acht genomen en bij te groot gewicht door overeenstemmende signalen naar de aandrijf inrichting 21 van de instelinrichting de vulhoogte vergroot en bij een te laag -gewicht de vulhoogte verminderd.

Werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn uiteraard 15 niet beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld van de volgens het ëén-kamer vacuumvulsysteem werkende, van vulbuis-vulelementen - . i voorziene, op vulhoogte werkende machines en de centrale instelinrich- . ting voor de afdichtende elementen beperkt. ‘ . - ;

De uitvinding is evenzo geschikt voor alle op vulhoogte werkende 20 machines, onverschillig volgens welk-vulproces zij werken,, welke een op de voor de vulhoogte-instelling dienende in hoogterichting verstelbare bestanddelen van de vulelementen werkende centrale instelinrichting bezitten. Hierbij zou het ook gaan. om centrale instel-inrichtingen voor de vulhoogte bepalende organen, zoals terugvoer-25 buizen voor het gas, elektrische of pneumatische sondes of dergelijke.

Ook is de uitvinding van toepassingqpcpvulhoogte werkende machines, welke voor de vulhoogte-instèlling door middel van een verdringingsschrede ingericht · zijn, waartoe op een centrale instel- ’ inrichting in de vorm van een drukregelaar de met de gewenste vulhoogte 30 overeenstemmende verdringingsdruk voor alle vulelementen ingesteld wordt.

f l ΓΠΓίτπ " J r ; ~- /

Claims (14)

1. Werkwijze voor het instellen van de valhoogte in:.flessen bij het vullen met op vulhoogte werkende vulmachines met een aantal vulelementen, waarbij de voor de vulhoogte-instelling noodzakelijke bestanddelen van de vulelementen door een gemeenschappelijke instel- 5 inrichting in hoogte instelbaar zijn, met het kenmerk, dat de instelinrichting door signalen direkt of door data indirekt bestuurd-wordt, welke door een data-verwerkend·: apparaat door verwerking van parameters geleverd worden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor 10 direkte besturing van de instelinrichting met signalen een op het data-verwerkende apparaat aangesloten en met de instelinrichting verbonden aandrijfinrichting gebruikt wordt.

3. Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat voor het leveren van de signalen of de data aan het data verwerkende 15 apparaat parameters voor a) de referentietemperatuur, waarbij de met de nominale hoeveelheid overeenstemmende vulhoogte in de flessen bij een te verwerken type fles wordt bereikt, b) de vulhoogte voor_.de flessen van het te verwerken fles- 20 type, welke bij een betreffende vultemperatuur boven- of onder de referentietemperatuur gegeven worden, c) de betreffende vultemperatuur, ‘ d) de betreffende stand van de instelinrichting doorgegeven·' worden.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat aan het data-verwerkende apparaat de parameters voor de referentietemperatuur en de vulhoogte voor de flessen van het te verwerken type fles bij de betreffende vultemperatuur als statische parameter opgeslagen, de parameters voor de betreffende vultemperatuur en stand van de instel— 30 inrichting als dynamische parameters voortdurend-ingevoerd worden.

5. Werkwijze volgens conclusies 3 en 4, met het kenmerk, dat voor het verkrijgen van signalen of data de opgeslagen statische 8l“ö 4TTÏ ’ ' t -10- parameters gekozen en met de voortdurend gegeven dynamische parameters verwerkt worden.

6. Werkwijze volgens .conclusies 3 tot 5, met het kenmerk, dat in plaats van de dynamische parameters voor de betreffende stand 5 van de instelinrichting de meetgegevens van een vulhoogte-controle-inrichting continu ingevoerd worden-

7. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, ~ j dat aan het data-verwerkende apparaat bovendien de meetgegevens van een voor de vulmachine in de transportweg en een verder in de 10 transportweg aangebrachte elektronische contrdle-weegschaal continu ingebracht en met de parameters verwerkt worden.

8. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1 voor een op hoogte werkende vulmachine met een aantal vulelementen, waarbij voor de vulhoogter-bepaling noodzakelijke _ ' . 15 bestanddelen van_de vulelementen door een gemeenschappelijke instelinrichting in hoogterichting verstelbaar zijn en de vulmachine op een vloeistoftoevoerleiding is aangesloten, met het kenmerk, dat-de . " " i instelinrichting (14:,.17) van een bestuurbare aandrij finrichting (21) ! voorzien en met de aandrijfinrichting met de in- en uitgang (17) 20 van een data-verwerkend apparaat 420) verbonden is en dat aan de in- v ; en uitgang (18) een in een vloeistofreservoir (12) of de vloeistof-toevoerleiding (25) aangebracht temperatuur-meetapparaat (22), voorts een instelinrichting (34) voor een gewenste waarde voor de referentietemperatuur alsmede een schakelaar (35) voor het kiezen’ 25' van de voor het betreffende flestype vast in het dataverwerkende apparaat (20) in te brengen statische parameters zijn aangesloten. ;

9. Inrichting volgens conclusie 8, met'het kenmerk, dat hop de in- en uitgang (18) een de stand van de instelinrichting (14,17) signalerend._meetapparaat (26) is aangesloten.

10. Inrichting volgens conclusie 8, met het, kenmerk, dat op de in- en uitgang (18) van de meetinrichting (38) een in het bereik van de af voerster (36) aangebracht vulhoogte-contröle-apparaat (37) is aangesloten.

11. Inrichting volgens conclusie 8, met het Jcenmerk, dat op 35 de in- en uitgang (18) zowèl een in de transportbaan (42)1' voor de . . i • , f ' ƒ • * . t —rrrrrtt—1——- ::—jJ - \ * t -11- invoerster (39) van de vulmachine (10) als een in de transportbaan (42) van de vulmachine (10) na de afvoer ster (36) aangebrachte elektronische controle-weegschalen (40,41) zijn aangesloten.

12. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de bestuurbare aandrijfinrichting (21) als bestuurbare stappenmotor is uitgevoerd.

13. Inrichting volgens conclusies 8 tot 12, met het kenmerk, ' . dat het dataverwerkende apparaat (20) als digitaal rekensysteem is uitgevoerd.

14. Inrichting volgens conclusies 8 en 9,met het kenmerk, dat in plaats van de aandrijf inrichting (21) op de in- en uitgang (18) een visueel apparaat voor het bestüren van de instelinrichting door indirekte, in:„het visuele apparaat aangegeven data is aangesloten. s X : ... ' ' ' ' **_ ' : 4- V . ' V * . - · : - · ' ' t » ' „ . * " '* { V ' - ^ t · % ' ... * i 8 1 0 4 9Tf ' - ,' ' .