NL8104852A

NL8104852A - Werkwijze en inrichting voor het in drukprodukten voegen van althans een invoegsel.

Info

Publication number: NL8104852A
Application number: NL8104852A
Authority: NL
Original assignee: Ferag Ag
Priority date: 1980-11-17
Filing date: 1981-10-27
Publication date: 1982-06-16
Also published as: CH649267A5; NL190660B; GB2087847A; JPS57112268A; SE449984B; ATA478381A; SG32685G; FR2494240A1; FR2494240B1; CA1167484A; DK507281A; AU546206B2; GB2087847B; NL190660C; DE3143026C2; IT1139759B; IT8125097A0; SE8106043L; BE891131A; ZA817839B

Description

------------------------- -------------- -- - - -- - · .......... --- * --V* V .

VO

Werkwijze en inrichting voor het in drukprodukten voegen van althans een invoegsel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze, alsmede een inrichting voor het in drukprodukten voegen van althans een invoegsel, en in het bijzonder op een werkwijze en een inrichting voor het in gevouwen hoofdprodukten van een drukkerij steken van 5 althans een bijlage.

Uit het Duitse Offenlegungsschrift . Vf.336 (en het overeen komstige Amerikaanse octrooischrift 3.951·399) is een insteek-machine bekend met een draaibaar aangedreven cellenrad, dat radiaal zich uitstrekkende gedeelten heeft voor het elk opnemen en 10 behandelen van een drukprodukt. De drukprodukten worden bij het draaien van het cellenrad in zijn asrichting vanaf een invoer-plaats verschoven naar een afvoerplaats. Langs de bewerkingsweg wordt elk drukprodukt eerst geopend en dan voorzien van een bijlage. Deze insteekmachine is nu ondanks zijn grote produktiever-15 mogen in bepaalde gevallen niet zonder meer inostaat alle voor komende drukprodukten te bewerken, omdat grenzen zijn gesteld aan b.v. een verhoging van de bewerkingssnelheid van de drukprodukten. In deze gevallen is het dan nodig om twee parallel werkende in-steekmachines te voorzien, hetgeen naast een dienovereenkomstige 20 behoefte aan ruimte ook hogere kosten medebrengt.

Aan de uitvinding ligt nu de opgave ten grondslag een werkwijze en een inrichting overeenkomstig de aanhef van de conclusie 1 en de conclusie 3 te verschaffen, die een aanzienlijke vergroting van het produktievermogen mogelijk maakt bij de bewerking van 25 drukprodukten zonder dat hiervoor omslachtige maatregelen of een overeenkomstige verhoging van de bewerkingssnelheid nodig is.

Deze opgave wordt opgelost door de in het onderscheiden kenmerk van de conclusie 1 en de conclusie 3 aangegeven maatregelen. > 8ΤΊΡΓ8 5 2 t \ - 2 -

Doordat twee of eventueel ook meer drukprodukten samen de bewerkingsweg doorlopen, kunnen ‘bij eenzelfde bewerkingssnelheid per tijdseenheid meer produkten worden bewerkt dan bij de tot nu toe bekende oplossingen. Teneinde hierbij de over elkaar heen lig-5 gende drukprodukten met zekerheid en zonder de bewerkingssnelheid • te moeten verlagen, te kunnen voorzien van het invoegsel (of even tueel de invoegsels), worden de drukprodukten bij voorkeur na elkaar geopend. Op deze wijze kan het openen en het daarop aansluitend invoegen van het invoegsel met betrekkelijk eenvoudige midde-10 len storingsvrij worden uitgevoerd. -

Omdat de invoegsels onafhankelijk van elkaar in de drukprodukten worden gevoegd, is het zonder meer mogelijk om in elk druk-produkt een ander invoegsel te schuiven. Aan het einde van de be-•werkingsweg kunnen de van de invoegsels voorziene drukprodukten ,15 weer gemeenschappelijk worden weggevoerd. . - / ' ; De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de te- ; kening, waarin: ' ... ’ · ' · · ' · . · " - ! ' . Fig.1 een vereenvoudigd ruimtelijk aanzicht is van de in-' | richting voor het in hoofdprodukten van een drukkerij steken van .s : 20 · bijlagen; . ... - - ·' .. . ' - · :' i Hg.2 een schematisch zijaanzicht is van de inrichting,vol- - i J gens fig.1; · /·; . ’ ·. \ , . ; Hg. 3 een bovenaanzicht is van een gedeelte van het cellèn- , .· ; rad van de inrichting volgens fig.1; waarbij het verloop van het· * \ l ' . . * · · j 25; insteken in tijd beknopt is weergegeven; - r , I i Fig.ll· een aan fig.3 gelijk bovenaanzicht is van een cellen- ' rad voor het bewerken van een andere soort drukprodukten; en

Fig.5a - e doorsneden zijn volgens de lijnen. Va-Va, Yb-Yb, ·. Vc-Vc, Vd-Vd resp. Ye-Ve in fig.U.

130· De in de fig.1 en 2 schematisch afgebeelde insteekinrichting 1 heeft een algemeen bekende constructie en is uitvoerig beschreven in het Duitse Offenlegungsschrift 2.kkj,336 of het overeenkomstige Amerikaanse octrooischrift 3·951·399· Op grond hiervan zijn hierna de, de bekende constructie en de bekende werking betref-L3$_ fende uitvoeringen tot het wezenlijke beperkt." ' ^ 81 U 4 8 52—-1 ' ' . ; : : ' ·'-" - - 3 -

i I

Het belangrijkste bestanddeel van de insteekinrichting 1' is een langwerpig cellenrad 2 met een horizontale hartlijn, welk „rad is verdeeld in een aantal gedeelten 3-6, welke gedeelten in de richting van de hartlijn 2a van het cellenrad 2 naast elkaar 5 zijn aangebracht en draai vast met elkaar zijn verbonden. Op een invoerge deelt e 3 sluiten twee toe voer gedeelten ^ en 5 en een af-voergedeelte 6 aan. Elk gedeelte 3-6 heeft radiale, naar buiten open delen 8, die door scheidingswanden 9 van elkaar zijn gescheiden. Het cellenrad 2 is gelegerd op rollen 10, die vrij draaibaar 10 zijn gelegerd in een onderstel 11. Zoals schematisch af geheeld in fig.1, wordt het cellenrad 2 door een aandrijving 12 in de richting van de pijl A rond zijn hartlijn 2a aangedreven.

Haan het invoergedeelte 3 en elk toevoergedeelte U en 5 leidt een met 13, 1¼ en 15 aangeduide transporteur, die boven het be-15 treffende gedeelte 3, ^ en 5 loopt. Zoals in de fig.1 en 2 aan de hand van de transporteur 13 is getoond, is elke transporteur 13, lU, 15 uitgerust met opronderlinge afstanden aangebrachte klem-tangen l6. Elke transporteur is geslagen rond een omkeerrol 17·

De transporteur 13 dient om telkens twee op elkaar liggende hoofd-: 20; produkten 18 en 19 van een drukkerij dakpansgewijs toe te voeren aan het invoergedeelte 3. De klemtangen l6 grijpen hierbij de drukprodukten 18, 19 aan op hun in de transportrichting achterste rand, d.w.z. in het gebied van de figuurrand. Zoals fig.2 toont komen de drukprodukten 18, 19 na het lopen rond de omkeerrol 17 Ί 25; in een hangende stand, waarin zij in het deel 8 van het invoerge- deelt e 3 naar binnen reiken. Door het openen van -de klemt ang l6 .

: worden de drukprodukten 18, 19 vrijgegeven, hetgeen tot gevolg heeft, dat de drukprodukten 18, 19 op de bodem vallen van het bijbehorende deel 8. Op overeenkomstige wijze worden aan het toe-, 30. voergedeelte h en 5 door de transporteur 1¼ en 15 voorpródukten 20 en 21 (bijlagen) toegevoerd,

Voor het afvoergedeelte 6 is eveneens een bovenslagtranspor-teur 22 aangebracht, die eveneens oponderlinge afstanden aange-brachte klemtangen 23 bezit, en rond een omkeerrol 2h wordt geleid. , 35. De klemtangen 23 grijpen op een op zichzelf bekende wijze de twee t .'· ·. *. ί - -t · r ... * 8 1 0 4 8 52 — ~~ " — ' - 4 - in een deel 8 van het afvoergedeelte 6 op elkaar liggende eindprodukten 25 en 26 aan en heffen deze eindprodukten 25, 26 uit de delen 8 naar buiten. De zoals in fig.1 afgeheeld, in hangende stand verder getransporteerde eindprodukten 25, 26 kunnen dan ver-5 der worden bewerkt. - -

In elk deel 8 van het invoergedeelte'3 worden zodoende twee . hoofdprodukten 18 en 19 gelegd. Zoals hierna nog nader wordt ver- duidelijkt, worden dan deze hoofdprodukten 18 en 19 over elkaar liggend gemeenschappelijk in de hartlijnrichting van het cellen- : 10 rad 2 verschoven naar het afvoergedeelte 6. Tijdens deze beweging .

wordt in elk der drukprodukten 18, 19 een bijlage 20 en 21 gelegd.

De van deze bijlage voorziene eindprodukten 25 en 26 worden weer gemeenschappelijk uit het afvoergedeelte 6 verwijderd.. ; ! Aan de hand van fig.3 wordt thans het openen en insteken ;i5 ' nader verduidelijkt. Bij de in fig.3 getoonde afbeelding is geen : [ . rekening gehouden met het draaien van het cellenrad 2. In werke- - - lijkheid bewegen de drukprodukten 18, 19. zich niet, zoals getoond,' .- ’ volgens een rechtlijnige bevegingsbaan, maar volgens een spiraal- .

...;· of schroeflijnvormige baan. Het gemeenschappelijk verschuiven vani. r · j 20 i de drukprodukten 18, 19 vanaf het invoergedeelte 3 naar.het af- i ! voergedeelte 6 vindt plaats op de in het reeds eerder vermelde ' ί , Duitse Offenlegungsschrift 2.447.336 (en het overeenkomstige Ame- : ' t j „ · - . . _ ί ; ; rikaanse octrooischrift 3·951·399) of in het Duitse Offenlegungs- . [ .·' ‘ schrift 2.604.101 (en het overeenkomstige Amerikaanse'octrooi- ,;. j v [25·;. schrift 4.058.202) beschreven wijze. Met betrekking tot de con- '' r . ; i structie en de werking van de'transportinrichting'· voor het ver- · v t- schuiven van de drukprodukten 18, 19, welke inrichting :in de teke-: .

; ning niet is weergegeven, wordt derhalve verwezen naar de hiervoor, ·· ; vermelde stukken. - ·' , 30' De op de' aan de hand van fig.2 beschreven wijze in de delen · - 8 van het invoergedeelte 3 binnengevoerde drukprodukten 18, 19 ; .

r komen tijdens het draaien van hetecellenrad 2 te liggen op een . delenscheidingswand 9, zoals blijkt uit de fig.2 en 3. Aan deze ; ! . i scheidingswand 9 is een wigvormig uitgevoerd opligelement 27' he- r ...

;35I vestigd, door welk element de daarop liggende drukprodukten 18, 19, -1 · 8 1 0 4 5 5 2 ·' V: 'v:.: τξ ' ' « * - 5 - in hun voorste gehied enigszins vanaf de scheidingswand 9 worden opgeheven (fig.3). In elk deel 8 van het invoergedeelte 3 is een drükelement 28 aangebracht, dat zich op bekende wijze tijdens het draaien van het cellenrad 2 tegen de drukprodukten 18, 19 beweegt 5 en daarop een druk uitoefent. Deze dwars op het vlak van de druk produkten 18 en 19 gerichte druk heeft het openen tot gevolg van de drukprodukten l8, 19 aan hun voorste, open zijrand (fig.3).

De zodoende in het drukprodukt 19 -gevormde opening is aangeduid met 29· 10 De drukprodukten 18 en 19 komen tijdens hun gemeenschappe lijk verschuiven in de richting van de pijl B in het aangrenzende deel van het toevoergedeelte k. In elk deel 8 van dit toevoerge-deelte k bevindt zich een vaste scheidingswig 30, waar het drukprodukt 19 tegenop loopt.” De scheidingswig 30 grijpt aan in de ope- 15 : ning 29 van het drukprodukt 19 en brengt bij het verder bewegen,. ^ van de drukprodukten 18, 19 een volledig openen tot stand van de' ' twee helften van het drukprodukt 19 · Door de op de spreidingswig . ‘ 30 aansluitende leiplaten 31, 32 wordt het drukprodukt 19 open ge- - I houden. Door een in de tussen de leiplaten 31, 32 gevormde ruimte · ‘ 20 uitmondende invoeropening 33 wordt dan een bijlage 20 gevoerd in het open drukprodukt 19.

• ; Tijdens het openen van het drpkprodukt 19 en.het invoeren : .·; _ van de bijlage '20 wordt het andere drukprodukt 18 mee getranspor- ... -; ^ teerd zonder dat het wordt onderworpen aan een bewerking. Na of ·: 25; tijdens het in het drukprodukt 19 leggen van de bijlage 20 vindt * een eerste openen plaats van het tweede drukprodukt l8 door middel : 1 l '1 van een in de delen 8 van het toevoergedeelte k aangebracht druk-element 3k. Dit drukelement 3k wekt op dezelfde wijze als het druk-element 28 een dwars op het vlak van Bet drukprodukt 18 werkende 30 druk op, die maakt, dat aan de voorste rand van het drukprodukt 18 een opening 29' wordt gevormd tussen de twee helften van dit drukprodukt l8. Tijdens het gemeenschappelijk verder bewegen van de twee drukprodukten 18, 19 loopt het drukprodukt 18 tegen een schei- * * - r t dingswig 35 op, die in het aangrenzende deel 8 van het tweede toe- _35_i voergedeelte 5 is aangebracht. Deze scheidingswig 35 brengt op de- : 1 ! 8 1 0 4 8 b 2 ’ ' :77 ' I * - 6 - zelfde wijze als de scheidingswig. 30 door het binnendringer in de opening 291 het volledig openen tot stand van het drukprodukt 18, dat door de op de scheidingsvig 35 aansluitende leiplaten 35» 36, 37 wordt opengehouden. Door de invoeropening 38, die in verbin-: 5 ding staat met de tussen de leiplaten 36, 37 gevormde ruimte, ; t wordt een bijlage 21 in het open drukprodukt 18 gelegd. Tijdens .' ; - j het vérschuiven van de drukprodukten 18, 19 vanaf het toevoerge- deelte U in het toevoergedeelte 5 verlaat het drukprodukt 19 de leiplaten 31, 32 en wordt het gesloten.

: 10 ^ Vanaf het toevoergedeelte 5 worden dan de twee elk van een bijlage 20 en 21 voorziene drukprodukten 19, 18 getransporteerd I · · in het afvoer gedeelte,/waarbij tijdens dit verschuiven het druk-i > · · 1 produkt l8 van de leiplaten 36, 37 afloopt en zich sluit. De op • j elkaar liggende eindprodukten 25, 26 worden, zoals reeds vermeld, ; . ' |l5: door middel van de transporteur 22 uit het deel 8 van het afvoer- : "- · I , gedeelte 6 verwijderd en weggetransporteerd.7 " · //.

·-· I i ' Zoals blijkt .uit de voorgaande verduidelijkingen, worden de "· I- ! twee drukprodukten 18, en 19 weliswaar gemeenschappelijk, langs '.; ;l , .hun bewerkingsweg. bewogen, waarnna elkaar geopend en voorzien van i . 20: : een bijlage. Het openen en insteken vindt voor beide drukproduk- -7 .. .. ’]’ 1 . ten l8,19 plaats op bekende, in het reeds eerder vermelde Duitse . ’ I. . ; Offenlegungsschrift 2.1&7.336 uitvoerig bes chr even - wijze. Het is 1 ", -' -I - ; . -echter ook denkbaar om met andere middelen de opening 29 en 29’ ·.; - ! tussen de vellen van de drukprodukten 19 eb 18 te vormen. Dit 7’ 25| eerste openen van de drukprodukten 18, 19 kan b.v. plaatsvinden' j 7 - ' ! op de in het Duitse octrooischrift 2.136.227 (en het overeenkom- * * ! _ . · ; : stige Amerikaanse octrooischrift 3-692.301) of in het Duitse j i Offenlegungsschrift 3-0^7^37 (of het overeenkomstige Britse oc- ·; j ; trooischrift 2.067.171) beschreven wijze,.

; 301 Aan de hand van fig.3 is de bewerking, van twee gevouwen t i j drukprodukten verduidelijkt, die een bepaalde dikte hebbèn. Aan .

• . ; de hand van de fig.it en 5 wordt thans de bewerking beschreven van i ί dunne produkten met voorvouw (tabloïde); - ! ‘ 1 .· ' ‘ j.· ..

I ' ί Bij dergelijke produkten met een voorvouw steekt, zoals be-/ Λ ·.. . .. ; 351 . kend, een helft van elk drukprodukt 18’, 19’’aan de tegenover de [; - 7 - vouwrand 39 liggende open zijde (figuurrand) buiten de andere helft van het drukprodukt uit* zoals dit in het "bijzonder is te zien in de doorsnede-afbeeldingen van de fig.5· Het leiden van deze drukprodukten 18', 19 ’ met voorvouw in de delen 8 van het in-5 voergedeelte 3» het transporteren van deze drukprodukten 18’, 19' in de schuifrichting B, het insteken van de "bijlagen 20, 21 en % het verwijderen van de eindprodukten 25’, 26' uit het afvoerge-deelte 6, vindt plaats op de reeds eerder "beschreven wijze. Alleen het eerste openen van deze drukprodukten 18’, 19 * vindtoop andere 10 wijze plaats dan aan de hand van fig.3 is "beschreven.

In de delen 8 van het invoergedeelte 3 is een in de fig.b en 5 slechts schematisch afgebeeld openend orgaan ^1 met een "bekende constructie aanwezig. Voor de gedetailleerde constructie en de werking van dit openende orgaan kl wordt verwezen naar het Duitse 15 Offenlegungsschrift 3.OU7.U36 (of het overeenkomstige Britse oc-* ' troorschrift 2.066.709). Dit openende orgaan kl "brengt, zoals in het "bijzonder de fig.5b toont, het uitbuigen tot stand van een gedeelte van de vellen van het drukprodukt 18 *, waardoor tussen . I de twee helften van het drukprodukt 18’ een opening k2 wordt ge- .

20; vormd. Door middel van een tussen de twee helften van het drukpro- _ ! dukt 18 ’ aangrijpend vasthoudorgaan lUa (fig. 5b) wordt de opening i ; b2 tijdens het gemeenschappelijke transport van de drukprodukten l81, 19' in de schuifrichting B opengehouden. Bij het binnengaan 1 j- van de drukprodukten 18’, 19' in het aangrenzende deel 8 van het 125, toevoergedeelte U wordt het drukprodukt 18’ door middel van de · ; scheidingswig 30*, die in de opening k2 naar binnen beweegt, ge- : opend. Ih het door de leiplaten 31’» 32’ opengehouden drukprodukt ‘ l8’ wordt door de invoeropening 33 een bijlage 20 gevoerd, zoals ; reeds beschreven aan de hand van de fig.3. Tijdens het openen van ; 30 het drukprodukt 18 en het inleggen van de bijlage 20 wordt het andere drukprodukt 19’ zonder te worden onderworpen aan een bewerking, meegevoerd.

j ‘ .

; Teneinde dan het drukprodukt 19' te kunnen openen, moet het gebied van een zijrand van dit drukprodukt 19' worden vrij gelegd. . * r · i .. . * . . * .

: 35 i Bij het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld vindt het vrijleggen - 'i-4 - - - 8104852 " . : , - 8 -

« V

plaats van de voorste rand b-3. Het is echter ook mogelijk een dwars op deze voorste rand i+3 lopende zijrand vrij te leggen. De onderlinge verschuiving tussen de drukprodukten 18’, 19' die nodig is om de rand van het drukprodukt 19’ vrij toegankelijk te ma- 5. ken, wordt hij het onderhavige uitvoeringsvoorheeld bereikt, door dat het drukprodukt 18’ door de teruglopende schuifinrichting over r 'j . \ een bepaalde afstand wordt meegenomen, terwijl het andere druk-:; ï i " ' : produkt 19 ’ door een er overheen beweegbare aanslag wordt belem merd in het meenemen in de richting tegen het invoergedeelte 3.

; 10 Het is duidelijk, dat deze onderlinge verschuiving van de drukpro- ί : dukten 18’, 19’ ook op andere wijze kan plaatsvinden.

• I · Op het gebied van de vrijgelegde rand U3 werkt een in de i delen 8 van het toevoergedeelte k aangebracht openend orgaan kk | in, dat op dezelfde wijze is uitgevoerd als het openende orgaan "; 15 ; kl en op dezelfde wijze een naar buiten welven tot stand brengt -i ' van een helft van het drukprodukt 19.’» waardoor tussen de twee : - ! ’ produkthelften een opening k2' wordt gevormd (f i g -5 d). Door mid- ; · ' | del van een vasthoudorgaan kka wordt deze opening b2' bij het ver—- • .'.· ! dere transport van de drukprodukten 18’, 19’» opengehouden. Door - · ; 20 middel van de in het aangrenzende deel 8 van h.et tweede toevoerge— ^ [ . J "* deelte 5 aangebrachte scheidingswig 35’ wordt dan het drukprodukt 1 ’ 1 Γ . 19’ geopend en door de leiplaten 36 ’, 37’ opengehouden. Door de . / ’ ‘ invoeropening 38 wordt in het open drukprodukt 19’ een bijlage· 21.

; C. ··' ! gestoken. De elk’ van een bijlage 20 en 21 voorziene eindprodukten i 25 J 25’, 26’ komen vervolgens in het afvoergedeelte 6, waaruit zij op : · ; */ ·. .’ . de-reeds beschreven wijze worden weggevoerd. . ' - ,'· ·>-' \ l ! Het is ook denkbaar de twee drukprodukten 18’, 19.’ reeds in j het deel .8 van het invoergedeelte· 3 onderling te verschuiven om ’ Γ | een rand van het drukprodukt 19' vrij te leggen. In dit geval '30 l wordt eerst het drukprodukt 19’ geopend en voorzien van een bij- | i . · i ; lage, waarna het produkt 18 ’ de bewerkingskringloop moet doorlo- ‘ ‘ i i pen. ' .. . - ! Hoewel niet absoluut noodzakelijk kan het in bepaalde geval- | !_ len ook bij de bewerking van dikke drukprodukten 18, 19 volgens 'j i 35! fig.3 doelmatig zijn om door een onderling verschuiven van de druk- ‘ ·..'. 8 1 0 4 8 5 2 ; -.·. ;. ^ v ï' - 9 - \ produkten, een rand van het ene drukprodukt vrij te leggen.

Zoals "beschreven doorlopen tezelfdertijd twee of eventueel meer drukprodukten 18, 19 de insteekinrichting, hetgeen bij een bepaalde beverkingssnelheid een overeenkomstige produktieverhoging 5 medebrengt. Omdat de drukprodukten niet samen maar na elkaar wor den geopend en voorzien van een bijlage, is ondanks een gemeenschappelijke doorloop van drukprodukten, een storingsvrij openen - verzekerd. Het onderling onafhankelijk toevoeren van de bijlagen.

20 en 21 voor de twee drukprodukten 18, 19 maakt het zonder grote 10 investering mogelijk om aan de twee drukprodukten 18 en 19 ver schillende bijlagen 20, 21 toe te voegen.* .

Indien meer dan twee drukprodukten op de beschreven wijze gemeenschappelijk door de bewerkingsweg moeten lopen, moeten over-; eenkomstig verdere toevoergedeelten met bijbehorende openende or- 15, ganen worden voorzien. Hetzelfde geldt ook wanneer elk produkt ’ ! van meer dan êén bijlage moet worden voorzien. In dit geval is' het " ; doelmatig om de bijlagen voor elk drukprodukt na elkaar in te steken, zoals dit reeds is verduidelijkt in het reeds eerder ge- noemde Duitse Offenlegungsschrift 2_.Uk7.336.; - • ‘ 20 De bijlagen.20, 21 kunnen van een op zichzelf bekende soort i.

-. .- * * * · . i zijn, in het bijzonder ook drukprodukten. Het is duidelijk, dat • ~ niet alleen eendelige bijlagen 20, 21 ingestoken kunnen worden. . - * ' .· In het bijzonder bij drukprodukten is het mogelijk om uit.een aan- . | tal vellen bestaande bijlagen 20, 21 toe te voeren aan de toevoer- .

. |25’ gedeelten U,5, welke bijlagen vooraf in een verzamelinrichting I zijn samengesteld, uit afzonderlijke vellen of bladen.- - - : . | Uit de voorgaande uitvoeringen blijkt zonder meer,, dat het beschreven bewerken van de drukprodukten 18, 19 niet is beperkt tot de beschreven insteekmachine. In plaats van een cellenrad 2 . 30 kunnen zodoende ook andere inrichtingen worden toegepast, waarbij i de drukprodukt en 18, 19 een rechtlijnige, cirkelboogvormige of andersoortige, tweedimensionale bewerkingsweg doorlopen.

Hoewel de drukprodukten, zoals -vermeld, bij voorkeur na elkaar worden geopend, is in bepaalde gevallen ook een tezelfder- . ,· ; 35· tijd openen van de drukprodukten mogelijk.

81 0 4 852 / -

Claims

1. Werkwijze voor het in drukprodukten voegen van althans een invoegsel, in het bijzonder voor het in gevouwen hoofdprodukten van een drukkerij steken van althans een bijlage, waarbij de druk- ; ' produkten langs hun bewerkingsweg worden geopend en vervolgens ' i 5 in de gevormde opening het invoegsel wordt gelegd, met het kenmerk, ; dat althans twee drukprodukten (18, 19; 18', 19') op elkaar lig gend gemeenschappelijk langs de bewerkingsweg worden bewogen.

2. Werkwijze volgéns conclusie 1, met het kenmerk, dat de druk- : produkten (l8, 19; l8T, 19’) tijdens hun beweging langs de bewer- 10’ kingsweg na elkaar worden" geopend en voorzien van het invoegsel V"| . : ' <21) · ; - - .- ··' · / ·'. .r . .' : ’- .. . j : . 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ,: ! j voor het vrijleggen van althans een rand (43) van het ene drukpro- ’ j , dukt (191) 'de op elkaar liggende drukprodukten '(18’, 19’) tijdens . i 15 ’hun beweging langs de bewerkingsweg ten opzichte van elkaar wor- • · . . ; den verschoven. ^ ·' - : '.· .. · · - 4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens con- · j i' ' clusie 1, voorzien van een transportmechanisme voor het transpor- - ' ·. | : _ teren van de drukprodukten langs 'een bewerkingsweg, van een mecha- 20; nisme voor het openen van de drukprodukten tijdens hun transport, .-f· en van een toevoer voor het in de gevormde opening leiden van het - i invoegsel, met het kenmerk, dat het transportmechanisme althans ’· ’ .. \. twee drukprodukten (l8, 19;'18’, 19.') over elkaar liggend gemeen-'' ; schappelijk langs hun bewerkingsweg transporteert,.waarbij voor ! :' · ' ’ . i 25 ï . elk der gemeenschappelijk bewogen drukprodukten een openend mecha- r nisme (28, 30; 34, 35; 4l, 30’; 44., 35f) en althans een toevoer- i l .... . . I ' . i " mechanisme (1¾, 15) voor een invoegsel (20, 21) is aangebracht. i ; ' . . ; ; · . " 5. Inrichting volgens' conclusie 4, met het kenmerk, dat de ope nende mechanismen (28, 30; '34, 35;..4l, 30’; 44, 35’) enerzijds en ' 30 : de toevoermechanismen (l4, 15)' anderzijds in de bewegingsrichting j ï * ·.....*· _ ' f ] (B) van de'drukprodukten (18, 19; 18’, 19') achter elkaar zijn . I_j aangebracht. . . ' '/./- .7 ' ' . · " ' : 81 0 4 8 5 2 /7.7 ' - 11 - V

6. Inrichting volgens conclusie U of'5» gekenmerkt door een mechanisme voor het onderling verschuiven van de drukprodukten (l8’, 19') tijdens hun beweging langs de beverkingsweg voor het vrijleggen van althans een rand (^3) van het ene drukprodukt (19')· 5 *T. Inrichting volgens een der conclusies k - 6, gekenmerkt door een aanvoermechanisme (13) voor het tezelfdertijd aanvoeren van althans twee drukprodukten (l8, 19; 18’, 19') naar een invóer-plaats (3).

8. Inrichting volgens een der conclusies ^ - 7, gekenmerkt door 10 een wegvoermechanisme (22) voor het tezelfdertijd wegvoeren van de over elkaar liggende en van de invoegsels (20, 21) voorziene drukprodukten (25, 26; 25’, 26’) vanaf een afvoerplaats (6).

9· Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het aanvoermechanisme en het wegvoermechanisme wordt gevormd door 15 een transporteur (13, 22), die op onderlinge afstanden aangebracht, gestuurde klemtangen (l6, 23) bevat, die elk de twee drukprodukten ‘ (18, 19; 25, 26) aangrijpen. -

10. Inrichting volgens een der conclusies U - 9, met het kenmerk, dat elk openend mechanisme een'het opheffen van een gedeelte van 20. de vellen van het betreffende drukprodukt (l8, 19; 18’, 19’) van- ; ’ .af de. overige vellen tot stand brengend voorscheidingsorgaan (28, 3^·; ^1, bh) bevat. . .. _ ... 11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in de bewegingsrichting (B) van de drukprodukten (l8, 19; 18’, 19') 25. op elk voorscheidingsorgaan (28, 3^; Ul, hk) een seheidingswig ; (30, 35; 30’, 35*) volgt, die in de door het voorscheidingsorgaan gevormde opening (29, 29’; b2, k2') tussen de vellen naar binnen kan bewegen.

12. Inrichting volgens een der conclusies 4 - 11, gekenmerkt 30 door een draaiend aangedreven cellenrad (2), dat radiaal lopende delen (8) bevat voor het opnemen van de drukprodukten (l8, 19; 18 ’, 19 *), die beweegbaar zijn in de richting van de draaihartlijn (2a) van het cellenrad. -

13- Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het 35. cellenrad (2) is onderverdeeld in in axiale richting op elkaar vol- • \ ·„ " · i - -✓···· - ~ i “ ; ·· l 8104852 - - 12 - gende gedeelten (3, 4, 5, 6), waarbij tussen het invoergedeelte (3) en het afvoergedeelte (6) althans twee toewoergedeelten (k, 5) voor de invoegsels (20, 21) zijn aangehracht. t i 1 t - ·- s " ' - ' · • ? · 1 · · · \ x r ' - - ·- ·· · f I ' - - - · . . ! ; - - ' . : · • I ; - ; i . i I . ' ! . ! I · · i ! ' . - . / ' i ! . ' .· · I % / . . - - - " · · . f ' - 810 4 8 52 .· - V > ; .