NL8104708A - Groeistimulator voor de champignonteelt. - Google Patents

Description

- 1 - * *

Groeistimulator voor de champignonteelt.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een groeistimulator ter verhoging van de produktiviteit bij de teelt van champignons op basis van een verhoging en in het bijzonder van een versnelling van de massa-5 produktie, betrokken op de substraat-droge stof. Zij dient ertoe om verhoogde opbrengsten van industriële teeltwerkwijzen veilig en sneller te bereiken.

Uit het Oost-Duitse octrooischrift 138.874 is al bekend, dat uit micro-organismen, gist en resp.

10 of bacteriën, groeistimulatoren ter verhoging van de champignonproduktie kunnen worden bereid. Deze bezitten in vergelijking met de algemeen gebruikelijke aanvullingen voor het eerst gecomposteerde en gepasteuriseerde champignon-grondsubstraat, zoals soja-, katoenzaad-, 15 tarwe- of vismeel, magere melkpoeder of moutkiemen, de voordelige eigenschap, door de de kompostering tot stand brengende bacteriën niet te worden verbruikt.

Daarom zijn extra maatregelen ter sterilisering van het gecomposteerde grondsubstraat door verhitting of in-20 werking van bacteriën- of zwamdodende gassen, zoals in het West-Duitse Auslegeschrift 1.582.809 is beschreven, voordat de beënting met steriel gekweekt champignon-broedsel plaatsvindt, overbodig. Om een hernieuwde contaminatie van het beënte grondsubstraat door snel 25 groeibare bacteriën uit te sluiten, komen de conventionele groeistimulatoren pas in een gevorderd stadium van de ontwikkeling van de champignon, ongeveer drie weken na de beënting, in actie, waarbij het met mycel-doorgroeide substraat grondig langs mechanische weg wordt losgewerkt 30 en daarbij ongeveer 50 g groeistimulator per kg grond- substraat-gedroogde stof wordt bijgemengd. In tegenstelling met deze conventionele werkwijze hebben de volgens het Oost-Duitse octrooischrift 138.874 uit micro-organismen bereidbare groeistimulatoren het bijzondere voordeel, 35 geen aanleiding tot contaminatie te geven, zodat zij direkt bij het beënten met het champignonbroedsel aan het grondsubstraat worden bijgemengd en zo te rechter tijd 8104708

* "V

- 2 - in het overeenstemmende groeistadium van de champignon intensiverend kunnen werken.

Dergelijke groeistimulatoren worden volgens het Oost-Duitse octrooischrift 138.874 uit stamzuivere 5 micro-organismen bereid, die ten behoeve van winning van microbieel zuiver eiwit worden opgewerkt. Zo is een combinatie van opgaven ter isolering van microbieel zuiver eiwit, en ter winning van isoëlektrisch niet neer te slane eiwitcomponenten en biogene celinhoudstoffen 10 van de micro-organismen - peptiden, aminozuren, koolhydraten en grondstoffen - aanwezig, die als voedingsstofconcentraten volgens de uitvinding kunnen worden bereid en de groei van de champignons kunnen stimuleren.

De uitvinding heeft tot doel, groeistimulatoren 15 van hoge substraateffektiviteit voor champignons op grotere massabasis en zonder gelimiteerde beschikbaarheid op het terrein van nog niet gebruikte grondstoffen te vinden. Verder dienen eventuele nadelen, die wegens ontbrekende biologische zuiverheid van dergelijke 2Q nog beschikbare grond- resp. secundaire grondstoffen kunnen optreden, te worden uitgesloten.

Omdat slechts onder niet-steriele ontwikkelings-voorwaarden ontstane, niet uniforme biomassa's, in het bijzonder op het gebied van de afvalwaterhuishouding, 25 als eiwithoudende grondstoffen nog niet in de volkshuishouding uitgebalanceerd zijn en nog tot gebruik open staan, bestaat het wezen van de uitvinding er uit, uit dergelijke ongeregeld gegroeide biomassamengsels als doseerbare groeistimulatoren met stabiele werkzaamheid 30 voor champignons te ontsluiten. Hierbij zullen in het bijzonder de opvallende voordelen van de groeistimulatoren op microbiële basis verwezenlijkt zijn, die uit een bijmenging zonder bezwaar samen met het champignonbroedsel tot het conventioneel gecomposteerde en gepasteuriseerde 35 grondsubstraat bestaan en de uitsparing van de tot nu toe vereiste bij- en door elkaar mengingswerkwijzen na plaatsgevonden hebbende mycelontwikkeling in het grondsubstraat toelaten. De te bereiken stimulering van de champignongroei zal reproduceerbaar zijn, zodat 40 een optimale benutting van grondsubstraat, entmateria&l 8104708 2*· - % - 3 - en grondstoftoeslag voor het bereiken van hogere champignonopbrengsten kan worden verzekerd.

Op het gebied van niet-steriel groeiende micro-biële mengpopulaties werd verrassenderwijze gevonden, 5 dat juist de bijzonder veelvormig samengestelde, in het kader van de noodzakelijke opwerking van de afgevoerde mest uit industriële dierproduktie-inrichtingen ontstane overschotten aan levend slib na geschikte ontvitalisering houdbare, doseerbare produkten met reproduceerbare 10 stimulatiewerking voor de groei van champignons opleveren.

Door de zeer grote biologische veelvormigheid en onzuiverheid van de mest-levend slib-mengpopulatie, waarvan de organismen-samenstelling afhankelijk van meetsubstraat en milieu-eisen ook voortdurend varieert, 15 onstane gevaren van microbiële concurrentie-ontwikkeling voor de champignon worden volgens de uitvinding door een ontvitalisering van de micro-organismen uitgeschakeld. Hiertoe wordt het op 8 tot 10 % droge substantiegehalte afgescheiden overschot aan levend slib van de mestopwerking 20 door toevoeging van alkalisch werkende stoffen, Bij voorkeur van oplossingen van alkali- of aardalkalihydroxyde op een pH van 8 tot 11 ingesteld, continu 0,5 tot 2 minuten onder overdruk op 105 tot 200°C verhit en in aansluiting . daarmee door middel van geschikte droging een doseerbare 25 groeistimulator verkregen. Dergelijke geontvitaliseerde produkten van levend slib groeien niet meer op bacteriënvoedingsbodems en hebben ook bij bewaren een stabiele biochemische werkzaamheid.

Dergelijke produkten van levend slib hebben 30 in tegenstelling met de volgens het Oost-Duitse octrooi-schrift 138.874 bereide voedingsconcentraten het voordeel, dat het bijzonder groeistimulerend werkend eiwitgehalte van de micro-organismen hier ook het iso-elektrisch precipiteerbare proteïne mede bevat, zodat groeistimulatoren 35 met een hoger stikstofgehalte bij lager percentage aan nucleïnezuren, d.w.z. met hoger proteïnegehalte, worden gewonnen. Daarom bevatten de uit het onzuivere levend slib winbare stimulatoren voor de groei van de champignons voordelig naast elkaar zowel afgebouwd, gemakkelijk 40 beschikbaar eiwit, in het bijzonder peptiden en aminozuren, 8104708 «►' 'v - 4 - als slechts met vertraging ontsluitbare, een bepaalde werking gedurende lange mogelijk makend, proteïne met hoger mol gewicht.

Bij een toevoeging van de groeistimulatoren 5 volgens de uitvinding van mest-levend slib in hoeveelheden van optimaal 25 tot 50 g/kg grondsubstraat worden in vergelijking met de voedingsstofconcentraten volgens het Oost-Duitse octrooischrift 138.874 uit stamzuivere bacteriën, de relatieve opbrengstverhogingen aan 10 champignons bereikt en overtroffen. In tegenstelling met voedingsstofconcentraten uit zuivere bacteriën, die optimale werking slechts bij toevoeging van met mycel-doorgroeide grondsubstraat vertonen, zijn de groeistimulatoren volgens de uitvinding reeds na toevoeging 15 bij beënten, maximaal werkzaam'.

Met betrekking tot de laatste, voor een hoog-produktieve industriële champignon-teelt te verkiezen werktechniek zijn groeistimulatoren uit mest-levend slib zelfs nog voordeliger bij gebruik als voedingsstof-20 concentraten uit zuivere biomassa's volgens het Oost-Duitse octrooischrift 138.874.

In het totale resultaat van de volkshuishouding biedt de uitvinding een hoog produktieve werkwijze voor champignonteelt op industriële schaal onder benutting 25 van voldoende beschikbare, nog onuitgebalanceerde ruwe stoffen bij gelijktijdig nut-brengend gebruik van de in grote hoeveelheden uit de industriële dierproduktie-inrichtingen voorkomende overschotten aan levend slib op mestbasis, die langs deze weg uit het gebied van de 30 veehuishouding in die van de economie van het land geraakt, daarbij een hoogwaardig eiwitvoedingsmiddel, de champignon, produceert, en ten slotte aan een ecologisch wenselijke natuurlijke bodemverbetering toekomt.

Aan de hand van de volgende toepassingsvoorbeelden 35 wordt de uitvinding nog nader toegelicht.

VOORBEEIiD I

150 Kg gecomposteerd en gepasteuriseerd champig-non-grondsubstraat op paardemestbasis (66,5 % watergehalte, PH 7,0 en 1,78 % stikstof in de droge stof) werd met 40 telkens 3 kg (overeenkomend met telkens 1 kg grondstof- 8104708 5* - 5 - droge stof) in 50 kartonnen emmers met een volume van 5 liter gebracht en met telkens 200 ml verkorreld champignonbroedsel beent. Aan 10 van de beënten bezinksels werd bovendien telkens 25 g en aan nog eens 10 telkens 5 50 g chemisch-thermisch behandeld overschot-levend slib uit een mestopwerkingsinrichting toegevoegd. Deze toegevoegde groeistimulator bevatte 8,4 % stikstof, 5,4 % nucleïnezuur en nucleotide en voorts 24,8 % as bij 2,5 % restvocht. Ten slotte werden de 50-emmer-bezinksels met 10 passende kartonnen deksels afgesloten, die daarna steeds met water vochtig werden gehouden.

Na 20 dagen bewaren waren de aldus beënte bezinksels goed met champignon-mycel doorgroeid. In de van de tot nu nog zonder toevoeging gebleven 30 emmers 15 werd in een verdere proefgroep van telkens 10 bezinksels telkens 25 g en voorts 10 bezinksels telkens 50 g chemisch-thermisch behandeld overschot-levend slib uit de mestopwerking onder goed doorkneden van de doorgroeide onderlaag bijgemengd, zodat ten slotte nog slechts 10 20 bezinksels volledig zonder toevoeging als controlegroep overbleven. In aansluiting daarmee werden alle 50 bezinksels 3 cm hoog afgedekt met champignondekaarde en nog eens 15 dagen onder geleidelijke temperatuurvermindering van 20°C tot 16°C bewaard, totdat op de 35e proefdag bij 16°C 25 de eerste champignons werden·.-.geoogst. Een week na de afdekking met aarde, d.w.z. vanaf de 27e proefdag, was de beluchting van de ruimte geleidelijk tot op 7 m /m .uur verhoogd. Vanaf de 35e proefdag begon dan de 27 dagen durende oogstperiode, waarvan de opbrengstontwikkeling 30 uit de hieronder weergegeven tabel is te zien: - tabel - 8104708 - 6 - ' Λ

Φ I

οι ! U 1

in -Ρ I I

φ οι ι ι

Η in I I

10 Cl m ο m m ι

. Μ φ ι Η σ> ιΗ -53* I

οι 4-ΐ · 5-ι ι η ιπ η co ι

I β g-Q 1 I

• Ο 2 ft ι ι

Ο ο Ο Ο I I

I I

+> ι ! 01 I 1 tri ι ι β ι ι ’ I Φ I ι Η U Ρ I I I I I ι Φ Φ Λ ι ι ο φ a ι ι &a3! ! • ω I I - Ü h n g b>· I 1

2 | φ-ΗβΟΙ in CM o O I

Η I Oi-P Λ 0 O I H oo co I

O I (Ö I I

0 I in (Ö I I

® 1 CM .μ I dP dP dP I

PS I ·Η -P 01 I I

Η ι ö* οι in l co uo I

> I Φ Λ β I ---.1

B I 0 D in I Φ I Is Μ in I

01 I > oi C Ρ Ρ I IHOOOO I

OBI Φ Ή Φ Λ I I

53 a ι ο β +» φ ο* ι !

63 < I -P 0 β g 0 I

PS 05 I Ρ Φ 4J I

P3 Β I tn in · 01 I *

0 to ι ·η S in ι in r*· I

Offli oin-Hcoi rHCMHin ι

D I ΛΜ Λ ϋ Ο I hcm ^·^ I

W 01 I I I

> Q I I

H » I !

HOI I

B PS I -P-l

<J U I oi I I

HI in I i 63 Β I β I .

PS 65 I l Φ I I I I I I

HI Η Ρ Ρ I I

S D I Φ Φ Λ I I

H PS I Ü Φ CU I I

PQ I >( g 0 I I

Β Η I g -P

01 ϋ I . 01 I I

U ι p -n g in ι o in- in ι

201 Φ -Η β 0 I co h *sO '•Ο I ω 2 ι ft+) Λ ο Ο- ι h >—ι ιΗ I

Ά \ I (d I I

03 a ι m φ ι

Pi O I β P -P I

o a I H -p 01 I cK> dP <jp <JP I

ο ι m oi in ι ι

63 Η I ΦΛ β I Γ'- CTi ^ co I

> Pi ι o 2 in ι Φ ι ι

632,Ι>01βΡΡΙ·Μ<0θ'=1'Γ-Ι hSi φ Ό ·Η Φ Λ I I

B W I Ο β -Ρ Φ Oi I I

i=d ο ι +> ο β g ο ι

HI Ρ Φ -P ι I

D Ο ι in in · οι ι ι g I *n g in I cm co uo ο ι D 2 i tnin-Ηβθΐ co co in η ι

65 Η ι CN ^ HOOI Ή <N LT> I

I I

ι ι

I I

I I

in ι ι cd ι ι

rö I I

•p I 00 CO CM Γ" I

01 I H CM CM I

m ι ι

O I ΙΟ I I

8104708 - 7 -

De resultaten tonen het bijzondere voordeel in de groeistimulering aan, wanneer men de toevoeging van de groeistimulatoren gelijktijdig met het entmateriaal uitvoert en zich daardoor de beschikbaarheid op het 5 juiste tijdstip van de grondstof- en voedingsstofsupplementen verzekert, hetgeen echter slechts met een 1 minuut bij een pH van 9 en 160°C geontvitaliseerd en dan niet meer gecontamineerd mest-levend slib mogelijk is.

Proefbezinksels met telkens 25 g toevoeging aan het 10 entmateriaal geven relatief snellere en sterkere op-brengstverhogingen, terwijl de optimale toevoeging van conventionele groeistimulatoren, zoals van sojameel en moutkiemen, zoals bekend is bij 50 g toevoeging/kg grond-substraat ligt.

15 VOORBEELD II

In vergelijking met de tot nu op raicrobiële basis volgens het Oost-Duitse octrooischrift 138.874 bereide groeistimulatoren werden analoog aan voorbeeld I uit 150 kg gelijk champignon-grondsubstraat 50 kartonnen 20 emmers voorzien van telkens 3 kg grondsubstraat (overeenkomstig met telkens 1 kg grondsubstraat-droge stof). Gelijktijdig met de beënting met 200 ml verkorreld champignon-broedsel vond in telkens 10 bezinksels de toevoeging plaats van 25 g, in nog eens 10 bezinksels 25 een toevoeging van 50 g chemisch-thermisch behandeld overgeschoten levend slib uit de mest-opwerking en voorts in nog eens 10 bezinksels een toevoeging van 50 g voedingsstof, bereid uit een zuivere biomassa van Methylococcus capsulatus, verkregen door benutting van 30 aardgas. Dit laatste bevatte 7,8 % stikstof, 6,2 % nucleïnezuur en nucleotide en voorts 17,0 % as bij 6,8 % restvocht.

Na 20 dagen voor mycelontwikkeling werden de tot nu toe zonder toevoeging gebleven overgebleven 35 20 bezinksels grondig mechanisch losgewerkt en daarbij bij 10 bezinksels telkens 50 g voedingsstofconcentraat, bereid uit Methylococcus capsulatus, bijgemengd.

In aansluiting daarop werden alle 50 bezinksels 3 cm hoog met champignondekaarde afgedekt en nog eens 15 dagen 40 met geleidelijke temperatuursvermindering op 16°C

8104708 . - 8 - tot aan het begin van de champignonoogst op de 35e proefdag bewaard.

In een oogstijd van 4 weken werden de volgende cumulatieve champignon-opbrengsten bereikt: 5 cum. meer opbrengst opbrengst g/kg %

Controle 359 25 g chemisch-thermisch 10 behandeld mest-levend slib toegevoegd bij het beënten 534 48,7 50 g chemisch-thermisch behandeld mest-levend slib toegevoegd bij het beënten 478 33,1 .15 50 g voedingsconcentraat uit Methylococcus capsulatus toegevoegd bij het beënten 446 24,2 50 g voedingsconcentraat uit Methylococcus capsulatus 20 toegevoegd na mycelont- wikkeling 525 46,2

Zoals de resultaten aantonen wordt een verhoging van de produktiviteit in de champignonteelt, waarbij het feit dat een toevoeging gemeenschappelijk met het 25 champignonbroedsel mogelijk wordt gemaakt, een bijzonder voordeel vormt, zelfs duidelijk beter met de chemisch-thermisch behandelde bacteriën-mengpopulatie van het overschot-levend slib van de mest-opwerking, bereikt, waartoe ook reeds geringere toevoeghoeveelheden voldoende 30 zijn als bij volgens het Oost-Duitse octrooischrift 138.874 bereid voedingsstofconcentraat uit bepaalde bacteriën-zuivere biomassa verkrijgbaar zijn.

- conclusies - 8104708

Claims (4)

1. Groeistimulator voor de champignonteelt, gekenmerkt doordat hij uit in opwekkings-processen van de afvalwaterbehandeling, in het bijzonder de opwerking van me.st-afvalwater van de industriële dier- 5 produktie, ontstane niet-steriele mengpopulatie van micro-organismen, overwegend bacteriën, door chemisch-thermische behandeling bereidt en bij het champignon-grondsubstraat in hoeveelheden van 5 tot 100 g/kg, bij voorkeur 10 tot 50 g/kg, tegelijk door gemeenschappelijk 10 mengen met champignonbroedsel en -grondsubstraat in het kader van de gebruikelijke beënting in actie wordt gebracht.

2. Groeistimulator voor de champignonteelt, volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de chemisch-thermische behandeling van de niet-steriele 15 mengpopulatie van het geactiveerde slib door 0,5 tot 2 minuten verhitten op 105°C tot 200°C onder overdruk wordt uitgevoerd, waarbij een denaturering en ontvitalisering wordt bewerkt.

3. Groeistimulator voor de champignonteelt, volgens 2Q conclusie 1 en 2, gekenmerkt doordat de chemisch-thermische behandeling van de niet-steriele micro-organismen-suspensie bij voorkeur bij een pH van 8 tot 11 plaatsvindt.

4. Groeistimulator voor de champginonteelt, volgens 25 conclusie 1-3, gekenmerkt doordat de verhoging van de pH-waarde op 8 tot 11 door toevoeging van alkalisch reagerende stoffen, bij voorkeur alkali-of aardalkalihydroxyde in de waterige suspensie van de geactiveerde slib-mengpopulatie plaatsvindt. 8104708