NL8104090A - Ruisonderdrukkingsschakeling. - Google Patents

Ruisonderdrukkingsschakeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8104090A
NL8104090A NL8104090A NL8104090A NL8104090A NL 8104090 A NL8104090 A NL 8104090A NL 8104090 A NL8104090 A NL 8104090A NL 8104090 A NL8104090 A NL 8104090A NL 8104090 A NL8104090 A NL 8104090A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
circuit
frequency
input
level
Prior art date
Application number
NL8104090A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191723C (nl
NL191723B (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8104090A publication Critical patent/NL8104090A/nl
Publication of NL191723B publication Critical patent/NL191723B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191723C publication Critical patent/NL191723C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03GCONTROL OF AMPLIFICATION
    • H03G7/00Volume compression or expansion in amplifiers
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03GCONTROL OF AMPLIFICATION
    • H03G9/00Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control
    • H03G9/02Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control in untuned amplifiers
    • H03G9/025Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control in untuned amplifiers frequency-dependent volume compression or expansion, e.g. multiple-band systems

Landscapes

  • Tone Control, Compression And Expansion, Limiting Amplitude (AREA)
  • Reduction Or Emphasis Of Bandwidth Of Signals (AREA)
  • Signal Processing Not Specific To The Method Of Recording And Reproducing (AREA)

Description

> 4 X/Sch/lh/1313
Ruisonderdrukkings schakeling.
De uitvinding betreft in het algemeen een infor-matiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting en in het bijzonder een ruisonderdrukkingsschakeling voor het onderdrukken van ruis, die in het algemeen aanwezig is bij het . 5 weergeven van een informatiesignaal in een informatiesignaal-opneem- en/of -weergeefinrichting.
Ruisonderdrukkingsschakelingen voor het onderdrukken van ruis en vervorming, waarmee het uitlezen van informatiesignalen gepaard gaan, zijn bekend. Dergelijke 10 ruisonderdrukkingsschakelingen zijn ontworpen voor het vergroten van het dynamisch bereik van het signaal, dat kan worden geregistreerd op en uitgelezen een registratiemedium, bijvoorbeeld een magneetband. In een typische ruisonderdrukkingsschakeling is een kodeereenheid aanwezig 15 voor die signalen die dienen te worden geregistreerd, en is een complementaire dekodeereenheid aanwezig voor de weergegeven signalen. In het algemeen omvat de kodeereenheid een niveaucorapressieschakeling en een hoogfrequentie-voor-accentueringsschakeling, waarin hoogfrequente componenten 20 van een te registreren informatiesignaal worden geaccentueerd en het informatiesignaal wordt gecomprimeerd, waarbij het compressieniveau in omgekeerde zin samenhangt met het informatiesignaalniveau. De dekodeereenheid omvat in het algemeen een niveau-expansleschakeiing eri een hdogfre-25 quehtie-desaccentueringsschakeling (laagfrequentie-accentu-eringsschakeling) voor het uitvoeren van een complementaire bewerking op de weergegeven informatiesignalen.
Een probleem dat optreedt bij gebruikelijke ruis-onderdrukkingsstelsels is, dat ze kunnen lelden aan zoge-30 naamde ruismodulatie. Bij ruismodulatie variëren de ruiscomponenten in afhankelijkheid van de variaties in het ingangssignaalniveau. Een dergelijke wijziging in de ruiscomponenten, of 'ruismodulatie, is zeer sterk merkbaar en is zeer hinderlijk wanneer hij een weergegeven audiosignaal 8104090 i r -2- begeleidt. Dit verschijnsel treedt op, wanneer de frequentiecomponenten van het' ingangssignaal in aanzienlijke mate afwijken van de componenten van de rüisfrequenties. Indien bijvoorbeeld het informatiesignaal een audiosignaal is, 5 dat het geluid van een piano weergeeft, wordt de ruismodulatie afzonderlijk en duidelijk waargenomen, en wordt zelfs niet gemaskeerd indien het niveau van het informatiesignaal toeneemt.
Een voorstel voor het verminderen van ruismodu-10 latie in een ruisonderdrukkingsschakeling is beschreven in het Amerikaanse octrooi 4.162.462. Vólgens dit voorstel worden de hoogfrequente componenten van het informatiesignaal aan vooraccentuering onderworpen voorafgaand aan het registrerén, wanneer hét informatiesignaal lage en gemid-15 delde signaalniveaus vertoont, terwijl relatief weinig vooraccentuering wordt toegevoegd, wanneer het informatiesignaal hogere niveaus vertoont. Wanneer hef aldus bewerkte informa-tiesignaal wordt weergegeven, worden de hoogfrequente componenten onderworpen aan een relatief sterke desaccentuering, 20 wanneer het weergegeven signaal lage 'eh gemiddelde 'signaal-niveaus vertoont, eh deze hoogfrequente componenten’ worden, onderworpen aan een relatief geringe desaccerituering, wanneer hét’ weergegeven' signaal een hóger niveau bézit. Hoewel volgens dit voorstel de ongewenste éffekteh van ruismodula-25 tie worden verminderd, is niettemin verzadiging van het magnetische registratiemedium als gevolg van het doorschieten van hét gecomprimeerde 'signaal niettemin aanwezig.
In verband daarmee is een ruisonderdrukkingsschakeling, die ruismodulatie 'vermindert en tevens door-·; 30 schiet-verzadiging van het registratiemedium voorkomt, voorgesteld in de Amerikaanse 'octrooiaanvragen 06/226.821, en 06/226,822, welke aanvragen' beide zijn Ingediend op 21 januari 1981 ten name van onderhavige 'aanvraagster.
Aldus worden bijvoorbeeld in de kodeefschakeling volgens 35 de eerstgenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 06/226.821 de hoogfrequente componenten van een audio-ingangssignaal met gering niveau aan vooraccentuering onderworpen, maar worden signalen van hoog niveau bewerkt met een in hoofd- 8104090 1 λ -3- zaak vlakke frequentieresponsie. Met andere woorden: de ingangs/uitgangsniveaukarakteristiek van de kodeereenheid varieert met de frequentie wanneer het ingangssignaalniveaa laag is. Als gevolg evenwel van verschillen in gevoeligheid 5 van verschillende magneetbanden en/of verschillende opneem-en weergeef inrichtingen, in samenhang waarmee een magneetband kan worden toegepast, kan bij ruisonderdrukkingsscha-kelingen van het vermelde type, waarbij de ingangs/uitgangs-niveaukarakteristiek met denfrequentie varieert een niveau-10 afwijking optreden tussen het niveau van het gekodeerde signaal dat op een magneetband is geregistreerd door middel van een bandapparaat en het niveau van het van de band afkomstige uitgangssignaal. Tengevolge van deze variatie kan een niet-bevredigende weergave van het audiosignaal 15 optreden, wanneer dat signaal is bewerkt door een corresponderende dekodeerschakeling. In de praktijk betekent dit, dat het dynamisch gebied waarin het audiosignaal kan worden bewerkt, verkleind dient te worden.
Het is dan ook een belangrijk doel van de uit-20 vinding, een verbeterdé ruisonderdrukkingsschakeling te verschaffen, waarmee de bovenbeschreven problemen volgens de bekende techniek zijn voorkomen.
In het bijzonder stelt de uitvinding zich ten doel, een ruisonderdrukkingsschakeling te verschaffen die 25 een goede kodering en dekodering van een ingangssignaal verzekert over het hele audiogebied voor signalen van laag niveau voor het vergroten van het dynamische bereik van het opneem- en weergeefstelsel.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaf-30 fen van een ruisonderdrukkingsschakeling, waardoor ruis- raodulatie wordt verminderd door gebruikmaking van een variabele frequentie-accentueringskarakteristiek ter verkrijging van een sterke vooraccerituering van hoogfrequente informatie-signaalcomponenteh met gemiddelde niveaus en een geringere 35 vooraccentuering voor de meeste andere gevallen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde compressie/expansieschakeling, die selectief kan worden aangesloten voor het uitvoeren 8104090 * t -4- van een niveaucompressiefunktie, wanneer hij wordt toegepast in samenhang met een signaalopneeminrichting en een niveau-expansiefunktie bij toepassing met een signaal-weergeef inrichting.
5 Nog een ander doel van de uitvinding is het ver schaffen van een eenvoudige en goedkope ruisonderdrukkings-schakeling.
Volgens een aspect van de uitvinding omvat een ruisoiiderdrukkingsschakeling eerste middelen voor het 10 verschaffen van frequentie-accentuering voor een daaraan toegevoerd signaal; een in serie met die eerste middelen aangesloten eerste signaalbaan, en voorzien van een versterker met variabele versterking voor het versterken van een daaraan toegevoerd signaal met' bestuurbare versterkings-15 faktor en tweede middelen voor het verschaffen van frequen-tie-accentuering voor een de variabele versterker doorlopend signaal? middelen voor het besturen van de versterkings-faktor van de variabele versterker? en met de eerste signaalbaan verbonden middelen voor het verminderen van de werk-20 zaamheid van de frequentie-accentuering door de tweede middelen, wanneer hét niveau van het' de variabele versterker doorlopende signaal afneemt, waarbij de ruisonderdrukkings-schakeling een eerste hoeveelheid frequentie-accentuering verschaft voor daaraan toegevoerde signalen van gemiddeld 25 niveau en een' tweede, lager bedrag aan frequentie-accentuering voor daaraan toegevoerde signalen van gering niveau.
Verdere kenmerken en bijzonderheden zullen worden genoemd en toegelicht aan de hand van bijgevoegde tekeningen. Hierin toneni t 30 Figuur 1 een blokschema van een bekende ruis- onderdrukkxngs s chakeling;
Figuur 2 een grafiek van de 'ingangs/uitgangs-niveaukarakteristiek van de ruisonderdrukkingsschakeling volgens figuur 2 voor verschillende 'frequenties? 35 Figuur 3 een blokschema van een' kodeërschakeling volgens eèn basisuitvoeringsvoorbéeld van de onderhavige uitvinding;
De figuren 4A-C schematische grafieken ter toe- 8104090
£ I
-5— lichting van de frequentieresponsie van de schakeling volgens figuur 3 voor verschillende niveaus van het ingangssignaal;
Figuur 5 een grafische weergave van de ingangs/ 5 uitgangsniveaukarakteristiek van de kodeerschakeling volgens figuur 3 voor diverse frequenties;
Figuur 6 een blokschema van een dekodeerschakeling volgens een basisuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 10 Figuur 7 een blokschema van een kodeerschakeling volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding?
Figuur 8 een blokschema van een dekodeerschakeling volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding;
Figuur 9 een blokschema van de toepassing van 15 een variant van de dekodeerschakeling volgens figuur 8 als kodeereenheid of dekodeereenheid in een ruisonderdruk-kingsschakeling volgens de uitvinding?
Figuur 10 een grafische weergave van de uitgangs-niveaufrequentieresponsie van de schakeling volgens figuur 20 9, wanneer hij wordt toegepast als kodeereenheid, voor verschillende ingangssignaalniveaus; en
Figuur 11 een grafische weergave van de ingangs/ uitgangsniveaukarakteristiek van de schakeling volgens figuur 9, wanneer hij als kodeereenheid wordt toegepast, 25 voor diverse frequenties.
Figuur 1 toont een ruisonderdrukkingsschakeling 10 volgens de stand der techniek, die wordt toegopast als kodeerschakeling. De kodeerschakeling 10 volgens figuur 1 omvat een ingangsaansluiting 1 waaraan een informatiesignaal 30 wordt toegevoerd, bijvoorbeeld een audiosignaal, dat de kodeerschakeling 10 doorloopt en daar wordt gekodeerd en in die gekodeerde vorm wordt toegevoerd aan een uitgangs-aansluiting 2 voor registratie door middel van een opneem-en weergeef inrichting, bijvoorbeeld op een magneetband.
35 De kodeerschakeling 10 omvat een hoogdoorlaatfilter 3, waaraan het audiosignaal wordt toegevoerd vanaf de ingangsaansluiting 1, welk filter dienst doet voor het aan voor-accentuering onderwerpen van de hoogfrequente componenten 8104090 . -6- * . % van het daaraan toegevoerde audiosignaal. Het aan vooraccen-tuering onderworpen uitgangssignaal van het hoogdoorlaat-filter 3. wordt toegevoerd aan een versterker 4 met variabele versterking, dat het uitgangssignaal van het hoogdoorlaat-5 filter 3 versterkt met variabele versterkingsfaktor. Zoals · nu zal worden beschreven, hangt de versterkingsfaktor van de versterker 4 in omgekeerde zin samen met het signaalni·?' veau van het audio-ingangssignaal, zodanig, dat zijn versterkingsfaktor relatief hoog is, wanneer het ingangsniveau 10 relatief laag is en omgekeerd, de versterkingsfaktor relatief laag wanneer het ingangssignaalniveau relatief hoog is. In het in figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld neemt een besturingsschakeling.5 het uitgangssignaal van de variabele variabele versterker 4 waar en bestuurt, de ver-15 sterkingsfaktor van de variabele versterker 4 door middel van een versterkingsbestaringssignaal, dat wordt opgewekt in afhankelijkheid van die 'waarneembewerking.
In het bijzonder omvat de variabele versterker 4 een operationele versterker 6, aan de inverterende ingang 20 waarvan het' van het hoogdoorlaatfilter 3 afkomstige, aan vooraccentuering onderworpen signaal via een weerstand 7 wordt toegevoerd. Een tegenkoppelbaan tussen de uitgang van de 'operationele versterker 6 en de inverterende ingang daarvan omvat een tegenkoppelweérstand 8 met vaste weerstands-25 waarde en een variabel weérstandelement 9, dat parallel is geschakeld met de tegenkoppelweerstand 8. De waarde van hét variabele weerstandselement 9 wordt bestuurd in overeenstemming met hét uitgangssignaal van de besturingsschakeling 5, waaraan op zijn beurt hét' uitgangssignaal .
30 van de variabele versterker 4 wordt toegevoerd, zoals reeds besproken'. Het zal duidelijk zijn dat voor het variabele weerstandselement 9 elk geschikt element kan worden toegepast. Bijvoorbeeld kan het variabele weerstandselement 9 bestaan uit een lichtgevoelig element, bijvoorbeeld een 35 CdS-fotogeleidingscel, die is aangesloten tussen de uitgang en de inverterende ingang van de operationele versterker 6, en die een weerstandswaarde vertoont, die varieert met de intensiteit van de daarop vallende licht. Het lichtgevoelige 8104090 * * -7- elemenfc kan via licht zijn gekoppeld met een licht emitterend element (niet getekend), bijvoorbeeld een licht emitterende diode, die licht uitzendt in overeenstemming met een van de besturingsschakeling 5 afkomstige besturings-5 spanning voor het bestralen van het fotogevoelige element.
Op deze wijze wordt in afhankelijkheid van het niveau van het van de besturingsschakeling 5 afkomstige besturings-signaal de weerstandswaarde van het variabele weerstands-element 9 gevarieerd voor het variëren van de versterkings-10 faktor van de versterker 4 met variabele versterking.
Bij de schakeling volgens figuur 1 resulteert een verhoging van het ingangssignaalniveau in een afneming van de weerstandswaarde van het variabele weerstandselement 9, waardoor de besturingsschakeling 5 de versterkingsfaktor 15 van de operationele versterker 6 verlaagd. Hierdoor vertoont de variabele versterker een compressiekarakteristiek, waarbij de mate van compressie toeneemt met toenemende ingangssignaalniveaus. Voor lage niveaus van het ingangssignaal anderzijds neemt de weerstand van het element 9 20 toe voor het verhogen van de versterkingsfaktor van de versterker 4. De tegenkoppelweer stand 8, die parallel is geschakeld met het variabele weerstandselement 9, doet dienst voor het besturen van de maximale versterkingsfaktor van de versterker 4 door begrenzing van de tegenkoppel-25 weerstand van de operationele versterker 6, wanneer de weerstandswaarde van het element 9 sterk toeneemt bij zeer lage ingangssignaalniveaus.
Het zal duidelijk zijn dat het niveau van het aan de variabele versterker 4 toegevoerde ingangssignaal 30 afhangt van de frequentie van het via de ingangsaansluiting 1 aan het hoogdoorlaatfilter 3 toegevoerde audiosignaal.
Voor relatief hoge niveaus van het het hoogdoorlaatfilter 3 doorlopende audiosignaal is de versterking van de variabele versterker 4 relatief laag en varieert met het 35 niveau van het daaraan toegevoerde signaal. Als gevolg van de versterkingskarakteristiek die wordt geïntroduceerd door de variabele versterker 4 in een dergelijk geval hangt de ingangs/uitgangsniveaukarakteristiek voor signalen 8104090 ♦ * -8- van hoog niveau in hoofdzaak uitsluitend af van het niveau van de signalen en is niet afhankelijk van de frequentie. Wanneer evenwel het aan de ingangsaansluiting 1 toegevoerde audiosignaal een laag niveau bezit, is de ver-5 sterking van de variabele versterker 4 relatief hoog en kan als gevolg van de aanwezigheid van de tegenkoppelweer-stand 8 in wezen konstant zijn. Dit betekent, dat het aan de uitgang 2 afgegeven signaal zowel niveau- als frequen-tiefafhankelijk is, dit als gevolg van de frequentiekar.ak-10 teristiek, die wordt bepaald door het hoogdoorlaatfilter 3. Dit is in de krommen volgens figuur 2 weergegeven, waarin de niveaucorapressiekarakteristiek van de kodeerschakeling 10 is getekend voor ingangssignalen met frequenties van 100 Hz, 1kHz en 10 kHz. Uit figuur 2 blijkt dat voor ingangs-15 signalen met gering niveau aan de ingangsaansluiting 1 het niveau van het uitgangssignaal en de uitgangsaansluiting 2 zowel niveau- als frequentie-afhankelijk is·/ terwijl voor ingangssignalen van hoger niveau het niveau van het uitgangssignaal in hoofdzaak frequentie-onafhankelijk is. De in 20 figuur 2 getekende streep-stippellijn geeft de gebruikelijke vlakke responsie voor basfrequenties met versterkings-faktor vl". Nagenoeg identieke resultaten worden verkregen wanneer het hoogdoorlaatfilter 3 in plaats van met de ingangsaansluiting 1 is verbonden met de uitgangsaansluiting 25 2, Verder kan een ten opzichte van figuur 2 omgekeerde ingangs/uitgangsniveaukarakteristiek wórden verkregen voor een complementaire dekodeérschakeling, die een niveau-expansie eii desaccentuering uitvoert.
Wanneer bij de ruisonderdrukkingsschakeling vol-30 gens figuur 1 het uitgangsniveau of registratieniveau van de kodeerschakeling enigszins afwijkt van het ingangs- of weergeefniveau van een complementaire dekodeerschakeling, bijvoorbeeld tengevolge van fluctuaties of gevoeligheids-verschillen tussen verschillende magneetbanden en/of ver-35 schillende opneem- en/of -weergeefinrichtingen, in samenhang waarmee een_magneetband kan worden toegepast, kunnen fluctuaties of afwijkingen in het niveau van het uitgangssignaal van de dekodeerschakeling als funktie van de 8104090 l « * -9- frequentie optreden. Natuurlijk resulteert een dérgelijke afwijking in een minder goede weergave. Wanneer bijvoorbeeld op de in figuur 2 getoonde wijze het ingangssignaal van de kodeerschakeling 10 het niveau a bezit, bezit het 5 uitgangssignaal van de kodeerschakeling het niveau b voor een signaalfrequentie van 10 kHz, dat wil zeggen, dat de compressieverhouding tussen het uitgangssignaal en het ingangssignaal gelijk aan 2 is. Voor hetzelfde ingangs-signaalniveau, maar met een signaalfrequentie van 100 Hz, 10 bezit het uitgangssignaal van de kodeerschakeling het · niveau c en in een dergelijk geval vertoont de variabele versterker 4 van de kodeerschakeling 10 een versterkings-faktor ter grootte "1". Indien een niveauverlaging Δ1 optreedt als gevolg van bijvoorbeeld de magneetband en/of 15 als gevolg van de opneem- en weergeefinrichting, die is verbonden met de uitgangsaansluiting 2 van de kodeerschakeling 10, veranderen de niveaus b en c van het aan de complementaire dekodeerschakeling toegevoerde signaal in resp. de niveaus b* en c'.
20 Zoals reeds besproken bezit de dekodeerschakeling een ingangs/uitgangsniveaukarakteristiek, die invers is ten opzichte van de aan de hand van de krommen volgens figuur 2 weergegeven krommen van de kodeerschakeling 10.
Aldus wordt in het ingangssignaal van de dekodeerschakeling 25 met een niveau b' gekodeerd voor het vetkrijgen van een gedekodeerd uitgangssignaal met een niveau d voor een signaalfrequentie van 10 kHz, en wordt het ingangssignaal van de dekodeerschakeling met niveaus C' omgezet tot een gedekodeerd uitgangssignaal met niveau e voor een signaalfrequentie 30 van 100 Hz. Het zal duidelijk zijn dat, aangezien de compressieverhouding van het 10 kHz signaal gelijk is aan 2 en de compressieverhouding van het 100 Hz signaal gelijk 1 is, de effektieve niveauwijziging voor het oorspronkelijke 10 kHz signaal, dat is weergegeven door het niveauverschil 35 tussen de punten a en d, tweemaal zo groot is als het niveauverschil voor het oorspronkelijke 100 Hz signaal, dat wil zeggen het niveauverschil tussen punten a en e, uitgedrukt in decibels. Met andere woorden, de complementaire 8104090 4 y -10- dekodeerschakeling geeft een fluctuatie of niveau-afwijking van het gedekodeerde uitgangssignaal, die frequentie-afhankelijk is, ondanks dat de oorspronkelijke fluctuaties of de afwijking Δ1 tengevolge van de band en/of de band-5 opneem- en/of -weergeefinrichting frequentie-onafhankelijk was. Deze niveau-afwijking van het gedekddeérde uitgangssignaal kan zelfs nog duidelijker worden indien bijvoor-béelde de verschillen in bandgevoeligheid tussen verschillende magneetbanden variëren met de frequentie. Bijvoorbeeld 10 kan de ene band gevoeliger voor hoogfrequente componenten zijn dan een andere band. Indien het niveau van het ingangssignaal van de kodeerschakeling fluctueert of afwijkt, bijvoorbeeld in de buurt van het niveau a, wordt eveneens het gedekodéerde uitgangssignaal van de complementaire 15 dek'odeer schakeling onderworpen aan een niveauvariatie, die op dezelfde wijze als boven is besproken frequentie-afhanke- · lijk is. Natuurlijk kan dit een' minder' goede weergave opleveren. Dienovereenkomstig dient het' niveau van het' bij gebruikelijke rulsonderdrukkingsstelsels toe te passen 20 ingangssignaal hoger te zijn dan een voorafbepaald niveau 1, zoals in figuur 2 is weergegeven,' zodat de ingangs/ uitgangsnlveaukarakterlstiek. (zie figuur 2) praktisch frequentie-onafhankelijk Is. Dit resulteert natuurlijk in een verkleining van hét dynamisch bereik, waarbinnen het' 25 opneem- en weergeefstelsel' werkzaam kan zijn.
Figuur 3 toont een ruisonderdrukkingsschakeling . 20 volgens een baslsuitvoeringsvoorbéeld van de onderhavige uitvinding, die in dit geval is toegepast als kodeerschakeling aan de ingangszijde van bijvoorbeeld een audio-band-30 apparaat. Een ingangs-informatiesignaal, bijvoorbeeld een audiosignaal, wordt toegevoerd aan een Ingangsaansluiting ' 11 van een kodeerschakeling 20. en Is in de kodeerschakeling onderworpen aan hoogfrequente vooraccentuering en niveau-compressie. Het gekodeerde 'uitgangssignaal wordt vla een 35 uïtgangsaansluiting 12 toegevoerd naar een registratie- ingang van.bijvoorbeeld een audlobandapparaat. In het' bijzonder omvat de kodeerschakeling 20 een eerste hoogdoorlaat— filter" 13, waaraan het van de ingangsaansluiting 11 afkom- 8104090 -listig van een audiosignaal wordt toegevoerd voor vooraccentu-ering van de hoogfrequente componenten daarvan, en het uitgangssignaal van het hoogdoorlaatfilter 13 wordt toegevoerd aan de optellende positieve ingang van een aftrek-5 schakeling 17. Het uitgangssignaal daarvan wordt toegevoerd aan een uitgangsaansluiting 12 via een eerste signaalbaan, bestaande uit de serieschakeling van een versterker 15 met variabele versterkingsfaktor en een tweede hoogdoorlaatfilter 14.
10 Met andere woorden, de eerste signaalbaan is in serie geschakeld met het hoogdoorlaatfilter 13 via de aftrek-s chakeling 17. De variabele versterker 15 kan van het spanningsgestuurde type zijn (VCA = voltage controlled amplifier), die op dezelfde wijze werkt als de variabele 15 versterker 4 volgens figuur 1 door het verschaffen van een hogere versterkingsfaktor voor zwakke ingangssignalen en een geringe versterkingsfaktor voor sterke ingangssignalen ter verkrijging van niveaucompressie. Het uitgangssignaal van de variabele versterker 15 wordt toegevoerd aan het 20 hoogdoorlaatfilter 14, dat een hoogfrequente vooraccentue-ringskarakteristiek aan de signalen oplegt en op’ zijn beurt het gekodeerde uitgangssignaal aan de uitgangsaansluiting 12 afgeeft.
Het uitgangssignaal van het hoogdoorlaatfilter 14 25 wordt tevens toegevoerd aan een Bésturingsbaan, bestaande uit de serieschakeling van een derde hoogdoorlaatfilter 19 en een besturingsschakeling 18, welk laatstgenoemde 'schakeling een besturingsspanning toevoert aan de versterker 15 voor het besturen van de verster'ingsfaktor daarvan. In hét 30 bijzonder doet het hoogdoorlaatfilter 19 dienst als beweeg-schakeling voor het aan frequentieweging onderwerpen van het daaraan toegevoerde signaal, terwijl de besturingsscha-kelingl.18 kan bestaan uit een niveauwaameemschakeling, die het niveau van het hoogdoorlaatfilter 19 afkomstige 35 signaal waarneemt. Evenals bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 bestuurt de 'schakeling 18 de versterkingsfaktor van de variabele versterker 15 zodanig, dat de versterkingsfaktor toeneemt voor zwakke ingangssignalen en "8 1 0 4 0 9 0 I -12- en afneemt voor sterke ingangssignalen. Bovendien is een tweede signaal- of terugkoppelbaan 16 met een in hoofdzaak vlakke frequentieresponsie parallel geschakeld met de eerste signaalbaan via de aftrekschakeling 17. Met andere 5 woorden, de terugkoppelbaan 16 verschaft in hoofdzaak geen versterkingsregeling voor de. daaraan toegevoerde signalen en kan bijvoorbeeld uitsluitend uit een weerstand bestaan.
De terugkoppelbaan 16 ontvangt het uitgangssignaal van het doorlaatfilter 14 en geeft op zijn beurt een uitgangssignaal 10 af aan de aftrekkende of negatieve ingang van de aftrekschakeling 17, waar het signaal wordt afgetrokken van het uitgangssignaal van het hoogdoorlaatfilter 13. Het uitgangssignaal. van de schakeling 17 wordt toegevoerd aan de ingang van de variabele versterker 15.
15 De kodeerschakeling 20 volgens figuur 3 is werkbaam voor het aan vooraccentuering onderwerpen en aan niveaucómpressie onderwérpen van het ingangssignaal aan de ingangsaansluiting 11 met een variabele freguentieresponsie, die afhangt van het niveau van hét ingangssignaal. In het' 20 bijzónder bezit het eerste hoogdoorlaatfilter 13 een hoogfrequente vooraccentueringskarakter'istiek," zoals in figuur .
4A is weergegeven, die 'resulteert in een niveauverschil van ongeveer 20 dB tussen' laag frequente en' hoogfrequente componenten van het ingangssignaal. Deze 'niveau- of ver'sterkings-25 afwijking treedt ‘op in' een freq'uentieg'ebied', beginnend bij’ een frequentie in de buurt van 1 'kHz en' toeneemt met een helling van 6 dB/oktaaf tot de 'niveau-afwijking van ongeveer 10 dB is bereikt bij een frequentie 'in.de Buurt van 3,13 kHz.
Een tweede hóogdoorlaatfilter 14 in de eerste signaalbaan 30 bezit een hoogfrequente vooraccentueringskarakteristiek', zoals in figuur 4B is weergegeven, die resulteert in een' niveauverschil van ongeveer 10 dB tussen de 'laagfrequente en hoogfrequente componenten van een' daaraan toegevoer'd signaal. Evenals bij het hóogdoorlaatfilter' 13 treedt deze 35 verandering op in een frequentiegebied' tussen ongeveer 1,58 kHz en 5 kHz, met hét niveauverschil daartussen van 10 dB.
De gecombineerde accentueringskarakteristiek van een signaal, dat béide filters 13 en 14 doorloopt, is in figuur 4C
8 1 0 4 0 9 0 ___ -13- weergegeven en correspondeert met een niveau-afwijking van ongeveer 20 dB tussen laagfrequente en hoogfrequente componenten van een daaraan onderworpen signaal. De niveau-afwijking treedt op in een frequentiegebied, dat begint bij een 5 frequentie in de buurt van 1 kHz, bepaald door het hoogdoor-laatfilter 13, en dat met een helling van 12 dB/oktaaf stijgt tot de niveauverandering van 20 dB is bereikt bij een frequentie in de buurt van 5 kHz, bepaald door het hoogdoorlaatfiltêr 14.
10 Indien het niveau van het aan de 'optellende ingang van de af treks chakeling 17 toegevoerd signaal met x wordt aangeduid, het niveau van het uitgangssignaal aan de uitgangsaansluiting 12 met y wordt aangeduid, de weerstands-waarde van de weerstand in de terugkóppelbaan 16 met r wordt 15 aangegeven, en. de versterking van de 'variabele versterker 15 met g wordt aangeduid, geldt de volgende vergelijking met betrekking tot het verband tussen de eerste en de tweede baan: (x-y-R) . G = y (1) 20 De vergelijking (1) kan worden vereenvoudigd voor het vormen van een vergelijking voor het' niveau y van het uitgangssignaal als funktie van het niveau x van het ingangssignaal:
Gx ,nv y 1 + HG ^ 25 Het zal duidelijk zijn, dat, wanneer het niveau x van het ingangssignaal van de aftrekschakéling 17 laag is, de versterking van de variabele versterker 15 hoog is. Indien wordt aangenomen dat in een dergelijk geval G > ">1, kan de vergelijking (2) als volgt worden vereenvoudigd: 30 y = i-x (3).
Wanneer derhalve de versterkingsfaktor G van de variabele versterker 15 toeneemt, neemt de mate van tegenköppeling als gevolg van de tegenkoppelbaan 16 toe voor het begrenzen van verdere toeneming in de versterkingsfaktor van het 35 versterkergedéelte van de schakeling volgens figuur 3, die wordt gevormd door de variabele versterker 15, het hoogdoorlaatfiltêr 14 en de terugkóppelbaan 16. In dit geval is de versterkingsfaktoirvan het versterkergedeelte van 8104090 -14- de schakeling volgens figuur 3 op een bovengrens vastgêlegd voor een waarde, die in hoofdzaak gelijk is aan "de inverse van de karakteristiek van de terugkoppelbaan 16. Met andere woorden: de versterkingskarakteristiek-van het versterker-5 gedeelte van de schakeling volgens figuur 3 is in hoofdzaak vlak, dat wil zeggen frequentie-onafhankelijk. Aldus wordt voor ingangssignalen van gering niveau uitsluitend door het hoogdoorlaatfilter 13 de frequentiekarakteristiek van de kodeerschakeling '20 aan de ingangssignalen opgedrukt. Met 10 andere woorden, de tweede signaalbaan 16 reduceert in wezen de werkzaamheid van de frequentie-accentuering door het hoogdoorlaatfilter 14. Derhalve is de frequentie-responsie van het hoogdoorlaatfilter 13 volgens figuur 4A de énige frequentiekarakteristiek, die wordt opgelegd door de kodeer-15 schakeling 20 ter verkrijging van een eerste, geringe mate van vooraccentuering voor het ingangssignaal. De slechts door het hoogdoorlaatfilter 13 opgedrukte frequentieres'ponsie wordt gewoonlijk aangeduid als een primaire-filterkarakteris-tiek. Zoals reeds besproken geeft in een dergelijk geval de 20 kodeerschakeling 20 een niveauverschil van ongeveer 10 dB tussen"laagfrequen'te en hoogfrequente componenten van het ingangssignaal met een responsieheHing van ongeveer 6 dB/ oktaaf. Aldus is de werkzaamheid van de 'vooraccentuering voor zwakke ingangssignalen betrekkelijk klein. In dit geval 25 liggen tengevolge van de geringe mate van hoogfrequente vooraccentuering de ingangs/uitgangsniveaukrommen voor zwakke ingangssignalen van 10 kHz, 1 kHz 'eri 100 Hz dicht bij elkaar of zijn gebundeld,' zoals in figuur' 5 is weergegeven. Dit impliceert, dat fluctuaties of gevoeligheids-30 verschillen van verschillende banden en/of verschillende bandapparaten geen sterk effek't hebben op het audiosignaal, zoals dat het geval is bij gebruikelijke schakelingen volgens figuur 1. Voor hét geval van zwakke 'ingangssignalen, waarbij de versterkersfaktor van de kodeerschakeling 20 35 wordt vastgelegd door vergelijking 3 kan aldüs het niveau-bereik van de ingangssignalen, waarbinnen de ruisonderdruk-kingsschakeling volgens de uitvinding werkzaam kan zijn, worden uitgebreid tot buiten het gebied, dat in het voorgaan- 8104090 -15- de was vastgesteld met betrekking tot figuur 2. Met andere woorden, de ondergrens van het ingangssignaalniveau kan tot een niveau L worden uitgebreid, zoals in figuur 5 is weergegeven, waardoor het dynamisch bereik van het opneem/ 5 weergeefstelsel is vergroot.
Wanneer het niveau van het ingangssignaal is verhoogd tot een gemiddelde of hogere waarde, neemt de versterkingsfaktor van de versterker 15 af, waarbij de ver-sterkingsfaktor van de kodeerschakeling 20 wordt bepaald 10 door vergelijking 2. Aangezien de versterking van de versterker 15 niet langer konstant is, wordt een hoogfrequente vooraccentueringskarakteristiek opgedrukt door het hoog-doorlaatfilter 14 aan het de versterker 15 passerende signaal. In dit geval resulteert de hoogfrequente vooraccen-15 tueringskarakteristiek van de kodeerschakeling 20 als gevolg van de combinatie van de vooraccentueringskarakteris-tiek van de hoogdoorlaatfilters‘13 en 14 volgens figuur 4C, gewoonlijk aangeduid als secondaire-filterkarakteristiek. Zoals in het voorgaande besproken resulteert deze laatst-20 genoemde vooraecentueringskarakteristiek in een niveauverschil van ongeveer 20 dB tussen laagfrequente en hoog-frequentie componenten van het aan de ingangsaansluiting 11 toegevoerde ingangssignaal, met een responsiehelling van ongeveer 12 dB/oktaaf. Op deze wijze kan de door de kodeer-25 schakeling 20 ingevoerde vooraccentuering worden vergroot ter verkrijging van een vergrote scheiding van het laagfrequente en het middenfrequente gebied van het hoogfrequente gebied, waarbij een verdere verlaging van ruismodulatie-effekten wordt verkregen gedurende weergave van laagfrequente 30 en middenfrequente componenten van het ingangssignaal.
Het behoeft geen betoog, dat diverse varianten kunnen worden toegepast in samenhang met de toepassing van de individuele elementen van de dekodeerschakeling volgens figuur 3, zulks onder handhaving van de genoemde gewenste 35 eigenschappen. Bijvoorbeeld kunnen de variabele versterker 15 en het hoogdoorlaatfilter 14 in de eerste signaalbaan van plaats worden verwisseld, aangezien het namelijk· slechts van belang is dat het hoogdoorlaatfilter 14 dienst doet 8 1 0 4 0 9 0
- V
-16- voor het accentueren van hoogfrequente componenten van het de variabele verstether 15 doorlopende signaal- Bovendien kan het hoogdoorlaatfilter 13 naar wens worden aangesloten tussen het knooppunt van de eerste en de tweede signaalbaan 5 en de uitgangsaansluiting 12, waar hij nog is in serie geschakeld met de eerste signaalbaan. Tevens kan het signaal, dat wordt toegevoerd aan de door de besturingsschakeling 18 en het hoge doorlaatfilter 19 gevormde besturingsbaan, van elk punt in de eerste signaalbaan worden aangenomen.
10 Bijvoorbeeld kan het hoogdoorlaatfilter 19 zijn verbonden met de ingang of de uitgang van de variabele versterker 15 of kan zelfs een signaal ontvangen, dat correspondeert met de som of het verschil van het ingangs- en uitgangssignaal van de variabele versterker 15. In het beschreven 15 voorbeeld is de variabele versterker 15 van het spannings-ijestuurde type; het zal evenwel duidelijk zijn, dat vele andere soorten variabele versterkers kunnen worden toegepast, waarbij de versterkingsfhktor toeneemt voor afnemende signaalniveaus en afneemt voor toenemende signaalniveaus.
20 Figuur 6 toont een ruisonderdrukkingsschakeling 30 volgens een basisuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, die kan worden toegepast als dekodeerschakeling en een ingangs/uitgangsniveaukarakteristiek bezit, die complemen-· tair is ten opzichte van die van de kodeerschakeling 20 25 volgens figuur 3. Met andere 'woorden: de dekodeerschakeling 30 geeft een expansie eri een desaccentueringskarakteristiek aan het' weergegeven eri gekodeerde signaal, omgekeerd ten opzichte van de karaktefistiék, die wordt opgedrukt door de kddeerschakéling 20 volgens figuur 3,' zodat het gekodeerde 30 signaal wordt teruggevoerd tot zijn oorspronkelijke vorm.
In het bijzonder wordt een op een registratiemedium, bijvoorbeeld een magneetband, opgenomen, gekodeerd signaal afgegeven door transducenten of dergelijke aan een ingangsaansluiting 21 van de dekodeerschakeling 30.
35 Het gekodeerde ingangssignaal wordt gedekodeerd voor terugvoer tot 2ijn oorspronkelijke vorm door de dekodeerschakeling 30, en vervolgens overgedragen naar een uitgangsaansluiting 22. In het bijzonder omvat de dekodeerschakeling 30 8104090 -17- een eerste signaalbaan, bestaande uit een laagdoorlaatfilter 24 waaraan het gekodeerde ingangssignaal van de ingangs-aansluiting 21 wordt toegevoerd, alsmede een versterker 25 met variabele versterking waaraan het uitgangssignaal van 5 het laagdoorlaatfilter 24 wordt toegevoerd. Het laagdoorlaatfilter 24 drukt een hoogfrequente desaccentuerings-karakteristiek op, dat wil zeggen een laagfrequente accen-tueringskarakteristiek, aan het van de ingangsaansluiting 21 afkomstige ingangssignaal, complementair ten opzichte 10 van de hoogfrequente vooraccentueringskarakteristiek, die is opgedrukt door het hoogdoorlaatfilter 14 van de in figuur 3 getoonde kodeerschakeling 20, dat wil zeggen een karakteristiek die is omgekeerd ten opzichte van die volgens figuur 4A. De variabele versterker 25, die van het spannings-15 gestuurde type of ander geschikt type kan zijn, geeft een niveau-expansiekaraktéristiek aan het aan desaccentuering onderworpen uitgangssignaal van het laagdoorlaatfilter 24, met een versterkingsfaktor die afhangt van het ingangs-signaalniveau. In het bijzonder wordt de versterkingsfaktor 20 van de variabele versterker 25 zodanig bestuurd, dat hij laag is zwakke ingangssignalen en hoog voor sterke ingangssignalen. Een besturingsbaan voor het besturen van de versterkingsfaktor van de variabele versterker 25 omvat een hoogdoorlaatfilter 29 voor ontvangst van het ingangssignaal 25 van de ingangsaansluiting 21 en een besturingsschakeling 28 voor ontvangst van het uitgangssignaal van het hoogdoor-laatfilter 29, welke schakeling op zijn beurt een bestu-r ringssignaal afgeeft aan de variabele versterker 25 voor het op de reeds besproken wijzen besturen van de verster-30 kingsfaktor daarvan. De besturingsschakeling 28 kan zijn voorzien van een niveauwaarneemschakeling voor het waarnemen en afvlakken van het uitgangssignaal van het hoogdoorlaatfilter 29 en afgifte van een corresponderend uitgangssignaal daaraan. Het uitgangssignaal van de variabele versterker 25· 35 wordt toegevoerd aan een optellende of positieve ingang van een optelschakeling 27.
Verder Is een tweede signaal- of meekoppelbaan 26 met vlakke frequentieresponsie, dat wil zeggen een fre- 8104090 -18- quentie-onafhankelijke responsie, parallel geschakeld met de eerste signaalbaan, gevormd door het laagdoorlaatfilter 24 en de variabele versterker 25, via de optelschakeling 27. De meekoppelbaan 26 verschaft in hoofdzaak geen ver-5 sterkingsbesturing en kan desgewenst uitsluitend uit een weerstand bestaan, waaraan het ingangssignaal van de in-gangsaansluiting 21 wordt toegevoerd, terwijl het uitgangssignaal wordt toegevoerd aan een tweede optellende of positieve ingang van de optelschakeling 27. Het uitgangs-10 signaal van de opteller 27 wordt toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 23, dat een hoogfrequente desaccentuering of een laagfrequente accentuering opdrukt aan het uitgangssignaal van de opteller 27, en het uitgangssignaal van het laagdoorlaatfilter 23 vormt op zijn beurt het gedeko-15 deerde uitgangssignaal, dat beschikbaar is om de uitgangs-aansluiting 22. De door het laagdoorlaatfilter 23 opgedrukte frequentieresponsie is complementair ten opzichte van de karakteristiek als gevolg van het hoogdoorlaatfilter 13 van de kodeerschakeling 20 in figuur 3 en vertoont derhalve 20 een inversie karakteristiek ten opzichte 'van de in figuur 4B weergegeven kromme.
Indien het niveau van het gekodeerde signaal ter plaatse van de ingangsaansluiting 21 met y wordt aangeduid, het niveau van het uitgangssignaal van de 'opteller 27 25 met z, de versterkingsfaktor van de variabele versterker 25 met G, en de weerstandswaarde van de weerstand van de meekoppelbaan 26 met R, geldt de volgende vergelijking: z = (G + R)y (4).
Voor zeer lage niveaus van het gekodeerde ingangssignaal 30 is de versterkingsfaktor G van de variabele versterker 25 buitengewoon klein en aangenomen kan worden, dat R»G.
Derhalve kan vergelijking 4 tot de volgende vorm worden vereenvoudigd:- z = Ry (5) .
35 Met andere woorden: voor lage niveaus van het gekodeerde ingangssignaal verminderd of onderdrukt de meekoppelbaan 26 de werkzaamheid van de laagfrequente accentuering van het laagdoorlaatfilter 24, waarbij de frequentieresponsie, 8 1 0 4 0 9 0 ___ -19- die wordt opgedrukt door de dekodeerschakeling 30, uitsluitend wordt bepaald door het laagdoorlaatfilter 23 dat, zoals tevoren besproken, een inverse karakteristiek heeft ten opzichte van die van figuur 4A met twee kantelfrequen-5 ties. In een dergelijk geval worden verschillen in de ingangs/uitgangsniveaukarakteristiek van de dekodeerschakeling 30 voor hoogfrequente en laagfrequente componenten van een zwak signaal op in hoofdzaak dezelfde wijze verkleind als eerder is besproken met betrekking tot figuur 5. Dit 10 houdt in dat reproduktiefouten als gevolg van verschillen in bandgevoeligheid en dergelijke kunnen worden verminderd of praktisch onderdrukt.
Voor gemiddelde of hoge niveaus van het gekodeer-de ingangssignaal wordt de versterkingsfaktor voor het 15 de eerste signaalbaan doorlopende signaal niet uitsluitend bepaald door de tweede meek'oppelbaan. Dit impliceert dat het via de dekodeerschakeling. 30 lopende signaal wordt onderworpen aan een hoogfrequente desaccentuering onder invloed van beide laagdoorlaatfilters 23 en 24, die een 20 frequentieresponsie 'opleveren, die invers is ten opzichte van die welke in figuur 4C is getoond, met een 20 dB niveauverschil tussen hoogfrequente en laagfrequente componenten en met een maximale helling van ongeveer 12 dB/oktaaf. Op deze wijze wordt het effekt van· de hoogfrequente desaccen-25 tuering (laagfrequente accentuering) vergroot, zodat de scheiding tussen laagfrequente en middenfrequehte componenten en hoogfrequente 'componenten wordt vergroot en ruismodulatie verminderd.
De aandacht wordt erop gevestigd dat, evenals 30 bij de kodeerschakeling volgens figuur 3, het laagdoorlaatfilter 24 en de variabele versterker 25 van plaats kunnen verwisselen en dat hét laagdoorlaatfilter 23 desgewenst kan worden aangesloten tussen de ingangsaansluiting 21 en het ingangsverbindingspunt tussen de eerste én de tweede 35 signaalbaan. Bovendien kan aan de besturingsbaan, en in het bijzonder aan het daarvan deel uitmakende hoogdoorlaatfilter 29, elk van de eerste signaalbaan afkomstige signaal worden toegevoerd. Bijvoorbeeld kan de ingang van het hoogdoorlaat- 8104090 *1 « -20- filter 29 zijn verbonden met de ingang of de uitgang van de variabele versterker 25, of zelfs kan de som of het verschil van het ingangssignaal en het uitgangssignaal van de variabele versterker 25 worden toegepast.
5 Figuur 7 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van een ruisonderdrukkingsschakeling 40 volgens de uitvinding, die kan worden gebruikt als kodeerschakeling en die een verbetering vormt ten opzichte van de uitvinding die is onthuld in de genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 06/226.
10 821 d.d. 21 januari 1981 en ten name van onderhavige aan vraagster. Elementen van de kodeerschakeling 40 volgens · figuur 7 die corresponderen met die welke hierboven zijn beschreven onder verwijzing naar de kodeerschakeling 20 volgens figuur 3 zijn met dezelfde verwijzingssymbolen aan-15 geduid. Zoals in figuur 7 is weergegeven, ontvangt een kodeerschakeling 40 een audio-ingangssignaal aan een ingangsaansluiting 31 daarvan. Het ingangssignaal wordt vervolgens via de kodeerschakeling 20,.die reeds aan de hand van figuur 3 gedetaileerd is besproken, welke beschrijving . 20 derhalve niet zal worden herhaald, toegèvoerd aan een optellende of positieve ingang van een opteller 34. De kodeerschakeling 40 omvat een derde signaal- of meekdppelbaan 33,....................
waaraan het ingangssignaal van de ingangsaansluiting 31 wordt toegevoerd en die op zijn beurt een uitgangssignaal 25 toevoert aan de ‘opteïschakeling 34, waar hét' wordt 'opgeteld bij het uitgangssignaal van de kodeerschakeling 20. Het uitgangssignaal van de opteller 34 vormt hét uitgangssignaal van de kodeerschakeling 40 en wordt toegevoerd aan eén üit-gangsaansluiting 32 daarvan. De meekdppelbaan 33 vertoont 30 een vlakke of althans in hoofdzaak vlakke frequentierespon-. sie, dat wil zeggen eén responsie die in hoofdzaak onafhan kelijk van de frequentie is, en is in hoofdzaak vrij van vers ter kings regeling. Bijvoorbeeld kan de meekdppelbaan 33 worden gevormd door een weerstand of een laagdoorlaatfilter 35 dat een relatief geringe dead ee ntuering opdrukt aan de hoogfrequente /componenten van hét ingangssignaal.
In dit uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is voor zwakke ingangssignalen aan de ingangsaansluiting 31 8104090 -21- de versterking van de variabele versterker 15 hoog. Dit betekent dat voor zwakke ingangssignalen de ingangs'/uitgangs-karakteristiek van de kodeerschakeling 40 primair wordt bepaald door de kodeerschakeling 20. Met andere woorden: 5 de door de kodeerschakeling 20 bepaalde baan domineert de meekoppelbaan 33 voor zwakke ingangssignalen, waarbij de kodeerschakeling 40 in hoofdzaak identiek werkzaam is als de kodeerschakeling 20 volgens figuur 3. Naar mate het ingangssignaalniveau toeneemt, neemt de dominantie van de 10 kodeerschakeling 20 boven de meekoppelbaan 33 bij het bepalen van de totale responsie van de kodeerschakeling 40 af. Aangezien voor relatief sterke ingangssignalen de verster-kingsfaktor van de variabele versterker 15 afneemt, domineert het aan de opteller 34 door middel van de meekoppel-15 baan 33 toegevoerde signaal ten opzichte van het daaraan via de kodeerschakeling 20 toegevoerde signaal. Dit heeft een vermindering ten gevolge in de mate van hoogfrequente accentuering als gevolg van de kodeerschakeling 40, waardoor een verdere vermindering van ruismodulatie wordt verkregen 20 als. gevolg van de vermenging van hoogfrequente informatie-signaleri met laagfrequente en middenfrequente ruis signalen. Aldus is in dit uitvöeringsvoorbeeid de mate van hoogfrequente accentuering groter voor signalen van gemiddeld niveau dan voor signalen van laag en hoog niveau.
25. Het zal duidelijk zijn dat de schakeling volgens figuur 6 op in hoofdzaak dezelfde wijze kan worden gewijzigd als eerder is besproken met betrekking tot de kodeerschakeling 20 volgens figuur 3. Verder kan een begrenzings-schakeling worden ingevoegd in de eerste signaalbaan, 30 bestaande uit de variabele versterker 15 en het hoogdoorlaat-filter 14, bijvoorbeeld aan de uitgangskant, ter voorkoming of ter begrenzing van plotseling optredende, doorschietende signalen als gevolg van plotselinge toeneming in het niveau van het aan de variabele versterker 15 toegevoerde signaal.
35 Diverse uitvoeringsvoorbeelden van een begrenzingsschakeiing die kan worden toegepast zijn weergegeven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 06/151.154 d.d. 19 mei. 1980 ten name van onderhavige aanvraagster.
8104090 -22-
Figuur 8 toont een ruisonderdrukkingsschakeling 50 volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, die kan worden gebruikt als dekodeerschakeling en die een variant vormt van de in figuur 6 getoonde dekodeerscha-5 keling en een verbetering is ten opzichte van de uitvinding die is onthuld in de reeds genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 06/226.822 op naam van onderhavige aanvraagster.
Elementen in de kodeerschakeling 50 die corresponderen met die welke éerder'zijn besproken in samenhang met de dekodeer-10 schakeling- 30 volgens figuur 6 zijn met dezelfde verwijzings-symbolen aangeduid en een gedetaileerde beschrijving daarvan zal niet opnieuw worden gegeven. De dekodeerschakeling 50 omvat een ingangsaansluiting 41, waaraan het van een magneetband uitgelezen, gekodeerd signaal wordt toegevoerd 15 en die op zijn beurt het gekodeerde signaal toevoert aan een 'optellende of positieve ingang van een aftrekschakeling 44.
Het uitgangssignaal van de aftrekschakeling 44 wordt via de dekodeerschakeling 30 toegevoerd aan een uitgangsaansluiting 42. Een derde signaal- of terugkoppelbaan 43 ontvangt het 20 signaal aan de ui tgangs aansluiting 42 en voert op zijn beurt een af treks ignaal toe aan de negatieve of aftrekkende ingang van de aftrekschakeling 44. De terugkoppelbaan 43 doet dienst voor het verminderen van de hoogfrequente desaccentuering (laagfrequente accentuering) voor sterke 25 ingangssignalen, complementair ten opzichte van de werking van de kodeerschakeling 40 volgens figuur 7. De terugkoppelbaan 43 vertoont een in hoofdzaak vlakke frequentieresponsie die vrij is van vers ter kingsregeling en kan bestaan uit een weerstand of een laagdoorlaatfilter, dat een relatief gerin-30 ge desaccentuering toevoegt aan de hoogfrequente componenten van het daaraan toegevoerde signaal.
Wanneer aldus een zwak ingangssignaal aan de ingangsaansluiting 41 toegevoerd, is de versterkingsfaktor van de variabele versterker 25 relatief gering. Tengevolge 35 van de relatief geringe versterking door de versterker 25 is echter het effekt van de terugkoppelbaan 43, waarvan het uitgangssignaal wordt afgetrokken van het gekodeerde ingangssignaal door de aftrekker 44, minimaal, dat wil zeöf- 8104090 _ -23- gen dat de dekodeerschakeling 30 domineert boven de terug-koppelbaan 43. Dit impliceert dat de dekodeerschakeling 50 in hoofdzaak op dezelfde wijze werkt als de dekodeerschakeling 30 volgens figuur 6 voor daaraan toegevoerde zwakke 5 signalen, waardoor een geringe mate van hoogfrequente desaccentuering wordt verkregen (laagfrequente accentuering).
Deze geringe mate van hoogfrequente desaccentuering neemt toe voor toenemende niveaus van het aan de ingangsaansluiting 41 toegevoerde, gekodeerde signaal.
10 Wanneer aldus het niveau van het gekodeerde signaal aan de ingangsaansluiting 41 hoog is, is de versterkingsfaktor van de variabele versterker 25 eveneens hoog. In dit geval vermindert de terugkoppelbaan 26 de grote mate van hoogfrequente desaccentuering. Aangezien op dit moment de versterkings-15 faktor van de variabele verstefcker 25 relatief hoog is, speelt met andere woorden de terugkoppelbaan 43 een dominerende rol bij het bepalen van de ingangs/uitgangskarak-teristiek van de dekodeerschakeling 50 voor sterke daaraan toegevoerde signalen. Dit veroorzaakt een vermindering in 20 de ruismodulatie als gevolg van de menging van hoogfrequente informatiesignalen met laagfrequente en middenfrequente ruissignalen. Evenals met de complementaire kodeerschakeling 40 volgens figuur 7 is tevens de mate van hoogfrequente desaccentuering (laagfrequente accentuering) groter voor 25 signalen van gemiddeld niveau dan voor signalen van laag en hoog niveau.
Evenals bij de kodeerschakeling 40 volgens figuur 7 kan de dekodeerschakeling 50 volgens figuur 8 een anti-begrenzingsschakeling omvatten in ab eerste signaalbaan,' 30 welke bestaat uit het laagdoorlaatfilter 24 en de variabele versterker 25. In dit geval verschaft de anti-begrenzings-schakeling een complementaire responsie ten opzichte van de genoemde begrenzingsschakeling, die is besproken in samenhang met de kodeerschakeling 40 volgens figuur 7, ter voor-35 koming of begrenzing van plotseling optredende doorschietende signalen, die. op de magneetband worden geregistreerd en kunnen resulteren in vervorming van het signaal als gevolg van verzadiging van de magneetband. De eerder in 8104090 _ a * -24- samenhangmet de kodeerschakeling 30 volgens figuur 7 besproken wijzigingen kunnen ook worden aangebracht in de dekodeerschakeling 50 volgens figuur 8.
Hoewel de ruisonderdrukkingsschakeling 50 is 5 toegepast als dekodeerschakeling ter verschaffing van niveau-expansie en frequentie-desaccentuering voor op bijvoorbeeld een magneetband geregistreerde dinformatiesignalen, kan een dergelijke schakeling worden toegepast als kodeerschakeling mét niveaucompressie en hoogfrequente accentuering, comple-10 mentair aan de corresponderende karakteristieken van de genoemde dekodeerschakeling 50 volgens figuur 8. Zoals meer in het bijzonder in figuur 9 is weergegeven kan een ruisonderdrukkingsschakeling 150, die een variant is van een ruisonderdrukkingsschakeling 50 volgens figuur 8, in de 15 tegenkoppelbaan'van een operationele versterker 103 zijn opgenomen om dienst te doen als kodeerschakeling. In een dergelijk geval is een niet-inverterende ingang van de operationele versterker 103 verbonden met een ingangsaan-sluiting 101 voor ontvangst van een te registreren ingangs-20 signaal en is een inverterende ingang verbonden met de uitgangsaansluiting 142 van de ruisonderdrukkingsschakeling 150. De uitgang van de versterker 103 is gekoppeld met de ingangsaansluiting 141 van de ruisonderdrukkingsschakeling 150 en met een uitgangsaansluiting 102.
25 Bij voorkeur is de ruisonderdrukkingsschakeling 150 selectief beschikbaar voor bedrijf als kodeér'schakéling of dekodeerschakeling in een schakeling 100. Daartoe is de versterker 103 voorzien van een schematisch als mechanische schakelaar weergegeven schakelaarelement 104 met twee 30 schakeltoestanden. Wanneer de schakelaar 104 in aangrijping verkeert met het kontakt e, is de ruisonderdrukkingsschakeling 150 als tegenkoppelschakeling aangesloten tussen de uitgang en de inverterende ingang van de versterker 103 , zoals boven beschreven. Wanneer de schakelaar 104 is ver-35 bonden met het kon takt d, is een terugkoppelweer stand 105 aangesloten tussen de uitgang en de inverterende ingang van de versterker 103, waardoor de versterkingsfaktor van de, versterker wordt vastgelegd, en de uitgang van de ver- 8104090 — Μ -25- sterker 103 is in dat geval verder aangesloten voor toevoer van versterkte informatiesignalen aan de ruisonderdrukkings-schakeling 150. Wanneer de schakelaar 104 is verbonden met het kontakt e, doet aldus de getekende schakeling 100 dienst 5 als kodeereenheid voor het verschaffen van aan niveaucompres-sie onderworpen informatiesignalen aan de uitgangsaansluiting 102. Wanneer evenwel de schakelaar 104 is gekoppeld met het kontakt 2, doet de schakeling 100 dienst als dekodeereenheid voor het verzorgén van aan niveau-expansie onderworpen 10 signalen aan de ui tgangs aansluiting 142. Wanneer in het bijzonder de sbhakeling 100 wordt gebruikt in zijn kodeer-bedrijfstoestand, wordt een van bijvoorbeeld een microfoon of een ontvanger afkomstig ingangs-informatiesignaal via de ingangsaansluiting 101 toegevoerd, gekodeerd, en vervolgens 15 toegevoerd aan de uitgangsaansluiting 102 voor registratie op een registratiemedium door middel van een registratie-transducent, zoals een magnetische opneemkop. Wanneer anderzijds dé schakeling 100 in zijn deködéer-bedrijfstoestand wordt gebruikt, wordt een van een registratiemedium uitge-20 lezen, gekodeerd informatiesignaal, toegevoerd vanaf de' ingangsaansluiting 101, gedekódeerd en weergegeven aan de uitgangsaansluiting 142.
De dekodeerschakeling 150 volgens figuur 9, die in het onderbroken kader is weergegeven, vertoont in hoofd-25 zaak dezelfde opbouw als de dekodeerschakeling 50 volgens figuur 8. In het bijzonder wordt een van een ingangsaansluiting 141 afkomstig ingangssignaal via een optellende of positieve ingang van een aftrekschakeling 144 van de dekodeerschakeling 50 toegevoerd en wordt het uitgangssignaal 30 daarvan toegevoerd aan een eerste signaalbaan, bestaande uit variabele versterker 125, in serie gevolgd door een laagdoorlaatfilter 124. De uitgang van deze laatstgenoemde schakeling is verbonden met een optellende ingang van een optelschakeling 127. Een uit een weerstand 126 bestaande 35 eerste meekoppelbaan ontvangt het uitgangssignaal van de aftrekschakeling-144 en voert op zijn beurt een uitgangssignaal toe aan een andere optellende ingang van de opteller-schakeling 127. Een tweede meekoppelbaan omvat een hoog- 8104090 ___ -26- doorlaatfilter 130, waaraan het uitgangssignaal van de af-trekschakeling 144 wordt toegevoerd. Een anti-begrenzings-schakeling 131, waaraan het uitgangssignaal van het hoog-doorlaatfilter 130 wordt toegevoerd, voert zijn uitgangs-5 signaal toe aan weer een andere optellende ingang van de optelschakeling 127. Het uitgangssignaal van het hoogdoor-laatfilter 130 wordt tevens toegevoerd aan een besturings-baan voor het besturen van de versterkingsfaktor van de variabele versterker 125 op in hoofdzaak dezelfde wijze 10 als bij de besturingsbaan die in de dekodeersehakeling 50 volgens figuur 8 is toegepast. Xn het bijzonder omvat de besturingsbaan van de dekodeersehakeling 150 een hoogdoor-laatfilter 129, waaraan het uitgangssignaal van het hoog-doorlaatfilter 130 wordt toegevoerd. Een besturingsschake-15 ling 128, waaraan het uitgangssignaal van het hoogdoorlaat-filter 129 wordt toegevoerd, voert een besturingssignaal toe aan de variabele versterker 125 voor besturing van de versterkingsfaktor daarvan, zodanig dat de versterkingsfaktor van de versterker 125 hoog is voor sterke ingangs— 20 signalen aan de ingangsaansluiting 141 en laag voor daaraan toegevoerde zwakke signalen. Het uitgangssignaal van de optellerschakeling 127 wordt toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 123 en het uitgangssignaal daarvan vormt het uitgangssignaal van de dekodeefschakeling 150. Het uitgangs-25 signaal van het laagdoorlaatfilter 123 wordt via een terug-koppelweerstand 143 eveneens toegevoerd aan een negatieve of aftrekkende ingang van de aftrekschakeling 144, waar het wordt afgetrokken van het aan de ingangsaansluiting 141 , toegevoerde ingangssignaal.
30 Indien de overdrachts funk ties en F2 van het laagdoorlaatfilter 123 en 124 als volgt worden ingesteld: . 1. .+. sT£ F1 = gl * 1 + sTj (6) .1. + s.T4 .
F2 " g2 * ï + sT3 waarin s = jW en indien g1 = g2 = 10 dB, T1 = 159 jusec., = 50 /ïsec., T- = 100 psec. en T. * 31,8 usec., worden 8104090 _ -27- frequentieresponsies verkregen, die invers zijn ten opzichte van die volgens de figuren 4A en 4B, voor resp.. de laagdoor-laatfilters 123 en 124. In dit geval voldoet de overdrachts-funktie H van de dekodeerschakeling 150 aan de volgende 5 relatie:
(FIG + H )F
rr _ _±_1 1 1* + H2F1(F2G'+ Ηχ) V ' waarin G de versterkingsfaktor van· de variabele versterker 10 125 is, Ηχ de overdrachtsfunktie voor de door de weerstand 126 gevormde meekoppelbaan, en de overdrachtsfunktie van de door de weerstand 143 gevormde terugkoppelbaan is.
Wanneer de schakelaar 104 in aangrijping verkeert met het kon takt e, wordt de overdrachtsfunktie H van de 15 schakeling 150 gebruikt als tegenkoppel-versterkingsfaktor voor de schakeling 100. Indien de open-lusversterking van de versterker 103 als A wordt weergegeven, voldoet de totale versterkingsfaktor of de overdrachtsfunktie ü van de schakeling 100 aan de volgende relatie: 20 d = t4ah <9>
Natuurlijk is dit de versterkingsfaktor van een versterker met tegenkoppeling. Indien nu de versterking A van de ver-25 sterker 103 zeer hoog is, dat wil zeggen indien het produkt AH zo groot is, dat AH>^1, is de versterkingsfaktor of overdrachtsfunktie van de schakeling 100 in de kodeer-configuratie gelijk aan 1/H. Wanneer derhalve de schakeling 100 als tegenkoppelschakeling is aangesloten op de verster-30 ker 103, is de totale responsie van de schakeling 100 omgekeerd complementair ten opzichte van de dekodeer-overdrachts-funktie H. Het zal daarmee duidelijk zijn dat, wanneer de schakeling 100 als kodeerschakeling wordt gebruikt, een aan niveauccanpressie en vooraccentuering onderworpen signaal 35 met een ten opzichte van de dekodeerkarakteristiek complementaire karakteristiek wordt verkregen voor registratie op het registratiemedium.
Het zal duidelijk zijn dat bij toepassing van de 8104090 3 * -28- ruisonderdrukkingsschakeling 100 in twee selectief schakel-bare bedrijfstoestanden dezelfde schakeling als kodeer-eenheid en als dekodeereenheid kan worden toegepast, waardoor bespaard wordt op onderdelen. In een typische opneem/ 5 weergeefinrichting, bijvoorbeeld een audiobandapparaat, worden informatiesignalen niet tegelijkertijd geregistreerd en weergegeven. In plaats van gescheiden kodeer- en dekodeer-schakelingen is het derhalve voordelig, gebruik te maken' van dezelfde ruisonderdrukkingsschakeling 100 voor de 10 afzonderlijke plaatsvindende kodeer- en dekodeerbewerkingen. Bovendien treedt bij gebruikmaking van dezelfde ruisonder-drukkingsschakelingen in beide bedrijfstoestanden geen probleem op bij het aanpassen van de karakteristieken van de kodeereenheid en de dekodeéreènheid.
15 Figuur 10 toont de uitgangsniveau-frequentie- responsie voor de ruisonderdrukkingsschakeling 100 bij gebruik in zijn kodeer-bedrijfstoestand. De kromme A is verkregen bij een extreem gering niveau van het ingangssignaal. De kromme B is verkregen met hét referentiesignaal met een 20 niveau van 0 dB en een frequentie van 400 Hz voor het instellen van de versterkingsfaktor van de versterker 125.
Een zwaar signaal voor het zwaaien over een frequentiedomèin van 100. Hz tot 10 kHz was eveneens gebruikt voor het verkrijgen van de kromme B. Voor de kromme C bézat hét' refereri-25 tiesignaal een niveau 10 dB en een frequentie van 1 kHz.
Figuur 11 toont de ingangs/uitgangsniveaukaraktéristiek voor frequenties van resp. 10 kHz, 1 kHz en 100 Hz, in de situatie waarin de ruisonderdrukkingsschakeling 100 is gebruikt in zijn kodeerbedrijfstoestand met de 'schakelaar 104 verbonden 30 met zijn aansluiting e. Het zal duidelijk zijn, dat de in figuur 11 getoonde krommen' dicht bij elkaar liggen voor geringe niveaus van het ingangssignaal, zodat Ze de krommen volgens figuur 5 benaderen.
Zo wordt volgens alle bovenbeschreven uitvoerings-35 voorbeelden van de uitvinding een ruisonderdrukkingsschakeling verschaft die ruis in aanzienlijke mate kan onderdrukken, enwel met een bedrag van ongeveer 30 dB over het hoogfrequente gebied van het ingangsinformatiesignaal, zodat 8104090 -29- een dynamisch werkingsbereik van meer dan 90 dB is verkregen, zelfs bij toepassing van een audio-bandapparaat van het compacte cassette-type. Bovendien doet de ruisonderdrukkings-schakeling volgens de uitvinding dienst ter vermindering 5 van verslechtering van de toonkwaliteit van het weergegeven geluid. In het bijzonder is de ruisonderdrukkingsschakeling volgens deze uitvinding buitengewoon geschikt voor het verminderen van ruismodulatie en fouten in bandgevoelighedên door het verschaffen van een variabele accentueringskarak-10 teristiek, die sterker is voor signalen van gemiddeld niveau en afneemt voor relatief zwakke signalen. Ter vermindering van amplitude- en frequentiespectrumfouten als gevolg van fluctuaties in de bandgevoeligheid wordt verder de ingangsniveau-afhankelijkheid van de genoemde variabele-15 accentueringsstelsels in aanzienlijke mate onderdrukt door gebruikmaking van een konstante compressieverhouding, bijvoorbeeld twee, die nagenoeg volledig onafhankelijk is van de frequentie over een ruim gebied van ingangsniveaus, bijvoorbeeld van 15 dB tot -50 dB.
20 Verder kunnen plotseling optredende doorschieten de signalen voor registratie op de magneetband, waardoor vervorming van het signaal kan optrëden als gevolg van verzadiging van de band, en die bijvoorbeeld het gevolg kunnen zijn van een plotselinge niveautoeneming van het 25 ingangssignaal, worden voorkomen door gebruikmaking van een begrenzingsschakeling in de kodeerschakeling, die uitsluitend werkzaam is in het hoogfrequente gebied van het ingangssignaal. Natuurlijk kan een complementaire anti-begrenzingsschakeling, bijvoorbeeld een schakeling 131 vol-30 gens figuur 9, met hetzelfde doel in de dekodeerschakeling worden toegepast. Bovendien kan de frequentieband van het filter in de eerste signaalbaan van elke schakeling en het in serie met de eerste signaalbaan opgenomen filter, bijvoorbeeld de in figuur 9 getoonde laagdoorlaatfilters 124 35 en 123, worden begrensd voor het verkleinen van de gevoeligheid van de ruisonderdrukkingsschakeling volgens de uitvinding ter voorkoming van een verkeerde werking van een stelsel dat over een breed frequentiedomein werkzaam is.
8104090 *· -30-
De uitvinding beperkt zich niet tot de beschreven en getekende uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen in de onderdelen en hun onderlinge samenhang kunnen worden aangebracht/ zonder dat daardoor het kader van de uitvin-5 ding wordt overschreden.
8104090

Claims (27)

1. JRuisonderdrukkingsschakeling gekenmerkt door: eerste middelen voor het aan frequentie-accentu- ering onderwerpen van een daaraan toegevoerd signaal; een in serie met die eerste middelen aangesloten 5 eerste signaalbaan, voorzien van een versterker met variabele versterking voor het versterken van een .daaraan toegevoerd signaal met bestuurbare versterkingsfaktor en tweede middelen voor het onderwerpen aan freguentie-accentuering van het de variabele versterker doorlopende signaal; 10 middelen voor het besturen van de versterkings faktor van de genoemde variabele versterker; en met de eerste signaalbaan verbonden middelen voor het verminderen van de werkzaamheid van de frequentie-accentuering door de tweede middelen, wanneer het niveau 15 van het de variabele versterker doorlopende signaal is verminderd, waarbij de ruisonderdrukkingsschakeling een eerste mate van frequentie-accentuering verschaft voor daaraan toegevoerde signalen van gemiddèld niveau en een tweede, geringere mate van frequentie-accentuering voor daaraan 20 toegevoerde, zwakke signalen.
2. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste signaalbaan een ingang omvat en een uitgangssignaal afgeeft, en dat de verminderingsmiddelen terug-koppelmiddelen omvatten voor het tegenkoppelen van het 25 uitgangssignaal naar de ingang van de eerste signaalbaan voor het verminderen van de werkzaamheid van de frequentie-accentuering door de tweede middelen, wanneer het niveau van het de variabele versterker doorlopende signaal is verminderd.
3. Schakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de terugkoppelmiddelen een weerstandselement omvatten.
4. Schakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste signaalbaan een ingangssignaal krijgt 35 toegevoerd, en dat de schakeling verder af trekmiddelen omvat voor het aftrekken van het tegengekoppelde uitgangssignaal van het ingangssignaal ter verkrijging van het 8104090 7 * -32- de variabele versterker doorlopende signaal.
5. Schakeling volgens conclusie 2, gekenmerkt door meekoppelmiddelen, die zijn verbonden met de eerste signaalbaan voor het verminderen van de werkzaamheid van 5 de frequentie-accentuering door de eerste en de tweede middelen, wanneer het niveau van het de variabele versterker doorlopende signaal hoog is, waarbij de ruisonderdrukkings-schakeling sterke signalen onderwerpt aan een derde mate van frequentie-accentuering, die geringer is dan de eerste 10 mate van frequentie-accentuering.
- 6. Schakeling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de eerste middelen, de eerste signaalbaan, de besturingsmiddelen en de terugkoppelmiddelen kodeer-middelen vormen die een eerste èjrekodeerde uitgangssignaal 15 afgeven in afhankelijkheid van een daaraan toegevoerd ingangs signaal, en dat meekoppelmiddelen het ingangssignaal ontvangen en een meekoppel-uitgangssignaal afgeven, dat bij het eerste gekodeerde uitgangssignaal wordt opgeteld, waarbij het resulterende, opgetelde signaal het uitgangs-20 signaal van de ruisonderdrukkingsschakeling vormt.
7. Schakeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste middelen de hoogfrequente componenten van het daaraan toegevoerde signaal accentueren ten opzichte van de laagfrequente componenten; dat de tweede middelen de 25 hoogfrequente componentén van het de variabele Versterker doorlopende signaal accentueren ten opzichte van de laagfrequente componenten; en dat de meekoppelmiddelen ten hoogste een relatief geringe desaccentuering op de hoogfrequente componenten van het ingangssignaal van de kodeer-30 middelen uitvoeren ten opzichte van de laagfrequente componenten .
8. Schakeling volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de meekoppelmiddelen een laagdoorlaatfilter omvatten, dat de eerste middelen een hoogdoorlaatfilter 35 omvatten en dat de tweede middelen een hoogdoorlaatfilter omvatten.
9. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste middelen de hoogfrequente componenten 8104090 -33- van het daaraan toegevoerde signaal aan accentuering onderwerpen ten opzichte van de laagfrequente componenten; en dat de tweede middelen de hoogfrequente componenten van het de variabele versterker doorlopende signaal accentueren 5 ten opzichte van de laagfrequente componenten.
10. Schakeling volgens conclusie 9, met het kenmerk/ dat de eerste middelen een eerste hoogdoorlaat-filter omvatten en dat de tweede middelen een tweede Hoog-doorlaatfilter omvatten.
11. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste signaalbaan een uitgangssignaal levert als reaktie op een daaraan toegevoerd ingangssignaal, en dat de verminderingsmiddelen meekoppelmiddelen omvatten voor het meekoppelen van het ingangssignaal voor combinatie 15 met het uitgangssignaal ter vermindering van de werkzaamheid van de frequentie-accentuering door de tweede middelen, wanneer het niveau van het de variabele versterker doorlopende signaal wordt verlaagd.
12. Schakeling volgens conclusie 11, met het 20 kenmerk, dat de meekoppelmiddelen een weerstandselement omvatten.
13. Schakeling volgens conclusie 11,gekenmerkt door optellermiddelen voor het combineren van het door de meekoppelmiddelen meegekoppelde ingangssignaal met het 25 van de eerste signaalbaan afkomstige uitgangssignaal.
14. Schakeling volgens conclusie 11, gekenmerkt door met de eerste signaalbaan verbonden terugkoppelmiddelen voor het verminderen van de werkzaamheid van de frequentie-accentuering door de eerste en de tweede middelen, wanneer 30 het niveau van het de variabele versterker doorlopende signaal hoog is, waarbij de ruisonderdrukkingsschakeling een derde mate van frequentie-accentuering uitoefent voor sterke signalen, lager dan de eerste mate van frequentie-accentuering .
15. Schakeling volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de. eerste middelen, de eerste signaalbaan, de besturingsmiddelen en de meekoppelmiddelen eerste deko-deermiddelen vormen met een ingang, die een eerste gedeko- 8104090 -34- s * V ' ' deerd uitgangssignaal afgeven als reaktie op een daaraan toegevoerd ingangssignaal, en dat de terugkoppelmiddelen het eerste gedekodeerde uitgangssignaal tegenkoppelen naar de ingang van de dekodeermiddelen.
16. Schakeling'volgens conclusie 15, gekenmerkt door aftrekmiddelen voor het aftrekken van het tegengekop-pelde signaal van een weergegeven signaal ter verkrijging van het ingangssignaal van de dekodeerraiddelen.
17. Schakeling volgens conclusie 15, met het 10 kenmerk, dat de eerste middelen zijn ingericht voor het accentueren van de laagfrequente componenten van het daaraan toegevoerde signaal ten opzichte van de hoogfrequente componenten; dat de‘: tweede middelen zijn ingericht voor het accentueren van de laagfrequente componenten van het de 15 variabele versterker doorlopende signaal ten opzichte van de hoogfrequente componenten; en dat de terugkoppelmiddelen ten hoogste een relatief geringe desaccentuering uitoefenen op de hoogfrequente componenten van het eerste gedekodeerde uitgangssignaal ten opzichte van de laagfrequente compo-20 nenten daarvan.
18. Schakeling volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de eerste middelen een eerste laagdoorlaatfliter omvatten, dat de tweede middelen een tweede laagdoorlaat-filter omvatten en dat de terugkoppelmiddelen een derde 25 laagdoorlaatfilter omvatten.
19. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste middelen zijn ingericht voor het accentueren van de laagfrequente componenten van het daaraan toegevoerde signaal ten opzichte van de hoogfrequente 30 componenten daarvan, en dat de tweede middelen de laagfrequente componenten van het de variabele versterker doorlopende signaal accentueren ten opzichte van de hoogfrequente componenten daarvan.
20. Schakeling volgens conclusie 19, met het 35 kenmerk, dat de eerste middelen een eerste laagdoorlaatfil-ter omvatten en dat de tweede middelen een tweede laagdoor-filter omvatten.
21. Schakeling volgens conclusie 17, met het 810 4 0 9 0 -35- kenmerk, dat de eerste dekodeermiddelen en de terugkoppel-middelen tweede dekodeermiddelen vormen met een ingang en een uitgang; en dat verder een versterker aanwezig is met een inverterende ingang en een met de ingang van de tweede 5 dekodeermiddelen verbonden uitgang.
22. Schakeling volgens conclusie 21, gekenmerkt door schakelaarmiddelen met een eerste toestand, waarin de uitgang van de tweede dekodeermiddelen is verbonden met de inverterende ingang van de versterker voor vorming 10 van een tegenkoppelkring voor de versterker, waarbij de ruisonderdrukkingsschakeling in een kodeer-bedrijfstoestand werkzaam is, en de tweede toestand, waarin de uitgang van de versterker is verbonden met de inverterende ingang daarvan, waarbij de ruisonderdrukkingsschakeling in een deko-15 deer-bedrijfstoestand werkzaam is.
23. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de variabele versterker en de tweede middelen in serie zijn geschakeld, en dat de besturingsmiddelen niveauwaarneemmiddelen omvatten voor het besturen van de 20. versterkingsfaktor van de variabele versterker in afhankelijkheid van het niveau van een van de eerste signaalbaan afkomstige signaal.
24. Schakeling volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de variabele versterker een spanningsgestuurde 25 versterker omvat, en dat de niveauwaarneemmiddelen een versterkingsbesturingsspanning afgeven in afhankelijkheid van het spanningsniveau van een van de eerste signaalbaan afkomstig signaal, welke besturingsspanning aan de spanning-gestuurde versterker wordt toegevoerd voor het besturen van 30 de versterkingsfaktor daarvan.
25. Schakeling volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen verder weegmiddelen omvatten voor het afleiden van een gewogen signaal uit de hoogfrequente componenten van een van de eerste signaalbaan 35 afkomstig signaal, en dat de niveauwaarneemmiddelen de versterkingsbesturingsspanning afgeven op basis van dat gewogen signaal. _
26. Schakeling volgens conclusie 25, met het 8104090 -36- kenmerk, dat de niveauwaameemmiddelen zijn ingericht voor het verlagen van de versterkingsfaktor van de variabele versterker voor toenemende niveaus van het van de eerste signaalbaan afkomstige signaal en voor het verhogen daarvan 5 voor afnemende niveaus van het van de eerste signaalbaan afkomstige signaal.
27. Schakeling volgens conclusie 23/ met het kenmerk/ dat de niveauwaameemmiddelen zijn ingericht voor het verhogen van de versterking van de variabele versterker 10 voor toenemende niveaus van het de eerste signaalbaan afkomstige signaal en voor het verlagen daarvan voor afnemende niveaus van het van de eerste signaalbaan afkomstige signaal. 8104090
NL8104090A 1980-09-03 1981-09-03 Ruisonderdrukkingsschakeling. NL191723C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP55121208A JPS5746517A (en) 1980-09-03 1980-09-03 Noise reduction circuit
JP12120880 1980-09-03

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8104090A true NL8104090A (nl) 1982-04-01
NL191723B NL191723B (nl) 1995-12-01
NL191723C NL191723C (nl) 1996-04-02

Family

ID=14805543

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104090A NL191723C (nl) 1980-09-03 1981-09-03 Ruisonderdrukkingsschakeling.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4427950A (nl)
JP (1) JPS5746517A (nl)
KR (1) KR880000597B1 (nl)
AT (1) AT374938B (nl)
BE (1) BE890183A (nl)
CA (1) CA1178210A (nl)
CH (1) CH653795A5 (nl)
DE (1) DE3134669C2 (nl)
FR (1) FR2489573B1 (nl)
GB (1) GB2083985B (nl)
IT (1) IT1138559B (nl)
NL (1) NL191723C (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6012858U (ja) * 1983-07-04 1985-01-28 日本ビクター株式会社 ノイズリダクシヨン回路
US4795025A (en) * 1985-06-28 1989-01-03 Kabushiki Kaisha Toshiba Parts feeding apparatus of the piezoelectric drive type
JP3436777B2 (ja) * 1993-08-11 2003-08-18 パイオニア株式会社 ノイズリダクションシステムにおける再生ポジション選択方法および装置
WO1998010590A1 (fr) * 1996-09-02 1998-03-12 Sony Corporation Dispositif et procede de transmission d'un signal video
KR100213073B1 (ko) * 1996-11-09 1999-08-02 윤종용 재생 오디오 신호의 주파수 특성 보상 장치
KR100667852B1 (ko) * 2006-01-13 2007-01-11 삼성전자주식회사 휴대용 레코더 기기의 잡음 제거 장치 및 그 방법
JP4813189B2 (ja) * 2006-01-23 2011-11-09 株式会社リコー 高調波抑制回路
EP1857902A1 (en) * 2006-05-18 2007-11-21 Saab Ab Method and device for controlling backlash
JP5882253B2 (ja) 2013-04-23 2016-03-09 高千穂産業株式会社 長尺物品の位置測定方法
CN105656442A (zh) * 2014-11-21 2016-06-08 中兴通讯股份有限公司 一种增益处理方法和装置
DE102015110460B4 (de) * 2015-06-30 2017-01-19 Schmidhauser Ag Erkennung eines Netzphasenausfalls bei Umrichtern mit einer Frequenzdetektion in der Zwischenkreisspannung

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3678416A (en) * 1971-07-26 1972-07-18 Richard S Burwen Dynamic noise filter having means for varying cutoff point
CA955532A (en) * 1971-04-16 1974-10-01 Masao Tomita Automatic noise reduction system
JPS52142409A (en) * 1976-05-21 1977-11-28 Toshiba Corp Noise reduction system
DE2747415C3 (de) * 1976-10-21 1981-05-14 Tokyo Shibaura Electric Co., Ltd., Kawasaki, Kanagawa Rauschunterdrückungssystem
US4101849A (en) * 1976-11-08 1978-07-18 Dbx, Inc. Adaptive filter
JPS56106433A (en) * 1980-01-28 1981-08-24 Sony Corp Noise reducing circuit
US4337445A (en) * 1981-01-21 1982-06-29 Sony Corporation Compander circuit which produces variable pre-emphasis and de-emphasis

Also Published As

Publication number Publication date
IT8123755A0 (it) 1981-09-02
US4427950A (en) 1984-01-24
JPS5746517A (en) 1982-03-17
DE3134669C2 (de) 1995-01-05
CH653795A5 (de) 1986-01-15
DE3134669A1 (de) 1982-05-06
KR880000597B1 (ko) 1988-04-16
NL191723C (nl) 1996-04-02
JPH0123963B2 (nl) 1989-05-09
NL191723B (nl) 1995-12-01
AT374938B (de) 1984-06-12
FR2489573B1 (fr) 1985-12-13
KR830008280A (ko) 1983-11-16
IT1138559B (it) 1986-09-17
BE890183A (fr) 1982-01-04
FR2489573A1 (fr) 1982-03-05
GB2083985B (en) 1984-10-31
GB2083985A (en) 1982-03-31
CA1178210A (en) 1984-11-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4162462A (en) Noise reduction system
US4136314A (en) Adaptive signal weighting system
JPS6128162B2 (nl)
NL8104090A (nl) Ruisonderdrukkingsschakeling.
US4263624A (en) Analog recording on magnetic media
CA1158171A (en) Circuit for noise reduction particularly useful with signal recording/reproducing apparatus
US5148329A (en) Magnetic recording/reproducing circuit system including a temperature controlled amplitude control circuit for a video signal
NL8104171A (nl) Ruisonderdrukkingsschakeling.
NL8104170A (nl) Ruisonderdrukkingsschakeling.
NL192652C (nl) Schakelingsorgaan voor het verminderen van medium-overbelastingseffecten in signaalregistratie- en signaaltransmissiestelsels.
US5719716A (en) Method of and device for automatic bias control
NL192860C (nl) Schakelingsinrichting voor het modificeren van de dynamiek-omvang van een ingangssignaal zoals bijvoorbeeld een audio-signaal.
CA1131355A (en) Signal processing circuit
GB2072925A (en) Equalizer circuits in magnetic tape reproducing apparatus
JPH0359612B2 (nl)
JP2611233B2 (ja) 振幅圧縮伸長回路
JPS592082B2 (ja) 音声信号のダイナミツクレンジ改善方法
JPH0452003B2 (nl)
NL8100412A (nl) Schakeling voor ruisvermindering.
JPS63281271A (ja) ノイズリダクシヨン回路
JPS601701B2 (ja) 雑音低減装置
JPS5811125B2 (ja) フイルタ装置
JPS6019564B2 (ja) 雑音低減装置
JPS6340375B2 (nl)
JPS5837603B2 (ja) 磁気記録回路

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010903