NL8102949A - Werkwijze voor het reinigen van rollen in een auto- matische filmontwikkelinrichting alsmede daarvoor bestemd reinigingsvel. - Google Patents

Description

te.. ' VO 206k

Werkwijze voor het reinigen van rollen in een automatische filmontwikkelinrichting· alsmede· daarvoor bestemd reinigingsvel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen van rollen en dergelijke in een automatische filmontwikkelinrichting en meer in het bijzonder op een werkwijze voor het reinigen van rollen, banden zonder einde,en dergelijke,, die in de respectieve behandelings-5 baden van een automatische filmontwikkelinrichting zijn opgesteld,, waarbij een reinigende werking wordt uitgevoerd door middel van een speciaal reinigingsvel. Deze werkwijze heeft tevens betrekking op een reinigings-vel, dat voor de bovengenoemde werkwijze wordt toegepast.

De; meeste ontwikkelapparaturen, waarbij belichte films, film-10 'rollen of af drukpapieren automatisch worden ontwikkeld,, zijn elk opgebouwd uit een veelvoud van behandelingsbaden, die een ontwikkelbad, fixeerbad, waterwasbad en een droogccmpartiment omvatten, die achter- eenvolgens tegen elkaar aan zijn opgesteld, waarbij de belichte film of het afdrukpapier door elk behandelingsbad of compartiment wordt ge-10 transporteerd door midel van een aantal rollen, zodanig dat gedurende het transport door de respectieve behandelingsbaden en het compartiment alle beoogde behandelingen worden uitgevoerd. Wanneer een ontwikkel-inrichting gedurende lange tijdsperioden wordt bediend, blijkt, dat materialen zich aan de rollen, banden zonder einde en dergelijke vast- ^ 15 hechten, hetgeen een nadelige invloed op de ontwikkelde film.of het drukpapier heeft.

Ter verwijdering van deze aanhechtende materialen van de rollen en dergelijke, die roteerbaar zijn opgesteld in respectieve rekken, die verwijderbaar zijn aangebracht in de respectieve behandelings-20 baden, wordt bij de tot dusver gebruikelijke ontwikkelapparatuur de gehele rekcombinatie met daarin opgenomen rollen uit de respectieve behandelingsbaden genomen en daarna afgevoerd naar een gootsteen, of andere voorziening, waar met de hand een waterwassing wordt uitgevoerd en de apparatuur gereinigd met behulp van een borstel, doek, en derge-25 lijke. Dergelijke handbewerkingen vereisen echter een aanzienlijke hoeveelheid werk en zijn omslachtig.

Het is aldus een hoofddoel van de uitv-nding te voorzien in een 81 02 9 4 9 -2- nieuwe werkwijze voor het reinigen van. rollen en dergelijke in een automatische filmontwikkelinrichting, waarbij de voomoemde nadelen van de gebruikelijke reiniging smethoden niet worden ondervonden, bij welke nieuwe werkwijze geen handarbeid gedurende de reiniging nodig 5 is en die eenvoudig en snel is uit te voeren.

Het is een ander doel van de uitvinding te voorzien in een rei-nigingsvel voor het uitvoeren van de voornoemde methode. Aldus worden door de uitvinding de nadelen van de gebruikelijke ontwikkelmethode als boven beschreven weggenomen. In het bijzonder heeft de uitvinding 10 betrekking op een werkwijze, voor het reinigen van rollen en dergelijke in een automatische f ilmontwikkelinrichting, alsmede een reinigingsvel voor het uitvoeren van de voomoemde methode.

De reinigingswerkwij ze volgens de uitvinding omvat het uitvoeren van een reinigingsbehandeling door middel van een reinigend 15 spons vel, dat zodanig is gevormd dat het automatisch met behulp van rollen en banden zonder einde door een behandelingsbad kan circuleren, en wel op zodanige wijze, dat het aan de rollen en dergelijke gehechte materiaal op het sponsvel wordt overgebracht en desgewenst het reinigingsvel. automatisch naar het volgende behandelingsbad wordt overgebracht, 20 waar een reinigingsbehandeling op dezelfde wijze als in het eerste geval wordt uitgevoerd. Gedurende de reinigingsbehandeling volgens, de uitvinding- is geen handarbeid vereist.

Andere doeleinden en voordelen van de uitvinding zullen worden toegelicht door de nu volgende beschrijving in samenhang met de bij-25 gaande tekeningen.

In deze tekeningen, die voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding illustreren, is: fig. 1 een centrale vertikale doorsnede van een deel van een automatische filmontwikkelinrichting, die bestemd is voor het uitvoeren 30 van de rolreinigingswerkwijze volgens de uitvinding; fig. 2 een zijaanzicht van een film lei orgaan 3 volgens de richting II-II van fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht van een activator voor het filmlei-orgaan, volgens de richting III-III van fig. 2; 35 fig· ^ een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een reinigingsvel volgens de uitvinding; fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvoim 81 02 9 4 9 -3- van een reinigingsvel volgens de uitvinding en fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een reinigingsvel van de uitvinding.

Teneinde te kunnen heslissen of het reinigingsvel meerdere malen 5 door een enkel, behandeling shad. zal. -worden gecirculeerd of dat het , zal worden overgebracht naar een volgend behandeling shad., is een film-'leimiddel in de. nabijheid van de filmafvoersectie van een enkel behande-lingsbad opgesteld. Wanneer het filmleimiddel wordt geactiveerd en de eerste stand aanneemt, wordt het reinigingsvel herhaaldelijk door het 10 behandelingsbad gecirculeerd, terwijl, wanneer het wordt geactiveerd tot de tweede stand, het reinigingsvel naar een volgend behandelingsbad wordt overgebracht. Het filmleimiddel is typerend opgebouwd uit een f i lm lel orgaan, dat draaibaar is gemonteerd op een as die zich horizontaal over het rek uitstrekt. Het filmleiorgaan kan elke andere geschikte 15 structuur bezitten,, voorzover het op de juiste wijze functioneert voor het beoogde doel.

Het reinigingsvel dat een essentiële component is voor het uitvoeren van. de werkwij ze van. de uitvinding omvat in een voorkeursuitvoeringsvorm een combinatie van een sponsvel en een filmstrip. Bij voorkeur 20 is de filmstrip bevestigd aan de voorkant van het sponsvel. Naar keuze kan het reinigingsvel een combinatie van twee sponsvellen en een steun-lilm omvatten, waarbij de vellen zijn bevestigd aan beide vlakken van de film. In een gemodificeerde uitvoeringsvorm omvat het reinigingsvel een combinatie van een enkel sponsvel en. een steunfilm. In nog een 25 andére gemodificeerde uitvoeringsvorm omvat het reinigingsvel alleen een laag van een sponsvel met een aanzienlijk grote stijfheid.

Fig. 1 toont een inlaatgedeelte van een transportband-roltype automatische filmontwikkelinrichting, die een ontwikkelbad 1 en een fixeerbad 2 met dezelfde constructie als. het ontwikkelbad 1 omvat, welke 30 baden zodanig zijn ontworpen dat een belichte film. daar doorheen kan worden getransporteerd waarbij deze tussen banden zonder einde wordt vast gehouden, welke banden een kleine dikte en breedte hebben en vertikaal in het respectieve bad zijn opgesteld, alsmede een stel rollen, die in een vertikale rij zijn opgesteld, evenwijdig met de daarbij behorende 35 band zonder einde.

In het ontwikkelbad 1 is een ontwikkelrek 3 gemonteerd, waarin centraal een aandrijvende trekrolwiel h en volgwiel 5 roteerbaar aan 81 02 9 4 9 ...... .............“ ...... ..............X—~ ........." ~ '......‘......

de boven- en onderkant zijn opgesteld. De trekrollen 4 en 5 zijn aan elkaar evenwijdig en strekken zich uit in een richting loodrecht op het vlak van de tekening.

Tussen beide trekrolwielen b en 5 in het rek 3 zijn een aantal 5 leirollen 6 in twee vertikale rijen opgesteld. De lengteas van elk van de rollen 6 is evenwijdig aan dé as b' van het aandrijvende wiel Elk van de leirollen 6 is voorzien van een kettingwiel (niet weergegeven) dat vast aan het ene uiteinde daarvan is bevestigdy waardoor het mogelijk is de leirollen 6 aan te drijven door middel van een ketting 7, 10 die in een richting, aangegeven door de pijlen, beweegt.

Verder zijn aandrijfrollen 8 roteerbaar,opgesteld rechts en links onder het aandrijvende wiel b3 terwijl de volgrollen 9 roteerbaar zijn opgesteld rechts en links onder het wiel 5· De aandrijvende rollen 8, alsmede de volgrollen 9 lopen evenwijdig aan de as U ’ van . 15 wiel U.

Verder zijn bandspanrollen 10 roteerbaar vertikaal en op afstand van elkaar opgesteld tussen elke aandrijfrol 8 en de bijbehorende volgrol 9· De bandspanrollen 10,. waarvan de lengten gelijk zijn aan die van het aandrijvende wiel b zijn enigszins buiten hun bijbehorende 20 leirollen 6 opgesteld en lopen evenwijdig aan as b' van het aandrijvende wiel U.

Rondom elk stel van de voornoemde rollen 8, 9 en 10 lopen een geschikt aantal banden 11 zonder einde met dezelfde breedte, welke banden 11 in de richting, aangeduid door de pijl, bewegen.

25 Aan zowel de rechter- als linkerzijde van het aandrijvende wiel zijn in het rek 3 een paan filminvoerendel'onder- en bovenrollen 12 en 13 roteerbaar opgesteld, die dienen als aandrijfrol en volgrol, alsmede een paar filmafvoerrollen 1U en 15, welke filminvoer-rollen 12 en 13, alsmede de filmuitvoerrollen 1b en 15 assen hebben 30 evenwijdig aan de as U* van het aandrijvende wiel U en worden gedraaid in de richting, aangeduid door de pijlen. Op te merken valt, dat de filmafvoerrollen 1¾ en 15 tevens dienen ter verwijdering van de ont-wikkelvloeistof van de oppervlakken van elke erdoorheen gevoerde film.

Verder zijn filmleiorganen 16 en 17 vastgemaakt aan het rek 3 35 rechts en beneden het aandrijvende wiel U maar boven de bovenste lei-rol 6 in de rechterrij en links beneden het wiel b maar boven de bovenste leirol 6 in de linkerrij. De filmleiorganen 16 en 17 hebben 81 02 9 4 9 -5- ;dezelfde lengte als liet aandrijvende wiel k en zijn evenwijdig daaraan ongesteld. De respectieve filmlei organen 16 en 17 bezittend resp. gebogen filmleivlakken 16a en 17a aan de buitenwand.

Verder is een onderste filmleiorgaan 18 vast bevestigd aan bet 5 rek 3. recht boven het volgwiel 5, welk leiorgaan 18 evenwijdig loopt aan rollen 6 en in lengte daaraan gelijk is. Het onderste filmlei-orgaan 18 is. tevens op de. bovenwand voorzien van een. gebogen filmlei-vlak 18a. Op te merken valt, dat het leiorgaan 18 twee zijvlakken of schoepen 18b heeft, die uit de linker- en rechterzijwanden uitsteken 10 die dienen voor het geleiden van de eindloze banden 11.

Tevens is een filminvoerorgaan 19 vast bevestigd.aan het rek 3 rechtsboven de. filminvoerrollen 12 en 13. Orgaan 19 heeft dezelfde breedte als rollen 12 en 13 en. strekt zich evenwijdig, daaraan uit.

Het filminvoerorgaan 19 hecht in de onderwand een gebogen filmlei-15 .vlak 19a, waarbij een kleine speling 20 tussen het filminvoerorgaan 19 en de bovenste filminvoerrol 13 aanwezig is.

Een filmleiorgaan 21 is draaibaar vastgemaakt aan rek 3 door middel van een horizontale as 22 linksboven de filmafvoerrollen 1U en 15 in het ontwikkelbad 1, maar rechtsboven de filminvoerrollen 121 en 13’ 20 in het volgende fixeerbad 2. Het orgaan 21 heeft dezelfde breedte als de rollen 1ί+, 15» 12' en 13’ en loopt evenwijdig aan deze filmafvoer-rollen 1b en 15» alsmede de filminvoerrollen 12' en 13’. Het filmleiorgaan 21 bezit bij de onderwand daarvan een gebogen leivlak 21a.

Zoals geïllustreerd in de fig. 2 en 3 loopt de horizontale as 22 25 door de zijwanden van het rek 3 en draagt een hefboom 23, die aan de „ > achterkant daarvan is vastgemaakt, welke hefboom 23 naar boven steekt en waarvan het bovenste vrije uiteinde via een verbindingsstang 2h is verbonden aan een bedieningsstaaf 25a van een solenoide 25, die horizontaal met zijn respectieve zijwand van het rek 3 is gemonteerd.

30 Het leivlak 21a van het filmleiorgaan 21 is normaal in hoofdzaak in horizontale richting voorgespannen, zoals aangegeven door de getrokken lijn van fig. 1, waardoor een speling 26 wordt gevormd tussen het filmleiorgaan 21 en de filmafvoerrol 15 en een andere speling 27 tussen het filmleiorgaan 21 en de filmafvoerrol 13'.

35 Wanneer de solenoide 25 wordt bekrachtigd wordt het filmleiorgaan 21 gedraaid, als weergegeven door de stippellijn van fig. 1, waardoor het leivlak 21a van het filmleiorgaan wordt gedwongen een stand linksboven 81 02 9 4 9 -6- vaa.de filmafvoerrollen 1^ en 15 aan te nemen. Dit veroorzaakt dat de speling 26 wordt verbreed en het ondereinde van het'leivlak 21a 'van het filmleiorgaan 21 het linkervlak van de onderste filmafvoer-rol ïb benadert.

: 5 Leirollen 28 zijn roteerbaar opgesteld op plaatsen boven het aandrijvende wiel b en aan zowel de linker als rechterzijde daarvan, welke leirollen 28. symmetrisch ten opzichte van het wiel b zijn. De leirollen. 28 hebben dezelfde breedte als het wiel b en lopen evenwijdig aan wiel b.

10 . Verder is een geleidingslichaam 29 vast bevestigd aan het rek. 3 in een stand boven de leirollen 28, welk lichaam 29 dezelfde breedte heeft als. dellèirollen 28 en evenwijdig aan dezelfde rollen loopt.

Een breed gebogen leivlak 29a wordt gevormd in de benedenwand van het geleidingslichaam 29.

15 Een paar filminvoerrollen 30, gevormd van een combinatie van een 'aandrijfrol en een volgrol, zijn roteerbaar opgesteld in een stand rechts van het filminvoerorgaan .19 in het rek 3. De rollen 30 hebben een breedte gelijk aan die van het orgaan 19 en lopen evenwijdig daaraan. Zij zijn roteerbaar in een onderlinge, contacttoestand in een 20 richting, aangeduid door de pijl. Een filminvoeropening 31 is aanwezig in de nabijheid van het paar filminvoerrollen 30 bij de rechterzijde daarvan.

Op te merken valt dat een waterwasbad en een droogcampartiment zijn opgesteld na het f.ixeerbad 2 met de einden tegen elkaar, welk 25 waterwasbad en droogbad beide niet in dezelfde structuur als het ont-wikkelbad 1 worden aangegeven.

In fig. 1 betreft het verwijzingsteken 32 een ontwikkelvloeistof terwijl cijfer 33 een fixeervloeistof aanduidt. De werking van het bovengenoemde automatische ontwikkelapparaat is als volgt.

30 Een belichte film wordt in de ontwikkelinrichting via de film invoeropening 31 ingevoerd, waarbij deze wordt aangedreven door middel van het paar filminvoerrollen 30. De film wordt getransporteerd langs het leivlak 19a van het filminvoerorgaan 19» via het paar filminvoer-rollen 12 en 13 en langs het leivlak 16a van het filmleiorgaan 16.

35 De transportbaan ..verloopt benedenwaarts tussen de leirollen 6 en de rechtse band 11 zonder einde, waarbij de film geleidelijk wordt onder-gedompeld in de ontwikkelvloeistof 32, beweegt langs het leivlak 18a 81 02 9 4 9 ' ;................... ~.............. .......;....... -7-...................... :...... ' ..........-................

van het onderste leiorgaan 18, naar boven komt tussen de linkerhand 11 zonder einde en de. overeenkomstige leirollen 6 en geleidelijk daardoorheen naar boven wordt gevoerd en dan uit het ontwikkelbad 1 wordt verwijderd door middel, van. het paar filmafvoerrollen 1 k en 15» nadat 5 de film is geleid door het leivlak 17a van. de leiorganen 17» waardoor de beoogde ontwikkelbehandeling is voltooid. Daarna passeert, de. film langs het leivlak 21a van het leiorgaan 21 en wordt in het fixeerbad 2 geleid door middel van een paar filminvoerrollen 12' en 13’.

Wanneer een aantal films in de automatische ontwikkelinrichting 10 op. de boven beschreven wijze wordt behandeld,, zullen verontreinigingen en vreemde stoffen geleidelijk aan de rollen en de transportbanden gaan kleven, waardoor de kwaliteit van de te verwerken films nadelig wordt beïnvloed.

Fig. U illustreert een typerend voorbeeld, van een reinigings-15 vel 3^ dat is ingericht om deze rollen en. transportbanden zonder einde te reinigen. In de tekening omvat het reinigingsvel 3^ een .com-* binatie van een sponsvel 3^-a gemaakt van een geschuimd materiaal, zoals geschuimd chloropreenrubber, polyvinyl en dergelijke en een filmstrip 3Ub van polyetheen, polyester en dergelijke waarbij de laatste 20 aan de voorkant van het vel is gehecht.

Het reinigingsvel 3^ heeft een breedte die niet groter is dan de lengte van elke rol en bij voorkeur daaraan gelijk is, terwijl de totale lengte geschikt wordt bepaald volgens de afhetingen van het ontwikkelbad 1, en wel zodanig dat de voor- en achtereinden van het 25 reinigingsvel 3^, wanneer zij via de rollen worden gecirculeerd niet zullen overlappen wegens een te grote lengte, terwijl evenmind een onderbreking zal plaatsvinden tijdens de circulatie van. het reinigingsvel 3^ doordat de lengte te kort is, waardoor het van de rollen zou losraken en geen aandrijfkracht op het vel 3^ zou worden overgebracht.

30 Vervolgens wordt een reinigingsbehandeling voor de rollen in de automatische ontwikkelinrichting met behulp van het reinigingsvel 3^ volgens de uitvinding in meer bijzonderheden beschreven.

Wanneer gebleken is dat de rollen en de eindloze banden in de autamatischeontwikkelinrichting aanzienlijk zijn vervuild, wordt de 35 filmverwerking gestopt en de solenoide 25 bekrachtigd., zodanig dat het filmleiorgaan 21 op de boven beschreven wijze wordt rondgedraaid, en zijn leivlak 21a tegenover het paar filmafvoerrollen 11+ en 15 wordt 81 02 9 4 9 \·’· ...... . ' -8- geplaatst. Daarna -wordt het reinigingsvèIii3U in de automatische ontwikkelinrichting ingevoerd door de filmstrip 3^b via de insteek-opening 31 in te brengen, terwijl de autoaatische ontwikkelinrichting in werking is.

5 Set reinigingsvel 3^· passeert door het ontwikkelbad 21 op prak tisch dezelfde wijze als een belichte film die moet worden verwerkt en loopt daarna tussen het paar filmafvoerrollen 1U en 15· Daarna wordt het teruggebogen naar rechts langs het leivlak 21a van het filmleiorgaan 21, dat tegenover de bovenste filmafvoerrol 15 is geplaatst.

10 Vervolgens beweegt het reinigingsvel 3^ zich rechts langs, het leivlak 29a van het leiblok 29 boven de leirollen 28, passeert door de I speling 20, dan verder tussen het paar filminvoerroliën 12 en 13 en !wordt daarna'ingevoerd in het ontwikkelbad 1, waar het automatisch wordt gecirculeerd via de circulatiebaan, als aangeduid door verwij-: 15=zingscijfer 35·

Door de boven beschreven circulatie van het reinigingsvel 3^ verschillende malen te herhalen, worden de op de rollen en de banden afgezette materialen volledig overgebracht op het sponsvel 3W van vel 3^·, waardoor de rollen worden schoongemaakt.

20 Wanneer de solenoide 25 wordt geïnactiveerd na voltooiing van de reinigingsbehandeling van de rollen van het ontwikkelbad 1, wordt het filmleiorgaan 21 teruggevoerd naar zijn oorspronkelijke stand, waarna het reinigingsvel 3^ automatisch wordt overgebracht naar het fixeerbad 2. Vervolgens wanneer de solenoide 25 opnieuw wordt bekrachtigd, 25 wordt de reinigingsbewerking van de rollen en de eindloze banden in het fixeerbad 2 op dezelfde wijze als voor het ontwikkelbad 1 uitgevoerd .

Zoals uit de boven gegeven beschrijving duidelijk blijkt, is het met het reinigingsvel volgens de uitvinding mogelijk de rollen in het 30 ontwikkelbad, alsmede in het fixeerbad automatisch te reinigen, zonder dat het noodzakelijk is het rek 3 daaruit te verwijderen, hetgeen leidt tot een aanmerkelijke arbeids- en tijdsbesparing.

Verder wordt gewezen op het extra voordeel dat ontstaat door de toepassing van een reinigingsvel volgens de uitvinding, nl. dat dit 35 gemakkelijk in de automatische ontwikkelinrichting kan worden inge-stiken, aangezien daaraan een filmstrip is bevestigd.

Opgemerkt wordt, dat de reinigingsbehandeling voor elk bad in 81 02 9 4 9 -9- de automatische ontwikkelinrichting afzonderlijk wordt uitgevoerd, en wel op zodanige.wijze, dat na voltooiing van de reinigingstehandeling in het eerste had de'volgende reinigingshehandeling in het tweede had wordt ingeleid, waardoor verlies aan hehandelingsvloeistof, dat 5 hij overdracht daarvan, tussen, naburige behandelingsbaden ontstaat minimaal wordt gemaakt.

De fig. 5 en 6 illustreren resp. reinigingsvellen volgens gemodificeerde uitvoeringsvormen van. de uitvinding. In het bijzonder wordt het reinigingsvel 3^· in fig. 5 gevormd van een combinatie van twee 10 sponsvellen 3^a. en een filmstrip 3^b, welke laatste is geklemd tussen de vellen en daaraan vastgekleefd, terwijl het reinigingsvel 3^· in. fig. 6 is gemaakt van. een combinatie van. enkel sponsvel 3^a en een filmstrip 3Vb, waarbij de laatste over het gehele oppervlak, aan het vel wordt vastgehecht.

15 Naar keuze kan de uitvinding ook worden uitgevoerd zonder een dergelijke filmstrip, onder voorwaarde, dat het sponsvel zelf een -aanzienlijke stijfheid heeft of het sponsvel een kernmateriaal, met hoge stijfheid bezit.

Als boven beschreven is het reinigingsvel 3^ ingericht cm auto-20 matisch door elk behandelingsbad in het automatische filmontwikkel-inrichting te kunnen circuleren, met behulp van de combinatie van lei-blok 29 en leirollen 28. Naar keuze kan de boven beschreven combinatie van het leiblok en de leirollen worden vervangen door twee leiorganen met een erop aangebrachte groef, welke leiorganen tegenover elkaar op 25 afstand zijn opgesteld. In sommige gevallen kan het reinigingsvel 3U

- i met de hand worden teruggebracht naar de f ilminvoerkant, nadat het naar de filminvoerkant is gericht door middel van het filmleiorgaan 21.

In de boven beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het filmleiorgaan 21 roteerbaar geconstrueerd, maar het kan voor het 30 beoogde doel op elke andere geschikte wijze dan door draaien worden verplaatst. Naar keuze kunnen twee filmleiorganen voor hetzelfde doel verplaatsbaar worden toegepast, waarbij één daarvan is voorzien van een leivlak, dat bestemd is om op geschikte wijze een film af te voeren, terwijl het andere voorzien is van een leivlak, dat bestemd 35 is om een film naar de filminvoerzijde terug te brengen.

De uitvinding is beschreven onder verwijzing naar het geval dat rollen in een automatische ontwikkelinrichting van het band-roltype 81 02 9 4 9 -10- worden, gereinigd, volgens de werkwijze van de uitvinding, maar het is duidelijk, dat de uitvinding niet daartoe beperkt is,'maar tevens bruikbaar is voor een trommel- of roltype .automatische ontwikkel-machine.

^ > 81 02 9 4 9

Claims (11)

1. Werkwijze voor het reinigen van rollen en dergelijke in een automatische filmontwikkelinrichting, waarbij een belichte film wordt ontwikkeld terwijl deze door een aantal in een behandelingsbad opgestelde rollen en dergelijke wordt geleid, met het kenmerk, dat in plaats 5 van de film ten minste eenmaal een reinigingsvel. door de rollen en dergelijke in het behandelingsbad wordt gecirculeerd teneinde aan de rollen en. dergelijke vastgehechte· materialen op het' reinigingsvel over te brengen en aldus de rollen en dergelijke te reinigen. • 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een film-10 leiorgaan in de nabijheid van het filmafvoerdeel aanwezig, is dat het reinigingsvel·,, dat uit. het behandelingsbad wordt af gevoerd., naar. een filminvoerdeel van hetzelfde bad terugvoert, of het reinigingsvel, dat uit het behandelingsbad. wordt afgevoerd naar een volgend,behandelingsbad overbrengt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het film-leimiddel een filmleiorgaan cmvat dat in een. eerste of tweede stand draaibaar is:, in de eerste resp. de tweede stand voert het filmlei— orgaan het reinigingsvel, dat uit het behandelingsbad wordt afgevoerd terug naar het filminvoerdeel daarvan resp. brengt het vel over naar 20 een volgend behandelingsbad. k. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het filrn-leimiddel een filmleiorgaan omvat dat langs een lijn beweegbaar is naar een eerste of tweede stand: in een eerste resp. tweede stand voert het filmleiorgaan het reinigingsvel, dat uit'’ het behandelingsbad 25 is genomen terug naar het filminvoerdeel daarvan resp. brengt het vel over naar een volgend behandelingsbad.

5. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het film-leimiddel een paar filmafvoerrollen cmvat, waarvan de oriëntaties in de eerste of tweede richting ten opzichte van een vlak dat beide 30 assen van de filmafvoerrollen bevat wordt gewijzigd: in een eerste resp. tweede stand voert het filmleiorgaan het reinigingsvel, dat uit het behandelingsbad wordt afgevoerd, terug naar het filminvoerdeel daarvan resp. brengt het vel over naar een volgend behandelingsbad.

6. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het film- 35 leimiddel een eerste filmleiorgaan- omvat met een leioppervlak langs welk 81 02 94 9 -12- het uit het behandelingsbad af geroerde behandeling svel wordt terug-gevoerd naar het filminvoerdeel daarvan.

7· Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het film-leimiddel een tweede filmleiorgaan omvat, dat een leioppervlak bezit, 5 waarlangs het uit het behandelingsbad is afgevoerd reinigingsvel, naar een volgend.behandelingsbad wordt geleid. .

8. Vel voor het reinigen van een veelvoud van rollen en dergelijke opgesteld in een behandelingsbad van een automatische filmontwikkel-inrichting, waarbij het vel in plaats van een belichte film wordt ge- 10 circuleerd door de veelvoud van rollen en dergelijke en materialen, die aan de rollen en dergelijke zijn gehecht worden overgebracht op het vel, met het kenmerk, dat de totale lengte van het vel korter is dan de totale lengte van de circulatiebaan maar langer dan de _ afstand tussen twee naburige rollen die het verst van elkaar ver-:15 wijderd zijn.

9. Vel. volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het een combinatie van een sponsvel en een filmstrip, omvat,· waarbij de laatste aan de voorkant van het vel is bevestigd.

10. Vel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het een combinatie 20 van twee sponsvellen en een steunfilm omvat, waarbij aan beide vlakken van de film een vel is bevestigd.

11. Reinigingsvel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het een combinatie van een enkel sponsvel en een steunfilm omvat.

12. Reinigingsvel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 25 een enkele laag van een sponsvel met een aanmerkelijk.hoge stijfheid omvat.

13. Reinigingsvel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het een enkele laag van een sponsvel met een kernorgaan met hoge stijfheid omvat. 81 02 9 49