NL8102677A - Klopboor. - Google Patents
Klopboor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8102677A NL8102677A NL8102677A NL8102677A NL8102677A NL 8102677 A NL8102677 A NL 8102677A NL 8102677 A NL8102677 A NL 8102677A NL 8102677 A NL8102677 A NL 8102677A NL 8102677 A NL8102677 A NL 8102677A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- locking part
- tool
- holder according
- receiving device
- sleeve
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25D—PERCUSSIVE TOOLS
- B25D17/00—Details of, or accessories for, portable power-driven percussive tools
- B25D17/08—Means for retaining and guiding the tool bit, e.g. chucks allowing axial oscillation of the tool bit
- B25D17/084—Rotating chucks or sockets
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25D—PERCUSSIVE TOOLS
- B25D2217/00—Details of, or accessories for, portable power-driven percussive tools
- B25D2217/0057—Details related to cleaning or cooling the tool or workpiece
- B25D2217/0065—Use of dust covers
- B25D2217/0069—Protecting chucks against entering of chip dust
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Percussive Tools And Related Accessories (AREA)
Description
—1 — • ;fjr - »·.
Γ' ^ 4 VO 1952
Klopboor.
De uitvinding heeft betrekking op een klopboor, meer in het bijzonder een gereedschaphouder (houder) voor een dergelijk werktuig voor het in een opneeminrichting voor de houder insteekbaar slag-of klopgereedschap (gereedschap), waarop ritmische axiale slagen uit-5 geoefend worden, waarvan de schacht tenminste radiaal zich uitstrekkende ribben heeft, waarachter een vergrendelingsdeel voor het axiaal vergrendelen van het gereedschap grijpt, en de ribbe voor een axiaal uittrekken van het gereedschap na een draaiend ontgrendelen vrijgeeft, welke verdraaiing door een aanslagelement wordt begrensd, dat ènerzijds 10 in een verdieping van de opneeminrichting voor het gereedschap reikt en anderzijds in een uitsparing van een vergrendelingsdeel grijpt.
Bij een dergelijke houder v-or het gereedschap kunnen de ritmische axiale slagen direkt of indirekt op het gereedschap worden uitgeoefend via een gereedschaphouder, welke evenals het gereedschap in 15 de opneeminrichting gestoken kan worden.
. Bij een gereedschaphouder van dit type (Duits Qffenlegungs-schrift 2.750.219) kan het gereedschap, in tegenstelling tot de gereedschaphouder met een conus snel en met weinig handgrepen verwisseld worden, doordat het vergrendelingsdeel over een middelpuntshoek van 20 60° gedraaid en aldus het gereedschap .axiaal ontgrendeld wordt. Daar bij staat het vergrendelingsdeel met schroefdraad in verbinding met de opneeminrichting voor het gereedschap. Het opneem- en het vergrendelingsdeel bevinden zich dus in het schroefdraadgedeelte en zijn met een groot vlak met elkaar in contact. De schacht van het gereedschap 25 loopt via een centrale boring door de opneeminrichting. Dientengevolge worden de axiale slagimpulsen van de in een geleidingscylinder van de hamer vrij bewegende slagorganen direkt of indirekt overgedragen, zonder dat de opneeminrichting rechtstreeks aan de overdracht van impulsen deelneemt. Niettemin is de opneeminrichting aan sterke trillinge onder-30 worpen, omdat de schacht van het axiaal belaste gereedschap met zijn mantel vlak tegen een dienovereenkomstig binnenmantelvlak van de opneeminrichting aanligt en evenals de hamer aan ritmisch schokken onderworpen is. De trillingen maken in het schroef draadbereik kinetische energie vrij en leiden tot een sterke verwarming, in het bijzonder in het plaat-35 selijke bereik van de schroefdraad tussen vergrendelingsdeel en opneem- 81 0 2 6 77 >' ·-* ' -2- middelen. Een nog sterkere verwarming van de de genoemde delen verbindende schroefdraad en de naburige onderdelen treedt op, wanneer de opneeminrichting deelneemt aan de overdracht van de slagimpulsen van de slagorganen. Dit is bijv. bij grotere klopboren het geval, wanneer 5 de opneemmiddelen voor het gereedschap dit in een potgat opnemen en aan de achterzijde in een steekschacht uitloopt, welke rechtstreeks of indirekt door de slagorganen wordt belast.
Zoals de ervaring leert, kunnen daarbij temperaturen tot 300°C optreden, zodat, het verwisselen van gereedschap met de blote 10 hand niet meer mogelijk is. De optredende temperaturen leiden ook tot een sterkere belasting van naburige constructiedelen.
Voor zover deze uit hoog polymere materialen bestaan, kunnen aanzienlijke schaden optreden, ook wanneer deze materiaalsoorten tot op zekere hoogte warmtevast zijn.
15 Hiervan uitgaande ligt aan de uitvinding het probleem ten gxodslag een houder van het hierboven bedoelde type te verschaffen, waarbij de bedoelde verhittingen worden vermeden en de levensduur van de klopboor verhoogd en het verwisselen van gereedschap· vergemakkelijkt wordt, 20 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het vergrendelingselement met betrekking tot de opneeminrichting begrensd axiaal verschuifbaar èn ten opzichte daarvan- gecentreerd is en dat axiale verschuivingen van het vergrendelingsdeel door het aanslagelement begrensd worden.
25 Daar daarbij het aanslagelement aan aanzienlijke mechani sche belastingen onderworpen kan zijn, is dit doelmatig als een massieve, cylindrische radiale stift uitgevoerd.
Hiet gewenste omzetting van kinetische energie in warmte kan nog verder verminderd worden, doordat de relatieve axiale ver-30 schuiving tussen het vergrendelingsdeel en de opneeminrichting voor het gereedschap in beide richtingen door middel van elastische elementen wordt gedempt; dit is in het bijzonder dan het geval, wanneer tussen het binnenmantelvlak van het vergrendelingsdeel en het buitenmantelvlak van het eindgedeelte van de opneeminrichting aan de gereeds chapz.ij de, 35 een ringvormige spleet aanwezig is.
Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont: 81 0 2 6 77 t * -3- figuur 1 de gereedschaphouder in een door de booras gaande langsdoorsnede, figuur 2 de gereedschaphouder volgens figuur 1 in zijaanzicht zonder de de gereedschapopnemer en het vergrendelings deel om-% sluitende huls en zonder gereedschap, figuur 3 een variant van de gereedschaphouder voor grotere klopboren, -waarbij de opneeminrichting voor het gereedschap als slag-impuls overdragend orgaan dient, figuur ij- een gereedschaphouder volgens figuur 3 in door-10 snede volgens de lijn IV-IY van figuur 3, en figuur 5 een variant van de houder volgens figuur 1 zonder huls en gereedschap.
De houder voor het gereedschap is in de getekende uitvoe-ringsvoorbeelden verwezenlijkt voor een klopboor. Op het gereedschap Ï5 worden indirekt of direkt door een in een gelei dings cylinder 50 van het werktuig vrij bewegend slagorgaan ^7, ritmische axiale slagen uitgeoefend *
In het voorbeeld volgens figuur 1 en 2 worden de slagim-pulsen van het slagorgaan kj met behulp van een slagimpulsoverbrenger 20 29 uitgeoefend, welke met een slagoverdrachtsvlak 38 aan het achtereinde van een schacht 25a van het gereedschap 25 samenwerkt. De schacht loopt door een centrale boring van de opneeminrichting 10. Voor het vergrendelen van het gereedschap in de houder heeft de schacht 25a twee radiaal zich uitstrekkende, diametrale ribben 25b.
25 Voor de vergrendeling dient een radiaal symmetrisch ver- grendelingsdeel 11, dat op de eveneens radiaal symmetrische opneeminrichting 10 voor het gereedschap, draaibaar geleger is. Bij het vergrendelen grijpt een binnenflens 11a van het vergrendelingsdeel 11 achter de ribben 25b. Het gereedschap wordt na een ontgrendelend verdraaien 30 van het vergrendeldeel 11 over een middelpuntshoek van 60° voor axiaal uitstrekken van het gereedschap 25 vrijgegeven, doordat in de ontgrendelde toestand twee diametraal in de binnenflens 11a. aangebrachte, zich radiaal uitstrekkende sleuven met de ribben 25b stroken. Bij het axiaal uittrekken van het gereedschap 25 glijden de ribben in axiale richting 35 door deze sleuven (in de tekening niet zichtbaar). Het ontgrendelend en grendelend verdraaien van het vergrendelingsdeel 11 wordt door twee — als massieve, radiale stiften uitgevoerde aanslagelementen 10 begrensd, 8102677 * ' t' -u-
De beide radiale stiften reiken enerzijds in een verdieping van de gereedschaphouder 10 (figuur 1,2), resp. 110 (figuur 3, U). Anderzijds grijpen de radiale stiften in sleuven Uo in de wand van het vergren.de-Iingsdeel 11. Deze sleuven lopen in een cirkelboog om de booras a-a.
?- Deze sleuven ^0 maken, naargelang bun lengte, de vergrendelende resp. ontgrendelende verdraaiing in bet bereik van een middelpuntshoek'Tan 60° mogelijk. Beide diametraal aangebrachte sleuven Uö zijn aan hm beide einden tot. rast inkepingen h-1 verwijd. Zowel in de cntgrendelde stand als in de grendelstand grijpen de cirkelboogvormige kanten van de TO rast inkepingen voor een partieel rasten om de mantel van de als aan— slagelementen 16 dienende, massieve radiale stiften.
Het vergrendelingsdeel 11 is met betrekking tot de opneeminrichting 10, resp. T10 begrensd axiaal verschuifbaar en ten opzichte van de opneeminrichting via de elastische elementen 35» 36 gecentreerd. T5 Tussen het binnenmantelvlak van het vergrendelingsdeel 11 en het buitenste mantelvlak van het eindgedeelte 10c, resp. 110 c van de op— neeminrichting 10, resp. 110 aan de gereedschapszijde is een ringvormige spleet 14 aanwezig. De relatieve axiale verschuiving is in beide richtingen door elastische elementen 35, 36 gedempt, welke ia het uit- 20.' voeringsvoorbeeld als elastische 0-ringen zijn uitgevoerd. De 0-ring aan de gereedschapszijde ligt in de overgang van de dwars op de booras a-a staande wand van de binnenflens 11a naar de concentrisch naar deze booras verlopende wand van het vergrendelingsdeel 11.
De ring ligt tot op zekere hoogte ia een (in radiale door— 25 snede) wigvormige, ringvormige ruimte, welke door haaks op elkaar staande binnenwanden van het vergrendelingsdeel 11 begrensd wordt. Aan de naar de gereeds chap sas 25a toegekeerde zijde ligt de 0-ring ..tegen een ten opzichte van de booras a-a en het vlak van een afschuining 37 aan de kopkant van de opneeminrichting 10, resp. 110. De andere 0-ring 30 omsluit de opneeminrichting 10, resp. 110 en ligt in het bereik van een ringvormige kraag U9 van deze opneeminrichting, welke op de overgang naar een aan de gereedschapszijde gelegen gedeelte 10c;van kleinere diameter van de opneeminrichting gevolgd is.
De 0-ring ligt aan de van de schacht (25a) afgekeerde 35 zijde eveneens tegen een ten opzichte van de booras a-a en het vlak, dat door een afschuining k2 aan de achterste ringkant van het vergrendelingsdeel 11 gevormd is.
81 & 2 6 7 7 -5- * «· - J*
De axiale afmetingen van het vergrendelingsdeel 11 en het deel 10c, resp. 110c aan de zijde van het gereedschap van de op-neeminrichting, resp. 110 zijn zodanig, dat heide 0-ringen hij elke axiale stand, welke het vergrendelingsdeel 11 en de opneeminrichting 5 ten opzichte van elkaar kunnen innemen, onder deformatie tegen de af-schuiningen 37 s resp. k2 aanliggen, waarbij de ringvormige ruimte k2 wordt gestabiliseerd. Dientengevolge is het vergrendelingsdeel 11 tot op zekere hoogte zwevend op de gereedschapopneeminrichting gelegerd, zodat alle relatieve bewegingen tussen vergrendelingsdeel 11 en opneem-TG inrichting 10, resp. 110 gedempt zijn. De als gevolg van de elastische vervorming van de 0-ringen ontstane voorspanning in deze ringen oefent een evenwijdig aan de hooras a-a gerichte kracht op het vergrendelingsdeel 11 uit.
Dank zij de enigermate gedeformeerde 0-ringen 35, 36 is het T5 vergrendelingsdeel 11 axiaal enigszins voorgespannen, waarbij het vergrendelingsdeel axiaal tegen de aanslagelementen l6 wordt gehouden.
Daaruit volgt, dat zowel in de vergrendelde als ontgrendelde stand de van het gereedschap af gekeerde kanten van de rast inkepingen U1 in de sleuven ^0 blijvend tegen het mantelvlak van de radiale aanslagelementen 20. 13 geperst worden.
Om dezelfde reden wordt het vergrendelend resp. ontgrendelend verdraaien van het vergrendelingsdeel 11 geremd, omdat de van het gereedschap gekeerde kanten van de sleuven ^0 tijdens de draaiheweging onder axiale druk tegen de radiale aanslagelementen 16 aanliggen.
25 Dit aanliggen geschiedt met een kracht, welke in: overeen stemming is met de voorspanning van de 0-ringen 35, 36.
Het vergrendelingsdeel 11 is door een huls 12 uit hoog polymeer materiaal tegen draaiing geborgd, omsloten. Deze huls ligt over de radiale kopkanten van de aanslagelementen l6 en borgt deze tegen 30 radiaal uitvallen.
Als hoog polymeer materiaal vindt een synthetische rubber op butadieen-acrylnitrilebasis, toepassing. De huls 12 heeft een onder-snijding b-5 en is aan de zijde van het gereedschap voorts van een binnenflens 12a voorzien- Deze binnenflens ligt via een ringvlak 39 af-35 dichtend tegen de schacht 25a van het gereedschap 25.
Voorts grijpt de huls 12 met een inwendige, axiaal verlopende ribbe 12d (figuur k) in een dienovereenkomstige groef van het ver- 8102677
Sf- 9 -6- grendelingsdeel 11 voor borg tegen verdraaiing, in.
Tenslotte is de huls 12 radiaal gerekt en ligt dus onder radiale voorspanning tegen het geribbelde mantelvlak van het vergrende-lingsdeel 11. In het achterste gedeelte 12c is de huls 12 dankzij de 5 radiale voorspanning tegen het mantelvlak van de opneeminrichting 10, resp. 110 geperst. Aan de naar het gereedschap 25 toegekeerde zijde van de binnenflens 12a van de als draaiknop voor het vergrendelend, ontgrendelend draaien dienende huls 12 zijn symbolen aangebracht, welke de vergrendelde, resp. ontgrendelde stand van het vergrendelingsdeel 11 10 aangeven. De binnenkant van de binnenflens 11a van het vergrendelingsdeel 11 is ten opzichte van de booras a-a hellend. De helling stemt overeen met de helling van de aanslagkanten b6 van de ribben 25b. Daarenboven is de binnenflens 11a van het vergrendelingselement 11 ten opzichte van de ribben 25¾ zodanig hellend uitgevoerd, dat tussen· de 15 platte binnenflens -12a van de huls 12 en de binnenflens 11a een wigvormige ruimte 58 overblijft.
Daardoor heeft..het ringvlak 39 van de binnenflens 12a meer bewegingsvrijheid, hetgeen een betere afdichting en minder slijtage tot gevolg heeft.
20 De van een centrale boring voor het opnemen van de ge reeds chaps chacht 25a alsmede voor de impulsoverdrager 29 voorziene opneeminrichting 10 loopt in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1,2 aan de achterzijde in een aanzetsel 10a van kleinere diameter en voorzien van buitenschroefdraad, uit. Dit aanzetsel 10a staat met een, 25 het draaimoment overbrengende aandrijf spil (in de tekening niet weergegeven.) met schroefdraad in ingrijping.
Daarentegen is de-, gereedschapas 25a in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 3, 4 in een potgat 59 vaJa de opneeminrichting 110 van. betrekkelijk grote afmeting opgenomen. Deze loopt aan de achterzijde 30 in een schacht 110auit, welke tot in het slagbereik van het vrij bewegende slagorgaan i+7 van het werktuig reikt. In zoverre is de opneeminrichting 110 uitsluitend impulsoverdrager voor de axiale slagimpulsen en dempt op gewenste wijze de ritmische axiale slag, hetgeen in het bijzonder dan tot verhoging van de levensduur van het gereedschap leidt, 35 wanneer betrekkelijk klein gereedschap in verhouding tot grote klopboren wordt gebruikt. Het slagorgaan ^7 is vrij bewegend in een geleidings-cylinder 50 van het werktuig aangebracht, dat ..door een huis 51 wordt - 81 0 2 6 7 7 -7- omsloten. Het draaimoment wordt van de aandri j ftuotor via een as 52 met de rondsel 53 op een coaxiaal ten opzichte van de hooras a-a gele» gen tandwiel 54 overgedragen, dat het draaimoment via een opneemhuls 54a voor de schacht 110a op de opneeminriehting 110 overhrengt. Aan de 5 naar het gereedschap toegekeerde zijde is de as 52 in een kogelleger 57 gestemd, dat ia een huis deel 55 is qpgenomen, dat het huis 51 van het werktuig aanvult. Aan de centrale opening in de kopzijde dienend voor het insteken van de schacht 11a van de opneeminriehting is het huis deel ten opzichte van de opneeminriehting met behulp van een 10 manchet 48 af gedicht, welke met een axiaal gerichte, ringvormige flens 48a het huisdeel 55 met speling omsluit.
De manchet 48 is met 'een overeenkomstig binnenst deel in een ringvormige groef 34 van de opneeminriehting vast gehouden. Een zwenkbaar in het- huisdeel 55 gelegerde veer 58 borgt de opneeminriehting 15 tegen ongewenst axiaal uitvallen.
Als gevolg van het ontbreken van een schroefdraadverbin-ding tussen het vergrendelingsdeel 11 en de gereedschapopneeminrichting 10, resp. 110 zijn kritische*.verwarmingen van die inrichting dankzij de zwevende legering van het vergrendelingsdeel 11 op het deel 10c, resp. 20 110c aan de zijde van het gereedschap, betrouwbaar ondervangen. Wezen lijke voorwaarde., hiertoe is het ontbreken van stijve verbindingen met grote vlakken tussen het vergrendelingsdeel 11 en de opneeminriehting 10, resp. 110 voor het gereedschap. De relatieve axiale verschuivingen tussen vergrendelingsdeel 11 en opneeminriehting zijn betrekkelijk 25 klein en kunnen bijv. liggen tussen 0,3 tot 4 mm.
Zij worden in elk geval toenemend gedempt. Daarbij zijn de relatieve axiale verschuivingen, welke door kracht impuls en door de opneeminriehting 10, resp. 110 veroorzaakt zijn, na toenemende demping · door het aanslaan van het binnenvlak van de flens 11a van het vergren-30 delingsdeel 11 tegen de kopzijde van de opneeminriehting 10, resp. 110 ' doelmatig begrensd. Relatieve axiale verschuivingen, welke door het gereedschap 25 worden veroorzaakt, worden door de aanslagelementen 16 opgevangen, welke met speling in de opneeminriehting en in de sleuven 40 gelegerd zijn. Zulke relatieve axiale verschuivingen treden bijv.
35 bij het doorboren van een gat op. Zij zijn echter ook dan te verwachten, wanneer bijv. het gereedschap uit het boorgat getrokken wordt.
Bij de variant volgens figuur 5 ligt de 0-ring (element 36) 8102677
* V
-8- aan de zijde van het gereedschap in een ringvormige groef lOd van het eindgedeelte 10c; 110c, aan de gereedschapzijde van de opneeminrichting 10; 110 en grijpt achter een ondersnij ding 11c van het vergrendeldeel. De ringvormige groef 11c en de achterste ringkant k2 5 van het vergrendelingsdeel 11 liggen tegen de door elastische deformatie voorgespannen, naburige 0-ring (element 36 resp. 35).
Relatieve axiale verschuivingen tussen opneeminrichting 10 resp. 110 en vergrendelingsdeel 11, welke door het gereedschap 25 worden veroorzaakt, worden dus door de 0-ring (element 36) aan de geld reedschapzijde gedempt en opgenomen. Derhalve komt dit in de regel niet in aanraking met de aanslagelementen 16.
De opneeminrichting 10 resp. 110 voor het gereedschap en het vergrendelingsdeel 11 zijn bij normale bedrijfsbelasting zonder onderling contact via de 0-ringen (elementen 36, 35) elastisch bij T5 elkaar gehouden.
8102677
Claims (44)
1. Gereedschaphouder (houder) voor een. slag- of klopboor voor bet in een gereedschapopneeminrichting van de houder insteekbaar klop- of slaggereedschap (gereedschap), waarop ritmische axiale slagen uitgeoefend worden en waarvan de schacht tenminste een radiaal zich 5 uitstrekkende ribbe heeft, waarachter een vergrendelingsdeel voor het axiaal vergrendelen van het gereedschap grijpt, welke ribbe voor een axiaal uittrekken van het gereedschap na een ontgrendelend verdraaien vrijgeeft, dat door een aanslagelement wordt begrensd, dat enerzijds in een verdieping van de opneeminrichting reikt en anderzijds in een 10 uitsparing van het vergrendelingsdeel, met het kenmerk, dat het vergrendelingsdeel (11) ten opzichte van de opneeminrichting (10, resp. 110) begrensd axiaal verschuifbaar en ten opzichte daarvan gecentreerd is en dat axiale verschuivingen van het vergrendelingsdeel (11) door een aanslagelement (16) begrensd worden.
2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aanslagelement (16) een massieve, eylindrische, radiale stift is.
3. Houder volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen het binnenmantelvlak van het vergrendelingsdeel (11) en het buit en mant elvlak van het eindgedeelte (10c, resp.110c) aan de gpased-20 schapzijde van de opneeminrichting (10 resp. 110) een ringvormige spleet (1U) aanwezig is. U. Houder volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de axiale verschuiving tussen het vergrendelingsdeel (11) en de opneeminrichting (10; 110) tenminste in een richting door elastische 25 elementen (35; 36) gedenkt is.
5. Houder volgens conclusie U, met het kenmerk, dat de elastische elementen (35; 36) 0-ringen zijn.
6. Houder volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat het vergrendelingsdeel aan de zijde van het gereedschap een binnenflens 30 (11a) op het einde heeft en dat de 0-ring op de overgang van de dwars op de as (a-a) staande wand van de binnenflens (11a) naar de concentrisch op deze as (a-a) verlopende wand van het vergrendelingsdeel (11) is aangebracht en tegen een afschuining (37) van de opneeminrichting (10, resp.· 110) aanligt.
7. Houder volgens conclusie k, met het kenmerk, dat de van het gereedschap (25) afgekeerde 0-ring (36) enerzijds tegen een ringvormige kraag (k9) van de opneeminrichting (10, resp. 110) en an- 81 0 2 6 77 Μ- V -10- derzijds tegen een afsehuining (U2) van het vergrendelingsdeel (11) aanligt.
8. Houder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 0-ringen hij elke stand, welke het vergrendelingsdeel (11) en de op-5 neeminrichting (10, 110) ten opzichte van elkaar innemen onder deformatie tegen de schuine vlakken (37» resp. k2), aanliggen.
9· Houder volgens conclusies k-8, met het kenmerk, dat het vergrendelingsdeel (11) door de elastisch vervormbare elementen (35, 36) bij een vergrendelend draaien, geremd wordt.
10. Houder volgens conclusies 8 of 9, met het kenmerk, dat het vergrendelingsdeel (11) door middel van de op de opneeminrich-ting (10, resp. 110) axiaal gestemde elastische elementen (35, 36) in de richting van het gereedschap (25) axiaal voorgespannen is en dat rast inkepingen (U1) van het vergrendelingsdeel (11) zowel in de 15 vergrendelde als ontgrendelde stand tegen een radiale stifb (.16) aarüggen..
11. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het vergrendelingsdeel (11) door een huls (12) uit elastisch materiaal tegen draaiing geborgd, omsloten is, welke de radiale stiften tégen 20 radiaal uitvallen blokkeert.
12. Houder volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de uit warmtevaste kunststof, bijv. uit een synthetische rubber op butadieen-acrylnitrilebasis bestaande huls een ondersnijding (U5) heeft en met een binnenflens (12a) via een afdichtringvlak (39) tegen * 25 de schacht (25a) aanligt en met een axiale ribbe- (12d) in een dienover eenkomstige groef van het vergrendelingsdeel (11) grijpt.
13. Houder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de radiaal gerekte huls (12) tegen het geribbelde mantelvlak van het vergrendelingsdeel (11) ligt en in het achterste gedeelte (12c) tegen de 30 opneeminrichting (10, resp. 110) geperst wordt. 1 i+. Houder volgens conclusies 11-13» met het kenmerk, dat op de binnenflens (12a) van de als verdraaiingsknop voor het vergrendelingsdeel (11) dienende huls (12) symbolen zijn aangebracht, welke de vergrendel-, resp. ontgrendelstand van het vergrendelingsdeel (11). 35 aangeven.
15· Houder volgens conclusies 1-1b, met het kenmerk, dat de binnenkant van de binnenflens (11a) van het vergrendelingsdeel (11) ---------81 0 2 6 7 7 -11- ten opzichte van de as (a-a)helt en deze helling met die van de aan-slagkant (1+6) van de rihhe (25 h) van de schacht (25a) overeenstemt.
16. Houder volgens conclusies 1+-15, met het kenmerk, dat het vergrendelingsdeel (11) via de op enige afstand van elkaar zich 5 bevindende elastische elementen (36, 35) in de opneeminriehting (10, resp. 110) gecentreerd is. 1T. Houder volgens conclusies 1-16, met het kenmerk, dat de van een doorlopende boring voor de gereedschapschacht (25a) en de impulsoverdrager (29) voorziene opneeminriehting (10) aan de achter- 10 zijde in een aanzetsel (10a) van kleinere diameter met buitenschroefdraad uitloopt, dat met een het draaimoment overdragende boorspil van het werktuig door schroefdraad in ingrijping staat.
18. Houder volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de de gereedschapschacht (25a) in een potgat (59) opnemende inrichting 15 (110) aan de achterzijde in een steekas (110a) uitloopt, welke direkt of indirekt door het vrijbewegende slagorgaan (1+7) beïnvloed wordt.
19. Houder volgens conclusies 12-18, met het kenmerk, dat de binnenflens (11a) van het vergrendelingselement (11) zodanig ten opzichte van de ribben (25b) helt, dat tussem.de platte binnenflens 20 (12a) van de huls (12) en de binnenflens (11a) een wigvormige, ring vormige ruimte (58) overblijft.
20. Houder volgens conclusies 5-19, met het kenmerk, dat de 0-ring (element 36) aan de gereedschapzijde in een ringvormige groef (I0d) van het eindgedeelte (10c; 110c) van de opneeminriehting 25 (10; 110) ligt en achter een ondersnijding (11c) van het vergrendelings deel (11) grijpt (figuur 5)·
21. Houder volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de ringvormige groef (11c) aan de achterringkant (1+2) van het vergrendelingsdeel (11) tegen de door elastische deformatie voorgespannen, 30 naburige 0-ring (element 36, resp. 35) aanliggen.
22. Houder volgens conclusies 5-21, met het kenmerk,dat de opneeminriehting (10; 110) en het vergrendelingsdeel (11) bij normale bedrijfsbelasting zonder onderling contact via de 0-ringen (elementen 36, 35) elastisch bij elkaar gehouden worden. 35 23. Hóuder volgens conclusies 11-22, met het kenmerk, dat de huls (12) radiaal gerekt is en onder voorspanning tegen het geribbelde mantelvlak (11b) van het vergrendelingsdeel (11) aanligt. 81 0 2 6 7 7 v-r ·ν -12- Lij at·van'verwijzings cii fers'
10 Gereeds ch.apopneeminrich.ting met doorlopende boring voor de schacht 25a van het gereedschap 25 10a Achterste aanzetsel van de opneeminrichting met buitenschreef^ draad (in ingrijping met de aandrijf spil voor een draaiend aandrijven) 10b Radiale flens 110c Gedeelte van 110 1i0 Opneeminrichting met een centraal aan de voorzijde gelegen potgat voor het opnemen van de schacht 25a en met de achterge-legen steekas (110a) tot in het slagbereik van het vrijbewegende slagorgaan reikt Tt Radiaal symmetrisch vergrendelingsdeel 11a Binnenflens van 11
12 Huls uit hoog polymeer materiaal, welke het vergrendelingsdeel 11 omsluit 12d Aan de binnenwand van de huls 12 gevormde axiaal verlopende ribbe 12a, welke in een dienovereenkomstige groef van het vergrendelingsdeel 11 grijpt (figuur k)
16 Aanslagelement
25 Gereedschap ' 25a Schacht van het gereedschap 25b Ribben van het gereedschap
29. Slagimpulsoverdrager
30 Vrij bewegend slagorgaan 3¼ Ringvormige groef voor het fixeren van een dichtmanchet U8
35 Dempingsring, resp. elastisch element
36 Dempingsring (0-ring) elastisch element 3T Afschuining van de kopkant van de opneeminrichting
38 Slagoverdragend vlak
39 Afdichtvlak op de binnenflens. 12a U0 Dwars op de as a-a in een cirkelboog om deze as verlopende sleuven in de wand van het huls vormige vergrendelingselement 11 voor een wederzijdse begrenzing van de draaibeweging van dit deel U1 Rast inkepingen in de wand van het vergrendelingsdeel aan beide einden van de sleuf h2 Afschuining aan. de achterste ringkant van het vergrendelingsdeel 11 8102677 -13-
43 Haar -het gereedschap 45 toegekeerde ringvormige kraag van de . opneeminrichtinglO, resp. 110
44 Ringvormige spleet tussen vergrendelingsdeel 11 en opneemin-richting 10 resp. 110
45 Onder snij ding in het vergrendelingsdeel 11
46 Aanslagkant aan de kopzijde van de ribbe 25b
47 Vrij bewegend slagorgaan
48 Manchet voor de afdichting
50 Gelei dings cylinder
51 Huis voor het werktuig
52 As voor het overbrengen van het draaimoment
53 Rondsel van de as 52
54 Tandwiel. 54a Opneemhuls voor het tandwiel 5b van de schacht 110a
55 Dekselvormig huis deel
56 Vasthoudveer
57 Kogelleger
58 Ringvormige ruimte b9 Ringvormige kraag. 8102677
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19803029560 DE3029560A1 (de) | 1980-08-05 | 1980-08-05 | Werkzeughalterung an einem schlag- oder drehschlaghammer |
DE3029560 | 1980-08-05 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8102677A true NL8102677A (nl) | 1982-03-01 |
NL190147B NL190147B (nl) | 1993-06-16 |
NL190147C NL190147C (nl) | 1993-11-16 |
Family
ID=6108882
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8102677A NL190147C (nl) | 1980-08-05 | 1981-06-02 | Gereedschaphouder voor een slag- of klopboor. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
CH (1) | CH655460B (nl) |
DE (1) | DE3029560A1 (nl) |
FR (1) | FR2488179A1 (nl) |
NL (1) | NL190147C (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4239665C2 (de) * | 1992-11-26 | 1996-06-13 | Hilmar Foerster | Tragbares Schlagwerkzeug mit Vibrationsdämpfung |
DE10227897A1 (de) * | 2002-06-21 | 2004-01-08 | Hilti Ag | Einsteckende und Werkzeugaufnahme für ein drehendes und schlagendes Werkzeug |
EP2749381B1 (en) * | 2012-12-25 | 2017-04-19 | Makita Corporation | Impact tool |
DE102013004582A1 (de) * | 2013-03-18 | 2014-09-18 | Komet Group Gmbh | Spanabhebendes Werkzeug |
JP6863704B2 (ja) | 2016-10-07 | 2021-04-21 | 株式会社マキタ | 打撃工具 |
US10875168B2 (en) | 2016-10-07 | 2020-12-29 | Makita Corporation | Power tool |
EP3599058A1 (de) * | 2018-07-23 | 2020-01-29 | Hilti Aktiengesellschaft | Werkzeugaufnahme und handwerkzeugmaschine |
JP7246202B2 (ja) | 2019-02-19 | 2023-03-27 | 株式会社マキタ | 震動機構付き電動工具 |
JP7229807B2 (ja) | 2019-02-21 | 2023-02-28 | 株式会社マキタ | 電動工具 |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2432144A (en) * | 1945-04-02 | 1947-12-09 | Irving A Elkins | Toolholder and lock |
DE2009536A1 (de) * | 1970-02-28 | 1971-09-09 | Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart | Vorsatzkupplung, insbesondere fur handgefuhrte Bohrhammer |
FR2193681A1 (nl) * | 1972-07-25 | 1974-02-22 | Bosch Gmbh Robert | |
DE2432105A1 (de) * | 1974-07-04 | 1976-01-22 | Duss Maschf | Schlag- oder drehschlaghammer |
DE2750219C2 (de) * | 1977-11-10 | 1985-11-21 | Friedrich Duss Maschinenfabrik GmbH & Co, 7265 Neubulach | Werkzeughalterung für einen Schlag- oder Drehschlaghammer |
-
1980
- 1980-08-05 DE DE19803029560 patent/DE3029560A1/de active Granted
-
1981
- 1981-06-02 NL NL8102677A patent/NL190147C/nl not_active IP Right Cessation
- 1981-06-22 CH CH411081A patent/CH655460B/de unknown
- 1981-07-31 FR FR8114931A patent/FR2488179A1/fr active Granted
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2488179B1 (nl) | 1984-03-23 |
DE3029560C2 (nl) | 1989-10-26 |
CH655460B (nl) | 1986-04-30 |
FR2488179A1 (fr) | 1982-02-12 |
DE3029560A1 (de) | 1982-03-11 |
NL190147C (nl) | 1993-11-16 |
NL190147B (nl) | 1993-06-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1864758B9 (en) | Working depth adjusting devices for rotary tools | |
US5016892A (en) | Drill tool holder | |
US4305597A (en) | Keyless self-tightening chuck | |
USRE31755E (en) | Tool and chuck for hammer drill | |
US4184692A (en) | Motor quick-change chuck system for tool having cylindrically shaped adapter portion | |
NL8102677A (nl) | Klopboor. | |
US4188041A (en) | Motor quick-change chuck system for tool having cylindrically shaped adapter portion | |
CN101010163B (zh) | 刀具接收装置,适配器及具有刀具接收装置及适配器的系统 | |
US8047057B2 (en) | Output mode switching apparatus | |
EP1324847B1 (en) | Chuck assembly having improved interface assembly for power driver | |
US20050232715A1 (en) | Tool and toolholder for a hand tool machine | |
US9434057B2 (en) | Electric screwdriver | |
JPS61257731A (ja) | 工具ホルダ | |
GB2360240A (en) | Hand machine tool with tool release means | |
EP0668127B1 (en) | Tool holder for a rotary and/or chisel hammer | |
JPH06114749A (ja) | 携帯電動工具 | |
CN107923492A (zh) | 动力工具 | |
CN102725469A (zh) | 盘形制动拴圆筒锁及钥匙组合 | |
CN103182549A (zh) | 手持式工具装置 | |
US6174238B1 (en) | Torque limiting coupling with single re-engagement position | |
KR20130071654A (ko) | 스핀들 록킹장치 | |
CN105229527A (zh) | 拨盘装置 | |
KR101715280B1 (ko) | 전동 공구 | |
JP4750315B2 (ja) | スクリュードライバ装置 | |
EP1223007A1 (en) | Hydraulic impulse drive unit with spindle with radially retractable blades for increase of torque |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19980101 |