NL8101615A - Verdeelinrichting. - Google Patents

Description

v * -1-

Verdeelinrichfcmg

De uitvinding betreft een verdeel inrichting voor visceus materiaal zoals lijm, drukinkt etc., die in bepaalde hoeveelheden gébracht moeten werden op een oppervlak cm hierop nieuwe films te vonten.

5 De hierna volgende beschrijving betreft in het bijzonder doch niet uitsluitend inrichtingen voor het verdelen van drukinkt qp drukeenheden te gebruiken voor het vormen van etiketten, randversieringen en/of inscripties op ver-pakkingspapier en/of verpakkingsweefsels etc. waarbij de inkt 10 in een pasteiachtige concentratie wordt gébruikt.

De tot nu toe bekende verdeelinrichtingen kunnen al naar gelang de werkwijze volgens welke het visceuse materiaal gevoerd wordt naar een afvoermondstuk verdeeld worden in twee hoofdgroepen.

15 De eerste groep anvat verdeelinrichtingen, waarbij het visceus materiaal geplaatst wordt in een aan de bovenzijde open schotel. Bij deze inrichtingen,, waarvan er één bijvoorbeeld beschreven is in het Britse octrooischrift 1.476.376, wordt het visceus materiaal normaal met de hand en met gebruikmaking 20 van een spatel gebracht in de schotel. Een gedeeltelijk onder- gedonpelde roterende rol neemt een, dunne laag van visceus materiaal uit deze schotel af en brengt dit door middel van een reeks tussengeplaatste aan elkaar aangrenzende rollen over op de werkelijke drukeenheid.

25 De beschreven handbediening leidt vaak tot morsen van het visceus materiaal, hetgeen uiterst onpleizierig kan zijn in het bijzonder wanneer het visceus materiaal inkt van een hoge ccncentratie is.

Een tweede groep anvat verdeelinrichtingen, waarbij 30 het visceus materiaal, zoals bijvoorbeeld beschreven is in het Britse octrooischrift 1.117.235, geperst wordt uit voorafgevulde houders, in het bijzonder spuiten of patronen.

8101615

ί V

-2- Ιη dit geval wordt elke bediening met de hand vermeden/ echter andere nadelen ontstaan/ waarvan het voornaamste nadeel hierin is gelegen, dat de afgifte van het visceus materiaal gepaard gaat met een niet verwaarloosbare elastische vervorming 5 van de houder, waarvan, indien de afgifte wordt onderbroken, de wanden meegevend werken op het visceus materiaal dat afgegeven moet worden, waardoor een verder ongewenst gedeelte naar buiten kant.

Voorts hébben beide genoemde typen verdeelinrichtingen 10 het nadeel dat in de massa van het visceus materiaal onvermijdelijk luchtbelletjes aanwezig zijn, waardoor de afgifte van het materiaal onregelmatig is.

De onderhavige uitvinding beoogt een eenvoudige en economische verdeelinrichting voor visceus materiaal, die 15 bovengenoemde nadelen niet bezit.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt net behulp van een verdeelinrichting voor visceus materiaal omvattende een kanvormige houder voor het materiaal, een afvoermondstuk, een verbindingsleiding tussen de houder en het 20 mondstuk, en een orgaan on het visceus materiaal in de houder te persen naar het mondstuk, waarbij de inrichting hierdoor wordt gekenmerkt, dat het persorgaan bestaat uit een transport-schroef roteerbaar opgesteld in de houder en in aanraking met het binnenoppervlak hiervan, en een van schroefdraad voorziene 25 kern roteerbaar opgesteld in een doorgaande boring in de bodem van de houder, die een schroeflijnvormig kanaal, dat de houder verbindt met het mondstuk, vormt, een afsluitorgaan voor het afsluiten van de houder, en een orgaan voor het regelen van de strooit opgesteld in de leiding waardoor de strocm van het 30 materiaal naar het mondstuk wordt geregeld.

Enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen thans· nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij:

Fig. 1 een axiale doorsnede is over een verdeelinrichting voor 35 visceus materiaal, in het bijzonder drukinkt; 8101615 ♦ 4 -3- fig. 2 een axiale doorsnede is over een eerste gewijzigde uitvoeringsvorm van de in fig. 1 weergegeven inrichting; fig. 3 een gedeeltelijke doorsnede is van een tweede variant van de in fig. 1 weergegeven inrichting.

5 Fig. 1 toont een verdeelinrichting 1 voor visceus materiaal, in het bijzonder geschikt voor het gebruik als een inktinrichting voor het aanvoeren van geconcentreerde inkt door een mends tuk 2 naar inktrollen 3 van een drukeenheid 4, waarbij de inkt pasteiachtig is en zich bevindt in een kaner 10 5 van een houder 6 bij voorkeur van een metalen constructie.

De houder 6 heeft de vorm van een kem en cmvat een bodemwand 7 en een zijwand, waarvan een eerste gedeelte 8 inwendig begrensd wordt door een afgeknot kegelvormig oppervlak 9 en geplaatst is tussen de bodemwand 7 en een tweede cilindrisch 15 eindgedeelte 10 met een inwendig cilindrisch oppervlak 11, verbonden met het oppervlak 9 door middel van een ringvormige kraag 12 en aan het vrije eind hiervan samenwerkend net een afsluiborgaan voor de kamer 5, dat bestaat uit een deksel 13 dat wegneerrfoaar is ingébracht in de houder 6.

20 In de bodeirwand 7 is coaxiaal ten opzichte van de oppervlakken 9 en 11 een doorgaande boring 14 gevormd en is aan zijn buiteneind voorzien van een gedeelte 15 van een verkleinde doorsnede waardoor een ringvormige kraag 16 gelegen tegenover de kamer 5 wordt gevormd. In de boring 14 en het 25 gedeelte 15 staat een cilindrische as 17 roteerbaar opgesteld, waarvan een eindgedeelte uitkamt buiten de bodemwand 7, waaraan deze axiaal door middel van een vergrendelingsorgaan 18 is bevestigd en verbonden kan zijn met een (niet weergegeven) aandrijf orgaan cm de as 17 te roteren.

30 De as 17 is vooralen van een schijf 19 samenwerkend met da ringvormige kraag 16 en van een van uitwendige schroefdraad voorziene cilindrische kem 20, die samenwerkt met het cilindrisch oppervlak van de boring 14 waardoor een schroeflijnvormig kanaal 21 wordt gevormd, dat aan één eind in verbinding 35 staat net de bodem van de kamer 5 en aan het andere eind met een ringvormige kamer 22, gevormd in de boring 14 door middel van een t 8101615

V

S V

-4- ringvormige groef aanwezig in de kern 20 nabij de schijf 19.

De ringvormige kamer 22 staat met het mondstuk 2 in verbinding via een leiding 23 aangebracht in een in hoofdzaak horizontale richting door de bodemwand en geregeld door een strocmregel-5 orgaan omvattende een naaldklep 24, die van buiten af bediend kan worden.

Het deel van de as 17, die zich uitstrekt door de een kamer 5, draagt aan de buitenzijde Itransportschroef 25 van constante of veranderlijke spoed, die in hoofdzaak tangentiaal 10 loopt aan het afgeknot kegelvormig vlak 9.

Tijdens de werking wordt na het wegnemen van het deksel 13 de niet weergegeven inkt in een pasteiachtige toestand gebracht in de kamer 5 met behulp van een niet weergegeven spatel, waarbij de inkt normaal wordt af genomen uit een 15 grotere houder, en, wanneer de as 17 wordt rondgedraaid (in de richting van de wijzers van de klok in fig. 1 gezien van boven af), wordt de inkt door het persorgaan omvattende de transportschroef 25 en de trechter begrensd door het afgeknot kegelvormig vlak 9 geperst naar de boring 15 en kant in het schroeflijnvormig kanaal 20 21 om vervolgens het mondstuk 2 via de ringvormige kamer 22 en de leiding 23 te bereiken.

Daar de voorgenoemde pasteiachtige inkt in het algemeen een zeer hoge concentratie bezit, waardoor slechts een zeer kleine hoeveelheid hiervan gevoerd moet worden naar de 25 rollen per eenheid van tijd, is het bijna altijd nodig de naaldklep 24 zo in te stellen dat de vrije opening van de leiding 23 tot een minimum wordt teruggebracht.

Vanwege de zeer lage rotatiesnelheid van de as 17 en van de transportschroef 25 wordt de inkt in de bodem van de kamer 30 5 niet alleen naar de invoer van het kanaal 21 geperst, maar wordt ook continu geroerd. Vanwege de continue bewegingen waaraan deze is onderworpen en vanwege de mogelijke temperatuurtoename als gevolg van het samendrukken en de wrijving tegen de transportschroef 25, worden de luchtbelletjes geëlimineerd en de 35 neanti vloeibaarheid van de inkt toe waardoor deze gelijkmatig 810161 5 s * -5- strocmt door het kanaal 21 en het mondstuk 2.

Ten aanzien hiervan wordt opgemerkt dat het deksel 13 voorkomt dat vuil of andere stoffen komen in de kamer 5/ terwijl 1de.. druk onder invloed van de transportschroef 5 25 weideend op de inkt onmiddellijk tot nul wordt teruggebracht bij het stU zetten van de as 17. Bij gevolg wordt bij de beschreven inrichting 1 het vaak voorkomend verstopt raken van het mondstuk 2 3s gevolg van de aanwezigheid van vreemde stoffen in de inkt voorkomen, maar tevens wordt het gevaar 10 dat de inkt blijft af druppelen van het mondstuk 2, wanneer de rollen 3 stilstaan, verreden.

Het enige nadeel van de beschreven inrichting 1 is hierin gelegen dat met de hand de inkt vanuit een grotere houder gebracht moet worden naar de kamer 5. Dit nadeel wordt 15 bij de variant weergegeven in fig. 2 weggencmen, waarbij de inkt vanuit een bus 26, waarin de inkt verkocht wordt, gevoerd wordt naar de kamer 5.

Zoals aangegeven is in fig. 2, wordt het deksel 13 van de inrichting 1 weggencmen en wordt vervangen door de 20 bus 26. Deze laatste wordt eerst geopend en wordt vervolgens omgekeerd geplaatst in het cilindrisch gedeelte 10, totdat het open eind hiervan in aanraking kant met de kraag 12.

Bij een niet weergegeven variant kan het cilindrisch gedeelte 10 gescheiden zijn van de rest van de houder 6, zodat 25 het vervangen kan worden door andere delen van een cilindrische trechtervormige vorm met verschillende diameters, waardoor de houder 6 kan warden aangepast aan bussen 26 van verschillende afmetingen.

Voor het plaatsen van de bus 26 wordt de as 17 op 30 passende wijze gewijzigd door het toevoegen van een roerorgaan omvattende een spatel 27, die zich uitstrekt in de bus 26 doordat deze in aanraking kant met de bodenwand 28 hiervan.

De spatel 27 bestaat uit een in hoofdzaak rechthoekige ring 29 van een metalen draad, waarvan de twee tegenover 35 elkaar gelegen einddelen 30 en 31, die loodrecht op elkaar staan, grijpen in een axiale uitsparing 32 aangebracht in het eind van de 810161 5 -6- as 17 en vastgezet worden met een vergrendelingsbout 33.

Het bovenste gedeelte 34 en het zijgedeelte 35 van de ring 29 kenen in aanraking met het binnenvlak van de wand 28/ respectievelijk met de zijwand 36 van de bus 26 waardoor 5 de inkt wordt los gemaakt en het omlaag komen hiervan in de trechter begrensd door het afgeknot kegelvormig vlak 9 wordt vergemakkelijkt. Wanneer de inkt zich bevindt in vaten 37 (fig. 31 , die van dergelijke afmetingen zijn dat zij niet direct op de houder 6 geplaatst kunnen worden net behulp 10 van de werkwijze beschreven aan de hand van fig. 2, kan de inkt automatisch vanuit het vat 37 overgebracht worden naar de kamer 5 bijvoorbeeld door het aanbrengen van twee gaten in een deksel van het vat 37 en door hierin afdichtend twee buisvormige verbindingsorganen aangegeven met 38 en 39 te 15 plaatsen, waarvan het eerste verbindingsorgaan wordt verbonden met een niet weergegeven bron van samengeperste lucht, terwijl het tweede verbindingsorgaan een dompelpijp 40 draagt, die zich uitstrékt binnen het vat 39 totdat deze kont nabij de bodem hiervan.

20 In het deksel 13 van de inrichting 1 zijn twee doorgaande boringen 41 en 42 aangebracht, waarbij in de eerste boring een van uitwendige schroefdraad voorzien leiding 43 is aangebracht, die door middel van een moer 44 is bevestigd aan het deksel 13. De leiding 43 vormt de afvoer van een 25 klep 45 voorzien van een inlaatverbindingsorgaan 46 en een doorgaande boring 47 gestuurd door een geperforeerde plaat 48, die beweeglijk is in een zitting 49 aangébracht in de klep 45 dwars op de boring 47. Het inlaatverbindingsorgaan 46 is door middel van een leiding 50 verbonden met het 30 verbindingsorgaan 39, terwijl de plaat 48 is voorzien van een steel 51 verbonden met een magnetische kern 52, waarvan de stand wordt geregeld door een spoel 53 waardoor de plaat 48 tegen de kracht van een veer 54 vanuit een normale ruststand (aangegeven met gestippelde lijnen), waarbij de plaat 48 de boring 35 47 afsluit, verplaatst wordt naar een werkstand,. waarbij de plaat 48 de boring 47 vrij laat.

8101615 -7-

De bekrachtiging van de spoel 53 wordt geregeld door een circuit aansprekend op het peil van de inkt in de houder 6 en wordt bijvoorbeeld gevormd door een capacitief tastorgaan 55 instelbaar opgesteld in de boring 42 en verbonden 5 met een magnetische drenpelcanparator 56, waardoor de spoel 53 verbonden kan worden met het voedingsnet 57.

Tijdens het in gébruik zijn wordt samengeperste lucht via het verbindingsorgaan 38 gebracht in het vat 37 waardoor de inkt hierin langs de danpelpijp 40 opstijgt en via 10 de leiding 50 de klep 45 bereikt en tot stilstand kont tegen de plaat 48, die zich in de normale stand bevindt voor het afsluiten van de boring 47. Tijdens de werking van de inrichting 1 wordt het péil van de inkt in de houder 6 bepaald door het tastorgaan 55, dat, wanneer de afstand van hét benedenvlak 15 hiervan tot het vlak van de inkt een bepaalde waarde weergegeven met een pijl 58 overschrijdt, het bekrachtigen van de spoel 53 en de beweging van de plaat 48 naar de openingsstand weergegeven in de fig. 1 bepaalt. Bijgevolg kant de inkt vanuit de leiding 50 in de houder 6 via de leiding 43 en stijgt het peil 20 van de inkt in de houder 6 totdat deze een minimale afstand ten opzichte van het tastorgaan 55 aangegeven met een pijl 59 heeft bereikt. In deze situatie stopt het tastorgaan 55 door middel van de comparator 56 de strocmaanvoer naar de spoel 53 waardoor de plaat 48 ander invloed van de kracht van da veer 25 51 kan terugkeren naar zijn normale sluitstand.

De hierboven beschreven cyclus wordt herhaald totdat de inkt in het vat 37 volledig is opgébruikt.

Sons is het nodig dat visoeus materiaal de verdeel-inrichting 1 bij een constante druk verlaat. Om hieraan te 30 voldoen is nabij de mond van het mondstuk 2 een inrichting 60 opgesteld voor het meten van de druk en voor het regelen van de rotatiesnelheid van de as 17 als functie van deze druk door middel van een motor 61 met veranderlijke snelheid.

81 01 615

Claims (11)

1. Verdeelinrichting voor visceus materiaal omvattende een kcmvormige houder (6) voor dit materiaal/ een afvoermondstuk (2), een verbindingsleiding (23) tussen de houder (6) en het mondstuk (2), en een persorgaan (9/ 25) om het visceus materiaal 5 in de houder (6) te persen naar het mondstuk (2), met het kenmerk, dat het persorgaan bestaat uit een transportschroef (25) roteerbaar opgesteld in de houder (6) en in aanraking met het binnenvlak hiervan/ en een van schroefdraad voorziene kern (20) roteerbaar opgesteld in een doorgaande boring (14) in de bodem 10 van de houder (6), waardoor een schroeflijnvormig kanaal (21) wordt gevormd, dat de houder (6) verbindt net het mondstuk/ dat een sluitorgaan (13) aanwezig is voor het afsluiten van de houder, en dat een regelorgaan (24) geplaatst is in de leiding (23) cm de stroom van het materiaal naar het mondstuk 15 (21 te regelen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het binnenvlak. van de houder, dat in aanraking is met de transportschroef, afgeknot kegelvormig is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, 20 dat de van schroefdraad voorziene kern (20) en de transportschroef (25). gedragen worden door een as (17), die roteerbaar echter in axiale richting vast werd opgesteld in de houder (6).

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het'kenmerk/ dat een ringvormige kamer (22) de kern (20) 25 cmgeeft waardoor het schroeflijnvormig kanaal (21) verbonden is met de leiding (23).

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het regelorgaan bestaat uit een instelbare naaldklep (241 die qpgesteld staat in de leiding (23).

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het sluitorgaan bestaat uit een deksel (13), dat wegheembaar is ingébracht in de houder.

7. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 5 met het kenmerk., dat het sluitorgaan bestaat uit een bus (26) 35 met hierin het visceus materiaal, die omgekeerd geplaatst is 81016 15 -9- ιη de houder (61, en dat een roerorgaan (27), gedragen door de transportschroef (251 en hiermee bewegend, zich uitstrekt buiten de houder (6) en binnen de bus.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, 5 dat het roerorgaan bestaat uit een spatel (26) gevormd door een ringvormig orgaan van een metalen draad.

9. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 6 met het kenmerk, dat de houder (6) door middel van een aanvoer-leiding (501 in verbinding staat net een uitwendig onder druk 10 staand vat (37} voor het visceus materiaal, dat in deze aanvoer-leiding een klep (45) is aangebracht cm de leiding te sluiten en te openen al naar gelang het peil van het visceus materiaal in de houder (6} binnen een bepaald variatiegebied toeneemt, respectievelijk afneemt.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door een inrichting (60) voor het meten van de druk van het materiaal stronende door het mondstuk (20) en voor het regelen van de snelheid van de motor (61) voor de as (17) als functie van de hierdoor bepaalde druk.

11. Verdeelinrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen. 81 01 615