NL8101234A - Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad. - Google Patents

Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad. Download PDF

Info

Publication number
NL8101234A
NL8101234A NL8101234A NL8101234A NL8101234A NL 8101234 A NL8101234 A NL 8101234A NL 8101234 A NL8101234 A NL 8101234A NL 8101234 A NL8101234 A NL 8101234A NL 8101234 A NL8101234 A NL 8101234A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
medium
blades
hydraulic
source
valve
Prior art date
Application number
NL8101234A
Other languages
English (en)
Original Assignee
United Technologies Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by United Technologies Corp filed Critical United Technologies Corp
Publication of NL8101234A publication Critical patent/NL8101234A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03DWIND MOTORS
    • F03D7/00Controlling wind motors 
    • F03D7/02Controlling wind motors  the wind motors having rotation axis substantially parallel to the air flow entering the rotor
    • F03D7/04Automatic control; Regulation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03DWIND MOTORS
    • F03D7/00Controlling wind motors 
    • F03D7/02Controlling wind motors  the wind motors having rotation axis substantially parallel to the air flow entering the rotor
    • F03D7/022Adjusting aerodynamic properties of the blades
    • F03D7/0224Adjusting blade pitch
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2260/00Function
    • F05B2260/70Adjusting of angle of incidence or attack of rotating blades
    • F05B2260/74Adjusting of angle of incidence or attack of rotating blades by turning around an axis perpendicular the rotor centre line
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2260/00Function
    • F05B2260/70Adjusting of angle of incidence or attack of rotating blades
    • F05B2260/77Adjusting of angle of incidence or attack of rotating blades the adjusting mechanism driven or triggered by centrifugal forces
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2270/00Control
    • F05B2270/60Control system actuates through
    • F05B2270/604Control system actuates through hydraulic actuators
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/70Wind energy
    • Y02E10/72Wind turbines with rotation axis in wind direction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Wind Motors (AREA)
  • Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
  • Control Of Eletrric Generators (AREA)
  • Paper (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)

Description

« i i - 1 -
Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad.
De uitvinding heeft betrekking op windturbines en meer in het bijzonder op een mechanisme voor het naar keuze instellen van de spoed van windturbinebladen met variabele spoed.
5 Voor een beter rendement worden windturbines soms voorzien van bladen met een variabele spoed. De spoed van dergelijke bladen wordt ingesteld door de bladen te verzwenken om hun éigen langsas, waardoor de windturbine over een groot gebied van wind-omstandigheden 10 met het maximale rendement kan werken, terwijl tevens het in werking komen van de turbine kan worden vergemakkelijkt en bij grote windsnelheden een te groot toerental van de,turbine kan worden voorkomen door het in vaanstand stellen van de turbinebladen.
15 Verschillende mechanismen en regelstelsels zijn voorgesteld voor het variëren van de spoed van windturbinebladen. Een dergelijk mechanisme is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.083.651 en bij dit mechanisme worden slingerelementen toegepast, die een 20 centrifugaalkracht ondergaan in afhankelijkheid van de snelheid van de windturbine voor het torderen van de bladen, zodanig dat de spoed van een blad wordt gevarieerd over het werktraject van de windturbine. Het zal duidelijk zijn, dat de bladhoekinstellingsmogelijkheden van een 25 dergelijk mechanisme worden begrensd door de centrifugale afhankelijkheid van de slingerelementen en dat een automatische instelling plaatsvindt, die slechts afhankelijk is van de bedrijfsparameters van het systeem, zodat het mechanisme niet kan worden uitgeschakeld wanneer dit 30 gewenst zou zijn.
Voor het verkrijgen van een continue regeling van de spoed van de windturbinebladen, is het gewenst hydraulische regelsystemen toe te passen, waarbij het hydraulische medium naar keuze wordt toegevoerd en 35 onttrokken aan hydraulische bedieningsinrichtingen, die *»» werkzaam zijn verbonden met de bladen. Hydraulische regelstelsels, die volgens dit algemene principe werken, 8101234 - 2 - ( 4 ft zijn toegepast voor het regelen van de spoed van de bladen van schroeven van luchtvaartuigen, zoals bijv. blijkt uit de Amerikaanse octrooischriften 2.809.702; 2.611.440; 3.004.608; 3.163.233; 2.507.671; 2.505.206; en 5 2.556.700. Bij dergelijke stelsels wordt hydraulisch medium vanaf een primaire pomp toegevoerd aan de motor voor de normale spoedinstelling. Een secundaire pomp of accumulator voert onder druk gebracht hydraulisch medium toe aan de motor voor het in vaanstand brengen van 10 de bladen ofwel in het geval dat de primaire pomp uitvalt. Volgens de drie eerstgenoemde octrooischriften onttrekken zowel de primaire als de vaanstandpomp het hydraulische medium aan een gemeenschappelijke bron. Wanneer dus deze bron uit zou vallen, bijv. door lekkage van hydraulisch 15 medium daaruit, zouden zowel het primaire regelstelsel als het andere regelstelsel uitvallen, zodat zowel de normale instelling van de spoed van de bladen als het in vaanstand brengen daarvan niet meer mogelijk zou zijn. Verder zijn bij deze octrooischriften zowel de primaire 20 als de andere bronnen voor hydraulisch medium met de bladhedieningsinrichting verbonden door een enkele regel-klep. Wanneer dus deze regelklep niet meer zou werken, bijv. ten gevolge van lekkage van medium daaruit of doordat het klepelement niet meer in de juiste stand komt, zouden 25 zowel het normale instelmechanisme als het mechanisme voor het in vaanstand brengen van de bladen uitvallen. Wanneer bij hét Amerikaanse octrooischrift 3.163.233 het in vaanstand brengen van de bladen gewenst is wordt de uitgang van de daartoe dienende pomp via een leiding 30 direkt in verbinding gebracht met de uitgang van de hoofdpomp. Wanneer dus de hoofdpomp uit zou vallen, zou het mogelijk zijn dat hydraulisch medium vanaf de vaanstandpomp uit het stelsel weglekt via de hoofdpomp.
De stelsels beschreven in de. drie laatst-35 genoemde octrooischriften beschrijven regel- of verdeel-kleppen, die naar keuze hydraulisch medium toevoeren vanaf zowel de primaire als de vaanstandpomp naar de blad-bedieningsinrichting. Wanneer dus, zoals boven uiteengezet, de regel- of verdeelklep zou falen, zou de toevoer van 40 hydraulisch medium naar de bedieningsinrichtingen zowel van 8101234
ί I
- 3 - de primaire als van de secundaire mediumbronnen worden onderbroken, waardoor in het geheel geen instelling van de bladen of het in vaanstand brengen daarvan mogelijk zou zijn.
5 Een doel van de onderhavige uitvinding is daarom het verschaffen van een instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad, waardoor de bezwaren van de bekende inrichtingen worden overwonnen.
Een verder doel van de uitvinding is het 10 verschaffen van een dergelijk instelmechanisme, waarbij wordt gebruik gemaakt van afzonderlijke hydraulische mediumbronnen voor het normaal instellen van de spoed van de bladen en voor het in vaanstand brengen daarvan, zodanig dat door het uitvalllen van de ene bron de werking 15 van de andere bron niet wordt beïnvloed.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een instelmechanisme waarbij het hydraulische medium voor het in vaanstand brengen van de bladen wordt toegevoerd aan een bladhoekinstelmechanisme, on-20 afhankelijk van kleppen die de stroom hydraulisch medium regelen naar het mechanisme voor het normaal instellen van de spoed van de bladen, zodanig dat de bladen in vaanstand kunnen worden gebracht ook indien een dergelijke regelklep uitvalt.
25 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad, waarbij een bron voor hydraulisch medium voor het in vaanstand brengen van de bladen afzonderlijk wordt opgesteld van een eerste bron van hydraulisch 30 medium voor de normale bladhoekinstelling, zodat lekkage van medium uit een dergelijke eerste bron of van daarmee in verbinding staande leidingen geen nadelige invloed uitoefent op de toevoer van hydraulisch medium vanuit een tweede bron voor het in vaanstand brengen van de bladen.
35 Het instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad volgens de onderhavige uitvinding omvat ten minste êén hydraulische bedieningsinrichting, geschikt voor het aandrijven van de bladen zodanig dat deze om hun langsas verzwenken, een eerste bron voor onder druk 40 gebracht hydraulisch medium voor toevoer aan de bedienings- 8101234 - 4 - inrichting voor het doen verzwenken van de bladen over een normaal gebied van de spoed, en een tweede bron van onder druk gebracht hydraulisch medium voor toevoer aan de bedieningsinrichting voor het aandrijven van de bladen 5 zodanig dat deze in vaanstand komen (versnelde, maximale bladhoek).
Er is voorzien in middelen voor het regelen van de toevoer van hydraulisch medium aan de bedieningsinrichting en voor de afvoer van medium daaruit, welke 10 middelen eerste regelmiddelen omvatten voor het regelen van de toevoer en de afvoer voor de normale instelling van de bladhoek, en tweede middelen voor het regelen van de toevoer en de afvoer voor het in vaanstand brengen van de bladen, zodanig dat tijdens het in vaanstand brengen 15 het medium dat aan de bedieningsinrichting wordt toegevoerd vanaf de tweede bron en het medium dat uit de bedieningsinrichting wordt afgevoerd, zijn gescheiden van zowel de eerste bron van medium als van de eerste regelmiddelen, waardoor beïnvloeding van de toevoer en de afvoer tijdens 20 het in vaanstand brengen door een onjuiste werking van de eerste bron of van de eerste regelmiddelen wordt vermeden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de eerste bron een zwenkpomp waardoor hydraulisch medium wordt toegevoerd aan een servo-bediende regelklep (eerste 25 regelmiddelen).De tweede bron omvat ten minste één accumulator met hydraulisch medium, dat onder druk is gebracht door een intermitterend werkende vulpomp, terwijl de tweede regelmiddelen een eerste servoklep omvatten, die in verbinding staat met een inlaat naar de bedienings-30 inrichting en een tweede servoklep die in verbinding staat met een afvoer vanaf de 'bedieningsinrichting. De eerste servoklep blokkeert de verbinding tussen de eerste regelklep en het hydraulische medium voor het in vaanstand brengen, terwijl de tweede servoklep de verbinding blokkeert 35 tussen de mediumafvoer van de bedieningsinrichting en de eerste regelklep. De eerste en de tweede servokleppen blokkeren verder de inlaat naar de bedieningsinrichting en de, afvoer vanaf de eerste mediumbron, zodat een onjuiste werking van deze bron niet de werking verhindert van de 40 bedieningsinrichting tijdens het in vaanstand brengen.
8101234 Λ - 5 -
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de tekening, die schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een instelmechanisme volgens de onderhavige uitvinding toont.
5 In de tekening zijn de instelbare bladen van de windturbine schematisch aangeduid met 10 en 15, waarbij duidelijk zal zijn dat de bladen ongeveer coaxiaal zijn aangebracht op een draaibare, niet weergegeven, naaf die mechanisch is verbonden met een aan te drijven inrichting 10 zoals een generator.
De bladen 10 en 15 hebben een variabele spoed en zijn daartoe om hun langsas verdraaibaar door middel van bedieningsinrichtingen 20, 25, 30 en 35. De bedieningsinrichtingen omvatten dubbelwerkende hydraulische cilinders 15 4Q, waarin heen en weer beweegbare zuigers 45 zijn opgenomen, die zijn verbonden met zuigerstangen 50, welke zuigerstangen voor een gelijktijdige gelijkmatige verplaatsing ervan zijn verbonden door middel van een verbindingsstang 55.
De verbindingsstang is verbonden met een schuifblok 60, 20 dat via schakels 65 en armen 70 is gekoppeld met de bladen, terwijl de verbindingsstang 55 verdraaibaar is op het schuifblok door middel van legers 73.
Het zal duidelijk zijn dat door een heen en weer-beweging van de zuigers en van de verbindingsstang 55 het 25 schuifblok 60 heen en weer wordt verplaatst terwijl het roteert met de naaf van de windturbine. De heen en weer-beweging van het schuifblok 60 wordt omgezet in een ver-zwenkende beweging van de bladen 10 en 15 door de verbinding' tussen de bladen en het schuifblok. Hoewel in de tekening 3Q een mechanische verbinding met de bladen 10 en 15 is aangegeven, zoals het geval Is bij de meeste bedieningsinrichtingen voor het verzwenken van de bladen, zal duidelijk zijn dat het regelstelsel volgens de onderhavige uitvinding eveneens geschikt is voor windturbines waarbij 35 de bladen afzonderlijk worden aangedreven door êên of meer bedieningsinrichtingen, zoals dit het geval Is bij een inrichting beschreven in een samenhangende octrooiaanvrage .
Zoals gezien In de tekening zal het blad 10 40 rechtsom verzwenken voor het doen toenemen van de spoed 8101234 - 6 - terwijl het blad 15 linksom zal verzwenken wanneer de spoed daarvan wordt vergroot. Het zal dus duidelijk zijn dat de zuigers 45 van de bedieningsinrichtingen 40 naar links toe bewegen, dat wil zeggen dat er vanaf rechts via 5 de leidingen 75-90 drukmedium aan wordt toegevoerd, wanneer de spoed van de bladen wordt vergroot en wanneer de bladen in vaanstand worden, gebracht. Dergelijke bewegingen van de zuigers zullen natuurlijk zorgen voor de afvoer van medium tussen de zuiger en het linkereinde van de bedie-10 ningsinrichting via de leidingen 95-110. Wanneer het gewenst is de spoed van de bladen te verkleinen worden de bedieningsinrichtingen onder druk gebracht via leidingen 95-110 en drukmedium wordt afgevoerd via de leidingen 75-90, waardoor de zuigers naar rechts toe worden ver-15 plaatst.
De leidingen 75-90 zijn verbonden met een eerste hoofdleiding 115, die weer in verbinding staat met de leiding 120 en een eerste regelklep 125. Op gelijke wijze zijn de afvoerleidingen' 95-110 verbonden met een 20 tweede hoofdleiding 13Q, die eveneens in verbinding staat met de eerste regelklep 125.
De eerste regelklep 125 regelt de toevoer van hydraulisch medium vanaf de hoofdtoevoerleiding 135, die uitkomt in de klep 125 via de terugslagklep 140, en 25 de afvoer van hydraulisch medium naar het reservoir 145.
De regelklep 125 wordt bediend door een elektrische, hydraulische, of gelijkwaardige, niet weergegeven, besturingsinrichting, die de klep.in ëën van drie standen brengt. Zoals weergegeven kan het klepelement in de . 30 nulstand worden gebracht waarbij de verbinding tussen de eerste en de tweede hoofdmediumleidingen 120 en 130 en eveneens de hoofdtoevoerleiding 135 en de afvoerleiding 145 is onderbroken. In de tweede, bovenste weergegeven stand, is de eerste hoofdleiding 120 en zijn dus de 35 leidingen 75-90 verbonden met de hoofdtoevoerleiding 135 . . voor het onder druk brengen van de bedieningsinrichtingen 20-35 in de richting van een vergrote 'spoed ofwel de vaanstand, terwijl de tweede hoofdtoevoerleiding 130 en 's*· de leidingen 95-110 zijn verbonden voor afvoer van medium 40 uit de linkereinden van de bedieningsinrichtingen. Bij 8101234 - 7 - de derde, beneden weergegeven, stand is de tweede hoofdleiding 130 verbonden met de hoofdleiding 135, terwijl de eerste hoofdleiding 115 is verbonden met de leiding 120 voor de mediumafvoer en voor het onder druk brengen van de 5 bedieningsinrichtingen 20-35, zodanig dat de spoed van de bladen afneemt.
Hydraulisch medium voor de normale bladhoek-instelling wordt toegevoerd door een eerste bron daarvan omvattende een pomp 150, aangedreven door de elektromotor 10 155, waarbij de pomp hydraulisch medium onttrekt aan een reservoir 160. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm wordt in verband met het rendement een pomp 150 toegepast van het constante verplaatsingstype, waarbij de afvoer van de pomp afhankelijk is van de stromingshoeveelheid vereist 15 voor het bedienen van de bedieningsinrichtingen over een normaal veranderingsgebied van de spoed. Om te voorkomen dat bepaalde delen van het stelsel onder een te hoge druk worden gebracht, kan de pomp vloeistof afvoeren via een drukreduceer- of ontlastklep 161.
20 Om de bladen in vaanstand te brengen, waarbij een grote hoeveelheid hydraulisch medium vereist is door de bedieningsinrichtingen 20-35, is het regelsysteem volgens de onderhavige uitvinding voorzien van tweede hydraulische drukmediumbronnen, die bij de voorkeursuitvoeringsvorm 25 accumulators 165, 170, 175, 180 omvatten, De accumulators worden onder druk gebracht door een pomp 185, in die perioden, dat de bladen niet in vaanstand behoeven te worden gebracht. De pomp 185 wordt aangedreven door een elektromotor 190 en onttrekt medium aan het reservoir 195.
30 Deze pomp kan hoge uitlaatdrukken verschaffen voor het onder hoge druk brengen van de vaanstand-accumulators.
De pomp voert het medium aan de accumulators toe via de leiding 200, waarin een ontlastklep 205 en een uitlaatklep 210 zijn aangebracht. Zoals weergegeven verbindt de 35 uitlaatklep 210 de pomp 185 met een afvoer wanneer de vaanstand-accumulators volledig zijn belast. Wanneer echter de accumulators moeten worden gevuld wordt de klep 210 door middel van de drukschakelaar 215 ingesteld op de vulstand (rechts weergegeven), waarbij de afvoer van de 40 pomp is verbonden met de vaanstandaccumulators. De 8101234 - 8 - accumulators 165 en 170 zijn direkt verbonden met de vulpomp door de leiding 200, terwijl de accumulators 175 en 180 met de uitgang van de pomp zijn verbonden via leidingen 200 en 220.
5 Afvoer vanuit de vaanstandaccumulators 165 en 170 kan plaatsvinden door een drukreduceerklep 225 in de leiding 230. De klep 225 verlaagt de druk van het hydraulische medium dat door de accumulators 165 en 170 wordt toegevoerd tot een waarde geschikt voor de kleppen 10 en de bedieningsmiddelen van het verdere stelsel. In de leiding 230 is eveneens een servo-bediende vaanstandklep 235 aangebracht, die de afvoer van medium vanuit de accumulators 165 en 170 voorkomt onder alle omstandigheden behalve bij het in vaanstand brengen van de bladen.
15 Onder dergelijke vaanstandomstandigheden wordt hydraulisch besturingsmedium aan de klep 235 toegevoerd via de leiding 240 om de klep in de 'open stand te houden. Op gelijke wijze wordt medium vanaf de accumulators 175 en 18Q afgevoerd door de leiding 245, de drukreduceerklep 20 250 en de vaanstand-servoklep 255, die tijdens vaanstand omstandigheden wordt opengehouden door toevoer van besturingsmedium, toegevoerd via de leiding 260.
Om te verzekeren dat het medium vanaf de accumulator 165-180 gescheiden wordt gehouden van de eerste 25 regelklep 125 en de pomp 150 is het stelsel volgens de onderhavige uitvinding voorzien van eerste of spoed-blokkeringsservokleppen 265 en 270, aangebracht in tegenovergestelde 'aftakkingen van de eerste hoofdleiding 115. De klep 265 wordt opengehouden tijdens het normale 30 instellen van de bladhoek door besturingsmedium, dat er aan is toegevoerd via de leiding 275, terwijl de klep 270 wordt opengehouden tijdens deze normale omstandigheden door drukmedium dat er aan is toegevoerd via de leiding 280. Duidelijk zal zijn dat de kleppen 265 en 270 in de 35 open stand een stroom in beide richtingen er doorheen mogelijk maken voor de toevoer en af voer van medium naar de bedieningsinrichtingen via de leidingen 75-90. Tijdens het in vaanstand brengen van de bladen wordt echter besturingsdrukmedium af gevoerd uit de kleppen, die de 40 wegstroming van medium uit de bedieningsinrichtingen 8101234 * Λ - 9 - voorkomen, waardoor het accumulatormedium gescheiden wordt van de eerste regelklep 125 en de pomp 150.
Een tweede of blok-terugslag-servoklep 285 is aangebracht in de tweede hoofdleiding 130 en er wordt 5 besturingsmedium aan toegevoerd via de leiding 290 om de klep open te houden onder die omstandigheden waarbij een normale bladhoekinstelling plaatsvindt, waarbij de klep een stroming in beide richtingen er doorheen mogelijk maakt voor het toevoeren en afvoeren van medium van de 10 bedieningsinrichtingen via de leidingen 95-110. Onder vaanstandomstandigheden wordt besturingsdrukmedium verwijdert uit de klep 285, waarna de klep slechts een stroming mogelijk maakt in êën richting en wel vanaf de bedieningsinrichtingen voor de afvoer van medium daaruit zonder 15 dat dit bijv. wordt belemmerd door een ongewenste onder druk brenging van de tweede hoofdleiding ten gevolge van een onjuiste werking van de regelklep 125.
Een derde ofwel vaanstandservoklep 295 is aangebracht in de leiding 300, die in verbinding staat met 20 de bedieningsléidingen 95-110 en waardoor een verbinding tot stand wordt gebracht tussen deze bedieningsleidingen en de afvoer. De klep 295 is gesloten onder normale omstandigheden zodanig dat medium vanaf de pomp 150 en de eerste regelklep 125 toegevoerd kan worden aan de bedienings-25 inrichtingen via de leidingen 95-110, voor de afname van de spoed van de bladen zonder dat het gevaar aanwezig is van een voortijdige af voer van medium via de leiding 300.
Tijdens het in vaanstand brengen wordt echter de klep 295 in een geopende stand gehouden door drukmedium dat er 30 aan is toegevoerd via de leiding 305, zodanig dat een belemmering van de afvoer van medium vanuit de bedieningsinrichting wordt voorkomen door medium dat aan de tweede hoofdleiding 130 wordt toegevoerd bijv. door een onjuiste werking van de eerste regelklep 125.
35 De kleppen 235, 265, en 295 worden bestuurd door een vaanstand of tweede regelklep 310, die is verbonden met de accumulators 165 en 170 via de leidingen 200 en 315. Op gelijke wijze worden kleppen 255, 270 en
V
285 bestuurd door een andere vaanstand of tweede regelklep 40 320, die is verbonden met de accumulators 175 en 180 via 8101234 - 10 - de leiding 220. Zoals weergegeven zijn de vaanstandregelkleppen 310 en 320 ingesteld voor een normale blad-hoekinstelling waarbij de spoedblokkeringsservokleppen 265 en 270, evenals de blokterugslag-servoklep 285 worden 5 opengehouden door besturingsdrukmedium dat vanaf de bijbehorende accumulators aan die kleppen wordt toegevoerd via de vaanstandregelkleppen voor het normale onder druk brengen en afvoeren van drukmedium uit de bedieningsinrichtingen, door de gekozen stand van de eerste regel-10 klep 125 op de bovenbeschreven wijze. Onder normale omstandigheden verbinden vaanstandregelkleppen 310 en 320 de besturingsmediumtoevoerleidingen van de vaanstandkleppen 235 en 255 en van de vaanstandafvoerklep .295 met de afvoer, zodanig dat dezè kleppen slechts een stroming in ëën richting 15 er doorheen toestaan. De vaanstandkleppen 235 en 255 blijven dus open voor de stroom hydraulisch medium er doorheen vanaf de vaanstandaccumulators, terwijl de vaanstandafvoerklep 295 gesloten blijft voor de stroming er doorheen . vanaf de bedieningsinrichtingen. Wanneer het in vaan·’-20 stand brengen van de bladen is vereist worden de vaanstandregelkleppen 310 en 320 bediend (waarbij de klepelementen daarvan naar rechts toe worden verplaatst), zodanig dat de vaanstand-servokleppen 235 en 255 evenals de vaanstand-afvoerservoklep 295 onder druk worden gebracht door 25 besturingsmedium waardoor de leidingen 230 en 245 opengaan voor de afvoer van hydraulisch medium vanuit de accumulators naar de bedieningsinrichtingen terwijl tevens de leiding 300 wordt geopend voor de direkte afvoer vanuit de bedieningsinrichtingen. Door deze bediening van de tweede . 30 regelkleppen 310 en 320 wordt eveneens besturingsdrukmedium afgevoerd uit de spoedblokkeringsservokleppen en de blokterugslagservoklep, waardoor het onder druk brengen . en afvoeren van medium vanuit de bedieningsinrichtingen wordt onderbroken zowel met de eerste regelklep 125 als 35 de pomp 150. Wanneer dus één van deze inrichtingen uit zou vallen tijdens het in vaanstand brengen van de bladen, zoals door een ongewenste lekkage van hydraulisch medium eruit,,, wordt toch elke belemmering van toevoer en afvoer van medium aan de bedieningsinrichtingen 20-35 voorkomen.
40 Het regelstelsel volgens de onderhavige uitvinding 8101234 - 11 - kan eveneens een derde bron hydraulisch medium omvatten in aanvulling op de eerste bron voor de toevoer van medium aan de bedieningsinrichtingen voor het tot stand brengen van bladhoekinstellingen die groter zijn dan de normale 5 waarde. Zoals blijkt uit de tekening kan deze derde bron één of meer spoedveranderingsaccumulators 350 omvatten, diè worden gevuld door de pomp 185 via de leiding 200, op dezelfde wijze als de vaanstandaccumulators worden gevuld.
10 Het regelstelsel volgens de onderhavige uit vinding kan verder een vaanstandblokkering 360 omvatten met een grendel 365, die in aangrijping komt met de verbindingsstang 55 door middel van een uitsparing 370 daarin. Zoals weergegeven omvat de grendel 365 een 15 zuigerstang, die zich uitstrekt vanaf de zuiger 375, aangebracht binnen een hydraulische kamer 380. Toevoer van besturingsmedium vanuit de accumulators aan de cilinder 380 vindt plaats via vaanstandregelklep 310 en leiding 385, door welk besturingsmedium de zuiger en de grendel weg 20 worden gedrukt van de verbindingsstang, zodat deze laatste vrij kan bewegen. Bij bekrachtiging van de vaanstandregelklep 310 onder vaanstandomstandigheden wordt echter de toevoer van besturingsmedium onderbroken, zodanig dat de grendel naar de uitsparing 70 wordt toegedrukt door de 25 veer 390, waardoor de bladen mechanisch in de vaanstand worden vastgehouden.
Het zal duidelijk zijn dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding is beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten 30 de uitvindingsgedachte te vallen.
- conclusies - *»* 8101234

Claims (14)

1. Instelmechanisme voor de spoed van een wind-turbineblad, met het kenmerk, dat het instelmechanisme een eerste bron voor onder druk gebracht hydraulisch medium omvat; een hydraulische bedieningsin- 5 richting geschikt voor het aandrijven van de bladen in een verzwenkende beweging om de langsas ervan in afhankelijkheid van het toevoeren van onder druk staande hydraulisch medium aan de bedieningsinrichting voor het instellen van de spoed van de bladen; eerste middelen voor het regelen van de 10 toevoer van het onder druk gebrachte hydraulische medium aan de bedieningsinrichting voor een normale instelling van de spoed van de bladen; 'ten minste één tweede bron voor onder druk gebracht hydraulisch medium dat wordt toegevoerd aan de bedieningsinrichting voor het in vaanstand brengen 15 van de bladen en tweede middelen voor het regelen van de toevoer van het hydraulische medium vanuit de tweede bron naar de bedieningsinrichting terwijl het tweede onder druk gebrachte •medium wordt gescheiden gehouden van het eerste onder, druk gebrachte medium en van de eerste regelmiddelen 20 en de eerste bron en de eerste regelmiddelen gescheiden worden gehouden van het hydraulische medium dat wordt afgevoerd uit de bedieningsinrichting tijdens het in vaanstand brengen van de bladen waardoor een belemmering wordt voorkomen' van toevoer van medium aan en afvoer van medium uit . 25 de bedieningsinrichtingen tijdens het in vaanstand brengen van de bladen door"een onjuiste werking van de toevoer of . van de eerste regelmiddelen.
2. Instelmechanisme volgens conclusie 1, me t het k e 'n m e 'r k, dat de eerste mediumbron ten minste 30 êêri pomp omvat, die hydraulisch medium onttrekt aan een reservoir, ervoor en dat de eerste regelmiddelen een eerste regelklep omvatten met een eerste instelling waarbij hydraulisch medium kan worden toegevoerd aan en afgevoerd uit de hydraulische bedieningsinrichting op zodanige wijze, 35 dat een vergroting van de spoed van de bladen tot stand wordt gebracht en een tweede instelling waarbij hydraulisch medium wordt toegevoerd aan en afgevoerd uit de hydraulische 8f 01234 - 13 - bedieningsinrichting op zodanige wijze dat een verkleining van de spoed van de bladen tot stand wordt gebracht.
3. Instelmechanisme volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat eerste en tweede hoofdmedium-5 leidingen zijn aangebracht voor het tot stand brengen van de verbinding tussen de bedieningsinrichting en de eerste regelklep zodanig dat de bedieningsinrichting de bladen verplaatst in een richting van grotere spoed wanneer de eerste hoofdmediumleiding onder druk wordt gebracht door 10 middel van medium en medium wordt afgevoerd uit de bedieningsinrichting via de tweede hoofdleiding, terwijl de bladen in een stand van kleinere spoed worden gebracht wanneer de tweede hoofdleiding onder druk wordt gebracht met medium en medium uit de bedieningsinrichting wordt afgevoerd 15 via de eerste hoofdleiding, waarbij de tweede regelmiddelen een eerste servoklep omvatten aangebracht in de eerste hoofdleiding voor het scheiden van het medium in de eerste hoofdleiding toegevoerd door de tweede bron van de eerste regelklep tijdens het in vaanstand brengen van de bladen, 20 waardoor een ongewenste afvoer van medium uit de bedieningsinrichting wordt voorkomen via de eerste hoofdmediumleiding, waarbij de tweede regelmiddelen verder een tweede servoklep omvatten aangebracht in de tweede hoofdleiding voor het scheiden van de erie pomp en de eerste regelklep van medium 25 in de tweede hoofdleiding afgevoerd vanuit de accumulator tijdens het in vaanstand brengen, waardoor de belemmering wordt voorkomen van de afvoer van medium uit de bedieningsinrichting door een ongewenst onder druk brengen van de tweede hoofdleiding door hydraulisch medium.
4. Instelmechanisme volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de eerste en tweede servokleppen worden bediend door besturingsmedium toegevoerd vanaf de tweede mediumbron via een tweede regelklep, die het in open stand houden van de eerste en de tweede servokleppen 35 tot stand brengt, voor het toestaan van het onder druk brengen en afvoeren van medium van de eerste en de tweede hoofdleidingen via de eerste regelklep tijdens het normale instellen van de spoed van de bladen. 8101234 Τ' V - 14 -
5. Instelmechanisme volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat een derde servoklep aanwezig is voor het tot stand brengen van een mediumverbinding tussen de tweede hoofdmediumleiding en de afvoer,welke 5 derde servoklep wordt bediend door besturingsmedium er aan toegevoerd vanaf de tweede bron via de tweede regelklep, die de derde servoklep in de open stand houdt Waardoor een onbelemmerde afvoer van medium vanuit de bedieningsinrichting wordt verzekerd tijdens het in vaanstand brengen 10 van de bladen.
6. Instèlmechanisme volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de tweede hydraulische mediumbron ten minste één accumulator omvat.
7. Instelmechanisme volgens conclusie 6, m e t 15 het kenmerk, dat de eerste hoofdleiding is verdeeld in een paar aftakleidingen, welke aftakleidingen elk in verbinding staan met ëén van ten minste een paar bedieningsinrichtingen, terwijl een enkele van de eerste servokleppen is aangebracht in elk van de aftakleidingen.
8. Instelmechanisme volgens conclusie 6 of 7, m e t het kenmerk, dat een vulpomp aanwezig is voor het toevoeren van onder druk gebracht hydraulisch medium aan de accumulator.
9. Instelmechanisme volgens ëén of meer der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat een derde bron voor hydraulisch medium aanwezig is in aanvulling op de eerste bron voor de toevoer van medium aan de bedieningsinrichtingen voor het tot stand brengen van een verstelling van de spoed van de bladen over een groter dan normaal 30 gebied.
10. .. .. Instelmechanisme volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de derde bron voor hydraulisch medium een spoedveranderingsaccumulator omvat, die wordt v gevuld door een pomp die hydraulisch medium onttrekt aan 35 een reservoir daarvoor. 8101234 ·»·- -V v - 15 -
11. Instelmechanisme volgens êén of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het mechanisch blokkeren van de bladen in de vaanstand ervan.
12. Instelmechanisme volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de blokkeringsmiddelen middelen omvatten die werkzaam zijn verbonden met de bladen en die zijn voorzien van een uitsparing en van een servo-bediende grendel die met de uitsparing kan samenwerken in een 10 stand daarvan corresponderend met de vaanstand van de bladen.
13. Instelmechanisme volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de middelen die werkzaam zijn verbonden met de bladen een schuifblok omvatten, dat is verbonden met elk der bladen door een verzwenkbare schakel, 15 terwijl het blok heen en weer kan worden verplaatst door de bedieningsinrichting.
14. Instelmechanisme als beschreven en/of weergegeven in de tekening. v 8101234
NL8101234A 1980-03-17 1981-03-13 Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad. NL8101234A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/130,657 US4352634A (en) 1980-03-17 1980-03-17 Wind turbine blade pitch control system
US13065780 1980-03-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101234A true NL8101234A (nl) 1981-10-16

Family

ID=22445719

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101234A NL8101234A (nl) 1980-03-17 1981-03-13 Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4352634A (nl)
JP (1) JPS57375A (nl)
KR (1) KR850000938B1 (nl)
AR (1) AR227778A1 (nl)
AU (1) AU541133B2 (nl)
BR (1) BR8101495A (nl)
CA (1) CA1146076A (nl)
DE (1) DE3110264A1 (nl)
DK (1) DK164563C (nl)
ES (1) ES500377A0 (nl)
FR (1) FR2478215B1 (nl)
GB (1) GB2071780B (nl)
IL (1) IL62273A (nl)
IT (2) IT8120378A0 (nl)
NL (1) NL8101234A (nl)
NO (1) NO158230C (nl)
SE (1) SE446652B (nl)

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4462753A (en) * 1982-06-22 1984-07-31 United Technologies Corporation Blade feathering system for wind turbines
DE3227700A1 (de) * 1982-07-24 1984-01-26 BÖWE Maschinenfabrik GmbH, 8900 Augsburg Windenergiekonverter
US4534705A (en) * 1983-01-21 1985-08-13 Selestam Rune K Horizontal-shaft wind turbine with few blades
JPS59134385A (ja) * 1983-01-24 1984-08-02 Matsushita Seiko Co Ltd 風力原動機の安全装置
US4715782A (en) * 1985-12-24 1987-12-29 Fayette Manufacturing Corp. Hydraulic control device for wind turbine
US4792281A (en) * 1986-11-03 1988-12-20 Northern Power Systems, Inc. Wind turbine pitch control hub
US5354175A (en) * 1992-03-16 1994-10-11 Northern Power Systems, Inc. Wind turbine rotor hub and teeter joint
DE19541202C2 (de) * 1995-11-04 1997-12-11 Muehlbauer Luftfahrttechn Gmbh Segelstellungs-Propelleranlage für Motorsegler und einmotorige Flugzeuge
US6171055B1 (en) * 1998-04-03 2001-01-09 Aurora Flight Sciences Corporation Single lever power controller for manned and unmanned aircraft
US9506405B2 (en) 1998-04-03 2016-11-29 Rockwell Collins Control Technologies, Inc. Apparatus and method for controlling power generation system
ES2178955B1 (es) * 2001-01-22 2003-12-01 Fundacion Fatronik Dispositivo en rotores para el control independiente de la variacion de paso de cada pala
CN1159702C (zh) 2001-04-11 2004-07-28 国际商业机器公司 具有情感的语音-语音翻译系统和方法
ATE471462T1 (de) * 2002-04-24 2010-07-15 Vestas Wind Sys As Windturbine, hydrauliksystem, entlüftungssystem und verfahren zur steuerung mindestens zweier windturbinenschaufeln
ES2279725B1 (es) * 2006-02-09 2008-07-16 Hydra-Power, S.L. Dispositivo para el control de las palas de un aerogenerador.
WO2008006020A2 (en) * 2006-07-06 2008-01-10 Acciona Windpower, S.A Systems, methods and apparatuses for a wind turbine controller
US20090133376A1 (en) * 2007-11-28 2009-05-28 Zysman Steven H Combined gearbox breather and drain mast for jet aircraft engine
US8096761B2 (en) * 2008-10-16 2012-01-17 General Electric Company Blade pitch management method and system
JP5330945B2 (ja) * 2008-10-29 2013-10-30 三菱重工業株式会社 油圧システム及びこれを備えた風力発電装置
GB0821239D0 (en) 2008-11-21 2008-12-31 Rolls Royce Plc A machine such as a gas turbine
US20110044811A1 (en) * 2009-08-20 2011-02-24 Bertolotti Fabio P Wind turbine as wind-direction sensor
US8562300B2 (en) * 2009-09-14 2013-10-22 Hamilton Sundstrand Corporation Wind turbine with high solidity rotor
US8672631B2 (en) 2010-08-31 2014-03-18 Hamilton Sundstrand Corporation Articulated wind turbine blades
CN102536660B (zh) 2010-11-26 2014-10-29 维斯塔斯风力系统有限公司 具有液压叶片变桨系统的风轮机
EP2458203B1 (en) * 2010-11-26 2015-04-22 Vestas Wind Systems A/S A wind turbine having a hydraulic blade pitch system
US9068556B2 (en) * 2010-11-26 2015-06-30 Vestas Wind Systems A/S Pilot circuitry for controlling the emergency feathering of a wind turbine
US9926908B2 (en) 2011-11-30 2018-03-27 Vestas Wind Systems A/S Hydraulic pitch system for a wind turbine
CN109072874A (zh) * 2016-02-16 2018-12-21 维斯塔斯风力系统集团公司 用于风力涡轮机的包括供该风力涡轮机的每个叶片使用的叶片控制器的控制系统
WO2019134972A1 (en) * 2018-01-05 2019-07-11 Siemens Gamesa Renewable Energy A/S Redundant hydraulic pitch control
US11364990B2 (en) * 2018-08-06 2022-06-21 Pratt & Whitney Canada Corp. Variable pitch propeller control system
EP3633188B1 (en) * 2018-10-02 2021-07-14 Siemens Gamesa Renewable Energy A/S Variable flow hydraulic circuit for a wind turbine
EP3670929B1 (en) * 2018-12-20 2022-08-24 Siemens Gamesa Renewable Energy A/S Hydraulic pump arrangement

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB605561A (en) * 1945-03-24 1948-07-27 John Sidney Neale Improved pitch controlling means for rotor blades of helicopters
US2505206A (en) * 1945-09-17 1950-04-25 Gen Motors Corp Accumulator control unit
US2507671A (en) * 1947-11-08 1950-05-16 Gen Motors Corp Propeller control
US2611440A (en) * 1949-02-02 1952-09-23 Rolls Royce Pitch control and feathering mechanism for variable pitch propellers
US2556700A (en) * 1949-04-23 1951-06-12 Gen Motors Corp Propeller control
US2597418A (en) * 1949-06-02 1952-05-20 Hobson Ltd H M Hydraulic servomotor and the like
US2809702A (en) * 1954-04-14 1957-10-15 United Aircraft Corp Feathering override for variable pitch propeller
US3163233A (en) * 1956-11-29 1964-12-29 United Aircraft Corp Aeronautical propeller having safety means for propeller feathering
US3004608A (en) * 1957-09-16 1961-10-17 United Aircraft Corp Independent feathering system
US3240275A (en) * 1963-12-03 1966-03-15 Curtiss Wright Corp Hydraulically operable pitch aircraft propeller
US3269121A (en) * 1964-02-26 1966-08-30 Bening Ludwig Wind motor
US3395763A (en) * 1965-09-22 1968-08-06 Curtiss Wright Corp Hydraulic control system for variable pitch propeller
SE306891B (nl) * 1967-11-28 1968-12-09 Karlstad Mekaniska Ab
NO123595B (nl) * 1969-03-28 1971-12-13 Liaaen As A M
US3767323A (en) * 1972-06-21 1973-10-23 Messerschmitt Boelkow Blohm Control means primarily for rotary-wing aircraft
GB1406834A (en) * 1972-09-04 1975-09-17 Stone Manganese Marine Ltd Control valve actuating arrangements
US4007845A (en) * 1975-03-17 1977-02-15 Massey-Ferguson Inc. Swing mechanism
DE2655026C2 (de) * 1976-12-04 1979-01-18 Ulrich Prof. Dr.-Ing. 7312 Kirchheim Huetter Windenergiekonverter
US4243358A (en) * 1978-10-11 1981-01-06 Textron Control system for redundant swashplate drive
DE3009922A1 (de) * 1980-03-14 1981-09-24 M.A.N. Maschinenfabrik Augsburg-Nürnberg AG, 8000 München Regelungs- und steuerungsanlage zur verstellung der fluegel des windrads eines windkraftwerks
US4348155A (en) * 1980-03-17 1982-09-07 United Technologies Corporation Wind turbine blade pitch control system

Also Published As

Publication number Publication date
KR830005487A (ko) 1983-08-20
DE3110264A1 (de) 1982-03-25
AR227778A1 (es) 1982-12-15
AU541133B2 (en) 1984-12-20
DK164563C (da) 1992-11-30
US4352634A (en) 1982-10-05
JPS57375A (en) 1982-01-05
FR2478215B1 (fr) 1987-08-14
ES8203754A1 (es) 1982-05-01
NO158230C (no) 1988-08-03
DK104981A (da) 1981-09-18
IL62273A0 (en) 1981-05-20
DK164563B (da) 1992-07-13
ES500377A0 (es) 1982-05-01
BR8101495A (pt) 1981-09-22
IT8120378A0 (it) 1981-03-17
AU6841481A (en) 1981-09-24
GB2071780B (en) 1983-09-07
DE3110264C2 (nl) 1987-08-20
FR2478215A1 (fr) 1981-09-18
GB2071780A (en) 1981-09-23
SE446652B (sv) 1986-09-29
KR850000938B1 (ko) 1985-06-28
NO810845L (no) 1981-09-18
CA1146076A (en) 1983-05-10
IT1137433B (it) 1986-09-10
SE8101613L (sv) 1981-09-18
NO158230B (no) 1988-04-25
JPH0147629B2 (nl) 1989-10-16
IL62273A (en) 1983-09-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8101234A (nl) Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad.
NL8101232A (nl) Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad.
FI77917B (fi) Bladfloejlingsanorning foer en vindturbin.
FI123639B (fi) Menetelmä ja sovitelma kallionporauksen ohjaamiseksi
SE470363B (sv) Förfarande och anordning för motorbromsning med en flercylindrig förbränningsmotor
US10677274B2 (en) Hydraulic excavator drive system
NL8101235A (nl) Instelmachine voor de spoed van een windturbine.
NL8101233A (nl) Instelmechanisme voor de spoed van een windturbineblad.
SE438355B (sv) Anordning for hydraulisk styrning av en kraftreverseringsanordning pa en jetmotor
FI119901B (fi) Metsänkorjuukoneen karsinta- ja katkaisupään syöttöelinten hydraulimoottorien käyttöjärjestelmä
CN107109961B (zh) 用于调节阀、尤其蒸汽透平调节阀的伺服驱动装置和其运行方法
CN110094377B (zh) 具有用于能量回收的液压装置的作业机械
US4822243A (en) Bladed rotor assemblies and control means therefor
US4631000A (en) Variable displacement hydraulic pressure intensifier
NL8002333A (nl) Inrichting voor het bij een windkrachtcentrale verstellen van de schoepen voor het regelen van het vermogen en/of het toerental van de rotor.
RU2761503C1 (ru) Электрогидравлическая система управления
DE2004268A1 (de) Einrichtung zur Steuerung von Pumpen fur den Betrieb hydraulischer Anlagen
SU922277A1 (ru) Привод исполнительного органа механогидравлического горного комбайна
GB499989A (en) Gun turret for aircraft
SU897977A1 (ru) Гидравлический привод экскаватора
SU1043397A1 (ru) Полуавтоматический гидропривод объемного регулировани
SU829824A1 (ru) Гидравлический привод экскаватора
DE3001167A1 (de) Vorrichtung zum steuern eines hydromotors
WO1992005757A1 (en) Feeding device at the end of a pivotable boom in a tree manipulating machine, especially grapple harvester
NO311076B1 (no) Sylinderanordning for styrestangen til en sykloidalpropell

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed