NL8101160A - Overdrachtsstelsel. - Google Patents

Overdrachtsstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8101160A
NL8101160A NL8101160A NL8101160A NL8101160A NL 8101160 A NL8101160 A NL 8101160A NL 8101160 A NL8101160 A NL 8101160A NL 8101160 A NL8101160 A NL 8101160A NL 8101160 A NL8101160 A NL 8101160A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pulse
blanking interval
horizontal blanking
voltage
generating
Prior art date
Application number
NL8101160A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ampex
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ampex filed Critical Ampex
Publication of NL8101160A publication Critical patent/NL8101160A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N7/00Television systems
    • H04N7/08Systems for the simultaneous or sequential transmission of more than one television signal, e.g. additional information signals, the signals occupying wholly or partially the same frequency band, e.g. by time division
    • H04N7/084Systems for the simultaneous or sequential transmission of more than one television signal, e.g. additional information signals, the signals occupying wholly or partially the same frequency band, e.g. by time division with signal insertion during the horizontal blanking interval only

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Amplifiers (AREA)
  • Television Systems (AREA)
  • Time-Division Multiplex Systems (AREA)

Description

VO I7U7
Overdrachtsstelsel.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het moduleren van een geluidsignaal -of een videosignaal gedurende het horizontale onderdrukkingsinterval daarvan, en meer in het bijzonder op een stelsel voor het in impulsbreedte modu-5 leren van een dergelijk geluidsignaal op het videosignaal, en het daarop volgend demoduleren daarvan en het weer vormen van het geluidsignaal bij een video-ontvangermiddel.
Gebruikelijke stelsels hebben gebruik gemaakt van frequent iemodulati e-technieken (FM) voor het aanbrengen van geluidsignaal 10 op een videosignaal voor het overdragen daarvan, bijvoorbeeld tussen een video-camera en een grondstation. Een tekortkoming van dergelijke stelsels is, dat de FM-draaggolven in het video-kanaal de frequentie-aanspreking van het videosignaal verminderen of een groter videokanaal vereisen voor een vergelijkbare videosignaalfrequentieaanspreking. De ge-15 luidskwaliteit, d.w.z. de signaal- tot ruisverhouding en de frequentie-aanspreking, staat in verband met deze FM-draaggolf-bandbreedte.
Andere modulatiewerkwijzen bevatten impulscodemodula-tie (PCM) en impulsamplitudemodulatie (PAM). De moeilijkheid met de PAM modulatie is, dat de geluidssignaal tot ruisverhouding begrenst is, in 20 dit geval door de maximale impulshoogte, die kan worden overgebracht op het videosignaal, en als gevolg van de oplossingsgevoeligheid van de schakeling voor veranderingen in de signaalamplitude. De tekortkoming van de PCM benadering is, dat dit een veel ingewikkelder en kostbaarder apparatuur vereist dan de andere werkwijzen. Dit is het gevolg van 25 het feit, dat synchronisatieketens voor de verschillende impulsen eveneens moeten worden aangebracht naast de schakeling, die gemeenschappelijk is met andere werkwijzen. Deze laatste tekortkoming is van belang in hedendaagse camerastelsels, waarbij afmeting, gewicht en energieverbruik kritische parameters zijn bij het algehele ontwerp van de 30 camera.
Afmeting, gewicht en energieverbruik zijn in het bijzonder belangrijke parameters in draagbare camera's. Voortdurende aandacht en inspanning is gericht op het verminderen van de hoeveelheid schakelingen in dergelijke camera's, en op het verminderen van een af-35 meting, gewicht en energieverbruik met verhoging van een peil van werken.
8101160 V » 2
Gebruik van het horizontale onderdrukkingsinterval van een videokanaal van een dergelijke geluidsmodulatie is van voordeel, omdat dit de noodzaak opheft van een afzonderlijk geluidskanaal. De ruimte of tijd in dit interval is 'Vrij” voor een dergelijk gebruik als gevolg van het 5 feit, dat het kleurenhulpdraaggolfsalvo of andere synchronisatie- of kalibreringssignalen niet het gehele interval gebruiken. In een kleuren-camera zijn er drie van dergelijke videokanalen, te weten de rood, blauw en groen videokanalen, die elk een horizontaal onderdrukkings-interval produceren. Derhalve kan een dergelijk interval worden gebruikt 10 voor het overdragen voor het kleurenhulpdraaggolfsalvo of andere synchronisatie- of kalibreringssignalen, waardoor twee horizontale onderdruk-kingsintervallen vrij worden gelaten voor gebruik voor geluidmodulatie.
Yerder is geen geluidmodulatiestelsel voor videosignalen bekend, waarbij voordeel wordt getrokken uit de snelle stijg- en daal-15 tijden, die beschikbaar zijn als gevolg van de bandbreedte van het videosignaal. In een standaard NTSC videostelsel met 525 lijnen, is de video-bandbreedte ongeveer 5 MHz bij de FM frequenties, gebruikt voor video-signaal-overdracht.
Een doel van de uitvinding is derhalve het verschaffen 20 van een inrichting en een werkwijze voor het moduleren van een geluidssignaal op een videosignaal, waarbij het geluidssignaal in impulsbreedte wordt gemoduleerd en dan toegevoegd aan het videosignaal gedurende de vrije tijd, die beschikbaar is in horizontale onderdrukkingsinterval.
Een ander doel is het verschaffen van een inrichting en 25 een werkwijze van het moduleren van een geluidssignaal op een videosignaal, waarbij voor het moduleren voordeel wordt getrokken uit de snelle stijg- en daaltijden, die op het videosignaal bereikbaar zijn.
Weer een ander doel is het verschaffen van een inrichting en werkwijze voor het moduleren van een geluidssignaal op een 30 videosignaal, waarbij elke rand van de in impulsbreedte gemoduleerde impuls een afzonderlijk monster vertegenwoordigt van het geluidssignaal voor het zodoende verschaffen van een maximale bandbreedte van het geluidssignaal, welke breedte theoretisch gelijk is aan de frequentie van het horizontale onderdrukkingsinterval, d.w.z. 15,75 kHz.
35 Een verder doel is het verschaffen van een middel voor het moduleren van een geluidssignaal op een videosignaal, welk middel 8101160 > ί 3 een schakeling omvat met een eenvoudige constructie, licht in gewicht en een kleine afmeting.
Weer een ander doel is het verschaffen van een inrichting, waarbij verschillende geluidssignalen op hetzelfde video-5 kanaal kunnen worden gemoduleerd of waarbij, indien een kleurenvideo-stelsel wordt gebruikt, een geluidssignaal kan worden gemoduleerd gedurende het horizontale onderdrukkingsinterval van een videokanaal en een tweede geluidssignaal kan worden gemoduleerd op een tweede videokanaal.
Nog een ander doel is het verschaffen van het moduleren 10 van een geluidssignaal met een videosignaal, waarbij het middel waarbij een enkele impuls wordt gebruikt voor het transport van een kanaal met breedbandgeluid, op zichzelf ongevoelig is voor laagfrequente ruis of tijdbasiskanteling in het videokanaal.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van 15 de tekening, waarin:
Fig. 1 een blokschema is van de onderhavige impuls- breedt emodulat or, fig. 2 een blokschema is van de onderhavige impuls-breedtedemodulator, 20 fig. 3 een gedetailleerd schema is van de impulsbreedte- modulator volgens figuur 1, fig. U een gedetailleerd schema is van de impulsbreedte-demodulator volgens figuur 2, en fig. 5 een tijdinstelschema is, dat de werking verdui-25 delijkt op verschillende punten in de figuren 3 en 1+ weergegeven modulator /demodulatorketens.
In het algemeen gezegd is de uitvinding gericht op een inrichting en een werkwijze voor het in impulsbreedten moduleren van een geluidssignaal op een videosignaal, en voor het vervolgens demoduleren 30 daarvan bij een video-ontvanger. De modulator bevat middelen voor het met tussenpozen bemonsteren en aanhouden van het geluidssignaal, verder middelen voor het opwekken van een hellingsspanning tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval van het videosignaal, en vergelijkings-middelen voor het uitvoeren van een impuls als een functie van het ni-35 veau van de hellingsspanning, waarbij de impulsbreedte van de impuls wordt bepaald door het spanningsniveau van het bemonsterde geluidssignaal.
8101160 ΐ ¢- k D eze impulsbreedte wordt dan toegevoegd aan bet videosignaal. De impuls wordt vervolgens uitgelicht en dan gedemoduleerd bij een video-ontvanger. Het geluidssignaal wordt overeenkomstig de uitvinding weer gevormd door het toevoeren van deze in impulsbreedte veranderlijke im-5 puls aan een middel voor het opwekken van een spanning met een niveau, representatief voor de impulsbreedte, welk middel het spanningsniveau uitvoert totdat de volgende impuls wordt ontvangen.
De uitvinding is gericht op het stelsel, waarbij zowel de voorste als de achterste rand van een in impulsbreedte gemoduleerde 10 puls worden gebruikt voor overdracht van spanningsniveaus van een geluidssignaal. Dit gebruik van een weerszijdige impulsbreedtemodulatie maakt het een enkele impuls mogelijk om gedurende het horizontale onderdrukkingsinterval een geluidssignaalkanaal te hebben met een werkzame bandbreedte van 15»75 kHz of twee gescheiden geluidssignaal-15 kanalen, elk met een bandbreedte van 7,875 kHz.
Bij de uitvoeringsvorm, waarbij een enkele in impulsbreedte gemoduleerde impuls- wordt gebruikt voor het transport van een kanaal met bandbreedtegeluid (bijvoorbeeld 15»75 kHz), is het eigenlijke middel, dat wordt toegepast, op zichzelf ongevoelig voor laagfrequente 20 ruis of tijdbasiskanteling in het videokanaal, zoals hierna verder beschreven. Dit eigen kenmerk van het van opheffen van laagfrequente ruis is zeer voordelig voor het met hoge kwaliteit ontvangen van geluid in een videostelsel, omdat het in video-overdrachtsstelsels gebruikelijk is dat een kleine hoeveelheid krachtlijnrimpelspanning aanwezig is 25 op het ontvangen videosignaal. Omdat de frequentieaanspreking van de vi-deobaan zelden reikt tot gelijkstroom, geven verder de gemiddelde beeld-niveauveranderingen, die aanleiding geven tot tijdbasiskanteling, tevens aanleiding tot video—naar—audio overspreken.
De 15»75 kHz bandbreedte is beschikbaar voor geluids-30 signaalmodulatie ais gevolg van de standaarduitvoering van een TV-beeld, en van het voor het opwekken van dit beeld gebruikte videosignalen. Zoals algemeen bekend, vereist het NTSC stelsel dat er 525 horizontale lijnen in elk beeld, en 30 rasters per seconde aanwezig zijn. Omdat een horizontaal onderdrukkingsinterval voor elke lijn wordt opgewekt, zijn 35 er 525 x 30 of 15-750 van dergelijke intervallen per seconde. Indien dus het geluidssignaal tweemaal wordt bemonsterd gedurende elke lijn, heeft 8101160 r k 5 dit 31.5ΟΟ monsters per seconde tot gevolg. Volgens de theorie van Nyquist verschaft dit een handbreedte van 15*75 kHz.
Indien twee geluidkanalen zouden worden gemoduleerd op het horizontale onderdrukkingsinterval, zou de voorste rand van de ge-5 moduleerde impuls het spanningsniveau weergeven van het eerste geluid-kanaal op een bepaald bemonsteringsmoment, en zou de achterste rand het spanningsniveau weergeven van een tweede geluidkanaal op hetzelfde of een ander bemonsteringsmoment. Een tweede mogelijkheid zou zijn om meer dan een gemoduleerde impuls te hebben tijdens elk horizontaal onderdrukkings-10 interval voor het zodoende mogelijk maken van een breder bandbreedte-kanaal (meer monsters van het geluidssignaal per seconde) of meer geluide signaalkanalen.
De onderhavige uitvoeringsvorm is gericht op een stelsel, dat een kleureneamera bevat en een video-ontvanger, die drie af-15 zonderlijke kleurenvideokanalen omvat, overgedragen van de camera naar de ontvanger, d.w.z. de rood, groen en blauw kanalen. Zoals duidelijk is uit het voorgaande, maakt dit tot drie geluidkanalen daarop beschikbaar met een bandbreedte van 15,75 kHz of zes met een bandbreedte van 7,875 kHz. De onderhavige uitvoeringsvorm bevat videosynchronisatiegegevens 20 tijdens de horizontale onderdrukkingsintervallen van het blauw kanaal, en gemoduleerde geluidsignalen tijdens de horizontale onderdrukkingsintervallen van de rood en groen kanalen. Het rood videokanaal wordt bij voorkeur gebruikt als een geluidinterkomverbinding tussen de cameraman en het grondstation. Omdat het groen kanaal een hogere kwaliteit 25 heeft, bevat het in zijn horizontale onderdrukkingsinterval een enkel kanaal met een hoge kwaliteit voor geluidsignalen met een bandbreedte van 15,75 kHz of twee geluidkanalen van een mindere kwaliteit, elk met een bandbreedte van 7,875 kHz. Twee afzonderlijke geluidkanalen zouden bijvoorbeeld gewenst zijn indien stereogeluid met de video zou worden 30 overgedragen.
De positie van een voorbeeld van het gemoduleerde ge-luidsignaal tijdens een horizontaal onderdrukkingsinterval van een videosignaal, is afgebeeld in figuur 5. Zoals is te zien in figuur 5A, is het videosignaal voor een bepaalde horizontale lijn in een NTSC-TV stel-35 sel met 525 lijnen, in tijd ingesteld op een lengte van 63,5 ^usec. De lijn begint met een horizontaal onderdrukkingsinterval van 10 ^usec.
8101160 > δ 6
Dit is gebruikelijke in televisievideosignalen, waarbij het onderdrukkingsinterval nodig is voor het gedurende het teruglopen dohker-maken van de beeldbuisbundel.
Een voorbeeld van het geluidsignaal is met streep-5 stippellijnen weergegeven in figuur 5A zoals dit zou verschijnen op het videosignaal tijdens zijn horizontaal onderdrukkingsinterva!. Hoewel de positie van de stijgende rand als van de achterste rand van deze impuls is veranderlijk met betrekking tot het horizontale onderdrukkings-int erval, d.w. z een bepaalde vergelijkingsrand, als functie van het 10 waargenomen spanningsniveau van het geluidsignaal op bijbehorende bemonster ingsmomenten. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, bepaalt het eerste bemonsterde spanningsniveau de positie van de voorste rand in het tijdsbereik tussen 0 en 5 ^usec na de bepaalde vergelijkingsrand (hierin aangeduid als het begin van het horizontale onderdrukkings-15 interval). Het tweede bemonsterde spanningsniveau bepaalt ongeacht het moment waarop het monster feitelijk is genomen, de positie van de achterste rand in het tijdsbereik tussen 5 en 10 ^usec na het begin van het horizontale onderdrukkingsinterval. De breedte van het impuls gemoduleerde signaal kan dus veranderlijk zijn van dichtbij 10 ^usec tot 20 ongeveer 0 ^usec in afhankelijkheid van de amplitude van de twee geluid-signaalmonsters, waarbij indien· bijvoorbeeld de impulsbreedte dicht bij 0 ^usec ligt, het een zeer dunne impuls is, die ongeveer is gecentreerd tussen de einden van het horizontale onderdrukkingsinterval.
Indien tijdens bedrijf het geluidsignaal op het eerste 25 bemonsteringsmoment bijvoorbeeld een spanningsniveau heeft halverwege tussen zijn minimale spanningsniveau en zijn maximale, treedt de voorste rand van de impuls 2,5 /Usec op na het begin van het horizontale onderdrukkingsint erval. Wanneer het geluidsignaal op een tweede moment wordt bemonsterd, treedt op soortgelijke wijze de achterste rand van de impuls, 30 indien het geluidsignaal zich weer op een spanningsniveau bevindt halverwege tussen zijn minimale en zijn maximale niveau, op 7,5 ^usec na het begin van het horizontale onderdrukkingsinterval of 2,5 ^usec voor zijn einde.
Bij de voorkeursuitvoeringsvorm vindt het eerste bemon-35 steringsmoment ongeveer op hetzelfde moment van optreden plaats als het horizontale onderdrukkingsinterval tijdens het overdragen van een bepaald 8101160 7 horizontaal li^videosignaal, en vindt het tweede hemonsteringsmoment plaats na het ongeveer de helft van de horizontale lijn is overgedragen, d.w.z. ongeveer 32 ^usec later dan het eerste hemonsteringsmoment. Elk hemonsteringsmoment wordt met andere woorden dus gescheiden door 31*75 5 ^usec, d.w.z. dat er een gelijkt i j dsinterval is tussen opeenvolgende geluidsignaalmonsters, waarbij twee monsters worden genomen tijdens elke horizontale lijnoverdrachtstijd van 63*5 y-usec.
Thans verwijzende naar figuur 1, is een blokschema weergegeven van de onderhavige inrichting. Bij de volgende bespreking 10 van deze keten en van de in de figuren 2-4 weergegeven ketens, ligt de nadruk op de wijze van werken, zoals hiervoor beschreven, waarbij een breedbandgeluidsignaal tweemaal wordt bemonsterd tijdens de duur van een bepaalde horizontale videolijn, waarbij de voorste rand van de in impulsbreedte gemoduleerde impuls het eerste bemonsterde spanningsniveau weer-15 geeft van het geluidsignaal, en de achterste rand het tweede bemonsterde spanningsniveau weergeeft daarvan. Op te merken is echter, dat de achterste rand van de in impulsbreedte gemoduleerde impuls een tweede geluidsignaal zou kunnen vertegenwoordigen, met streepstippellijnen aangeduid als het AUDIO 2 signaal. Op soortgelijke wijze zou de keten een eenvou-20 diger benadering kunnen zijn, waarbij een gedeelte van de te beschrijven keten op een gebruikelijke wijze is weggelaten,'zodat alleen de voorste of de achterste rand van de in impulsbreedte gemoduleerde impuls veranderlijk is in aanspreking op een geluidsignaalspanningsniveau.
Ten slotte zou het voor een deskundige voor de hand liggen meer dan een 25 in impulsbreedte gemoduleerde impuls te moduleren binnen een bepaald horizontaal onderdrukkingsinterval.
Zoals is te zien in het blokschema van figuur 1, wordt het geluidsignaal ingevoerd naar een verschuivingsmiddel 20 met gelijk-stroomniveau. Het verschuivingsmiddel 20 met gelijkstroomniveau wekt 30 onafgebroken twee afzonderlijke in gelijkstroom verschoven spanningen op als functie van het heersende spanningsniveau van het geluidsignaal voor het zodoende mogelijk maken dat het eerste bemonsterde geluidsignaalspanningsniveau veranderlijk kan zijn binnen een eerste spanningsbereik van Vq tot , en het tweede geluidsignaalspanningsniveau veranderlijk 35 kan zijn binnen een tweede bereik V. - V . Elk dezer in gelijkstroom verschoven spanningen wordt bemonsterd en aangehouden in bijbehorende 8101160 8 * s bemonsterings- en Wondmiddelen 22 en 2k. Elk bemonsterings- en houdmid-del 22, 2b wordt afzonderlijk bediend onder de regeling van de bijbehorende tijdinstelpulsen, aangeduid als monster 1 en monster 2. Deze tijdinstelimpulsen worden opgewekt door een monsterimpulsgenerator 26, 5 die wordt bediend door het optreden van elk horizontaal onderdrukkings-interval. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm wekt de monsterimpulsgenerator 26 de monster 1 impuls op wanneer de horizontale onderdrukkings-intervalimpuls wordt ontvangen, en wekt de monster 2 impuls op ongeveer halverwege tussen opeenvolgende horizontale onderdrukkingsintervallen.
t 10 Dit maakt het opeenvolgende bemonsteringsmomenten mogelijk plaats te vinden met ongeveer gelijke intervallen voor het zodoende tot het maximum opvoeren van het vermogen tot het nauwkeurig weergeven van het geluid-signaal. Het spanningsniveau, aangehouden door elk bemonsterings- en houdmiddel 22, 2b wordt uitgevoerd na bijbehorende vergelijkers 28 en 30. 15 De andere ingang naar elke vergelijker 28, 30 is een hellingsimpuls, opgewekt door een hellingsgenerator 32. De hellingsgenerator 32 wekt een voortdurend toenemend spanningsniveau op tijdens het 10 ^usec tijdvak van elk horizontaal onderdrukkingsinterval. Een voorbeeld van een hellingsimpulsuitgang door de hellingsgenerator 32 is afgebeeld in 20 figuur 5B.
Wanneer dus tijdens bedrijf de heUingsspanningsimpuls van de hellingsgenerator 32 toeneemt, brengst deze hellingsimpuls, aannemende dat het verschoven onderste niveau in de ver gelijker 30 wordt gevoerd, eerst de vergelijker 30 in de werkzame toestand, omdat het 25 spanningsniveau van het bemonsterings- en houdmiddel 2k tussen de spanning Vq en V1 ligt. Op soortgelijke wijze wordt de vergelijker 28 in werkzame toestand gebracht op een later tijdstip als functie van de hellingsimpuls van de hellingsgenerator 32, omdat het uitgaande spanningsniveau van het bemonsterings- en houdmiddel 22 in het bereik ligt van 30 V - V . Elke vergelijker 28, 30 komt dus in de werkzame toestand voor 1 m€L2£ het opwekken van een voorste rand als functie van het spanningsniveau, dat aan de betreffende ingang verschijnt. Aan elke vergelijker 28, 30 wordt een zodanige voorspanning gegeven, dat deze alleen in werkzame toestand kan komen tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval, en 35 aan het einde daarvan in onwerkzame toestand komt in aanspreking op het verdwijnen van de hellingsimpuls. Zoals is te zien in de figuren 5D en 8101160 9 5C, is de impuls uit de vergelijker 30 langer dan de impuls uit de vergelijker 28, en is de impulsbreedte van elk dezer impulsen een directe functie van het spanningsniveau van het "bemonsterde geluidsignaal.
Voor het verkrijgen van een enkele impuls uit deze 5 twee impulsen, waarbij zowel de voorste rand als de achterste rand veranderlijk zijn als functie van de betreffende spanningsniveaus van de twee monsters van het geluidsignaal, wordt de kortere impuls afgetrokken van de langere impuls in een aftrekker, zoals schematisch afgebeeld bij 3½ in figuur 1 en weergegeven in figuur 5E. Op te merken is, dat in 10 figuur 5 pijlen de impulsranden aanduiden, die veranderlijk zijn als functie van het ingangsspanningsniveau.
Zoals hierna gedetailleerder wordt beschreven, is de keten werkzaam voor het doos de vergelijker 28 in. de niet werkzame toestand brengen van de vergelijker 30 wanneer de vergelijker 28 in de 15 werkzame toestand komt. Dit verschaft een tweede veranderlijke rand aan de uitgang van de ver gelijker. 30. D.w.z. dat de keten werkzaam is voor het uitlichten van de achterste randen van de impulsen, opgewekt door beide vergelijkers 28 en 30. Deze randen zouden altijd optreden aan het einde van het horizontale onderdrukkingsinterval.
20 De verkregen enkelvoudige impuls omvat dus de gewenste dubbelzijdig veranderlijke in impulsbreedte gemoduleerde impuls. Gelijktijdig met zijn opwekking wordt de in impulsbreedte gemoduleerde impuls (PM) toegevoegd aan het horizontale lijnvideosignaal van een gekozen videosignaal tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval daar-25 van via optelmiddel 35 voor het verschaffen van het samengestelde video/ geluidnitgangsignaal. Thans verwijzende naar het in figuur 2 weergegeven blokschema van de impulsdemodulator, wordt de in impulsbreedte gemoduleerde impuls in een video-ontvanger op een gebruikelijke wijze uitge-licht door bijvoorbeeld een signaalsplitser 3T voor het verschaffen van 30 de impuls in de vorm, uitgevoerd door de in figuur 1 weergegeven aftrekker 3^. De uit gelichte impuls wordt van de splitser 37 en decodeerorgaan 36 gevoerd. Dit decodeerorgaan 36 decodeert de tweezijdig veranderlijke PM impuls in twee afzonderlijke impulsen, waarvan de voorste randen overeenkomen met het begin van het horizontale onderdrukkingsinterval, 35 en waarvan de achterste randen respectievelijk veranderlijk zijn als
functie van de positie van de voorste of de achterste rand van de PM
/ 8101160 , % 10 impuls met betrekking tot het begin van het horizontale onderdrukkings-interval. 'Flik dezer gedecodeerde impulsen wordt door het decodeerorgaan 36 uitgevoerd als respectievelijk impuls A en impuls B.
De impuls A en impuls B worden gevoerd in bijbehorende 5 impulsbreedteomzetters 38 en Uo. Elke omzetter 38 en UO is werkzaam voor het omzetten van een daaraan gekoppelde impuls in een spanningsniveau met een gróótte, die afhankelijk is van de pulsbreedte van de impuls. Deze spanningniveaus worden uitgevoerd naar een bemonsterings-en houdmiddel k2, dat werkzaam is voor het uitvoeren van het spannings-10 niveau van de omzetter 38 gedurende de helft van de tijd van optreden van een bepaalde horizontale videosignaallijn, en voor het uitvoeren van het spanningsniveau van de omzetter U0 gedurende een tweede helfst van de tijd van optreden van deze horizontale lijn. Dit uitgangsspannings-niveau wordt gevoerd naar een gebruikelijke onderdoorlaatzeef HU, die 15 werkzaam is voor het afvlakken van de overgangen in dit signaal, veroorzaakt door het bijwerken van het bemonsterings- en houdmiddel h2 door het volgende door de omzetter 38 of Uo opgewekte spanningsniveau. De uitgang van de onderdoorlaatzeef omvat het weer gevormde geluid-signaal.
20 Zoals reeds vermeld, is het onderhavige middel, waarmee een enkele in impulsbreedte gemoduleerde impuls wordt gebruikt voor het transport van een kanaal 'met breedbandgeluid, op zichzelf ongevoelig voor laagfrequente ruis of tijdhasiskanteling in het videokanaal. D.w.z. dat de uit gangs spanning van de impulsbreedtedemodulator van figuur 2 25 (en U) evenredig is aan van de som van de intervallen tussen het begin van het horizontale onderdrukkingsinterval (de bepaalde vergelijkings-rand) en de voorste rand van de impuls, en tussen dezelfde vergelijkings-rand en de achterste rand van de impuls. Een bijkomende laagfrequente storing (d.w.z. laagfrequente ruis of tijdbasiskanteling), die een im-30 pulsrand dichter naar de vergelijkingsrand zou doen bewegen, zou derhalve tevens de andere rand in dezelfde mate doen wegbewegen van de vergelijkingsrand, en omgekeerd (aannemende dat de impuls stijg- en daaltij-den symmetrisah zijn). Derhalve wordt een laagfrequente ruis of tijdbasiskanteling door het onderhavige stelsel vereffend, waardoor de bijkomende 35 laagfrequente storing geen aanleiding geeft tot een geluiduitgang.
Indien twee geluiduitgangskanalen gewenst zijn, bijvoor- 8101160 11 "beeld een opgewekt door het spanningsniveau, verschaft door de voorste rand van de PWM impuls, en een kanaal, verkregen van het spanningsniveau van de achterste rand van de PWM impuls, kan het "bemonsterings- en houd-middel 42 ook op gebruikelijke wijze zodanig zijn gewijzigd, dat het 5 spanningsniveau van de omzetter 40 afzonderlijk wordt bemonsterd en aangehouden in het bemonsterings- en houdmiddel 42, en uitgevoerd naar een tweede onderdoorlaatzeef, met streepstippellijnen afgebeeld bij 46.
De uitgang van de onderdoorlaatzeef 46 omvat dan het tweede geluidkanaal, aangeduid als geluid 2 signaal uit.
10 Thans kerende naar figuur 3, is een gedetailleerd sche ma weergegeven van de impulsbreedtemodulator van figuur 1. Zoals is te zien in figuur 3, is het geluidsignaal een gelijkstroomniveau, verschoven door de weerstanden 10 en 12. Het verkregen spanningsniveau wordt uitgevoerd naar het bemonsterings- en houdmiddel 22 via een versterkermiddel 15 50. Op soortgelijke wijze wordt het ingangsgeluidsignaal in gelijkstroom niveau verschoven door de weerstanden 14 en 16. Het uit deze stroom verkregen spanningsniveau wordt gevoerd naar het bemonsterings- en houdmiddel 24 via een versterker 51. De isolerende condensatoren 52 en 54 zijn aangebracht voor het voorkomen van een gelijkstroomkoppeling tussen 20 hun betreffende weerstandsschakelingen 10, 12 of 14, 16 en het ingangs-geluidsignaal.
Bij de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm, bevat elk der bemonsterings- en houdmiddelen 22 en 24 een keten, bestaande uit de betreffende analoge wissels S1 en S2 en bijbehorende houdcondensa-25 toren 56 en 58. De wissel S1 wordt bediend wanneer de monster 1 impuls wordt opgewekt door de monsterimpulsgenerator 26. Op soortgelijke wijze wordt de wissel S2 bediend wanneer de monster 2 impuls wordt opgewekt door de generator 26.
Deze generator 26 bevat een derde analoge wissel S3 30 en een monostabiele schakeling of een door een trekkerimpuls gestuurde trekker 55· De monster 1 en monster 2 impulsen worden opgewekt als functie van de horizontale onderdrukkingsintervalimpuls (in figuur 3 aangeduid als de 2H onderdrukkingsimpuls). De 2H onderdrukkingsimpuls kan op een gebruikelijke wijze worden opgewekt uit de horizontale onder-35 drukkingsimpuls.
De 2H onderdrukkingsimpuls wordt gevoerd in de door 8101160 * » 12 een trekkerimpuls gestuurde trekker 55« De uitgang van een door een trekkerimpuls gestuurde trekker 55 bepaalt de bemonsteringstijdsduur voor elk der spanningsniveaus, uitgevoerd door bet gelijkstroomniveauverschui-vingsmiddel 20, d.w.z. de impulstijdsduur van de monster 1 en monster 2 5 impulsen. De toestand van de wissel S3 bepaalt of een monster 1 impuls of een monster 2 impuls wordt opgewekt. Zoals is te zien in figuur 3, regelt de horizontale onderdrukkingsintervalimpuls de toestand van S3-Wanneer dus tijdens bedrijf de horizontale onderdrukkingsintervalimpuls wordt ontvangen, verandert de wissel S3 van toe-10 stand. Omdat een 2H onderdrukkingsimpuls op hetzelfde moment wordt waargenomen, komt de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 55 in werkzame toestand voor het zodoende opwekken van een monster 1 impuls, en om te maken dat het aan de wissel S1 gelegde spanningsniveau daaroverheen wordt gekoppeld aan de houdcondensator 56· Wanneer vervolgens de 15 horizontale intervalimpuls wegloopt, schakelt de wissel S3 naar zijn tegengestelde pool, zodat wanneer de volgende 2H onderdrukkingsimpuls wordt waargenomen, de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 55 weer in de werkzame toestand komt voor het zodoende opwekken van een monster 2 impuls, die maakt dat het spanningsniveau, gelegd, aan de S2, daar-20 overheen wordt gekoppeld aan de houdcondensator 58.· De bij 60 weergegeven ketenknoop vertegenwoordigt dus de uitgang van het bemonsterings-en houdmiddel 22, en de knoop 62 vertegenwoordigt de uitgang van het be-monsterings- en houdmiddel 2b,
Zoals is te zien worden de spanningsniveaus, verschij-25 nende bij de knopen βθ en 62, uitgevoerd naar bijbehorende vergelijkers 28 en 30, zoals in figuur 1. Zoals echter in figuur 3 is te zien, is de uitgang van de vergelijker 28 werkzaam voor het afnemen van de uitgang van de vergelijker 30 voor' het verschaffen van de hiervoor beschreven werking van de aftrekker 3^, d.w.z. dat de vergelijker 30 in de werk-30 zame toestand komt wanneer het niveau van de spanning uit de hellings-generator 32 de spanning op de knoop 62 overschrijdt. De verbinding van de vergelijker 28 met de afhaalingang van de vergelijker 30 doet deze in de onwerkzame toestand gaan wanneer de vergelijker 28 in de werkzame toestand gaat. Zoals hiervoor beschreven vindt dit plaats wanneer de 35 spanningshelling van de hellingsgenerator 32 gelijk is aan de spanning 'op de knoop 60 of deze overschrijdt.
81 0 1 160 * ·* 13
De hellingsgenerator 32 wekt op de gebruikelijke wijze een hellingsspanningsimpuls op door middel van een wissel voor bet regelen van het koppelen van een stroombron aan een condensator. Een door een trekkerimpuls gestuurde trekker 6b wordt in de werkzame toestand 5 geplaatst gedurende de tijdsduur van het horizontale onderdrukkingsin-terval. De uitgang van de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 6b wordt gevoerd naar de wissel, die een transistor 65 omvat. Wanneer de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 6¼ in de werkzame toestand komt, doet hij de transistor 65 de condensator 66 loskoppelen van aarde. Dit 10 maakt het de stroombron, die de transistor-weerstandschakeling 67 omvat, de condensator 66 voeden voor het zodoende produceren van de gewenste helling. De transistor 65 verzekert tevens, dat de uitgang van de hel-lingsgenerator 32 is uitgeschakeld wanneer de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 6b is ingeschakeld, en is verder werkzaam voor het terug-15 stellen van de condensator 66 aan het einde van de tijdsduur van een door de trekkerimpuls gestuurde trekker 6b.
Thans verwijzende naar figuur b is éen gedetailleerd schema weergegeven van de impulsbreedtedemGdulator van figuur 2. Zoals is te zien in'figuur U wordt de demodulatortijdinstelling opgewekt door 20 een horizontale onderdrukkingsintervalimpuls en een puls met tweemaal zo grote herhalingsfrequentie, welke puls is aangeduid als de 2H-onderdrukkingspuifcs, Het decodeerorgaan 36 omvat twee flipflops 70 en 72, die elk werkzaam zijn voor het opwekken van een impuls, waarvan de achterste rand het in een geval optreden weergeeft van de voorste rand en in het andere geval 25 de 'achterste rand van de daarin gevoerde FWM impuls.
Tijdens bedrijf vormt de flipflop 70 een impuls vanaf het begin van het horizontale onderdrukkingsinterval tot de eerste rand van de geïnverteerde FWM impuls. De flipflop 72 vormt een impuls vanaf het begin van het horizontale onderdrukkingsinterval tot de tweede rand 30 van de geïnverteerde FdM impuls. Wanneer het horizontale onderdrukkingsinterval begint, schakelt hij meer in het bijzonder de flipflop 70 op het ritme van de klok geprogrammeerd uit, omdat de D ingang naar deze flipflop is geaard. De Q uitgang van de flipflop 70 wordt gevoerd naar de. vooraf ingestelde ingang van de flipflop 72, zodat wanneer de flip-35 flop 70 in onwerkzame toestand wordt gebracht, deze de flipflop 72 in de werkzame toestand doet komen. Omdat de impuls A wordt opgewekt van 8101160
1U
de Q uitgang van de flipflop 70 en de impuls B wordt opgewekt van de Q uitgang van de flipflop 72, is op dit moment elk daarvan dus in de werkzame toestand.
Daarna wordt de FWM gevoerd naar de vooraf ingestelde 5 ingang van de flipflop 70, zodat wanneer de geïnverteerde in impuls-Breedte gemoduleerde impuls laag gaat, deze flipflop 70 wordt gedwongen zijn Q uitgang in te stellen op een logische 1 en zijn Q uitgang op 0 voor het zodoende doen verdwijnen van de impuls A. Wanneer de in im-pulsbreedte gemoduleerde impuls weer hoog gaat, wordt deze stijgende 10 rand op soortgelijke wijze door de klokingang van'de flipflop J2 gezien als een klokinrpuls voor het zodoende in de niet werkzame toestand doen gaan van de flipflop 72. Dit doet de impuls B verdwijnen.
De impuls A wordt gevoerd in de impulsbreedteomzetter 38. De omzetter 38 omvat een transistor 71» die werkzaam is voor het 15 inschakelen van de' stroombron, opgewekt door een transistor 7^· in samenhang met een weerstand 75· Zolang tijdens bedrijf de Q uitgang van de flipflop 70 in werkzame toestand is, voedt de stroombron 7^·, 75 en condensator j6 voor het zodoende vormen van een hellings spanning over de condensator j6. Op soortgelijke wijze wordt impuls B gevoerd naar de om-20 zetter lj-0, die een transistor 73 omvat, die een stroombron inschakelt, opgewekt door een transistor 77 en een weerstand 79· Zolang tijdens bedrijf deze Q uitgang in werkzame toestand is, voedt de stroombron 77» 79 een tweede condensator 78 voor het zodoende vormen van een hellings-spanning over de condensator 78. Wanneer de impuls A en de impuls B ver-25 dwijnen, wordt een spanning aangehouden over elke condensator J6, j8 met een niveau, dat representatief is voor de impulsbreedte van deze bijbehorende impulsen.
Dientengevolge zijn de spanning op een knoop 80 en die op een knoop 82 een functie van respectievelijk de impulsbreedte van im-30 puls A en impuls B. Zoals beschreven met betrekking tot figuur 2, omvatten deze houdspanningen op de knopen 80 en 82 het aanhoudgedeelte van het bemonsterings- en houdmiddel k2. Deze spanningen worden gevoerd naar de betreffende versterkers 8U en 86, die deze spanningen koppelen aan de bijbehorende analoge bemensteringswissels Sh en S5.
35 Op te merken is, dat de weerstand 75 zodanig is inge steld, dat een iets lagere stroom door een transistor 7^ wordt gevoerd 8101160 * * 15 naar de condensator 76, zodat de spanningshelling op de knoop 80 dezelfde helling heeft als de spanningshelling op de knoop 82. Omdat de impulsbreedte van de impuls A veel kleiner is dan die van de impuls B, aangezien de impuls A een maximumbreedte heeft van 5 ^usec en de impuls 5 B een impulsbreedte heeft die veranderlijk is tussen 5 en 10 ^sec, moet eveneens 'een spanning worden toegevoegd aan de spanning op de knoop 80 om te verzekeren, dat de spanning uit de versterker 84 gelijk is aan de spanning uit de versterker 86 voor equivalent bemonsterde analoge sig-naalspanningen, waargenomen bij de camera. Een spanning wordt dus 10 toegevoegd aan de versterker 84 voor het verschaffen van deze aanvullende spanningsniveauverschuiving.
De bemonsterende werking van het bemonsterings- en houdmiddel 42 wordt verschaft door drie wissels S4, S5 en S6 en twee door een trekkerimpuls gestuurde trekkers 88 en 90. Voor de tijd-15 instelling wordt naast de horizontale onderdrukkingsintervalimpuls een tweede impuls gebruikt, die in figuur 4 is aangeduid als de 2H onder-drukkingsimpuls. Deze laatste impuls wordt op dezelfde wijze als voor de keten van figuur 3 opgewekt, zodat twee impulsen optreden gedurende elke horizontale lijn, te weten een onderdrukkingsinterval en de andere hal-20 verwege tussen opeenvolgende intervallen. De wissels S4 en S5 worden geregeld als functie van de toestand van de wissel S6. De wissel S6 wordt gedwongen van toestand te veranderen tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval. De wissel S4 wordt dus tijdens dit interval geopend en de wissel S5 wordt op alle andere momenten geopend.
25 De 2H onderdrukkingsimpuls wordt gevoerd naar de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 88, die de door .een trekkerimpuls gestuurde trekker 90 voedt. De door een trekkerimpuls gestuurde trekker 88 is werkzaam voor het vertragen van de bediening van de door een trek-• kerimpuls gestuurde trekker 90 ten einde het bemonsteren te voorkomen 30 van de spanning uit de versterker 84 totdat het horizontale onderdrukkingsinterval is voltooid en de spanningshelling op de knoop 80 gelegenheid heeft gehad tot het niveau te komen dat de impulsbreedte weergeeft van impuls A.
De door een trekkerimpuls gestuurde trekker 90 is 35 slechts voldoende lang werkzaam voor het inschakelen van de wissel S4 voor het zodoende doen voeren van de spanningsuitgang van de versterker 84 over de wissel S5 en te doen weergeven op een houdcondensator 92.
8101 1 60 4 '* 16
Nadat de horizontale onder drukkingsintervalimpuls is verdwenen en de wissel S6 van toestand verandert, maakt hij het door een trekkerimpuls gestuurde trekker 90 in zijn volgende werkzame toestand mogelijk de wissel S5 te bedienen. Wanneer dus de volgende 2H onderdrukkings-5 impuls optreedt op een punt halverwege door de horizontale lijntijd, zoals hiervoor beschreven ongeveer 31 ^usec later, bedient de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 88 de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 90 weer. De door een trekkerimpuls gestuurde trekker 90 is voldoende lang werkzaam voor het openen van de wissel S5, zodat de span-10 ningsuitgang van de versterker 86 over de wissel S5 wordt gevoerd voor het bijwerken van de condensator 92.
Zoals is te zien, wordt de spanning over de condensator 92 gevoerd naar de onderdoorlaatzeef UU voor het daaruit voeren van het weer gevormde geluidsignaal, zoals hiervoor beschreven met betrek-15 king tot figuur 2.
Ook zijn middelen aangebracht voor het terugstellen van de condensatoren 78 en 78 ten einde het ze mogelijk te maken te beginnen vanaf 0 V voor de volgende bijbehorende spann ingshellingen, opgewekt door de volgende impuls A en impuls B. Deze werking vindt plaats nabij 20 het einde van de horizontale lijntijd vlak voor de ontvangst van de volgende horizontale onderdrukkingsintervaliarouls. Meer in het bijzonder bedient de horizontale onderdrukkingsintervalimpuls door een trekkerimpuls gestuurde trekker 9^> die vrijwel het gehele interval tussen horizontale onderdrukkingsintervalimpulsen in werkzame toestand blijft. Wan-25 neer de door een trekkerimpuls gestuurde trekker 9^· in de onwerkzame toestand gaat, bedient hij een door een trekkerimpuls gestuurde trekker 96. De door een trekkerimpuls gestuurde trekker 96 bedient gelijktijdig de transistoren 98 en 99 s die werkzaam zijn voor het met aarde schakelen van de condensatoren 76 en 78. De door een trekkerimpuls gestuurde trekker 30 96 blijft slechts voldoende lang werkzaam om te verzekeren, dat de con densatoren j6 en 78 volledig zijn ontladen.
Het is natuurlijk duidelijk, dat hoewel voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn af geheeld en beschreven, verschillende wijzigingen, veranderingen en equivalenten daarvan voor de hand 35 liggend zijn voor deskundigen op dit gebied, en het kader van de uitvinding moet dienovereenkomstig allen worden bepaald door de volgende conclusies en equivalenten daarvan.
8101160

Claims (12)

1. Stelsel voor het overdragen van een geluidsignaal in een in impuls gemoduleerde vorm op een videosignaal tijdens elk horizontaal onderdrukkingsinterval daarvan, gekenmerkt door middelen voor het met tussenpozen opwekken van een weer gevormde uitgangsinqpuls, waarvan 5 de voorste rand veranderlijk is als functie van het spanningsniveau van het geluidsignaal op een eerste tijdstip, en waarvan de achterste rand veranderlijk is als functie van het spanningsniveau van het geluidsignaal op een tweede tijdstip, en door middelen voor het toevoegen van de weer gevormde uitgangsimpuls aan het videosignaal tijdens het horizontale 10 onderdrukkingsinterval.
2. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen uit het videosignaal lichten van de weer gevormde uitgangsimpuls, en door middelen voor demoduleren van de uitgelichte impuls voor het verschaffen van spanningsniveaus, representatief voor het moment van de 15 voorste en achterste randen van de impuls met "betrekking tot het horizontale onderdrukkingsinterval, welke spanningsniveaus het weer gevormde geluidsignaal vertegenwoordigen.
3. Stelsel volgens conclusie 2, waarbij laagfrequente ruis en tijdbasiskanteling aanwezig zijn en de weer gevormde uitgamgs- 20 impuls symmetrisch is, met het kenmerk, dat de voorste en achterste randen van de impuls omgekeerd in tijdstip van optreden met betrekking tot de horizontale onderdrukkingsinterval veranderlijk zijn voor het vereffenen van de gevolgen van de ruis en de tijdbasiskanteling. Stelsel voor het overdragen van een geluidsignaal in 25 een impulsbreedte gemoduleerde vorm op een videosignaal tijdens elk horizontaal onderdrukkingsinterval daarvan, gekenmerkt door middelen voor het opwekken van een eerste in gelijkstroomniveau verschoven signaal van het geluidsignaal, verder door middelen voor het opwekken van een tweede in gelijkstroomniveau verschoven signaal van het geluidsig-30 naai, door eerste middelen voor het bemonsteren en aanhouden van het eerste in gelijkstroomniveau verschoven spanningssignaal op een tijdstip, door tweede middelen voor het bemonsteren en aanhouden van het tweede in gelijkstroomniveau verschoven spanningssignaal op een tweede 8101160 tijdstip, door middelen voor het opwekken van de hellingsspanning tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval, door eerste vergelijker-middelen voor het opwekken van een eerste uitgangsimpuls wanneer de hel-lingsspanning gelijk is aan of groter dan het eerste aangehouden in ge-5 lijkstroomniveau verschoven spanningssignaal, door tweede vergelijker-middelen voor het opwekken van een tweede uitgangsimpuls wanneer de hellingsspanning gelijk is aan of groter dan het tweede aangehouden in gelijkstroomniveau verschoven spanningssignaal, door middelen voor het doen beëindigen van de eerste uitgangsimpuls bij het opwekken van de 10 tweede uitgangsimpuls voor het bepalen van een weer gevormde uitgangsimpuls, en door middelen voor het toevoegen van weer gevormde uitgangsimpuls aan het videosignaal tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval.
5. Stelsel volgens conclusie 2 of gekenmerkt door middelen bij een videosignaalontvanger voor het uit het videosignaal lichten 15 van de weer gevormde uitgangssignaalimpuls tijdens het onderdrukkings -interval, verder door middelen voor het opwekken van een eerste impuls, waarvan de impulsbreedte een functie is van het moment van optreden van een rand van de uitgelichte weer gevormde uitgangsimpuls met betrekking tot het horizontale onderdrukkingsinterval, door middelen voor het op-20 wekken van een tweede impuls, waarvan de impulsbreedte een functie is van het tijdstip van optreden van de andere rand van de uitgelichte weer gevormde uit gangs iii^uls met betrekking tot het horizontale onderdrukkingsinterval, en door middelen die aanspreken op de impulsbreedte van elk der eerste en tweede impulsen voor het uitvoeren van bijbehoren-25 de eerste en tweede spanningsniveaus, waarbij het eerste spanningsniveau wordt uitgevoerd tijdens een eerste tijdsduur en het tweede spanningsniveau wordt uitgevoerd tijdens een tweede tijdsduur met een zodanige lengte, dat de totale tijdsduur van de eerste en tweede spanningsniveaus blijft totdat een volgende uitgelichte weer gevormde uitgangs-30 impuls wordt gedemoduleerd.
6. Stelsel volgens conclusie 2 of h, gekenmerkt door middelen bij een videosignaalontvanger voor het uit het videosignaal lichten van de weer gevormde uitgangsimpuls tijdens elk onderdrukkingsinterval, verder door middelen voor het opwekken van een eerste impuls, vaar- 35 van de breedte een functie is van het moment van optreden van een rand van de uit gelichte weer gevormde uitgangsimpuls met betrekking tot het horizontale onderdrukkingsinterval, door middelen voor het opwekken van 8101160 een tweede impuls, waarvan de impulsbreedte een functie is van het moment van optreden van de andere rand van de uitgelichte weer gevormde uitgangsimpuls met betrekking tot het horizontale onderdrukkingsinter-val, door middelen voor het opwekken van een eerste spanning met een 5 niveau, dat de impuls'breedte vertegenwoordigt van de eerste impuls, door middelen voor het opwekken van een tweede spanning met een niveau, dat de impulsbreedte van de tweede impuls vertegenwoordigt, door middelen voor het in gelijkstroomniveau verschuiven van het eerste spanningsniveau, zodat het wordt vergeleken met hetzelfde nulniveau als het tweede span- 10 ningsniveau, en door middelen voor het uitvoeren van het tweede spanningsniveau tijdens een tweede tijdsduur met een zodanige lengte, dat de totale tijdsduur van de eerste en tweede spanningsniveaus doorgaat totdat een volgende uitgelichte weer gevormde uitgangsimpuls wordt gedemodu-leerd.
7. Stelsel volgens conclusie 6, gekenmerkt door onderdoor- laatzeefmiddelen voor het uitzeven van de hoogfrequente componenten van de uitgangsspanningsniveaus.
8. Stelsel voor het overdragen van een of meer geluidsig-nalen in een een impuls gemoduleerde vorm op een videosignaal tijdens 20 elk horizontaal onderdrukkingsinterval daarvan, gekenmerkt door middelen voor het opwekken van een impuls, waarvan een van de randen veranderlijk is als functie van het spanningsniveau van het geluidsignaal op een tijdstip tijdens elk horizontaal onderdrukkingsinterval, en door middelen voor het toevoegen van de impuls aan het videosignaal tijdens 25 het volgende horizontale onderdrukkingsinterval.
9. Stelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat althans twee van dergelijke impulsen worden opgewekt gedurende de tijd tussen opeenvolgende horizontale onderdrukkingsintervallen, waarbij elk dezer impulsen worden toegevoegd aan een videosignaal tijdens het hori- 30 zontale onderdrukkingsinterval.
10. Stelsel met een aantal gelijktijdig overgedragen video-kanalen, voorzien van een inrichting voor het over dragen van een eerste geluidsignaal in een impuls gemoduleerde vorm op een eerste van deze videokanalen tijdens elk horizontaal onderdrukkingsinterval daarvan, en 35 het overdragen van een tweede geluidsignaal in een impuls gemoduleerde vorm op een tweede van deze videokanalen tijdens elk horizontaal onderdrukkingsinterval daarvan, gekenmerkt door middelen voor het opwekken van 8101 1 60 * een eerste impuls, waarvan althans een van de randen veranderlijk is als functie van het spanningsniveau van het eerste geluidsignaal op een tijdstip tijdens het interval tussen het begin van een eerste horizontale onderdrukkingsinterval en het begin van de volgende horizontale 5 interval, verder door middelen voor het opwekken van een tweede impuls, waarvan althans een van de randen veranderlijk is als functie van het spanningsniveau van het tweede geluidsignaal op een tijdstip tijdens het interval tussen het begin van het eerste horizontale onderdrukkingsinterval en het begin van het daaropvolgende horizontale interval, en 10 door middelen voarhet toevoegen van de tweede impuls aan het tweede videokanaal tijdens het horizontale interval.
11. Werkwijze voor het moduleren van een geluidsignaal op een videosignaal tijdens elk horizontaal onderdrukkingsinterval daarvan, gekenmerkt door de stappen van het bemonsteren van het spannings- 15 niveau van het geluidsignaal tijdens het interval tussen het begin van een horizontaal onderdrukkingsinterval en het begin van het daaropvolgende interval, verder het opwekken van een impuls, waarvan een rand veranderlijk is als functie van het bemonsterde spanningsniveau van het geluidsignaal, en het toevoegen van de impuls aan een videosignaal tij-20 dens het horizontale onderdrukkingsinterval.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, gekenmerkt door de stappen van het uit het videosignaal lichten van de impuls, verder het opwekken van spanningsniveau, dat het tijdstip van optreden vertegenwoordigt van de veranderlijke rand van de impuls met betrekking tot het 25 horizontale onderdrukkingsinterval, en het uitvoeren van opeenvolgende spanningsniveaus voor het weer vormen van het geluidsignaal.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij laagfrequent ruis en tijdbasiskantelingen aanwezig zijn, met het kenmerk, dat de stap van het opwekken van een paar spanningsniveaus het in tijdstip van op- 30 treden met betrekking tot het horizontale onderdrukkingsinterval omgekeerd veranderlijk doen zijn omvat van de voorste en de achterste rand van de impuls, hetgeen de gevolgen van de ruis en de tijdbasiskanteling vereffent. 1U. Werkwijze voor het moduleren van een geluidsignaal op 35 een videosignaal tijdens elk onderdrukkingsinterval daarvan, gekenmerkt door de stappen van het bemonsteren van het geluidsignaal op een eerste tijdstip in het interval tussen het begin van een horizontaal onderdruk- 8101160 kingsinterval en het "begin van het daarop volgende interval, en het opwekken van een eerste in gelijkstroomniveau verschoven signaal daarvan, verder het bemonsteren van het geluidsignaal op een tweede tijdstip tijdens het interval tussen het begin van een horizontaal onder-5 drukkingsinterval en het begin van het daarop volgende interval, en het opwekken van een tweede in gelijkstroomniveau verschoven signaal daarvan, het opwekken van een hellingsspanning tijdens het horizontale onderdruk-kingsinterval, het vergelijken van de hellingsspanning met het eerste in gelijkstroomniveau verschoven signaal, en het opwekken van een eerste 10 uitgangsimpuls wanneer de hellingsspanning gelijk'is aan of groter is dan het eerste in gelijkstroomniveau verschoven signaal, het vergelijken van de hellingsspanning met het tweede in 'gelijkstroomniveau verschoven signaal, en opwekken van een tweede uitgangsimpuls wanneer de hellingsspanning gelijk is aan of groter dan het tweede in gelijkstroomniveau ver-15 schoven signaal, het doen beëindigen van de eerste uitgangsimpuls bij het opwekken van de tweede uitgangsimpuls, en het toevoegen van dé'-beëindigde eerste uitgangsimpuls aan het videosignaal tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval. 15· "Werkwijze volgens conclusie 1U, gekenmerkt door de 20 stappen van het uit het videosignaal lichten van de beëindigde eerste uitgangsimpuls voor het bepalen van een weer gevormde uitgangsimpuls van elk onderdrukkingsinterval, verder het opwekken van een eerste impuls, waarvan de impulsbreedte een functie is van het tijdstip van. optreden van een rand van de weer gevormde uitgangsimpuls met betrekking tot dit 25 horizontale onderdrukkingsinterval, het opwekken van een tweede impuls, waarvan de impulsbreedte een functie is van het tijdstip van optreden van de andere rand van de weer gevormde uitgangsimpuls met betrekking tot dit horizontale onderdrukkingsinterval, en het uitvoeren van een eerste spanningsniveau als functie van de pulsbreedte van de eerste im-30 puls tijdens een eerste tijdsduur, en het uitvoeren van een tweede spanningsniveau in aanspreking op de impulsbreedte van de tweede impuls tijdens een tweede tijdsduur, waarbij elke tijdsduur een zodanige lengte heeft, dat de totale tijdsduur van de eerste en tweede spanningsniveaus doorgaat totdat een volgende uitgangsimpuls wordt uitgelicht en weer 35 gevormd. 8101160
NL8101160A 1980-03-10 1981-03-10 Overdrachtsstelsel. NL8101160A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US12906080 1980-03-10
US06/129,060 US4333108A (en) 1980-03-10 1980-03-10 Apparatus and method for transmitting a pulse width modulated audio signal on a video signal

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101160A true NL8101160A (nl) 1981-10-01

Family

ID=22438280

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101160A NL8101160A (nl) 1980-03-10 1981-03-10 Overdrachtsstelsel.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4333108A (nl)
JP (1) JPS5720077A (nl)
BE (1) BE887868A (nl)
CA (1) CA1168349A (nl)
DE (1) DE3109091C2 (nl)
FR (1) FR2478921B1 (nl)
GB (1) GB2071458B (nl)
NL (1) NL8101160A (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5675388A (en) * 1982-06-24 1997-10-07 Cooper; J. Carl Apparatus and method for transmitting audio signals as part of a television video signal
NL8302787A (nl) * 1983-08-08 1985-03-01 Philips Nv Videovertaalsysteem voor het vertalen van een binair gecodeerd informatiesignaal naar een videosignaal en vice versa.
US4989219A (en) * 1984-03-16 1991-01-29 Gerdes Richard C Midlevel carrier modulation and demodulation techniques
US4613974A (en) * 1984-03-16 1986-09-23 Vokac Peter R Method and system for modulating a carrier signal
WO1988002199A1 (en) * 1986-09-22 1988-03-24 Vokac Peter R Method and system for modulating a carrier signal
DE3685621T2 (de) * 1985-03-15 1993-01-28 Zenith Electronics Corp Fernsehsignal-verschluesselungs- und datenuebertragungsanordnung.
USRE33535E (en) * 1985-09-16 1991-02-12 Audio to video timing equalizer method and apparatus
US4703355A (en) * 1985-09-16 1987-10-27 Cooper J Carl Audio to video timing equalizer method and apparatus
DE3732111A1 (de) * 1987-09-24 1989-04-06 Bosch Gmbh Robert Verfahren zur laufzeitanpassung von video- und audiosignalen an ein referenzsignal
US5072297A (en) * 1990-03-27 1991-12-10 Nippon Hoso Kyokai Method and system for transmitting and receiving PCM audio signals in combination with a video signal
US5327238A (en) * 1992-11-10 1994-07-05 Chou Wayne W Method and apparatus for modulating a separated television horizontal sync pulse as a subcarrier of audio information
US5426466A (en) * 1992-12-31 1995-06-20 Emhiser Research Limited Composite video signal with audio
US5379321A (en) * 1993-02-01 1995-01-03 Xerox Corporation High speed PWM without linearity compromise at extreme duty cycles
DE4307358A1 (de) * 1993-03-09 1994-09-15 Nokia Deutschland Gmbh Videorecorder mit verbesserter Aufzeichnung und Wiedergabe von Audiosignalen
US6836295B1 (en) 1995-12-07 2004-12-28 J. Carl Cooper Audio to video timing measurement for MPEG type television systems
AU2001286300A1 (en) * 2000-09-09 2002-03-22 High Gain Antenna Co., Ltd. Multilingual video-transmitting/receiving system
US20020097869A1 (en) * 2001-01-24 2002-07-25 Christopher Pasqualino System and method for increased data capacity of a digital video link

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE944068C (de) * 1952-03-02 1956-06-07 Dr Fritz Gutzmann Verfahren zur UEbertragung des Begleittones beim Fernsehen waehrend des Zeilenruecklaufs
GB1091272A (en) * 1966-01-19 1967-11-15 British Broadcasting Corp Improvements in sound reproduction in television reception
NL6802755A (nl) * 1967-03-02 1968-09-03
NL6807195A (nl) * 1967-05-24 1968-11-25
DE1803388B2 (de) * 1968-10-16 1975-07-24 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Schaltungsanordnung zur Übertragung von Bild und Ton im gleichen Frequenzband
BE758493A (nl) * 1969-11-05 1971-05-05 Int Standard Electric Corp Werkwijze voor de overdracht van tenminste een geluidsignaal binnen hetfrequentiespectrum van een beeldsignaal
FR2205796B1 (nl) * 1972-11-08 1977-08-26 Cit Alcatel
US3849594A (en) * 1973-05-25 1974-11-19 Westinghouse Electric Corp Multi-picture tv system with audio and doding channels
JPS5120623A (ja) * 1974-08-14 1976-02-19 Matsushita Electric Ind Co Ltd Shingodensohoshiki
JPS5121425A (ja) * 1974-08-14 1976-02-20 Matsushita Electric Ind Co Ltd Shingodensohoshiki

Also Published As

Publication number Publication date
DE3109091A1 (de) 1981-12-24
US4333108A (en) 1982-06-01
GB2071458A (en) 1981-09-16
GB2071458B (en) 1984-05-16
BE887868A (fr) 1981-07-01
FR2478921B1 (fr) 1986-05-16
FR2478921A1 (fr) 1981-09-25
DE3109091C2 (de) 1983-10-27
CA1168349A (en) 1984-05-29
JPS5720077A (en) 1982-02-02
JPH0522437B2 (nl) 1993-03-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8101160A (nl) Overdrachtsstelsel.
US4228462A (en) Line oscillator synchronizing circuit
FR2546697A1 (fr) Regulateur de commutation synchronisee pour un moniteur video a plusieurs frequences de balayage
US4222074A (en) Horizontal synchronizing system
JPS6169267A (ja) テレビジヨン受像機の水平発振器用の位相ロツク・ループ装置
US4821098A (en) Circuit for deriving a synchronizing signal contained in an incoming video signal
JPS6046912B2 (ja) テレビジヨン受像機
US4689680A (en) Circuit arrangement for generating clamping pulses
JPS60220692A (ja) ビデオ信号処理装置
JPS58171189A (ja) Secam方式カラ−テレビジヨン用エンコ−ダ
US5953043A (en) Signal transmission system
NL8802633A (nl) Satelliet-ontvanger, alsmede televisiesignaal-bewerkingsschakeling geschikt voor de satelliet-ontvanger.
KR940004511B1 (ko) 브이씨알의 재생 색신호 자동 보정 시스템
JP2529392B2 (ja) 映像伝送方法および映像伝送装置
JP2597650B2 (ja) クランプ回路
JPS62189885A (ja) 自動利得制御装置
SU906031A1 (ru) Устройство коррекции временных искажений
JPS5937751A (ja) クロツク再生装置
JPH01112888A (ja) 映像信号記録装置
JPH0644217Y2 (ja) バースト抜き取り回路
JP3074699B2 (ja) ゴースト除去用の波形歪の検出回路
JP2697070B2 (ja) 色信号処理装置
KR820000874B1 (ko) 비디오 디스크 시스템용 칼라화면정보 레코드 재생장치
JPS636947Y2 (nl)
JPH0368216A (ja) Pll回路

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed