NL8100603A

NL8100603A - Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling voor een televisiesignaal.

Info

Publication number: NL8100603A
Application number: NL8100603A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1981-02-09
Filing date: 1981-02-09
Publication date: 1982-09-01
Also published as: JPH0332273B2; JPS57152280A; US4435728A; FR2499795B1; DE3203978A1; FR2499795A1; GB2092858B; GB2092858A; DE3203978C2

Description

4 * « ι PHN 9947 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling voor een televisiesignaal.

De uitvinding heeft betrekking op een rasterfrequentiever-dubbelingsschakeling vcor een televisiesignaal met een ingang voor het in rasterfrequentie te verdubbelen televisiesignaal/ een eerste respectievelijk tweede rastergeheugen, een halfrasterfrequente cmschakelin-5 richting voor het met een bepaalde inschrijf snelheid inschrijven van het eerste respectievelijk tweede rastergeheugen en het met een uitlees-snelheid van praktisch het dubbele van de inschrijf snelheid uitlezen van het tweede respectievelijk eerste rastergeheugen, en· een uitgang voor het in rasterfrequentie verdubbelde televisiesignaal.

10 üit Philips Research Reports I960, p. 30-32 is een rasterfre- quentieverdubbelingsschakeling van de bovengenoemde soort bekend. Een dergelijke schakeling kan worden gebruikt voor bandbreedtebesparing in het televisie-overdrachtskanaal of voor het verminderen van flikkerver-schijnselen in een televisiebeeld dat wordt verkregen met een televisie-15 signaal dat via een gebruikelijk onroepkanaal is overgedragen.

De uitvinding heeft ten doel een dergelijke schakeling meer toepassingsmogelijkheden te geven.

Een rasterfrequentieverdubbelingsschakeling van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding heeft daar on tot kenmerk, 20 dat de cmschakelinrichting een deel bevat voor het afwisselend aan een beeldgeheugenuitgang toevoeren van een twee rastertijden vertraagd signaal .

Door de maatregel volgens de uitvinding is de rasterverdubbe-lingsschakeling met een weinig kostbare uitbreiding ook geschikt cm te-25 vens als beeldgeheugenschakeling te worden gebruikt»

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding heeft een dergelijke rasterverdubbelingsschakeling tot kenmerk, dat deze een met de beeldgeheugenuitgang en de ingang gekoppelde canbineerschakeling bevat voor het combineren van een ingangssignaal met een twee raster-30 tijden vertraagd signaal.

Hierdoor kan bijvoorbeeld een bewegingsdetectieschakeling of ruisonderdrukkingsschakeling worden verkregen met behulp van de canbineerschakeling terwijl de rasterfrequentieverdubbelingsfunctie gehandhaafd 8100603 « i -- PHN 9947 2 blijft.

Een nog verdere uitwerking volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat een uitgang van de combineerschakeling is gekoppeld met een ingang van de omschakelinrichting voor het afwisselend in het eerste respectievelijk tweede rastergeheugen inschrijven van een uitgangssig-5 naai van de canbineerschakeling.

Door deze maatregel kan in het in rasterfreguentie verdubbelde signaal een ruisonderdrukking worden verkregen als de combineer-schakeling aan die functie is aangepast.

Heeft een rasterfrequentieverdubbelingsschakeling volgens de 10 uitvinding tot kenmerk, dat met een rasterverdubbelingsuitgang voor een in rasterfrequentie verdubbeld signaal een rasterfrequente omschakelinrichting is gekoppeld voor het tijdens een halve rastertijd van het ingangssignaal van de rasterverdubbelingsschakeling inschrijven van een derde rastergeheugen met het in rasterfrequentie verdubbelde signaal en 15 het een volgende halve rastertijd inschrijven van dit derde rastergeheugen met zijn uitgangssignaal terwijl met een uitgang van dit rastergeheugen en de rasterverdubbelingsuitgang een halfrasterfrequente om-schakelaar is gekoppeld van een beeldverdubbelingsuitgang waarvan een in beeldfrequentie verdubbeld signaal kan worden verkregen, dan kan een 20 beeldfrequentieverdubbeling worden verkregen dat wil zeggen dat telkens de twee opvolgende rasters van .een geïnterlinieerd beeld van het ingangssignaal twee keer in dezelfde volgorde in het uitgangssignaal optreden.

De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening worden toegelicht.

25 In de tekening illustreert:

Fig. 1 met een blokschema een rasterfrequentieverdubbelings-schakeling volgens de uitvinding,

Fig. 2 met een blokschema een rasterfrequentieverdubbelings-schakeling volgens de uitvinding, die tevens ruisonderdrukkingsschake-30 ling en beeldfrequentieverdubbelingsschakeling is met een automatische omschakeling van raster frequent ieverdubbel ing naar beeldfrequentieverdubbeling.

In Fig. 1 wordt aan een ingang 1 een cm te zetten televisiesignaal toegevoerd. Dit televisiesignaal bevat beeldinformatie en syn-35 , chronisatie-informatie. De synchronisatie-informatie wordt afzonderlijk verwerkt. De synchronisatiesignaalverwerking wordt niet besproken omdat hiervoor bekende technieken kunnen worden toegepast. De beeldinformatie van het televisiesignaal wordt verondersteld in digitale vorm aanwezig te 8100603 f * EHN 9947 3 zijn in verband met de in dit uitvoeringsvoorbeeld gebruikte, tegenwoordig beschikbare, rastergéheugens.

De ingang 1 is verbonden met een ingang 3 en een ingang 5 van een halfrasterfrequente otischakelinrichting 7. De omschakel inrich-5 ting 7 heeft een aantal anschakelaars 9, 11, 13, 15, 17, 19 die gedurende de ene rastertijd van het signaal aan de ingang 1 in de getekende stand en gedurende de andere rastertijd in de niet-getëkende stand staan.

Van de omschakelaar 9 ligt een moedercontact 'aan een ingang 21 van een eerste rastergeheugen 23, een ingang aan een uitgang 25 10 van het eerste rastergeheugen 23 en een andere ingang aan de ingang 3 van de otischakelinrichting 7.

Van de omschakelaar 11 ligt een moedercontact aan een ingang 27 van een tweede rastergeheugen 29, een ingang aan een uitgang 31 van het tweede rastergeheugen 29 en een andere ingang aan de ingang 5 van 15 de otischakelinrichting 7.

Van de omschakelaar 13 is een moedercontact verbonden met een kloksignaalingang 33 van het eerste rastergeheugen 23, een contact net een uitgang 35 van een impulsgenerator 37 en een ander contact met een uitgang 39 van de impulsgenerator 37.

20 Van de omschakelaar 15 is een moedercontact verbonden met een kloksignaalingang 41 van het tweede rastergeheugen 29, een contact met de uitgang 39 en een ander contact met de uitgang 35 van de impulsgenerator 37.

De impulsgenerator 37 levert een impulssignaal met een in-25 schrijffrequentie f aan zijn uitgang 35, een impulssignaal met een uitleesfrequentie 2f die het dubbele is van de inschrijf frequentie aan zijn uitgang 39 en een schakelsignaal van de halve rasterfrequentie ½fv van het ingangssignaal aan een uitgang 43 die met een schakelsig-naalingang 45 van de omschakelinrichting 7 is verbonden, waardoor alle 30 anschakelaars van de onschakelinrichting 7 van raster tot raster een andere stand innemen.

Van de ctnschakelaar 17 is een moedercontact verbonden met een beeldgeheugenuitgang 47 van de otischakelinrichting 7, een contact met de uitgang 25 van het eerste rastergeheugen 23 en een contact net 35 de uitgang 31 van het tweede rastergeheugen 29.

Van de omschakelaar 19 is een moedercontact verbonden met een rasterverdubbelingsuitgang 49 van de rasterfrequentieverdubbe-lingsschakeling, een contact met de uitgang 31 van het tweede rasterge- 8 1 0 0 60 3 * * PHN 9947 4 geheugen 29 en een contact met de uitgang 25 van het eerste rastergeheu-gen 23.

In de getekende stand van de omschakelinrichting 7 wordt gedurende een rastertijd via de ingang 3 en de onschakelaar 9 een televi- 5 siesignaal toegevoerd aan de ingang 21 van het eerste rastergeheugen 23.

%

Dit televisiesignaal wordt in het eerste rastergeheugen 23 ingeschreven met een inschrijf snelheid bepaald door de frequentie f van het signaal aan de ingang 33 van het eerste rastergeheugen 23 dat via de cmschake-laar 13 van de uitgang 35 van de impulsgenerator 37 wordt verkregen.

10 Tegelijkertijd wordt van de uitgang 25 van het eerste rastergeheugen 23 met dezelfde snelheid een televisiesignaal uitgelezen en via de cmscha-kelaar 17 aan de beeldgeheugenuitgang 47 toegevoerd. Zoals uit het volgende zal blijken is dit uitgelezen televisiesignaal twee rastertijden vertraagd ten opzichte van het signaal aan de ingang 3.

15 Gedurende deze rastertijd wordt van de uitgang 31 van het tweede rastergeheugen 41 een in de vorige rastertijd ingeschreven televisiesignaal uitgelezen en via de omschakelaar 19 aan de rasterverdub-belingsuitgang 49 toegevoerd. Dit uitlezen gebeurt met een snelheid bepaald door de frequentie 2f van het signaal dat de ingang 41 van het 20 tweede rastergeheugen wordt’ toegevoerd via de onschakelaar 15. Deze uitleessnelheid is daardoor het dubbele van de inschrijfaielheid van het eerste rastergeheugen. Verder wordt het uitgelezen signaal van de uitgang 31 van het tweede rastergeheugen 29 via de onschakelaar 11 weer aan de ingang 27 toegevoerd en opnieuw in het tweede rastergeheugen 25 29 ingeschreven. Dit gebeurt in deze rastertijd twee keer zodat aan de uitgang 49 twee keer het televisiesignaal van het vorige raster wordt af gegeven terwijl aan het eind van de rastertijd het signaal van dit vorige raster weer in het tweede rastergeheugen 29 is ingeschreven.

In de volgende rastertijd worden de functies van de twee ras-30 tergeheugens 23 en 29 verwisseld zodat het eerste rastergeheugen 23 de rasterverdubbeling verzorgt en het tweede 29 de beeldgeheugenfunctie.

Het zal duidelijk zijn dat in plaats van seriële geheugens ook willekeurig toegankelijke geheugens (tandem access memories) kunnen worden toegepast waarvan de inschrijf- en uitleesadresgeneratoren op een aange-35 paste wijze worden bestuurd. Er is dan geen koppeling van de uitgangen met de ingangen van de geheugens nodig, de omschakelaars 9, 11 kunnen dan vervallen.

In fig. 2 zijn voor overeenkomstige delen dezelfde verwij- 8100603 * % EHN 9947 5 zingscijfers gebruikt als in fig. 1.

Tussen de ingang 1 van de schakeling en de ingang 3 van de anschakelinrichting 7 is een als ruisonderdrukkingsschakeling dienende canbineerschakeling 51 opgencmen waarvan een ingang aan de ingang 1 van 5 de schakeling ligt en een uitgang aan de ingang 3 van de cxtischakelinrich-ting 7. Een verdere ingang 53 ervan ligt aan de beeldgeheugenuitgang 47 van de omschakelinrichting 7 en krijgt een signaal toegevoerd dat twee rastertijden, dat is een beeldtijd, vertraagd is ten opzichte van het signaal aan de ingang 1. De beide ingangssignalen worden in een af-1Q trékschakeling 55 van elkaar afgetrokken en via een ver zwakker 57 met instelbare verzwakking aan een optelschakeling 59 toegevoerd waarin het signaal aan de ingang 53 er weer bij wordt opgeteld. Aan de ingang 3 van de anschakelinrichting 7 wordt dan een signaal toegevoerd waarin de ruis is verminderd. De verzwakking van de ver zwakker 57 wordt geregeld 15 door een uitgangssignaal van een bewegingsdetektor 61 die in dit geval zijn ingangssignaal krijgt van de af trékschakeling 55. Deze bewegingsdetektor 61 mag vanzelfsprekend desgewenst anders worden gestuurd dan hier aangegeven en kan desgewenst eventueel filters bevatten cm gewenste eigenschappen, zoals bijvoorbeeld ruisongevoeligheid, te ver-2o krijgen. De bewegingsdetektor 61 levert verder een signaal aan een uitgang 63 van de canbineerschakeling 51.

De anschakelinrichting 7 is enigszins anders opgebouwd dan die van fig. 1. De functies van de cmschakelaars 9, 11 en 17 van fig. 1 worden nu uitgevoerd door een drietal cmschakelaars 65, 67, 69 en de 25 functies van de cmschakelaars 13 en 15 van fig. 1 door een tweetal cm-schakelaars 71, 73.

De rasterverdubbelingsuitgang 49 ligt aan een contact van een cmschakelaar 75 respéktievelijk 77. Van de cmschakelaar 75 ligt het moedercontact aan een ingang 81 van een derde rastergeheugen 83 waarvan 30 een uitgang 85 aan het andere contact van de cmschakelaar 75 ligt. Het moedercontact 87 van de cmschakelaar 77 ligt aan een contact van een cmr schakelaar 79 en het moedercontact 89 van de cmschakelaar 79 is de uitgang van de schakeling. Het andere contact van de cmschakelaar 79 ligt aan het moedercontact van de cmschakelaar 75.

35 De cmschakelaar 75 wordt bediend door een, aan een ingang 91 ervan toegevoerd, van een uitgang 93 van de impulsgenerator 37 verkregen signaal met de dubbele frequentie fy van het signaal dat de anschakelinrichting 7 bedient.

8100603 PHN 9947 6

Het derde rastergeheugen 83 heeft een kloksignaalingang 95 waaraan het signaal met de frequentie 2f wordt toegevoerd dat afkomstig is van de uitgang 39 van de impulsgenerator 37. Dit rastergeheugen 83 werkt daardoor als een vertragingsleiding met een vertraging van een 5 rastertijd van het in rasterfrequentie verdubbelde signaal, dat is de halve rastertijd van het signaal aan de ingang 1 van de schakeling.

De amschakelaar 77 wordt bediend door een signaal ¼f. (T/4) met dezelfde frequentie als het signaal dat omschakelinrichting 7 bedient maar een kwart periodetijd (T/4) verschoven ten opzichte van dat sig-10 naai. Dit signaal ½f (T/4) wordt verkregen van een uitgang 97 van de im-pulsgenerator 37 en toegevoerd aan een ingang 99 van de anschakelaar 77.

De anschakelaar 79 wordt bediend door een signaal dat aan een ingang 101 ervan wordt toegevoerd en dat afkomstig is van de uitgang 63 van de canbineerschakeling 51.

15 Om dit signaal op het juiste tijdstip aan de ingang 101 van de anschakelaar 79 te laten optreden, wordt het van de uitgang 63 van de canbineerschakeling 51 via een vertragingsschakeling met een anschakelaar 103, een rastergeheugen 105 en een anschakelaar 107 gevoerd. Dit rastergeheugen 105 kan voor êên bit zijn uitgevoerd en wordt 2o door hetzelfde signaal gestuurd als het rastergeheugen 29. Dit signaal wordt aan een ingang 109 ervan toegevoerd.

Aan de hand van fig, 3 zal nu de werking van de schakeling van fig. 2 worden nagegaan.

In fig. 3 zijn een aantal tijdvakken tQ - t^, t^ -t^, t^ - t^, 25 fc3 " V Η ~ V fc5 “ V " V *7 " V H “ V fc9 ” *Ί0' ^0“ ^1' - t^ en t^ - aangegeven en een aantal lijnen 303 respektieve-lijk 325, 331, 347, 349, 381, 385, 387 waarlangs de aard van de signalen aan de punten 3 respektievelijk 25, 31, 47, 49, 49, 81, 85, 87 van de schakeling zijn aangegeven.

20 Met A.j wordt aangeduid een signaal afkomstig uit een eerste rastertijd van een eerste beeld van het signaal aan de ingang 1 van de schakeling, met een signaal uit de-tweede rastertijd van het eerste beeld, met een signaal uit de eerste rastertijd van het tweede beeld, met een signaal uit de tweede rastertijd van dit beeld, met A^ een 35 signaal uit de eerste rastertijd van het derde beeld en zo verder.

In de onderstaande tabel worden verder voor de betreffende tijdvakken de standen van de periodiek werkende schakelaars 7, 75 en 77 aangegeven met s voor de in fig. 2 getékende stand en met 8100603 * EHN 9947 7 n voor de niet-getékende stand.

π—1——— o| -Γ p* p r-cMm'^t'tn'ör'OO^T- -p -P -p

-p-p-p-p-p-p -p-P-P-P I I I

5 I1IIIII1I1 O Γ- CM

Or-CMnTrtnVOr'CO^T-r-r-

-p-p-p-p-P-P-P-P-P-P+J+J+J

7s nns s η n s s nn s s 75 snsnsnsnsns 77 ssnnssnnssn 10

Aan de Ingang 3 van de anschakelinrichting 7 wordt in het tijdvak tQ-tj het signaal , in het tijdvak tj-tg het signaal in het tijdvak t3~t5 het signaal Ag, in het tijdvak tg-fy het signaal B2, in het tijdvak tytg het signaal Ag, in het tijdvak t^-t^ het signaal B3 15 en in het tijdvak t^-t^g het signaal A^ toegevoerd, hetgeen in fig. 3 is uitgezet langs de lijn 303.

Aan de uitgang 25 van het eerste rastergeheugen 23 verschijnt daardoor in de tijdvakken tj-t2 en t2~t3 het signaal Aj roet de snelheid, in het tijdvak tg-tg het signaal Ag met de snelheid als in 20 het tijdvak tytg aan de ingang 3, in de tijdvakken tg-tg en tg-ty het signaal A2 met de dubbele snelheid, in het tijdvak t^-tg het signaal A2 met de snelheid als aan de ingang 3, in de tijdvakken y-yg en t-j 0*~fc11 het siS11391 ^3 met de dubbele snelheid en in het tijdvak t^-t^ het signaal Ag roet de snelheid als aan de ingang 3. Dit is in fig. 3 uit-25 gezet langs de lijn 325.

Langs de lijn 331 van fig. 3 is aangegeven het signaal aan de uitgang 31 van het tweede rastergeheugen 29 dat in de tijdvakken tg-y en t^-tj. het signaal Bg, in de tijdvakken ty-tg en tg-tg het signaal B2 en in de tijdvakken t^-t^ en ^2~^3 het si9naal B3 °P dubbele 30 snelheid en in het tijdvak t^-y het signaal Bg en in het tijdvak tg-tgg het signaal B2 op ingangssignaalsnelheid vertoont.

Aan de beeldgeheugenuitgang 47 van de anschakelinrichting 7 treedt een signaal cp dat een beeldtijd is vertraagd ten opzichte van het signaal aan de ingang 3. Dit is uitgezet langs de lijn 347 en is Ag 35 in het tijdvak tg-tg, Bg in het tijdvak tg-y, A2 in het tijdvak y-tg, B2 in het tijdvak tg-tgg en Ag in het tijdvak t^-t^g.

Aan de uitgang 49 van de anschakelinrichting 7 treedt een signaal op dat langs de lijn 349 is uitgezet en dat steeds de dubbele snelheid 8 1 0 0 60 3 PEN 9947 8 heeft van het signaal aan de ingang 3. Van t^ tot t2 is dit A^, van t2 tot tg weer , van tg tot t4 , van t4 tot tg weer , van tg tot tg Ag, van tg tot tj weer A2, van t-, tot tg Bg, van tg tot t^ weer Bg, van tg tot t1Q Ag, van t^Q tot t^ weer Ag, van t^ tot t^2 Bg en van t^g tot 5 t^g weer Bg. Dit signaal is dus in rasterfrequentie verdubbeld ten opzichte van het ingangssignaal.

Aan de ingang van het derde rastergeheugen 83 treden ook alleen signalen op met de dubbele snelheid. Ze zijn uitgezet langs de lijn 381 en zijn achtereenvolgens A^, A^, B^, B^, Ag, Ag, Bg, Bg, Ag, 10 Ag en Bg in de tijdvakken tg-tg respektievelijk tg-t^, t^tg, tg-tg, ^6-t7' V’V V^IO' ^0^11' t11 _t12 611 ^2^13'

Aan de uitgang 85 van het derde rastergeheugen 83 verschijnt het signaal 381 een rastertijd vertraagd. Dit is uitgezet langs de lijn 385.

15 Tenslotte is langs de lijn 387 het signaal aan de uitgang 87 van de cmschakelaar 77 uitgezet dat afwisselend gedurende de perioden tg-t4, tg-tg en t^Q-t^g het signaal 349 en gedurende de perioden tj-tg, tg-t^0 en t.jg—tgg het signaal 385 is. Dit signaal is een signaal met de dubbele snelheid van het ingangssignaal waarin echter de rasters per 20 beeld dezelfde volgorde hebben als in het ingangssignaal.

Het signaal 381 wordt het in rasterfrequentie verdubbelde signaal en het signaal 387 het in beeldfrequentie verdubbelde signaal genoemd.

Het signaal aan de uitgang 89 van de cmschakelaar 79 kan dus 25 afhankelijk van de stand van die schakelaar in rasterfrequentie of in beeldfrequentie verdubbeld zijn.

Een verdubbéling in rasterfrequentie is wenselijk als er beweging in het beeld optreedt en een verdubbeling van de beeldfrequentie als er geen beweging is en een contour met een horizontale component 30 in het beeld aawezig is, is er geen beweging en geen contour met een horizontale component dan kan zowel raster- als beeldfrequentieverdub-beling worden toegepast.

De omschakelaar 79 wordt nu bediend door het signaal aan zijn ingang 101 dat via de vertragingsschakeling 103, 105, 107 afkomstig is 35 van de bewegingsdetector 61 en de omschakelaar 79 in de getekende stand zet bij bewegende delen van het beeld en in de niet getekende stand bij stilstaande delen van het beeld.

In de tijdvakken tg-t^, t^-t^, .................. heeft een cm- 8100603 EHN 9947 9 * schakeling geen effect ardat dan de beide contacten van de cmschake-laar 79 hetzelfde signaal voeren (381 en 387). In de tijdvakken t^-t^ t?-tg, t^-t^, .... moet de omschakeling goed gesynchroniseerd zijn met de signalen aan de omschakelaar 79. Deze tijdvakken beginnen bij geen 5 beweging met een B-signaal (langs de lijn 387) afkomstig van de uitgang 31 van het tweede rastergeheugen 29. Voor het bewegingsdetectiesignaal is daarom eenzelfde signaalweg gekozen als die van het B-signaal. De synchronisatie is dan juist.

Bij het verdubbelen van de ras ter frequent ie, dus bij het jg optreden van beweging kan in het uitgangssignaal een interpolatie worden toegepast met een signaal uit de vorige lijntijd van het uitgangssignaal cm positiefouten bij de weergave te vermijden.

De omschakelaar 79 kan in plaats van door een signaal afkomstig van de bewegingsdetector bijvoorbeeld geschakeld worden door 15 een signaal dat mede afkomstig is van een contourdetector waarmee contouren met een horizontale component in het beeld worden gedetecteerd. Bij het optreden van een stilstaande contour wordt dan op beeld-frequentieverdubbeling overgeschakeld. Het derde rastergeheugen 83 kan dan worden ontworpen voor overdracht van een geringer aantal bits per 2o videosignaalmonster omdat op contouren de quantisatie niet zo nauwkeurig hoeft te zijn.

Het zal duidelijk z'ijn dat de ruisonderdrukking en de bediening van de omschakelaar 79 onafhankelijk van elkaar kunnen plaatsvinden of kunnen worden weggelaten.

25 Het van de bewegingsdetector 61 afkomstige signaal voor de bediening van de omschakelaar 79 kan desgewenst als een extra infor-matiebit langs een geschikt gekozen signaalweg van het videosignaal worden gevoerd.

30 35 8100603

Claims

1. Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling voor een televisie signaal met een ingang voor het in rastèrfrequentie te verdubbelen televisiesignaal/. een eerste respektievelijk tweede rastergeheugen, een half-rasterfreguente 'omschakelinrichting voor het met een bepaalde inschrijf- 5 snelheid inschrijven van het eerste respektievelijk tweede rastergeheu-gen en het met een uitleessnelheid van praktisch het dubbele van de inschrijf snelheid uitlezen van het tweede respektievelijk eerste rasterge-heugen, en een uitgang voor het in rasterfrequentie verdubbelde televisiesignaal, met het kenmerk, dat de omschakelinrichting (7) een deel (17) 10 bevat/het afwisselend aan een beeldgeheugenuitgang (47) toevoeren van een twee rastertijden vertraagd signaal (Fig. 1).

2. Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een met de beeldgeheugenuitgang (47) en de ingang (1) gekoppelde combineêrschakeling (51) bevat voor het combineren 15 van een ingangssignaal met een twee rastertijden vertraagd signaal (Fig. 2).

3. Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een uitgang van de canbineerschakeling (51) is gekoppeld met een ingang (3) van de omschakelinrichting (7) voor het 20 afwisselend in het eerste (23) respektievelijk tweede (29) rastergeheu-gen inschrijven van een uitgangssignaal van de coitibineerschakeling (Fig. 2).

4. Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met een rasterverdubbelings- 25 uitgang (49) voor een in rasterfrequentie verdubbeld signaal een ras-terfrequente omschakelinrichting (75) is gekoppeld voor het tijdens een halve rastertijd van het ingangssignaal van de rasterverdubbelings-schakeling inschrijven van een derde rastergeheugen (83) met het in rasterfrequentie verdubbelde signaal en het een volgende halve raster- 30 tijd inschrijven van dit derde rastergeheugen met zijn uitgangssignaal terwijl met een uitgang (85) van het derde rastergeheugen (83) en de rasterverdubbelingsuitgang (49) een halfrasterfrequente omschakelaar (77) is gekoppeld van een beeldverdubbelingsuitgang (87) waarvan een in beeldfrequentie verdubbeld signaal kan worden verkregen.

5. Basterfrequentieverdubbelingsschakeling volgens conclusie 1, met een met de beeldgeheugenuitgang (47) en de ingang (1) gekoppelde combineerschakeling (51), met het kenmerk, dat net een rasterverdubbelingsuitgang (81) en de beeldverdubbelingsuitgang (87) een omschakelaar 8100603 * ΡΗΝ 9947 11 τ » (79) is gekoppeld van een uitgang (89) van welke anschakelaar een afhankelijk van de stand van die anschakelaar in rasterfrequentie of beeldfrequentie verdubbeld televisiesignaal kan worden verkregen.

6. Rasterfrequentieverdubbelingsschakeling volgens conclusie 5, 5 met het kenmerk, dat een bedieningssignaalingang (101) van de laatstgenoemde anschakelaar (79) is gekoppeld met een uitgang (63) van de combineerschakeling ‘ (51). 10 15 20 25 30 8100603 35