NL8100049A - Korrelpistool. - Google Patents

Description

fr' i Λ * VO 1352

Titel : Kbrrelpistool.

De uitvinding heeft betrekking op een korrelpistool met onafhankelijke doseerinrichting voor het aahbrengen van glaskorrels op rijbaan-markeringen.

Bij het toepassen van straatmarkeringsstoffen moeten voor het 5 voldoen aan de gestelde eisen met betrekking tot nachtelijke zichtbaarheid en grip glaskorrels en gripverhogende middelen achteraf worden aangebracht. Onder het begrip "glaskorrels” worden hierbij niet alleen de zuivere glaskorrels begrepen, maar ook zoals gebruikelijk mengsels daarvan met verdere toevoegstoffen, in het bijzonder gripverhogende 10 middelen.

Voor het aanbrengen van dergelijke glaskorrels worden in de praktijk twee apparaten gebruikt : a) walsstrooier b) korrelpistool.

15 De walsstrooier wordt tegenwoordig nog het meest toegepast. De werkwijze houdt in, dat door middel van een in langsrichting vertande wals het toestromende strooimateriaal de ruimten tussen de tanden opvult en bij het verder draaien van de wald na passeren van een langs-viltafdichting vrijvallend op de markeringsstof valt.

20 De wals wordt via rollenkettingen door z.g. bgrens- of rolschij- ven aangedreven. Daardoor is het walstoerental afhankelijk van de rijsnelheid. Verschillende markeer snelheden hebben geen invloed op de ingestelde strooihoeveelheid.

Aangezien de strooier uit constructie-overvegingen 10 cm vanaf 25 het rijbaanoppervlak aan de machine is aangebracht, kan een windbeïn-vloeding van het achteraf te strooien middel bij verschillende inten-• siteit gedurende het vallen, ondanks een aangebrachte windafscherming, niet worden verhinderd. Daardoor wordt het middel ongelijkmatig over de markeringsstof verdeeld. De markering krijgt een wolkvormig uiter-30 lijk. Door de verschillende strooidiehtheden wordt door verhoogde vuilopname de zichtbaarheid overdag nadelig beïnvloed. Een verder nadeel bij dit systeem is, dat bij sneldrogende producten of dikke laag-materialen het achteraf gestrooide middel onvoldoende in de massa kan binnendringen. Er vindt dan geen optimale verankering plaats. De ver-35 eisten betreffende zichtbaarheid 's-nachts en grip wordt daardoor in bepaalde gevallen niet bereikt.

8100049 - 2 -

A -V

De "bekende korrelpistolen hebben welliswaar -deze nadelen niet, doch "brengen andere nadelen met zich mede, zoals hierna zal worden toegelicht. Bij de korrelpistolen worden de achteraf gestrooide middelen door lucht stroming in een uitstootmondstuk meegesleurd en door een , 5 verdeelkop over de corresponderende streephreedte verdeeld.

In het uitstootmondstuk worden korrels en gripverhogende middelen door perslucht versneld en treffen met de door de ingestelde luchtdruk afhankelijke snelheid de markeringsstof. Daardoor dringen de achteraf gestrooide middelen dieper in het materiaal "binnen en worden heter ver-.. 10 ankerd.

Dit systeem heeft geen mechanische aandrijving nodig en is in wezen ongevoelig voor beïnvloeding door wind. Daardoor wordt een goede, gelijkmatige verdeling van korrels en gripverhogende middelen over de markeringsstof bereikt. Dit geeft een positieve invloed op de te stel-15 . len vereisten.

De nastrooihoeveelheid is door verandering van de luchtdruk en de rijsnelheid instelbaar. Ih tegenstelling tot bij de walsstrooier is bij het korrelpistool de nastrooihoeveelheid respectievelijk strooi-dichtheid afhankelijk van de strookbreedte, de ingestelde luchtdruk en 20 de rijsnelheid.

Dit brengt natuurlijk bij het toepassen in de praktijk bepaalde problemen betreffende de hoeveelheid instelling met zich mede. Het personeel, dat deze korrelpistolen gebruikt, blijkt veelal overvraagd te zijn, indien de voorgeschreven nastrooihoeveelheden exact moeten worden 25 ingesteld. Door de apparaatfabrikanten werden nomogrammen en tabellen opgesteld, waaruit de gewenste hoeveelheid instelling af te lezen is.

Daarbij wordt evenwel geen rekening gehouden met het toepassen van na- • »2 strooimateriaal. De correcte instelling van de strooihoeveelheid (g/m ) bij toepassing van een korrelpistool is derhalve uiterst problematisch. 30 Derhalve worden deze apparaten tegenwoordig slechts daar toegepast, waar met de walsstrooier niet meer het gewenste effect kan worden bereikt, d.w.z. in bet bijzonder bij het toepassen van heet smeltmassa's en heet spuitverven.

Uit het Duitse Gebrauchsmuster 79 02 26k is een korrelpistool 35 bekend, dat met een mechanische doseerinriehting tot êên construetie-eenheid is verbonden. Daarmede moet het principiële nadeel van het korrelpistool, de problematische dosering, geëlimineerd zijn. Het in de

8 1 0 0 0 4 S

- 3 - praktijk toepassen van deze korrelpistolen heeft evenwel onverwachte pro-. blemen met zich meegehracht: Een correcte dosering en een correct nastrooien van het nastrooimiddel is tengevolge van oorzaken, die niet volledig achterhaald kunnen worden, niet mogelijk.

^ Doel van de uitvinding is het verschaffen van een korrelpistool, dat de huidige, goede eigenschappen verenigt met een correcte, makkelijk te sturen dosering, waarbij storingen tijdens het bedrijf vermeden kunnen worden.

Doel van de uitvinding is een korrelpistool met onafhankelijke ^ doseerinrichting voor het aanbrengen van glaskorrels op rijwegmarkeringen, dat gekenmerkt is, doordat de doseerinrichting via een 5 - 50 cm lang verbindingsstuk verbonden is met de materiaalingang van het korrelpistool.

Het korrelpistool zelf is een gebruikelijk voor het aanbrengen ^ ^ van glaskorrels bekend korrelpistool. Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm is de doseerinrichting een gebruikelijke walsstrooier voor het strooien van glaskorrels op rijwegmarkeringen. Terwijl bij het bovengenoemde, bekende korrelpistool met doseerinrichting deze laatste met het pistool tot een constructieve eenheid is verbonden, 20 waardoor een compacte bouw wordt verkregen, zijn overeenkomstig de uitvinding korrelpistool en doseerinrichting door een 5 - 50 cm lang verbindingsstuk gescheiden. Verrassenderwijze is gebleken, dat bij een dergelijke ruimtelijke scheiding van korrelpistool en doseerinrichting de problemen van de bekende constructie-eenheid niet meer optreden. De pc ^ redenen hiervoor zijn niet zonder meer achterhaalbaar, het resultaat kan evenwel bij praktische toepassing gemakkelijk worden vastgesteld.

Het verbindingsstuk tussen walsstrooier en het eigenlijke korrelpistool is een buis of slang, waarbij de einden van de uittree-ope- ning van de walsstrooier enerzijds en de materiaalingang van het eigen-30 lijke korrelpistool anderzijds zijn aangepast. Hetzelfde geldt voor de dwarsdoorsnede tussen beide einden. De dwarsdoorsnede kan dus in een of beide dimensies variëren.

Bij voorkeur is het verbindingsstuk, in principe dus de afstand tussen de materiaaluitlaat van de walsstrooier en de materiaalinlaat y van het eigenlijke korrelpistool, tenminste 10 cm, bij voorkeur ten minste 15 cm· Maximaal bedraagt deze afstand bij voorkeur ^0 cm, waarbij een afstand van 30 cm een bijzondere voorkeur verdient.

8 1 00 0 4 9 ' * #.

-b -

Het korrelpistool met onafhankelijke doseerinrichting volgens de , . uitvinding kan op eenvoudige wijze verkregen worden, als een hekend kor relpistool en een bekende walsstrooier door een buisvormig verbindingsstuk met elkaar worden verbonden. Voor het doseren wordt derhalve een 5 walsstrooier toegepast, die door de begrensschijven via rollenkettingen •wordt aangedreven. De stuurbreedte is afgestemd op de gewenste marke-ringsstreepbreedte. Voor een gewenste nastrooihoeveelheid (g/m ) zijn de corresponderende aandrijfkettingwielen te kiezen en te monteren.

De voorafgedoseerde hoeveelheid wordt via een aangebouwde, trech-10 tervormige bekleding totin het korrelpistool geleid. De nastrooimiddelen worden dan door lucht stroming in het- uitstootmondstuk meegesleurd en door een verdeelkop over de streepbreedte verdeeld. Door luchtdrukin— stelling kan de snelheid respectievelijk het indringvermogen van de korrels en de gripverhogende middelen worden ingesteld zonder de inge-15 stelde strooihoeveelheid te veranderen.

Dit is in het bijzonder belangrijk bijvoorbeeld bij sneldrogende produkten, waar een hogere druk en bij dikke lagenbijvoorbeeld 0,6 -0,8 mm HFD een lagere druk noodzakelijk is. Hiermede kan een optimale inbedding van de nastrooimiddelen worden bereikt.

20 Verschillende luchtdrukken en rijsnelheden zijn zodoende niet van invloed op de ingestelde strooihoeveelheid. Het gecombineerde na-strooisysteem verenigt derhalve de positieve eigenschappen van twee apparaten. Voor het monteren is een steun met verbindingsstuk tussen waslstrooier en korrelpistool nodig. Voor de hoeveelheid instelling 25 worden de aandr i j f-ket t ingwi el en verwisseld.

Het korrelpistool met onafhankelijke doseerinrichting overeenkomstig de uitvinding kan aan elke conventionele markeringsmachine worden aangebracht. Instelling en controle van de vereiste nastrooi-. hoeveelheden zijn buitengewoon makkelijk mogelijk.

30 Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uitvoerings- - voorbeeld zal de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht.

Fig. 1 geeft een zij-aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding j en fig. 2 een vooraanzicht.

35 De doseerinrichting 1 omvat een strooiwals 2 en langsyilten 3 voor het doseren van toestromende glaskorrels k. Deze vallen in een verbindingsstuk 5S dat verbonden is met een materiaalinlaat 6 van een korrel-

8 1 0 0 0 4 S

V

- 5 - pistool 7. Bij verwijzingscijfer 8 verlaten de glaskorrels een diffusor 9» De afzonderlijke delen worden door een steun 10 tezamen gehouden.

De strooiwals 2 wordt via kettingwielen 11 aangedreven. Luchtmondstukken 12 dienen voor het transporteren van de korrels.

8 1 0 0 0 4 9

Claims (2)

1. Korrelpistool met onafhankelijke dos eer inrichting voor het aan-brengen van glaskorrels op rij wegmarkeringen met het kenmerk, dat de dos eer inrichting (1) via een 5 - 50 cm lang verbindingsstuk (5) verbonden is met een materiaalinlaat (6) van het korrelpistool (7)· 5

2. Korrelpistool volgens conclusie .1 met. het kenmerk, dat de do— seerinrichting een gebruikelijke walsstrooier voor het strooien van glaskorrels op rij wegmarkeringen is. t 8 1 0 0 0 4 9