NL8006838A - Hefinrichting voor munitie. - Google Patents

Hefinrichting voor munitie. Download PDF

Info

Publication number
NL8006838A
NL8006838A NL8006838A NL8006838A NL8006838A NL 8006838 A NL8006838 A NL 8006838A NL 8006838 A NL8006838 A NL 8006838A NL 8006838 A NL8006838 A NL 8006838A NL 8006838 A NL8006838 A NL 8006838A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elements
lifting device
pair
holding
lifting
Prior art date
Application number
NL8006838A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bofors Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bofors Ab filed Critical Bofors Ab
Publication of NL8006838A publication Critical patent/NL8006838A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/82Reloading or unloading of magazines
    • F41A9/83Apparatus or tools for reloading magazines with unbelted ammunition, e.g. cartridge clips
    • F41A9/84Clips
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C1/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
    • B66C1/10Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means
    • B66C1/62Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means comprising article-engaging members of a shape complementary to that of the articles to be handled

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)
  • Carriers, Traveling Bodies, And Overhead Traveling Cranes (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Medicines Containing Plant Substances (AREA)
  • Curing Cements, Concrete, And Artificial Stone (AREA)

Description

* ^ -4
Hefinrichting voor munitie.
De uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting voor echte of oefeneenheden in de vorm van granaten, projectielen, patroon-ladingen, projectielen met raketwerking of overeenkomstige munitie. w De hefinrichting omvat dan een aantal aangrijpmiddelen, welke middelen 5 beweegbaar zijn tot in samenwerking met een of een aantal eenheden tegelijk, bijvoorbeeld drie eenheden.
De hefinrichting kan worden toegepast in terreindienst, bijvoorbeeld aan een stuk geschut in de vorm van een terrein houwitser, waarbij de betrokken munitie of gedeelten daarvan moet worden overge-bracht van een munitiedrager en dergelijke naar een laadtafel en dergelijke. De hefinrichting kan echter ook in andere omstandigheden worden gebruikt, zoals in opslaggebouwen en dergelijke wanneer munitie van één plaats moet worden bewogen naar een andere.
Verschillende soorten hefinrichtingen zijn bekend. Bij 15 dergelijke hefinrichtingen bestaat de wens, dat de betreffende hefinrichting kan worden gebruikt voor het aangrijpen van de granaten en dergelijke uit verpakkingen of hanteerrekken, waarin de granaten in zowel horizontale als vertikale standen of tussenliggende standen kunnen worden gehouden. Er bestaat tevens de wens, dat op de nieuwe 2° opslag-of losplaats, de granaten in willekeurige standen worden geplaatst, dat wil zeggen in vertikale of horizontale standen of in tussenliggende standen.
Het doel van de onderhavige hefinrichting bestaat uit het ondermeer oplossen van de voomoemde moeilijkheden naast het verschaf-25 fen van een eenvoudige en doeltreffende hefwerking. De maatregelen, 8006838 2 die overeenkomstig de uitvinding de oplossing van deze moeilijkheden mogelijk maken zijn ondermeer, dat de aangrijpmiddelen aan de hefin-richting een aantal elementen omvatten, welke elementen zich uitstrekken vanaf het gestel en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar, waarbij de 5 elementen draaibaar zijn aangebracht rond hm lengtehartlijnen tussen eerste en tweede standen, verder dat de elementen naast elkaar zijn geplaatst voor het vormen van paren elementen, die kunnen worden toegewezen aan één eenheid (granaat), dat het betreffende draaielement aan zijn vrije einde is uitgevoerd met een verbreed gedeelte in één 10 richting, dat in de eerste draaistanden van de elementen van een betreffend paar elementen, deze gedeelten zodanig zijn geplaatst, dat het paar elementen beweegbaar is over zijn betreffende eenheid vanaf de zijkant, waarbij de elementen van het paar elementen zich aan weerszijden van de eenheid uitstrekken, en dat in de tweede draaistanden van 15 de elementen, het paar elementen met behulp van de gedeelten de eenheid gedeeltelijk of geheel omsluit voor het vasthouden van de eenheid tegen bewegingen in de dwarsrichting van de eenheid.
Bij verdere ontwikkelingen van de uitvindingsgedachte, waarbij het hanteren van munitie verder is vereenvoudigd, worden gede-20 taïlleerder uitvoeringsvormen van het ontwerp toegepast, die tegen- draagmiddelen omvatten in de vorm van in het bijzonder ontworpen vast-houdgoten, die respectievelijk een inwendige speling of uitsparing hebben voor de drijfband van een granaat, welke spelingen of uitsparingen zijn uitgevoerd voor het aangrijpen van de granaat ook om een 25 voorste kraag of om leinokken, die mogelijk kunnen worden aangetroffen aan bepaalde munitie. Verder bevatten dergelijke verdere ontwikkelingen de details van een ontwerp van een hefhaak, die behoort tot de inrichting, en waarmee een hijskraan of loopkraan is verbonden voor het opheffen van de inrichting met daarin geladen munitie.
30 De maatregelen, die in hoofdzaak kunnen worden beschouwd als kenmerkend voor de onderhavige hefinrichting, worden echter in hoofdzaak gelezen uit het onderscheidend kenmerk van de conclusie 1.
Door de uitvinding is een hefinrichting geschapen, die het naast de moeilijkheden met betrekking tot de verschillende stand-35 den van de granaat en dergelijke op de haal- en neerzetplaatsen, het 8006838 3 in samenhang met de verdere ontwikkelingen mogelijk maakt munitie van verschillende gedaanten en gewichten gemakkelijk op te heffen en te hanteren. Met betrekking tot de gedaante kan de munitie aanzienlijk veranderlijk zijn voor wat betreft de lengte en tevens de afstand 5 tussen het achtereinde en de drijfband. Ook zijn andere gedaanten van de munitie, bijvoorbeeld de aanwezigheid van een voorste kraag, van leinokken, enz, niet essentieel voor de doeltreffendheid van de hefin-richting.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de 10 tekening, waarin: fig. la een achteraanzicht is van een eerste uitvoeringsvorm van de hefinrichting, fig. lb een bovenaanzicht is van de inrichting volgens fig. la, 15 fig. lc een zijaanzicht is van de inrichting volgens fig. la, fig. 2a een achteraanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm van de hefinrichting, fig. 2b een bovenaanzicht is van de inrichting volgens 20 fig. 2a, fig. 2c een zijaanzicht is van de inrichting volgens fig. 2a, en fig. 3 een bovenaanzicht is van onderdelen van de in de hefinrichting opgenomen bedieningsoverbrenging.
25 Zoals afgeheeld in de fig. la-lc, omvat de hefinrichting een gestel, dat een langwerpige balk 1 heeft. In de balk wordt een aantal, in het voorbeeld van de uitvoeringsvorm 4, langwerpige elementen 2 gedragen. Elk element wordt draaibaar rond zijn lengtehart-lijn 2a gedragen in een uitsparing la, die voor dit doel in de balk 1 30 bestemd is. De uitsparing la is langwerpig, waarbij het gedragen gedeelte 2b van het betreffende element zich uitstrekt door de gehele uitsparing en naar buiten over het bovenoppervlak lb van de balk 1, waarbij het boven dit oppervlak zich uitstrekkende gedeelte dan bijvoorbeeld schroefdraad kan hebben. Het element wordt in de opneming 35 vastgehouden door een eerste moer, aangebracht op het van schroef- 8006838 4 draad voorziene gedeelte, en tevens een kegelvormig gedeelte 2c, dat zich bevindt bij het gedragen gedeelte 2b en dat een diameter heeft, die de diameter van de uitsparing in het gestel overschrijdt. In zijn andere einde, dat het vrije einde vormt, is het element uitgevoerd met 5 een verbreed gedeelte 2d.
De elementen 2 strekken zich evenwijdig aan elkaar uit vanaf de onderzijde van de balk 2, waarbij twee naast elkaar liggende elementen een paar elementen vormen. De twee middenelementen omvatten gemeenschappelijke elementen in twee naburige paren elementen. De ΙΟ verbrede gedeelten van de twee middenparen elementen verschaffen zodoende een in hoofdzaak T-vormige gedaante, waarbij de gedeelten van de buitenelementen slechts in één richting zijn verbreed.
Verder is de verbreding van het betreffende gedeelte alleen uitgevoerd in één richting, te weten de richting die samenvalt 15 met het in fig. la weergegeven vlak. In de richting die over 90° is gedraaid met betrekking tot het vlak volgens fig. la, dat wil zeggen in de richting die samenvalt met het vlak van fig. 1c, heeft het betreffende element een gelijkblijvende dikte aan zijn vrije einde.
De elementen worden draaibaar gedragen tussen eerste 20 draaistanden, die overeenkomen met standen loodrecht op die volgens fig. la, en tweede draaistanden die overeenkomen met de standen volgens fig. la.
In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld, wordt de bediening van de elementen met de hand en gelijktijdig uitgevoerd met een ver-25 bindingsstang 4 en verbindingsarmen 5, die de betreffende elementen verbinden met de verbindingsstang. De verbindingsarmen zijn verbonden met de elementen door middel van een moer 6 en aangrijpmiddelen, die niet in bijzonderheden zijn afgebeeld voor het dragende gedeelte 2b aan het betreffende element. De aangrijpmiddelen zijn hierbij op een 30 op zichzelf bekende wijze uitgevoerd, zodat het element, wanneer de verbindingsarmen in hun vlakken volgens fig. lb worden gedraaid, in overeenkomstige mate naar beneden wordt gedrukt. De verbindingsstang en de verbindingsarmen zijn via draaisteunen 7 verbanden. Wanneer de verbindingsstand de in de fig.. lb afgebeeld stand inneemt, nemen de 35 elementen hun tweede draaistanden in. Wanneer de verbindingsstang naar 8006838 5 rechts is bewogen in fig. lb, nemen de elementen hun eerste draaistan-den in, waarbij de verbrede gedeelten naar boven zijn gericht en samenvallen met een vlak loodrecht op het vlak van fig. lb. De verbindings-stang is zodanig aangebracht, dat hij in zijn twee eindstanden kan 5 worden gegrendeld door middel van een bedieningsoverbrenging, die hierna wordt beschreven.
De paren elementen zijn elk bestemd om te behoren bij een lading munitie, waarbij in het uitvoeringsvoorbeeld drie evenwijdige ladingen dus met de hefinrichting kunnen worden opgeheven. De hefin-10 richting kan natuurlijk ook zijn uitgevoerd voor het opnemen van een ander aantal paren elementen, bijvoorbeeld, twee, vier, vijf of meer.
De hefinrichting omvat tevens tegendraagmiddelen in de vorm van zogenoemde vasthoudgoten, waarbij elk paar elementen zijn vast-houdgoot heeft, die zich hierbij uitstrekt aan weerszijden met betrek-15 king tot het paar elementen, gezien vanaf de voorzijde of achterzijde van de hefinrichting. In het uitvoeringsvoorbeeld strekt de vasthoud-goot zich in hoofdzaak over eenzelfde afstand uit in beide richtingen met betrekking tot het paar elementen. Aan zijn achtergedeelte is de vasthoudgoot half-cirkelvormig met twee kleinere rechte gedeelten, die 20 in verbinding zijn met de einden van de half-cirkelvormige gedaante.
Dit achtergedeelte is uitgevoerd met een inwendige groef of een uitsparing 8a, die kan zijn bestemd voor een drijfband 9 van een granaat 10, die tussen het paar elementen en de vasthoudgoot is geplaatst. Dit achtergedeelte is tevens ontworpen voor het vergemakkelijken van het 25 tot op zijn plaats op de losplaats leiden van de hefinrichting.
In zijn middengedeelten 8b is de vasthoudgoot voorzien van uitsparingen onder de diameter van de halve cirkel voor het vergemakkelijken van het lossen op een laadtafel en dergelijke. De vasthoudgoot is weer verbreed tot de omtrek aan zijn voorste gedeelte 8c, 30 waarbij hij bovendien aan zijn achterzijde is verbonden met een middel 11, dat de verschillende vasthoudgoten van de paren elementen verbindt. Het voorste gedeelte van de vasthoudgoot is ontworpen voor het vasthouden van de granaat over een mogelijk voorste kraag 12, leinokken en dergelijke. Het voorste gedeelte is nagenoeg half-cirkelvormig.
35 In verband met de inwendige groef 8a is de betreffende vasthoudgoot 8 0 0 6 8 3 8 6 uitgevoerd met een of een aantal, bijvoorbeeld twee, doorgaande gaten 8d voor inspectie, die het plaatsen van de hefinrichting zelf op de betreffende granaten en dergelijke vergemakkelijken. Aan zijn achterzijde heeft de vasthoudgoot een plaatvormig draaggedeelte 13, dat 5 aan zijn ene einde is bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, aan het materiaal van de vasthoudgoot. In het geval van de twee buitenste vast-houdgoten, wordt het dragende gedeelte 13 aan zijn andere einden draaibaar gedragen door middel van twee uitstekende gedeelten 14,15, die dienen als een vorkdrager, waarin het dragende gedeelte op een draai-10 leger 16 wordt gedragen. Voor de vasthoudgoot in het midden, is het dragende gedeelte 13 verlengd en wordt het in zijn verlengde gedeelten 14,15 gedragen met een draaileger 16, dienende als een vorkverbin-ding bij zijn middengedeelten. In het laatstgenoemde geval, is het dragende gedeelte aan zijn andere einde verbonden met twee evenwijdige 15 · verbindingsgedeelten 17 via nog een draaisteun 18. De twee evenwijdige verbindingsgedeelten zijn op hm beurt in een derde draaisteun verbonden met een hefhaak 19, opgehangen als een hefboom, die in zijn middengedeelte wordt gedragen in het gestel via een vorkdrager 20, die een dragende as 21 omvat. De hefhaak is in hoofdzaak V-vormig en heeft 20 aan zijn vrije einde een aantal, in het uitvoeringsvoorbeeld 3, beves-tigingsgaten 22 voor een haak 23 aan een hijskraan of loopkraan die niet gedetailleerd is weergegeven. Door deze drie bevestigingsgaten kunnen verschillende koppels worden verkregen op de hefboom, zoals hierna beschreven. Het dragende gedeelte 13 is hierbij in verbinding 25 met de achterzijde van de vasthoudgoot bij een gedeelte, dat zich bevindt tussen de middengedeelte van de vasthoudgoot, die zich bevinden tegenover de gedeelten 2d en de inwendige groef 8a van het betreffende paar elementen.
Door de voorgaande uitvoering worden de tussen de elementen 30 in de paren elementen aangebrachte vasthoudgoten zodanig draaibaar gedragen, dat de middengedeelten van de vasthoudgoten naast een draai-beweging een bepaalde verplaatsingsbeweging uitvoeren in de richting weg vanaf en naar de vrije einden van de elementen of de verbrede gedeelten. De mate van vezplaatsing van de vasthoudgoten met betrekking 35 tot deze verbrede gedeelten wordt bepaald door de draaihoek van de hef- 8006838 7 haak 19 in zijn drager 21. Door het beschreven verbindingsstelsel, wordt het draaien van de hefhaak overgebracht naar de vasthoudgoot in het midden, die op zijn beurt samen met de andere twee vasthoudgoten is verbonden via het verbindingsmiddel 11, hetgeen betekent dat tevens 5 de buitenste vasthoudgoten het draaien van de hefhaak zullen volgen.
Ook is een gestel 24 aanwezig, dat slechts gedeeltelijk is weergegeven, en dat dient als een handgreep, verbonden met het hoofdgestel. Dit gestel strekt zich onder rechte hoeken uit naar buiten met betrekking tot de balk 1 en de elementen 2, zodat het in hoofdig zaak evenwijdig is aan de achterzijden van de vasthoudgoten.
De hiervoor beschreven hefinrichting is op de volgende wijze werkzaam. De elementen 2 worden in hun eerste draaistanden gezet door middel van de verbindingsstang 4. In deze toestand kan de hefinrichting, opgehangen in bijvoorbeeld een hijskraan, en met behulp 15 van handgeleiding via de handgreep, worden bewogen naar een granaat of naar twee of drie evenwijdig zijdelings naast elkaar geplaatste granaten, zodat voor de betreffende granaat en dergelijke, de elementen in het betreffende paar elementen zich aan weerszijden van de granaat uitstrekken. Het leiden wordt vergemakkelijkt door de inspectiegaten 20 8d.
De elementen worden daarna bediend naar hun tweede draaistanden door middel van de verbindingsstang 4, hetgeen betekent dat de granaat of granaten worden vastgehouden door middel van de elementen. Bij dit leiden moet tevens worden verzekerd, dat de drijfband 25 van de betreffende granaat zich bevindt in de groef 8a van de betreffende vasthoudgoot.
Daarna wordt de inrichting in de hefhaak 19 met d^hijs-kraan opgeheven, hetgeen betekent, dat de vasthoudgoten een draaibe-weging uitvoeren gedurende welke zij tevens streven naar een verplaat-30 sing naar de gedeelten 2d van de elementen. De vasthoudgoten passen zich dan aan met betrekking tot de omtrek van de granaten, en persen tegen de granaten, die op hun beurt tegen de verbrede gedeelten worden gedrukt, waardoor de granaat of granaten betrouwbaar in de hefinrichting worden vastgehouden, waarbij in het laatstgenoemde geval is 35 aangenomen, dat de op één bepaald moment opgeheven eenheden van ' 8006838 8 dezelfde soort zijn.
Wanneer de hefinrichting met de daardoor gedragen munitie wordt neergezet op de opslag- of losplaats, houdt de hefkracht in de hefhaak 19 op, waarna de druk van de betreffende vasthoudgoot tegen de 5 betreffende granaat afneemt en de verbindingsstang 4 gemakkelijk kan worden bediend en de elementen bewogen naar hun eerste draaistanden, waarin de elementen van de granaat of granaten kunnen worden losgemaakt, enz.
De betreffende granaat is in de lengterichting ten opzichte 10 van de betreffende vasthoudgoot vastgezet door de drijfband 9, die in de groef 8a is geplaatst, hetgeen dus het uit de greep van de hefinrichting slippen voorkomt van de granaat. Door de groef 8a in de betreffende vasthoudgoot is de drijfband van de granaat vastgezet onafhankelijk van de grendelgreep tussen het element en de vasthoudgoot. Door 15 de beschreven uitvoeringsvorm is het mogelijk granaten aan te grijpen en op te heffen, welke granaten verschillende afstanden hebben tussen de drijfband en het achtereinde. Het grendelbeginsel betekent, dat verschillen in lengten kunnen worden toegelaten, dat wil zeggen verschillen tussen granaten van verschillende soorten, zoals brisantgra-20 naten, lichtgranaten, rookgranaten, projectielen met raketwerking en andere zeer ver reikende granaten. De hefinrichting past zich tevens aan aan verschillen in toleranties van de drij fbanden van de betreffende munitie. De vasthoudgoten en elementen zijn eveneens zodanig ontworpen, dat het zwaartepunt Tp van granaten van alle soorten zich 25 aan de voorzijde van de draaie lemen ten bevinden, waardoor het eigen gewicht van de granaten wordt benut als een hulpmiddel bij het vastzetten. Aangezien het mogelijk is om bij het opheffen van munitie van verschillende soorten de voomoemde koppelhefboom van de hefhaak 19, die is qpgehangen als een hefboom, te veranderen ongeacht de soort 30 granaten, kunnen de granaten in hoofdzaak horizontaal worden gedragen in de hefinrichting, wanneer deze is opgehangen in de hefhaak, hetgeen het met de hand leiden met de handgreep 24 vergemakMijkt.
Met de hiervoor beschreven hefinrichting kunnen de granaten ongeacht hun ruimtelijke stand worden opgeheven, waarbij zij tevens 35 in vertikale, horizontale of tussenliggende standen kunnen worden afgeleverd. In fig. lc zijn twee hefrichting van de hefinrichting aangeduid
800 68 3 S
9 door Pi en P2, waarbij de hef richting PI samenhangt met de richting van horizontale munitie, en P2 met de richting van vertikale munitie.
In beginsel is het mogelijk de vasthoudgoten zelf-gelei-dend te doen zijn, dat wil zeggen aangebracht zonder regeling van de 5 hefhaak. Een uitvoeringsvorm met vasthoudgoten 8', die niet geregeld worden gedragen en die bovendien afzonderlijk draaibaar worden gedragen in het gestel, is afgebeeld in de fig. 2a-2c, waarin de overeenkomstige onderdelen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers als in de fig. la-lc maar aangevuld met een accent teken. In dit geval 10 worden de vasthoudgoten elk draaibaar gedragen in een afzonderlijke vorkdrager 25,26 met zijn dragende pen 27, aangebracht in de balk 1'. Verder is er geen verbindingsarmverbinding aanwezig met de hefhaak, die in dit geval bovendien zodanig is gewijzigd, dat hij een gebogen jukgedeelte 28 en een hefmiddel 29 omvat. Aan zijn einden is het juk-15 gedeelte bevestigd in de balk, bijvoorbeeld door lassen. Het middel 29 is plaatvormig en omvat tevens drie hefgaten 30 voor het verkrijgen van verschillende koppelhefbomen voor de hefkracht. Ook in dit geval worden de granaten gedragen in de paren elementen en vasthoudgoten, zodat hun zwaartepunten in ieder geval aan de voorzijde liggen van 20 de elementen. Door de keuze van de bevestigingsgaten 30 voor de hijskraan en dergelijke, kan de hefinrichting worden gedwongen de granaten in hoofdzaak horizontaal te dragen. Ook deze uitvoeringsvorm kan inspectiegaten hebben, die echter duidelijkheidshalve niet zijn weergegeven.
25 De in de fig. 2a-2c afgebeelde hefinrichting is in begin sel op dezelfde wijze werkzaam als de uitvoeringsvorm volgens de fig. la-lc met echter als verschil, dat de gecoördineerde regeling van de standen van de vasthoudgoten door middel van het gewicht van de hefinrichting en de granaten niet wordt verkregen. In dit geval passen 30 de vasthoudgoten zichzelf aan met betrekking tot de omhullingsopper-vlakken van de gedragen granaten. Deze uitvoeringsvorm is geschikt in gevallen, dat horizontaal geplaatste granaten worden bewogen naar horizontale standen op de losplaats.
Fig. 3 toont een regeloverbrenging 31 voor de verbindings-35 stang 4 (zie bijvoorbeeld fig.lb). De regeloverbrenging omvat een 8006838 10 plaat 32, bevestigd in de handgreep 24, aan welk plaat een met de hand te bedienen middel 33 draaibaar wordt gedragen in een draaisteun 34. Het middel 33 kan worden bediend tussen twee eindstanden, waarvan de ene is weergegeven door getrokken lijnen 33 en de andere door onder-5 broken lijnen 33'. Het middel heeft een draaitap 35, die in de betreffende eindstand zijn weg vindt in een gat 36, aangebracht in de betreffende eindstand in de plaat 32. Het middel 33 is verbonden met een verbindingsstang 37, die op zijn beurt is verbonden met een verbin-dingsarm 5' via een draaisteun 38'. De verbindingsarmen 5 en 5' zijn 10 met elkaar verbonden via het dragende gedeelte 2b. Wanneer het middel in de stand 33 overeenkomstig de figuur is gezet, neemt de verbindingsstang 4 zijn ene eindstand in. Wanneer het middel in de stand 33' is gezet, neemt de stang 4 zijn andere eindstand in. Het middel 33 staat onder veerbelasting, zodat het draaileger 35 de gaten 36 zoekt, en bij 15 bediening naar de andere stand een hefbeweging van het middel het draaileger 35 doet losmaken uit het gat 36.
De door de uitvinding bereikte inrichting kan eenvoudig en economisch worden vervaardigd met een doeltreffende vervaardigings-werkwijze, en is geschikt als onderwerp voor licentieverlening, ver-20 koop, enz.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
25 8006838

Claims (11)

1. Hefinrichting voor echte of oefeneeheden in de vorm van granaten, projectielen en overeenkomstige munitie, welke inrichting een aantal aangrijpmiddelen omvat, beweegbaar tot in samenwerking 5 met een of een aantal eenheden, bijvoorbeeld drie eenheden, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen een aantal elementen (2) omvatten, welke elementen zich uitstrekken vanaf een gestel en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar draaibaar zijn aangebracht rond hun lengtehart-lijnen (2a) tussen eerste en tweede draaistanden, waarbij naast elkaar 10 geplaatste elementen paren elementen vormen, die kunnen worden bestemd voor één eenheid, elk draaielement aan zijn vrije einde is uitgevoerd met een verbreed gedeelte (2d) in één richting, welke gedeelten in de eerste draaistanden van de elementen, aanwezig in het betreffende paar elementen, zodanig zijn gezet, dat het paar elementen beweegbaar 15 is over zijn betreffende eenheid vanaf de zijde zodat de elementen van het paar elementen zich aan weerszijden van de eenheid uitstrekt, en in de tweede draaistanden van de elementen het paar elementen met behulp van de verbrede gedeelten gedeeltelijk of geheel de eenheid omsluit voor het vasthouden van de eenheid tegen bewegingen in de 20 dwarsrichting van de eenheid.
2. Hefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk der elementen, aangebracht tussen de buitenste elementen, een gemeenschappelijk element vormt voor het naburige paar elementen.
3. Hefinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 25 dat de elementen gezamenlijk worden geregeld via een verbindingsstang (4), die in het bijzonder zodanig is aangebracht, dat hij kan worden bediend met een bedieningsoverbrenging, die bij de twee eindstanden van de verbindingsstang kan worden gegrendeld.
4. Hefinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat bij elk paar elementen, een vasthoudgoot (8) is aangebracht, die kan samenwerken met het omhullingsoppervlak van een eenheid, omsloten door het paar elementen, waarbij een betreffende vasthoudgoot zich aan weerszijden van het element van het paar elementen uitstrekt, en de eenheid met betrekking tot het paar elementen 35 en de vasthoudgoot zodanig moet worden geplaatst, dat het zwaartepunt 8006838 (Tp) zich voor het element bevindt gezien vanaf de voorzijde van de vas thoudgoot.
5. Hefinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk/ dat elke vasthoudgoot via zijn achtergedeelte wordt gedragen in het ge- 5 stel in een draaisteun, zodat de vasthoudgoot een bepaalde draaibewe-ging ten opzichte hiervan kan uitvoeren, waarbij de vasthoudgoot hierbij in het gestel zodanig wordt gedragen, dat zijn naar de gedeelten (2d) van de elementen van het paar elementen gerichte gedeelten naast de draaibeweging tevens een verplaatsingsbeweging uitvoeren in de rich-10 ting naar en vanaf de laatstgenoemde gedeelten, en alle vasthoudgoten gezamenlijk worden geregeld door een middel (11), dat de vasthoudgoten verbindt, of afzonderlijk in hun draaisteunen in het gestel worden gedragen.
6. Hef inrichting volgens conclusie 5, waarbij de vasthoud-15 goten met elkaar zijn verbonden door het verbindingsmiddel, met het kenmerk, dat de vasthoudgoten via verbindingen zijn verbonden met een hefhaak (19), waarbij de verbindingen en de hefhaak zodanig zijn aangebracht, dat bij het qpheffen van de inrichting in de hefhaak, de vasthoudgoten hun draaibewegingen uitvoeren gedurende welke hun midden-20 gedeelte worden bediend naar de vrije einden (gedeelten) van de elementen met behulp van het eigen gewicht van de inrichting en van de eenheden.
7. Hefinrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat elke vasthoudgoot aan zijn achtergedeelte en aan zijn binnenzijde 25 een verdieping of uitsparing (8a) heeft voor een drijfband (9) aan een granaat, projectiel, enz, welke uitsparing is uitgevoerd voor het tot stand brengen van het vastzetten in de lengterichting met betrekking tot de vasthoudgoot van een granaat, projectiel, enz, omsloten tussen het paar elementen en de vasthoudgoot, en de vasthoudgoot bij de 30 verdieping of uitsparing is uitgevoerd met inspectiegaten.
8. Hefinrichting volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat elke vasthoudgoot is uitgevoerd om met zijn voorste gedeelte de granaat en dergelijke vast te houden over een kraag, leinok-ken en dergelijke.
9. Hefinrichting volgens een der conclusies 6-8, 8006838 met het kenmerk, dat de hefhaak is bevestigd aan het gestel als een hefboom, met het eerste einde waarvan verbindingsgedeelten, verbonden met de vasthoudgoten, zijn bevestigd, en aan het tweede einde waarvan een verbinding met een hijskraan, loopkraan en dergelijke tot stand 5 moet worden gebracht..
10. Hefinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de hefhaak aan zijn tweede einde is uitgevoerd met een aantal bevestigingspunten voor de hijskraan, loopkraan en dergelijke voor het vormen van koppelhefbomen met verschillende lengten, welke koppelhef-10 bomen zodanig worden gekozen, dat de hefinrichting in zijn opgehangen toestand in de hijskraan, loopkraan en dergelijke de betreffende munitie in een in hoofdzaak horizontale stand draagt.
11 Hefinrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8006838
NL8006838A 1979-12-18 1980-12-17 Hefinrichting voor munitie. NL8006838A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7910437 1979-12-18
SE7910437A SE431798B (sv) 1979-12-18 1979-12-18 Lyftanordning for ammunition

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006838A true NL8006838A (nl) 1981-07-16

Family

ID=20339582

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006838A NL8006838A (nl) 1979-12-18 1980-12-17 Hefinrichting voor munitie.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4384739A (nl)
JP (1) JPS5694200A (nl)
CA (1) CA1140961A (nl)
CH (1) CH652203A5 (nl)
DE (1) DE3047332A1 (nl)
FI (1) FI72387C (nl)
FR (1) FR2472163A1 (nl)
GB (1) GB2065598B (nl)
IL (1) IL61589A (nl)
IN (1) IN156004B (nl)
IT (1) IT1146248B (nl)
NL (1) NL8006838A (nl)
NO (1) NO152523C (nl)
SE (1) SE431798B (nl)
YU (1) YU43480B (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8812717U1 (de) * 1988-10-11 1988-11-24 Carl Stahl GmbH Seil + Hebetechnik, 7334 Süssen Hebeklemme
DE4442313C2 (de) * 1994-11-29 2002-11-14 Rheinmetall Landsysteme Gmbh Hebevorrichtung
DE19604100C2 (de) * 1996-02-06 1997-12-18 Bosch Gmbh Robert Vorrichtung zum Handhaben von in einem nach oben offenen Behälter angeordneten, befüllbaren, rohrförmigen Gegenständen
US6254156B1 (en) 1999-07-30 2001-07-03 Abb Flexible Automation, Inc. Rolling blade cup gripper
DE102004044293A1 (de) * 2004-09-10 2006-03-16 Kuka Innotec Gmbh Vorrichtung zum Handhaben stabförmiger Objekte
DE102011050430A1 (de) 2011-05-17 2012-11-22 Krauss-Maffei Wegmann Gmbh & Co. Kg Vorrichtung und Verfahren zum Aufmunitionieren eines Munitionslagers sowie Munitionslager mit einer Vorrichtung zum Aufmunitionieren
FR3020672B1 (fr) * 2014-04-30 2016-05-06 Nexter Systems Dispositif de prehension d'obus et procede de prehension mettant en oeuvre un tel dispositif
RU198336U1 (ru) * 2019-01-09 2020-07-02 Федеральное государственное казенное военное образовательное учреждение высшего образования "Военная академия материально-технического обеспечения имени генерала армии А.В. Хрулёва" Министерства обороны Российской Федерации Траверса для подъема транспортно-пускового контейнера с зенитной управляемой ракетой
US10633887B1 (en) * 2019-08-29 2020-04-28 Tgr Construction, Inc. Bollard setting and installation system
CN111006558A (zh) * 2019-12-18 2020-04-14 湖北航天技术研究院总体设计所 弹头辅助支撑装置
CN110921108A (zh) * 2019-12-25 2020-03-27 常州中航泰克船舶装备有限公司 一种长圆柱或长条类物品专用贮运箱
US11105116B1 (en) 2021-03-18 2021-08-31 Tgr Construction, Inc. Bollard wall system

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE134632C (nl) *
US1039727A (en) * 1911-07-18 1912-10-01 Yale & Towne Mfg Co Grapple.
US1564655A (en) * 1924-06-23 1925-12-08 Bernhard W Westbo Lumber-loading device
US2213718A (en) * 1938-04-21 1940-09-03 Bethlehem Steel Corp Lifting and conveying apparatus
US2365930A (en) * 1943-03-31 1944-12-26 Goodrich Co B F Apparatus for handling shells and similar objects
FR1239416A (fr) * 1959-07-16 1960-08-26 Electricite De France Dispositif de manutention d'objets alignés
JPS5254122Y2 (nl) * 1972-06-06 1977-12-08
JPS5532221Y2 (nl) * 1975-06-14 1980-07-31

Also Published As

Publication number Publication date
NO152523B (no) 1985-07-01
IT1146248B (it) 1986-11-12
CH652203A5 (de) 1985-10-31
GB2065598B (en) 1983-07-27
NO152523C (no) 1985-10-09
SE431798B (sv) 1984-02-27
FR2472163B1 (nl) 1985-03-01
FI803830L (fi) 1981-06-19
GB2065598A (en) 1981-07-01
DE3047332C2 (nl) 1989-05-24
JPS5694200A (en) 1981-07-30
IT8050380A0 (it) 1980-12-16
YU318280A (en) 1983-09-30
NO803823L (no) 1981-06-19
JPH0123718B2 (nl) 1989-05-08
DE3047332A1 (de) 1981-09-17
US4384739A (en) 1983-05-24
FR2472163A1 (fr) 1981-06-26
CA1140961A (en) 1983-02-08
YU43480B (en) 1989-08-31
IN156004B (nl) 1985-04-20
SE7910437L (sv) 1981-06-19
FI72387C (fi) 1987-05-11
IL61589A (en) 1983-12-30
FI72387B (fi) 1987-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006838A (nl) Hefinrichting voor munitie.
US4355832A (en) Load balancer for multiple loads
CS276269B6 (en) Handling device for field flume of a shaft furnace
CA1260042A (en) Lifting devices
JPS6136602B2 (nl)
EP3212558B1 (en) Apparatus for lifting items bound together by strapping means
KR20110111729A (ko) 스프링 발란서와 영구자석을 이용한 탄약장전장치
EP0248251A1 (fr) Installation automatisée pour briqueter la paroi intérieure d'une enceinte
NL2015233B1 (en) Rotary chain tensioner.
NL8501455A (nl) Grijper.
SU1068356A1 (ru) Устройство дл передачи изделий между конвейерами
SU914471A1 (ru) Устройство для1
SU573434A1 (ru) Клещевой захват дл строительных блоков
RU33391U1 (ru) Хомут универсальный
CN216094423U (zh) 制动梁装卸系统
NL2000758C2 (nl) Inrichting voor het heffen of trekken van een last.
SU640957A1 (ru) Крановый захват-кантователь
SU846492A1 (ru) Траверса
RU2026257C1 (ru) Траверса
SU1087446A1 (ru) Грузоподъемна траверса
SU922037A1 (ru) Грузозахватна траверса
SU1518270A1 (ru) Захват-кантователь
SU988675A1 (ru) Тормозное устройство гравитационной дорожки
SU1682223A1 (ru) Устройство дл креплени длинномерного груза на транспортном средстве
SU1576481A1 (ru) Захват дл бочек к погрузчику

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed