NL2000758C2 - Inrichting voor het heffen of trekken van een last. - Google Patents

Description

NL 47395-VB/li

Inrichting voor het heffen of trekken van een last

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het heffen of trekken van een last, in het bijzonder van een zeer zware last.

Voor het heffen van zware lasten wordt in de stand van 5 de techniek gebruik gemaakt van zogeheten 'strandjacks'. Met dergelijke strandjacks die voor het heffen van zware lasten worden toegepast, zijn kabels gekoppeld die ten gevolge van de zware lasten rek vertonen. Hierdoor ontstaat onder omstandigheden onbalans bij het heffen van de zware lasten. Bovendien vergen de 10 bekende strandjacks veel onderhoud doordat deze aan aanzienlijke slijtage onderhevig zijn. Tevens is nadelig aan het gebruik van standjacks dat dit verbruiksgoederen zijn, zodat het heffen van zware lasten hierdoor met hoge kosten wordt geconfronteerd.

US-A-3 860 215 betreft een inrichting uitgevoerd met 15 een schalmenketting en een daarmee samenwerkend verstelorgaan voor het verplaatsen van de schalmenketting, en waardoorheen de schalmenketting is gevoerd. De schalmen van de schalmenketting en het verstelorgaan bezitten met elkaar samenwerkende steun-vlakken. Het steunvlak of de steunvlakken van het verstelorgaan 20 bieden telkens een gedefinieerde stand aan de schalmen van de schalmenketting, terwijl door activering van het verstelorgaan de schalmenketting zodanig kan worden bediend dat de aan de ketting hangende last wordt geheven. De uit US-A-3 860 215 bekende inrichting is hiertoe zo uitgevoerd dat het verstelorgaan een 25 eerste steunvlak en een tweede steunvlak bezit, en is voorts voorzien van een hydraulische verstelcilinder voor het ten opzichte van elkaar in afstand verstellen van het eerste steunvlak en het tweede steunvlak. Zodoende kan door een geschikte samenwerking van het eerste steunvlak en het tweede steunvlak van de 30 hydraulische verstelcilinder enerzijds, met de steunvlakken van de schalmen van de schalmenketting anderzijds, het verstellen van de schalmenketting eenvoudig worden gerealiseerd.

De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een of meer van de aangehechte octrooiconclusies.

35 Ten behoeve van de veiligheid is de inrichting in een eerste aspect van de uitvinding zo uitgevoerd dat de met elkaar samenwerkende steunvlakken van de schalmen en het verstelorgaan op elkaar afgestemde uitsteeksels en uitsparingen bezitten zodanig dat bij op elkaar ingrijpen van deze uitsteeksels en uitspa- 2000758 2 ringen verstelling van de steunvlakken van het verstelorgaan in een richting dwars op de schalmenketting is geblokkeerd.

Opgemerkt wordt dat deze inrichting zowel bruikbaar is voor het heffen van een (hangende) last, als voor het (eventueel 5 in horizontale richting) trekken van een last.

De schalmen van de schalmenketting kunnen op geschikte wijze worden samengesteld uit een meertal plaatvormige schalmde- f len, zodat iedere schalm door geschikte keuze van het aantal schalmdelen, kan beantwoorden aan de gewenste sterkte van de 10 schalmenketting. Het verstelorgaan dient daarbij zo te zijn ingericht dat deze de schalmenketting maar ook de maximaal te heffen lasten kan verplaatsen.

Het geniet hierbij de voorkeur dat het eerste steunvlak en het tweede steunvlak ieder van en naar de schalmenketting 15 verstelbaar zijn. Dit biedt een eenvoudige instelmogelijkheid om bij een verplaatsing van het eerste respectievelijk tweede steunvlak naar de schalmenketting een werkzame stand voor het ondersteunen van het steunvlak van een of meer schalmen van de schalmenketting te verkrijgen. Bij een verplaatsing van het eer-20 ste steunvlak respectievelijk tweede steunvlak in een richting die deze verwijdert vanaf de schalmenketting, kan deze werkzame samenwerking met een steunvlak of steunvlakken van de schalmenketting weer worden verbroken, teneinde daarna het verstelorgaan in werkzaam contact te kunnen brengen met een volgende schalm 25 van de schalmenketting. De wijze waarop dit kan functioneren zal in het navolgende nog worden toegelicht.

Zoals hiervoor is aangegeven, bedient het verstelorgaan de schalmenketting door het in afstand ten opzichte van elkaar verplaatsen van het eerste steunvlak en het tweede steunvlak van 30 het verstelorgaan. Teneinde de schalmen effectief te kunnen verplaatsen, is het daartoe wenselijk dat de hydraulische verstel-cilinder een slag bezit die ten minste een schalmlengte bedraagt .

Voor het in een continue procesgang kunnen verplaatsen 35 van de schalmenketting ten opzichte van het verstelorgaan is het verder voordelig dat het eerste steunvlak en het tweede steunvlak van het verstelorgaan onafhankelijk van elkaar van en naar de schalmenketting verstelbaar zijn. Dit zal hierna nog aan de hand van de figuurbeschrijving nader worden toegelicht.

40 In weer een verder aspect van de uitvinding is het voordelig dat tevens voorzien is in een horizontaalstelorgaan waarmee het verstelorgaan is gekoppeld. Hiermee kan eenvoudig 3 het verstelorgaan zodanig bediend worden dat de aan de inrichting hangende last nauwkeurig horizontaal kan worden gehouden. Dit is met name van belang doordat in de praktijk bij het heffen van zware lasten een aantal inrichtingen volgens de uitvinding 5 tegelijk worden toegepast voor het heffen van de betrokken last, zodat dan uitlijning van de last noodzakelijk wordt.

De beheersing van de last kan daarbij het eenvoudigst geschieden doordat het horizontaalorgaan hydraulische balanceer-cilinders heeft voor de standinstelling van het verstelorgaan.

10 De uitvinding zal in het navolgende verder worden toe gelicht aan de hand van een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding en het gebruik daarvan.

De hierna volgende toelichting geschiedt onder verwijzing naar de tekening. In de tekening tonen: 15 - figuur la en figuur lb een inrichting volgens de uit vinding in respectievelijk dwarsdoorsnedeaanzicht en een isome-trisch doorsnedeaanzicht en - figuur 2a - 2d het gebruik van de inrichting in een aantal opvolgende stappen voor het verplaatsen van een schalmen-20 ketting.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

Verwijzend nu eerst naar figuur la en figuur lb is met verwijzingscijfer 1 de inrichting volgens de uitvinding in het 25 algemeen aangeduid. Deze inrichting 1 dient voor het heffen van een zware last welke verder in de figuren niet is aangegeven.

De inrichting 1 omvat een schalmenketting 2 en een met deze schalmenketting samenwerkend verstelorgaan 3 voor het verplaatsen van de schalmenketting 2. Duidelijk is getoond dat de 30 schalmenketting 2 door het verstelorgaan 3 heen is gevoerd.

In figuur lb is getoond dat de onderscheidenlijke schalmen 4 van de schalmenketting 2 een aantal naastliggende schalmplaten 4A, 4B omvatten. Het aantal van deze toe te passen schalmplaten 4A, 4B dient te zijn afgestemd op het maximale ge-35 wicht van de te heffen last.

In figuur la is duidelijk getoond dat de schalmen 4', 4'' van de schalmenketting 2 alsmede het verstelorgaan 3 met elkaar samenwerkende steunvlakken 5,6,7 bezitten.

Het verstelorgaan 3 bezit een eerste steunvlak 6 die 40 werkzaam is c.q. kan zijn op een steunvlak 5 van een eerste schalm 4' en een tweede steunvlak 7 die werkzaam is of kan zijn 4 op een steunvlak 5 van een tweede schalm 4''' die zich onder de eerste schalm 4' bevindt.

Zowel het eerste steunvlak 6 als het tweede steunvlak 7 zijn voorts in een dwarsrichting ten opzichte van de schalmen 5 4', 4'', 4· > · van de schalmenketting 2 verstelbaar, zodanig dat deze ieder in de richting naar en in de richting van de schalmenketting 2 af verstelbaar zijn. Deze verstelling van het eerste steunvlak 6 en het tweede steunvlak 7 kan bovendien onafhankelijk van elkaar plaatsvinden.

10 Ten behoeve van het doorvoeren van de schalmen 4’, 4’', 4''' van de schalmenketting 2 door het verstelorgaan 3 bezit dit verstelorgaan 3 voorts een hydraulische verstelcilinder 8 voor het ten opzichte van elkaar in afstand verstellen van het eerste steunvlak 6 en het tweede steunvlak 7 van het verstelorgaan 3.

15 De hydraulische verstelcilinder 8 heeft daartoe bij voorkeur een slag die ten minste een hele lengte van een schalm 4', 4'', 4''' bedraagt.

De bediening van de hydraulische verstelcilinder 8 voor het verplaatsen van de schalmen van de schalmenketting 2 dient 20 daarbij dan zo te geschieden dat een daarop afgestemde bediening van de van en naar de schalmenketting 2 verplaatsbare eerste en tweede steunvlakken 6,7 plaatsvindt. Hiermee kan worden bereikt dat bedoelde steunvlakken 6,7 telkens met steunvlakken 5 van opeenvolgende schalmen 4' , 4'', 4''' van de schalmenketting 2 sa-25 menwerken zodat de schalmenketting 2 door de hydraulische verstelcilinder 8 kan worden verplaatst. Dit zal hierna nog verder worden toegelicht onder verwijzing naar figuur 2a-2d.

Ten behoeve van een veilige bediening van de steunvlakken 6,7 van het verstelorgaan 3 is het verder wenselijk dat de 30 steunvlakken 5 van de schalmen 4', 4'', 4''' en de daarmee samenwerkende steunvlakken 6,7 van het verstelorgaan 3, op elkaar afgestemde uitsteeksels 9 en uitsparingen 10 bezitten zodanig dat bij op elkaar ingrijpen van deze uitsteeksels 9 en uitsparingen 10 verstelling van de steunvlakken 6,7 van het verstelor-35 gaan 3 in een richting dwars op de schalmenketting 2 is geblokkeerd .

Figuur la en figuur lb tonen voorts nog dat voorzien is in een horizontaalstelorgaan 11 waarmee het verstelorgaan 3 is gekoppeld. Dit is in het getoonde geval gerealiseerd doordat het 40 horizontaalstelorgaan 11 hydraulische balanscilinders 12 heeft die een ophangvlak 13 bedienen waarop het verstelorgaan 3 is afgesteund, zodat door geschikte bediening van de balanceercilin- 5 ders 12 een geschikte standinstelling van het verstelorgaan 3 kan worden verkregen. De balanscilinders 12 bieden bovendien het voordeel dat een continue belastingsmeting mogelijk is door het meten van de hydraulische druk in de balanscilinders 12.

5 Het gebruik van de in figuur la en figuur lb getoonde inrichting 1 volgens de uitvinding zal hierna worden toegelicht onder verwijzing naar de figuren 2a-2d.

In figuur 2a is de inrichting 1 volgens de uitvinding getoond waarin deze een aanvangspositie bezit in welke de schal-10 menketting 2 geborgd is, doordat zowel het eerste steunvlak 6 als het tweede steunvlak 7 met steunvlakken 5 van boven elkaar geplaatste schalmen 4', 4''' werkzaam gekoppeld is.

Voor het doorvoeren van de schalmenketting 2 door het verstelorgaan 3 vindt eerst in enige mate activering van de hy-15 draulische verstelcilinder 8 plaats, zodanig dat het tweede steunvlak 7 dat zich aan de onderzijde van het verstelorgaan 3 bevindt van de schalmen van de schalmenketting 2 kan worden verwijderd. Hiermee wordt ruimte vrijgemaakt, zodat de schalmen 4 van de schalmenketting 2 door het verstelorgaan 3 omhoog kunnen 20 worden bewogen, hetgeen in figuur 2b is getoond doordat de hydraulische cilinder 8 zodanig is geactiveerd dat deze een gehele slag heeft gemaakt ter grootte van ten minste een gehele schalm-lengte. De schalm 4'' ' die zich in figuur 2a nog in hoofdzaak onder de verstelcilinder 3 bevond, bevindt zich daardoor zoals 25 figuur 2b toont, geheel ter hoogte van de verstelcilinder 3, en is daardoor omgeven.

Nadat de in figuur 2b getoonde stand is bereikt, kan vervolgens het tweede steunvlak 7 in de richting van de schalmenketting 2 worden versteld, zodat dit tweede steunvlak 7 in 30 werkzaam contact kan worden gebracht met het steunvlak 5 van de schalm 4''' . Dit toont figuur 2c.

Daarna kan het eerste steunvlak 6 van de hydraulische verstelcilinder 8 worden versteld zodanig dat dit zich verwijdert vanaf de schalmen 4 van de schalmenketting 2, waardoor te-35 vens de hydraulische verstelcilinder 8 terug naar de aanvangspositie die in figuur 2a is getoond, kan worden verplaatst. Dit toont figuur 2d. Nadat de in figuur 2d getoonde stand is bereikt, wordt vervolgens het eerste steunvlak 6 van het verstelorgaan 3 in de richting van de schalm 4'' verplaatst, zodat deze 40 met het steunvlak 5 van deze schalm 4'' in werkzaam contact kan worden gebracht, zodat daarmee het verstelorgaan 3 geheel de aanvangspositie zoals getoond in figuur 2a aanneemt en een nieu- 6 we verstelslag van de schalmen van de schalmenketting 2 kan worden uitgevoerd.

10 0 0 7 5 8

Claims (5)

1. Inrichting (1) voor het heffen of trekken van een last, omvattende een schalmenketting (2) en een daarmee samenwerkend verstelorgaan (3) voor het verplaatsen van de schalmen-5 ketting (2), en waardoorheen de schalmenketting (2) is gevoerd, welk verstelorgaan (3) een eerste steunvlak (6) en een tweede steunvlak (7) bezit, en voorts een hydraulische verstelcilinder (8) omvat voor het ten opzichte van elkaar in afstand verstellen van het eerste steunvlak (6) en het tweede steunvlak (7), waar- 10 bij het eerste steunvlak (6) en het tweede steunvlak (7) ieder van en naar de schalmenketting (2) verstelbaar zijn, en zijn in gericht voor samenwerking met steunvlakken (5) van de schalmen (4), met het kenmerk, dat de met elkaar samenwerkende steunvlakken (5,6,7) van de schalmen (4) en het verstelorgaan (3) op el- 15 kaar afgestemde uitsteeksels (9) en uitsparingen (10) bezitten zodanig dat bij op elkaar ingrijpen van deze uitsteeksels (9) en uitsparingen (10) verstelling van de steunvlakken (6,7) van het verstelorgaan (3) in een richting dwars op de schalmenketting (2) is geblokkeerd.

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hydraulische verstelcilinder (8) een slag bezit die ten minste een schalmlengte bedraagt.

3. Inrichting (1) volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het eerste steunvlak (6) en het tweede steun- 25 vlak (7) onafhankelijk van elkaar van en naar de schalmenketting (2) verstelbaar zijn.

4. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tevens voorzien is in een horizon-taalstelorgaan (11) waarmee het verstelorgaan (3) is gekoppeld.

5. Inrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het horizontaalorgaan (11) hydraulische balanceercilinders (12) heeft voor de standinstelling van het verstelorgaan (3). 2000758