BE1024166B1 - In breedte verstelbare matrijs - Google Patents

In breedte verstelbare matrijs Download PDF

Info

Publication number
BE1024166B1
BE1024166B1 BE2016/5474A BE201605474A BE1024166B1 BE 1024166 B1 BE1024166 B1 BE 1024166B1 BE 2016/5474 A BE2016/5474 A BE 2016/5474A BE 201605474 A BE201605474 A BE 201605474A BE 1024166 B1 BE1024166 B1 BE 1024166B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wall
mold
slats
adjusting
elements
Prior art date
Application number
BE2016/5474A
Other languages
English (en)
Inventor
Carlo Vangompel
Original Assignee
V.L.M.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by V.L.M. filed Critical V.L.M.
Priority to BE2016/5474A priority Critical patent/BE1024166B1/nl
Priority to CN202011248906.7A priority patent/CN112676391A/zh
Priority to EP17740103.1A priority patent/EP3475007B1/en
Priority to CN201780038181.9A priority patent/CN109641254B/zh
Priority to PCT/IB2017/053618 priority patent/WO2017221125A1/en
Priority to US16/311,630 priority patent/US20190201964A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024166B1 publication Critical patent/BE1024166B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21DWORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21D37/00Tools as parts of machines covered by this subclass
    • B21D37/02Die constructions enabling assembly of the die parts in different ways
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21DWORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21D5/00Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves
    • B21D5/02Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves on press brakes without making use of clamping means
    • B21D5/0209Tools therefor
    • B21D5/0227Length adjustment of the die
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21DWORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21D5/00Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves
    • B21D5/06Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves by drawing procedure making use of dies or forming-rollers, e.g. making profiles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Bending Of Plates, Rods, And Pipes (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het buigen van materiaal waarbij de inrichting instelmiddelen omvat om de breedte van de matrijs aan te passen. De instelmiddelen omvatten een veelheid van instellatten dewelke in de langsrichting verplaatsbaar zijn. De instellatten zijn zodanig uitgevoerd dat door verplaatsing van een aantal van de instellatten telkens één van de instellatten een aanslag vormt voor de betreffende buitenwanden van de betreffende matrijshelft.

Description

In breedte verstelbare matrijs Technisch vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het buigen van materiaal volgens de aanhef van de eerste conclusie.
Stand van de techniek
Een dergelijke inrichting is bekend uit EP-1513628. De hierin beschreven inrichting omvat een matrijs en een houder om de matrijs te ondersteunen, waarbij de matrijs een eerste en een tweede matrijshelft omvat. De eerste en de tweede matrijshelft strekken zich elk uit in een langsrichting van de houder en sluiten samen een in de langsrichting uitstrekkende matrijsholte in. De eerste matrijshelft omvat een set van parallelle eerste elementen dewelke elk een eerste extensie en een buitenwand omvatten. De tweede matrijshelft omvat een set van parallelle tweede elementen dewelke elk een tweede extensie en een buitenwand omvatten. De eerste en de tweede elementen strekken zich uit in een dwarsrichting en zijn alternerend geplaatst in de langsrichting van de matrijs. De eerste elementen zijn op een eerste afstand van elkaar geplaatst om genoemde tweede extensie van de tweede elementen daartussen te ontvangen. De tweede elementen zijn op een tweede afstand van elkaar geplaatst om genoemde eerste extensie van de eerste elementen daartussen te ontvangen. Genoemde buitenwanden van de eerste elementen van de eerste matrijshelft vormen samen de eerste buitenwand van de eerste matrijshelft en genoemde buitenwanden van de tweede elementen van de tweede matrijshelft vormen samen de tweede buitenwand van de tweede matrijshelft. De eerste en de tweede matrijshelft in genoemde dwarsrichting zijn verschuifbaar opgesteld op de houder, zodanig dat zij ten opzichte van elkaar verschoven kunnen worden om de breedte van de matrijsholte aan te passen. De inrichting omvat verder instelmiddelen voor het instellen van de breedte van de matrijsholte.
De instelmiddelen bekend uit EP-A-1513628 zijn aanpasblokken dewelke manueel geplaatst worden op de houder. Tijdens het buigen van materiaal met behulp van de matrijs wordt een kracht uitgeoefend op elk van de matrijshelften, die de matrijshelften van elkaar weg drukt. De aanpasblokken dienen als aanslag voor de eerste en de tweede elementen om te voorkomen dat de matrijshelften van elkaar weg schuiven. Het plaatsen van deze aanpasblokken is een manuele handeling en tijdrovend. Verder is de gewenste breedte van de matrijsholte ook beperkt tot het aantal aanpasblokken dat voorhanden is.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een eerste doel van deze uitvinding om een inrichting voor het buigen van materiaal te verschaffen, waarbij het instellen van de breedte van de matrijs minder tijdrovend is.
Dit eerste doel wordt bereikt door middel van de inrichting die de technische kenmerken vertoont van de eerste conclusie.
In de inrichting volgens de uitvinding omvatten de instelmiddelen een veelheid van instellatten, waarbij de instellatten in de langsrichting verplaatsbaar op de houder gepositioneerd zijn ter hoogte van de buitenwanden van ten minste één van de matrijshelften. De instellatten zijn zodanig uitgevoerd dat door verplaatsing van een aantal van de instellatten, die naast elkaar gelegen zijn, telkens één van de instellatten een aanslag vormt voor de betreffende buitenwanden van de betreffende matrijshelft.
In de inrichting volgens de uitvinding omvatten de instelmiddelen verder grijpmiddelen voor het grijpen en het verplaatsen van een aantal van de instellaten. Bijgevolg kan door verplaatsing van een ander aantal van de instellatten met behulp van de grijpmiddelen, de aanslagpositie veranderd worden.
De inrichting volgens de uitvinding heeft als voordeel dat één instellat telkens dient als aanslag voor de eerste elementen, respectievelijk de tweede elementen. Door middel van de grijpmiddelen, die een aantal van de instellatten kunnen verplaatsen, kan de aanslag van de eerste matrijshelft en/of de aanslag van de tweede matrijshelft aangepast worden om op die manier de breedte van de matrijsholte aan te passen op een minder tijdrovende manier.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting zijn de grijpmiddelen voorzien voor het in hoogterichting verplaatsen van de instellatten. In deze uitvoeringsvorm wordt de aanslagpositie veranderd door een aantal naast elkaar gelegen instellatten in hoogterichting te verpaatsen. Aangezien de breedte van de matrijsholte evenredig is met de afstand tussen de eerste buitenwand en de tweede buitenwand is het dus mogelijk om de breedte van de matrijsholte in te stellen.
In de uitvoeringsvorm van de inrichting waarbij de instellatten in de hoogterichting verplaatsbaar zijn, zijn de grijpmiddelen bij voorbeeld hydraulisch aangedreven optilmiddelen, voorzien om een variabel aantal instellatten op te tillen.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting hebben de instellatten uitsparingen voorzien om de betreffende buitenwand te ontvangen en zijn de grijpmiddelen voorzien voor het in de langsrichting verplaatsen van de instellatten. In deze uitvoeringsvorm wordt de aanslagpositie veranderd door een aantal naast elkaar gelegen instellatten in langsrichting te verplaatsen. Door een aantal van de instellatten in de langsrichting te verschuiven is het mogelijk om de uitsparingen van genoemd aantal van de instellatten op te lijnen met de betreffende buitenwand van de betreffende matrijshelft. Daarna kan de betreffende matrijshelft in genoemde dwarsrichting schuiven tot de betreffende buitenwand raakt aan een instellat dewelke niet verschoven is in de langsrichting en dewelke dan de aanslag vormt voor de betreffende matrijshelft. Op deze manier is het mogelijk om de afstand tussen de eerste buitenwand en de tweede buitenwand te vergroten. Omgekeerd is het ook mogelijk om de afstand tussen de eerste buitenwand en de tweede buitenwand te verkleinen. Daartoe wordt de betreffende matrijshelft verschoven in de dwarsrichting waarna een aantal van de instellaten verschoven worden in de langsrichting om een nieuwe aanslag te vormen. Aangezien de breedte van de matrijsholte evenredig is met de afstand tussen de eerste buitenwand en de tweede buitenwand is het dus mogelijk om de breedte van de matrijsholte te veranderen.
In de voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting waarbij de instellatten in de langsrichting verplaatsbaar zijn, zijn de grijpmiddelen bij voorbeeld pneumatisch of elektrisch aangedreven grijpmiddelen die voorzien zijn om een variabel aantal van de instellatten vast te nemen en in langsrichting te verplaatsen. Deze voordelige uitvoeringsvorm heeft als voordeel over de hierboven beschreven uitvoeringsvorm dat het mechanisch gezien eenvoudiger en minder belastend is om instellatten te verschuiven dan wel om ze op te tillen.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting is de houder voorzien van een eerste en een tweede wand in de langsrichting, dewelke respectievelijk dienen als aanslag voor de eerste en de tweede buitenwand van de betreffende matrijshelft indien geen enkele van de instellatten dient als aanslag voor de betreffende buitenwand. De afstand tussen de eerste en de tweede wand van de houder bepaalt dus de maximale breedte van de matrijsholte. Deze buitenwanden kunnen bovendien voorzien zijn voor het opvangen van de drukkrachten die in gebruik door de matrijselementen op de instellatten uitgeoefend worden.
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting zijn de instellatten verdeeld in twee sets waarbij de eerste set dient als aanslag voor de eerste buitenwand en de tweede set dient als aanslag voor de tweede buitenwand. In deze verdere uitvoeringsvorm is het mogelijk om elk van beide matrijshelften afzonderlijk te verplaatsen.
In de verdere uitvoeringsvorm van de inrichting dewelke twee sets instellatten omvat, raken de instellatten in genoemde eerste en tweede set aan elkaar en raakt een instellat van de eerste set aan genoemde eerste wand en raakt een instellat van de tweede set aan genoemde tweede wand. De inrichting is zodanig uitgevoerd dat de instellatten van een betreffende set tussen de instellat dewelke dient als aanslag voor de betreffende buitenwand en de instellat dewelke raakt aan de betreffende wand één geheel vormen, dwz. dat de tussenliggende latten tussen de lat die de aanslag vormt en de wand van de houder, mee verplaatst worden. Dit heeft het voordeel, dat de druk die uitgeoefend wordt door de matrijshelften op de aanslag wanneer de matrijs gebruikt wordt om materiaal te buigen, doorgegeven wordt naar de houder door middel van het geheel aan latten.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting, is de eerste matrijshelft niet verschuifbaar ten opzichte van de genoemde houder en raakt de eerste buitenwand altijd aan genoemde eerste wand. In deze alternatieve uitvoeringsvorm kan de eerste matrijshelft dus vast gemonteerd zijn op de houder en is het enkel de tweede matrijshelft die verschuifbaar is in genoemde dwarsrichting. Er zijn dus enkel instellatten voorzien om de aanslag van de tweede matrijshelft te bepalen. Dit heeft als voordeel over de hierboven beschreven verdere uitvoeringsvorm dat er maar één grijpmiddel nodig is in plaats van twee.
In deze alternatieve uitvoeringsvorm is de inrichting zodanig uitgevoerd dat de instellatten raken aan elkaar en dat een instellat raakt aan genoemde tweede wand waardoor de instellatten tussen de instellat dewelke dient als aanslag voor de tweede buitenwand en de instellat dewelke raakt aan de tweede wand één geheel vormen. De druk die uitgeoefend wordt door de tweede matrijshelft op de aanslag wanneer de matrijs gebruikt wordt om materiaal te buigen, wordt dus doorgegeven naar de houder door middel van het geheel aan latten.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting is de houder een blok dat voorzien is van ten minste een uitsparing in de langsrichting, waarin de instellatten opgenomen zijn. De ten minste een uitsparing zorgt er voor dat het mogelijk is om de instellatten zodanig te verplaatsen dat ze geen aanslag vormen voor een betreffende matrijshelft. Het is dus mogelijk om de matrijshelften tot tegen de wanden van de houder te verschuiven om de breedst mogelijke opening van de matrijsholte te hebben.
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting omvat de inrichting verder verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de eerste matrijshelft ten opzichte van de tweede matrijshelft, in het bijzonder zijn de verplaatsingsmiddelen geïntegreerd in de houder en grijpen ze aan in een holte voorzien in ten minste een van de matrijshelften. Deze verdere uitvoeringsvorm laat toe om de matrijshelften te verschuiven ten opzichte van elkaar zonder manuele tijdrovende handelingen.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting omvatten de eerste en de twee matrijshelft respectievelijk een eerste en een tweede as dewelke in de langsrichting georiënteerd zijn en dewelke geconfigureerd zijn om genoemde eerste en tweede matrijselementen op te bevestigen. In deze voordelige uitvoeringsvorm is de matrijs dus verstelbaar in lengte door meer of minder matrijselementen op genoemde eerste en tweede as te monteren.
Het is een tweede doel van deze uitvinding om een systeem te voorzien voor het buigen van materiaal van aanzienlijke lengtes.
Dit tweede doel wordt bereikt door middel van een systeem hetwelk ten minste twee inrichtingen volgens eender welke van de voorgaande uitvoeringsvormen omvat en hetwelk eerste verbindingsmiddelen omvat om telkens de matrijshelften van de ten minste twee inrichtingen te verbinden met elkaar en tweede verbindingsmiddelen omvat om telkens de instellatten van de ten minste twee inrichtingen te verbinden met elkaar.
Materiaal dat langer is dan de assen van twee matrijshelften van een individuele inrichting kan niet gebogen worden door die inrichting. Doordat het systeem meerdere inrichtingen omvat dewelke verbonden kunnen worden met elkaar door middel van genoemde eerste en tweede verbindingsmiddelen laat het systeem wel toe om materiaal te buigen dat langer is dan een individuele inrichting.
In een uitvoeringsvorm van het systeem, omvat het systeem verder derde verbindingsmiddelen om de eerste as van de eerste inrichting met de eerste as van de tweede inrichting te verbinden en om de tweede as van de eerste inrichting met de tweede as van de tweede inrichting te verbinden. In deze uitvoeringsvorm worden de overeenkomstige assen van ten minste twee inrichtingen met elkaar verbonden door middel van genoemde derde verbindingsmiddelen. Op die manier is het zeker dat de overeenkomstige matrijshelften van de inrichtingen uitgelijnd zijn en het materiaal dus op een correcte manier gebogen wordt.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verduidelijkt aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1-3 illustreren op schematische wijze de werking van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 4-6 illustreren op schematische wijze de werking van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 7 illustreert een perspectief aanzicht van een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 8 illustreert een perspectief aanzicht van de instellatten en instelmiddelen van de inrichting van figuur 7.
Figuur 9 toont een detail van figuur 8.
Figuur 10 illustreert een ander perspectief aanzicht van de instellatten en instelmiddelen van de inrichting van figuur 7.
Figuur 11 toont een detail van figuur 10.
Figuur 12 toont een dwarsdoorsnede van een deel van de inrichting van figuur 7.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven", “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities aan te duiden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B" is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuur 1-3 illustreren op schematische wijze de werking van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de instellatten in hoogterichting verplaatst worden voor het instellen van de breedte van de matrijsopening. Figuur 1 en 2 tonen een deel van de houder 3 en de daarop geplaatste instellatten 20, die zich bevinden in een uitsparing 28 en tegen een binnenwand 30 van de houder, in twee verschillende situaties. Figuur 3 toont een doorsnede van de situatie van figuur 2. In de situatie van figuur 1 zijn geen van de instellatten 20 verplaatst en kan de betreffende matrijshelft over het bovenvlak 27 van de houder en over de instellatten schuiven tot tegen de binnenwand 30 van de houder 3. De binnenwand 30 van de houder 3 vormt in deze situatie de aanslag voor de buitenwand van de matrijshelft. In de situatie van figuur 2 en 3 zijn een aantal van de instellatten 20 in hoogterichting verplaatst en is de aanslagpositie voor de buitenwand van de matrijshelft naar binnen toe verplaatst.
Figuur 4-6 illustreren op schematische wijze de werking van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de instellatten voorzien zijn van uitsparingen 25 en in langsrichting verplaatst worden voor het instellen van de breedte van de matrijsopening. Figuur 4 en 5 tonen een deel van de houder 3 en de daarop geplaatste instellatten 20, die zich bevinden in een uitsparing 28 en tegen een binnenwand 30 van de houder, in twee verschillende situaties. Figuur 6 toont een doorsnede van de situatie van figuur 5. In de situatie van figuur 4 zijn geen van de instellatten 20 verplaatst, wat in deze uitvoeringsvorm betekent dat de binnenste instellat de aanslag voor de buitenwand van de matrijshelft vormt, dwz. de smalste matrijsopening. In de situatie van figuur 5 en 6 zijn een aantal van de instellatten 20 in langsrichting verplaatst en is de aanslagpositie voor de buitenwand van de matrijshelft naar buiten toe verplaatst.
Figuur 7 illustreert een perspectief aanzicht van een inrichting 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarin het werkingsprincipe volgens figuur 4-6 toegepast is. De inrichting 1 omvat een matrijs 2 en een houder 3 om de matrijs 2 te ondersteunen, meer bepaald een aantal aaneengeschakelde matrijs- en houderdelen zoals elders hierin beschreven, zodat materialen, bv. staalplaten, van aanzienlijke lengtes met deze inrichting gebogen kunnen worden. De matrijs 2 is beschreven in octrooipublicatie EP-A-1513628. De inhoud van deze octrooipublicatie, EP-A-1513628, wordt hierbij integraal geïntegreerd in de huidige octrooiaanvraag. Daarom zal ook niet elk onderdeel van de matrijs 2 in detail beschreven worden maar enkel de onderdelen dewelke belang hebben voor de onderhavige uitvinding.
De matrijs 2 omvat een eerste matrijshelft 4 en een tweede matrijshelft 5. De eerste 4 en de tweede matrijshelft 5 strekken zich elk uit in een langsrichting 6 en sluiten samen een zich in de langsrichting uitstrekkende matrijsholte in. De eerste matrijshelft 4 omvat een set van parallelle eerste elementen 8 dewelke elk een eerste extensie 9 en een buitenwand 17 omvatten (zie figuur 12). De tweede matrijshelft 5 omvat een set van parallelle tweede elementen dewelke elk een tweede extensie en een buitenwand omvatten. De eerste en de tweede elementen strekken zich uit in een dwarsrichting en zijn alternerend geplaatst in de langsrichting van de matrijs 2. De eerste elementen zijn op een eerste afstand van elkaar geplaatst om genoemde tweede extensie van de tweede elementen daartussen te ontvangen. De tweede elementen zijn op een tweede afstand van elkaar geplaatst om genoemde eerste extensie van de eerste elementen daartussen te ontvangen. Bij voorkeur hebben de eerste en de tweede elementen de zelfde lengte zodat de eerste afstand en de tweede afstand dezelfde zijn. Op deze manier zijn de eerste en de tweede elementen identiek en kunnen ze op dezelfde manier geproduceerd worden.
Genoemde buitenwanden 17 van de eerste elementen 8 van de eerste matrijshelft 4 vormen samen de eerste buitenwand 17 van de eerste matrijshelft 4 en genoemde buitenwanden van de tweede elementen van de tweede matrijshelft 5 vormen samen de tweede buitenwand van de tweede matrijshelft 5. De eerste 4 en de tweede matrijshelft 5 zijn verschuifbaar ten opzichte van elkaar in genoemde dwarsrichting om de breedte van de matrijsholte aan te passen. Het verschuiven van de matrijshelften kan gebeuren door middel van manuele handelingen, maar bij voorkeur door verplaatsingsmiddelen 19 dewelke geïntegreerd zijn in de houder 3.
Een uitvoeringsvorm van de verplaatsingsmiddelen wordt getoond in figuur 12. Zij omvatten een elektrisch aangedreven schroefsysteem, waarmee een schuifelement 23 verplaatst kan worden in de dwarsrichting van de houder. Op dit schuifelement is een meenemer 24 aangebracht, die onderin een sleuf 26 in het matrijselement 8 grijpt. Het is duidelijk dat de verplaatsingsmiddelen ook op andere, bij de vakman bekende manieren uitgevoerd kunnen zijn binnen het kader van deze uitvinding.
Zoals getoond in figuur 8 en 9 omvat de inrichting 1 verder een eerste veelheid instellatten 20 en een tweede veelheid instellatten 21 dewelke zich elk in de langsrichting uitstrekken en steunen op de houder 3, in uitsparingen 28 (zoals getoond in figuur 6). De eerste instellatten 20 vormen een variabele aanslag voor de eerste buitenwand 17 en de tweede instellatten 21 vormen een variabele aanslag voor de tweede buitenwand. De instellatten 20, 21 zijn voorzien van uitsparingen 25 en verplaatsbaar in de langsrichting door middel van de grijpmiddelen 6, voor het instellen van de aanslagpositie van de betreffende matrijshelft. Deze grijpmiddelen 6 omvatten aan weerszijden een in dwarsrichting verplaatsbare meenemer 7, die voor het selecteren van de te verplaatsen latten 20, 21 lateraal in een uitsparing onderin de latten geschoven wordt. Deze meenemer is heen- en weer verplaatsbaar met behulp van een elektrisch aangedreven systeem, getoond in figuur 6. Verder omvatten de grijpmiddelen 6 pneumatisch aangedreven trekelementen 10, 11, die voorzien zijn om de meenemer 7 en de latten 20, 21 waarop de meenemer aangrijpt, samen te verplaatsen in de langsrichting (zoals getoond in figuur 5). De grijpmiddelen 6 worden niet belast tijdens de plooi- of buigbewerkingen die met de inrichting 1 uitgevoerd worden, en kunnen dus licht uitgevoerd zijn. Het is duidelijk dat de grijpmiddelen echter ook op andere, bij de vakman bekende manieren uitgevoerd kunnen zijn binnen het kader van deze uitvinding. Bijvoorbeeld voor uitvoeringen volgens het werkingsprincipe van figuur 1-3 zijn veeleer hydraulische grijpmiddelen geschikt, gezien de verplaatsing van latten in hoogterichting tegen de zwaartekracht in.
De houder 3 heeft twee binnenwanden, waarvan er één 30 getoond is in figuur 1-6. De wanden 30 sluiten aan op de uitsparingen 28 waarin de latten 20, 21 opgenomen zijn en dienen enerzijds voor het opvangen van laterale drukkrachten tijdens buig- of plooibewerkingen, en anderzijds als aanslag voor de betreffende matrijshelft 4, 5 wanneer alle instellatten 20, 21 “uit de weg” verschoven zijn. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 7-12 zijn er instellatten voorzien aan weerszijden van de inrichting 1, maar het is ook mogelijk om de instellatten slechts aan een kant van de inrichting te voorzien. Het voorzien van de instelbare aanslag aan weerszijden heeft het voordeel dat het midden van de matrijsopening steeds op dezelfde positie gehouden kan worden, zodanig dat het drukelement, dat in gebruik van bovenaf naar beneden toe in het midden van de matrijsopening gedrukt wordt om een buigbewerking uit te voeren, een vaste positie kan hebben. Meer bepaald is het dan niet nodig om dit drukelement en de inrichting 1 lateraal ten opzichte van elkaar te verplaatsen als de breedte van de matrijsopening aangepast is.
De inrichting van figuur 7 is een systeem waarin meerdere houder-en matrijsdelen aan elkaar geschakeld zijn, voor het verlengen van de bekomen matrijsopening. De instellatten 20, 21 zijn aan elkaar geschakeld door middel van verbindingselementen 29, in detail getoond in figuur 11. Deze verbindingselementen 29 zijn vlakke elementen die passen in overeenkomstige uitsparingen in de uiteinden van de latten, zodanig dat de latten en de verbindingselementen langs elkaar heen verschuifbaar zijn. Het is duidelijk dat deze verbindingselementen ook op andere, bij de vakman bekende manieren uitgevoerd kunnen zijn binnen het kader van deze uitvinding.

Claims (16)

  1. Conclusies
    1. Een inrichting (1) voor het buigen van materiaal, de inrichting (1) omvattende een matrijs (2) en een houder (3) voor het ondersteunen van de matrijs (2), waarbij de matrijs (2) een eerste en een tweede matrijshelft (4, 5) omvat dewelke zich telkens uitstrekken in een langsrichting van de inrichting en dewelke samen een zich in de langsrichting uitstrekkende matrijsholte insluiten, waarbij de eerste matrijshelft (4) een set van parallelle eerste elementen (8) omvat, dewelke elk een eerste extensie (9) en een buitenwand (17) omvatten, en de tweede matrijshelft (5) een set van parallelle tweede elementen omvat, dewelke elk een tweede extensie en een buitenwand omvatten, waarbij de eerste en de tweede elementen zich uitstrekken in een dwarsrichting van de inrichting en in langsrichting alternerend geplaatst zijn, en waarbij de eerste elementen (8) op een eerste afstand van elkaar geplaatst zijn om genoemde tweede extensie van de tweede elementen daartussen te ontvangen en de tweede elementen op een tweede afstand van elkaar geplaatst zijn om genoemde eerste extensie (9) van de eerste elementen (8) daartussen te ontvangen, waarbij genoemde buitenwanden van de eerste elementen (8) van de eerste matrijshelft (4) samen de eerste buitenwand (17) van de eerste matrijshelft (4) vormen en genoemde buitenwanden van de tweede elementen van de tweede matrijshelft (5) samen de tweede buitenwand van de tweede matrijshelft (5) vormen, waarbij de eerste en de tweede matrijshelft (4, 5) in genoemde dwarsrichting verschuifbaar zijn opgesteld op de houder, zodanig dat zij ten opzichte van elkaar verschoven kunnen worden, om de breedte van de matrijsholte aan te passen, waarbij de inrichting (1) verder instelmiddelen omvat voor het instellen van de breedte van de matrijsholte, daardoor gekenmerkt, dat de instelmiddelen een veelheid van instellatten (20, 21) omvatten, waarbij de instellatten (20, 21) in de langsrichting verplaatsbaar op de houder (3) gepositioneerd zijn ter hoogte van de buitenwand (17) van ten minste één van de matrijshelften (4, 5), waarbij de instellatten (20, 21) zodanig uitgevoerd zijn dat door verplaatsing van een aantal van de instellatten (20, 21) telkens één van de instellatten (20, 21) een aanslag vormt voor de betreffende buitenwand (17) van de betreffende matrijshelft (4, 5), en dat de instelmiddelen grijpmiddelen (6) omvatten voor het grijpen en het verplaatsen van een aantal van de instellatten (20, 21) en zo de positie van de aanslag in te stellen.
  2. 2. De inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de grijpmiddelen voorzien zijn voor het in een hoogterichting verplaatsen van de instellatten (20, 21).
  3. 3. De inrichting (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt, dat de grijpmiddelen hydraulisch aangedreven optilmiddelen zijn, voorzien om een variabel aantal instellatten op te tillen.
  4. 4. De inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de instellatten (20, 21) uitsparingen (25) hebben voorzien om de betreffende buitenwanden (17) van de matrijselementen (8) te ontvangen en waarbij de grijpmiddelen voorzien zijn voor het in de langsrichting verplaatsen van de instellatten (20, 21).
  5. 5. De inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de grijpmiddelen pneumatisch of elektrisch aangedreven grijpmiddelen zijn, die voorzien zijn om een variabel aantal van de instellatten vast te nemen en in langsrichting te verplaatsen.
  6. 6. De inrichting (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (3) voorzien is van een eerste en een tweede binnenwand (30) in de langsrichting dewelke respectievelijk dienen als aanslag voor de eerste en de tweede buitenwand (17) van de betreffende matrijshelft (4, 5) indien geen enkele van de instellatten (20, 21) dient als aanslag voor de betreffende buitenwand (17).
  7. 7. De inrichting (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de instellatten (20, 21) verdeeld zijn in twee sets waarbij de eerste set (20) dient als mogelijke aanslag voor de eerste buitenwand (17) en de tweede set (21) dient als mogelijke aanslag voor de tweede buitenwand.
  8. 8. De inrichting (1) volgens conclusie 6 en 7, daardoor gekenmerkt dat de instellatten (20, 21) in genoemde eerste en tweede set raken aan elkaar en een instellat van de eerste set (20) raakt aan genoemde eerste binnenwand (30) en een instellat van de tweede set (21) raakt aan genoemde tweede binnenwand.
  9. 9. De inrichting (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) zodanig uitgevoerd is, dat de instellatten (20, 21) van een betreffende set tussen de instellat dewelke dient als aanslag voor de betreffende buitenwand (17) en de instellat dewelke raakt aan de betreffende binnenwand (30) één geheel vormen.
  10. 10. De inrichting (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat genoemde eerste matrijshelft (4) niet verschuifbaar is ten opzichte van genoemde houder (3) en waarbij de eerste buitenwand (17) altijd raakt aan genoemde eerste binnenwand (30).
  11. 11. De inrichting (1) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) zodanig uitgevoerd is, dat de instellatten (21) raken aan elkaar en dat een instellat raakt aan genoemde tweede binnenwand waardoor de instellatten (21) tussen de instellat dewelke dient als aanslag voor de tweede buitenwand en de instellat dewelke raakt aan de tweede wand één geheel vormen.
  12. 12. De inrichting (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de houder (3) een blok is dat voorzien is van ten minste een uitsparing (28) in de langsrichting voorzien om de instellatten (20, 21) te ontvangen.
  13. 13. De inrichting (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de inrichting (1) verplaatsingsmiddelen (19) omvat voor het verplaatsen van de eerste matrijshelft (4) ten opzichte van de tweede matrijshelft (5).
  14. 14. De inrichting (1) volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsingsmiddelen (19) geïntegreerd zijn in de houder (3) en aangrijpen in sleuven (26) voorzien in de matrijselementen van ten minste een van de matrijshelften (4, 5).
  15. 15. De inrichting (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste en de tweede matrijshelft (4, 5) respectievelijk een eerste en een tweede as omvatten dewelke in de langsrichting georiënteerd zijn en dewelke geconfigureerd zijn om genoemde eerste en tweede matrijselementen op te bevestigen.
  16. 16. Een systeem omvattende ten minste twee aan elkaar geschakelde inrichtingen (1) volgens eender welke van de voorgaande conclusies, waarbij de instellatten (20, 21) van de ten minste twee inrichtingen (1) met elkaar verbonden zijn door middel van verbindingselementen (29).
BE2016/5474A 2016-06-24 2016-06-24 In breedte verstelbare matrijs BE1024166B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5474A BE1024166B1 (nl) 2016-06-24 2016-06-24 In breedte verstelbare matrijs
CN202011248906.7A CN112676391A (zh) 2016-06-24 2017-06-19 用于使材料弯曲的设备和包括该设备的系统
EP17740103.1A EP3475007B1 (en) 2016-06-24 2017-06-19 Adjustable mould
CN201780038181.9A CN109641254B (zh) 2016-06-24 2017-06-19 用于使材料弯曲的设备和包括该设备的系统
PCT/IB2017/053618 WO2017221125A1 (en) 2016-06-24 2017-06-19 Adjustable mould
US16/311,630 US20190201964A1 (en) 2016-06-24 2017-06-19 Adjustable mould

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5474A BE1024166B1 (nl) 2016-06-24 2016-06-24 In breedte verstelbare matrijs

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024166B1 true BE1024166B1 (nl) 2017-11-23

Family

ID=56549975

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5474A BE1024166B1 (nl) 2016-06-24 2016-06-24 In breedte verstelbare matrijs

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20190201964A1 (nl)
EP (1) EP3475007B1 (nl)
CN (2) CN109641254B (nl)
BE (1) BE1024166B1 (nl)
WO (1) WO2017221125A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109985963A (zh) * 2019-04-10 2019-07-09 苏州洲洋精密机械科技有限公司 一种可调模具的开口大小自动调整装置

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108453469B (zh) * 2018-03-19 2020-04-03 苏州洲洋精密机械科技有限公司 一种减少可调式模具毛坯种类的加工方法
CN112044992A (zh) * 2020-08-11 2020-12-08 广东职业技术学院 一种可调节的双面折弯机构

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU496072A1 (ru) * 1973-06-14 1975-12-25 Ленинградский Институт Точной Механики И Оптики Матрица универсального штампа дл гибки
EP1513628A1 (en) * 2002-06-19 2005-03-16 Acera S.A. Adjustable mould
CN101934319B (zh) * 2010-07-23 2012-07-25 湖北三环锻压设备有限公司 重载型内力平衡式自动变距折弯下模

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5944616U (ja) * 1982-09-08 1984-03-24 丸機械工業株式会社 フオ−ルデイングマシン用金型交換装置
JPS6192732A (ja) * 1985-09-27 1986-05-10 Maru Kikai Kogyo Kk 折曲げ用金型交換装置
US5022248A (en) * 1990-10-12 1991-06-11 Caterpillar Inc. Press brake apparatus with powered adjustable female die jaws
JPH08294728A (ja) * 1992-06-29 1996-11-12 Goiti Soc Coop Ltda 改良されたパネル折り曲げ機械
US5249452A (en) * 1993-02-17 1993-10-05 Caterpillar Inc. Adjustable master brake die
JP3550942B2 (ja) * 1997-05-08 2004-08-04 トヨタ自動車株式会社 プレス曲げ方法及び装置
JP5135541B2 (ja) * 2007-11-08 2013-02-06 新日鐵住金株式会社 Uプレス機及びuプレス機のロッカーダイ位置調節方法
KR101729682B1 (ko) * 2010-11-04 2017-04-25 삼성디스플레이 주식회사 광학 유닛 및 이를 포함하는 표시 장치
CN103056225A (zh) * 2012-12-17 2013-04-24 安徽吉峰技研有限公司 一种活动可调式冲压模具
AT514644B1 (de) * 2013-07-30 2015-05-15 Trumpf Maschinen Austria Gmbh Biegewerkzeugsystem

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU496072A1 (ru) * 1973-06-14 1975-12-25 Ленинградский Институт Точной Механики И Оптики Матрица универсального штампа дл гибки
EP1513628A1 (en) * 2002-06-19 2005-03-16 Acera S.A. Adjustable mould
CN101934319B (zh) * 2010-07-23 2012-07-25 湖北三环锻压设备有限公司 重载型内力平衡式自动变距折弯下模

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109985963A (zh) * 2019-04-10 2019-07-09 苏州洲洋精密机械科技有限公司 一种可调模具的开口大小自动调整装置
CN109985963B (zh) * 2019-04-10 2023-12-08 苏州洲洋精密机械科技有限公司 一种可调模具的开口大小自动调整装置

Also Published As

Publication number Publication date
WO2017221125A1 (en) 2017-12-28
US20190201964A1 (en) 2019-07-04
EP3475007A1 (en) 2019-05-01
CN109641254B (zh) 2020-12-04
EP3475007B1 (en) 2020-05-13
CN112676391A (zh) 2021-04-20
CN109641254A (zh) 2019-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024166B1 (nl) In breedte verstelbare matrijs
CN209262585U (zh) 支撑装置
SE533898C2 (sv) Anordning för justering av band i bandtransportörer
CN109862972A (zh) 用于压弯机的可调节压模
US9089888B2 (en) Press brakes
EP3212512B1 (en) Process section of a packaging machine
CN111566024A (zh) 伸缩式输送机
CA3034117A1 (en) Method and device for treating dough
JP2019531194A5 (nl)
NL2012475B1 (nl) Transporteur voor het in hoogterichting transporteren van goederen.
NL8501507A (nl) Werkwijze voor het samenstellen van metalen drijfriemen en montagemal hiervoor.
CA2964382C (en) Method of processing a plurality of articles through a processing section of a packaging machine and method of reconfiguring a processing section of a packaging machine
CZ289071B6 (cs) Způsob a zařízení pro vzájemné oddálení řad obdélníkových plastických pórobetonových těles
NL8601080A (nl) Inrichting ter hantering respectievelijk positionering van bouwdelen respectievelijk werktuigen.
EP2444358A1 (en) Lift for motorbikes and quads
EP3868510A1 (en) Work centre to process section bars, in particular made of aluminium, light alloys, pvc or the like
EP1238725A3 (fr) Machine de formage de pièces en tôles par étirage sur un outil ou "forme"
GB2573202A (en) Lamination machine
US5076419A (en) Conveyor, in particular for heavy objects
KR20200005085A (ko) 핀의 높이 변경 장치
NL2012590B1 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald positioneerpatroon op een pallet.
EP2834534B1 (en) Cable chain system
CA2527786A1 (en) Overload indicator for a load supporting apparatus
NL8900448A (nl) Inrichting voor het afbreken van palen.
JPS6044414A (ja) 棒状体の搬送装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20171123