NL8006424A - Digitaal videobandapparaat. - Google Patents

Digitaal videobandapparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8006424A
NL8006424A NL8006424A NL8006424A NL8006424A NL 8006424 A NL8006424 A NL 8006424A NL 8006424 A NL8006424 A NL 8006424A NL 8006424 A NL8006424 A NL 8006424A NL 8006424 A NL8006424 A NL 8006424A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
recording
code
digital
frequency
Prior art date
Application number
NL8006424A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192069C (nl
NL192069B (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8006424A publication Critical patent/NL8006424A/nl
Publication of NL192069B publication Critical patent/NL192069B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192069C publication Critical patent/NL192069C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/91Television signal processing therefor
    • H04N5/92Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback
    • H04N5/926Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback by pulse code modulation
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1806Pulse code modulation systems for audio signals
    • G11B20/1809Pulse code modulation systems for audio signals by interleaving
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/52Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with simultaneous movement of head and record carrier, e.g. rotation of head
    • G11B5/53Disposition or mounting of heads on rotating support
    • G11B5/531Disposition of more than one recording or reproducing head on support rotating cyclically around an axis
    • G11B5/534Disposition of more than one recording or reproducing head on support rotating cyclically around an axis inclined relative to the direction of movement of the tape, e.g. for helicoidal scanning

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)

Description

t 1 .....
C/Ca/lh/1193
Digitaal videobandapparaat.
De uitvinding heeft betrekking op een digitaal videobandapparaat, meer in het bijzonder van hèt type met een aantal roteerbare magneetkoppen.
Bij opname van een analoog videosignaal op een 5 magnetisch registratiemedium, zoals een magneetband, in digitaal gecodeerde vorm vindt bemonstering van het analoge videosignaal plaats met klokimpulsen, waarvan.de impuls- herhalingsfrequentie bijvoorbeeld viermaal de kleurhulp-draaggolfsignaalfrequentie bedraagt, zodanig, dat bijvoor-10 beeld 8-bits digitale informatiewoorden worden verkregen, welke voorafgaande aan de signaalopname in serievorm worden gebracht, zodat de bit-snelheid (bit rate) van de digitale informatie tijdens signaalopname beperkt is aan 3,58 x ΙΟ6 X 4 x 8 & 114,6 (Mb/s).
15 Een digitaal signaal met een dergelijke hoge bitsnelheid leent zich derhalve niet voor signaalopname in een enkel opneemkanaal. Ter verlaging van de bitsnelheid dient men derhalve over te gaan tot verdeling van het digitale signaal over een aantal kanalen met ieder een geringere 20 bitsnelheid, waarna de digitale informatie door middel van een. magneetkop in meersporige vorm op een magneetband wordt op^-genomen.
Bij een dergelijke wijze van de signaalopname dient echter ter vermijding van overspraakverschijnselen 25 tussen aangrenzende registratiesporen steeds een bescher-mingsband tussen aangrenzende sporen te worden toegepast.
Bij een registratiespoorbreedte van 40 micron dient een dergelijke beschermingsband een breedte van ten minste 20 micron te hebben, met als gevolg, dat het magneetgebruiks-30 rendement laag blijft en het bandverbruik hoog is. Wanneer daarentegen met een geringere beveiligingsbandbreedte wordt volstaan, kunnen tijdens signaalweergave spoorvolgfouten optreden, waardoor de signaal/ruis-verhouding van het uitgelezen signaal ongunstig wordt beinvloed.
800 6 42 4 -2-
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een nieuw type digitaal videobandapparaat te verschaffen.
Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een nieuw type digitaal videobandapparaat met een aantal roteer-5 bare magneetkoppen te verschaffen.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuw type videobandapparaat met schroeflijnvormige bandaftasting.
Daartoe wordt volgens de uitvinding ter verkrij-10 ging van een hoge bitsnelheidsopneemdichtheid signaalopname onder toepassing van azirauth-hoëkverlies geïntroduceerd.
Door middel van een analoog/digitaal-omzetter in digitale vorm gebrachte videosignalen worden daarbij verdeeld in een aantal informatiedeelblokken met daaraan steeds toegevoegd 15 een adresinformatiekode, een beeldrasteridentificatiekode, een CRC-kode, enz.
Nadat de desbetreffende informatiedeelblokken over een aantal kanalen zijn verdeeld, wordt op de tot ieder kanaal behorende informatie koderingsformaatomzetting toege-20 past teneinde het aantal laagfrequentie componenten van het frequentiespectrum te verminderen en op die wijze het azimuth-hoekverlies bij signaalopname te versterken.
, Men kent verschillende vormen van koderingsfor maatomzetting bij signaalopname. Daarbij kan worden opgemerkt, 25 dat de voordelen van de onderhavige uitvinding groter zijn, naar mate het aantal laagfrequente componenten van het frequentiespectrum afneemt.
De uitvinding verschaft nu een digitaal video-bandapparaat voor opname van een in digitale vorm ontvangen 30 videosignaal op een magneetband, waarbij het videobandapparaat is voorzien van: A) middelen voor verdeling van de digitale video-informatie over een aantal informatiekanalen onder toevoeging van bloksynchronisatiekodes en CRC-kodes voor fout- 35 detectie en/of -korrektie, B) middelen voor toevoer van de tot de verschillende kanalen behorende informatie aan een aantal resp. bijbehorende roteerbare magneetkoppen en van 8 00 6 42 4 -ΙΟ middelen voor opname van de tot de kanalen behorende informatie op een magneetband volgens de uitvinding dient een dergelijk videobandapparaat het kenmerk te hebben, dat de roteèrbare magneetkoppen zo-5 danig zijn gegroepeerd, dat zij voor met azimuth-hoekverlies werkende signaalweergave geschikte, beschermingsbandvrije registratiesporen op een magneetband kunnen vormen.
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu-volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende teke-10 ning van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:
Figuur 1 een schematische weergave van een magneetband ter verduidelijking van de relatie tussen een mag-neetkop en een registratiespoor bij een videobandapparaat 15 van een bekend type,
Figuur 2 een grafiek ter vergelijking van de bij een videobandapparaat van bekend type, resp. een dergelijk apparaat volgens de uitvinding, optredende overspraak-verschijnselen, 20 Figuur 3A en 3B schematische weergaven ter ver duidelijking van de spoorvolgrelatie. bij een videobandapparaat van bekend type, resp. een videobandapparaat volgens de uitvinding,
Figuur 4A-4D enige door formaatomzetting ver-25 krijgbare koderingsformaten,
Figuur 5 en 6 het frequentiespectrum voor verschillende koderingsformaten,
Figuur 7 een blokschema van een uitvoeringsvorm van het signaalopneemstelsel van een videobandapparaat vol-30 gens de uitvinding,
Figuur 8 een blokschema van een uitvoeringsvorm van het signaalweergeefstelsel van een videobandapparaat volgens de uitvinding,
Figuur 9 en 10 schematische weergave ter verdui-35 delijking van de positie van de verschillende magneetkoppen, als voorgesteld door de uitvinding,
Figuur 11 een schematische weergave, op grotere schaalvan een bandgedeelte ter verduidelijking van het bij 8 00 6 42 4 -4- toepassing van de uitvinding verkregen registratiesporen-patroon,
Figuur 12-14 enige bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toegepaste, digitale signaalforma-5 ten en
Figuur 15 een andere uitvoeringsvorm van een bij toepassing van de uitvinding verkrijgbaar registratiesporen-patroon..
Voorafgaande aan een nadere beschrijving van de 10 uitvinding volgt eerst een beschouwing van enige faktoren, waarmee de bij een digitaal videobandapparaat rekening dient te worden gehouden ter verkrijging van een hoog bandgebruiks-rendement en een gering bandverbruik.
I. Bij transmissie van een digitaal signaal geldt 15 het volgende: a. Indien de signaal/ruis-verhouding, waarbij het signaal als piek-piekwaarde en de ruis als effectieve waarde wordt beschouwd, voor een transmissieweg meer dan 20 dB bedraagt, kan bij benadering een bitfoutwaarschijnlijk- -1 20 heid van minder dan 1 x 10 worden verwacht.
b. Bij transmissie in digitale vorm van een videosignaal bedraagt de toelaatbare bitfout bij benadering ' 1 x 10~7.
Dit wil zeggen, dat het ook bij een digitaal 25 videobandapparaat noodzakelijk is, dat de signaal/ruis-ver-houding van een door een weergeefvereffeningschakeling afgegeven, digitaal signaal beter dan ongeveer 20 dB is.
II. Ter verkrijging van een hoog bandgebruiks-rendement dient bij een digitaal videobandapparaat signaal- 30 opname met hoge bitdichtheid te worden toegepast. Ter verkrijging van een hoge bitdichtheid of bitregistratiedicht-heid, dient het aantal per oppervlakte-eenheid van een magneetband op te nemen bits te worden vergroot.
A. Indien het aantal per oppervlakte-eenheid van 35 de magneetband opgenomen bits gelijk S is, kan dit'aantal bits per oppervlakte-eenheid of bitregistratiedichtheid S worden weergegeven als: S = L . T, .
8 00 6 424 '· ; -5- waarbij L de lineaire bitregistratiedichtheid of bitdichtheid, dat wil zeggen het aantal per zich in de registratiespoor-iangsrichting uitstrekkende lengte-eenheid opgenomen bits, en 5 T de registratiespoordichtheid is, dat wil zeggen het aantal per zich in de breedterichting van het registratiespoor uitstrekkende lengte-eenheid op de magneetband opgenomen registratiesporen.
B. Optrent de lineaire dichtheid L kan in het 10 algemeen worden gesteld, dat ter verkrijging van een hoge bitregistratiedichtheid in een registratiespoor met opname bij korte golflengte dient te worden gewerkt. Wanneer een magneetband met een magnetische laag van voldoende dikte wordt beschouwd, gelden de volgende feiten: 15 a. Het aantal magnetische deeltjes, dat de magnetische flux naar een uitleesmagneetkop zal beïnvloeden, neemt bij benadering evenredig met een quadraat van de golf-lengte toe.
b. De door de uitleesmagneetkop afgegeven signaal-20 spanning neemt evenredig met een aantal magnetische deeltjes toe, terwijl de ruisspanning evenredig met de vierkanswortel van het aantal magnetische deeltjes toeneemt.
c. Indien wordt verondersteld, dat de magneetband zelf als enige ruisbron functioneert, zal de signaal/ 25 ruis-verhouding van een uitgelezen digitaal signaal derhalve evenredig met de golflengte toenemen.
d. De sïgnaal/ruis-verhouding van het toegepaste versterkingsstelsel is eveneens bij benadering evenredig met de golflengte.
30 Bij een konstante registratiespoorbreedte geldt derhalve, dat de signaal/ruis-verhodding evenredig met de signaalopneemgolflengte toeneemt (bij een konstante verplaat-singssnelheid van de magneetband ten opzichte van de magneet-kop betekent een toenemende signaalopneemgolflengte en kleiner 35 wordende opneemfrequentie).
C. Omtrent de registratiespoordichtheid T kan worden opgemerkt: a. Bij keuze van een geringe registratiespoor- 8 00 6 42 4 -6- bteedte zullen zowel de door de uitleesmagneetkop afgegeven signaalspanning als de bandruisspanning evenredig met de registratieRreedte afnemen.
b. Indien wordt verondersteld, dat alle ruis 5 slechts uit de magneetband afkomstig is, zal de ruisspanning evenredig met de vierkanswortel van de registratiespoor-breedte zijn. In verband daarmede zal de signaal/ruis-ver-. houding van het uitgelezen digitale signaal evenredig met vierkanswortel van de registratiespoorbreedte zijn.
10 c. De inductantie van de uitleesmagneetkop ver loopt bij benadering evenredig met de magneetkoporgaandikte (registratiespoorbreedte).
d. Wanneer de inductantie van de uitleesmagneetkop een konstante waarde heeft, zal het aantal windingen 15 per magneetkopwikkeling omgekeerd evenredig met de vierkanswortel van de registratiespoorbreedte zijn.
e. De magnetische flux, welke de wikkeling treft, is evenredig met de registratiespoorbreedte, zodat dé in de uitleesmagneètkop geïnduceerde spanning evenredig met de 20 vierkanswortel van de registratiespoorbreedte is.
f. Indien de inductantie van de uitleesmagneetkop een konstante waarde heeft, zal de door de magneetkop versterkte afgegeven ruis een konstante waarde hebben.
g. Indien dé magneetkopversterker als enige 25 ruisbron werkt, zal de signaal/ruis-verhouding van het uit-, gelezen digitale signaal.derhalve evenredig met de vierkanswortel van de registratiespoorbreedte zijn.
Uit het voorgaande volgt, dat indien de band-ruis en de versterkerruis onafhankelijk van elkaar zijn, 30 de signaal/ruis-verhouding van het uitgelezen digitale signaal evenredig met de vierkanswortel van de registratiespoorbreedte is.
Uit de voorafgaande beschouwing blijkt, dat ter verhoging van de bitregistratiedichtheid S aan de volgende 35 voorwaarden dient te worden voldaan: A. De registratiespoorbreedte dient zo klein mogelijk te zijn ter verkrijging van een hoge registratie-spoordichtheid.
800 6 42 4 -7- Β. De signaalopneemgolflengte dient zoveel moge-lijk niet te klein te zijn om een ongebreidelde toename van de lineaire bitdichtheid L te verhinderen.
III. Indien voor de registratiespoordichtheid T 5 een hoge waarde wordt gekozen, waardoor de bitregistratie-dichtheid S wordt vergroot, doen zich de beide volgende problemen voor: a. Aangezien in dat geval de tussen twee aangrenzende registratiesporen toegepaste beveiligingsband een zeer 10 geringe breedte krijgt, zal de als gevolg van fluxlek uit aangrenzende registratiesporen optredende overspraak toenemen.
b. Aangezien de registratiespoorbreedte een kleine waarde krijgt, wordt de spoorvolging bij signaalweergave 15 moeilijker.
Vervolgens zal enige aandacht aan tussenaangren-zende registratiesporen optredende overspraakverschijnselen, als zojuist genoemd onder III.a., worden besteed. Daarbij wordt verondersteld, dat het verwijzigingscijfer I in figuur 20 1 van de bijbehorende tekening betrekking heeft op een uit~ leesmagneetkop, terwijl het verwijzigingscijfer 2 op een registratiespoor betrekking heeft. Wanneer nu wordt uitgegaan van de volgende definities: E is het niveau van een waar signaal; Ec is het niveau van een overspraaksignaal; ^ is de 25 golflengte van het ware signaal; W is de magneetkopbreedte; x is de beschermingsbandbreedte; en AW is de breedte van het door lekflux op de magneetband gemagnetiseerde gebied, kan voor de overspraak CT worden geschreven: C. = 20 log(E /E) "C c 30 = A + B.x/AjdB) , waarbij ,&W , , ' Λ TT ; , „ J - i b-^sr -b ( W x /iW -b x η
A = 20 logL-g- - e ZTl -e Λ )e λ J
-b ^ K = W + — (1 - e 2Λ )
jx >>AW
35 8 00 6 42 4 -.-8- .
0,67^ I proefonaervindelijk benaderde b = 6,9 l waarden
B - -60 J
Voor W = 40 micron en x = 20 micron en een band-5 aftastsnelheid van 25,59 m/sec krijgt de frequentiekarakte-— restiek voor de theoretische overspraak volgens de hiervoor gegeven vergelijking ongeveer de gedaante van de kromme in de grafiek volgens figuur 2.
' Omtrent de hiervoor onder. Ill.b. genoemde spoor- 10 volgnauwkeurigheid kan worden gesteld, dat bij kleiner wordende registratiespoorbreedte het risico groter wordt, dat de uitleesmagneetkop zich van een registratiespoor verwijdert. Het gevolg daarvan is, dat de overspraak uit het aangrenzende registratiespoor in aanzienlijke mate toeneemt. 15 De spoorvolgnauwkeurigheid kan worden verbeterd door’ toepassing van verschillende servo-besturingsmethöden, doch wordt in hoofdzaak bepaald door de mechanische nauwkeurigheid, hetgeen een aanzienlijke nadéligé invloed heeft op de mogelijkheid om de registratiedichtheid te vergroten.
20 Voor signaalopname van normaal type vormen de resp. onder III.a. en III.b. genoemde faktoren derhalve beperkingen in die zin, dat de noodzakelijke minimale registratiespoorbreedte en beschermingsbandbreedte reeds bepaald zijn, zodat de mogelijkhedén ter vergroting van de 25 bitregistratiedichtheid beperkt zijn.
In verband hiermede is de onderhavige uitvinding er op gericht, tot een nieuwe wijze van opname van een digitaal videosignaal bij hoger registratiedichtheid te komen.
Bij de onderhavige uitvinding vindt eerst ver-30 deling van het door omzetting van een analoog videosignaal verkregen, digitale signaal over een. aantal kanalen plaats. Daarna wordt de aldus verdeelde videoinformatie meerkanalig opgenomen, waarbij aangrenzende registratiesporen op de magneetband in aanraking met elkaar verkeren en onder ver-35 schillende azimuth-hoek worden opgenomen.. Voor ieder kanaal wordt echter kodeformaatomzetting toegepast ter verkrijging van een zo gering mogelijk aantal laagfrequentcomponenten. Indien de azimuth-hoek tussen de opneemmagnee.tkop l.en het 8 00 6 42 4 -9- L— · '· registratiespoor 2 de waarde Θ, kan het azimuth-hoekverlies L& worden weergegeven door: \ . -+/w sinus tg Θ · 5 L = 20 log - fdBl a |1“ t.j θ
Indien de snelheid van de magneetkop ten opzichte van de magneetband konstant is, zal bij toenemende frequentie derhalve ook het azimuth-hoekverlies L toenemen.
a 10 Figuur 3 toont een voorbeeld van de overspraak uit aangrenzende registratiesporen in het geval, waarbij voor de registratiespoorbreedte W een waarde van 60 micron is gekozen, geen beschermingsband wordt toegepast en de voor opname in aangrenzende registratiesporen gekozen azimuth-15 hoek Θ 14° is; het restulaat wordt weergegeven door de kromme C2 in figuur 2. Op soortgelijke wijze toont de kromme in figuur 2 de overspraak uit aangrenzende registratiesporen in het geval, waarin de registratiespoorbreedte W = 40 micron is, de breedte x van een beschermingsband gelijk 20 micron 20 is en voor de azimuth-hoek Θ een waarde nul is gekozen, zoals figuur 3B laat zien. Daarbij is de verplaatsingssnelheid ten opzichte van de magneetband gelijk aan die in het geval, waarvoor de kromme Cl volgens figuur 2 is verkregen.
Zoals de krommen C^-C^ met meetwaarden laten 25 zien, geldt voor het laagfrequente gebied, dat wil zeggen het gebied van frequentie tot ongeveer 2 MHz, dat de overspraak uit aangrenzende registratiesporen met toenemende frequentie afneemt door azimuth-hoekverlies. In het gebied met hogere frequentie dan 2 MHz neemt de overspraak echter 30 weer toe als gevolg van parasitaire koppeling tussen de beide magneetkeppen, de beide kanalen, en dergelijke.
Bij normale signaalopname onder toepassing van beschermingsbanden, als weergegeven door de kromme volgens figuur 2, zal de overspraak voor het gebied met frequenties 35 tot 200 KHz samenvallen met de door de kromme weergegeven, theoretische waarde voor de overspraak; in.het gebied met hogere frequenties dan 200 KHz begint vooral overspraak tussen de kanalen een rol te spelen.
8006424 -10-
Bij vergelijking van de krommen blijkt, dat in het gebied met frequenties van minder dan ongeveer 1 MHz de overspraak, welke optreedt bij signaalopname onder toepassing van azimuth-hoekverlies, met een bedrag van slechts 5 4-6 dB hoger ligt dan in het geval van normale signaalopname, terwijl in het hoger gelegen frequentiegebied praktisch geen verschil in overspraak valt te constateren.
Dit wil zeggen, dat voor eenzelfderegistratie-spoorsteekwaarde (= de afstand tussen opeenvolgende registra-10 tiesporen) geen groot verschil in overspraak tussen normale signaalopname en signaalopname onder toepassing van azimuth-hoekverlies optreedt.
Omtrent signaalweergave kan echter worden gesteld, dat het signaalweergeefniveau in geval van signaalopname 15 onder toepassing van azimuth-hoekverlies bij eenzelfde regi-stratiespoorsteekwaarde aanzienlijk hoger ligt, zulks als gevolg van de beschermingsbandbreedte; daardoor wordt de signaal/ruis-verhouding gunstig.
Bij het geval volgens figuur 3A blijkt de signaal/ 20 ruis-verhouding bijvoorbeeld ten opzichte van die bij het geval volgens figuur 3B hoger te liggen met het bedrag 20 log^ — = 1,76 dB.
25 In geval van een bij signaalweergave optredende spoorvolgfout, waarbij de magneetkcp 1 over de helft van de registratiespoorsteekwaarde is verplaatst, zoals in figuur 3 is weergegeven, zal, wanneer de signaalopname onder toepassing van azimuth-hoekverlies heeft plaatsgevonden, zelfs 30 bij Aftasting van het aangrenzende registratiespoor door de magneetkop 1 slechts een beperkt verlies aan signaal/ruis-verhouding optreden, zulks als gevolg van het azimuth-hoekverlies. Bij normale signaalopname, als weergegeven in figuur 3B, zal de signaal/ruis-verhouding echter dalen tot 35 0 dB.
In verband met het voorgaande kan worden gesteld, dat signaalopname onder toepassing van azimuth-hoekverlies van voordeel is bij het optreden van een spoorvolgfout. Indien 8 00 6 42 4 I · -11- .
het toelaatbaar is, dat de signaal/ruis-verhouding in geval van een spoorvolgfout daalt tot praktisch die bij normale signaalopname, verschaft signaalopname bij azimuth-hoek-verlies derhalve de toepassing van een kleine registratie-5 spoorsteekwaarde, dat wil zeggen van een hoge bitregistra-tiedichtheid.
Uit het voorgaande wordt nu duidelijk, dat sig- . naalopname onder toepassing van azimuth-hoekverlies en zonder toepassing van beschermingsbanden voldoende is ter ver-10 krijging van een hoge bitregistratiedichtheid en een goede . spoorvolging.
Bij toepassing van azimuth-hoekverlies tijdens de signaalopname geldt echter als randvoorwaarde, dat indien door de toegepaste aziimuth-hoek Θ een te hoge waarde wordt 15 gekozen, de effectieve opneemgolflengte een te kleine waarde krijgt, volgende uit de vergelijking \- λ = Λ cos Θ.
0
Dit wil zeggen, dat praktisch bereikbare registratiedicht-heid daalt en bovendien, dat de signaalopname licht bein-20 vloedbaar is door afstandsverlies en magneetkopspleetverlies. In verband daarmede mag de azimuth-hoek Θ tussen aangrenzende registratiesporen niet te groot worden gekozen. Experimenteel is vastgesteld, dat de azimuth-hoek Θ tussen 10° en 30° dient te liggen, hetgeen voldoende is voor het beoogde doel. 25 Samenvattend kan worden gesteld, dat ter ver krijging van signaalopname bij hoge registratiedichtheid en goede spoorvoigeigenschappen kan worden gewerkt met azimuth-hoekverlies bij een geschikte, realiseerbare azimuth-hoekwaarde.
30 Volgens de uitvinding vindt nu opname van in digitale vorm gebrachte video-informatie zonder toepassing van de beschermingsbanden en onder toepassing van een azimuth-hoekverlies bij een voorafbepaalde azimuth-hoek plaats.
Bij een lage opneemfrequentie neemt het azimuth-35 hoekverlies echter af; zoals de kromme in figuur 2 laat zien, zal de tussen de aangrenzende registratiesporen optredende overspraak met dalende frequentie toenemen. Deze ©vérspraak tussen aangrenzende registratiesporen kan worden 800 6 42 4 -12- U—· * beschouwd als een ruisbron, waardoor de signaal/ruis-ver-houding bij uitlezing van een waar of gewenst signaal wordt verminderd.
Zoals in het voorgaande is uiteengezet, dient de 5 voor uitlezing van een digitaal signaal noodzakelijke signaal/ ruis-verhouding meer dan 20 dB te bedragen. Dit heeft tot gevolg, dat de overspraak een niveau van minder dan ongeveer -30 dB dient te hebben, zodat opname en weergave van een laagfrequent signaal, waarbij een overspraak van meer dan 10 -30 dB optreedt, niet gewenst is. In geval van signaalopname onder toepassing van azimuth-hoekverli.es, als weergegeven door de kromme C2 in figuur 2, zal de overspraak slechts voor frequenties van meer dan 1 MHz een lagere waarde dan -30 dB hebben, zodat het onmogelijk is om digitale signaalcomponen-15 ten met frequenties van minder dan 1 MHz op deze wijze op te nemen en weer te geven. Het door omzetting uit een analoog videosignaal verkregen, digitale signaal bevat echter een aanzienlijk aantal componenten met frequenties van minder dan 1 MHz.
20 In verband daarmede is het bij toepassing van de uitvinding van belang, dat de laagfrequente signaalcomponen-ten van een digitaal signaal, Welke componenten een schadelijke overspraak tussen een opeengrenzen.de registratiesporen kunnen veroorzaken, worden gereduceerd. Daartoe wordt bij 25 de uitvinding formaatomzetting, dat wil zeggen omzetting.van het koderingsformaat, van het digitale signaal toegepast.
Voor een dergelijke formaatomzetting zijn reeds verschillende methoden voorgesteld. Indien het oorspronkelijke, dat wil zeggen door omzetting van een analoog signaal 30 verkregen, digitale signaal een zogenaamd NRZ-signaal (Non-Return-to-Zero) is, zoals figuur 4A laat zien, zullen de door koderingsformaatomzetting verkregen signalen, bijvoorbeeld een tweefasig gekodeerd signaal, een signaal in de 2
Miller-kode en een signaal in de M -kode (gemodificeerd 35 Miller-kode-signaal, resp. de gedaante volgens de figuren 4B, 4C en 4D hebben, waarvan de frequentiespectra in figuur 5 zijn weergegeven. In figuur 5 vertegenwoordigtde bit-periodeduur, f de bemonsterfrequentie en f · de Nyquist- S Ï1 8006424 -13- . i_— ·'' frequentie. Bij de analoog/digitaal-omzetting wordt het digitale signaal in parallelvorm verkregen, doch voorafgaande aan de signaalopname vindt omzetting van het signaal uit de parallelvorm in de serievorm plaats, zodat de bemonsterfre-5 quentie f de inpulsherhalingsfrequentie van het desbetref-
O
fende seriesingaal vormt; dit heeft tot gevolg, dat de bemonster frequentie f bij de analoog/digitaal-omzetting wordt s vermenigvuldigd met het aantal bits per monster.
Figuur 6 toont een grafiek van het frequentie-10 spectrum in geval van 8-10-bits-omzetting van het oorspronkelijke digitale signaal, waarbij de theoretische waarde met een gebroken lijn en de gemeten waarde met een volle lijn is weergegeven.
Volgens de grafieken in de figuren 5 en 6 wordt 15 het aantal laagfrequente componenten bij de omzettingen van het koderingsformaat in vergelijking met het koderingsformaat van het oorspronkelijke signaal (NRZ-signaal) verminderd.
Zo geldt bijvoorbeeld in geval van 8-10-bits-omzetting (zie figuur 6), dat indien voor de frequentie een zodanige waarde 20 wordt gekozen, dat f ~ 38,4 MHz (de betekenis van deze o frequentiewaarde zal nog worden toegelicht), de afsnijdfre-quentie (dat wil zeggen de frequentie, waarbij de spectraal-waarde een half heeft) in het laagfrequente gebied een waarde van ongeveer 1,3 MHz heeft, zoals figuur 6 laat zien; voor 25 lagere frequenties dan deze afsnijdfrequentie nemen de spec-traalwaarden snel af.
De uitvinding past een dergelijke vermindering of verlaging van de laagfrequente spectrumcomponenten van hét digitale signaal toe ter verbetering van die spectrum-30 componenten, waarvoor overspraakeliminatie door azimuth-hoekverlies op effectieve wijze mogelijk is, en voorts ter verkrijging van beschermingsbandvrije signaalregistratie,. zodanig, dat bij de signaalopname een hoge bitregistratie-dichtheid wordt verkregen; daartoe wordt het digitale signaal 35 over een aantal kanalen verdeeld en meerspórig opgenomen.
Dit zal nu worden verduidelijkt aan de hand van de bijbehorende tekening.
1 · 1 ' -14-' U~ i
Figuur 7 toont het blokschema van een uitvoeringsvorm van het signaalopneemstelsel van een videobandapparaat volgens de uitvinding. Daarbij wordt een via een ingangs-aansluiting 11 ontvangen kleurenvideosignaal toegevoerd aan 5 een ingangsbewerkingseenheid 12 voor afscheiding van synchro-nisatie-impulsen en het kleursalvosignaal. Deze afgescheiden signalen worden toegevoerd aan een klokimpulsopwekschakeling 21, welke een met het kleursalvosignaal synchrone klokimpuls · afgeeft, waarvan de impulsherhalingsfrequentie viermaal die 10 van het kleursalvosignaal bedraagt. Deze klokimpulsen met de frequentie 4f en de synchronisatie-impulsen worden toe-gevoerd aan een stuursignaalopwekschakeling 22 voor vorming van op dè beeldregel, het beeldraster, het videobeeld en het kanaal betrekking hebbende identificatiesignalen, be-15 monsterimpulsen en verschillende tijdsritme-impulsen, welke aan verschillende schakelingselementen worden toegevoerd.
De ingangsbewerkingseenheid 12 voert het ’>,[ o- kleurenvideosignaal toe aan een analoog/digitaal-omzettêr 13.
Aangezien de bemonsterfrequentie gelij 4Fsc is en voorts 20 voor f geldt: sc 455 igc = —2~ (f^ is de beeldregelaftastfrequentie) , ' bedraagt het aantal bemonsteringen per beeldregelaftast-25 periode 910. Aangezien bemonstering tijdens het horizontale onderdrukkingsinterval overbodig is, wordt voor het aantal bemonsteringen van het effectieve videodeel van de horizont tale aftestperiode de waarde 768 gekozen, zoals figuur 12 laat zien. In deze figuur heeft het verwijzigingssymbool HD 30 betrekking op een horizontale-synchronisatie-impuls, terwijl het symbool BS op het kleursalvosignaal betrekking heeft.
Hoewel het aantal beeldregels per beeldraster gelijk is 262,5, worden 10,5 beeldregels in beslag genomen door de vertikale synchronisatie-impuls en de vereffenings-35 impulsen. Tijdens de vertikale terugslagperiode, worden test-signalen van het type VIR, WIT en dergelijke ingevoegd, welke als effectieve informatiesignalen kunnen worden beschouwd.
In verband daarmede wordt voor het aantal effectieve video- -15- beeldregels per beeldrasterperiode een waarde 252 gekozen, zodanig, dat tijdens een oneven genummerd beeldraster de 12de t/m de 263ste beeldregel als effectieve videobeeld-regels worden beschouwd, terwijl tijdens een even genummerd 5 beeldraster de 247ste t/m 225 beeldregel als effectieve videobeeldregels worden beschouwd.
Door de omzetter 13 wordt het kleurenvideosignaal in overeenstemming met het voorgaande bemonsterd en voorts aan analoog/digitaal-omzetting onderworpen tot een gekwanti-10 ficeerd signaal, bijvoorbeeld een 8-bits digitaal signaal in parallelvorm per monster.
Dit aldus door de omzetter 13 afgegeven, digitale signaal in parallelvorm, dat een impulskode gemoduleerd signaal vormt, wordt toegevoerd aan een koppeleenheid 14 15 voor herhaaldelijke verdeling over vier kanalen A-D per bijvoorbeeld steeds één monster. Dat wil zeggen, dat van de 768 monsters van een beeldregel de monsters (4n + 1) aan het . kanaal A, de monsters (4ni+ 2) aan het kanaal B, de monsters (4n + 3) aan het kanaal C en de monsters (4n + 4) aan het 20. kanaal D worden toegewezen, waarbij n = 0 - 191. In de kanalen A-D worden de van de koppeleenheid 14 afkomstige, digitale signalen toegevoerd, aan tijdbasiscompressieschakelingen 15A-15D voor tijdbasiscompressie volgens de verhouding 41/44, welke nog nader zal worden beschreven. De aldus aan tijd-25 basiscompressie onderworpen, digitale signalen van de vier kanalen worden sequentieel toegevoerd aan foutkorrektie-kodeereenheden 16A-16D en opneembewerkingseenheden 17A-17D voor resp. omzetting in signalen met een koderingsfornaat volgens de figuren 13 en 14.
30 Figuur 13 toont het koderingsformaat voor de op één beeldraster betrekking hebbende signalen volgens een verdeling van 13 x 22 informatieblokken, welke ieder bestaan uit twee informatiedeelblokken SB en betrekking hebben op de kleurvideosignaalinformatie van een vierde beeldregel, 35 zodat ieder informatiedeelblok SB de informatie van 1/8
beeldregel bevat. Zoals figuur 14 laat zien, omvat een deel-blok SB een bloksynchronisatiesignaal SYNC van 24 bits, een groep identificatiesignalen ID en een blokadressignaal AD
-16- van te zaraen 16 bits, 768 informatiebits (96 monsters) en een GRG-kode van 32 bits, welke in de hier genoemde volgorde zijnugegroepeerd.
Daarbij dient het bloksynchronisatiesignaal SYNC 5 voor het tot stand brengen van de synchronisatie welke bij weergave/ontvangst nodig is voor afscheiding van de identificatie- en adressignalen ID en AD, de effectieve informatie en de CRC-kode, waarbij het identificatiesignaal ID het desbetreffende kanaal of registratiespoor A-D identificeert 10 en signaleert of de desbetreffende beeldregel, het beeld-raster en het videobeeld oneven- of even genummerd zijn, terwijl het blokadressignaal AD het adreasof het nummer van het desbetreffende informatiedeelblok SB weergeeft. De 768 informatiebits van het deelblok vertegenwoordigen de kleuren-15 video-informatie; de CRC-kode dient voor foutdetectie bij weergave van de informatie.
Aangezien het aantal effectieve beeldregels per beeldrasters.252 bedraagt, zoals in het voorgaande is beschreven, bedraagt het aantal informatieblokken per beeld-20 raster eveneens 252. Zoals figuur 13 laat zien, zijn deze informatieblokken gegroepeerd volgens een matrixverdeling met 2lrijen en 12 kolommen (12 x 21), waarbij als dertiende kolom pariteitsinformatie in de horizontale of rijrichting is opgenomen en als veertiende rij pariteitsinformatie in 25 de vertikale richting of kolomrichting is opgenomen. Hieruit resulteert een matrixverdeling van 13 x 22 blokken.
Indien de informatiedeelblokken SB in volgorde worden aangeduid als SB1, SB2 .....^B572' voor de eerste rij de horizontale pariteitsinformatie op de volgendé 30 wijze door modulo-2 optelling per informatiedeelblok in de horizontale richting gevormd.
SB1 © SB3 © SB_ © .....© SB23 = SB25 SB2 Θ SB^ Θ SBg © .....© SB24 — SB26 35 Op soortgelijke wijze wordt de horizontale pari teitsinformatie voor de volgende rijen, dat wil zeggen de tweede t/m de 2lste, gevormd.
Voor de eerste kolom wordt de vertikale pariteits- i ' , ^ ' -17- U--'· informatie SB,-74 op de volgende wijze gevormd: sb]L θ sb27 φ sb53 ® .....© sb521 = sb547.
5 Voor de volgende kolommen, dat wil zeggen de tweede t/m de 13de kolom, wordt de vertik&le pariteitsinfor-matie op soortgelijke wijze gevormd.
De aldus verkregen horizontale en vertikale pariteitsinformatie en de CRC-kode dienen ter verbetering van 10 de foutkorrektiemogelijkheden van de informatie bij signaal-weergave; de pariteitsinformatie omvat eveneens 840 bits.
De signaalbewerking, welke dient voor vorming van de pariteitsinformatie en de CRC-kode en voor.toevoeging van deze gegevens aan de oorspronkelijke informatie, vindt plaats.
15 in de kodeereenheden 16A-16D volgens figuur 7? de signaalbewerking, welke dient voor vorming van het synchronisatie-signaal SYNC, het identificatiesignaal ID én het adressignaal AD en voor toevoeging van deze gegevens aan de oorspronkelijke informatie, vindt plaats in de bewerkingseenheden 17A-17D.
20 De reeds genoemde 8-10-bits-omzetting vindt plaats in de bewerkingseenheden 17A-17D. Daarbij vindt een op de dispariteitswaarde en het aantal bitwaarden "0" en
O
"1" van ieder (10-bits) wordt gebaseerde keuze van 2 10-bits woorden plaats uit de beschikbare of mogelijke 21^ 10-bits 25 woorden. Daarbij dient de genoemde dispariteitswaarde gelijk nul te zijn of dichtbij nul te liggen, terwijl ieder aldus aldus gekozen 10-bits woord een onderling gélijk aantal bitwaarden "0" en "1" dient te bevatten ter verkrijging van een gelijkspanningsvrije kode. De aldus gekozen 2 10-bits 8 30 woorden worden individueel aan de oorspronkelijke 2 8-bits woorden toegevoegd. In het door deze 8-10-bits-omzetting verkregen digitale signaal is het aantal signaalcomponenten van lage frequentie sterk verminderd, zodanig, dat praktisch slechts signaalcomponenten met hogere frequenties dan ongeveer 35 1,3 MHz voorkomen, zoals reeds aan de hand van figuur 6 is beschreven.
Het aldus aan 8-10-bits-omzetting onderworpen, digitale signaal wordt door de bewerkingseenheden 17A-17D
-18- uit de parallelvorm in de serievorm gebracht; te beginnen bij het informatiedeelblok SB.^, geschiedt dit in volgorde. Vóór en na het op één beeldraster betrekking hebbende, digitale signaal wordt resp. een voorstoepsignaal en een na-5 stoepsignaal toegevoegd. De bitsnelheid van het in serievorm gebrachte signaal kan worden weergegeven als: 4fc x 8 x i x x —g = 38,4 (Mb/s) ; 10 deze waadde komt overeen met de reeds in het kader van figuur 6 genoemde frequentiewaarde f .
De in serievorm gebrachte, digitale signalen worden Via resp. opneemversterkers 18A-18D toegevoerd aan resp. magneetkoppen 1A-1D van roteerbare type, welke een 15 constructie volgens de figuren 9 en 10 vertonen. De magneetkoppen 1A-1D hebben een steeds gelijke aftastbreedte hebben; de magneetkoppen IA en 1C zijn met een axiale steekaf-starid ter grootte W op een roteerbare magneettrommel 5 aangebracht; hetzelfde geldt voor de over de afstand W ten 20 opzichte daarvan verschoven magneetkoppen 1B en 1D. Figuur 9 toont de gevolgde groepering. Voor de magneetkoppen IA en 1C is eenzelfde azimuth-hoek Θ/2 van bijvoorbeeld 7° in de ene richting gekozen, terwijl voor de magneetkoppen 1B en 1D eenzelfde azimuth-hoek Θ/2 van bijvoorbeeld 7° in de tegen-25 gestelde richting is gekozen. Tussen opeenvolgende registra-tiesporen treedt dan een azimuth-hoekverschil Θ van 14° op.
De magneetkoppen 1A-1D worden te zamen met de roteerbare magneetkoptrommel 5 synchroon met het kleuren-videosignaal met de beeldrasterfrequentie aangedreven; de 80 magneetband 3 komt met de magneetkoppen 1A-1D in aanraking aan het buitenomtrekoppervlak van de magneetkoptrommel 5, waar de band over een hoek van ongeveer 360° omega-vormig omheen is geslagen; de magneetband wordt bij signaalopname met een konstante transportsnelheid aangedreven.
35 Zoals figuur 11 laat zien, worden de signalen van de kanalen A-D resp. door de magneetkoppen 1A-1D volgens resp. registratiesporen 2A-2D, ieder op één beeldraster betrekking hebbend, op de magneetband 3 opgenomen.
-19-
Daarbij is de afstand W tussen aangrenzende magneetkoppen 1A-1Π gelijk aan de registratiespoorbreedte W, zodat aangrenzende registratiesporen 2A-2D tegen elkaar komen te liggen, dat wil zeggen zonder tussengelegen beschermingsbanden te worden 5 gevormd.
Bij geschikte keuze van waarden voor de rotatie-radius van de magneetkoppen 1A-1D en de bandtransportsnelheid is het mogelijk, een zodanig opnamepatroon te verkrijgen, dat het registratiespoor 2A van een bepaald beeldraster in 10 aanraking verkeert met het registratiespoor 2D van het daaropvolgende beeldraster.
Voor de registratiesporen 2A-2D geldt, dat de azimuth-hoek van deze registratiesporen afwisselend tegengesteld is, zulks in overeenstemming met de azimuth-hoek-15 afwisseling van de magneetkoppen 1A-1D. In figuur 11 heeft het verwijzingscijfer 4 betrekking op een eveneens op de magneetband 3 gevormd stuursignaalspoor.
Aangezien de kanalen ieder via een eigen magneet-kop worden opgenomen, treedt in de signaalopname en -weergave 20 door de magneetkoppen 1A-1D steeds een signaaluitvalperiode op. De tijdsperiode, waarover werkelijke signaalopname volgens de registratiesporen 2A-2D mogelijk is, krijgt als gevolg daarvan een duur van ongeveer 250 beeldregelaftast-perioden; indien met een bepaald tolerantie wordt gewerkt, 25 kan worden gesteld, dat deze tijdsperiode ongeveer 246 beeldregelaf tastperioden omvat.
De figuren 13 en 14 laten zien dat het aantal monsters (aantal bits) van ieder informatiedeelblok 105 (840) bedraagt, en dat het aantal informatiedeelblokken per 30 beeldrasterperiode gelijk 572 is. Het aantal monsters per beeldrasterperiode bedraagt dan: 105 x 572 = 60060 (monsters).
Uit figuur 12 kan worden afgeleid: 60060 _ )i ~9ϊδ~ - 264' 35 -j- hetgeen met 264 beeldregelaftastperioden overeenkomt. Dit wil zeggen, dat de op 264 beeldregelaftastperioden betrekking hebbende informatie gedurende een tijdsperiode van 246 beeld- -20- regelaftastperioden wordt opgenomen.
In verband daarmede vindt voor ieder van de kanalen A-D tijdbasiscompressie van het resp. signaal plaats door een resp. bijbehorende tijdbasiscompressieschakeling 15A-15D, 5 enwel in de volgende verhouding: 246 _ 41 264 ~ 44'
Opgemerkt wordt nog, dat de toevoeging van bepaalde signalen (SYNC, ID, AD, CRC-kode) plaatsvindt in de resp.
10 kodeereenheden 16A-16D en opneembewerkingseenheden 17A-17D, dat wil zeggen na de tijdbasiscompressie-inschakelingen 15A-15D; deze laatstgenoemden verschaffen derhalve de signaal-delen of -intervallen, waar de desbetreffende invoegingen dienen plaats te hebben.
15 Uit de voorafgaande beschrijving volgt, op welke wijze de door.de uitvinding voorgestelde signaalopname plaatsvindt, resp. wordt voorbereid.
Figuur 8 toont het blokschema van ëen uitvoeringsvorm van het signaalweergeefstelsel van een digitaal video-20 bandapparaat volgens de uitvinding. Daarbij worden de'tot de kanalen A-D behorende signalen gelijktijdig door resp. de uitleesmagneetkoppen 1A-1D uit resp. de registratiesporen : 2A-2D van een magneetband 3 uitgelezen. Daarbij zijn de magneetkoppen 1A-1D, resp. de registratiesporen 2A-2D, zo-25 danig gekozen of uitgevoerd, dat aangrenzende magneetkoppen (registratiesporen) een steeds verschillende azimuth-hoek laten zien, zodat de volgens de registratiesporen 2A-2D opgenomen, digitale signalen weer als gevolg van de 8-10-bits-omzetting weinig Oiij geen laagfrequent componenten bevat. Als 30 gevolg daarvan zal bij de uitlèzing door de magneetkoppen IA—1D de tussen aangrenzende concentratiesporen optredende overspraak een voldoende laag niveau hebben.
De aldus door de magneetkoppen 1A-1D uitgelezen, digitale signalen, worden resp. via weergeefcijfers 31A-31D 35 toegevoerd aan resp. de weergeefbewerkingseenheden 32A-32D voor omzetting van signalen in serievorm tot signalen in parallelvorm en voor dekodering van de 10-bits signalen tot oorspronkelijke 8-foits signalen. Voorts wordt uit het aldus -21- verkregen, digitale signaal een klokimpuls afgeleid door middel van een als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling.
De in 8-bits parallelvorm verkerende, digitale 5 signalen worden toegevoerd aan resp. bijbehorende tijdbasis-korrektieschakelingen 33A-33D voor verwijdering van eventuele tijdbasisfluctuaties. De tijdbasiskorrektieschakelingen 33A-33D bevatten bij de hier beschreven uitvoeringsvorm ieder een geheugen, waarbij het bloksynchronisatiesignaal SYNC 10 wordt gebruikt voor indicatie van het begin van het daaropvolgende signaal, waarna de inlezing van het signaal in het desbetreffende geheugen plaatsvindt op basis van de door de weergeefbewerkingseenheden 32A-32D geleverde klokimpulsen, doch de uitlezing van de signalen uit de resp. geheugens 15 plaatsvindt op basis van klokimpulsen, welke uit een refe-rentiesynchronisatiesignaal zijn afgeleid. Als gevolg hiervan worden eventuele tijdbasisfluctuaties geelimineerd.
De uitgangssignalen van de tijdbasiskorrektieschakelingen 33A-33D worden toegevoerd aan de resp. fout-20 korrektiedekodeereenheden 34A-34D. Deze omvatten ieder een beeldrastergeheugen, zodanig, dat de informatie voor ieder deelblok SB op basis van bijvoorbeeld het blokadressignaal AD in dit rastergeheugen wordt ingeschreven. Daarbij vindt foutkorrektie voor ieder deelblok SB op basis van de CRC-kode, 25 de horizontale en de vertikale pariteitsinformatie plaats.
Indien een fout niet op basis van de CRC-kode en de pariteitsinformatie kan worden gekorrigeerd, vindt geen inlezing van de desbetreffende informatie van een deelblok SB in het beeldrastergeheugen plaats; dit heeft tot gevolg, dat informa-30 tie omtrent één beeldraster eerder wordt uitgelezen.
De aan foutkorrektie onderworpen informatie wordt toegevoerd aan tijdbasisexpansieschakelingen 35A-35D voor omzetting in informatie met de oorspronkelijke tijdbasis.
De uitgangssignalen van de tijdbasisexpansie-35 schakeling 35A-35D worden toegevoerd aan een koppeleenheid 36 voor samenstelling tot het oorspronkelijke, éénkanalige digitale signaal, dat vervolgens aan een digitaal/analoog-omzetter 37 wordt toegevoerd voor omzetting in een analoog -22- kleurenvideosignaal. Dit laatstgenoemde wordt toegevoerd aan een üitgangsbewerkingseenheid 38 voor toevoeging van synchro-nisatie-impulsen en kleursalvosignalen, zodat aan een uit-, gangsaansluiting 39 het oorspronkelijke kleurenvideosignaal 5 ter beschikking komt.
In het voorgaande is zowel de signaalopname als de signaalweergave van een kleurenvideosignaal op de wijze volgens de uitvinding beschreven. Deze schrift voor, dat bij signaalopname de laagfrequente signaalcomponenten van het 10 in digitale vorm gebrachte videosignaal door koderingsformaat-omzetting, zoals de genoemde 8-10-bits-omzetting, zo gering . mogelijk worden gemaakt, waarna de signaalopname zelf plaatsvindt onder toepassing van onderling verschillende azimuth-hoeken voor de aangrenzende registratiesporen 2A-2D, waarbij 15 deze laatstgenoemde met elkaar in aanraking kunnen worden gebracht. Als gevolg daarvan kan de registratiespoordichtheid T aanzienlijk worden vergroot, waardoor een hoge bitregistra-tiedichth'eid wordt verkregen en tevens een aanzienlijke tolerantie voor spoorvolgfouten bij signaalweergave behouden 20 blijft.
De onderhavige uitvinding verschaft derhalve de mogelijkheid van aanzienlijke opnameduur bij betrekkelijk gering bandverbruik, gepaardgaande aan stabiele spoorvolging of grote spoorvolgnauwkeurigheid tijdens signaalweergave. Een 25 dergelijke digitale signaalopname brengt derhalve slechts voordelen met zich mee.
Daarbij vindt de signaalopname plaats na verdeling van het digitale signaal over vier kanalen, welke meer-sporig worden opgenomen, zodat signaalopname onder toepassing 30 van azimuth-hoekverlies doch zonder toepassing van de bescher-mingsbanden op effectievè wijze bij hoge bitregistratiedicht-heid mogelijk is.
Daarbij maakt de toepassing van signaalopname met azimuth-hoekverlies door middel van een aantal magneet-35 koppen het mogelijk, dat bij signaalweergave uit het faseverschil tussen de uitgangssignalen van bijvoorbeeld de mag-neetkoppen IA en 1D spoorvolgfouten worden afgeleid, welke voor spöorvolgservobesturing kunnen worden gebruikt.
-23-
Aangezien de azimuth-hoeken van de beide magneet-koppen IA en 1C of de beide magneetkoppen 1B en 1D gelijk aan elkaar worden gekozen, is het zelfs, wanneer tijdens de bedrijfstoestand "zoeken" van het Videobandapparaat aftasting 5 van bijvoorbeeld het registratiespoor 2C door de magneetkop IA plaatsvindt, mogelijk een uitgangssignaal te verkrijgen. Door identificatie van het desbetreffende kanaal op basis van het identificatiesignaal ID kan derhalve ook in de bedrijf stoestand "zoeken" van het videobandapparaat signaal-10 uitlezing worden verkregen.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding vond verdeling van het digitale signaal in vier kanalen plaats, waarbij het op éën beeldraster betrekking hebbende signaal wordt opgenomen in vier registratie-15 sporen 2A-2D. Wanneer het digitale signaal bijvoorbeeld in een oneven aantal kanalen zou. worden verdeeld, bijvoorbeeld drie kanalen, is het voldoende, dat per beeldraster één be-schermingsband GB wordt toegepast, zoals figuur 15 schematisch laat zien.
20 Bij de in het voorgaande beschreven uitvoerings vorm van de uitvinding vond verzwakking van de laagfrequente signaalcomponenten van het digitale signaal plaats door de genoemde 8-10-bits~omzetting; meer algemeen kan echter wodden volstaan met het vereiste, dat de overspraak tussen de regi-25 stratiesporen, welke in de uitgangssignalen van de weergeef-versterkers 31A-31D tot uiting komt, lager dan een voorafbepaald niveau ligt. Zo zou bijvoorbeeld kunnen worden volstaan met de.toepassing van een "NRZ recording partial response detecting system" voor een verzwakking van de laagfrequente 30 signaalcomponenten aan de signaalweergeefzijde.
Voorts is het uiteraard mogelijk, dat in plaats van de magneetband 3 een magnetische plaat, een magnetische trommel of ander registratiemedium wordt gebruikt.
De uitvinding beperkt zich derhalve niet tot de.
35 in het vo:orgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm; verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

Claims (8)

1. Digitaal videobandapparaat voor opname van een in digitale vorm ontvangen videosignaal op een magneetband/ omvattende: A) middelen voor verdeling van het digitale 5 videosignaal over een aantal informatiekanalen met blok- synchronisatie- en CRC-kodes voor foutdetectie en/of -korrek-tie; B) middelen voor toevoer van de meerkanalige informatie aan een aantal roteerbare magneetkoppen; en
10 C) middelen voor opname van de meerkanlige in- . formatie op de magneetband, met het kenmerk, dat de roteerbare magneetkoppen zodanig zijn gegroepeerd, dat zij voor met azimuth-hbekverlies werkende signaalweergave geschikte, beschermingsbandvrije registra-, 15 tiesporen op een magneetband kunnen vormen.
2. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de informatiekanalen kode-omzet-middelen zijn toegevoegd voor omzetting van de oorspronkelijke kode van de kanaalinformatie in een digitale seriekode, 20 welke een laagspectraal niveau in het laagfrequente gebied vertoont.
3. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ontvangen videosignaal de digitale vorm van 8-bits kodewóorden heeft en dat de kode-omzet- 25 middelen een schakeling voor omzetting van een 8-bits kode in een 10-bits kode- omvatten.
4. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kode-omzetmiddelen een digitale kode afgeven, waarvan het frequentiespectrum een afsnijd- 30 frequentie van ongeveer 1 MHz heeft.
5. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schakeling voor omzetting van een 8-bits kode in een 10-bits kode een digitale kode afgeven, waarvan het frequentiespectrum een afsnijdfrequentie van 35 ongeveer 1 MHz heeft.
6. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kode-omzetmiddelen een omzetschake-ling voor omzetting van een ingangskode in een zogenaamde -25- . ► U—· - "modified Miller code" omvatten.
7. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de roteerbare magneetkoppen dichtbij elkaar op een roteerbaar lichaam zijn aangebracht, terwijl 5 de resp. aan de verschillende informatiekanalen toegevoegde registratiesporen gelijktijdig op de magneetband worden opgenomen.
8. Digitaal videobandapparaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de kode-omzetmiddelen een digitale 10 kode afgeven, waarvan het frequentiespectrum een afsnijd-frequentie van ongeveer 1 MHz heeft. 8 00 6 42 4
NL8006424A 1979-11-28 1980-11-25 Inrichting voor het registreren van een digitaal videosignaal in schuin verlopende sporen op een magnetische band. NL192069C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP15411679A JPS5677912A (en) 1979-11-28 1979-11-28 Digital recorder for video signal
JP15411679 1979-11-28

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8006424A true NL8006424A (nl) 1981-07-01
NL192069B NL192069B (nl) 1996-09-02
NL192069C NL192069C (nl) 1997-01-07

Family

ID=15577266

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006424A NL192069C (nl) 1979-11-28 1980-11-25 Inrichting voor het registreren van een digitaal videosignaal in schuin verlopende sporen op een magnetische band.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4549227A (nl)
JP (1) JPS5677912A (nl)
AT (1) AT391576B (nl)
AU (1) AU539869B2 (nl)
DE (1) DE3045000A1 (nl)
FR (1) FR2471109B1 (nl)
GB (1) GB2065416B (nl)
NL (1) NL192069C (nl)

Families Citing this family (46)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4321704A (en) * 1980-02-01 1982-03-23 Ampex Corporation Parity checking circuitry for use in multi-bit cell PCM recording and reproducing apparatus
AU544259B2 (en) * 1980-04-16 1985-05-23 Sony Corporation Detecting + correcting errors in digital video signals
JPS57125588A (en) * 1981-01-29 1982-08-04 Sony Corp Digital reproducing device for video signal
USRE33001E (en) * 1981-02-05 1989-07-25 Independent Broadcasting Authority Digital television tape recording
EP0071618B2 (en) * 1981-02-05 1992-11-19 Independent Broadcasting Authority Digital television tape recording
GB2111288B (en) * 1981-11-20 1985-04-11 Sony Corp Magnetic tape recording and reproducing arrangements
JPS58150113A (ja) * 1982-03-03 1983-09-06 Hitachi Ltd マルチチヤネルヘツド磁気記録装置
JPS58185009A (ja) * 1982-04-23 1983-10-28 Sony Corp 磁気記録再生装置
JP2557037B2 (ja) * 1983-03-30 1996-11-27 ソニー株式会社 磁気記録装置
JPH0634304B2 (ja) * 1983-09-01 1994-05-02 ソニー株式会社 デイスク再生装置
JPS60113301A (ja) * 1983-11-25 1985-06-19 Victor Co Of Japan Ltd 記録再生装置
JPH087945B2 (ja) * 1984-01-11 1996-01-29 株式会社日立製作所 デ−タ記録方法
JPS60157704A (ja) * 1984-01-26 1985-08-19 Matsushita Electric Ind Co Ltd 映像・音声信号記録再生装置
NL8400593A (nl) * 1984-02-27 1985-09-16 Philips Nv Systeem voor het overdragen van signalen via een bandvormige registratiedrager.
DE3432421A1 (de) * 1984-09-04 1986-03-27 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Fehlerschutz fuer digitale videomagnetbandgeraete
JPH0664862B2 (ja) * 1984-09-19 1994-08-22 株式会社日立製作所 デイジタル画像記録再生装置
JPS6177386A (ja) * 1984-09-22 1986-04-19 Canon Inc 半導体装置
JPH0731766B2 (ja) * 1984-12-26 1995-04-10 キヤノン株式会社 回転ヘッド型記録再生装置
US4739419A (en) * 1986-01-06 1988-04-19 Eastman Kodak Company Apparatus for eliminating midfield skew error by delaying the lower half field of a T M format video signal to be recorded on the second of two tracks
EP0234483B1 (en) * 1986-02-18 1993-09-01 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Video signal recording method and apparatus for field-segment recording
JP2569006B2 (ja) * 1986-04-02 1997-01-08 株式会社日立製作所 映像信号の記録装置
US4761691A (en) * 1987-01-09 1988-08-02 Ampex Corporation Method for controlling video signal time-base correctors
US4899232A (en) * 1987-04-07 1990-02-06 Sony Corporation Apparatus for recording and/or reproducing digital data information
JPH01107373A (ja) * 1987-10-21 1989-04-25 Sony Corp データ再生装置
JPH01160289A (ja) * 1987-12-17 1989-06-23 Sony Corp ディジタル映像信号の伝送方式
JP2619455B2 (ja) * 1988-01-29 1997-06-11 株式会社日立製作所 映像信号の記録方法ならびに再生方法およびこれらを用いた装置
JP2570377B2 (ja) * 1988-04-07 1997-01-08 ソニー株式会社 磁気記録および/または再生装置
US5321570A (en) * 1989-10-02 1994-06-14 Behr Michael I Systems using superimposed, orthogonal buried servo signals
US5223994A (en) * 1989-10-02 1993-06-29 Behr Michael I System using superimposed, orthogonal buried servo signals
US5132861A (en) * 1989-10-02 1992-07-21 Behr Michael I Systems using superimposed, orthogonal buried servo signals
JP2746721B2 (ja) * 1990-03-23 1998-05-06 松下電器産業株式会社 ディジタル信号記録再生装置
KR920006995B1 (ko) * 1990-06-27 1992-08-24 삼성전자 주식회사 디지탈신호 재생처리장치
US6085348A (en) * 1990-10-17 2000-07-04 Canon Kabushiki Kaisha Error correction code encoder and decoder
JPH04154222A (ja) * 1990-10-17 1992-05-27 Canon Inc 符号化及び復号化装置
US6631242B1 (en) 1990-10-31 2003-10-07 Sony Corporation Apparatus for recording and reproducing digital picture data
JP3104250B2 (ja) * 1990-10-31 2000-10-30 ソニー株式会社 ディジタル画像信号の磁気記録方法
US5347406A (en) * 1990-10-31 1994-09-13 Sony Corporation Digital video recording apparatus for recording digital video signals of reduced bit rate on magnetic tape having particular thickness, energy product and surface roughness
JP2793928B2 (ja) * 1992-03-03 1998-09-03 株式会社日立製作所 記録再生装置
JPH0612606A (ja) * 1992-06-29 1994-01-21 Sony Corp 長時間記録可能なvtr装置
JP3083001B2 (ja) * 1992-07-31 2000-09-04 キヤノン株式会社 画像通信装置
JPH06259711A (ja) * 1993-03-08 1994-09-16 Teac Corp ディジタル磁気記録再生装置
US5615222A (en) * 1994-02-04 1997-03-25 Pacific Communication Sciences, Inc. ADPCM coding and decoding techniques for personal communication systems
JP3049688B2 (ja) * 1995-06-21 2000-06-05 キヤノン株式会社 インクジェット記録装置
US6771590B1 (en) 1996-08-22 2004-08-03 Tellabs Operations, Inc. Communication system clock synchronization techniques
US6118758A (en) * 1996-08-22 2000-09-12 Tellabs Operations, Inc. Multi-point OFDM/DMT digital communications system including remote service unit with improved transmitter architecture
US6192082B1 (en) * 1998-11-13 2001-02-20 Compaq Computer Corporation Digital television data format conversion with automatic parity detection

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3925816A (en) * 1968-07-10 1975-12-09 Sony Corp Magnetic recording system with overlapping tracks of high and low frequency information
JPS4860520A (nl) * 1971-11-26 1973-08-24
GB1445337A (en) * 1972-08-24 1976-08-11 Independent Broadcastin Author Television systems
JPS5949754B2 (ja) * 1976-07-31 1984-12-04 ソニー株式会社 テ−プの編集機
GB1599156A (en) * 1976-12-24 1981-09-30 Indep Broadcasting Authority Recording digital signals
JPS6033033B2 (ja) * 1977-11-21 1985-07-31 ソニー株式会社 カラ−映像信号の記録再生装置

Also Published As

Publication number Publication date
GB2065416B (en) 1983-09-07
NL192069C (nl) 1997-01-07
JPH0230106B2 (nl) 1990-07-04
AU6450580A (en) 1981-06-04
JPS5677912A (en) 1981-06-26
ATA580180A (de) 1990-04-15
US4549227A (en) 1985-10-22
AU539869B2 (en) 1984-10-18
GB2065416A (en) 1981-06-24
AT391576B (de) 1990-10-25
DE3045000C2 (nl) 1989-03-16
DE3045000A1 (de) 1981-09-03
FR2471109B1 (fr) 1986-06-06
NL192069B (nl) 1996-09-02
FR2471109A1 (fr) 1981-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006424A (nl) Digitaal videobandapparaat.
EP0303450B2 (en) Digital signal transmission apparatus
EP0267029A1 (en) Methods of and apparatus for recording and/or reproducing digital data
NL8200435A (nl) Stelsel voor magnetische opname en weergave van een kleurentelevisiesignaal met een videosignaaldeel en een audiosignaaldeel.
US4456930A (en) Method and apparatus for recording and reproducing a digital information signal
EP0137346A2 (en) Rotary head type digital information signal recording and reproducing apparatus and tracking control method therein
US5072316A (en) Recording apparatus
JPS62207093A (ja) 映像信号記録再生装置およびその記録再生方法
JPS6348475B2 (nl)
DE68925891T2 (de) Aufzeichnungs-/Wiedergabegerät für Videosignale mit hoher Auflösung.
CA1182209A (en) Method and apparatus for recording a digital information signal in parallel tracks on a record medium without guard bands between at least some adjacent tracks
JPH0356039B2 (nl)
JPS63311885A (ja) 輝度信号再生用装置
KR0139290B1 (ko) 비디오디스크기록방식 및 재생장치
JPS6348474B2 (nl)
KR960000453B1 (ko) 회전 헤드식 자기기록 재생장치
JP3500207B2 (ja) 映画フィルム及び映画フィルムの再生装置
JPH041403B2 (nl)
US5848219A (en) Recording format for an audio signal and a VCR circuit and method of operation for producing same
JPH0213368B2 (nl)
JPH0345589B2 (nl)
JP2703895B2 (ja) ディジタル磁気記録方法
JPH0377564B2 (nl)
JPS59100675A (ja) 多重記録装置及び多重記録再生装置
JPS6214996B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20001125