NL8004689A - Werkwijze voor het door middel van een elektrische stroom beinvloeden van de kwaliteit, in het bijzonder de malsheid, van vlees van slachtdieren. - Google Patents

Description

N.0. 29.261

Werkwijze voor het door middel van een elektrische stroom beïnvloeden van de kwaliteit, in het bijzonder de malsheid, van vlees van slachtdieren.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het door 5 middel van een elektrische stroom beïnvloeden van de kwaliteit, in het bijzonder de malsheid, van het vlees van slachtdieren. Een dergelijke werkwijze is al zeer lang bekend onder de naam ',elektrostimulatie,,.

Deze elektrostimulatie heeft een snellere pH-daling in het vlees tot gevolg en een versnelling van de rigor mortis. Deze elektrostimulatie 10 beïnvloedt het verloop van postmortale biochemische processen in het bijzonder in het spierweefsel van het dode dier en het is uit de literatuur bekend dat het effekt van de elektrostimulatie het best is wanneer de zenuwbanen in het geslachte dier de mogelijkheid van prikkel-overdracht nog bezitten. Dit betekent dat de elektrostimulatie kort 15 na het intreden van de dood het beste effekt heeft en dat dit effekt afneemt naarmate men de elektrostimulatie later toepast. Voor de elektrostimulatie maakt men gebruik van gelijkstroom of wisselstroom en men gebruikt voltages, die uiteenlopen van 20 tot 3600 Volt, frequenties van 10 tot 50 Hz en stroomsterkten van 0,1 tot 6 Ampère . Naarmate men later 20 met de elektrostimulatie begint heeft men meer stroom nodig.

Bij het snel koelen van het vlees voordat de rigor mortis is voltooid treedt bij temperaturen onder 10°C het nadelige effekt op dat de spieren contraheren. Dit kan ook optreden bij relatief hoge temperaturen (boven 20°C). Deze verkorting kan wel 50% bedragen. Het 25 resultaat is dat het vlees zeer taai wordt. Dit verlies aan malsheid wordt voorkomen wanneer electrostiraulatie wordt toegepast.

Past men de elektrostimulatie toe voordat de rigor mortis is ingetreden of voltooid dan heeft de elektrische stroom spiercontracties tot gevolg met als gevolg een snelle uitputting van energierijk fosfaat 30 en een snelle pH-daling. Dit vervroegt en versnelt de voltooiing van de rigor mortis. Wordt daarna gekoeld dan is er geen verlies aan malsheid.

Bij het slachten van dieren is het gewenst dat het steken van de halsslagader zo kort mogelijk na het bedwelmen, dat wil zeggen het 35 verlies van bewustzijn, plaats vindt. De tijdsperiode die hiervoor ter beschikking staat is in sommige landen in de wet vastgelegd en bedraagt slechts enkele minuten wanneer elektrische bedwelming werd toegepast. Verder mogen slachthandelingen in de periode tussen het bedwelmen en de na het verbloeden optredende klinische dood, aantoonbaar met een EEG- 80 0 4 68 9 -2- diagram, niet plaats vinden.

.Elektrische stimulatie wordt voor het eerst in de literatuur aangetroffen in het Amerikaanse octrooischrift 2.544.681 en alle publicaties, die zich met elektrische stimulatie bezig houden, gaan er van uit dat deze moet worden toegepast nadat de klinische dood is ingetreden.

De toepassing van elektrische stimulatie in bestaande slachthuisinrichtingen stuit op grote moeilijkheden. Installaties nodig voor het elektrisch stimuleren van het karkas van het zojuist gedode dier vergen ruimte en deze is in bestaande slachthuizen tussen de plaats waar het steken plaats vindt en de plaats waar het verdere verwerken, dat wil zeggen het slachten, begint en de voorbereidende handelingen voor het slachten, zoals het onthulden, niet ter beschikking. Men past elektrische stimulatie dan ook wel toe aan het einde van de slachtlijn· op de dan verkregen stukken van het dier waarbij men dan uiteraard een hogere energie moet toepassen.

Het toepassen van elektrische stimulatie direkt na het doden of later in de slachtlijn brengt bovendien een hygiënisch probleem met zich mee en problemen met betrekking tot de veiligheid. De elektroden kunnen vervuilen en contamineren daarmee het vlees en zij kunnen een gevaar voor het personeel in het slachthuis vormen.

Bij het nog niet dode dier functioneert de bloedcirculatie normaal en ook het zenuwstelsel.

Uit de techniek van het elektrisch bedwelmen weet men dat in deze nog levende toestand elektrische stromen kunnen leiden tot spiercontracties dat wil zeggen wilde spierbewegingen die weer inwendige bloedingen en botbreuk tot gevolg hebben wanneer het elektrisch bedwelmen onjuist wordt uitgevoerd.

De kennis die men heeft vergaard over het elektrisch stimuleren van het vlees van het reeds dode dier heeft bij de deskundigen de opvatting doen ontstaan dat alleen bij het volledig dode dier maar dan zo snel mogelijk, met betrekkelijk weinig energie elektrische stimulatie de voorkeur geniet.

Doel van de uitvinding is nu een werkwijze'te verschaffen die de ten aanzien van elektrische stimulatie bestaande problemen ondervangt.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de elektrische stroom door het dier wordt gevoerd gedurende tenminste een deel van de periode die aansluit op de bedwelming en eindigt met de klinische dood van het dier.

Verrassenderwijze blijkt , dat toepassing van elektrische stimulatie in de periode waarin het dier wel zijn bewustzijn heeft verloren,

6 ö C 4 68 S

maar nog niet klinisch dood is eveneens een PH-verlaging tot gevolg heeft, die afhankelijk van de aard van het dier uiteenlopend is en dat een verbeterde vleeskwaliteit kan worden bereikt en dat de nadelige gevolgen van ongewenste spiercontracties bij een dier dat zijn bewustzijn 5 volledig heeft verloren niet tot nadelige gevolgen leiden. Dergelijke spiercontracties moet men niet verwarren met de spierbewegingen die bij het leegbloedende dier optreden.

Voorwaarde is, dat het dier volledig is bedwelmd, dus volledig zijn bewustzijn heeft verloren. Daarvoor is een goede bedwelming een 10 eerste vereiste, doch die kan thans worden bereikt met de automatische verdovingsinrichtingen, zoals bijvoorbeeld beschreven in de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 77.05519 en de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 79.04935. Bij deze bedwelmingsinrichtingen kan men met een veel hogere voltage werken in de orde van 700 a 800 Volt 15 dan met elektrische bedwelmingsinrichtingen die met de hand worden bediend. De bedwelmingstijd kan daarbij kort zijn in de orde van grootte van één seconde, en onderzoekingen met EEG-diagrammen leren, dat het bewustzijnsverlies volledig is en niet bestaat uit een schijnverlies van bewustzijn, die zich manifesteert in verlamming bij bewustzijn.

20 Past men elektrische stimulatie toe in de tussen bedwelming en klinische dood inliggende fase dan kan men dit doen bijvoorbeeld in de periode die ligt tussen de bedwelming en het steken van de halsslagader.

Men kan dit dan doen terwijl het dier zich na de bedwelming nog in de transportinrichting bevindt en wel met dezelfde elektroden die de 25 bedwelming teweegbrachten danwel met andere elektroden. Voor dit elektrisch stimuleren zal men doorgaans met veel lagere spanningen werken en een tijdsduur die een veelvoud bedraagt van de voornoemde korte tijdsduur nodig voor de bedwelming.Men kan werken met elektrische stromen die wel spiercontracties tot gevolg hebben, maar geen schadelijke contracties. 30 Voert men de elektrische stimulatie uit in de transportinrichting dan zijn de voor de verdoving bestemde elektroden, ook al laat men deze een ander elektrisch programma uitvoeren, minder geschikt, omdat zij een direkte stroomdoorgang door de hersenen verzorgen. Voor de stimulatie dient de stroom door het grootste deel van het lichaam te gaan. Men kan 35 dan volgens de uitvinding wel gebruik maken van de voor de bedwelming bestemde elektroden mits men deze dan gezamenlijk als één elektrode beschouwt, die op de kop aangrijpt en men een andere elektrode in aanraking brengt met het achterlijf. Dit kan een elektrode zijn die automatisch naar beneden wordt bewogen tegen de rug van het dier zodra het elektrisch 40 programma van de bedwelming is afgelopen en daaruit het signaal wordt af- 8004689 -4- geleid voor het naar beneden bewegen van de achterste elektroden en het inschakelen van het stimulatieprogramma.

MSn kan ook gebruik maken van de transportinrichting zelf door deze uit geleidend materiaal te maken en plaatselijk onder spanning te 5 zetten waardoor een stroomdoorgang in dwarsrichting door het dier over het grootste deel van de lengte van het dier kan plaatsvinden. De transportinrichtingen bestaan op bekende wijze uit platen, die als ket-tingschalmen met elkaar zijn gekoppeld. Voert men deze transportinrichtingen uit met platen van geleidend materiaal die op de scharnierpunten 10 ten opzichte van elkaar zijn geïsoleerd dan-is het mogelijk zonder gevaar voor andere nog niet bedwelmde dieren in dat gedeelte van de transportinrichting dat het dier bevatnadat het is bedwelmd, de vereiste stimulatiestroom aan te leggen. Men kan ook werken met elektroden waarvan er een van boven en de ander van beneden tegen het lichaam 15 worden aangelegd.

Men kan de elektrische stimulatie in het kader van de uitvinding echter ook laten plaatsvinden tijdens het steken en/of verbloeden, hetgeen dus betekent, dat de stimulatie begint zodra men steekt en tijdens een kortere of langer deel van de verbloedingstperiode doorgaat. Men 20 kan dit dan doen door op passende wijze aan te leggen elektroden die automatisch of met de hand worden bediend waarbij van belang is of men het bedwelmde lichaam aanket en daarmee verticaal hangt danwel horizontaal op een transportinrichting legt en dan steekt. Bekend zijn steekinrich-tingen die een buisvormig mes hebben , dat inde halsslagader wordt i 25 gestoken en tegelijkertijd zorgt voor de afvoer van het bloed via daarop aangeslotenslangen naar een verzamelreservoir. Een dergelijke buisvormige steekinrichting kan de ene elektrode vormen terwijl de andere elektrode kan wordengevormd bijvoorbeeld door de ketting waaraan het dier is opgehangen danwel door een geleidend deel in de transportinrichting.

30 De andere elektrode kan worden gevormd door de transportinrich ting wanneer het steken bij het in de transportinrichting aanwezige dier plaats vindt.

Ook kan men dan gebruik maken van een andere elektrode die op of in het achterlijf van het dier wordt geplaatst.

35 Men kan overeenkomstig de uitvinding de elektrische stimulatie ook nog uitvoeren tijdens en/of onmiddellijk na het verbloeden. De elektrische stimulatie vindt dan niet plaats tijdens het steken maar na het steken en is beëindigd vóórdat het leeggebloede dier ook dood is.

Deze klinische dood treedt pas enkele seconden soms zelfs minu-ten na 40 het leegbloeden op.

80 04 689 U · 1» ^

Past men de elektrische stimulatie toe tijdens het steken en/óf tijdens het verbloeden en/of direkt na het verbloeden dan bevordert men bovendien het verbloeden en treedt een naverbloeden op wanneer de elektrische stimulatie na het normale ver-5 bloeden plaats vindt. Dit komt door de spiercontracties die de aderen leegpersen.

De toe te passen spanningen, stroomsterkten en frequenties respectievelijk tijdsduur zijn voor elk type dier verschillend en zijn aan de hand van normale proefnemingen bepaalbaar.

10 Met de werkwijze volgens de uitvinding bereikt men het gro te voordeel dat geen extra ruimte in de slachtlijn nodig is. Daar waar de elektrische stimulatie volgens de uitvinding plaats vindt in de transportinrichting en wel aansluitend aan het bedwelmen kan de voor het elektrisch stimuleren vereiste tijd een 15 verlenging van de transportinrichting noodzakelijk maken.

Naar de ingang toe bestaat echter bij de slachthuizen in het algemeen wel voldoende ruimte.

80 0 4 68 9

Claims (11)

1. Werkwijze voor het door middel van een elektrische stroom beïnvloeden van de kwaliteit, in het bijzonder de malsheid van het vlees, van slachtdieren, met het kenmerk, dat de 5 elektrische stroom door het dier wordt gevoerd gedurende tenminste een deel van de periode die aansluit op de bedwelming en eindigt met de klinische dood van het dier.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, me t het kenmerk, dat de elektrische stroom door het dier wordt gevoerd in de periode, 10 die ligt vóór het steken van de halsslagader van het dier.

3. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de elektrische stroom door het dier wordt gevoerd tijdens het steken en/of het verbloeden.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, me t het kenmerk, 15 dat de elektrische stroom door het dier wordt gevoerd tijdens en/of onmiddellijk na het verbloeden.

5. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het te slachten dier tijdens het bedwelmen wordt vastgehouden door de een V-vormige doorgang bepalende naar elkaar toe gekeerde parten van een uit synchroon lopende 20 in dezelfde richting transporterende transportinrichtingen zonder einde, met het kenmerk, dat de elektrische stroom door het dier wordt gevoerd tijdens het verblijf in de transportinrichting.

6. Werkwijze volgens conclusie 5 waarij de bedwelming plaats vindt met behulp van een elektrische stroom die via elektroden door de kop van 25 het te bedwelmen dier stroomt, met het ke nmerk, dat de elektrische stroom voor de beïnvloeding van de kwaliteit van het vlees onmiddellijk na het bedwelmen met dezelfde elektroden door het dier wordt gevoerd,

7. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de bedwelming plaats vindt 30 met behulp van in de V-vormige doorgang van de transportinrichting naar beneden reikende en op de kop van het dier aangrijpende elektroden die in de doorvoerrichting van de transportinrichting beweegbaar zijn, 80 0 4 68 9 -7- m et het kenmerk, dat de elektrische stroom voor het beïnvloeden van de kwaliteit van het vlees direkt na het bedwelmen via een of meer van de voor het bedwelmen toegepaste elektroden en een derde in de doorgang op het achtereinde van het dier plaatsbare elektrode 5 in langsrichting door het dier wordt gevoerd.

8. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het bedwelmen plaats vindt met behulp van op de kop van het dier aangrijpende elektroden, met het kenmerk, dat de elektrische stroom voor het beïnvloeden van de kwaliteit van het vlees via de twee naar elkaar toe gekeerde parten 10 van de transportinrichting in dwarsrichting door het dier wordt gevoerd.

9. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij voor het steken van de slagader van het dier gebruik wordt gemaakt van een hol mes, dat is aangesloten op een bloedopvanginrichting, met het 15 ke n m e r k, dat de elektrische stroom voor het beïnvloeden van de kwaliteit van het vlees door het dier wordt gevoerd via de als één elek- . trode functionerende steekbuis naar een andere op het lichaam van het dier te plaatsen elektrode.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, 20 dat de elektrode die op het lichaam van het dier aangrijpt wordt gevormd door de transportinrichting.

11. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk,' dat de andere elektrode op of in het achterlijf van het dier wordt geplaatst. 80 0 4 68 9