NL8002792A - Scheidingselement met holle vezel en werkwijze voor het maken daarvan. - Google Patents

Scheidingselement met holle vezel en werkwijze voor het maken daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8002792A
NL8002792A NL8002792A NL8002792A NL8002792A NL 8002792 A NL8002792 A NL 8002792A NL 8002792 A NL8002792 A NL 8002792A NL 8002792 A NL8002792 A NL 8002792A NL 8002792 A NL8002792 A NL 8002792A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fibers
tapered
resin
sheath
casing
Prior art date
Application number
NL8002792A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cordis Dow Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cordis Dow Corp filed Critical Cordis Dow Corp
Publication of NL8002792A publication Critical patent/NL8002792A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D63/00Apparatus in general for separation processes using semi-permeable membranes
    • B01D63/02Hollow fibre modules
    • B01D63/021Manufacturing thereof
    • B01D63/022Encapsulating hollow fibres
    • B01D63/023Encapsulating materials
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D63/00Apparatus in general for separation processes using semi-permeable membranes
    • B01D63/02Hollow fibre modules
    • B01D63/021Manufacturing thereof
    • B01D63/022Encapsulating hollow fibres
    • B01D63/0222Encapsulating hollow fibres using centrifugal forces

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Separation Using Semi-Permeable Membranes (AREA)

Description

ί J* * t • .. J : · : - · ; . ·- .
"Scheidingselement met holle vezel en werkwijze voor het maken daar- „__ll van .
De uitvinding heeft betrekking op verbeteringen in holle semi-permeabele vezelelementen van het type, die beschreven zijn in het Amerikaanse octrooischrift 3.228.876. Dergelijke elementen zijn ontworpen voor gebruik in industriële osmose, ultrafiltratie 5 of dialyseprocessen, en zijn in het bijzonder bruikbaar voor medische toepassingen, daarbij inbegrepen bloedoxydatie en bloedzuive-ring door hemodialyse of homofiltratie.
Het genoemde type van semi-permeabele vezelelementen heeft zijn grootste commerciële toepassing bereikt in kunstnier-10 inrichtingen, die in hoofdzaak de configuratie hebben van een buis en omhulsel warmtewisselaar, die gelijkenis vertoont met de inrichting van het Amerikaanse octrooischrift 3.228.377. Sen dergelijke inrichting koppelt of sluit de holle vezelbundel af in een buisvormig omhulsel door gebruik te maken van een gestold gietbaar hars 15 buisvel aan elk einde van de vezelbundel en het af dichten van de buitenvelg van het buisvel op de inwendige wand van het omhulsel.
Het uitwendige einde van het buisvel wordt in dwarsrichting af gesneden teneinde een uiterste plat eindvlak te vormen, dat de open vezeleinden blootlegt, en dat platte oppervlak wordt dan de binnen-20 wand van een naar buiten lopende continue bloedkamer.
Buisvellen voor kunstnieren worden bijvoorbeeld gevormd door centrifugaal gieten van een gietbare kunsthars rond de vezeleindgedeelten terwijl de vezelbundel zich binnen het omhulsel bevindt, zodat de giethars stolt binnen de eindgedeelten van het 25 omhulsel en vervolgens het velggedeelte van het vaste buisvel hecht aan de binnenwanden van het omhulsel en zo een afdichting levert.
800 2 7 92 2
Deze werkwijze is succesvol gebleken voor combinaties van bepaalde harsomhulsels en bepaalde gietbare harsen die hechten aan die omhulsels, in het hgzonder thermofungerende harsen van het epoxy en polyurethaantype zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 5 3.619.^59» 3.703.962 en 3.962.09!*. Voorafgaande aan deze uitvinding heeft echter nog niemand op succesvolle wijze thermoplastische harsen gebruikt voor een proces van centrifugaal gieten van buisvellen voor het maken van kunstnieren. De enige bekende toepassing van thermoplastische harsen voor kunstnierbuisvelvervaardiging is bekend uit 10 het Amerikaanse octrooi schrift lt.138,U6o.
Het is reeds lang bekend, dat thermoplastische harsen voordelen hebben als buisvellen voor holle vezels, die niet in bezit zijn genomen door thermofixerende harsen. Thermoplastische harsen hebben snellere gietcyclustijden dan thermofixerende harsen 15 en verminderen daardoor de totale productietijd die nodig is voor het vervaardigen van een kunstniet die klaar is om te worden getest. Thermoplastische harsen zijn vrij van schadelijke damp- of gasontwikkeling gedurende het giéten, hetgeen wel kan optreden met bepaalde epoxy- en polyurethaanharsen. Thermoplastische harsen zijn goedkoper 20 dan thermofixerende en thermoplastische buisvel-omhulseleenheden kunnen gemakkelijker met ethyleenoxyde worden gesteriliseerd en in kortere tijd dan corresponderende thermo gefixeerde buisvel-omhulsel-inrichtingen.
Aan de andere kant hebben thermoplastische harsen 25 geheel verschillende hanteringseigenschappen van thermofixerende buisvelharsen en deze eigenschappen hebben tot nu toe een succesvol gebruik van thermoplastics voor het centrifugaal gieten van holle vezelbuisvellen belet. De behandelingseigenschappen houden verband met de basis reactie van thermoplastics bij temperatuurswisselingen 30 en deze reactie veroorzaakt zeer grote problemen indien zij worden gecombineerd met de noodzaak om binnen te dringen tussen de uitwendige wandoppervlakken van duizenden holle vezels van capillaire afmeting en deze te bevochtigen en vervolgens te stollen tot een gezond buisvel zonder inwendige afwijkingen. Epoxy- en polyurethaan-35 harsen of polymeren, worden polymeren door chemische reactie tussen 800 2 7 92 * * 3 aanvankelijk fluidumvormige multi-componenten, of comonomeren, en ontwikkelen warmte gedurende de reactie. De ontwikkelde warmte leidt tot het stollen of fixeren van het reactieproduct op of hoven een of andere hoge drempeltemperatuur. In tegenstellling daarmee zijn 5 thermoplastische harsen polymeren, die vast zijn hij kamertemperatuur doch week worden en vloeibaar worden indien de temperatuur gaat voorbij een drempelwaarde. Gesmolten thermoplastische harsen stollen dan indien de temperatuur lager wordt en gaan door de drempeltemperatuur op de terugweg naar de kamertemperatuur. Thermoplastics heb-10 ben ook een aanzienlijk grotere krimp gedurende het stollen dan ther-mofixerende harsen. Het overbrengen van deze thermoplastische harseigenschappen naar de vereiste hanteringsomstandigheden gedurende het centrifugaal gieten leidt dus tot de noodzakelijkheid om eerst de temperatuur van de gekozen thermoplastische hars te verhogen ten-15 einde hem om te zetten in een vloeistof, bij voorkeur een vloeistof met lage viscositeit, en gedurende het gieten de temperatuur van de gehele gesmolten massa van hars te contro-leren teneinde het binnendringen te waarborgen in en rond elke vezel in de bundel. De toestand die moet worden voorkomen is plaatselijke temperatuurval onder de 20 stollingsdrempeltemperatuur en een daarvan hte gevolgzijnde stromings-blokkage op een of andere punt in de toevoerbaan van de hars voorafgaande aan het aanvullen van de vloeibare hars aan het uiterste te bereiken-punt vanaf de plaats van toevoer. In de tweede plaats moet de krimp van de massa van de gegoten vloeistofhars zich bevinden 25 binnen een vorm gedurende het stollen en worden gecontroleerd teneinde de neiging van de hars tegen te werken om samen te trekken vanaf de vloeistofpoel in de richting van elke stollingsplaats in de massa. Het is ook noodzakelijk om te onderkennen dat het volume van thermoplastische harskrimp zo groot is, dat het gebleken is mogelijk 30 te zijn om een op een schijf gelijkend buisvel te laten stollen binnen een buisvormig omhulsel en een gezonde niet-gebroken adhesie-afdichting te bereiken tussen de velg van het buisvel en de binnenwand van heb omhulsel zoals altijd wordt bereikt met de commercieel toegepaste thermofixerende buisvelharssamenstellingen. Dit nalaten 35 van het thermoplastische buisvel om te hechten aan de buisvormige 800 27 92 k omhnlselwand is ernstig, ondat liet leidt tot de noodzaak van het vormen van een afzonderlijke afdichting tussen het omhulsel en het huisvel op een andere wijze voor het scheiden van het omhulsel in de gewenste drie gescheiden fluïdum dicht geïsoleerde zone, zoals in 5 het geval van een kunstnier, een centrale dialysaatzone tussen twee op afstand van elkaar gelegen eindbloedkamers.
Bij kunstnieren die thermofixerende harsbuisvellen gebruiken, is het gebruikelijk om de bloedkamers te vormen door het afdichten van een in hoofdzaak komvormig deel tegen het platte ui-10 terste eindvlak van het buisvel door een conventio-nele cirkelvormige 0-ring als weergegeven in fig. 1» van het Amerikaanse octrooi-schrift 3*882.02^. Met thermoplastische buisvellen zijn dergelijke bloedkamerconstructies niet mogelijk tengevolge van het niet instaat zijn tot het vormen van een effectieve afdichting tussen het thermo-15 plastische buisvel en de inwendige omhulselwand.
Voorafgaande aan deze uitvinding varen alle hierboven beschreven problemen onopgelost gebleven.
Het is daarom het belangrijkste oogmerk van de uitvinding om een semi-permeabel membraansoheidingselement met holle vezels 20 te leveren dat een integraal buisvel heeft aan beide einden van een gestolde gietbare hars, waarbij elk buisvel een vaste in axiale richting lopend schijfgedeelte heeft dat eindigt in een uitwendig plat eindvlak, dat de open einden van de vezels daarin blootlegt, en een in radiale richting naar buiten dat oppervlak dat zich uit-25 strekt van het inwendige eindvlak naar het buitengedeelte daarvan, welk buisvel naar keuze een tweede tapsgedeelte heeft dat naar buiten loopt van het buitenvlak van het schijfgedeelte en zijn omtreksoppervlak in radiale richting naar binnen taps loopt naar het uiterste platte eindvlak dat de open einden van de vezels bloot-30 legt.
Een tweede belangrijke oogmerk is het leveren van een scheidingsinrichting, die het nieuwe scheidingselement volgens de uitvinding opneemt en verbeterde middelen levert voor het afdichten van dat element in een omsluitend omhulsel of het jacket.
35 Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren 800 2 7 92 » '« 5 ran een werkwijze die kem vorden gebruikt voor bet centrifugaal gieten van thermoplastische gietbare harsbuisvellen aan elk einde van een bundel van holle semi-permeabele vezels teneinde een nieuw scheidingselement volgens de uitvinding te vormen.
5 Het holle semi-permeabele membraanscheidingselement met holle vezel volgens de uitvinding omvat een bundel van continue holle semi-permeabele vezels met een gestold gietbaar harsbuisvel aan elk eindgedeelte dat de uiteinden van de vezels aan elkaar verbindt tot een vast buisvel. Het buisvel heeft een in axiale rich-10 ting lopend schijfgedeelte, dat eindigt in een uitwendig plat eind-oppervlak, dat de open einden van de vezels bloot-legt. Op zijn tegenover gelegen of inwendige einde gaat het schijfgedeelte over van het inwendige einde in axiale richting en in radiale richting naar buiten gedurende tenminste een gedeelte van de lengte van de 1? axiale afmeting van het inwendige gedeelte van de schijfsectie van het buisvel. Het buisvel kan een afgeknot kegelvormig naar buiten lopend gedeelte hebben, waarbij de buitenomtrek van de tapsheid in radiale richting naar binnen loopt vanaf de schijfsectie en het uitwendige einde van de afgeknotte kegel het uitwendige platte opper-20 vlak wordt van het buisvel dat de open vezeleinden blootlegt. De holle vezels bevinden zich in de axiale middengedeelten en strekken zich uit door zowel het schijfgedeelte als het afgeknotte kegelvormige gedeelte en lopen in hoofdzaak evenwijdig of spiraalvormig rond de hartlijn, zodat het schijfgedeelte een uitwendige ringvor-25 mige velg heeft, die vrij van vezels is, en de vezels lopen in hoofdzaak naar de buitenrand of omtrek van het afgeknotte kegelvormige gedeelte, tenminste op het uitwendige platte eindoppervlak van de kegel.
De verbeterde afdichtmiddelen tussen een omringende 30 jacket of omhulsel en het omtreksoppervlak van een buisvel bestaat uit een in radiale richting naar binnen lopende tapse sectie op de inwendige wand van het omhulsel, welke afdichting het gevolg is van druk die de omtrekswand van het buisvel in axiale richting naar binnen belast teneinde een vloeistof- en gasdichte afdichting teweeg 35 te brengen van de buisvelwand tegen het tapse omhulseloppervlak.
800 2 7 92 6
De verbeterde werkwijze voor bet centrifugaal giéten van thermoplastische harsbuisvellen aan elk einde van een bundel van holle vezels voegt aan het bekende centrifugale gietproces stappen toe voor het gelijktijdig besturen van de temperatuur van de vezels 5 ten opzichte van de temperatuur van de gesmolten thermoplastische hars gedurende de centrifugale rotatie teneinde vezel binnendringing en temperatuurbesturing te bereiken van de fcietharsmassa teneinde een progressieve stolling teweeg te brengen in de richting van de buitenrandvlakken en de buiten eindgedeelten van de giethars in 10 axiale richting en in radiale richting naar binnen van het afgeknotte kegelvormige gedeelte en vervolgens in het aangrenzende schijf-gedeelte, waarbij het laatste gedeelte dat moet stollen het axiale middengedeelte van de schijf is.
De uitvinding zal nu onder andere worden toegelicht 15 aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het scheidingselement, 20 fig, 2 een uit elkaar getrokken sche-ma van de onder delen die worden gebruikt in het centrifugale gietproces voorafgaande aan het samenstellen en omvattende van rechts naar links het omhulsel dat de tapse holte bevat, de naar buiten lopende vezelbundel, en de eindvorm, 25 fig. 3 een dwarsdoorsnede van de onderdelen die zijn samengesteld in de eindvorm voorafgaande aan het centrifugaal gieten, fig. k een schematische dwarsdoorsnede zoals in fig.3 die het gestolde buisvel toont na het afkoelen en krimp vanaf aangrenzende vormoppervlakken, 30 fig, 5 een dwarsdoorsnede van het element volgens de uitvinding in afgedichte toestand» het omhulsel waarin het centrifugaal gieten van de buisvellen werd uitgevoerd, en fig. 6 op grotere schaal een schematische doorsnede van de afdichtmiddelen in de onderste wandsectie van de inrichting 35 van fig. 5· 800 27 92 * -· τ
Het scheidingselement 10 van fig. 1 omvat een bundel van vezels 12 met eindgedeelten die aan elkaar zijn bevestigd in buisvellen 1¾ en 16. Buisvellen 11* en 16 die van soortgelijke configuratie en constructie zijn, omvatten een scbijfvormig gedeelte 18 5 en 19 en een afgeknot kegelvormig gedeelte 20 en 21.
De vezels 13 in de bundel 12 zijn continue holle semi-permeabele fijne vezels van capillaire afmeting met gekozen permeabiliteit voor het goed mogelijk leveren van de gewenste scheiding, zoals verwijderen van stoffen uit vloeistoffen, zoals in ultrafiltratie 10 of dialyse, het verwijderen van water of andere fluidumgedeelten en opgeloste stoffen uit bloed, zoals in hemofiltratie, of het naar binnendringen van zuurstof in het bloed zoals bij bloedoxydatie.
Dergelijke vezels zijn in hoofdzaak van het type als beschreven in de Amerikaanse octrooisehriften 3.228.876 , 3.^23.1*91 en 3.532.527 in- 19 dien het scheiden gebruikmaakt van ultrafiltratie of dialyse, in het bijzonder hemodialyse, en hebben cellulose dat is gemaakt door het deacetyleren van celluloseacetaat zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.51*6.209 of cellulose, dat is gemaakt door het cupram-moniumproces, of celluloseacetaat of andere cellulose-esters, of poly- 20 esters of polyamiden. Voor hemofiltratie kunnen de vezels een willekeurige protëine vasthoudende semi-permeabele vezel zijn, zoals celluloseacetaat of anisotropische vezels van het type uit het Amerikaanse octrooischrift 3.615.02^, vezels voor het oxyderen van bloed kunnen van het polyorganosilaxantype zijn als beschreven in het 25 Amerikaanse octrooischrift 3.798.185.
De vezelbundel 12 omvat een aantal van afzonderlijke vezels 13 die zich uitstrekken tussen buisvellen 14 en 16 en het open einde van elke vezel eindigt in het uiterste platte eindopper-vlak 22 en 23 van afgeknot kegelvormige gedeelten 20 en 21. Het aan-30 tal van vezels 13 in de bundel 12 varieert zeer groot afhankelijk van het beoogde gebruik, bijvoorbeeld tussen ongeveer 3000 en 30.000, en voor medische toepassingen ligt het gewoonlijk tussen ongeveer 5000 en ongeveer 20.000. De vezelafmeting is ook variabel, doch ligt bijvoorbeeld in het gebied van ongeveer 50 tot ongeveer i*00 micron 35 inwendige diameter met een wanddikte in het gebied van ongeveer 10 800 2 7 92 8 tot ongeveer 80 micron.
De in fig. 1 weergegeven buisveilen en 16 vertegen woordigen de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van het uitgevonden element en de schijf gedeelten 18 en 19 daarvan hebben een 5 cirkelvormige dwarsdoorsnede en afgeknot kegelvormige gedeelten 20 en 21 zijn ook weergegeven in fig. 1. Evenzeer bruikbare vormen voor de buisvellen 18 en 19 omvatten lensvormige, elliptische of combinaties of andere rechtlijnige of platte wandgedeelten of secties, die gezamenlijk een of andere dwarsdoorsnede vormen, die is weergegeven 10 in fig. 3 en 6-10 van het Amerikaanse octrooischrift b,138.Ué0 of dergelijke, terwijl verder wordt opgemerkt, dat afgeknot kegelvormige gedeelten 20 en 21 in elk geval naar buiten uitsteken van de buisvellen 18 en 19 en in radiale richting naar binnen teneinde een uiterste plat oppervlak van de kegel te vormen, die een soortgelijke 15 dwarsdoorsnede vorm heeft als het schijfgedeelte waarmede het een geheel vormt. In bewoordingen van verschil tot tot nu toe bekende centrigufaal gegoten buisvellen voor holle vezelinrichtingen zijn de naar buiten uitstekende afgeknot kegelvormige gedeelten 20 en 21 nieuw en dienen voor twee belangrijke nieuwe functies. Ten eerste ver-20 zamelen de gedeelten 20 en 21 alle holle vezels 13 in de in radiale richting naar binnen tapszijnde gedeelten of begrenzen deze, zodat open.-vezeleinden in hoofdzaak geheel de uiterste platte eindvlakken 22 en 23 bedekken. In de tweede plaats leveren de tapse omtrekswand-oppervlakgedeelten 20 en 21 een afdichtend oppervlaktegebied 2b voor 25 drukafdichtende samenwerking met een komvormige dienovereenkomstig tapse bloedkamer 26 (fig. 5). De wand 28 van het middel 26 dicht af tegen gedeelten 20 en 21 teneinde een bloedholte 30 te vormen. De vezels 13, die zich bevindenr grenzend aan de randgebieden van de platte oppervlakken 22 en 23, heffen de mogelijkheid op voor bloed-30 klontering in stagneringsgebieden, die soms aanwezig zijn in bloedkamer s, die worden gevormd met bekende werkwijzen of het afdichten van een dorpel aan een plat buisvelvlak of schijfgedeelte 18, 19 door een 0-ring afdichting van het type van fig. 4 van het Amerikaanse octrooischrift 3.882.02U. Een verder voordeel is, dat het tapse 35 buitenoppervlak 20, 21 een bloed- of fluidumdichte afdichting toe- 800 2 7 92 9 staat met de omringende dorpel 26, die daartegen vervormbaar is in een langwerpig gebied 2k door een combinatie van radiale en axiale kracht, hetgeen het handhaven waarborgt van een fluidumdichte afdichting in het geval van krimp en een afdichting, die onafhankelijk 5 is van het type van ‘afdichting tussen het inwendige oppervlak van het omhulsel en het buitenoppervlak van schijf gedeelte 18, 19, zoals meer in detail zal worden toegelicht aan de hand van fig. 5 en 6.
Het element 10 kan op tevredenstellende wijze buis-vellen 1U en 16 omvatten, die centrifugaal zijn gegoten uit een 10 willekeurig van een groot aantal van tevredenstellende thermofixeren-de harssamenstellingen, bijvoorbeeld epoxyharsen, zoals in de' Amerikaanse octrooischrift^S.619.^59 en 3.703.962 of polyurethaan-harsen, zoals in de Amerikaanse octrooischriften 3.962.09^ en 3.708.071 en de verkregen elementen zijn een deel van deze uitvin-15 ding. De gelijktijdig ingediénde Amerikaanse octrooiaanvrage 039.087 beschrijft een verbeterde werkwijze en vorminrichting voor het centrifugaal gieten van buisvellen 1l+ en 16 mèt een thermofungerende hars op een bundel van cellulosevezels, die gebruikmaakt van middelen en werkwijzen, die waarborgen dat de vezels worden gecentreerd in 20 het afgeknot kegelvormige gedeelte van het verkregen buisvel.
De verbeterde werkwijze van de uitvinding is specifiek voor een werkwijze voor het maken van buisvellen 14 en 16 door het toepassen van thermoplastische harsen. Aangezien het centrifugaal gieten van thermoplastische harsen geheel speciaal is en afwijkt 25 van het centrifugaal gieten van thermofixerende harsen, zullen eerst de vereisten ten aanzien van de fysische eigenschappen van de hars, vezels, bruikbare materialen voor het toepassen als omhulsels en vormen, en de besturing van de operationele parameter gedurende het gieten en het stollen van hethars in algemene bewoordingen worden 30 beschreven teneinde behulpzaam te zijn bij het gieten van specifieke materiien en omstandigheden om de deskundige instaat te stellen specifieke elementen te ontwerpen voor een bepaalde toepassing. Tevredenstellende thermoplastische harsen moeten een lage viscositeit hebben in temperaturen in het gebied van ongeveer 100°C tot ongeveer 150°C 35 en bij een voorkeursuitvoeringsvorm, die gebruikmaakt van cellulose- 800 27 92 10 acetaatvezels en een polypropyleen omhulsel hebben harsen met een viscositeit lager dan ongeveer 1500 centipoises bij 135°C de voorkeur. Een dergelijk hars bereikt een binnendringing tussen de fijne capillaire vezels zonder tot gevolg te hebben dat de vezelvand 5 samenklapt onder de druk van het gieten. De harsen moeten nat zijn en hechten aan de buitenwandoppervlakken van de vezel en moeten niet hechten aan het omhulsel, dat de vezelbundel 12 gedurende het gieten bevat. Be harsen moet stollen tot de vaste vorm zonder fouten, scheuren of breuken in de gietvorm en moeten veerstand hebben tegen 10 verlies van trek- en druksterkten op temperaturen, die gevoonlijk optreden gedurende het transport, opslag voor gebruik, bijvoorbeeld bij temperaturen van ongeveer 160°P. Verder moet het hars onvoldoende bros zijn bij kamertemperatuur om te breken of te barsten indien in dvarsrichting afgesneden door de tapse conus en de daarin aan-15 vezige vezels. Be aanwezigheid vanvezels door de gehele conus, in het bijzonder de vezels, die zich bevinden aan zijn omtreksrandopper-vlakken in het vlak van de dvarssnede helpt mee bij de fluidumdistri-butie en het op^heffen van stagneringsgebieden van fluidum op die buitenvlakken.
20 Vanuit de werkwijze standpunt moet bij het kiezen van de vezels zorg worden besteed aan het kiezen van vezels met weerstand tegen zachtvorden bij temperaturen die in de buurt komen van het smeltpunt van de gekozen giethars teneinde te waarborgen, dat de vezels in hoofdzaak de cirkelvormige dwarsdoorsnede behouden geduren-25 de het gieten. Bit is noodzakelijk, omdat de vezels moeten worden voorverwarmd dat de benaderde giettemperatuur voorafgaande aan het gieten teneinde ongewenste harsstolling te voorkomen tengevolge van het koelen na aanraking met koude vezeloppervlakken. Voor elementen van de uitvinding, die moeten worden gebruikt in kunstnierinrichtin-30 gen, die zowel water als lichaamsverontreinigingen zoals urine, kreatinine en dergelijke verwijderen gedurende hemodialyses, heeft een celluloseacetagt de voorkeur dat wordt gemaakt met de werkwijze beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 972.920 van 21 december 1978, Het omhulsel en de eindvormen moeten worden gemaakt uit een 35 materiaal dat niet hecht aan de gekozen thermoplastische giethars.
800 2 7 92 11
Het is ook mogelijk dat alle oppervlakken daarvan die in aanraking komen met de giethars vorden behandeld met een vormloslaatmiddel of materiaal teneinde een dergelijke adhesie te voorkomen. In tegenstelling tot thermofixerende harsen die vorden gekozen voor de ierke adhesie-eigenschappen aan de gekozen ommanteling, vertonen thermo-5 plastische harsen breuk, scheuring of desintegratie gedurende krimp of afkoeling tenzij zij niet-hechtend zijn aan alle voortgaande vasthoudvlakken gedurende het stollen. Een bij voorkeur toegepast omhulselmateriaal dat niet-hechtend is aan vele tevredenstellende thermoplastische gietharsen zonder afzonderlijke oppervlaktebehande-10 ling, is polypropyleen. Met een vormloslaatmiddelvoorbehandeling zijn bijna alle commerciële toegepaste omhulsekaterialen tevredenstellend. Geschikte vormloslaatmiddelen omvatten wassen, polytetrafluorethy-leen en dergelijke stoffen.
In het algemeen wordt aan de bovengenoemde harsver-15 eisten voldaan door de ethyleenvinylacetaatcopolymeren, in het bijzonder met lagere molekuulgevicht, lage viscositeitsharsen van dit type, zoals harsen, die zijn gekozen uit de' Amerikaanse octrooi-schriften-3.428.591 en 3.440.194. Specifieke beschrijvingen van geschikte harsen en hun eigenschappen vorden in de voorbeelden gegeven. 20 Na de keuze van de vezeJs, het hars en het omhulsel omvatten de stappen van de werkwijze van de uitvinding het insteken van de bundel 12 in een omhulsel 32 (fig. 2) en het insteken van de samengestelde bundel en omhulsel in een eindvorm 34 ter voorbereiding op het centrifugaal gieten. De 8000 tot 10000 vezels in de 25 bundel 12 kunnen worden gevormd op een conventionele bandbinder volgens bekende werkwijzen van het type zoals in het Amerikaanse octrooischrift 3.755.034 of soortgelijke vérkvijzen en de verkregen bundel eindigt aan zijn einden in een aantal van ringvormige lagen 17» die zijn bevestigd door een bandorgaan 15, weergegeven als een 30 band zoals nylon of polypropyleen.
De eindvorm 34 is speciaal vervaardigd teneinde het toe te staan dat de noodzakelijke temperatuurbesturing van de gesmolten thermoplastische hars gedurende het hieten mogelijk is en het 35 afkoelen van de hars teneinde onberispelijke gezonde buisvellen 14 800 2792 12 en 16 te vormen, die de vezels 13 omringen en steunen over in hoofde zaak de gehele axiale lengte daarvan. Zoals in fig. 3 is veergegeven omvatten de eindvormen 3^ een buitenste metalen eindsectie 36 voor het ontvangen van het handeinde 15 van de bundel 12. Bundel 12 be-5 vindt zich daarin, zodat een naar binnen uitstekende pen 38 in de opening Uo dringt, die zich bevindt op de langshartlijn van de bundel 12. Zovel de uiterste eindvormsectie 36 als de pen 38 zijn gemaakt uit een materiaal met een hoge varmtegeleiding, bijvoorbeeld aluminium, koper, messing of brons teneinde het verwijderen van warmte 10 te vergemakkelijken uit de gesmolten hars, die centrifugaal in de holte kO wordt gegoten. De eindvorm 3¾ omvat ook een tweede holte die een sectie k2 begrenst, die het inwendige einde 36 van de metalen sectie 36 omringt, en een vormsectie is vervaardigd uit een materiaal met een lage varmtegeleiding, bijvoorbeeld polycarbonaat 15 of glasvezel, gevuld polypropyleen, epoxy of bots polystyreen. Het inwendige gedeelte hk van de vormsectie h2 is omring door een dikke laag isolatie k6 voor het verder vedragen van warmteverlies uit de holten. De vormsectie \2 is'voorzien van een inwendige taps oppervlak-tewand ^8, die de tapsheid van het buitenvlak 20 van het verkregen 20 afgeknot kegelvormige gedeelte 25 van het gegoten buisvel bepaalt (fig. 5). De inwendige wand ^ begrenst een holte 50, die de buitenwand 52 van het omhulsel 32 ontvangt. Het omhulsel 32 is voorzien van een in axiale en radiale richting naar buiten lopend taps oppervlak 5^, dat in aanraking komt met de in radiale richting naar 25 buiten lopende flensgedeelte 56 voor het begrenzen van een holte 58, die op zijn beurt de vorm en afmeting bepaalt van het schijfgedeelte 60 van het verkregen buisvel, dat in omtreksrichting tapse afdicht-oppervlakken 18 en 19 heeft.
Het stelsel van eindvormen 3^ op elk einde van het 30 omhulsel 32 in de standen van fig. 3 wordt dan voorverwarmd tot ongeveer het smeltpunt van de gekozen thermoplastische hars, gewoonlijk in het gebied van ongeveer 100 tot 1U0°C. Op soortgelijke wijze worden de thermoplastische hars, de harscontainer en harsafvoermidde-len, die de harscontainer en de inlaatpoorten in elk einde van het 35 omhulsel 32 verbindén, verwarmd tot een iets hogere temperatuur dan 800 2 7 92 13 het smeltpunt, bijvoorbeeld ongeveer 135°C.
Het verwarmde stelsel en de verwaarde harscontainer worden dan geplaatst in de wagen van een centrifugale gietinrichting van bekend type, zoals uit het Amerikaanse octrooischrift 2.^2.002, 5 zodat de harsafleverbuizen de inlaatpoorten van het omhulsel 32 en de harscontainer verbinden, De centrifuge wordt gestart en de snelheid wordt verhoogd tot een gekozen snelheid in het gebied van ongeveer 900 tot 1^00 omw./min, en het spinnen van het vezelbundelstelsel gaat gedurende ongeveer 25 tot 35 min. voort. Het stelsel roteert in 10 een horizontaal vlak en de inrichting die wordt gebruikt voor het vervaardigen van de elementen van fig, 1, het buiteneinde 36 van de eindvorm 3^ was ongeveer 12 cm uit de rotatie-hartlijn.
Na verloop van de normaal ongeveer 2 tot 5 min, voor het binnendringen van de hars tussen en rond de vezels 13 en in de 15 holten 58 en die worden gevuld, wordt koel lucht geblazen over de roterende centrifuge-wagen teneinde het stollen van de hars te helpen, en na ongeveer 25 tot 35 min. wordt de centrifuge gestopt en het gegoten elementstelsel wordt verwijderd, en het omhulsel 32, dat gestolde buisvellen bevat, wordt uit de eindvorm 3^ gehaald. Na het 20 koelen worden de uiterste einden van de buisvellen in dwarsrichting doorgesneden teneinde afgeknot kegelvormige gedeelten 25 te leveren, die de open vezeleinden aan de uiterste platte vlakken 22 en 23 blootleggen.
Gedurende het koelen krimpt de hars in de holten 58 25 en i+0 in de radiale richting naar binnen van alle inwendige wanden van de eindvorm 3^ en het omhulsel 32 die die holten begrenzen. Deze krimpscheiding kan het duidelijkst worden gezien door het vergelijken van de fig. 3 en 1*. Fig. 3 toont bundel 12 en omhulse 32 in de eindvorm 3^ onmiddellijk voorafgaande aan het gieten van de vloei-30 bare thermoplastische hars in de holten 58 en 40. Het schematische uit elkaar getrokken aanzicht van fig, k toont een gedeelte van de binnenwand van de holte 58 na het stollen van het gegoten buisvel, in het bijzonder de tapse binnenste eindgedeelten 18 en integrale uiterste afgeknot kegelvormige gedeelte 20, die zijn gescheiden van 35 aangrenzende vormoppervlakken 5^, resp. b8 door een krimpgroef 62.
800 2 7 92
1U
De groef 62 kan enigszins in breedte variëren in zijn omtreksrichting rond de omtreksranden van het buisvel 1U, doch is in hoofdzaak gelijkmatig. Het verkregen buisvel heeft de uitwendige vorm van de inwendige vormoppervlakken, maar zijn gestolde volume is ongeveer 8 tot 5 15 % kleiner dan het vormvolume afhankelijk van de bijzondere thermo plastische hars, die voor gebruik is gekozen. Het zal daarom duidelijk zijn, dat terwijl het tapse omtreksoppervlak 18 van het gestolde buisvel 14 evenwijdig is aan de inwendige tapse wand 5¾ van het omhul sö. 32, waartegen het in aanraking was in zijn gesmolten toestand, 10 de diameter van het tapse stuk 16 op het gestolde buisvel kleiner is dan de diameter van de omhuiselvand 5I1,
Zoals is weergegeven in de figuren 5 en 6 is het tapse omtreksoppervlak 18 mechanisch af gedicht tegen de amhulselwand 5^ teneinde een fluidumdichte afdichting te vormen tussen de bloed-15 holte 30 en de dialysaatholte 6H alsmede van de buitenlucht. De af-dichtoppervlakken 18 en 5^ zijn in samenwerking over een axiale lengte, die zich uitstrekt van het inwendige eindvlak 66 naar zijn uiterste eindvlak 68 van het schijfgedeelte 60 van het buisvel 1¾.
Deze afdichtende samenwerking is het gevolg van de kracht, die wordt 20 uitgeoefend tegen het buisvel 1¼ in axiale richting naar binnen in voldoende mate om het buisvel 60 in axiale richting naar binnen te bewegen vanuit zijn gegoten stand, weergegeven door de gestreepte lijn 70, naar zijn afgedichte stand, waarin het buitenoppervlak 68 op een afstand naar binnen ligt van de uiterste eindwand 72 van het 25 omhulsel 32 over een afstand 7^ langs het tapse stuk 5^·
In de uitvoeringsvorm van de buisvellen 1¾ en 16, die een naar buitenlopend gedeelte 20 hebben, dat in radiale richting naar binnen taps is, zoals is weergegeven, wordt de afdichtkracht, die het buisvel 60 in axiale richting doet bewegen, naar binnen naar 30 het omhulsel 32, verkregen door druks amenwerking tussen de tapsheid 20 op het omtreksoppervlak van het afgeknot kegelvormige gedeelte 25 en de tapse binnenwand 28 van de bloedkamer, die middelen of een dorpel 26 vormt, De dorpel 26 is voorzien van een in radiale richting lopende flens 76 aan het inwendige einde van de wand 28, die samen-35 werkt met een lager wandoppervlak J8 van schroefbandafdichtmiddelen 800 2 7 92 15 80. Terwijl de schroefband 80 wordt aangehaald of in axiale richting naar binnen wordt bewogen langs de bovenwand 86 van het omhulsel 32 door samenwerking van groeven 82 in de band 80 met draden 84 op de wand 86, wordt een combinatie van axiale en radiale druk uitgeoefend 5 op de tapsheid 20 door de omringende tapse wand 28 van de dorpel 26. De veerkrachtigheid of verwringbaarheid van de wand 28 heeft tot gevolg, dat een drukafdichtingssamenverking optreedt over het gebied 24 en dit langwerpige aanraakgebied waarborgt een continu handhaven van een fluidumdichte afdichting zelfs onder drukken, die voldoende 10 zijn om kruip te veroorzaken van de thermoplastische hars in de buis-velgedeelten 25 of 6θ. Het wordt opgemerkt, dat het buisvel 60 een effectieve afdichting zal vormen tussen samenwerkende tapse oppervlakken 18 en 54 onafhankelijk van de bijzondere middelen, die worden gebruikt voor het uitoefenen van de vereiste axiale inwaartse druk 15 of kracht teneinde afdichting tot gevolg te hebben en het tapse afgeknot kegelvormige gedeelte 25 kan op tevredenstellende wijze een omtreksvand tapsheid hebben, die afwijkt van de coniciteit tot aan en inclusief de buitenwanden, die evenwijdig zijn aan de langshart-lijn van het omhulsel 32. Voor buisvellen met een naar buiten uit-20 stekend gedeelte 25 met omtreksoppervlakken, die evenwijdig zijn aan de lengte-hartlijn van het omhulsd 32,kan een axiale kracht direct tegen het platte buitenoppervlak worden uitgeoefend dat de open vezel-einden blootlegt en voor deze buisvelconfiguratie kan een bloedkamer worden gevormd met een conventionele komvormige dorpel, die is af-25 gedicht op het platte buitenvlak door een 0-ring.
Zoals in fig. 1 is weergegeven strekt de inwendige eindtapsheid op de omtreksflens 18 zich uit over de gehele axiale lengte onder een enkele hoek vanaf de hartlijn van de bundel 12, en dat de inwendige tapsheid 54 in het omhulsel 32 zich op soortgelijke 30 wijze uitstrekt naar het buiteneinde 72 van de omhulselwand 86 (fig. 6). Opgemerkt vordt echter, dat een tevredenstellende afdichting wordt bereikt indien de oppervlakken 18 en 54 dezelfde tapsheid hebben over alleen maar een gedeelte van de lengte van deze tapse oppervlakken, die grenst aan het axiale inwendige einde 66 van het 35 schijfgedeelte 60. In een dergelijke constructie kunnen de uiterste 800 2 7 92 16 axiale gedeelten van het omtreksoppervlak 18 een willekeurige hoek hebben, die gewenst is zolang hij dichter bij evenwijdigheid met de langshartlijn is totaan evenwijdigheid. Opgemerkt wordt, dat de schijf 60 zal stollen tot dezelfde tapse hoek als de hoek op het 5 vormoppervlak 5^» dat grenst aan het uiterste einde 72 van de bovenste omhulselwand 86, die wordt gebruikt in^centrifugale gietstap (fig. 3}. In dit geval zal de tapsheid 5^ zich slechts over een gedeelte van zijn totale lengte uitstrekken, zoals is weergegeven in fig. 6, en de tapsheid zal zich in axiale en radiale richting naar 10 binnen uitstrekken slechts vanaf een punt op afstand naar binnen vanaf het eindoppervlak 72 van het omhulsel 32.
Voorbeeld I
Een scheidingselement zoals in fig. 1 werd gemaakt 15 door gebruik te maken van een bundel met ongeveer 8000 cellulose-acetaatvezels van ongeveer 25 cm lang, die eindigen in van een band voorziene eindgedeelten zoals weergegeven in fig. 2. Een polycarbo-naat omhuis el van ongeveer 18 cm lang en met de inwendig tapse vand-configuratie van fig. 3, werd op zijn buitenoppervl^Behandeld met 20 een dunne laag van polytetrafluorethyleen en na het samenstellen van de vezelbundel en omhulsel in een eindvorm zoals in fig. 3, werd het stelsel gedurende ongeveer 2 uur verhit in een over op 100°C. Gelijktijdig werd de gekozen thermoplastische hars van het ethyleen-vinylacetaatcopolymeertype, gewijzigd als hieronder beschreven, en 25 het harsreservoir en de harsafleverbuizen werden verwarmd tot ongeveer 135°C in een oven in ongeveer 2 uur. De harssamenstelling was een mengsel in gew.J» van: 29 ί ethyleenvinylacetaatcopolymeer met 17,5 tot 18,5 % vinylacetaat en in de handel beschikbaar van DuPont onder het handelsmerk Elvax HlO, 9 % ethyleenvinylacetaatzuurterpoly-30 meer met 2^ tot 26 % vinylacetaat en in de handel verkrijgbaar van
DuPont onder het handelsmerk Elvax U320, k2 % microkristallijne poly-was, begrepen te zijn een homopolymeer van ethyleen met een moleku-lair gewicht van ongeveer 700 en in de handel verkrijgbaar onder het handelsmerk BAREC0 655 van de Petrolite Corporation, en 20 % van een 35 polyterpeen hechtmiddel (tackifier) met een weekmakingspunt van 115°C
800 2 7 92 * * 17 en in de handel verkrijgbaar van Hercules Incorporated onder het handelsmerk Ficcolyte A 115. Deze samenstelling had een viscositeit van ongeveer 1U00 cps bij 130°C en ongeveer 1250 cps bij 135°C,
Het verwarmde eindvorm-omhulselstelsel en harsreser-5 voir werden geplaatst in de centrifugewagen voor het horizontaal roteren van het ongeveer 25 cm lange stelsel met de rotatiesnelheid tussen 1000 en 1200 omw./min. Ha ongeveer 5 min. leverde een luchtblazer lucht op kamertemperatuur in de circulerende centrifuge en na 30 min. werd de centrifuge gestopt en de gegoten buisvellen uit 10 het omhulsel verwijderd van de eindvormen en in dwarsrichting doorgesneden enigszins naar binnen vanaf het inwendige eindoppervlak van de banden.
Het verkregen element werd afgedicht in het omhulsel door gebruik te maken van de dorpel en schroefband voor het axiaal 15 belasten van het buisvel 60 in afdichtende samenwerking met de omhul-selwand 5^ en voor het gelijktijdig vormen van een bloedkamer 30.
Een aantal verschillende thermoplastische harsen is met succes toegepast in de werkwijze van de uitvinding en alle zijn gewijzigde op ethyleen-vinylacetaatcopolymeer gebaseerde samenstel-20 lingen geveest. Als een algemene aanwijzing voor het kiezen van speciale samenstellingen is het gewenst om gebruik te maken van een enkelvoudige ethyleen-vinylacetaatcopolymeer, of een mengsel daarvan met een samengestelde smeltindex in het gebied van 300 tot HOO zoals bepaald door de werkwijze van ASTM D 1238, en verder is het gewenst 25 om toepassing te vermijden van ethyleen-vinylacetaatcopolymeren met een shore hardheid kleiner dan ongeveer 72 zoals bepaald door de beproeving van ASTM D 22^0. Verder is het weekmakingspunt van het ethyleen-vinylacetaatcopolymeer bij voorkeur in het gebied van 190°F of 210°F zoals bepaald door de beproeving van ASTM E 28.
30 De copolymeerviscositeit wordt in hoofdzaak verminderd teneinde vezelbinnendringing toe te staan door modificatie teneinde een microkristallijne polywas van het ethyleenhomopolymeertype te verkrijgen en de toegepaste hoeveelheid kan naar boven worden gevarieerd in het gebied van ongeveer 20° tot ongeveer 60° van de 35 totale samenstelling, indien dat nodig is, voor centrifugaal giet- 800 2 7 92 18 temperaturen onder ongeveer 110°C teneinde vezels op te nemen, die geen veerstand kunnen bieden aan voorvervarming boven ongeveer 100°C, en op soortgelijke wijze kan de benodigde hoeveelheid naar beneden worden ingesteld indien hogere giettemperaturen kunnen worden ge· 5 bruikt. Harsen, die geschikt zijn, kunnen een viscositeit hebben van 100 centipoise en maximaal 5000 centipoise bij een temperatuur van 150°C of lager. Het toepassen van de hogere viscositeitsharsen vereist grotere hoeveelheden van de microkristallijne wascomponent teneinde het vezel binnendringen te waarborgen.
10 Een verdere component voor het verbeteren van de ad hesie van de hars en vezel is tevredenstellend een willekeurige van de polyterpeenharsen, die zijn afgeleid van α-pineen met een zacht-wordingspunt boven ongeveer 100 tot 110°C en de samenstelling kan ongeveer 15 tot 30 % bevatten van de totale samenstelling van derge-15 lijke harsen.
Voorbeeld II
Een ander element van het type van fig. 1 werd gemaakt door toepassing van dezelfde omhulselstappen en de inrichting 20 als hierboven in voorbeeld I, doch onder gebruikmaking van een bundel van cellulosevezels, die zijn gemaakt door de werkwijze van het deacetyleren van celluloseacetaat zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.5^6.209· De eindvorm, het omhulsel en de vezels werden voorverwarmd op 1U0°C en de gekozen hars, harsgieting en hars-25 afleverbuizen werden voorverhit tot 1T0°C. De hars samenstelling was een mengsel in gew./S van: 3¾ % Bareco 655, 29 % Piccolyte A 115, 29 % Elvax 1*320 en 8 % Elvax 150. Deze harssamenstelling had een viscositeit bij 170°C van ongeveer 1000 tot 1100 centipoises.
800 2 7 92

Claims (18)

1, Scheidingselement, met het kenmerk. dat het bestaat uit een bundel van continue holle semi-permeabele vezels, welke bundel een aantal langwerpige vezels omvat met een centraal ge-5 deelte en twee van elkaar afgelegen eindgedeelten, een gestold giet-haar harsvel op elk eindgedeelte dat de uitwendigen van de vezels met elkaar verbindt, waarbij elk buisvel een in axiale richting lopend schijfgedeelte heeft dat integraal is met een uitwendig afgeknot kegelvormig ge-10 deelte, dat in axiale richting naar buiten en in radiaLe richting naar binnen diffungeert van het axiale buitenoppervlak van het schijf?· gedeelte en eindigt in een uiterste plat eindoppervlak, dat de open einden van de vezels blootlegt, tenminste een gedeelte van de schijf dat grenst aan zijn axiale inwendige eind heeft een omtreksoppervlak, 15 dat in radiale richting en axiale richting naar buiten van het inwendige einde taps is.
2. Scheidingselement, met het kenmerk, dat het bestaat uit een bundel van continue holle semi-permeabele vezels, welke vezel 20 een centraal gedeelte heeft en twee van elkaar afgelegen eindgedeelten, waarbij elk eindgedeelte kromlijnig in dwarsdoorsnede is en waarbij de eindgedeelten een grotere kromlijnige dwarsdoorsnede hebben dan het centrale gedeelte, 25 dat een vast gietbaar kunstharsvel op elk eindgedeelte de uitwendigen van de vezel van elkaar verbindt, waarbij het buisvel een inwendig schijfgedeelte heeft, dat integraal is met een uitwendig afgeknot kegelvormig gedeelte waarbij het inwendige schijfgedeelte zich in axiale richting naar binnen uitstrekt 30 van het afgeknot kegelvormige gedeelte en een ringvormig velggedeel-te heeft dat de vezels omringt met de vaste gietbare hars in radiale richting naar buiten liggend van de vezels, welk velggedeelte in hoofdzaak vrij is van de vezels, tenminste een gedeelte van de schijf, dat grenst aan zijn axiale inwendige einde heeft een omtreksopper-35 vlak, dat in radiale richting en in axiale richting naar buiten van 800 2 7 92 het inwendige einde tape is, en het afgeknotte kegelvormige gedeelte is in axiale richting naar huiten en in radiale richting naar hinnen taps vanaf het axiale uitwendige oppervlak van het schijfgedeelte en eindigt in een uitwendig plat eindoppervlak, dat de open einden van 5 de vezels blootlegt, welke vezels zich in axiale richting uitstrekken en in hoofdzaak aan de omtreksranden van het afgeknotte kegelvormige gedeelte aan het uitwendige einde van het platte oppervlak,
3. Element volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het afgeknot kegelvormige gedeelte conisch is. 10 h. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schijfgedeelte een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
5. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schijfgedeelte een kromlijnige dwarsdoorsnede heeft.
6. Element volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de hoek van tapsheid van het omtreksoppervlak van het afgeknot tapse gedeelte afwijkt van de hoek van de tapsheid mn het omtreksoppervlak van het inwendige axiale gedeelte van het schijfgedeelte van het huisvel.
7. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de gestolde giethare hars thermo-fixerend is.
8. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gestolde gietbare hars thermoplastisch is.
9. Scheidingsinriehting, met het kenmerk, dat het een omhulsel bevat dat een dialysaatkamer begrenst met van elkaar afge- 25 legen inlaat- en uitlaatpoorten en een bloedkamer, die is bevestigd aan beide einden van het omhulsel,een bundel van continue holle semi-permeabele vezels, die in hoofdzaak in een axiale reeks in het omhulsel zijn opgesteld en eindigen aan beide einden daarvan in een gestold gietbaar harsbuisvel, dat de vezels aan elkaar verbindt, 30 welk buisvel een axiaal lopend schijfgedeelte heeft, dat eindjg; in een uiterst plat eindvlak, dat de operieinden van de vezels blootlegt, tenminste een gedeelte van de schijf grenzend aan zijn axiale inwendige einde heeft een omtreksoppervlak, dat in radiale richting en in axiale richting naar buiten vanaf het inwendige einde taps is, 35 welk omhulsel een integraal afdichtmiddel heeft, dat grenst aan beide 800 2 7 92 einden van het omhulsel voor het afdichten van het komvormige gedeelte van het buisvel tot het omhulsel op een plaats in de huurt van heide einden daarvan, waarbij het inwendige afdichtmiddel een taps gedeelte heeft van de 5 binnenrand van het omhulsel en zich in axiale richting naar binnen en in radiale richting naar binnen uitstrekt teneinde een tussenbeide komend afdichtoppervlak te leveren voor drukaanrakingscontact met het tapse omtreksoppervlak van het schijfgedeelte, en middelen, die het schijfgedeelte in axiale richting naar binnen be-10 lasten'in afdichtende samenwerking met de inwendige tapse oppervlakken van het omhulsel teneinde een fluidumdichte afdichting te vormen tussen het omhulsel en het schijfgedeelte.
10. Scheidingsinrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat het tapse gedeelte van de binnenwand van het 15 omhulsel zich in axiale richting naar binnen en in radiale richting naar binnen uitstrekt vanaf een punt op afstand naar binnen van het uiterste einde van het omhulsel.
11. Kunstnier, met het kenmerk, dat het bestaat uit een omhulsel met in hoofdzaak een cirkelvormige dwarsdoorsnede, die 20 een dialysaatkamer begrenst met op afstand van elkaar gelegen inlaat- en uitlaatpoorten en een bloedkamer, die is bevestigd aan beide einden van het omhulsel, een bundel van continue holle semi-permeabele vezels, die in hoofdzaak in evenwijdige reeksen in het omhulsel zijn opgesteld en eindigend grenzend aan beide einden daar-25 van in een gestold gietbaar harsbuisvel, dat de vezels aan elkaar verbindt, welk buisvel een axiaal uitstrekkend schijfgedeelte heeft, dat integraal is met een afgeknot kegelvormig gedeelte dat in axiale richting naar buiten loopt van het schijfgedeelte, tenminste een gedeelte van het schijfgedeelte grenzend aan zijn axiale inwendige 30 einde heeft een omtreksoppervlak, dat in radiale richting en axiale richting naar buiten van het inwendige einde taps is en het afgeknot kegelvormige gedeelte eindigt in een uiterste plat eindopper-vlak, dat de open einden van de vezels blootlegt, welk omhulsel een inwendig afdichtmiddel heeft, dat grenst aan elk einde van het om-35 hulsel voor het afdichten van het komvormige gedeelte van het buis- 8002 792 vel tot het omhulsel op een plaats in de huurt van heide einden daarvan, welk inwendig afdichtmiddel een taps gedeelte heeft van de hinnenvand van het omhulsel, dat zich in axiale richting naar hinnen en in 5 radiale richting naar hinnen uitstrekt, teneinde een tussenbeideko-mend afdichtoppervlak te leveren voor druksamenverkingscontact met het tapse omtreksoppervlak van het schijfgedeelte, en middelen, die het schijfgedeelte in axiale richting naar hinnen drukken en afdichtende samenwerking met het inwendige tapse oppervlak van het omhulsel TO teneinde een fluidumdichte afdichting te leveren tussen het omhulsel en het schijfgedeelte.
12. Kunstnier volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het tapse gedeelte van het binnenwand van het omhulsel zich in axiale richting naar hinnen uitstrekt en in radiale richting naar 15 hinnen vanaf een punt dat afstand naar hinnen vanaf het uiterste einde van het omhulsel.
13. Kunstnier volgens conclusie 11, met hetr?kenmerk. dat het gestolde gietbare hars een thermoplastic is. 1^. Werkwijze voor het gieten van een thermoplastisch 20 huisvel aan heide einden van een hundel van continue holle semi-permeahele vezels, met het kenmerk, dat het bestaat uit 1. het voorbereiden van een langwerpige vezelbundel omvattende een groot aantal continue holle semi-permeabele vezels in axiale richting in een reeks bevestigd aan de van elkaar afgelegen eindge- 25 deelten in bandorganen met een axiale opening, 2. het plaatsen van de bundel in een omhulsel dat eindigt aan elk einde daarvan in een verbreed gedeelte, dat een schijfvormige holte begrenst, die in radiale richting en in axiale richting naar buiten taps is naar het buiteneinde daarvan, 30 3) aanbrengen van eindvormorganen voor het ontvangen van een einde van het omhulsel en het bandorgaan in een uiterste eindgedeelte, welk uiterste eindgedeelte van de eindvorm in het midden opgestelde naar binnen gerichte penorganen heeft, die zijn ingericht voor het steken in de opening in het bandorgaan indien het bandorgaan 35 is geplaatst in de eindvorm, welke uiterste eindgedeelte en pen- 8002 792 orgaan zijn gemaakt uit warmte goedgeleidend materiaal, welke eindvormen een inwendig eindgedeelte hebben, dat is gemaakt uit materiaal dat slecht warmte geleid en het omhulsel omringt en de zich daarin bevindende komvormige holte,
5 H) het plaatsen van de eindvormen aan heide einden van de bundel en rond elk einde van het omhulsel teneinde een vormstelsel te vormen en het plaatsen van het stelsel in roterende organen daarvoor, 5. terwijl het vormstelsel wordt geroteerd, het naar binnenbrengen van een thermoplastische hars in elk van de verbrede gedeelten 10 van het omhulsel teneinde binnen te dringen in de ruimten tussen de vezels en deze te vullen zodat de holte wordt gevuld en het inwendige van de eindvorm, 6. gedurende het roterend vullen van de holten het besturen van de temperatuur van het hars, dat centrifugaal daarin wordt gegoten 15 voor het waarborgen van het binnendringen van de vezels en vervolgens het besturen van de koeling van de gesmolten massa, zodat warmte wordt afgevoerd uit de uiterste eindgedeelten en buitenoppervlakken daarvan teneinde een progressieve stolling van het gegoten hars tot gevolg te hebben in de richting van het uiterste 20 eindgedeelte in axiale en radiale richting naar binnen in de holten in de eindvorm en het omhulsel.
15· Werkwijze volgens conclusie 1h, met het kenmerk, dat het inwendige eindgedeelte van de eindvorm een inwendig oppervlak heeft dat taps is in de richting van het uiterste eindvlak van 25 de eindvorm in radiale richting naar binnen vanaf een punt, dat grenst aan het uiterste einde van de komvormige holte in het omhulsel dat omringd wordt door het inwendige einde van de eindvorm teneinde een afgeknot kegelvormige holte in de eindvorm te begrenzen.
16. Werkwijze volgens conclusie 1h, met het kenmerk. 30 dat de vezels worden voorverwarmd tot ongeveer een temperatuur, die correspondeert met de giettemperatuur, die wordt gebruikt voor de gekozen thermoplastische hars.
17. Werkwijze volgens conclusie 1J+, met het kenmerk, dat de gekozen thermoplastische hars een viscositeit heeft in het 35 gebied van 100 tot 5000 centipoise bij een temperatuur lager dan 800 27 92 2k 150°C.
18, Werkwijze volgens conclusie met het kenmerk, dat de gekozen thermoplastische hars een viscositeit heeft van lager dan 1500 centipoise "bij een temperatuur lager dan ongeveer 135°C,
19. Werkwijze en product zoals weergegeven in de teke ning en/of "besproken aan de hand daarvan. 800 2 7 92
NL8002792A 1979-05-14 1980-05-14 Scheidingselement met holle vezel en werkwijze voor het maken daarvan. NL8002792A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/039,066 US4269712A (en) 1979-05-14 1979-05-14 Hollow fiber separatory element and method of making same
US3906679 1979-05-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002792A true NL8002792A (nl) 1980-11-18

Family

ID=21903484

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002792A NL8002792A (nl) 1979-05-14 1980-05-14 Scheidingselement met holle vezel en werkwijze voor het maken daarvan.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4269712A (nl)
JP (1) JPS5935641B2 (nl)
AT (1) ATA259480A (nl)
AU (1) AU532944B2 (nl)
BE (1) BE883260A (nl)
BR (1) BR8002969A (nl)
CA (1) CA1156565A (nl)
CH (1) CH639561A5 (nl)
DD (1) DD156215A5 (nl)
DE (2) DE3017634C2 (nl)
DK (1) DK191380A (nl)
FR (1) FR2456536A1 (nl)
GB (1) GB2052300B (nl)
IT (1) IT1143159B (nl)
NL (1) NL8002792A (nl)
NZ (1) NZ193577A (nl)
SE (1) SE445610B (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3402336A1 (de) * 1983-02-08 1984-08-09 American Bentley, Inc., Irvine, Calif. Verfahren zur herstellung eines blutfilters
US4689147A (en) * 1985-09-27 1987-08-25 Nalge Company Plastic filter assembly
WO1989000879A1 (en) * 1987-07-30 1989-02-09 Toray Industries, Inc. Porous polymetrafluoroethylene membrane, separating apparatus using same, and process for their production
SE454847B (sv) * 1987-08-31 1988-06-06 Gambro Dialysatoren Anordning for diffusion och/eller filtrering samt forfarande for tillverkning av denna anordning
EP0408737B1 (en) * 1989-02-09 1995-09-20 The Dow Chemical Company Membrane separation device and method of manufacture
US5059374A (en) * 1989-02-09 1991-10-22 The Dow Chemical Company Method for sealing a hollow fiber membrane module in a case
US5254249A (en) * 1989-04-25 1993-10-19 Toray Industries, Inc. Anti-thrombogenic blood treating system
US5013437A (en) * 1989-10-30 1991-05-07 The Dow Chemical Company Hollow fiber membrane fluid separation device adapted for boreside feed which contains multiple concentric stages
US5556591A (en) * 1992-01-21 1996-09-17 Millipore S.A. Membrane sealing techniques using thermoplastic polymers
US5228992A (en) * 1992-03-03 1993-07-20 Pall Corporation Process for preparing hollow fiber separatory devices
US7752627B2 (en) * 2005-02-04 2010-07-06 Mips Technologies, Inc. Leaky-bucket thread scheduler in a multithreading microprocessor
DE502005011077D1 (de) 2005-04-20 2011-04-21 Braun B Avitum Ag Dialysefilter
CN101623595B (zh) * 2008-11-05 2012-07-25 北京科泰兴达高新技术有限公司 柔韧端头中空纤维膜组件
US8883908B2 (en) * 2009-06-02 2014-11-11 Johns Manville Methods for making reinforced thermoplastic composites using reactive fibers and/or reactive flakes
CN106232482B (zh) * 2014-02-24 2019-06-04 普里吉斯创新包装有限责任公司 可充胀膜操纵装置
KR102110950B1 (ko) * 2015-07-09 2020-05-14 엔테그리스, 아이엔씨. 블렌딩된 포팅 수지 및 그것의 용도
US11477884B2 (en) * 2018-04-04 2022-10-18 Sumitomo Electric Printed Circuits, Inc. Cover film for flexible printed circuit board and flexible printed circuit board
EP3646903A1 (en) * 2018-10-29 2020-05-06 Centre National De La Recherche Scientifique Microfluidic gas exchange devices and methods for making them

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3277959A (en) * 1964-08-12 1966-10-11 Du Pont Plastic tube heat exchanger and process of making
NL136034C (nl) * 1965-12-22
FR1508189A (fr) * 1966-11-16 1968-01-05 Rech S Tech & Ind S R T I S A échangeur à membranes tubulaires présentant un rapport surface d'échange-volume élevé, en particulier pour applications médicales
JPS5221326Y2 (nl) * 1972-08-24 1977-05-16
US3832830A (en) * 1972-09-18 1974-09-03 Du Pont Permeation separation device
US4075100A (en) * 1974-12-04 1978-02-21 Asahi Kasei Kogyo Kabushiki Kaisha Dialysis unit and dialysis apparatus employing the dialysis unit
US4001110A (en) * 1975-04-17 1977-01-04 Chemotronics International, Inc. Method for the thermal treatment of tubular dialysis units and improved units resulting therefrom
GB1515452A (en) * 1975-05-02 1978-06-21 Nippon Zeon Co Setting an end portion of a bundle of thread-like bodies
US4219426A (en) * 1976-03-19 1980-08-26 Organon Teknika B.V. Dialysis device
JPS52145379A (en) * 1976-05-20 1977-12-03 Nippon Zeon Co Ltd Method and apparatus for removing gas present in hollow fiber type separator
JPS52149270A (en) * 1976-06-07 1977-12-12 Nippon Zeon Co Ltd Equipment for mass transfer of hollow fiber type
JPS6022946B2 (ja) * 1976-09-24 1985-06-05 東レ株式会社 生体用透析装置の滅菌法
US4138460A (en) * 1977-06-10 1979-02-06 Cordis Dow Corp. Method for forming tubesheets on hollow fiber tows and forming hollow fiber bundle assemblies containing same
DK191480A (da) * 1979-05-14 1980-11-15 Cordis Dow Corp Medicinsk separator og fremgangsmaade til dens fremstilling

Also Published As

Publication number Publication date
CA1156565A (en) 1983-11-08
SE8003553L (sv) 1980-11-15
GB2052300B (en) 1983-04-20
DE3017634C2 (de) 1986-11-27
DE3050758C2 (de) 1986-11-27
AU5814180A (en) 1980-11-20
JPS5935641B2 (ja) 1984-08-30
NZ193577A (en) 1982-12-07
IT8048648A0 (it) 1980-05-12
GB2052300A (en) 1981-01-28
ATA259480A (de) 1987-07-15
DE3017634A1 (de) 1980-11-20
SE445610B (sv) 1986-07-07
DD156215A5 (de) 1982-08-11
BE883260A (fr) 1980-11-13
AU532944B2 (en) 1983-10-20
JPS55157305A (en) 1980-12-08
US4269712A (en) 1981-05-26
FR2456536A1 (fr) 1980-12-12
DK191380A (da) 1980-11-15
CH639561A5 (fr) 1983-11-30
IT1143159B (it) 1986-10-22
BR8002969A (pt) 1980-12-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8002792A (nl) Scheidingselement met holle vezel en werkwijze voor het maken daarvan.
US4227295A (en) Method of potting the ends of a bundle of hollow fibers positioned in a casing
AU715074B2 (en) An in-line blood filtration device
US6629919B2 (en) Core for blood processing apparatus
NO145182B (no) Fremgangsmaate og apparat for fremstilling av emner i form av innkapslinger for hulfiberbunter
US3882024A (en) Header for stagnation-sensitive liquids
EP0057907B1 (en) Apparatus for separating blood components
EP0799645A1 (en) Centrifuge bowl for blood processing
GB2064381A (en) Separating platelets from blood
US11426698B2 (en) Diffusion and/or filtration device
KR100607021B1 (ko) 퍼플루오르화 열가소성 수지제 필터 카트리지
JP2002532219A (ja) 限外ろ過装置及びその製造方法
US4497104A (en) Separation device manufacture
US6719896B1 (en) Fluid-filtration receptacle with user-variable semi-permeable drain assembly
JPS622820B2 (nl)
GB1569182A (en) Hollow fibre mass transfer apparatus
JP6777383B2 (ja) 中空糸膜モジュール及びその製造方法
US4329229A (en) Method of potting the ends of a bundle of hollow fibers positioned in a casing
NL8002791A (nl) Medische scheidingsinrichting en werkwijze voor het maken daarvan.
JP3077260B2 (ja) 中空糸状多孔質分離膜エレメントおよびその製造方法
CN109925553A (zh) 血液透析器及其制造方法
JP7057329B2 (ja) 流路分岐管および血液バッグシステム
WO1996004068A1 (en) Membrane filter unit and process of producing said unit
JP3046086B2 (ja) 中空糸膜束の樹脂固定方法
JPH0734851B2 (ja) 中空糸状多孔質膜を用いた濾過素子

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed