NL8002259A - Lunchdoos voor kinderen. - Google Patents

Description

i ^VJ

N/29.542-tM/f.

Lunchdoos voor kinderen.

f

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op voedselhouders en meer in het bijzonder op een lunchdoos voor kinderen.

Lunchdozen voor kinderen worden gewoonlijk 5 gemaakt uit metaal, in de vorm van een gewone doos met een handgreep aan een zijde en scharnieren aan de tegenovergelegen zijde. Verder wordt gewoonlijk een mechanische vergrendeling op de voorkant van de doos aangebracht om de lunchdoos gesloten te houden. Dit soort lunchdozen is niet alleen 10 betrekkelijk duur te vervaardigen, maar omdat metaal wordt gebruikt, zijn ze betrekkelijk zwaar, roesten ze op de lange duur, kunnen ze gevaarlijk zijn voor kinderen vanwege scherpe hoeken en worden ze gemakkelijk ingedeukt of op andere wijze beschadigd, als ze vallen.

15 Inplaats van de bovenstaande soort lunchdozen kan de lunch van een kind eenvoudig worden ingepakt in een plastic houder met een deksel. Hoewel deze uitvoering de lunch opneemt en betrekkelijk vers houdt, is de houder zelf niet gemakkelijk te dragen voor een kind en kan het deksel 20 als dit eenmaalis verwijderd van de houder gemakkelijk zoek raken. Vanwege de laatste moeilijkheden is het niet ongebruikelijk om eenvoudig de lunch van een kind in te pakken in een bruine papierzak, waarop de naam van het kind wordt geschreven. Deze oplossing heeft echter het nadeel, dat geen 25 juiste afsluiting van de inhoud mogelijk is met een eenvoudige zak, die ook geen houder vormt, die dienst kan doen als opdienschaal,wanneer het kind aan het eten is.

In verband met het voorgaande verschaft de onderhavige uitvinding een sterk verbeterde lunchdoos voor 30 kinderen, waarmede de verschillende bovengenoemde moeilijkheden van de bestaande lunchdozen worden opgeheven.

Heer in het bijzonder omvat de lunchdoos voor kinderen volgens de onderhavige uitvinding een bak met een bovenopening, een in één geheel gevormde handgreep, die aan 35 een zijde van de bak onder de opening uitsteekt en ten minste een in één geheel gevormde scharnierlip, die aan de tegenovergestelde zijde van de bak onder de opening uitsteekt. Een deksel is verschaft om de bovenopening van de bak af te slui- ΡΠΠ 00 5 0 -2- ten en dit deksel heeft ten minste één scharnierblok, dat in één geheel is gevormd aan één zijde met eëh sleuf voor het opnemen van de scharnierlip.

De bak en het deksel zijn elk in één stuk ver-5 vaardigd uit gelijk polymeer kunststofmateriaal, zodat ze li dit zijn, gemakkelijk te reinigen en een lunchdoos vormen, die in de gesloten stand dicht is en verder zijn ze met zodanige afmetingen ontworpen, dat als het deksel over 180° wordt gezwenkt om de buigbare scharnierlip in de open stand, 10 de bovenzijde van het deksel in hetzelfde vlak ligt als de onderzijde van de bak. De bak en het deksel kunnen dus rusten op een plat oppervlak en dienen als opdienschalen voor het voedsel in de doos.

Omdat alle delen van de lunchdoos van kunststof 15 zijn, zijn de moeilijkheden met betrekking tot roesten en dergelijke geheel vermeden. Bovendien is de gehele lunchdoos licht, wordt deze niet beschadigd als hij valt en kan deze worden vervaardigd met miminale kosten in vergelijking met metalen uitvoeringen.

20 Een verder kenmerk van de uitvinding ligt in het verschaffen van een eenvoudig identificatiemiddel, zodat de naam van het kind gemakkelijk kan worden aangebracht in de doos op een zichtbare plaats, maar toch althans nagenoeg voor de levensduur van de lunchdoos beschermd is.

25 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 is een drie kwart perspectivisch achteraanzicht van de lunchdoos volgens de uitvinding in de gesloten stand.

30 Fig. 2 is een zijaanzicht van de lunchdoos, die in een vertikale stand staat.

Fig. 3 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de pijlen 3-3 van figuur 1.

Fig. 4 is een gedeeltelijk uiteengenomen per- 35 spectivisch aanzicht van een deel van de lunchdooshandgreep binnen de cirkelvormige pijl 4 van figuur 1.

Fig. 5 is een perspectivisch aanzicht van de lunchdoos van fig. 1 in de geheel open stand.

Fig. 6 is een doorsnede volgens de pijlen 6-6 40 van fig. 5.

8002259 .+ Vjr -3-

Fig. 7 is een gedeeltelijk uiteengenomen perspectivisch aanzicht op veel grotere schaal van de scharnier-constructie van de lunchdoos van fig. 5.

Fig. 8 is een ander gedeeltelijk uiteengenomen 5 perspectivisch aanzicht op grotere schaal van één van de scharnieren in de richting van de pijl 8 van fig. 7.

Fig. 9 is een soortgelijke afbeelding als fig.

8 maar toont het scharnier in de gemonteerde toestand.

Fig. 10 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van 10 de scharnierconstructie volgens de pijlen 10-10 van fig. 1.

Fig. 11 is een andere gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de scharnierconstructie volgens de pijlen 11-11 van fig. 5.

Eerst verwijzend naar fig. 1/ bestaat de lunchdoos uit een bak 10 met een in één geheel gevormde handgreep 15 11, die uitsteekt aan een zijde daarvan zoals is afgebeeld.

De tegenovergestelde of achterste zijde van de bak 10 bevat op zijn beurt ten minste één, en in de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm, twee in één geheel gevormde scharnierlip-pen 12 en 13 bij de achterhoeken.

20 Met de bak 10 werkt een deksel 14 samen om de boven-opening van de bak af te sluiten en dit deksel bezit ten minste één, en in de afgebeelde bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm, twee scharnierblokken 15 en 16, die in het geheel zijn gevormd op de achterzijde van het deksel. Elk van 25 deze blokken heeft een sleuf, die een scharnierlip opneemt, waardoor het deksel 14 scharniert op de bak 10, zoals uit het volgende duidelijker zal worden.

Zoals ook in fig. 1 is afgebeeld steekt een in één geheel gevormde flensconstructie .17 naar buiten uit aan 30 de zijde van de bak op een niveau onder de scharnierlippen.

Deze flens werkt samen met de scharnierblokken 15 en 16, wanneer het deksel 14 wordt gesloten over de bak 10, om de lunchdoos te stabiliseren wanneer deze in de vertikale stand staat.

35 Het voorgaande wordt duidelijker bij verwijzing naar fig. 2, waarbij wordt opgemerkt, dat het uitstekende eind van de flens 17 in hetzelfde vlak ligt als het scharnierblok 15 en glad rust op een plat oppervlak, dat is aangeduid door de gearceerde lijn LI. De doos wordt aldus gestabiliseerd in 40 de vertikale staande stand, die in fig. 2 is afgebeeld, waar- 800 2 2 59 -4- bij de handgreep 11 omhoog steekt.

Thans verwijzend naar de gedeeltelijke dwarsdoorsnede van fig. 3, wordt opgemerkt, dat de bak 10 een bovenopening heeft, die is gevormd door een omhoog en naar 5 buiten uitstekende,in één geheel gevormde omtrekslip 18.

Het deksel 14 heeft een onderopening, die is gevormd door een omtreksstap 19 en een buitenwand 20, die omlaag en iets binnenwaarts van de stap uitsteekt. De stap en het binnenvlak van de wand hebben zodanige afmetingen, dat zij in aan-10 raking komen met het boveneind en buitenvlak van de lip en de opening over de gehele omtrek dicht drukken, dus over 360°, zodat een geheel dichte constructie wordt verkregen, waarbij het deksel met wrijving in zijn sluitstand wordt gehouden op de bak, maar toch met de hand gemakkelijk in 15 de open stand kan worden afgenomen.

Met betrekking tot de voorgaande constructie omvatten de bak 10 en het deksel 14 ringvormige uitwendige flenzen, zoals is aangegeven bij 18' voor de bak 10 en bij 20' op het wanddeel 20 van het deksel 14. Zoals duidelijk is 20 uit fig. 3 vormt de kleine ruimte tussen deze flenzen, wanneer de stap 19 geheel rust op het bovenvlak van de lip 18, een geschikt gebied, waarbinnen een persoon zijn vingers kan steken om het deksel 14 vanaf de bak 10 open te zwenken.

Volgens de afgebeelde uitvoeringsvorm, kan een 25 middel voor het identificeren van de eigenaar van de lunch-doos worden gevormd tijdens het oorspronkelijke vormproces bij het vormen van de bak en het deksel.

Meer in het bijzonder met verwijzing naar het gedeeltelijk uiteengenomen perspectivisch aanzicht van fig. 30 4 wordt opgemerkt, dat de handgreep 11 daarin is gevormd met een verdiepte zone 21. Deze zone 21 kan een naamkaart opnemen, die is aangegeven bij ID en die de naam van het kind kan bevatten, bijvoorbeeld Nancy. Een samenwerkend vasthoudorgaan 22, dat een doorzichtig oppervlak kan hebben, 35 is op zijn beurt met een perspassing aangebracht over de naamkaart in de zone 21. Het vasthoudorgaan 22 is oorspronkelijk gevormd als een onderdeel van het deksel 14 en wordt eenvoudig met de hand afgescheurd van het deksel 14 na de vorming.

40 Met betrekking tot het voorgaande wordt weer 800 22 59 * -5- verwezen naar fig. 1, waarin de overblijfselen na het verwijderen van het vasthoudorgaan 22 zijn afgebeeld bij 22' tussen de scharnierblokken 15 en 16.

Het voorgaande afscheurbare identificatie-5 middel vormt een gewenst kenmerk van de onderhavige uitvinding, daar het de eenvoud bewaart alsmede de belangrijke eigenschap, dat metalen delen zijn vermeden en niet meer dan twee in één geheel gevormde onderdelen worden toegepast.

Thans verwijzend naar fig. 5 worden verdere 10 kenmerken van.de lunchdoos volgens de uitvinding duidelijk.

In fig. 5 is het deksel 14 over 180° in zijn volle open stand gezwenkt afgebeeld. De diepte van de bak 10 en het deksel 14 zijn zodanig, dat de bovenzijde van het deksel in hetzelfde vlak ligt als de bodem van’de bak in de 15 vol open stand, die in fig. 5 is afgebeeld.

üif fig. 5 blijkt tevens, dat in de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding de bak en het deksel in wezen vierkant zijn met afgeronde hoeken.

Het kenmerk, dat de bovenzijde van het deksel 20 en de bodem van de bak in de vol open stand in hetzelfde vlak liggen, is duidelijk afgebeeld in fig. 6, waarbij de ondervlakken rusten op een plat oppervlak, dat is aangegeven met L2.

In de open stand van de lunchdoos, zoals dui-25 delijk is afgebeeld in de fig. 5 en 6, blijkt, dat de bak en de doos dienst doen als dienschalen voor de inhoud van de doos, wanneer ze rusten op een plat oppervlak.

In fig. 5 is de gehele onttrek van de boven-opening van de bak 10, die wordt gevormd door de lip 18 30 duidelijk afgebeeld. Evenzo is de gehele omtrek van de stap 19 en de buitenwand 20 van het deksel 14 zichtbaar.

In fig. 6 is de opwaartse en buitenwaartse schuine plaatsing van de lip 18 duidelijk, die zorgt voor een aandrukking en afdichting bij afdekking met het overeen-35 komstige wanddeel 20. De hoek van het buitenwaarts uitstekende deel ten opzichte van de vertikaal is aangegeven met A en kan bijvoorbeeld ongeveer 8° zijn met een overeenkomstige binnenwaartse helling van 8° voor de binnenzijde van de wand 20 van het deksel 14. Met deze hellingen ten op-40 zichte van de vertikaal worden de gewenste aandrukking en -6- afdichting en de vasthouding van het deksel op de bak met wrijving verkregen, zoals beschreven is in verband met fig. 3.

Thans verwijzend naar het uiteengenomen aanzicht van fig. 7 op grotere schaal zullen verdere details van de 5 schamierlippen en scharnierblokken volgens de onderhavige uitvinding duidelijk worden. De in de scharnierblokken 15 en 16 gevormde sleuven zijn duidelijk aangegeven bij fig. 23 en 24. Ook zijn uitstekende ribben 23' en 24'afgebeeld, die zich uitstrekken vanaf de langsranden van de ingangsopeningen van 10 deze sleuven naar de tegenovergestelde randen. Deze ribben werken samen met overeenkomstige groeven, die zijn gevormd aan één zijde van de schamierlippen 12 en 13, zoals is aangegeven door de streepjeslijnen 12' en 13' in fig. 7.

In wezen vormen de ribben 23', 24' en de groeven 12', 13' 15 samenwerkende middelen om de schamierlippen binnen de sleuven van de scharnierblokken te houden, wanneer ze éénmaal daarin zijn gemonteerd.

Het voorgaande is beter te begrijpen aan de hand van de gedeeltelijke perspectivische aanzichten op gro-20 tere schaal van fig. 8 en 9. In fig. 8 is in volle lijnen de langsgroef 12' aan de onderzijde van de scharnierlip 12 afgebeeld. Wanneer de scharnierlip 12 wordt gestoken in het scharnierblok 13 en in de sleuf 23 komt te liggen, zal het ribuitsteeksel 23' zoals in fig. 7 is afgebeeld, aanvankelijk 25 worden gebogen en wanneer de scharnierlip 12 geheel wordt ingestoken zoals in fig. 9 is afgebeeld, zal de rib snappen in de groef 12' en dus de scharnierlip in het blok 15 houden. Door met de hand een voldoende kracht uit te oefenen, kan echter de scharnierlip gemakkelijk uit het blok worden ver-30 wijderd, wanneer de bak geheel moet worden losgemaakt van het deksel.

Terugverwijzend naar het perspectivisch aanzicht van fig. 7 wordt opgemerkt, dat elke scharnierlip 12 en 13 een centrale gleuf N heeft. Deze lieuf maakt het samen-35 drukken van de zijranden van de schamierlippen mogelijk om de gleuf naar de gesloten stand samen te drukken en aldus op doelmatige wijze de breedte van de lippen te verkleinen om het insteken ervan in de sleuven 23 en 24 van de scharnierblokken te vergemakkelijken. Dit vergemakkelijken van het 40 insteken is wenselijk, wanneer het deksel wordt aangebracht 8002259 * -s* -7- op de bak, waarbij een geringe kanteling wenselijk is, zo- 9 dat een eerste scharnierlip zoals 12 kan worden gestoken in • de sleuf 23 en daarna de tweede scharnierlip 13 kan worden gestoken in de sleuf 24. De gleuven N zorgen voor een vol-5 doende buigbaarheid, zodat het monteren met de hand kan worden uitgevoerd zonder dat de onderdelen onredelijk sterk moeten worden gebogen.

Thans verwijzend naar de dwarsdoorsnede van fig. 10 en 11 blijkt de bevestiging van de scharnierlip bin-10 nen het scharnierblok door de samenwerkende middelen in de vorm van de rib 23' en de samenwerkende groef 12'. In de gesloten stand van de doos zoals in fig. 10 is afgeheeld, blijkt, dat de scharnierlip 12 omhoog loopt door de sleuf 23 in het blok 15, waarbij de rib 23' wordt opgenomen of snapt 15 in de bijbehorende groef.

Volgens fig. 11, waarin het deksel is afgelicht van de bovenzijde van de bak en over 180° is gezwenkt, steekt de scharnierlip 12 omlaag door het scharnierblok 15, terwijl de rib 23, die in de groef van de scharnierlip steekt, 20 weer duidelijk zichtbaar is.

In fig. 10 en 11 blijkt, dat de scharnierlip een verdund deel 25 bij zijn verbinding met de houder heeft, welk verdundeel de buisscharnieras van de lip vormt.

Uit het voorgaande blijkt, dat de onderhavige 25 uitvinding een sterk verbeterde lunchdoos voor kinderen verschaft. Zoals hierboven kort is toegelicht, bestaat de doos in wezen uit slechts twee onderdelen, die kunnen worden gescheiden en die elk in éên stuk zijn gevormd en daarna op elkaar scharnierend zijn aangebracht door eenvoudig met 30 de hand in ëên geheel gevormde scharnierlippen te steken in de sleuven van de in êên geheel gevormde schamierblokken.

De gehele constructie is licht en zorgt voor de hermetische afsluiting van het voedsel daarin en roest niet en wordt niet gedeukt of beschadigd bij vallen en is econo-35 misch te vervaardigen. Verder, zoals ook hierboven is vermeld, is de lunchdoos zo ontworpen, dat deze gemakkelijk vertikaal kan staan op stabiele wijze, wanneer deze is gesloten of wanneer deze is geopend , de bovenzijde van het deksel en de bodem van de bak in hetzelfde vlak liggen om 8002259 -8- te zorgen voor stabiliteit, waarbij verder op gewenste * wijze het deksel en de bak dienst doen als schalen. De bijzonderheid, dat een blijvende bevestiging van de identificatie van het kind op de handgreep van de doos zelf is 5 verschaft, vermijdt tenslotte de noodzaak om een afzonderlijk etiket op de doos aan te brengen.

Hoewel het bij voorkeur toegepaste construc-tiemateriaal van de bak en het deksel polymeer materiaal met hoge dichtheid is, zoals polyethyleen, kunnen andere kunst-10 stoffen evengoed worden toegepast.

De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.

8002259

Claims (7)

1. Lunchdoos voor kinderen/ gekenmerkt door a) een bak met een bovenopening, b) een in één geheel gevormde handgreep, die 5 voorwaarts uitsteekt aan een zijde van de bak onder de opening, c) ten minste ëën in êén geheel gevormde schar-nierlip, die uitsteekt aan de tegenovergestelde zijde van de bak onder de opening, 10 d) een deksel om de bovenopening van de bak af te sluiten, e) ten minste ëën schamierblok, dat in één geheel gevormd is op een zijde van het deksel en een sleuf heeft voor het opnemen van de scharnierlip, waarbij de schar- 15 nierlip bij zijn verbinding met de bak een dun gedeelte heeft, zodat deze kan buigen, f) samenwerkende middelen, die in ëën geheel zijn gevormd met de scharnierlip en het blok om de lip in de sleuf te houden bij normale scharnierbeweging, die op- 20 treden bij het openen en sluiten van de lunchdoos, waarbij de samenwerkende middelen met de hand meegeefbaar zijn om de lip uit de sleuf te kunnen verwijderen wanneer het deksel en de bak van elkaar gescheiden moeten worden.

2. Lunchdoos volgens conclusie 1, m e t het 25 kenmerk, dat de tegenovergestelde zijde van de bak waarvan de scharnierlip uitsteekt is voorzien van een in ëën geheel gevormde flens, die zich buitenwaarts uitstrekt op een niveau onder de scharnierlip, zodat wanneer de scharnierlip is opgenomen in het blok en het deksel is 30 aangebracht over de bak en de lunchdoos is geplaatst op een plat oppervlak in een vertikale stand, met de handgreep naar boven uitstekend, de flens en het blok tegelijkertijd aangrijpen op het platte oppervlak om de in de vertikale stand staande doos te stabiliseren.

3. Lunchdoos volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat de bovenopening van de bak is gevormd door een naar boven en naar buiten uitstekende in ëën geheel gevormde omtrekslip, waarbij het deksel een onderope- o fi n 5 o ς q -10- ning heeft, die is gevormd door een omtreksstap en een om-laag en naar binnen vanaf de stap uitstekende buitenwand, waarbij de stap en het binnenvlak van deze wand zodanig zijn uitgevoerd, dat het boveneind en het buitenvlak van de lip 5 dicht worden gedrukt over 360°, wanneer de stap geheel rust op het bovenvlak van de lip, zodat het deksel met wrijving in de gesloten afdichtingsstand op de bak wordt gehouden, maar toch met de hand van de bak kan worden afgezwenkt om de doos te openen.

4. Lunchdoos volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de handgreep is voorzien van een verdiepte zone voor het opnemen van een identificatiekaart, waarbij in één geheel met het deksel op de buitenwand ervan een vasthoudorgaan is gevormd, dat van de buitenwand kan 15 worden afgescheurd en worden opgenomen in de verdiepte zone en daarin met wrijving worden vastgehouden om de identificatiekaart op zijn plaats te houden.

5. Lunchdoos volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het deksel en de bak zo diep zijn, 20 dat de bovenzijde van het deksel in hetzelfde vlak ligt als de bodem van de bak, wanneer het deksel uit zijn sluitstand over 180° is gezwenkt, zodat het deksel en de bak in aanraking komen met een plat oppervlak in een stabiele stand om de inhoud van de lunchdoos vrij te maken en daarbij dienst te 25 doen als opdienschalen.

6. Lunchdoos volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de samenwerkende middelen, die de scharnierlip in de sleuf in het scharnierblok houden, zijn voorzien van een uitstekende rib, die aan één rand van de 30 ingangsopening van de sleuf uitsteekt naar de tegenovergestelde rand, waarbij de lip een langwerpige groef aan één zijde heeft voor het opnemen van de rib, waarbij de rib buigzaam is, zodat deze kan buigen wanneer de lip aanvankelijk wordt gestoken in de sleuf en vervolgens, wanneer de 35 lip geheel wordt ingestoken, in de groef snapt om de lip in de sleuf te houden.

7. Lunchdoos volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de bak en het deksel in het algemeen vierkant zijn gevormd met afgeronde hoeken, en elk in 40 één geheel zijn gevormd uit gelijk polymeer materiaal, waar- 8002259 -11- bij de scharnierlip is aangebracht bij een hoek van de ach-terzijde van de bak en een aanvullende scharnierlip is aangebracht bij de andere hoek van de achterzijde van de bak, terwijl het deksel is voorzien van een aanvullend scharnier-5 blok voor deze aanvullende scharnierlip, terwijl de flens in het midden van de achterhoeken is aangebracht op het niveau onder de scharnierlippen, waarbij elk scharnierlipdeel, dat wordt opgenomen in een scharnierbloksleuf is voorzien van een groef, zodat de breedte ervan enigszins kan worden ver-10 minderd door de groef dicht te drukken om te passen binnen de tegenovergestelde einden van de sleuf bij het monteren van de scharnierlippen in de sleuven, zodat het op elkaar aanbrengen en van elkaar verwijderen van de bak en het deksel worden vergemakkelijkt. 15 β η n 9 9 * o