NL1019410C2 - Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1019410C2
NL1019410C2 NL1019410A NL1019410A NL1019410C2 NL 1019410 C2 NL1019410 C2 NL 1019410C2 NL 1019410 A NL1019410 A NL 1019410A NL 1019410 A NL1019410 A NL 1019410A NL 1019410 C2 NL1019410 C2 NL 1019410C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
package
packaging
cover parts
information carrier
shaped
Prior art date
Application number
NL1019410A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Antonius Hoogland
Original Assignee
Fountain Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1018321A external-priority patent/NL1018321C2/nl
Application filed by Fountain Tech Bv filed Critical Fountain Tech Bv
Priority to NL1019410A priority Critical patent/NL1019410C2/nl
Priority to TW90130072A priority patent/TW585825B/zh
Priority to DE60220279T priority patent/DE60220279T2/de
Priority to CNA028152409A priority patent/CN1539145A/zh
Priority to US10/481,980 priority patent/US20040238383A1/en
Priority to EP02736294A priority patent/EP1407453B1/en
Priority to AT02736294T priority patent/ATE363124T1/de
Priority to PCT/NL2002/000398 priority patent/WO2002103699A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019410C2 publication Critical patent/NL1019410C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/02Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
    • G11B33/04Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
    • G11B33/0405Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
    • G11B33/0461Disc storage racks
    • G11B33/0472Disc storage racks for discs without cartridge
    • G11B33/0477Disc storage racks for discs without cartridge comprising centre hole locking means
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/02Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
    • G11B33/04Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
    • G11B33/0405Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
    • G11B33/0433Multiple disc containers
    • G11B33/0444Multiple disc containers for discs without cartridge
    • G11B33/045Multiple disc containers for discs without cartridge comprising centre hole locking means

Landscapes

  • Packaging For Recording Disks (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Packages (AREA)

Description

Titel: Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor plaatvormige informatiedragers. Een dergelijke verpakking is uit de praktijk bekend.
Bekende verpakkingen voor plaatvormige informatiedragers zoals 5 CD's, welke gebruikelijk worden aangeduid als Jewel-box, omvatten een tweetal polystyreen deksels, met elkaar verbonden via scharnierpennen en bijbehorende openingen in de zijkant van de respectieve dekseldelen. In een der dekseldelen is een inlegdeel voorzien waarop een rozet is aangebracht, bestaande uit een reeks verend opgestelde nokken. De CD kan met de 10 centrale opening over de rozet worden gedrukt teneinde in de verpakking te worden vastgezet.
Voorts is een verpakking voor plaatvormige informatiedragers bekend uit EP-0.886.863, welke twee dekseldelen omvat, beide verzwenkbaar verbonden met een rugdeel. Op het rugdeel zijn vingers of 15 dergelijke elementen aangebracht, in paren, waartussen een langsrand van een CD kan worden geklemd. Hierbij kan de CD ongeveer evenwijdig aan zijn vlak tussen de klemmende paren vingers worden gestoken en daar tussenuit worden weggetrokken. De dekseldelen kunnen tegen elkaar worden bewogen, onder insluiting van de vingers en de eventueel 20 daartussen opgenomen CD.
Deze bekende verpakkingen hebben als nadeel dat deze de CD niet in alle omstandigheden optimaal beschermen, terwijl bovendien relatief veel ruimte nodig is. Met name de dikte van de gesloten verpakking is relatief groot.
25 De uitvinding beoogt een verpakking van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud i f: 1 ;>. - ' 2 van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Met een verpakking volgens de uitvinding wordt het voordeel bereikt dat de informatiedrager op optimale wijze wordt opgesloten binnen 5 de verpakking, althans wanneer de verpakking is gesloten, terwijl deze toch goed benaderbaar bhjft wanneer de verpakking is geopend. De of elke verhoging biedt daarbij het voordeel dat een grotere stijfheid van de verpakking kan worden verkregen, terwijl bovendien een betere ondersteuning van de informatiedrager wordt geboden.
10 In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan een informatiedrager zoals een CD, chipcard, DVD, diskette of dergelijke met een randdeel in de 15 sleufvormige uitsparing worden vastgezet, waarna de verpakking daarom heen kan worden gesloten, door de dekseldelen tegen elkaar te drukken.
Het verdient daarbij de voorkeur dat de informatiedrager daarbij ongeveer evenwijdig aan zijn oppervlakken uit de sleufvormige opening kim worden getrokken. De sleufvormige uitsparing kan bijvoorbeeld zijn opgenomen in 20 een bakvormig element dat verzwenkbaar is verbonden met tenminste een en bij voorkeur beide dekseldelen. Daartoe kan het of elk zwenkbaar dekseldeel zijn verbonden met een langsrand van het bakvormig deel, nabij de daarin aangebrachte sleufvormige opening, welke verbinding bijvoorbeeld een integraal gevormd scharnier kan zijn.
25 Een verpakking volgens de uitvinding is bij voorkeur door spuitgieten eendelig vervaardigd, met integraal gespuitgiete scharnieren, living hinges.
In een nadere voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens 30 conclusie 12.
3
Gebruik van inmold labeltechniek biedt het voordeel dat op bijzonder eenvoudige wijze een goede afwerking kan worden verkregen van de verpakking, waarbij bovendien direct informatie kan worden voorzien.
Zo kan bijvoorbeeld door middel van de bedrukking een direct verband 5 worden aangebracht tussen de verpakking en de daarin op te bergen informatiedrager. Alternatief kan de bedrukking worden aangebracht met behulp van een druktechniek waarbij bijvoorbeeld met transferinkt in de matrijs kan worden gedrukt. Bij spuitgieten van de verpakking in die matrijs zal de transferinkt en daarmee de bedrukking op de verpakking 10 worden overgebracht.
Bij een verpakking volgens de uitvinding kan het of elk verhoogd gedeelte worden aangebracht in de vorm van bijvoorbeeld meegespuitgiete ribben, nokken of dergelijke en/of door opschuimen van betreffende gedeelten van de verpakking. Daarbij kan bijvoorbeeld gebruik worden 15 gemaakt van een techniek als beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1014703 van aanvraagster, getiteld “werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van kunststofproducten met verschillende wandstructuren”.
Het of elk verhoogd gedeelte kan daarbij bovendien worden 20 gebruikt voor nadere opsluiting van de informatiedrager en/of als deel van een sluitmechanisme voor de opberginrichting.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens de conclusie 16.
Een dergelijke verpakking biedt het voordeel dat deze bijzonder 25 dun kan worden uitgevoerd, dat wil zeggen een kleine dikte heeft in gesloten toestand, gemeten ongeveer dwars op het vlak van de informatiedrager. De dikte wordt daarbij in hoofdzaak bepaald door de dikte van de dekseldelen aansluitend op de informatiedrager. Hiermee wordt bovendien een goede opsluiting verkregen.
4
In het bijzonder indien informatie op de opberginrichting wordt aangebracht, bijvoorbeeld door in-mould-labelling, bedrukking van de gerede opberginrichting en/of bedrukking in de matrijsholte kan de opberginrichting een minimale dikte hebben omdat daardoor geen losse 5 inlegvellen of dergelijke in de opberginrichting opgenomen hoeven te worden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking voor informatiedragers, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusies 17 of 18.
10 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een verpakking en een werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 schematisch in perspectivisch aanzicht een verpakking 15 volgens de uitvinding, in een eerste uitvoeringsvoorbeeld; figuur 2 in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht de verpakking volgens figuur 1, met in onderbroken lijnen weergegeven de geopende stand; figuur 3 in perspectivisch aanzicht schematisch een verpakking 20 volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvoorbeeld, in geopende toestand; figuur 4 in doorsnee de aanzicht volgens de lijn IV-IV in figuur 3 een gedeelte van de verpakking in geopende toestand; figuur 5 in perspectivisch aanzicht de verpakking volgens figuur 3, 25 in gesloten toestand; figuur 6 in perspectivisch aanzicht schematisch een verpakking volgens de uitvinding in een derde uitvoeringsvorm in geopende toestand; figuur 7 in een aanzicht volgens de lijn VÏÏ-VII in figuur 6 de verpakking met omhoog gezwenkt dekseldeel; A Γ* 1 \J - L+ 1 5 figuur 8 een verpakking in een vierde uitvoeringsvoorbeeld in doorsnede aanzicht volgens de lijn VIII-VIII in figuur 9, met geplaatste informatiedrager; figuur 9 een verpakking volgens de uitvinding in een vierde 5 uitvoeringsvorm; figuur 10 in aanzicht volgens de lijn X-X in figuur 9 de verpakking volgens figuur 9; figuur 11 in detail een scharnierconstructie van een verpakking volgens figuur 8-10, in doorgesneden zijaanzicht; 10 figuur 12 schematisch in perspectivisch aanzicht een geopende verpakking volgens de uitvinding in een vijfde uitvoeringsvoorbeeld; figuur 13 in doorgesneden aanzicht volgens de lijn XIII-XIII in figuur 12 de verpakking volgens figuur 12 in gesloten toestand; figuur 14 in perspectivisch aanzicht schematisch een geopende 15 verpakking volgens de uitvinding in een zesde uitvoeringsvorm; en figuur 15A en B in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht schematisch een verpakking volgens figuur 14 in gedeeltelijk geopende stand, respectievelijk gesloten stand; figuur 16-18 verpakkingsinrichtingen volgens de uitvinding, 20 vergelijkbaar met de inrichtingen volgens respectievelijk figuur 6, 9 en 12, in alternatieve uitvoeringsvormen; figuur 19 in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in geopende stand; figuur 20 een inrichting volgens figuur 19, gedeeltelijk in 25 doorsnede; figuur 21 in perspectivisch aanzicht een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding, in het bijzonder een sluitzijde, in gesloten stand; figuur 22 een inrichting volgens figuur 19 met een doordieping in 30 een dekseldeel; 6 figuur 23 een inrichting volgens figuur 22 in een aanzicht als figuur 20; figuur 24 een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding, in het bijzonder als getoond in figuur 19 of 22, in dwarsdoorsnede, nabij een 5 langsrand; en figuren 25-26 alternatieve uitvoeringsvormen voor sluitingen van een inrichting volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de getoonde 10 uitvoeringsvoorbeelden is de uitvinding steeds beschreven aan de hand van plaatvormige informatiedragers in de vorm van CD’s, waaronder tenminste dienen te worden begrepen CD, CD-singles, CD-i, DVD, CD-r en dergelijke in hoofdzaak circelvormige informatiedragers. Evenwel kunnen ook verpakkingen volgens de uitvinding worden uitgevoerd voor het verpakken 15 van andersoortige plaatvormige informatiedragers, bijvoorbeeld met een in hoofdzaak vierhoekige, in het bijzonder rechthoekige vorm, zoals diskettes, chipcards, creditcards, telefoonkaarten, SIM-cards en dergelijke, alsmede voor meerhoekige informatiedragers. In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn de verpakkingen vervaardigd door spuitgieten, waarbij in de in de 20 figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden de verpakkingen eendelig zijn gespuitgiet, met integraal gevormde scharnieren, met uitzondering van de in de figuren 12 en 13 getoonde uitvoeringsvorm waarbij de verpakking uit twee delen is opgebouwd, onderling scharnierend verbonden. Het zal duidelijk zijn dat ook de in de overige figuren getoonde 25 uitvoeringsvoorbeelden in meer dan één deel kunnen worden vervaardigd, terwijl de in figuur 12 en 13 getoonde uitvoeringsvorm ook eenvoudig eendelig kan worden gevormd.
Figuur 1 en 2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding, voor het verpakken van een CD 2. Deze 30 verpakking 1 omvat een enigszins bakvormig deel 4 en een tweetal <! i ' f 7 dekseldelen 6, welke via integraal gevormde scharnieren (living hinges) 8 met het bakvormige deel 4 zijn verbonden. Dekseldelen 6 kunnen vanuit de in figuur 1 getoonde, geopende stand worden gezwenkt rond de scharnieren 8 naar een gesloten stand. In figuur 2 is de geopende stand van de 5 dekseldelen 6 in onderbroken lijnen weergegeven, de gesloten stand in getrokken lijnen. Het bakvormige deel 4 heeft een bodemrand 10, een tweetal zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekkende zijwanden 12 en twee zijwanden 12 en de bodemwand 4 verbindende kopwanden 14. De zijwanden 12 en kopwanden 14 bepalen een enigszins sleufvormige opening 10 16 waarin een langsrand 18 van de CD 2 kan worden opgenomen, enigszins geklemd, bij voorkeur door nokken 20 die aan de binnenzijde tegen de langswand 12 zijn aangebracht. Bij voorkeur grijpen deze aan op een onbespeeld gedeelte van de informatiedrager, dicht bij de rand.
De dekseldelen 6 zijn in hoofdzaak gelijkvormig en zijn elk 15 voorzien van een gesloten wand 22 die zich, bij gesloten verpakking 1 ongeveer evenwijdig aan, in het bijzonder in het verlengde van de zijwanden 12 uitstrekken. Vanaf de vlakken 22 strekt zich een opstaande langsrand 24 uit langs de drie vrije zijden 26 van elk dekseldeel, welke een zodanige hoogte H hebben dat bij gesloten verpakking de langsranden 24 20 tegen elkaar liggen onder volledige insluiting van de CD 2. De totale dikte D van de gesloten verpakking is derhalve gelijk aan 2*H en is klein, bijvoorbeeld tussen 4 en 8 mm. Uiteraard kan elke geschikte dikte worden verkregen, zolang de CD 2 tussen de vlakken 22 kan worden opgenomen. Een gebogen wand 28 strekt zich binnen de langsrand 24 uit, vanaf de 25 vlakken 22, welke gebogen wand een drcelsegment insluit met een in gesloten hoek α en een straal R, welke straal ongeveer overeen komt met de straal van de CD 2. De ingesloten hoek α is zodanig gekozen dat bij gesloten verpakking 1 de gebogen rand 28 de CD 2 relatief dicht omgeeft, waarbij het niet door de rand 28 omgeven deel van de CD in het bakvormig 10 1·:· i o 8 deel is gestoken. Op deze wijze is een CD-verpakking verkregen met minimale afmetingen, in het bijzonder minimale dikte. De rand 28 heeft een hoogte die bijvoorbeeld gelijk is aan de hoogte H van de langsrand 24, zodanig dat bij gesloten verpakking de gebogen wanden 28 van de beide 5 dekseldelen 6 tegen elkaar liggen. Daardoor wordt de CD 2 op optimale wijze opgesloten, terwijl verhinderd wordt dat de dekseldelen 6 kunnen verbuigen. Immers, zowel de langsranden 24 als de gebogen randen 28 liggen daarbij tegen elkaar en bepalen verhoogde delen.
In de in figuur 1 ter linker zijde van de CD getoonde dekseldeel is 10 voorzien van sluitlippen 30, schematisch weergegeven als clickvingers, welke kunnen aangrijpen in uitsparinkjes (niet getoond) in de van het bakdeel 4 afgekeerde zijde gelegen langsrand 24 van het ter rechter zijde gelegen dekseldeel 6. Daardoor kan de verpakking 1 eenvoudig in de gesloten stand worden gehouden. Op het vlak 22 van het ter linker zijde 15 getoonde dekseldeel is een eveneens in hoofdzaak circelvormige, enigszins opstaande rand 32 voorzien, op kleine afstand van de gebogen rand 28, welke bij gesloten verpakking aanligt tegen de CD 2, op het randgedeelte 18. Een vergelijkbare rand 32 kan in het ter rechter zijde getoonde dekseldeel 6 zijn aangebracht (niet getoond). Hierdoor wordt nog beter 20 verhinderd dat de dekselvlakken 22 tegen de CD aanliggen op ongewenste plaatsen.
Bij een verpakking 1 volgens figuur 1 kan ook in een der dekseldelen 6 de gebogen rand 28 bijvoorbeeld de dubbele hoogte hebben, terwijl in het andere dekseldeel de gebogen rand 28 geheel kan zijn 25 weggelaten, waardoor een nog betere passing van de dekseldelen wordt verkregen. Uiteraard kunnen ook de langsranden 24 zodanig zijn uitgevoerd dat deze geheel of gedeeltelijk in of om elkaar heen aangrijpen. Daarbij kunnen bijvoorbeeld ook klemmende middelen zijn voorzien voor het tegen elkaar vasthouden van de dekseldelen 6.
1 c 9
In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm is de verpakking 1 vervaardigd uit helder doorzichtige kunststof, bijvoorbeeld een metoceen gebaseerde polypropyleen als beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage nr. 1017409 van aanvraagster, getiteld 5 “Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan.”. Uiteraard kan een dergehjke verpakking ook ondoorzichtig of opaak worden uitgevoerd.
Een inrichting 1 volgens de uitvinding kan bovendien worden vervaardigd met een werkwijze als beschreven in de niet voorgepubhceerde 10 Nederlandse octrooiaanvragen NL 1019235 en NL 1019320, hierin door referentie opgenomen. Op voordelige wijze kan een inrichting bijvoorbeeld worden vervaardigd uit PET, POM, PC of dergelijke lagemeltkuststof.
15
In figuur 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij wederom een in hoofdzaak bakvormig deel 4 is voorzien, voorzien van gesloten zijwanden 12, kopse wanden 14 en een gesloten bodemvlak 10. Bij deze uitvoeringsvorm is een 20 der langswanden 12 verlengd, zodanig dat deze ook een zijvlak 22 omvat, waarbij de in figuur 3 ter linker zijde getoonde kopse wand 14 zich langs de volle hoogte van genoemd vlak 22 uitstrekt. Op het vlak 22 is wederom een in hoofdzaak circelvormige rand 32 in de vorm van een kleine verhoging aangebracht, waartegen de langsrand 18 van een CD 2 (niet getoond) kan 25 rusten. Aan de in figuur 3 aan de voorzijde gelegen langswand 12 zijn wederom verdikkingen 20 aangebracht voor het klemmen van de CD. Aan de in figuur 3 ter rechter zijde getoonde zijde van het vlak 22 is via een integraal scharnier 8 een dekseldeel 6 verbonden, met langs drie zijden een opstaande langsrand 24. Een gebogen wand 28 strekt zich wederom uit 30 binnen de langsrand 24 met een ingesloten hoek α en een straal R ongeveer 10 gelijk aan die als getoond in figuur 1. Ook voor deze uitvoeringsvorm geldt dat, wanneer een CD 2 in de sleufvormige uitsparing 16 wordt gestoken, met een deel van de langsrand 18, deze kan aanliggen tegen de rand 32, waarna het dekseldeel 6 tegen de wand 22 kan worden verzwenkt, voor het 5 in de verpakking 1 in hoofdzaak binnen de wand 28 opsluiten van de CD. In figuur 5 is de verpakking 1 in gesloten toestand getoond.
Op het dekseldeel 6, althans het zijvlak 22 daarvan kan aan de in gesloten toestand naar binnen gekeerde zijde binnen de wand 28 zijn voorzien van verstijvingsmiddelen, zoals ribben of nokken, welke 10 bijvoorbeeld op een wijze kunnen zijn aangebracht zoals nog zal worden beschreven aan hand van figuur 6, 9 en 12. Hiermee kan nog beter worden verhinderd dat buiging optreedt van delen van de verpakking. Bij deze uitvoeringsvorm ligt de in figuur 3 ter rechter zijde getoonde langsrand 24 bij gesloten verpakking aan tegen de naar binnen gekeerde zijde van de 15 kopse wand 14, ter verdere verstijving. Het zal evenwel duidelijk zijn dat deze kopse wand 14 ook gedeeltelijk kan worden weggelaten. Sluitmiddelen, zoals clickmiddelen of dergelijke, kunnen zijn voorzien op bijvoorbeeld de naar binnen gekeerde zijde van de kopse wand 14 en de langswand 24 die daar bij gesloten verpakking tegenaan ligt. Der gelijke sluitmiddelen zullen 20 voor de vakman direct duidelijk zijn.
Bij gesloten verpakking liggen zowel de langsrand 24 als de gebogen wand 28 aan tegen het wandvlak 22 van het naastgelegen deel, zodat een bijzonder stijve verpakking wordt verkregen. Met name wanneer gebruik wordt gemaakt van de eerder genoemde verstijvingsmiddelen. Op 25 het deksel 6 kunnen bijvoorbeeld ribbels 34 of dergelijke worden aangebracht voor het vereenvoudigen van aangrijpen van het deksel voor het openen van de verpakking 1.
In figuur 6 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm getoond, in geopende toestand, van een verpakking 1 volgens de uitvinding. Bij deze 30 uitvoeringsvorm is een rugdeel 11 voorzien, waarop twee paren vingers 36 10 194 j r.
11 zijn aangebracht. De vingers van elk paar sluiten aan op de tegenover elkaar gelegen langsranden van het rugdeel 11, zoals schematisch weergegeven in figuur 6a. De vingers 36 van elk paar strekken zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uit, haaks op het vlak van het rugdeel 11, 5 terwijl de paren naast elkaar zijn opgesteld. De vingers 36 sluiten een sleufvormige opening 16 in, waarin een randdeel 18 van een CD 2 kan worden gestoken, zoals schematisch getoond in figuur 7. De vingers 36 zijn voorzien van nokken 20, die de CD 2 kunnen klemmen. De vingers 36 hebben elk langs hun rand een naar buiten gekeerd trapvlak 38, op het doel 10 waarvan nog nader zal worden teruggekomen.
In figuur 6 is ter linker zijde een eerste dekseldeel 6A getoond, ter rechter zijde een tweede dekseldeel 6B. De dekseldelen 6 zijn met het rugdeel 11 verbonden via integrale scharnieren 8.
Het eerste dekseldeel 6a omvat een in hoofdzaak vlak zijvlak 22 15 met een zich daar vanaf uitstrekkende langswand 24, die aan alle vier de zijden is voorzien. Langs de drie niet met het rugdeel 11 verbonden randen is de langswand 24 over een afstand S binnenwaarts verzet, om nog nader te noemen redenen. Binnen de langswand 24 is wederom een gebogen wand 28 voorzien met een hoogte H die gelijk is aan de hoogte van de langswand 20 24. Ter hoogte van de vingers 36 is in het eerste dekseldeel 6a steeds een uitsparing 40 aangebracht met een binnenwaarts gekeerd trapvlak 42.
Vorm en afmetingen van de uitsparing 40 en het trapvlak 42 zijn zodanig gekozen dat bij gesloten verpakking het trapvlak 38 aanligt tegen het trapvlak 42, bij voorkeur zodanig dat de vingers 36 enigszins binnenwaarts 25 worden gedrukt. Hiermee wordt bij gesloten verpakking 1 een gesloten wandvlak 22 verkregen, doordat de uitsparingen 40 door de vingers 36 worden op gevuld, terwijl een minimale dikte D van de verpakking wordt verkregen.
Het tweede dekseldeel 6b omvat een zijvlak 22 dat langs drie vrije 30 langsranden 26 is voorzien van een opstaande wand 24 met een hoogte Hl 12 en een dikte S zodanig gekozen dat bij gesloten verpakking de langswand 24a van het tweede dekseldeel 6b de langsrand 24 van het eerste dekseldeel 6a passend omsluit en aanligt tegen het zijvlak 22 van het eerste dekseldeel 6a buiten de langsrand 24. Aan de binnenzijde van het tweede dekseldeel 5 6b is een ruitpatroon voorzien van ribben 44, die functioneren als verstijvingsribben. Ook in dit vlak 22 zijn uitsparingen 40 voorzien met trapvlakken 42 die passend kunnen samenwerken met de trapvlakken 38 van de ter rechter zijde op het rugdeel 11 geplaatste vingers 36. De dikte van de ribben 44 is zodanig gekozen dat bij gesloten verpakking de gebogen 10 wand 28 en de optaande langswand 24 van het eerste dekseldeel 6a aanliggen tegen de ribben 44. Op het eerste dekseldeel 6a is wederom een rand 32 aangebracht nabij de gebogen wand 28 voor ondersteuning van de CD.
Het zal duidelijk zijn dat bij een verpakking volgens figuur 6 en 7 15 de vingers 36 ook een enigszins kleinere dikte kunnen hebben en op afstand van de scharnieren 8 kunnen zijn verplaatst, waarbij in plaats van de uitsparingen 40 gesloten doordiepingen zijn voorzien, zodanig dat bij gesloten verpakking de vingers 36 in genoemde doordiepingen worden opgesloten tussen de respectieve vlakken 22 van de dekseldelen 6a en 6b en 20 de CD 2.
Figuur 8-11 tonen een uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding, voorzien van een eerste dekseldeel 6a en een tweede dekseldeel 6b, tezamen gespuitgiet en onderling verbonden door een scharnier 8. Het eerste dekseldeel 6 a omvat een zijvlak 22 met een zich 25 daar vanaf uitstrekkende, opstaande langsrand 24, langs de vier zijden 26 daarvan. Aan het met het scharnier 8 verbonden deel van de langsrand 24a is een opsluitlip 37 voorzien, welke zich ongeveer evenwijdig aan het zijvlak 22 uitstrekt. Op de in gesloten stand naar binnen gekeerde zijde van het zijvlak 22 zijn ribben 44 aangebracht, ter verstijving. De overige drie 30 langsranden 24 zijn elke in een middengebied voorzien van een indeuking 1C .
13 25, welke een laagste hoogste heeft die ongeveer gelijk is aan de hoogte van de ribben 44. Een CD 2 kan, zoals getoond in figuur 8, tegen de ribben 44 worden aangeschoven, zodanig dat een langsrand 18 daarvan althans met een gedeelte wordt op genomen tussen de lip 37 en de ribben 44, bij voorkeur 5 enigszins klemmend. De CD 2 wordt daardoor in het eerst dekseldeel 6a vastgehouden.
Het tweede dekseldeel 6b is in hoofdzaak uitgevoerd als het eerste dekseldeel 6a als getoond in figuur 6, met een opstaande langsrand 24, een een cirkelsegment insluitende, gebogen wand 28 en een zijvlak 22 waarop 10 de langsrand 24 en de gebogen wand 28 zijn aangebracht. Bij gesloten verpakking ligt de langsrand 24 van het eerste dekselvlak 6a aan tegen de buitenzijde van de langsrand 24 van het tweede dekseldeel 6b, waarbij de van het zijvlak 22 afgekeerde zijde van de langsrand 24 en/of de gebogen wand 28 aanliggen tegen de ribben 44. In het zijvlak 22 van het tweede 15 dekseldeel 6b is een opening 39 aangebracht, zodanig gevormd dat daarin passend de lip 37 kan worden opgenomen. De lip 37 en de opening 39 zijn bij voorkeur voorzien van complementaire trap vlakken 42, zodanig dat bij gesloten verpakking een in hoofdzaak stofdichte afsluiting van de opening 39 wordt verkregen door de lip 37, waarbij de lip 37 bovendien enigszins in 20 de richting van de ribben 44 kan worden gedwongen. De langsrand 24 van het tweede dekseldeel 6b is aan de buitenzijde voorzien van een aantal nokken 41 die kunnen samen werken met complementaire holten 43 aan de binnenzijde van de langsrand 24 van het eerste dekseldeel 6a, voor het verkrijgen van een passende sluiting. In figuur 11 is enigszins vergroot 25 weergegeven de lip 37 met trap vlak 42, alsmede de uitsparing 39 met trapvlak 42, alsmede een meegespuitgiet scharnier 8. Bij deze uitvoeringsvorm ligt de buitenzijde van de lip 37 ongeveer gelijk aan de buitenzijde van het zijvlak 22 van het tweede dekseldeel 6b, wanneer de verpakking 1 gesloten is, waardoor deze een bijzonder kleine dikte krijgt.
30 Immers, deze dikte D is in hoofdzaak bepaald door de afstand tussen de 10 ? ' υ 14 buitenvlakken van de lip 37 enerzijds en het zijvlak 22 van het eerste dekseldeel 6a anderzijds. De door de langsrand 24 en gebogen wand 28 bepaalde verhogingen die bij gesloten verpakking 1 aanliggen tegen het eerste dekseldeel 6a zorgen voor een bijzonder stijve, gesloten verpakking, 5 evenals bij de eerder beschreven uitvoeringsvormen.
Figuur 12 en 13 tonen een verdere uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding, welke is voorzien van een eerste dekseldeel 6a en een tweede dekseldeel 6b, scharnierend met elkaar verbonden op een wijze als bekend uit bijvoorbeeld de Jewel-box. De 10 dekseldelen 6a, 6b zijn los van elkaar vervaardigd. Uiteraard kan een dergelijke verpakking 1 ook eendelig worden uitgevoerd.
Het eerste dekseldeel 6a omvat een zijvlak 22 met aan de binnenzijde ribben 44, vergelijkbaar met het eerste dekseldeel 6a volgens figuur 9, waarbij centraal in het zijvlak 22 een cirkelvormige holte 50 is 15 voorzien, om nog nader te beschrijven redenen. Een langsrand 24 strekt zich rond drie zijden van het zijvlak 22 uit.
Het tweede dekseldeel 6b omvat een bovenvlak 23 waarin een cirkelvormige doordieping 52 is aangebracht met een centrale opstaande stomp 54 die kan aangrijpen in de centrale opening van een CD 2. Bij 20 voorkeur kan de CD 2 enigszins klemmend op de stomp 54 worden gedrukt. Evenwel kan de stomp 54 ook op andere wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een rozet van de bekende opbergdoos van het Jewel-box-type of op een andere, op zichzelf bekende wijze, zoals bijvoorbeeld beschreven in US 5,788,068 of EP 0 789 914. In de buitenomtrek 56 van de 25 doordieping 52 zijn holten 58 voorzien, waarin vingers kunnen worden geplaatst voor het uitnemen van de CD 2. De verhogingen vormende hoekdelen 60 kunnen bijvoorbeeld aan de in figuur 12 naar onder gekeerde zijde hol zijn uitgevoerd, zoals schematisch aangegeven in figuur 13a, doch kunnen ook bijvoorbeeld zijn opgeschuimd, waardoor een gesloten 30 onderzijde kan worden verkregen, terwijl ongewenst lange spuitgietcycli 15 worden verhinderd. Daartoe kan bijvoorbeeld een opschuimtechniek worden toegepast als beschreven in de niet voorgepubbceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1014703 van aanvraagster of volgens WO 98/16364. Ook andere technieken kunnen daartoe worden toegepast.
5 In gesloten stand, als getoond in figuur 13, wordt de CD passend opgesloten tussen de beide dekseldelen 6a, 6b, waarbij de stomp 54, althans rozet of dergebjk vastzetmiddel gedeeltehjk wordt opgenomen in de uitsparing 50, zodat wederom een minimale dikte D van de gesloten verpakking 1 wordt verkregen. De langsrand 24 past daarbij om het tweede 10 dekseldeel 6b. Passende sluitmiddelen kunnen zijn voorzien, bijvoorbeeld als eerder beschreven aan de hand van figuur 1, 19, 22 of 24.
In figuur 14 is een verdere uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, wederom voorzien van een eerste dekseldeel 6a en een tweede dekseldeel 6b, integraal gespuitgiet met een scharnier 8 15 van het living-hinge-type. In deze uitvoeringsvorm is het eerste dekseldeel 6a voorzien van een verhoogd zijvlak 22 met een centrale, in hoofdzaak cirkelvormige doordieping 52 waarin centraal een stomp 54 is voorzien, die ten opzichte van het bodemvlak 62 van de doordieping 52 een hoogte heeft zodanig dat het bovenvlak 64 daarvan ongeveer gelijk ligt aan het vlak 22. 20 In de stomp 54 is een omtrekschroef 66 aangebracht, om nog nader te beschrijven redenen. Het zijvlak 22 is via de scharnier 8 verbonden met een zijvlak 22a van het tweede dekseldeel 6b. De overige drie zijden van genoemd zijvlak 22a zijn voorzien van een opstaande langsrand 24, waardoor een bakvormig dekseldeel 6b is verkregen. Op de naar binnen 25 gekeerde zijde van het zijvlak 22a is een steunrand 32 aangebracht rond een centraal opgesteld rozet 68, opgebouwd uit een aantal vingers 70. De rozet 68 en de stomp 54 zullen samenwerkend worden beschreven aan de hand van figuur 15a en b.
Figuur 15a toont de verpakking 1 volgens figuur 14 in een bijna 30 gesloten stand, waarbij het eerste dekseldeel 6a enigszins helt ten opzichte 16 van het tweede dekseldeel 6b. Een CD 2 is met de centrale opening 2a over de rozet 68 geschoven, langs de vingers 70. De vingers 70 hellen vanaf het zijvlak 22a enigszins binnenwaarts, in de richting van elkaar. Elke vinger is nabij zijn bovenste einde voorzien van een buitenwaarts reikende 5 klemnok 72, alsmede van een binnenwaarts reikende tweede klemnok 74.
In de in figuur 15a getoonde geopende stand is de diameter DM van de rozet 68, gemeten over de buitenrand van de klemnokken 72 ongeveer gelijk aan de binnendiameter van de centrale opening 2a, of een weinig groter. De CD 2 kan dan, onder geringe elastische vervorming van de vingers 70 over de 10 rozet 68 worden gedrukt. In de in figuur 15a getoonde stand rust de CD 2 op de steunrand 32.
De stomp 54 omvat een rondlopende groef 66 en is nabij het bovenvlak 64 voorzien van een inlooprand 74. De diameter DX van de stomp 54 is, tussen de groef 66 en de inlooprand 74 enigszins groter dan de 15 binnendiameter DB van de vingers 70, gemeten direct onder de tweede vastzetnokken 74. Dit betekent dat wanneer de stomp 54 tussen de vingers 70 wordt gedrukt, in de rozet 68, de vingers 70 buitenwaarts worden weggedrukt, waardoor de vastzetnokken 72 zullen aangrijpen op of boven het bovenvlak 2b van de CD 2, rond de centrale opening 2a, terwijl de stomp 20 54 zo ver in de rozet 68 wordt gedrukt dat de tweede vastzetnokken 74 zullen aangrijpen in de groef 66 in de stomp 54. Hiermee wordt bereikt dat enerzijds de vingers 70 elastisch buitenwaarts worden weggedrukt, onder opsluiting van de CD 2, en in deze stand worden vastgezet door de stomp 54, terwijl anderzijds het eerste dekseldeel 6a daarbij tegen het tweede 25 dekseldeel 6b wordt vastgezet, binnen de langsrand 24, waarbij het zijvlak 22 van het eerste dekseldeel 6a althans gedeeltelijk zal aanliggen tegen het zijvlak 22a van het tweede dekseldeel 6b. Hierdoor wordt een bijzonder stijve, compacte verpakking verkregen met kleine dikte D. Wordt de verpakking 1 geopend door de stomp 54 uit de rozet 68 te drukken of 30 trekken dan wordt tegelijkertijd de CD 2 althans in hoofdzaak vrijgegeven 17 zodat deze met de centrale opening 2a van de rozet 68 kan worden getrokken.
Figuur 16 toont een verpakking 1 volgens de uitvinding, vergelijkbaar met de verpakkingsinrichting als getoond in figuur 6, waarbij 5 evenwel in het tweede dekseldeel 6b de ribben 44 zijn weggelaten. Het vlak 22a is derhalve aan de naar binnen gekeerde zijde vlak uitgevoerd. Het betreffende dekseldeel 6b is daardoor relatief weinig torsiestijf, althans minder stijf dan bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6. Wanneer de verpakking 1 volgens figuur 16 wordt gesloten ligt de binnenzijde van het 10 vlak 22a aan tegen de randen 24 en/of 28 van het eerste dekseldeel 6a, waardoor de gewenste stijfheid van de verpakking 1 althans in gesloten toestand wordt verkregen. Wordt in deze gesloten toestand de verpakking 1 enigszins getordeerd, dan zal de langsrand 24, 24a van het tweede dekseldeel 6b althans gedeeltelijk loskomen van de langsrand 24 van het 15 eerste dekseldeel 6a, waardoor openen van deze verpakking bijzonder eenvoudig mogelijk is. Het zal overigens duidelijk zijn dat de verpakking 1 ook kan worden geopend door de beide dekseldelen in vlakke toestand van elkaar te trekken.
Figuur 17 toont een verpakkingsinrichting 1 vergelijkbaar met die 20 als getoond in figuur 9, waarbij in het eerste dekseldeel 6a wederom de ribben 44 zijn weggelaten. Ook voor deze verpakkingsinrichting 1 geldt derhalve dat het eerste dekseldeel 6a relatief weinig torsiestijf is en de verpakking 1 in gesloten toestand de gewenste stijfheid verkrijgt, doordat de vlakke binnenzijde van het vlak 22a zal rusten tegen de rand 28 van het 25 tweede dekseldeel 6b. In deze uitvoeringsvorm is een verpakkingsinrichting 1 getoond voor het opnemen van een in hoofdzaak rechthoekige plaatvormige informatiedrager 2, waarvan in het tweede dekseldeel 6b in streepstippellijnen een gedeelte van de contour 2a is getoond zoals deze informatiedrager in het tweede dekseldeel 6b zal zijn op genomen wanneer 30 de verpakking 1 is gesloten. Uitsparingen 29 zijn voorzien waardoor niet de 18 gehele contour 2a in aanraking is met de opstaande rand 28. Met een dergelijke uitsparing kan derhalve de gewenste klemkracht relatief eenvoudig worden bepaald. Uiteraard kan deze binnenrand elke gewenste contour hebben zolang deze zich om de plaatvormige informatiedrager 2 kan 5 sluiten. In deze getoonde uitvoeringsvorm verdient het de voorkeur dat tenminste de hoeken 23 en bij voorkeur de volledige opstaande rand 24, 28 is vervaardigd met de eerder beschreven opschuimtechniek, waardoor een alzijdig gesloten rand wordt verkregen met relatief weinig materiaal waarvoor een korte spuitgietcyclus volstaat.
10 In figuur 18 is een verpakking 1 getoond vergelijkbaar met die volgens figuur 12, waarbij de ribben 44 uit het eerste dekseldeel 6a zijn weggelaten, ter verlaging van de torsiestijfheid en verkleining van de dikte. Het vlak 22a kan aanbggen tegen de bovenzijde van de rand 23 van het tweede dekseldeel 6b, alsmede eventueel tegen de rozet 54. Aan de 15 scharnierzijde is het tweede dekseldeel 6b voorzien van een enigszins opgehoogde rand 21 waartegen de naar de scharnierzijde gekeerde langsrand 24a van het eerste dekseldeel 6a kan aansluiten wanneer de verpakking 1 is gesloten. Bij eendelige vervaardiging van een dergelijke verpakking zal genoemde langsrand 24a eenvoudig via een living hinge 8 20 (niet getoond) kunnen worden verbonden met de langsrand van genoemd verhoogd gedeelte 21. Een verpakking volgens figuur 18 is in gesloten toestand bijzonder dun, bijvoorbeeld tussen 2 en 4,5 mm, bij voorkeur ongeveer 3,2 mm zodat een drietal dergelijke verpakkingen in de breedte van een gebruikelijke Jewel-case passen.
25 Het zal duidelijk zijn dat de verpakkingen volgens figuur 17 en 18 in het bijzonder en de verpakkingen volgens de uitvinding in het algemeen eenvoudig zodanig kunnen worden uitgevoerd dat deze door geringe torsie kunnen worden geopend, zoals eerder beschreven aan de hand van figuur 16. Verschillende uitvoeringsvormen van verpakkingen volgens de 30 uitvinding kunnen eenvoudig worden uitgevoerd voor het opnemen van 19 twee of meer plaatvormige informatiedragers naast elkaar, in elkaar geheel of gedeeltelijk overlappende toestand.
Figuur 19 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding, voorzien van een bakvormig deel 4, met 5 aan twee bovenste langsranden van zijwanden 12 daarvan via scharniermiddelen 8 daarmee verbonden dekseldelen 6A, 6B, welke tezamen in gesloten toestand een CD 2, die in de spieetvormige opening 16 is gestoken, kunnen omsluiten. Bij deze uitvoeringsvorm is het in de tekening links getoonde eerste dekseldeel 6A voorzien van een sluitvlak 22A 10 met een op een afstand B van de langsrand van het sluitvlak staande opstaande rand 24A, die aan twee tegenovergelegen zijden is voorzien van een opening 29. De rand 24A staat op een afstand B van de langsrand van het dekseldeel 6A, welke afstand B althans in hoofdzaak overeenkomt met de dikte van de opstaande rand 24B op het tegenovergelegen tweede 15 dekseldeel 6B, welke rand 24B zich langs de langsrand van het sluitvlak 22B van het betreffende dekseldeel 6B uitstrekt. Bij gesloten verpakkingsinrichting 1 ligt de langsrand 24B tegen de buitenzijde van de langsrand 24A, zodat een naar buiten toe gesloten verpakking wordt verkregen met een totale breedte D die in hoofdzaak wordt bepaald door de 20 hoogte Hb van de langsrand 24B en de dikte Ha van het sluitvlak 22A. Overigens wordt op gemerkt dat de dikte van het sluitvlak 22 A binnen de langsrand 24A anders, in het bijzonder kleiner kan zijn dan de dikte van genoemd vlak buiten de langsrand 24A, zodat de inrichting in gesloten toestand een nog kleinere dikte kan hebben. Eventueel kan de langsrand 25 24A ook de zijden van het dekseldeel 6A bepalen en geheel binnen de langsrand 24B van het andere dekseldeel 6B vallen. Op de beide sluitvlakken 22A zijn noppen 80 getoond, welke bijzonder geringe hoogte hebben en bij gesloten inrichting 1 aanliggen tegen de informatiedrager 2, zodanig dat deze volledig opgesloten wordt gehouden. De noppen 80 houden 30 de oppervlakken van de informatiedrager, in het bijzonder de ’ 0 1 .1 1 o 20 informatiedragende delen daarvan op afstand van de wanddelen 22, waardoor beschadiging nog beter wordt verhinderd. De noppen 80 zijn bij voorkeur zodanig geplaatst dat deze aanliggen tegen de informatiedrager op onbespeelde delen. Bij een CD bijvoorbeeld dichtbij de buitenste langsrand 5 18 en/of rond de centrale opening. Overigens kan met hetzelfde doel ook een centrale kleine verhoging zijn voorzien onder of rond de centrale opening die tegen de CD rust, terwijl de verhogingen ook andere vormen kunnen hebben dan de getoonde noppen, bijvoorbeeld ringsegmenten, radiale ruggen of dergelijke.
10 Op het sluitvlak 22B van het tweede dekseldeel 6B is een tweetal verhogingen in de vorm van ruggen 81 aangebracht, op een afstand W van de naastgelegen langsrand 24B, welke afstand W overeenkomst met de dikte W van de langsrand 24A aan de van het scharnier 8 afgekeerde zijde van het eerste dekseldeel 6A. Bij gesloten inrichting 1 komt genoemde 15 langsrand 24A derhalve opgesloten te liggen tussen de ruggen 81 en de naastgelegen opstaande rand 24B, waarbij bij voorkeur een lichte klemming optreedt. Deze stand is getoond in figuur 24. De inrichting 1 wordt daardoor eenvoudig gesloten gehouden. De beide dekseldelen 6A, 6B zijn over ongeveer de halve breedte voorzien van een uitstekende lip 82, zoals 20 duidelijk getoond in figuur 21. Door deze lippen 82 van elkaar weg te drukken vanuit de in figuur 21 getoonde situatie, kan de inrichting 1 eenvoudig worden geopend.
In het bakvormig deel 4 is de spleet 16 voorzien, welke in de richting van het bodemvlak 10 in breedte afneemt, bij voorkeur met wanden 25 84 die enigszins glooiend verlopen, zodanig dat een CD 2, die met de langsrand 18 in de spleet 16 wordt gebracht langs de wanden 84 wordt geleid, tot nabij het bodemvlak 10 en slechts in het onderste deel 86 van de spleet 16 enigszins wordt geklemd. Dwarswanden 88 zijn nabij het bodemvlak 10 voorzien, bijvoorbeeld haaks op de langsrichting van de 30 spieetvormige opening 16, waarop de CD 2 met de langsrand 18 rust : i . * 21 waardoor de afstand waarover de CD 2 in het bakvormig deel 4 kan worden gestoken wordt beperkt. Hierbij kan het bakdeel 4 relatief dunne wanddelen hebben en toch de informatiedrager 2 goed ondersteunen.
In figuur 22 is een inrichting 1 getoond vergelijkbaar met die als 5 getoond in figuur 19, waarbij evenwel in het sluitvlak 22B van het tweede dekseldeel 6B een doordieping 88 is voorzien, in de getoonde uitvoeringsvorm ongeveer rechthoekig en zodanig van afmeting dat daarin een creditcard formaat tweede informatiedrager kan worden opgenomen (niet getoond). Nabij het scharnier 8 is een ruimte uitgespaard waardoor de 10 tweede informatiedrager eenvoudig uit de doordieping 88 kan worden genomen. Figuur 23 toont in zijaanzicht de inrichting volgens figuur 22, met gedeeltelijk doorgesneden bakvormig deel 4, waarbij de doordieping 88 duidelijk zichtbaar is. Met een dergelijke inrichting kunnen eenvoudig verschillende informatiedragers in een inrichting 1 worden opgenomen.
15 Bij de in figuur 22 getoonde uitvoeringsvorm zijn naast de doordieping 88 op het sluitvlak 22B retentienokken 92 voorzien, op zodanige afstand van het scharnier 8 dat de langsrand 18 van de informatiedrager 2 bij gesloten inrichting 1 aanligt tegen genoemde retentienokken 92, welke bij voorkeur tegenlossend zijn uitgevoerd. Door 20 deze retentienokken 92 wordt nog beter verhinderd dat de informatiedrager 2 binnen de gesloten inrichting 1 kan bewegen. Zoals getoond in figuur 24 kunnen de retentienokken 92 ook aan weerszijden, dat wil zeggen op elk der dekseldelen 6A, 6B zijn voorzien.
Doordat een inrichting 1 volgens de uitvinding bijzonder dun kan 25 worden uitgevoerd, bijvoorbeeld enkele millimeters, vergen deze bijzonder weinig ruimte. Een inrichting 1 volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld een dikte hebben tussen 3 en 3,5 mm, waardoor een drietal dergelijke inrichtingen in de ruimte kunnen worden opgeborgen die normaal door één Jewel-case wordt ingenomen. Het verdient daarbij de voorkeur dat een 30 opberginrichting volgens de uitvinding als overige buitenmaten die maten /-*· 22 heeft die overeenkomen met de corresponderende maten van een Jewel-case. Evenwel kan een inrichting volgens de uitvinding uiteraard ook allerlei andere afmetingen hebben, aangepast aan andere informatiedragers. Een inrichting 1 volgens de uitvinding kan op één of 5 beide dekseldelen zijn voorzien van een bedrukking, in het bijzonder door in-mould-labelling of door direct bedrukking op vlakken van de inrichting, waardoor de benodigde informatie eenvoudig kan worden weergegeven en inlegvellen niet meer nodig zijn. Daardoor kunnen de dekseldelen dicht op de informatiedrager aansluiten. Eventueel kunnen in-mould-labels ook over 10 de scharnieren heen worden aangebracht. Een inrichting 1 volgens de uitvinding is bijzonder economisch in vervaardiging en gebruik, met name als gevolg van de geringe afmetingen, terwijl deze toch in standaard opbergsystemen, transportsystemen en dergelijke kunnen worden toegepast. Belangrijke economische voordelen kunnen worden bereikt bij 15 opslag en transport. Ondanks de geringe dikte bieden opberginrichtingen volgens de uitvinding toch voldoende bescherming voor daarin opgesloten informatiedragers.
Figuur 25 toont een alternatieve sluiting voor een inrichting 1 volgens de uitvinding, bij gedeeltelijk doorgesneden inrichting. Hierbij is 20 het eerste dekseldeel 6A voorzien van één of meer pennen 93 of dergelijke klemmiddelen, welke bijvoorbeeld ook rillen of randen kunnen zijn, terwijl het tegenovergelegen tweede dekseldeel 6B op de binnenzijde van het sluitvlak 22B tegenover de of elke pen 93 of dergelijke is voorzien van corresponderende opneemholten 91, bijvoorbeeld gevormd in een bus 95, 25 waarin de pen 93 enigszins klemmend kan worden opgenomen. Daartoe kunnen de pennen 93 en/of bussen 95 ook enigszins hellend zijn opgesteld. Bij deze uitvoeringsvorm valt de rand 24B overigens in een groef 25 in het tegenovergelegen dekseldeel. Wederom kan de inrichting 1 eenvoudig worden geopend door uit elkaar drukken van de randen 82.
1 CM ' 23
Figuur 26 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een sluiting voor een inrichting volgens de uitvinding, waarbij elk dekseldeel 6A, 6B is voorzien van een rand 82, welke zich over ongeveer de halve breedte van de inrichting 1 uitstrekt, althans zodanige lengten hebben dat 5 de naar elkaar gekeerde einden 83A, 83B elkaar hij gesloten inrichting 1 enigszins overlappen, zoals getoond in figuur 26 boven. Hierbij zijn de gebogen randen 83A, 83B bij voorkeur enigszins elastisch vervormd voor het krijgen van een klemming. Voor het openen van de inrichting 1 kunnen de randen 82 wederom uit elkaar worden gedrukt, zoals getoond in figuur 26 10 onder, zodat de randen 83A, B langs elkaar worden weggedrukt. In deze stand kan een informatiedrager bijzonder eenvoudig in de inrichting worden gebracht. Sluiting gebeurt in de omgekeerde volgorde.
Alle combinaties van delen van inrichtingen zoals getoond in de figuren kunnen worden gecombineerd binnen het raam van de uitvinding.
15 Een inrichting volgens de uitvinding kan eenvoudig worden gevuld met een informatiedrager, door de informatiedrager onder invloed van de zwaartekracht op zijn plaats te laten vallen. In het bijzonder bij uitvoeringsvormen waarbij de informatiedrager 2 met een langsrand wordt vastgehouden, kan dit eenvoudig gebeuren door de informatiedrager in 20 ongeveer verticale stand tussen de klemvingers dan wel in de spleet in het bakvormig element te laten vallen en vervolgens de inrichting te sluiten.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
25 Zo kunnen de getoonde verpakkingen als beschreven ook worden uitgevoerd voor opnemen van andersgevormde plaatvormige informatiedragers, zoals drie-, vier- of meerhoekige informatiedragers. In het bijzonder kan daarbij worden gedacht aan informatiekaarten zoals creditcards, chipkaarten, simkaarten, diskettes, minidisks en der gelijke.
30 Eventuele middelen voor het vastzetten van informatiedragers in een |j W l V ... . .
24 centrale opening kunnen daarbij indien nodig worden weggelaten. In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden kunnen verstijvingsmiddelen zoals ribben ook eenvoudig worden vervangen door andere verstijvingsmiddelen zoals op geschuimde delen, verstijvingsranden, groeven, vervormingen en 5 dergelijke of eventueel ingelegde elementen. Verpakkingen 1 volgens de uitvinding kunnen op op zichzelf bekende wijze worden voorzien van bedrukkingen, labels, inserts en dergelijke, terwijl bovendien in het bijzonder aan de buitenzijde op op zichzelf bekende wijze folies kunnen worden aangebracht, bijvoorbeeld voor het tussen de dekseldelen en 10 genoemd folie opsluiten van informatiemiddelen zoals leaflets, boekjes en dergelijke. Een dergehjk folie is bij voorkeur doorzichtig. Voor het aanbrengen van bedrukkingen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van in-mould-label-technieken, terwijl bovendien andere herkenningsmiddelen kunnen worden meergevormd, bijvoorbeeld door inkapselen van 15 magnetische of elektronisch uitleesbare middelen. Een verpakking volgens de uitvinding kan zowel doorzichtig als ondoorzichtig of gedeeltelijk doorzichtig worden uitgevoerd.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
20

Claims (19)

1. Verp akkin g voor plaatvormige inform atiedragers, omvatten de dekseldelen, waarbij vastzetmiddelen zijn voorzien voor het in de verpakking vastzetten van ten minste één informatiedrager en waarbij de dekseldelen zijn ingericht voor het omsluiten van de informatiedrager 5 binnen de verpakking, waarbij ten minste één der dekseldelen is voorzien van een verhoogd gedeelte dat de informatiedrager ten minste gedeeltelijk kan omgeven en bij gesloten verpakking op korte afstand van of tegen het tegenovergelegen dekseldeel ligt, onder insluiting van genoemde informatiedrager.
2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij ten minste een der dekseldelen verzwenkbaar met een rugdeel is verbonden.
3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vastzetmiddelen ten minste een sleufvormige uitsparing omvatten waarin een randdeel van de informatiedrager opneembaar is, welke sleufvormige uitsparing is 15 verbonden met een der dekseldelen.
4. Verpakking volgens conclusie 3, waarbij de sleufvormige uitsparing is aangebracht in een rugdeel dat verzwenkbaar is verbonden met ten minste een der dekseldelen en zodanig is geplaatst dat de informatiedrager ongeveer evenwijdig aan een vlakke zijde daarvan uit de 20 sleufvormige uitsparing kan worden getrokken.
5. Verpakking volgens conclusie 3 of 4, waarbij de sleufvormige uitsparing is aangebracht nabij een langsrand van een der dekseldelen.
6. Verpakking volgens een der conclusies 3-5, waarbij de sleufvormige uitsparing is voorzien in een in hoofdzaak bakvormig element 25 dat verzwenkbaar is verbonden met ten minste een der dekseldelen.
7. Verpakking volgens conclusie 6, waarbij het bakvormige element zwenkbaar is verbonden met beide dekseldelen. 10 ' ‘: o
8. Verpakking volgens conclusie 7, waarbij de beide dekseldelen zwenkbaar zijn verbonden met tegenover elkaar gelegen langsranden van het bakvormige deel, nabij de daarin aangebrachte sleufvormige opening.
9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 beide dekseldelen verzwenkbaar zijn verbonden met elkaar of met een tussengelegen verpakkingsdeel.
10. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een der dekseldelen een opstaande rand omvat die bij gesloten verpakking aanligt tegen een naar buiten gekeerde zijde van een langsrand 10 van het tegenovergelegen dekseldeel.
11. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking in hoofdzaak is gevormd door eendelig spuitgieten met integraal gespuitgiette scharnieren (living hinges).
12. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 15 verpakking is voorzien van bedrukking, althans finish door middel van in mould labeltechniek.
13. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking is voorzien van een bedrukking, althans finish door middel van bedrukking in een matrijs waarin de verpakking is gespuitgiet dan wel door 20 middel van bedrukking direct op de verpakking.
14. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het of elk verhoogde gedeelte ribben, nokken en/of dergelijke verhogingen omvat, in het bijzonder reeksen zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekkende ribben, bij voorkeur raat-vormig.
15. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de of elke verhoging is voorzien door opschuimen van een gedeelte van de verpakking.
16. Verpakking voor plaatvormige informatiedragers, welke verpakking in hoofdzaak is gespuitgiet, omvattende een bij voorkeur 30 enigszins bakvormig deel dat via scharniermiddelen is verbonden met een dekseldeel, waarbij het genoemde deel is voorzien van ten minste een enigszins sleufvormige opening waarin een randdeel van een plaatvormige informatiedrager opneembaar is voor het vastzetten van de informatiedrager, waarbij twee dekseldelen worden gevormd, zodanig dat 5 bij gesloten verpakking de beide dekseldelen zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekken, ongeveer in het verlengde van twee tegenover elkaar gelegen wanden van genoemd deel, waarbij bij voorkeur op ten minste een der dekseldelen een verhoging is opgenomen voor het bij gesloten verpakking nader opsluiten van de informatiedrager.
17. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies waarbij ten minste een der dekseldelen en bij voorkeur beide dekseldelen zijn voorzien van verhogingen die zodanig zijn geplaatst dat bij gesloten verpakking genoemde verhogingen aanliggen tegen tegenover elkaar gelegen zijden van de informatiedrager en waarbij de verhogingen bij voorkeur de 15 informatiedrager slechts raken op onbespeelde oppervlaktedelen.
18. Werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking in hoofdzaak eendelig wordt gespuitgiet en waarbij bij voorkeur een bedrukking, althans print wordt voorzien door middel van in mould labeltechniek of in mould printing 20 techniek.
19. Werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking volgens een der conclusies 1 - 17, waarbij de verpakking wordt vervaardigd uit een doorzichtige kunststof, in het bijzonder een doorzichtig polypropyleen houdende kunststof. 25
NL1019410A 2001-06-18 2001-11-21 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL1019410C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019410A NL1019410C2 (nl) 2001-06-18 2001-11-21 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
TW90130072A TW585825B (en) 2001-11-21 2001-12-05 Packaging device and method for manufacturing same
DE60220279T DE60220279T2 (de) 2001-06-18 2002-06-18 Verpackung und verfahren zur herstellung dieses
CNA028152409A CN1539145A (zh) 2001-06-18 2002-06-18 包装装置及制造该包装装置的方法
US10/481,980 US20040238383A1 (en) 2001-06-18 2002-06-18 Packaging device and method for manufacturing same
EP02736294A EP1407453B1 (en) 2001-06-18 2002-06-18 Packaging device and method for manufacturing same
AT02736294T ATE363124T1 (de) 2001-06-18 2002-06-18 Verpackung und verfahren zur herstellung dieses
PCT/NL2002/000398 WO2002103699A1 (en) 2001-06-18 2002-06-18 Packaging device and method for manufacturing same

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018321A NL1018321C2 (nl) 2001-06-18 2001-06-18 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL1018321 2001-06-18
NL1019410 2001-11-21
NL1019410A NL1019410C2 (nl) 2001-06-18 2001-11-21 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019410C2 true NL1019410C2 (nl) 2002-12-19

Family

ID=26643367

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019410A NL1019410C2 (nl) 2001-06-18 2001-11-21 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US20040238383A1 (nl)
EP (1) EP1407453B1 (nl)
CN (1) CN1539145A (nl)
AT (1) ATE363124T1 (nl)
DE (1) DE60220279T2 (nl)
NL (1) NL1019410C2 (nl)
WO (1) WO2002103699A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN1618103A (zh) * 2001-12-06 2005-05-18 喷泉技术公司 用于包装信息载体的装置和方法
US20060208062A1 (en) * 2005-03-16 2006-09-21 Osborn Warren R Injection molded gift case for debit, credit and smart cards
GB0719381D0 (en) * 2007-10-04 2007-11-14 Ecoray Ltd Cases for storing an optical disc

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2154550A (en) * 1984-02-18 1985-09-11 Mardon Illingworth Container
DE9215426U1 (nl) * 1992-11-12 1993-02-04 Sun Hing Audio Equipment Mfy. Ltd., Kowloon, Hk
US5477960A (en) * 1995-02-09 1995-12-26 Chen; Hsien-Ta Compact disk case
DE29600288U1 (de) * 1996-01-09 1996-03-21 Wu Chen Shu Hsiang Albumförmige Einrichtung zur geschützten Aufbewahrung von CD-Kompaktplatten
US5924564A (en) * 1997-10-01 1999-07-20 Lin; Jason Disk storage device with spring element
EP0961280A2 (en) * 1995-11-20 1999-12-01 Montan Nederland B.V. Assembly of a number of plate-shaped data carriers and a storage device

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5531322A (en) * 1992-11-30 1996-07-02 Sony Corporation Storage case
US5713463A (en) * 1996-08-15 1998-02-03 30G, Inc. Folding data disk holder
US6516852B1 (en) * 2000-05-18 2003-02-11 Codax Technologies, Inc. Compact disc labeling apparatus and method

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2154550A (en) * 1984-02-18 1985-09-11 Mardon Illingworth Container
DE9215426U1 (nl) * 1992-11-12 1993-02-04 Sun Hing Audio Equipment Mfy. Ltd., Kowloon, Hk
US5477960A (en) * 1995-02-09 1995-12-26 Chen; Hsien-Ta Compact disk case
EP0961280A2 (en) * 1995-11-20 1999-12-01 Montan Nederland B.V. Assembly of a number of plate-shaped data carriers and a storage device
DE29600288U1 (de) * 1996-01-09 1996-03-21 Wu Chen Shu Hsiang Albumförmige Einrichtung zur geschützten Aufbewahrung von CD-Kompaktplatten
US5924564A (en) * 1997-10-01 1999-07-20 Lin; Jason Disk storage device with spring element

Also Published As

Publication number Publication date
EP1407453A1 (en) 2004-04-14
DE60220279D1 (de) 2007-07-05
EP1407453B1 (en) 2007-05-23
US20040238383A1 (en) 2004-12-02
DE60220279T2 (de) 2008-01-17
CN1539145A (zh) 2004-10-20
WO2002103699A1 (en) 2002-12-27
ATE363124T1 (de) 2007-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194438C (nl) Samenstel van een behuizing en ten minste een schijfvormig vastlegmedium, plano, alsmede behuizing.
NL8002259A (nl) Lunchdoos voor kinderen.
NL1001698C2 (nl) Samenstel van een aantal plaatvormige informatiedragers en een opberginrichting.
NL8401546A (nl) Behuizing voor tenminste een een informatiedrager bevattende houder.
NL9201966A (nl) Doos voor compactdiscs en dergelijke.
EP0941536B1 (en) Housing for a disc-shaped information carrier
NL1017409C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan.
NL1019410C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
EP2016009A2 (en) Media package
NL1018321C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JPH06191584A (ja) 収納ケース
EP1456847A2 (en) Device and method for packaging information carriers
NL1019923C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
NL1019501C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
NL1019488C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen.
NL1019924C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen.
NL2001164C2 (nl) Tray en verpakking voor plaatvormige informatiedragers.
NL1021519C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor Cd&#39;s, DVD&#39;s, informatiekaarten en dergelijke.
TW585825B (en) Packaging device and method for manufacturing same
JP4263214B2 (ja) ディスク型の情報担体用の筐体
NL1021520C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor Cd&#39;s, DVD&#39;s, informatiekaarten en dergelijke.
NL1028511C2 (nl) Verpakking voor informatiedragers.
NL1023834C2 (nl) Inrichting voor het verpakken van plaatvormige informatiedragers.
WO2003052761A2 (en) Device and method for packaging information carriers and method for manufacturing such packages
JP3096743U (ja) 記録媒体収納ケース

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080601