NL1019923C2 - Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers. Download PDF

Info

Publication number
NL1019923C2
NL1019923C2 NL1019923A NL1019923A NL1019923C2 NL 1019923 C2 NL1019923 C2 NL 1019923C2 NL 1019923 A NL1019923 A NL 1019923A NL 1019923 A NL1019923 A NL 1019923A NL 1019923 C2 NL1019923 C2 NL 1019923C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cover
edge
information carrier
edge part
cover parts
Prior art date
Application number
NL1019923A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendricus Antonius Hoogland
Original Assignee
Fountain Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fountain Tech Bv filed Critical Fountain Tech Bv
Priority to NL1019923A priority Critical patent/NL1019923C2/nl
Priority to PCT/NL2002/000786 priority patent/WO2003049115A2/en
Priority to US10/497,765 priority patent/US20050040057A1/en
Priority to EP02786222A priority patent/EP1456847A2/en
Priority to CN02827891.7A priority patent/CN1618103A/zh
Priority to AU2002354378A priority patent/AU2002354378A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019923C2 publication Critical patent/NL1019923C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/02Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
    • G11B33/04Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
    • G11B33/0405Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
    • G11B33/0433Multiple disc containers
    • G11B33/0444Multiple disc containers for discs without cartridge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/0081Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor of objects with parts connected by a thin section, e.g. hinge, tear line

Landscapes

  • Packaging For Recording Disks (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verpakken van informatiedragers. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het verpakken van plaatvormige informatiedragers.
5 In EP 0 886 863 is een opberginrichting beschreven voor plaatvormige informatiedragers zoals Cd's, creditcards, Sim-cards of dergelijke, waarbij op een in hoofdzaak vlakke rug paren verende klemelementen in de vorm van vingers zijn aangebracht. Een informatiedrager kan met een langsrand tussen de vingers worden geklemd. 10 Aan weerszijden van de rug is een daarmee zwenkbaar verbonden dekseldeel voorzien, welke rond de vingers en de daartussen op genomen informatiedrager kunnen worden gesloten voor het insluiten daarvan.
Deze opberginrichting beschermt de informatiedrager goed doch is relatief dik. Bovendien vergt deze relatief veel materiaal hetgeen resulteert 15 in relatief lange cyclustijden, hoge kosten en veel volume.
De uitvinding beoogt een opberginrichting voor informatiedragers, in het bijzonder plaatvormige informatiedragers, welke op geschikte wijze een informatiedrager kan beschermen.
De uitvinding beoogt voorts een dergelijke opberginrichting die 20 relatief dun is, in gesloten toestand.
De uitvinding beoogt voorts een opberginrichting van de onderwerpelijke soort welke eenvoudig en snel kan worden vervaardigd, met relatief laag materiaal gebruik.
De uitvinding beoogt verder een opberginrichting volgens de 25 inleiding, welke zowel in gesloten als in geopende vorm een aangenaam uiterlijk heeft en de informatiedrager met name in geopende vorm op attractieve wijze presenteert en toegankelijk maakt. De informatiedrager is
‘‘ ! Ί ftQ,': Λ J o VT
2 bij een opberginrichting volgens de uitvinding bij voorkeur eenvoudig uitneembaar.
Deze en verdere doelen worden volgens de uitvinding bereikt met een inrichting volgens conclusie 1.
5 Bij een inrichting volgens de uitvinding kan een bijzonder dunne opbouw worden verkregen, waarbij een voor het opnemen van de informatiedrager geschikte, passende ruimte kan worden geboden en waarbij de verpakking in althans gesloten toestand voldoende stijfheid heeft, aan welke stijfheid bovendien door een verpakte informatiedrager kan 10 worden bijgedragen. De inrichting volgens de uitvinding kan, bij toepassing voor het verpakken van CD's, bijvoorbeeld een zodanige dikte hebben dat twee of zelfs drie dergelijke inrichtingen naast elkaar passen in de ruimte die gebruikelijk wordt ingenomen door een Jewel-case type CD-verpakking voor een enkele CD, welke gebruikelijk een dikte heeft van ongeveer 10 mm. 15 Daardoor kunnen aanmerkelijke voordelen worden bereikt bij opslag en transport, terwijl bovendien minder kunststof hoeft te worden gebruikt, cyclustijden bij de vervaardiging kunnen worden verkort. Bovendien heeft een opberginrichting volgens de uitvinding zowel in gesloten als in open toestand een aangenaam uiterlijk.
20 Door het randdeel althans gedeeltelijk hol uit te voeren kunnen de wanddikteverschillen binnen de inrichting tot een minimum worden beperkt, hetgeen belangrijke materiaal en fabricage technische voordelen biedt. Uiteraard kan het randdeel ook bijvoorbeeld door kunststof schuimen tijdens productie of door naderhand opvullen geheel of gedeeltelijk worden 25 gevuld.
Het randdeel is bij voorkeur enigszins stijver dan het dekseldeel dat daarmee verbonden is, althans bij geopende inrichting. De informatiedrager kan dan bij gesloten opberginrichting tussen de dekseldelen worden opgesloten en bij geopende inrichting op een der 30 dekseldelen liggen, in het bijzonder op het dekseldeel dat op het randdeel 3 aansluit ofwel dit omvat. De informatiedrager kan daarbij eenvoudig uit de opberginrichting worden genomen door bijvoorbeeld buiging van het relatief flexibele deel, met name op afstand van het randdeel, terwijl de vorm van de inrichting na loslaten behouden blijft. Bovendien kunnen daardoor bijzonder 5 eenvoudig sluitmiddelen worden voorzien die door lichte vervorming van een of beide dekseldelen kunnen worden geopend en/of gesloten. Een relatief stijf randdeel biedt bovendien het voordeel dat tijdens en direct na vervaardiging de dekseldelen beter vlak kunnen worden gehouden en de verpakking vormstabiel is.
10 Op een of beide dekseldelen zijn bij voorkeur relatief lage verhogingen aangebracht waartegen of waartussen de informatiedrager bij gesloten verpakking is ingesloten, zodanig dat de buitenoppervlakken van de informatiedrager op afstand van de dekseldelen worden gehouden, in het bijzonder bespeelde, althans van informatie voorziene of anderszins voor 15 krassen, deuken en dergelijke gevoelige delen daarvan. Zo kunnen de verhogingen bijvoorbeeld als noppen of profileringen zijn aangebracht, in het bijzonder op zodanige posities dat deze slechts tegen niet bespeelde, althans niet van informatie voorziene delen van die oppervlakken rusten. Zo kunnen bijvoorbeeld indien de verpakking voor CD's dient te worden 20 gebruikt noppen of dergelijke zodanig zijn aangebracht dat de CD slechts met een buitenste rand van bijvoorbeeld 1 a 2 mm of delen daarvan op de noppen en/of profileringen ligt. Daarnaast kan of in plaats daarvan de CD ook rusten op noppen of andersoortige profileringen die zich onder en/of rond de centrale opening in de CD uitstrekken, bijvoorbeeld een enigszins 25 cirkelvormige verhoging. De profileringen, noppen of dergelijke verhogingen hebben bij voorkeur een hoogte van bijvoorbeeld enkele tienden van millimeters.
In een voordelige uitvoeringsvorm is het ene dekseldeel voorzien van het randdeel en is het andere dekseldeel voorzien van een element dat 30 via de scharniermiddelen is verbonden met het randdeel en bij gesloten n < ... _ ' w ^ -1 4 verpakking het randdeel althans gedeeltelijk overdekt. Hiermee wordt het voordeel bereikt dat de verpakkingsinrichting eenvoudig is geopende stand kan worden gespuitgiet, in het bijzonder nagenoeg vlak, terwijl bij gesloten verpakking een nog vormstabielere verpakking wordt verkregen. Bovendien 5 kan hierdoor de verpakking relatief eenvoudig en ver worden geopend en wordt extra oppervlak verkregen voor bijvoorbeeld bedrukking.
Alternatief kan het tweede dekseldeel zodanig aan het randdeel zijn verbonden dat het dekseldeel in gesloten toestand het randdeel vrij laat. Daarmee blijft het randdeel ook bij gesloten verpakking naar buiten toe 10 zichtbaar.
Bij voorkeur is een inrichting volgens de uitvinding voorzien van een sluiting als beschreven in conclusie 10.
Een dergelijke sluiting is bijzonder voordelig omdat deze voor een goede opsluiting zorgt, terwijl de inrichting eenvoudig te openen is en de 15 sluitmiddelen bij gesloten verpakking zich binnen de verpakking uitstrekken.
In nadere uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
Door ten minste één dekseldeel relatief flexibel uit te voeren, 20 althans het sluitvlak daarvan, kan de CD eenvoudig worden aangegrepen door wegbuigen van een deel van genoemd sluitvlak, terwijl het randdeel voor voldoende stijfheid zorgt.
Het verdient voorts de voorkeur dat ten minste één van de dekseldelen aan de bij gesloten inrichting naar binnen gekeerde zijde is 25 voorzien van retentiemiddelen voor aangrijping van een informatiedrager aan een zijrand daarvan. Daarmee kan de informatiedrager eenvoudig binnen de inrichting tegen bijvoorbeeld verschuiving worden gezekerd. De retentiemiddelen kunnen bijvoorbeeld één relatief kleine ondersnijding omvatten in ten minste één wanddeel, ter verzekering van de 30 informatiedrager tegen verschuiving. In ten minste één der dekseldelen kan S· t"\ 5 een doordieping zijn voorzien voor opnemen van een verdere informatiedrager, in het bijzonder een kaartvormige informatiedrager. Eén of beide dekseldelen kunnen zijn voorzien van bedrukking, omvattende ten minste informatie omtrent de informatiedrager die in de opberginrichting is 5 of op genomen, bijvoorbeeld door in-mould-labelling.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een opberginrichting voor een informatiedrager, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 19.
Door toepassing van een dergelijke werkwijze kan worden volstaan 10 met relatief eenvoudige matrijzen en lichte spuitgietinrichtingen, terwijl bovendien een grotere vrijheid wordt verkregen voor de te gebruiken materialen. In het bijzonder wordt hiermee het voordeel bereikt dat ook kunststoffen met relatief lage melt kunnen worden toegepast, zoals PET, PC, POM, lage-melt PE en dergelijke. Voorts wordt hiermee het voordeel 15 bereikt dat relatief lage inspuitdrukken kunnen volstaan.
Het verdient daarbij de voorkeur dat de matrijsholte in de gewenste vorm wordt gebracht, terwijl de laatste kunststof in de matrijsholte wordt geperst. Zo kan bijvoorbeeld tijdens het in de gewenste vorm brengen van de matrijsholte nog tussen 0% en 20% van de benodigde 20 kunststof worden ingebracht, voor het verkrijgen van de gewenste vuldruk, waarbij gebleken is dat ongeveer 10% tot bijzonder goede resultaten leidt. Evenwel zal direct duidelijk zijn dat afstemming van de juiste nog in te brengen hoeveelheid kunststof eenvoudig kan worden bepaald door de vakman, in het bijzonder aan de hand van bijvoorbeeld de matrijsvorm, de 25 toe gepaste kunststof en der gelijke.
In nadere uitvoering wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 21.
Toepassing van een beweegbaar deel, in het bijzonder en kern, biedt het voordeel dat de matrijs volledig kan worden gesloten met een 30 volume in de matrijsholte dat groter is dan het volume van het gewenste 1QlP923 6 product, dat vervolgens de kunststof in de matrijsholte kan worden gebracht en uiteindelijk de gewenste druk kan worden verkregen door verplaatsing van genoemd beweegbaar deel onder verkleining van het volume van de matrijsholte. Hierbij kan met relatief lage drukken worden volstaan voor 5 dichthouden van de matrijs en/of bewegen van genoemd ten minste ene beweegbare deel.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verpakken van een plaatvormige informatiedrager, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 22.
10 Een dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat de informatiedragers bijzonder eenvoudig in de verpakking kunnen worden gebracht.
In de volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen getoond van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding.
15 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van inrichtingen en werkwijzen volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 in perspectivisch aanzicht schematisch een inrichting 20 volgens de uitvinding, in gedeeltelijk geopende toestand; figuur 2 in doorgesneden zijaanzicht een inrichting volgens de uitvinding; figuur 3 in bovenaanzicht een gedeelte van een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; 25 figuur 4 in doorgesneden zijaanzicht de inrichting volgens figuur 3, in gedeeltelijk geopende toestand; figuur 5 in doorgesneden zijaanzicht schematisch een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 6 in perspectivisch doorgesneden zijaanzicht een gedeelte 30 van een inrichting volgens figuur 5; „λ 7 figuur 7 in perspectivisch aanzicht een vijfde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 8 in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een inrichting volgens figuur 7, in gesloten toestand; 5 figuur 9 in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding, met sluit- en retentiemiddelen; figuur 10 in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een alternatieve sluiting voor een inrichting volgens de uitvinding; figuur 11 in perspectivisch aanzicht een zesde alternatieve 10 uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 12 in achteraanzicht een gedeelte van een inrichting volgens figuur 11; en figuur 13 in perspectivisch aanzicht een zesde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.
15 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers.
In de getoonde uitvoeringsvormen zijn de inrichtingen alle eendelig gespuitgiet met geïntegreerde scharnieren (living hinges). De inrichtingen volgens de uitvinding kunnen op traditionele wijze worden gespuitgiet, doch 20 ook kan daarvoor een werkwijze worden toegepast volgens de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvragen NL 1019235 en NL 1019320, hierin door referentie opgenomen. Op voordelige wijze kan een inrichting volgens de uitvinding bijvoorbeeld worden vervaardigd uit PE, PET, POM, PC of dergelijke. Met name bij toepassing van een werkwijze 25 volgens genoemde octrooiaanvragen kan op effectieve wijze gebruik worden gemaakt van lage-melt-kunststof, zoals PET, terwijl dit toch doorzichtig kan worden uitgevoerd. Bovendien kan een dergelijke inrichting relatief goedkoop en sterk worden vervaardigd, met de gewenste stijfheid en/of flexibiliteit.
8
Inrichtingen volgens de uitvinding zijn geschikt voor verpakken van informatiedragers, in het bijzonder plaatvormige informatiedragers, zoals CD's, CD-ROM's, CDi's, CDr en dergelijke (verder "CD" te noemen), Sim-kaarten, creditcards, geheugenkaarten en dergelijke . In de getoonde 5 uitvoeringsvoorbeelden zijn de inrichtingen geschikt voor in hoofdzaak cirkelvormige informatiedragers, zoals genoemde CD's. Het zal direct duidelijk zijn dat dergelijke inrichtingen ook geschikt kunnen worden gemaakt voor bijvoorbeeld rechthoekige informatiedragers zoals genoemd, door aanpassing van bijvoorbeeld retentiemiddelen, draag- en 10 opsluitmiddelen en dergelijke.
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk geopend een verpakking 1 volgens de uitvinding, omvattende een randdeel 2 met scharnierend daarmee verbonden een eerste dekseldeel 4 en een tweede dekseldeel 6. De dekseldelen 4, 6 zijn door respectievelijk een eerste 15 scharnier 8 en een tweede scharnier 10 integraal met het randdeel 2 verbonden. Het randdeel 2 is aan de in figuur 1 naar onder gekeerde zijde open uitgevoerd, zoals weergegeven in figuur 2 en omvat een gesloten langswand 12 en een bodemwand 14.
Het eerste dekseldeel 4 omvat een in hoofdzaak vlak eerste 20 sluitvlak 16 waarop nabij vier hoeken daarvan verhogingen 18 zijn voorzien met naar het midden van het sluitvlak 16 gekeerde concave wanddelen 20.
De vier wanddelen 20 bepalen tezamen de omtrek van een cirkel C, in figuur 1 in onderbroken lijnen weergegeven, ter grote van een CD. De verhogingen 18 kunnen zijn opgeschuimd en /of aan de naar het sluitvlak 16 25 gekeerde zijde open zijn uitgevoerd. Zoals getoond in figuur 1 kunnen de verhogingen 18 ook door dunne wanden worden gevormd. Nabij de * ingeschreven cirkel C, althans de wanddelen 20 zijn geringe verhogingen 22 in de vorm van bijvoorbeeld meegevormde noppen of dergelijke voorzien, waarop een CD (niet getoond) met een onbespeeld, dat wil zeggen niet van 30 informatie voorzien randdeel kan rusten, waarbij het verdere oppervlak van 4 Γ) '' « /¾ · v_ 9 de CD op afstand van het sluitvlak 16 wordt gehouden. Eventueel kunnen verdere verhogingen 22 zijn voorzien nabij het midden van het sluitvlak 16, zodanig dat de CD ook rond zijn centrale opening op onbespeeld oppervlak kan worden gedragen. Bij geschikte keuze van het materiaal, bijvoorbeeld 5 relatief zachte kunststof kunnen dergelijke verhogingen op andere posities worden aangebracht.
Zoals blijkt uit figuur 1 is in de bodemwand 14 aan de naar de dekseldelen 4, 6 gekeerde zijde een sleufvormige holte 24 voorzien, bij gesloten stand van de verpakking tussen de naast het randdeel 2 gelegen 10 verhogingen 18, waarin althans bij gesloten verpakking 1 een gedeelte van de langsrand van een CD kan worden opgenomen, zoals schematisch aangegeven door de cirkel C. Hierdoor wordt een goede opsluiting van de informatiedrager verkregen.
De opening 24 kan zodanig worden uitgevoerd dat de langsrand 15 daarin vrij beweegbaar is opgenomen, zodanig dat het dekseldeel 4 met de informatiedrager kan worden verzwenkt. Evenwel kan de opening 24 ook klemmend worden uitgevoerd, zodanig dat bij openen van de verpakking, althans bij verzwenking van het eerste dekseldeel 4 ten opzichte van het randdeel 2 de informatiedrager van het eerste dekseldeel 4 vrijkomt en 20 rechtop op het randdeel 2 komt te staan. Hierdoor wordt de CD nog eenvoudiger aangrijpbaar. Tussen de verhogingen 18 is aan drie zijden een opening 26 vrijgehouden waarin een deel van de langsrand van de informatiedrager reikt, zoals aangegeven door de cirkel C en waarin deze eenvoudig aangrijpbaar is indien de informatiedrager bij openen van de 25 verpakking op het eerste dekseldeel 4 blijft liggen.
In de verhogingen 18, die aan de van de scharnieren 8, 10 afgekeerde zijde van het eerste dekseldeel 4 zijn gelegen, is telkens een opening 28 aangebracht, welke onderdeel vormen van een sluiting zoals nog nader zal worden toegelicht. Over een gedeelte van de van de scharnieren 10 afgekeerde zijde van het sluitvlak 16 is een lip 30 gevormd waarmee het dekseldeel 4 eenvoudig kan worden aangegrepen voor het openen daarvan.
Het tweede dekseldeel 6 omvat een tweede sluitvlak 32 met een zich langs de drie niet met het scharnier 10 verbonden zijden uitstrekkende, 5 opstaande wand 34. Op het tweede sluitvlak 32 zijn verhogingen 36 aangebracht, vergelijkbaar met de verhogingen 22 aan het eerste sluitvlak 16. Hiermee kan bij gesloten verpakking de informatiedrager 36 worden gedragen, bij voorkeur op onbespeelde oppervlakken, voor klemming daarvan tussen de beide sluitvlakken en voor het op afstand van het tweede 10 sluitvlak 32 houden van het verdere oppervlak van de informatiedrager.
Nabij de van het scharnier 10 afgekeerde wanddeel 34A zijn twee lippen 38 voorzien, welke bij sluiten van de verpakking 1 in de openingen 28 kunnen aangrijpen, bij voorkeur enigszins klemmend. Hiermee kan de inrichting eenvoudig gesloten worden gehouden. Het tweede dekseldeel 6 is voorzien 15 van een lip 31, aan de zijde tegenover de zijde waar de lip 30 aan het eerste dekseldeel 4 is voorzien. Door de beide lippen 30, 31 bij gesloten verpakking van elkaar weg te drukken, wordt de verpakking eenvoudig geopend.
In figuur 2 is een verpakking volgens figuur 1 in doorgesneden zijaanzicht getoond, waarbij evenwel de verhogingen 18 zijn uitgevoerd als 20 wanddelen. Hierin is de informatiedrager CD getoond, welke meezwenkt met het tweede dekseldeel 4. Bij voorkeur is de informatiedrager enigszins ingeklemd tussen de wanddelen, althans de verhogingen 18. Eventueel kunnen nog aangrijpmiddelen zijn voorzien voor aangrijping van de CD in de centrale opening.
25 Een verpakking 1 volgens figuur 1 en 2 kan als volgt worden vervaardigd.
In een matrijs wordt ten minste één matrijsholte voorzien, zodanig dat het randdeel 2 bijvoorbeeld in de in figuur 2 getoonde rechtopstaande stand wordt gevormd, waarbij de beide dekseldelen 4, 6 zich in 30 tegengestelde richting ongeveer horizontaal uitstrekken, als vleugels. Een 11 kerndeel kan zich daarbij uitstrekken vanaf de open zijde 40 in het randdeel 2. In een dergelijke matrijsholte kan een inrichting 1 eenvoudig worden gespuitgiet. Het verdient evenwel de voorkeur dat een kern (niet getoond) wordt gebruikt voor de vorming van de holte 42 in het randdeel 2. De kern is 5 beweegbaar opgesteld en wordt bij inspuiten van de kunststof enigszins teruggetrokken, zodanig dat het volume van de matrijsholte groter is dan het volume van het te vormen product. Nadat de kunststof althans in hoofdzaak in de matrijsholte is gespoten, wordt de kern voorwaarts bewogen, dat wil zeggen in de richting van de bodemwand 14, onder 10 verdringing van kunststof, waardoor de gewenste vulling van de matrijsholte wordt verkregen. Alternatief kan de matrijsholte ook enigszins groter worden door de matrijsdelen enigszins uit elkaar te bewegen of door beweegbare vormdelen, welke na inbrengen van in hoofdzaak alle kunststof, bijvoorbeeld 80 tot 90% daarvan in de matrijsholte naar, althans tegen 15 elkaar worden bewogen, zodanig dat de gewenste vorm van het product wordt verkregen onder tegelijkertijd verder inspuiten van de rest van de kunststof voor het verkrijgen van de gewenste vul- en nadruk. Dergelijke werkwijzen zijn beschreven in NL 1019235 en NL 1019320.
In figuur 3 en 4 is een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een 20 inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende een eerste dekseldeel 4 en een tweede dekseldeel 6, onderling verbonden door een scharnier 8. Het eerste dekseldeel 4 omvat, althans sluit aan op een randdeel 2 dat een holte 42 omvat binnen een langswand 12, onder een bodemvlak 14, in figuur 4 boven getoond. Het eerste sluitvlak 16 sluit aan 25 op de langswand 12 aan de van het bodemvlak 14 afgekeerde zijde, tegenover de achterzijde van het randdeel 2 waar het scharnier 8 is voorzien voor koppeling van het tweede dekseldeel 6 met het randdeel 2.
Op het eerst sluitdeel 16 zijn wederom in vier hoeken verhogingen 18 aangebracht in de vorm van relatief dunne wanden, met naar binnen 30 gekeerde, concaaf gebogen wanddelen 20. Langs elk der genoemde 2 3 s 12 wanddelen 20 is een lage rand 22 voorzien waarop de onbespeelde langsrand van een CD kan rusten. Openingen 26 zijn tussen de verhogingen 18 voorzien voor aangrijping van de informatiedrager. De wanddelen 20 kunnen de informatiedrager enigszins klemmen, bij voorkeur met behulp 5 van bijvoorbeeld geringe verdikkingen 23 waardoor de informatiedrager geklemd kan worden.
Tussen de naar de verhogingen 18 gekeerde zijde van de langswand 12 van het randdeel 2 en de daarnaast gelegen wanden 19 van de verhogingen 18 is een ruimte 34C ingesloten. Het tweede dekseldeel 6 is 10 voorzien van een opstaande wand 34, welke zich vierzijdig uitstrekt en zodanig is gedimensioneerd en geplaatst dat bij gesloten verpakking de langswand 34 de verhogingen 18 passend omsluit en aanligt tegen het eerste sluitvlak 16. Het aan de zijde van het scharnier 8 gelegen wanddeel 34B valt daarbij in de ruimte 34C, bij voorkeur enigszins klemmend.
15 Sluitmiddelen als eerder beschreven kunnen zijn voorzien voor verdere sluiting.
Bij deze uitvoeringsvorm is tussen de langswand 34B en het scharnier 8 een element 35 voorzien, in het bijzonder een vlak plaatdeel dat evenwijdig ligt aan het tweede sluitvlak 32, welke element 35 het randdeel 20 2 bij gesloten verpakking overdekt. Dit element 35 kan enigszins flexibel worden uitgevoerd, althans meer flexibel dan het randdeel 2, waardoor openen van het deksel 6 eenvoudiger mogelijk is onder geringe buiging van genoemd element 35.
Een inrichting 1 volgens figuur 3 en 4 kan wederom worden 25 gevormd door spuitgieten of op eerder beschreven wijze met beweegbare matrijsdelen, in het bijzonder kernen voor vorming van de holte 42.
In figuur 5 is een uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, welke enigszins vergelijkbaar is met die als getoond in figuur 3 en 4. Gelijke delen hebben wederom gelijke verwijzingscijfers.
13
Bij deze uitvoeringsvorm is het eerste dekseldeel 4 wederom enigszins bakvormig uitgevoerd en voorzien van opstaande randdelen 19, vergelijkbaar met die als getoond in figuur 3 onder weglating van de gebogen wanddelen 20, waarbij een deel van de langswand 12A één van de 5 wanden van het bakvormig deel 37 vormt. Het tegenovergelegen deel 12B van de langswand is hierbij getrapt uitgevoerd, zodanig dat het scharnier 8 zich ongeveer midden langs genoemd langswanddeel 12B uitstrekt, dat wil zeggen op de halve hoogte van het randdeel 2. Het tweede dekseldeel 6 omvat het tweede sluitvlak 32 en langs drie zijden een opstaande wand 34. 10 Bij deze uitvoeringsvorm is het tweede sluitvlak 32 nagenoeg volledig vlak, afgezien van daarop aangebrachte geringe verhogingen 36. Bij gesloten verpakking ligt het tweede sluitvlak 32 aan op de bovenzijde van de bodemwand 14 van het randdeel 2, waarbij de van het scharnier 8 afgekeerde wand 34 aanligt tegen de van het scharnier 8 afgekeerde wand 15 19A van het eerste dekseldeel 4. In genoemde wand 19A is een aantal hollingen 21 aangebracht, welke kunnen samenwerken met bollingen 23 aan de binnenzijde van de wand 34, voor de vorming van een klemsluiting.
Op het eerste sluitvlak 16 zijn wederom verhogingen 22 aangebracht voor het op afstand van het sluitvlak 16 dragen van de 20 informatiedrager, evenals de verhogingen 36 op het tweede sluitvlak 32, waarbij retentiemiddelen zijn voorzien voor het vasthouden van een informatiedrager in het bakvormig deel 37 van het eerste dekseldeel 4. Deze retentiemiddelen omvatten bijvoorbeeld langs de langsrand van de informatiedrager opgestelde, enigszins verende lippen 40 en een op de 25 langswand 12A aan de naar het bakvormig deel 37 gekeerde zijde aangebrachte nokjes 42. Een informatiedrager (niet getoond) kan met een langsrand enigszins onder genoemde nokje 42 worden gelegd en met een op afstand daarvan gelegen randdeel tegen de nokken 42 worden gedrukt, waarbij deze enigszins vervormen voor het verkrijgen van een gewenste 30 klemkracht. De informatiedrager kan eenvoudig worden uitgenomen door «Λ 14 deze tussen de nokken 40 en de nokjes 42 uit weg te trekken, in het bijzonder door geringe kanteling. De nokken 40 zijn daarbij opgesteld tegen een zijde van de informatiedrager tegenover de nokjes 42, gezien ten opzichte van een middellijn van de informatiedrager evenwijdig aan het 5 scharnier 8.
In figuur 6 is een gedeelte van een inrichting 1 volgens figuur 5 getoond, in doorgesneden perspectivisch aanzicht, in licht geopende toestand. Duidelijk is hierbij het getrapte langswanddeel 12B met het geïntegreerde scharnier 8 waarmee een wanddeel 34A van het tweede 10 dekseldeel 6 is verbonden. De wand 34 strekt zich hierbij uit aan weerszijden van het randdeel 2, ter vergroting van de vormvastheid en stijfheid van de inrichting, met name in gesloten toestand.
In figuur 7 en 8 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij een 15 informatiedrager, symbolisch weergegeven door de streep-stippellijn C in het eerste dekseldeel 4 kan worden geklemd, tegen welk eerste dekseldeel 4 het tweede dekseldeel 6 kan worden gesloten. Het eerste dekseldeel 4 omvat een randdeel 2 dat in de in figuur 7 getoonde stand naar onder en/of naar achter open is. In het in figuur 7 naar boven gekeerde bodemvlak 14 is 20 centraal een sleufvormige opening 24 aangebracht, vergelijkbaar met die als getoond in figuur 1, waarbij tegen het sluitvlak 16 naast de opening 24 een hellend vlak 44 is voorzien dat afloopt in de richting van genoemde opening 24. Het vlak 44 kan bijvoorbeeld open zijn, doch kan ook zijn gevormd door naast elkaar opgestelde ribben of dergelijke. Op afstand van de opening 24 25 zijn, aan de tegenovergelegen zijde van de middellijn M, evenwijdig aan het scharnier 8, retentienokken 40 voorzien waartegen de informatiedrager kan worden geklemd nadat deze met een randdeel in de sleufvormige opening 24 is gezet. De beide einden van de sleufvormige opening 24 kunnen zijn voorzien van enigszins verende lippen 46, zoals schematisch getoond in 30 figuur 8A, welke bij plaatsing van de informatiedrager enigszins naar 1 Oi j'P23 15 beneden worden gedrukt, onder elastische vervorming, waardoor een nog betere klemming van de informatiedrager wordt verkregen. Bij uitnemen van de informatiedrager kan deze enigszins verder tegen genoemde lippen 46 worden gedrukt voor het verkrijgen van voldoende uitneemruimte.
5 Bij deze uitvoeringsvorm is het scharnier 8 voorzien langs de in figuur 7 voor-onderzijde van het randdeel 2, waaraan het tweede dekseldeel 6 is verbonden met tweede sluitvlak 32. Langs de overige drie zijden van het sluitvlak 32 is wederom een wand 34 voorzien, terwijl op het tweede sluitvlak 32, evenals op het eerste sluitvlak 16 wederom verhogingen 22, 36 10 zijn voorzien voor het op afstand van het sluitvlak 32 dragen van de informatiedrager. Op het tweede dekseldeel 6 zijn de verhogingen 36 aangebracht op twee concentrische cirkels, voor dragen, althans klemmen van de informatiedrager op de binnenste en buitenste onbespeelde langsrand.
15 Bij een inrichting volgens figuur 7 en 8 kan de informatiedrager C, bijvoorbeeld de CD met de langsrand langs het eerste sluitvlak 16 en/of het hellende vlak 44 worden geschoven tot in de opening 24, onder vervorming van de lippen 46, waarna de informatiedrager onder de retentielippen 40 kan worden gekanteld en worden losgelaten, waardoor deze door de lippen 20 46 en de retentielippen 40 wordt opgesloten. Vervolgens kan het tweede dekseldeel 6 tegen het eerste dekseldeel 4 worden verzwenkt en daar op bijvoorbeeld eerder beschreven wijze worden vastgeklemd.
In figuur 9 is in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij een CD tussen een 25 eerste en tweede dekseldeel 4, 6 is opgesloten, in het bijzonder door retentielippen 40, welke bij deze uitvoeringsvorm op beide dekseldelen 4, 6 zijn voorzien. Duidelijk is hierbij de sluiting met behulp van een wanddeel 19 op het tweede dekseldeel 6, ingeklemd tussen een wand 34 en een daarnaast opgestelde lip 38 op het tweede dekseldeel 6. Duidelijk is ook uit · ^ 16 deze figuur dat de CD door de verhogingen 22, 36 op afstand wordt gehouden van de binnenzijden van het eerste en tweede sluitvlak 16, 32.
In figuur 10 is een alternatieve uitvoeringsvorm voor een sluiting getoond, waarbij het eerste dekseldeel 4 is voorzien van een bijvoorbeeld 5 busvormige verhoging 50 waarin een pen 52 van het tweede dekseldeel 6 kan worden opgenomen, bij voorkeur enigszins klemmend. Bij deze uitvoeringsvorm is op het eerste sluitvlak 16 een verhoging 22 aangebracht in de vorm van een cirkelvormige rand 22 waarop de buitenste langsrand van een informatiedrager CD kan rusten. Het tweede dekseldeel 6 is 10 voorzien van eerder beschreven verhogingen 34.
In figuur 11 en 12 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij het eerste dekseldeel 2 wederom is voorzien van een sluitvlak 16 en een randdeel 2 dat in deze uitvoeringsvorm hol is uitgevoerd, open naar de in figuur 11 naar achter 15 gekeerde zijde. Nabij de hoeken van het sluitdeel 16 zijn wederom wanddelen 19 geplaatst, waartussen de informatiedrager CD kan liggen. In figuur 11 is deze los getoond, doch duidelijk zal zijn dat retentiemiddelen als eerder beschreven hiervoor kunnen worden toegepast, evenals eerder beschreven verhogingen voor het op afstand van het sluitvlak 16 dragen van 20 de informatiedrager CD. Bij deze uitvoeringsvorm is het tweede dekseldeel 6 via een scharnier 8 met het randdeel 2 verbonden, aan het langswanddeel 12A waarnaast tijdens gebruik de CD ligt. In figuur 11 is dit het naar boven gekeerde langswanddeel. Het tweede dekseldeel 6 omvat wederom een wand 34 langs drie zijden daarvan, waarbij weer lippen 38 zijn voorzien voor 25 klemmen van een wanddeel 19 van het eerste dekseldeel 4 bij gesloten verpakking. In het tweede dekseldeel 6 is tussen de verhogingen 34 een doordieping 54 voorzien waarin een verdere informatiedrager kan worden opgenomen, bijvoorbeeld een rechthoekige informatiedrager, zoals een creditcard, Sim-card, chip-card of dergelijke.
17
Figuur 12 toont vanaf de in figuur 11 naar achter gekeerde zijde een gedeelte van het randdeel 2, aansluitend op het sluitvlak 16. Duidelijk is hieruit dat in de holte 42 van het randdeel 2, in figuur 11 door onderbroken lijnen weergegeven, dwarsschotten 13 zijn voorzien voor 5 verstijving van het randdeel 2. Dergelijke schotten 13 kunnen uiteraard op allerlei wijzen worden aangebracht, bijvoorbeeld als kruisenden ribben of andersoortige profileringen, waardoor een grotere stijfheid wordt verkregen.
Bij een inrichting 1 volgens de uitvinding kan ten minste één van de dekseldelen 4, 6, in het bijzonder dat dekseldeel waarin de 10 informatiedrager bij openen van de inrichting rust, relatief flexibel worden uitgevoerd, althans het sluitvlak daarvan. In het bijzonder kan dat sluitvlak flexibeler worden uitgevoerd dan het randdeel, zodat na openen van de inrichting genoemd sluitvlak enigszins kan worden vervormd, bijvoorbeeld door het wegbuigen van een hoek daarvan op afstand van de scharnieren.
15 Met name bij de openingen 26 kan een relatief grote flexibiliteit worden verkregen. Daarmee kan op bijzonder eenvoudig wijze de informatiedrager worden vrijgemaakt zonder kans op beschadiging. Een dergelijke uitvoeringsvorm is in het bijzonder mogelijk in relatief flexibele kunststof, zoals PE of PET.
20 Een inrichting volgens de uitvinding kan eenvoudig bijzonder dun worden uitgevoerd, bijvoorbeeld met een dikte die ongeveer gelijk is aan de dikte van de sluitvlakken, vermeerderd met de dikte van een daarin op te bergen informatiedrager en eventueel de genoemde geringe verhogingen voor het op afstand van de sluitvlakken houden van de informatiedrager.
25 Eventueel kan uiteraard in plaats van de verhoging ook een deel van de beide sluitvlakken aan de tijdens gebruik naar de informatiedrager gekeerde zijde worden verlaagd, zodanig dat de informatiedrager nog slechts op een langsrand wordt gedragen en het verlaagde gedeelte van de beide sluitvlakken ligt ter hoogte van de bespeelde oppervlakken van de 30 informatiedrager. Bij voorkeur wordt een inrichting volgens de uitvinding ' - ·' · f < O Λ ’ v. -r, 18 uitgevoerd met een dikte D die kleiner is dan ongeveer 3,5 mm, in het bijzonder ongeveer 3,2 mm, waardoor drie dergelijke inrichtingen in de dikte passen van een gebruikelijke Jewel-case. De overige buitenmaten van een inrichting volgens de uitvinding kunnen eenvoudig overeenstemmen 5 met die van een gebruikelijke Jewel-case, zodat inrichtingen volgens de uitvinding eenvoudig in bijvoorbeeld logistieke systemen daarvoor kunnen worden op genomen. Evenwel kunnen inrichting volgens de uitvinding uiteraard ook andere afmetingen hebben, bijvoorbeeld ongeveer vierkant.
Een inrichting 1 volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van 10 een bedrukking op één of beide dekseldelen, welke bedrukking op bijzonder voordelige wijze kan worden aangebracht door in-mould-labelling of dergelijke techniek. Bij voorkeur is de bedrukking direct gerelateerd aan de in de inrichting op te bergen informatiedrager, bijvoorbeeld door daaraan gerelateerde productinformatie en dergelijke.
15 Een inrichting 1, in het bijzonder die getoond in figuur 1 en 2 kan op bijzonder eenvoudige wijze worden gevuld door de inrichting enigszins te openen, bijvoorbeeld als getoond in figuur 2, en vervolgens de informatiedrager in verticale stand tussen de dekseldelen 4, 6 te laten vallen, waarna de inrichting eenvoudig kan worden gesloten onder 20 insluiting van genoemde informatiedrager.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen bijvoorbeeld alle mogelijke combinaties van onderdelen 25 van de inrichtingen als getoond worden gecombineerd. Verhogingen op de sluitvlakken voor het op afstand van genoemde sluitvlakken dragen van de informatiedrager kunnen op elke geschikte wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als noppen, ruggen, ribben, andersoortige profileringen en dergelijke, waarbij als genoemd ook delen van de sluitvlakken enigszins 30 kunnen worden verlaagd. Indien gewenst kan centraal op één of beide
'L v~ -— O
19 sluitvlakken een voorziening zijn op genomen voor aangrijping in de centrale opening van een CD. Andere sluitingen kunnen worden toegepast, terwijl bovendien bijvoorbeeld geïntegreerde zegelmiddelen kunnen zijn voorzien voor het na vullen van de inrichting sluiten en verzegelen van de inrichting.
5 Hiertoe kunnen bijvoorbeeld lippen 38 zodanig worden uitgevoerd dat deze door het tegenovergelegen dekseldeel kunnen reiken en daarop door warmtebehandeling kunnen worden vastgezet. Slechts na wegsnijden van deze einden van de lippen kan de inrichting alsdan worden geopend, hetgeen steeds duidelijk zal zijn, waardoor de inrichting temper-proof is. De 10 holte 42 in een randdeel 2 kan bij een inrichting 1 volgens de uitvinding ook worden opgevuld, bijvoorbeeld door opschuimen van de kunststof tijdens spuitgieten of door daarin aanbrengen van een vulmiddel. Het verdient evenwel de voorkeur het randdeel hol te houden, waardoor vervaardiging eenvoudiger mogelijk is. Bij een inrichting 1 volgens de uitvinding worden 15 wanddelen bij voorkeur steeds nagenoeg even dik gehouden, waardoor productietechnische voordelen worden bereikt.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

Claims (24)

1. Inrichting voor het verpakken van informatiedragers, voorzien van een eerste en een tweede dekseldeel, onderling zwenkbaar verbonden via scharniermiddelen en ingericht voor de vorming van een in hoofdzaak gesloten doos, waarbij ten minste een der dekseldelen nabij een zijde is 5 voorzien van een vast daarmee verbonden randdeel waaraan de scharniermiddelen zijn voorzien, welk randdeel bij voorkeur een stijfheid heeft die enigszins hoger is dan ten minste een daarmee verbonden dekseldeel en althans gedeeltelijk hol is en waarbij ten minste één der dekseldelen is voorzien van relatief geringe verhogingen voor het dragen 10 van de informatiedrager op afstand van wanddelen van de dekseldelen, ter bescherming van de informatiedrager.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij deze eendelig is vervaardigd, met meegevormde, geïntegreerde scharnieren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het dekseldeel waaraan 15 genoemd randdeel is voorzien enigszins bakvormig is, voorzien van een bodemvlak en opstaande wanden en waarbij het randdeel ten minste een deel van ten minste een van de wanden van genoemd bakvormig deel vormt.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dekseldeel waaraan genoemd randdeel is voorzien een sluitvlak omvat dat 20 aan een zijde van het randdeel aansluit, waarbij de scharniermiddelen aan een tegenovergelegen zijde van het randdeel zijn voorzien en waarbij het andere dekseldeel een aan de scharniermiddelen grenzend element omvat dat bij gesloten stand van de inrichting genoemd randdeel althans gedeeltelijk overlapt.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het randdeel een eerste zijde heeft, evenwijdig aan en nagenoeg in het verlengde van genoemd sluitvlak en een tweede zijde die op afstand van genoemd sluitvlak is : U Ö‘”'0 i o iL w 1 gelegen, waarbij de scharniermiddelen zijn voorzien aan een rand van genoemd randdeel nagenoeg in genoemde tweede zijde.
6. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, waarbij het dekseldeel waaraan genoemd randdeel is voorzien een sluitvlak omvat dat aan een 5 zijde van het randdeel aansluit, waarbij de scharniermiddelen in een op afstand van het sluitvlak gelegen vlak zijn voorzien.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting een maximale dikte heeft die ongeveer gelijk is aan de dikte van de sluitvlakken van beide dekseldelen, vermeerderd met de dikte van een 10 daarin op te bergen informatiedrager.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de inrichting een dikte heeft die kleiner is dan ongeveer 3.5 mm, bij voorkeur ongeveer 3.2 mm.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dekseldelen geprojecteerd inclusief het randdeel, bij gesloten inrichting, 15 ongeveer de afmetingen hebben van een conventionele CD-doos, in het bijzonder van het Jewel-case type, waarbij de ruimte waarin de informatiedrager een ongeveer vierkant oppervlak heeft met zijden die een lengte hebben die ongeveer overeenkomt met de doorsnede van een CD.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij beide 20 dekseldelen een sluitvlak hebben, waarbij een der dekseldelen langs ten minste drie zijden is voorzien van een opstaande rand nabij de langsrand van het betreffende sluitvlak, waarbij het andere dekseldeel ten minste aan de van het genoemde randdeel afgekeerde zijde is voorzien van een opstaande sluitrand, welke bij gesloten inrichting valt tussen een opstaande 25 wand van het eerste dekseldeel en ten minste één en bij voorkeur ten minste twee op afstand van elkaar geplaatste nokken, welke nokken op een zodanige afstand van de naast geplaatste opstaande rand zijn geplaatst dat genoemd sluitrand enigszins daartussen kan worden geklemd voor het gesloten houden van de inrichting.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de beide dekseldelen zijn voorzien van aangrijpranden aan de van genoemd randdeel afgekeerde zijde, zodanig dat door drukken tegen genoemde aangrijpranden de inrichting kan worden geopend.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één dekseldeel een sluitvlak omvat dat flexibeler is dan een CD, zodanig dat een hoek gelegen tegenover genoemd randdeel onder een daarop gelegde CD wegbuigbaar is voor aangrijpen van de CD.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij op ten 10 minste één van de dekseldelen aan de bij gesloten inrichting naar binnen gekeerde zijde retentie middelen zijn voorzien voor aangrijping van een informatiedrager aan een zijrand daarvan.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij genoemde retentiemiddelen zijn voorzien op het dekseldeel dat het randdeel omvat, 15 waarbij de retentiemiddelen ten minste een relatief kleine ondersnijding omvatten in ten minste één wanddeel van het betreffende dekseldeel, in welke ondersnijding een randdeel van een in de inrichting te bergen informatiedrager kan worden opgenomen.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten 20 minste één en bij voorkeur elk der deksel delen is voorzien van een sluitvlak met daarop aan de tijdens gebruik naar een informatiedrager gekeerde zijde relatief kleine verhogingen die de informatiedrager bij gesloten inrichting klemmen en de zijvlakken van de informatiedrager op enige afstand houden van genoemde sluitvlak of sluitvlakken.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een der dekseldelen is voorzien van een doordieping waarin een tweede informatiedrager, in het bijzonder een kaartvormige informatiedrager kan worden opgenomen.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten 30 minste een der dekseldelen is voorzien van bedrukking, omvattende ten minste informatie omtrent de informatiedrager die in de opberginrichting is of wordt op genomen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de bedrukking door in mould labelling is aangebracht.
19. Werkwijze voor het vervaardigen van een opberginrichting voor een informatiedrager, waarbij een matrijs met ten minste een geschikte matrijsholte in een zodanig eerste stand wordt gebracht dat de matrijsholte een groter volume heeft dan de uiteindelijk te vormen matrijsholte, in welke eerste stand de matrijsholte wordt gevuld met kunststof, waarbij de matrijs 10 tijdens het vullen met kunststof wordt bekrachtigd, zodanig dat de matrijsholte geleidelijk in een tweede stand wordt gebracht, zodanig dat deze in de gewenste vorm wordt gebracht onder verdringing van de kunststof.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de matrijsholte in de 15 gewenste vorm wordt gebracht terwijl de laatste kunststof in de matrijsholte wordt geperst, in het bijzonder de laatste 20 — 0%, meer in het bijzonder de laatste 15 - 5% en bij voorkeur ongeveer de laatste 10%.
21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, waarbij de matrijs ten minste één beweegbaar deel, in het bijzonder een kern omvat, welke bij de 20 matrijsholte in de eerste stand althans gedeeltelijk is teruggetrokken uit de matrijsholte, voor het vergroten van het volume, en voor het bereiken van de tweede stand naar een uitgeschoven positie wordt gebracht.
22. Werkwijze voor het verpakken van een plaatvormige informatiedrager in een inrichting volgens een der conclusies 1 - 18, waarbij 25 de inrichting enigszins wordt geopend door verzwenking van de dekseldelen ten opzichte van elkaar, onder vorming van een opening tussen de van het randdeel afgekeerde zijden van de beide dekseldelen, waarna een informatiedrager door genoemde opening tussen de dekseldelen wordt gebracht, zover tot deze aanligt tegen het randdeel, waarna de dekseldelen 30 tegen elkaar worden gesloten, onder insluiting van de informatiedrager. , 1 b b' <L Ci
23. Opbergdoos voor plaatvormige informatiedragers, in het bijzonder rechthoekige informatiedragers zoals chipkaarten, SIM-kaarten en dergelijke, voorzien van twee dekseldelen, onderling verbonden door ten minste één living hinge, waarbij op of in ten minste één dekseldeel ten 5 minste twee klemranddelen zijn voorzien, tegenover elkaar gelegen en voorzien van onder snij dingen, zodanig dat de informatiedrager in hoofdzaak vlak op het betreffende dekseldeel schuifbaar is, onder de klemranddelen en onder de ondersnij dingen.
24. Opbergdoos volgens conclusie 23, waarbij het of elk betreffende 10 dekseldeel voorzien van de opneemmiddelen voor de informatiedrager is voorzien van een opstaande rand tegenover de of elke living hinge, waarbij ten minste één hellend vlak is voorzien naast of tegen genoemde opstaande rand, voor het over de rand schuiven van de informatiedrager.
NL1019923A 2001-12-06 2002-02-07 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers. NL1019923C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019923A NL1019923C2 (nl) 2002-02-07 2002-02-07 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
PCT/NL2002/000786 WO2003049115A2 (en) 2001-12-06 2002-12-04 Device and method for packaging information carriers
US10/497,765 US20050040057A1 (en) 2001-12-06 2002-12-04 Device and method for packaging information carriers
EP02786222A EP1456847A2 (en) 2001-12-06 2002-12-04 Device and method for packaging information carriers
CN02827891.7A CN1618103A (zh) 2001-12-06 2002-12-04 用于包装信息载体的装置和方法
AU2002354378A AU2002354378A1 (en) 2001-12-06 2002-12-04 Device and method for packaging information carriers

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019923A NL1019923C2 (nl) 2002-02-07 2002-02-07 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
NL1019923 2002-02-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019923C2 true NL1019923C2 (nl) 2003-08-08

Family

ID=28036271

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019923A NL1019923C2 (nl) 2001-12-06 2002-02-07 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019923C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB697995A (en) * 1951-04-14 1953-10-07 Herbert Frederick Chambers Socket screw wrench holder
GB1163809A (en) * 1967-09-08 1969-09-10 Philips Electronic Associated Improvements in or relating to Tool or Instrument Retaining Devices
GB1281744A (en) * 1968-08-08 1972-07-12 Stephen George Phonograph record jacket with retention clamp
GB2154550A (en) * 1984-02-18 1985-09-11 Mardon Illingworth Container
DE9215426U1 (nl) * 1992-11-12 1993-02-04 Sun Hing Audio Equipment Mfy. Ltd., Kowloon, Hk
DE9415985U1 (de) * 1994-10-05 1994-12-01 Gruss Metallverpackungen Gmbh Verpackungsbehälter für Compact Discs
EP1153851A1 (en) * 1999-08-25 2001-11-14 Sony Computer Entertainment Inc. Recorded medium container and information providing body

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB697995A (en) * 1951-04-14 1953-10-07 Herbert Frederick Chambers Socket screw wrench holder
GB1163809A (en) * 1967-09-08 1969-09-10 Philips Electronic Associated Improvements in or relating to Tool or Instrument Retaining Devices
GB1281744A (en) * 1968-08-08 1972-07-12 Stephen George Phonograph record jacket with retention clamp
GB2154550A (en) * 1984-02-18 1985-09-11 Mardon Illingworth Container
DE9215426U1 (nl) * 1992-11-12 1993-02-04 Sun Hing Audio Equipment Mfy. Ltd., Kowloon, Hk
DE9415985U1 (de) * 1994-10-05 1994-12-01 Gruss Metallverpackungen Gmbh Verpackungsbehälter für Compact Discs
EP1153851A1 (en) * 1999-08-25 2001-11-14 Sony Computer Entertainment Inc. Recorded medium container and information providing body

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1001698C2 (nl) Samenstel van een aantal plaatvormige informatiedragers en een opberginrichting.
NL8401546A (nl) Behuizing voor tenminste een een informatiedrager bevattende houder.
NL1017409C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan.
JPS6141171Y2 (nl)
US5799783A (en) Compact disc storage case with latch-eject mechanism
NL1019923C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
NL1019501C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers.
US20050040057A1 (en) Device and method for packaging information carriers
JPH06321281A (ja) 少なくとも2個の対象物を収納するためのほぼ直方体状の容器
NL1019410C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL1019488C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen.
NL1019924C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen.
NL1018321C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL1021223C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor CD&#39;s, DVD&#39;s, informatiekaarten en dergelijke.
NL1021520C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor Cd&#39;s, DVD&#39;s, informatiekaarten en dergelijke.
US6964335B1 (en) Disc-media storage case and printed-media storage tray
NL1021519C2 (nl) Verpakkingsinrichting voor Cd&#39;s, DVD&#39;s, informatiekaarten en dergelijke.
US20050224378A1 (en) Packaging device for cd&#39;s dvd&#39;s information cards and the like
WO2003052761A2 (en) Device and method for packaging information carriers and method for manufacturing such packages
NL1028511C2 (nl) Verpakking voor informatiedragers.
NL1029163C2 (nl) Inrichting en houder voor het verpakken van een informatiedrager.
JP4263214B2 (ja) ディスク型の情報担体用の筐体
TW585825B (en) Packaging device and method for manufacturing same
NL1027482C2 (nl) DVD-doos met vasthoudelementen voor het vasthouden van een randgebied van een inlegvel, informatieboekje of dergelijke.
NL1023187C2 (nl) Displayverpakking en verpakkingsdeel daarvoor.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901