NL1028511C2 - Verpakking voor informatiedragers. - Google Patents

Description

P72620NL00

Titel: Verpakking voor informatiedragers.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor informatiedragers. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een verpakking voor plaatvormige informatiedragers zoals CD's, DVD's of dergelijke.

5 Verpakkingen voor plaatvormige informatiedragers zoals CD's en DVD's zijn algemeen bekend. Zo worden dergelijke informatiedragers bijvoorbeeld verpakt in Jewel cases zoals bekend uit de algemene stand van de techniek en geleverd door of onder licentie van Philips, Nederland. Een dergelijke verpakking heeft een centrale hub die in de centrale opening van 10 de informatiedrager past, zodanig dat deze daarop kan worden geklemd. Door indrukken van de hub wordt de informatiedrager vrijgegeven zodat deze kan worden uitgenomen. Deze bekende verpakking biedt slechts weinig ruimte voor de informatiedrager. Indien meerdere informatiedragers in een dergelijke verpakking moeten worden opgenomen wordt een relatief grote 15 dikte verkregen, hetgeen de verpakking ongewenst volumineus maakt.

Voorts zijn DVD-type dozen bekend, omvattende twee scharnierend met elkaar verbonden dekseldelen. Op ten minste één dekseldeel is in het midden een hub voorzien, vergelijkbaar met de eerder beschreven Jewel case type verpakking. Deze verpakkingen hebben gewoonlijk een lengte en 20 breedte van ongeveer 19 cm bij 13,5 cm, zodat geen twee CD's of DVD's van normaal formaat naast elkaar kunnen worden geplaatst. Daardoor is in een dergelijke verpakking relatief weinig ruimte voor CD's of DVD's waardoor voor meerdere dergelijke informatiedragers een relatief grote dikte wordt verkregen.

25 Uit EP 0 676 763 is een verpakking bekend, opgebouwd uit een gevouwen kartonnen plaat waardoor een voorkaft en een achterkaft wordt verkregen. De beide kaften zijn via twee evenwijdige vouwlijnen verbonden 102 8 5 1 1 - 2 met een rug. Op het achterkaft is een bakvormige houder vastgezet. De houder heeft een getrapt ondervlak met een onderste vlak en een bovenste vlak. Op deze vlakken zijn twee identieke hubs voorzien, op elk vlak één. De beide hubs liggen op één lijn die zich evenwijdig aan de beide vouwlijnen 5 uitstrekt. Een dergelijke verpakking heeft als nadeel dat deze uit verschillende materialen is opgebouwd. Bovendien is nog altijd relatief veel ruimte noodzakelijk voor een relatief beperkt aantal informatiedragers.

De uitvinding beoogt een verpakking voor informatiedragers te verschaffen, in het bijzonder CD’s of DVD's, waarbij ten minste een aantal 10 van de nadelen van de bekende verpakkingen wordt opgeheven. Daartoe wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Bij een verpakking volgens de onderhavige uitvinding worden twee hubs voorzien die zich vanaf een in hoofdzaak vlakke bodem uitstrekken. De 15 hubs hebben een zodanig verschillende hoogte dat informatiedragers zoals CD's of DVD's vastgezet op de hubs elkaar gedeeltelijk kunnen overlappen. De hoogste hub van de twee is daarbij bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat indien een informatiedrager met een centrale opening daarop wordt vastgezet deze niet verder op de hub kan worden gedrukt dan tot maximaal 20 de hoogte van een imaginair vlak ongeveer evenwijdig aan het vlak waarop de hubs zijn aangebracht, welk imaginair vlak zich uitstrekt over de van het vlak waarop de hubs zijn geplaatst afgekeerde zijde van de laagste hub. Daartoe kan de hoogste hub bijvoorbeeld van een zich rond een gedeelte of de gehele hub uitstrekkende flens ter hoogte van of iets boven genoemde 25 imaginaire vlak maar de hoogste hub kan ook een voet omvatten met een hoogte tot aan genoemd imaginaire vlak iets daarboven, gemeten vanaf genoemd vlak waarop de hubs zijn geplaatst, welke voet een doorsnede heeft die althans plaatselijk groter is dan die van de verder hub, althans dan de centrale opening van de informatiedrager die daarop geplaatst moet worden.

10 2 8 5 11 3

Een verpakking volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, door spuitgieten of een dergelijke matrijsvormende techniek. Bij voorkeur eendelig met living hinges als scharnieren waarmee een voorste en achterste deksel verbonden zijn met een rug.

5 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm zijn zowel een voorste deksel als een achterste deksel voorzien van twee hubs. Op de rug kan een verdere voorziening worden gedragen voor het vasthouden van bijvoorbeeld een verdere informatiedrager zoals een of meer CD's of DVD’s of bijvoorbeeld drukwerk, speelkaarten, geheugenelementen zoals memory 10 sticks of andere elementen. Daardoor kan een nog groter aantal informatiedragers in een bijzonder kleine verpakking worden opgeborgen.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de hubs op een dekseldeel op een lijn zijn opgesteld die een hoek insluit met een zijde van het betreffende 15 dekseldeel, althans vlak waarop de hubs zijn voorzien, met zijde van het betreffende vlak zich ongeveer evenwijdig aan een scharnierlijn uitstrekt waarmee het betreffende vlak, althans dekseldeel kan scharnieren ten opzichte van een ander dekseldeel en/of een rug van de verpakking.

Door deze hoek wordt het voordeel bereikt dat de beide 20 informatiedragers naast elkaar op een dekseldeel met een standaard afmeting van een DVD doos kunnen worden opgenomen, binnen opstaande randen daarvan, zonder dat een der CD's of DVD's tot in de hub reikt waarop de andere CD of DVD is of kan worden vastgezet. Daardoor hoeven geen delen van een of beide hubs te worden weggelaten. Verrassenderwijs is 25 gebleken dat een relatief kleine hoek reeds voldoende ruimte biedt voor twee elkaar overlappende CD's of DVD's.

In deze beschrijving wordt uitgegaan van een standaard DVD doos met buitenafmetingen (in gesloten toestand) van ongeveer 19 bij 13,5 cm (lengte x breedte) waarbij de dikte kan worden gevarieerd. Een CD of DVD

1028511 4 heeft een standaard diameter van ongeveer 12 cm, met een centrale opening van ongeveer 1,5 cm.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van ten minste twee plaatvormige informatiedragers met een centrale opening en 5 een verpakking volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verpakken van informatiedragers zoals CD's of DVD's.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvormen van de verpakking worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin 10 toont: fig. 1 in geopende toestand een verpakking volgens de uitvinding, met daarin twee CD's of DVD's; fig. 2 in doorgesneden aanzicht volgens de lijn II - II in fig. 1 een verpakking volgens de uitvinding; 15 fig. 3 in geopende toestand een enigszins aangepaste versie van een verpakking volgens fig. 1, met daarin twee CD-R's; en fig. 4 in rechtopstaande, geopende stand een verdere uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, met een tussenblad en twee CD-R's.

20 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde uitvoeringsvormen zijn slechts er illustratie gegeven en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. In deze beschrijving zijn steeds eendelig gespuitgiette verpakkingen getoond, van kunststof. Evenwel kan eenzelfde 25 of vergelijkbare verpakking ook worden samengesteld uit verschillende delen, zoals bekend uit de Jewel case type CD- en DVD-dozen.

Daar waar sprake is van een standaard DVD doos is bedoeld qua formaat van de dekseldelen, dat wil zeggen de lengte en breedte van de doos in gesloten toestand. Deze maten zijn ongeveer 19 bij ongeveer 13.5 cm, 30 waarbij afwijkingen tot maximaal een halve centimeter toelaatbaar zijn.

1028511 5

Het zal evenwel duidelijk zijn dat deze afmetingen hoewel bijzonder voordelig niet noodzakelijk zijn voor een verpakking volgens de uitvinding. Zo kan bijvoorbeeld een verpakking volgens de uitvinding worden uitgevoerd met een grotere lengte en/of breedte, bijvoorbeeld zodanig dat 5 drie of meer CD's of DVD's elkaar overlappend kunnen worden geplaatst. Gebruik van een standaard formaat DVD doos heeft evenwel het voordeel dat veel infrastructuur zoals verwerkingsinrichtingen, verpakkingsinrichtingen, opberginrichtingen en fulfillment inrichtingen op deze afmetingen zijn ingericht, evenals bijvoorbeeld winkelschappen en 10 dergelijke.

In fig. 1 is in geopende toestand een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, in de vorm van een DVD of CD doos, omvattende een eerste dekseldeel 2, een tweede dekseldeel 3 en een rug 4. Het eerste en tweede dekseldeel 2, 3 zijn via twee evenwijdige scharnierlijnen 5, 6 met de 15 rug 4 verbonden, aan weerszijden daarvan. De scharnierlijnen 5, 6 worden bij voorkeur gevormd door living hinges. In fig. 1 is de verpakking in vlakke, geopende toestand getoond. De beide dekseldelen en de rug liggen daarbij met hun buitenzijde bij voorkeur in één vlak. De beide dekseldelen 2, 3 hebben op bekende wijze elk een opstaande langsrand 7, zoals ook duidelijk 20 blijkt uit fig. 2, 3 en 4. Door de dekseldelen 2, 3 ten opzichte van de rug te zwenken langs de respectieve scharnierlijnen 5, 6 kan de doos 1 gesloten worden.

Op de beide dekseldelen zijn aan een naar binnen gekeerde zijde van een sluitvlak 8, 9 van de betreffende dekseldelen twee hubs 10 25 aangebracht. Hubs zijn in algemene zin algemeen bekend en worden in allerlei vormen en uitvoeringen toegepast in de stand van de techniek. De hier getoonde en beschreven hubs zijn weliswaar voordelig in eenvoud en gebruik doch de uitvinding is niet tot deze hubs beperkt. Elk type hub dat in de centrale opening 11 van een CD of DVD of dergelijke plaatvormige 30 informatiedrager 12 kan aangrijpen is geschikt voor toepassing binnen de .1028511 6 uitvinding. In de verdere beschrijving zal steeds als voorbeeld van een informatiedrager een DVD 12 worden aangehaald. Duidelijk zal zijn dat de uitvinding daartoe niet is beperkt.

Elke hub 10 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een drietal 5 verende vingers 13, opgesteld rond een centrale knop 14, ten opzichte van elkaar versprongen over een hoek van 120° opgesteld. Elke verende vinger 13 is voorzien van een nok 16 die reikt boven het betreffende sluitvlak 8, 9 en is aan een van de overige twee nokken in de hub 10 afgekeerde, naar buiten gerichte zijde voorzien van een uitsteeksel 15 dat op zodanig is 10 gelegen dat een DVD daaronder tegen de verende vinger kan worden aangedrukt en vastgehouden. De nokken 16 beschrijven met hun naar buiten gekeerde zijden een cirkel met een doorsnede die ongeveer gelijk is aan die van de centrale opening 11 van een DVD, derhalve over het algemeen ongeveer 1,5 cm. Deze standaard maten zijn algemeen bekend en 15 toegepast voor CD's en DVD's. De uitsteeksels 15 strekken zich tot voorbij die cirkel uit, zodat wanneer een DVD 12 met de opening 11 over de nokken 16 wordt gedrukt, deze verend naar elkaar toe worden gedrukt, zodat de opening 11 de uitsteeksels 15 kan passeren. Vervolgens veren de nokken 16 terug zodat de uitsteeksels 15 boven op de DVD komen te liggen en deze 20 vastklemmen. Bij losnemen kan de knop 14 worden ingedrukt, waardoor de nokken 16 naar elkaar toe worden getrokken en de opening 11 de uitsteeksels terug kan passeren.

Volgens de uitvinding hebben de beide hubs op een of elk dekseldeel 2, 3 een verschillende hoogte, terwijl de sluitvlakken 8, 9 25 nagenoeg vlak zijn. Het of elk dekseldeel 2, 3 draagt derhalve een "hoge" hub 10A en een "lage" hub 10B. De lage hub 10B heeft de vingers 13 ongeveer in het sluitvlak 8, 9 liggen, zodat alleen de nokken 16 boven het sluitvlak uitsteken. Elke vinger heeft een kleine verhoging zodat de DVD niet met zijn gehele vlak op het sluitvlak 8, 9 ligt doch op een kleine afstand 30 daarvan. Rond elke hub 10A, 10B is bovendien, nabij de langsrand 17 van 1028511 7 de DVD een opstaande steunrand 18 voorzien die de DVD ondersteunt, bijvoorkeur op een niet bespeeld deel. Een hogere beschermrand 19 kan zich bovendien daaromheen uitstrekken. Hierop wordt nog teruggekomen.

De hoge hub 10A is qua opbouw, in het bijzonder qua 5 klemmechanisme met verende vingers 13, nokken 16, uitsteeksels 15 en centrale knop 14 gelijk aan de lage hub 10B, met dien verstand dat deze hub een voet 20 heeft die wijder is dan de cirkel bepaald door de nokken 16 en de doorsnede van de centrale opening 11 van de DVD 12. Daardoor is een steunflens 21 verkregen op een niveau van een imaginair vlak V dat zich 10 evenwijdig aan het sluitvlak 8, 9 uitstrekt op een hoogte boven de onderzijde van de uitsteeksels 15 van de andere hub 10B, bij voorkeur ongeveer ter hoogte van de bovenzijde 22 van de lage hub 10B. Daardoor kan een DVD 12 die met de centrale opening 11 op de hoge hub 10A wordt vastgezet niet voorbij dat imaginaire vlak worden gedrukt en zal derhalve op afstand van 15 het sluitvlak 8, 9 worden gehouden.

Indien twee DVD's op de beide hubs 10A, 10B worden vastgezet, op eerder beschreven wijze, zal de DVD op de lage hub 10B gedeeltelijk worden overdekt door de DVD op de hoge hub 10A, zoals getoond in fig. 1, 3 en 4 op het eerste deksel 2. In dezelfde figuren is een tweede deksel 3 getoond 20 waarop nog twee opneemposities 23 voor DVD zijn aangebracht met hubs 10. Zoals met name blijkt uit fig. 1 liggen de beide hubs 10A, 10B op elk dekseldeel 2, 3 op een lijn 24 die een hoek α insluit met een lijn M die zich ongeveer evenwijdig aan de scharnierlijnen 5, 6 uitstrekt, bijvoorbeeld een middellijn van het betreffende dekseldeel 2, 3. Deze hoek α is relatief klein, 25 slechts enkele graden. In de getoonde uitvoeringsvorm is deze hoek ongeveer 4 a 5“ maar meer in het algemeen zal deze hoek volgens de uitvinding bij voorkeur tussen 0 en 45°, meer in het bijzonder tussen 1 en 30" en bij voorkeur tussen 2 en 15° liggen. Deze hoek biedt het voordeel dat de hubs 10 niet door een DVD op de andere hub 10 op hetzelfde dekseldeel 30 gedeeltelijk hoeven te worden doorsneden, terwijl de twee DVD's passen

10285 U

8 tussen de randen 7 en de scharnierlijn 5 of 6 van het betreffende dekseldeel 2, 3, waardoor bijzondér weinig ruimte nodig is gebleken en de DVD's passen binnen een standaard DVD doos, althans de afmetingen daarvan.

Zoals duidelijk blijkt uit de figuren is steeds een steunrand 18 5 voorzien om elke hub 10A, 10B. De steunrand 18B rond de lage hub 10B kan nagenoeg een volledige cirkel vormen, hoewel deze uiteraard ook een cirkelsegment kan beschrijven van bijvoorbeeld 180 of meer graden, bijvoorbeeld 270° of minder. De steunrand 18A rond de hoge hub 10A zal steeds minder dan 360° insluiten, bijvoorbeeld minder dan 270* omdat 10 anders de DVD 12 op de andere hub 10B daardoor wordt gehinderd. In de getoonde uitvoeringsvorm is de door de steunrand 18A ingesloten hoek ongeveer 270“ of iets minder. De hoogte van de steunrand 18A is bijvoorbeeld ongeveer gelijk aan de hoogte van de voet 20. Buiten langs de steunranden 18 strekt zich een hogere beschermrand 19 uit, over een hoek 15 van minder dan 360°, meer in het bijzonder minder dan 270°, zodanig geplaatst dat deze de DVD op de andere hub niet hindert.

In fig. 3 zijn duidelijk twee paren klemvingers 30 getoond op de rug 4, waartussen bijvoorbeeld een boekje of een speelkaart zoals een score kaart, een speelbord of een spelregelboekje of-kaart kan worden geklemd. 20 Daarmee wordt een extra opbergmogelijkheid gegeven.

In fig. 4 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij op de rug 4 wederom de paren klemvingers 30 zijn voorzien. Hierbij is evenwel een blad 31 zwenkbaar tussen deze vingers 30 vastgezet. Het blad is bij voorkeur relatief stijf en omvat in de getoonde uitvoeringsvorm aan één zijde een 25 verdere opneempositie 23 voor een DVD, met wederom een hub 10 en steunrand 18. Aan de tegenovergelegen zijde van het blad 31 zijn verende vingers 32 aangebracht, bijvoorbeeld zoals bekend uit bekende DVD dozen, waaronder een boekje of ander drukwerk zoals een speelkaart kan worden vastgezet. In deze uitvoeringsvorm kunnen vijf DVD's (of dergelijke 30 informatiedragers) en een boekje worden opgeborgen in een doos met 1028511 9 afmetingen van een standaard DVD doos, met een dikte van bijvoorbeeld 12 of 13 mm, hetgeen verrassend dun is voor een dergelijke capaciteit.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk 5 binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kunnen op ten minste één dekseldeel 2, 3 en/of een blad 31 opneemposities 23 voor andere typen informatiedragers 12 worden opgenomen, bijvoorbeeld voor geheugenkaarten, diskettes of dergelijke. De verpakking 1 kan uiteraard met een andere dikte worden uitgevoerd, 10 bijvoorbeeld dikker, waarbij bijvoorbeeld twee of meer bladen 31 aan de rug of aan een of beide dekseldelen kunnen worden vastgezet. Ook kan een blad 31 vast met de rug zijn verbonden. Deze en vele vergelijkbare varianten worden geacht te zijn weergegeven en binnen het raam van de uitvinding te vallen.

15 1Q2B113

Claims (15)

1. Verpakking voor schijfvormige informatiedragers, voorzien van ten minste twee dekseldelen scharnierend met elkaar en/of met een rug verbonden, waarbij ten minste één der dekseldelen ten minste twee opneemposities voor een schijfvormige informatiedrager omvat, waarbij elke 5 opneempositie een centrale hub omvat, welke hubs een zodanig verschillende hoogte hebben dat twee plaatvormige dragers vastgezet op deze hubs elkaar gedeeltelijk overlappen.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij het genoemde ten minste ene dekseldeel een in hoofdzaak vlak sluitvlak heeft waarop de hubs zijn 10 aangebracht.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij het genoemde ten minste ene dekseldeel een in hoofdzaak rechthoekige buitencontour heeft met twee tegenover elkaar gelegen lange zijden en twee tegenover elkaar gelegen korte zijden, waarbij de ten minste twee hubs op een lijn zijn 15 gelegen die een hoek insluit met de lange zijden.

4. Verpakking volgens conclusie 3, waarbij genoemde hoek is gelegen tussen 0 en 45°, meer in het bijzonder tussen 1 en 30° en bij voorkeur tussen 2 en 15°.

5. Verpakking volgens conclusie 3 of 4, waarbij genoemde lijn ten 20 minste één der korte zijden snijdt.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich rond elke hub een steunrand uitstrekt, welke verschillende hoogten hebben, zodanig dat bij op de hubs vastgezette informatiedragers deze op de betreffende steunranden rusten.

7. Verpakking volgens conclusie 6, waarbij de hoogste steunrand een hoek insluit van maximaal 270°, meer in het bijzonder een hoek tussen 180 en 250°, waarbij de steunrand twee vrije einden hebben die zodanig zijn 102 8 5 1 1_ gepositioneerd dat tijdens gebruik een op de laagste hub vastgezette informatiedrager zich gedeeltelijk tussen genoemde einden uitstrekt.

8. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoogste van de twee hubs een voet heeft die enigszins wijder is dan de hub 5 en een hoogte heeft die ongeveer gelijk is aan de hoogte van de laagste hub.

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij twee dekseldelen zijn voorzien, aan weerszijden van een rug en daarmee via living hinges verbonden, waarbij op de rug verdere opneemmiddelen zijn voorzien voor een of meer informatiedragers, bijvoorbeeld verdere CD's of

10. Verpakking volgens conclusie 9, waarbij genoemde verdere opneemmiddelen een blad omvatten dat met de rug is verbonden, op of in welk blad ten minste één verdere opneempositie is voorzien voor een plaatvormige informatiedrager zoals een CD of DVD.

10 DVD's, drukwerk, speelkaarten of elektronische geheugenmiddelen.

11. Verpakking volgens conclusie 10, waarbij genoemde opneempositie aan een eerste zijde van genoemd blad is voorzien en aan de tegenovergelegen zijde opneemmiddelen zijn voorzien voor drukwerk, speelkaarten of elektronische geheugenmiddelen.

12. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 20 verpakking ten minste vijf opneemposities voor een CD of DVD omvat.

13. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking eendelig gespuitgiet is.

14. Samenstel van een verpakking volgens een der voorgaande conclusies en ten minste twee plaatvormige informatiedragers met een 25 centrale opening, welke informatiedragers in gedeeltelijk overlappende positie in de verpakking zijn opgenomen.

15. Werkwijze voor het verpakken van CD's en/of DVD's of dergelijke plaatvormige informatiedragers, waarbij ten minste twee informatiedragers met een centrale opening worden vastgezet op twee hubs die op een vlak zijn 30 voorzien, zodanig dat de informatiedragers elkaar gedeeltelijk overlappen, 1028511 waarbij de omtreksrand van één der informatiedragers op geringe afstand van de hub waarop de andere van de genoemde twee informatiedragers is of wordt vastgezet, waarbij de informatiedragers worden ondersteund nabij genoemde langsrand door een zich vanaf genoemd vlak uitstrekkende, 5 opstaande rand of randelementen. 10 2 8 5 1 1 -