NL8001722A - Rijwielstandaard. - Google Patents

Description

Rijwielstandaard. · T/tj/lh/1

De uitvinding heeft betrekking op een rijwiel-standaard voor het staand ondersteunen van een rijwiel, waarbij de standaard een bevestigingsarm of dergelijke omvat, die met één einde aan een vaste steunconstructie kan 5 worden bevestigd en het rijwiel demontabel vast kan houden aan de vertikale framebuis van het stuurlager.

De tegenwoordige bekende rijwielstandaards zijn in de regel gebaseerd op het ondersteunen van de fiets aan het voorwiel, tussen boogvormige, op een met de breedte 10 van het voorwiel overeenkomende afstand van elkaar gemonteerde steunijzers. Eén en dezelfde steunconstructie omvat in de regel een aantal van dergelijke steunijzers, bijvoorbeeld voor zes of meer fietsen. Verder .zijn uit de octrooi-schriften NO-7779, US-3.968.665, US-3.802.232, US-577.808, 15 DE-361.245 en DE-559.043 rijwielsteunen bekend, die geba seerd zijn op het toepassen van verschillende soorten bevestigingsarmen.

De bekende rijwielstandaards hebben, in het bijzonder in het geval van lichtgewicht toefrijwielen, het 20 nadeel dat de voorwielvelgen daarin verbuigen, vaak met noodlottige gevolgen en zelfs aanzienlijke 'reparatiekosten veroorzakend. Verder- verhindert de verbuiging van de velgen het gebruik van de bij toerfietsen algemene toegepaste voorwielremmen, waarbij de remmende wrijving wordt bereikt 25 door remblokken tegen de zijden van de velg aan te drukken. Verder leiden da bekende rijwielstandaards tot veiligheidsrisico's onder andere voor achteruitrijdende voertuigen, omdat de standaard gauw buiten het gezichtveld van de bestuurder ligt en materiaalschade kan veroorzaken. Dit 30 laatste geldt in het bijzonder voor op donkere hoeken opgestelde rijwielstandaards.

Ook de bekende rijwielsloten hebben nadelen, daar van de door het afsluiten verkregen bescherming in veel gevallen van diefstal is gebleken, dat deze hoogstens 8001722 -2- ir - . β ’> -· schijnbaar is. Met gebruikelijke sloten afgesloten fietsen worden namelijk gestolen, wanneer bijvoorbeeld het achterwiel of het voorwiel ten opzichte van het fram van de fiets is vastgezet. Ook het met een slot vastzetten van 5 het voorwiel aan een rijwielstandaard heeft niet in alle gevallen diefstal kunnen verhinderen; in ettelijke gevallen is van de fiets slechts het aan de standaard vastgezette voorwiel overgebleven.

De in de hierboven genoemde octrooischriften 10 beschreven rijwielstandaards zijn allemaal slechts geschikt voor het vastzetten van fietsen met een bepaalde grootte, waarbij deze grootte in relatie met de opbouw van de standaard gezien moet worden. Verder maken de standaards het nodig dat de fiets nauwkeurig ten opzichte van de standaard 15 wordt gericht en daarin wordt geplaatst. Verder moeten voor enige in de genoemde octrooischriften weergegeven oplossingen afzonderlijke-sloten worden gebruikt, wanneer men de fiets aan de standaard vast wil zetten.

Totnutoe is geen rijwielstandaard bekend, die 20 geschikt is om gebruikt te worden met fietsen van elke willekeurige grootte voor volwassenen en kinderen. Verder is geen rijwielstandaard bekend, waarin men een rijwiel vast kan zetten, zonder' de fiets nauwkeurig te richten en in een nauwkeurig bepaalde stand ten opzichte van de steun 25 te moeten plaatsen. Bovendien is geen rijwielstandaard bekend, waarin het daarin geplaatste rijwiel niet verbuigd of waarvan het frame niet beschadigd, wanneer het rijwiel aan een uitwendige kracht wordt blootgesteld, terwijl dit in de standaard is bevestigd. Verder is geen de hier ge-30 noemde eisen vervullende en gemakkelijke afsluitbare rijwielstandaard bekend.

Het doei van de uitvinding is de hierboven genoemde nadelen te verhelpen.

De uitvinding is gebaseerd op een bevestigings-35 orgaan dat aan het frame van de fiets, in het bijzonder aan de vertikale framebuis van het stuurlager vast wordt bevestigd, en op een demontabel aan het bevestigingsorgaan te bevestigen bevestigingsarm, die demontabel aan het be- 800 1 7 22 * .. -i -3- vestigingsorgaan bevestigd kan worden en.met het andere einde vast aan een wand, aan een afzonderlijk gestel of een andere dergelijke, in hoofdzaak vaststaande constructie gedragen is bevestigd. Wanneer de standaard met een de 5 scharnierbeweging en in vertikale richting toelatend scharnier is uitgerust, kan men met de steun aanzienlijk ruimte besparen; een leegstaande bevestigingsarm kan in de vrije stand naar beneden, bijvoorbeeld langs de wand naar beneden hangen. Wanneer de steun leegstaat, veroorzaakt deze geen 10 veiligheidsrisico's, niet voor voertuigbestuurders noch voor voetgangers. Dankzij twee in de richting omhoog en naar beneden zwenkbare scharnieren aan de bevestigingsarm is de standaars geschikt om gebruikt te worden in combinatie met rijwielen met verschillende grootten. Het vastzetten 15 van een rijwiel aan de bevestigingsarm kan onder alle omstandigheden onafhankelijke van de hoogte van het rijwiel, van de richting van het bevestigingsorgaan en dergelijke omstandigheden dankzij de scharnieren uitgevoerd worden, waarbij de fiets toch, 'stabiel rechtstaand in de standaard 20 ’ wordt vastgehouden. Dankzij het de scharnierbeweging in horizontale richting toelatende scharnier in de bevestigingsarm is het niet noodzakelijk het rijwiel nauwkeurig ten opzichte van de standaard uit te richten en te potitioneren; verder wordt het in de standaard bevestigde rijwiel door 25 een daarop inwerkende inwendige kracht niet verbogen of beschadigd. De standaard volgens de uitvinding is geschikt om aangebracht te worden tegen de wand van een gebouw, aan een afzonderlijk steunorgaan of dergelijke; bovendien kan men in op dergelijke wijze bevestigde rijwielstandaards 30 meerdere fietsen gelijktijdig vastzetten.

Verder is de stand volgens de uitvinding constructief gezien bijzonder gunstig in prijs en eenvoudig, en is deze geschikt om overal toegepast te worden, zowel in binnenruimte als buiten. Wanneer het slot bij het bevesti-35 gingsorgaan behoort, dat aan de vertikale framebuis van de fiets vast is bevestigd, wordt het slot steeds met de fiets meegevoerd en kan dit niet verloren gaan.

800 1 7 22 Γ ΐ -4-

De uitvinding wordt hierna aan de hand van tekeningen van uitvoeringsvoorbeelden nader verklaard.

Figuur 1 toont in zijaanzicht een rijwiel, dat door middel van een standaard volgens de uitvinding wordt 5 gesteund.

Figuur 2 toont de rijwielstandaard van figuur 1 gedeeltelijk · op grotere' schaal.

Figuur 3 toont de doorsnede volgens de lijn III- III in figuur 2.

10 Figuur 4 toont de doorsnede volgens de lijn IV- IV in figuur 2.

Figuur 5 toont de doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 2.

Figuur 6 toont een tweede rijwielstandaard vol-15 gens de uitvinding, bevestigd aan een wand.

Figuur 7 toont van onder af gezien een gedeeltelijk in doorsnede een bevestigingsinrichting van de rijwielstandaard van figuur 6, vastgemaakt aan het bevestigings-orgaan van het rijwiel.

20 Figuur 8 toont de bevestigingsinrichting van figuur 7 gezien vanaf de 'zijkant.

Figuur 9 toont een derde 'rijwielstandaard volgens de uitvinding in ruststand.

Figuur 10 toont een vierde 'rijwielstandaard vol-25 gens de uitvinding met verscheidene bevestigingsarmen waaraan rijwielen zijn vastgemaakt.

Figuur 1 toont een' in een' standaard volgens de uitvinding vastgezet rijwiel. Bij de standaard behoort een met het ene einde 2 vast aan een wand 3 verbonden bevesti-30 gingsarm 1, waarvan het tegenover het aan de wand bevestigde einde liggende einde 2' een bevestigingsinrichting 4 omvat, waarin het rijwiel demontabel door een in hoofdzaak vast aan de vertikale framebuis 5 van het stuurlager aan de fiats aangesloten bevestigingsorgaan 7 met behulp van een 35 slot 8 is bevestigd. Verder is de bevestigingsarm 1 met een in de vertikale richting scharnierende, de vertikale scharnierbeweging van de arm toelatend scharnier 6 en van een in de horizontale richting scharnierend, de horizontale 8 00 1 7 22 f -a ' -5- scharnierbeweging van de arm toelatend scharnier 6r voorzien.

De constructie van de in figuur 1 weergegeven rijwielstandaard blijkt uit figuur 2, waarin de standaard 5 en het hieraan bevestigde, voor een permanente bevestiging aan dé framebuis 5 van het stuurlager van de rijwiel bedoelde bevestigingsorgaan 7, evenwijdig aan de wand 3 naar beneden hangen. Het aan de steunconstructie 3 bevestigde einde 2 van de bevestigingsarm 1 is met een in· ]zijdelingse 10 richting stijf, in vertikale richting beweegbaar pen- of scharnierlager 6* uitgerust. Verder is het genoemde uiterste einde 2r van de bevestigingsarm 1 van een tweede, tussen het genoemde vertikale scharnier en het horizontale scharnier aangebracht vertikaal, de vertikale scharnierbeweging 15 toelatend en tegelijkertijd in zijdelingse richting stijf pen- of scharnierlager 5” voorzien. De constructie van het vertikale scharnier 6 aan het naar de 'steunconstructie 3 toegekeerde einde van de bevestigingsarm 1 blijkt uit de doorsnede van figuur 3, die tegelijk in principe met de 20 constructie van het vertikale lager 6" en het horizontale lager 6’ overeenkomt. Bij hét scharnier behoren dus door middel van de scharaierpen 113 scharnierend met elkaar verbonden scharnierhelftan 14 en' 15, zoals bijvoorbeeld het einde 2 van de arm en het middelste gedeelte l-\ van de arm, 25 of het middelste gedeelte 1r van de 'arm en het uiterste einde 2' van de arm-, of het aan de bevestigingsinrichting 4 aangesloten deel van de arm en het' uiterste einde 2 ' van de arm. De vertikale scharnieren 6 en 6" van de bevestigingsarm 1 maken het bevestigen· jvan de bevestigingsarm en de 30 richtingsinstelling van de bevestigingsinrichting 4 op een willekeurige hoogte mogelijk, bijvoorbeeld voor het bij een hoge volwassene fiets behorende bevestigingsorgaan resp. voor een bevestigingsorgaan dat bij een lage kinderfiets behoort. Dankzij de stijfheid van de vertikale schar-35 nieren 6 en 6” in de zijdelingse richting van de scharnieren kan het aan de bevestigingsarm 1 bevestigde rijwiel niet omvallen. Dankzij het horizontale scharnier 6" aan het uiterste einde van de arm 1 kan het uiterste einde van de beves- 8001722 -6- £. t tigingsarm zijdelings gericht worden naar de naderingshoek van de fiets en de richting van het aan de framebuis 5 bevestigde bevestigingsorgaan 7. Daardoor vervalt het richten en nauwkeurig potitioneren van het rijwiel in een be-5 paalde, stand ten opzichte van de standaard.

Het bevestigingsmechanisme, dat wil zeggen de bevestigingsinrichting 4 voor het bevestigen en vastzetten van het bevestigingsorgaan 7 van het rijwiel aan het uiterste einde 2’ van de bevestigingsarm blijkt uit figuur 4 en 10 5. Het bevestigingsorgaan 4 en het uiterste einde van de bevestigingsarm 1 vormen een pen-en-gat-verbinding, die met het slot 3 afsluitbaar is. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat het bevestigingsorgaan 7 uit twee helften 7’ en 7", die onderling door de bevestigingsbak 11 met 15 elkaar zijn verbonden, waarbij zich tussen de helften een opening 12 bevindt, waarin de framebuis 5 van het vertikale stuurlager van de fiëts kan worden ingesloten (de framebuis wordt in figuur 4 niet getoond). Verder vormen de helften van het bevestigingsorgaan 7 een uit de vertikale 20 framebuis van het stuurlager van de fiets verschoven pendeel 14, dat in de figuur in de aan het uiterste einde 2' van de arm 1 gevormde gat, dat wil zeggen in de 'opening 16 is geschoven. Het slot 8 is met behulp van de bevestigings-flens 17 vast aan het pendeel 14 bevestigd, enwel dwars 25 daarop. Aan het uiterste einde 2' van de arm 1 aan het binnenoppervlak van het gat daarvan is een rand 13 aangebracht, die dient voor het vastzetten van de grendel 18 van het slot 8 achterdeze 'rand, in de richting van de opening 16 uit gezien, wanneer men het slot sluit. Aan het einde 2* 30 van de arm 1 is verder een sleuf 15 (in figuur 2) zodanig aangebracht, dat bij het indrukken van het pendeel 14 aan het bevestigingsorgaan 7 in het' gat 2’ van de am 1 het bij het slot 8 behorende druktoetsdeel 19 in de genoemde sleuf kan dringen. Wanneer men het slot wil sluiten, drukt 35 men het druktoetsdeel 19 uit de normale stand (in figuur 4 met gestippelde lijnen weergegeven), waarbij de grendel 18 dan achter de rand 13 schuift en het bevestigingsorgaan met het pendeel in het gat aan het einde van de am vast- 800 1 7 22 -7- τ zet, wanneer de grendel 18 van het slot achter de rand 13 valt. Het slot wordt met een sleutel geopend, waarbij dan het druktoetsdeel naar buiten schuift en de vergrendeling door de grendel 18 en de rand 13 wordt opgeheven en het 5 pendeel 14 van het bevestigingsorgaan 7 uit het gat van de arm 1 genomen kan worden.

In figuur 6 is het einde 2 van de bevestigings-arm 1 met behulp van een in vertikale richting scharnierend en in zijdelingse richting stijf scharnier 6 aan een aan de 10 wand 3 bevestigde horizontale steun 3' bevestigd. Het uiterste einde 2' van de arm 1, dat bedoeld is voor het vastzetten van het rijwiel aan het bevestigingsorgaan 7, is scharnierend met de bevestigingsarm 1 verbonden met behulp van het in vertikale richting scharnierende, in zijdelingse 15 richting stijve scharnier 6".

Verder behoort bij de arm 1 een in horizontale richting scharnierend, en in vertikale richting stijf scharnier 6', dat in de het dichtst bij het einde 2 liggende helft van de arm en tussen de ‘genoemde scharnieren is 20 aangebracht.

In figuur 7 is het met behulp van de bevestigings-bouten 11 vast met de framebuis 5 van het rijwiel verbonden penvormige, van de framebuis 5 naar voren uitstekende bevestigingsorgaan 7 in de aan hét uiteinde van de beves-25 . tigingsinrichting 4 gevormde opening geschoven, zodanig dat het slot 8, dwars op-het bevestigingsorgaan, in de sleuf 15 van het gat is geschoven. Het plaatvormige druktoetsdeel -20, dat een grotere diameter heeft dan het slot, is in de vergrendelstand gedrukt, waarbij hét’ genoemde druktoets-30 deel achter de door de randen van de verwijding van de sleuf 15 gevormde uitsteeksels 13 is opgesloten. Het slot 8 wordt in de vergrendelde stand in de dwarsverlopende slot-ruimte van het bevestigingsorgaan vastgehouden door een hindernis 21, die zich, van het druktoetsdeel afgezien, 35 achter de rand 23 van de aan de zijwand van de bevestigings-ruimte gevormde spleet afsteunt. Wanneer het slot met een sleutel wordt geopend (in de figuur niet getoond), beweegt de hindernis 21 in het slot 8, waarbij de vergrendeling ; 800 1 7 22 i t -8- tussen de hindernis 21 en de aanslag 23 wordt opgeheven en het slot met het druktoetsdeel 20 naar buiten beweegt in de slotruimte, hetgeen geschiedt onder invloed van een onder het slot aangebrachte veer 24; dankzij het bevesti-5 gingsorgaan 22 van het slot, dat in de, in de zijwand van de slotruimte gevormde uitsparing schuift, wordt voorkomen dat het slot uit de slotruimte valt, waarbij het bevesti-gingsorgaan de beweging van het slot in de slotruimte toelaat, maar het verwijderen van het slot uit de slotruimte 10 verhindert. Wanneer het druktoetsdeel 20 van het slot over de rand 13 beweegt, wordt de daartussen gevormde vergrendeling opgeheven en kan men het bevestigingsorgaan 7 van het rijwiel met het slot 8 uit de bevestigingsinrichting 4 trekken.

15 In figuur 9 zijn verscheidene bevestigingsarmen 1 aan een vertikale, vaste steun 3, van bovenaf gezien in een stervormige opstelling bevestigd. In figuur 10 is aan de wand 3 een vaste horizontale steun 3 bevestigd, waaraan de bevestigingsarmen 1 telkens met één einde vast zijn aan-20 gebracht. De armen 1 vormen een schuine hoek met de horizontale steun, om het gestaffeld opstellen van rijwielen mogelijk te maken*

Indien gewenst, kan de bevestigingsinrichting 4 een door de am 1 gevormd pendeel en een door het beves-25 tigingsorgaan 7 gevormd gatdeél omvatten', waarin het genoemde pendeel ingeschoven kan worden. In plaats van het weergegeven slot 8 kan men elke willekeurige,' de delen van de bevestigingsinrichting 4, zoals een' pen en een gat, samensluitende slotinrichting gebruiken. Verder is de standaard 30 volgens de uitvinding ook geschikt voor het bevestigen en vastzetten van andere verkeersmiddelen behalve rijwielen, zoals bijvoorbeeld boten, kano's enz.

800 1 7 22

Claims (5)

1. Rijwielstandaard voor. het ondersteunen van een rijwiel in rechtopstaande stand, omvattende: een bevestigi-gingsarm of dergelijke die met het ene einde aan een in hoofdzaak vaste steunconstructie wordt bevestigd en met 5 het andere einde demontabel aan de vertikale framebuis van de fiets wordt bevestigd, met het. kenmerk, dat de framebuis. (5) van het stuurlager van het rijwiel voorzien is van een in hoofdzaak vast aan de framebuis bevestigd bevestigings-orgaan (7), voor het met behulp van een slot (8) vastzetten 10 van het rijwiel aan een bevestigingsinrichting (4) van de bevestigingsarm (1) met het bevestigingsorgaan, en dat de bevestigingsarm (1) voorzien is van vertikale en horizontale scharnierbewegingen van de arm toelatende scharnieren (6, 6‘).

2. Rijwielstandaard volgens 'conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsarm bovendien van een derde, de scharnierbeweging in vertikale 'richting toelatend scharnier (6") is voorzien.

3. Rijwielstandaard volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat het de scharnierbeweging in horizontale richting toelatende scharnier (6) de bevestigingsarm (1) in horizontale richting stijf aan de. steunconstructie (3) aansluit.

4. Rijwielstandaard volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk,, dat het de scharnierbeweging in horizontale richting toelatende scharnier (6’) de bevestigingsarm (1) in vertikale richting stijf aan de steunconstructie (3) aansluit.

5. Rijwielstandaard volgens conclusie 2, 30 met het kenmerk, dat het derde, de 'scharnierbeweging in vertikale richting toelatende 'scharnier (6”) van de bevestigingsarm in horizontale richting stijf is. 8001 7 22