NL8001616A - Machine voor het sorteren van voorwerpen met verschil- lende bestemmingen. - Google Patents

Description

è 'ï VO 0239

Titel : Machine voor het sorteren van voorwerpen met verschillende bestemmingen._

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het sorteren van voorwerpen met verschillende bestemmingen, in het bijzonder, maar niet uitsluitend geschikt voor omvangrijke correspondentie per post.

Er bestaat een behoefte, die in het bijzonder wordt gevoeld op 5 het gebied van omvangrijke correspondentie per post (drukwerk , omvangrijke brieven, pakketten), aan machines, die voorwerpen kunnen sorteren van verschillende soorten en gedaanten, in hoofdzaak plat, naar een aantal uitgangen, in aantal gelijk aan het aantal uiteindelijke bestemmingen van de voorwerpen, tijdens een enkele behandelings-10 faze. Gemechaniseerd sorteren in twee fazen is in feite oneconomisch, in hoofdzaak omdat de bestemming van de voorwerpen door de bedienaars tijdens elke sorteerfaze worden gecodeerd, d.w.z. tweemaal, omdat er geen voorzieningen zijn getroffen voor het op de voorwerpen drukken van een code.

15 De bedrijfseigenschappen, die het belangrijkst worden geacht van machines van deze soort, zijn het vermogen per uur (aantal per uur gesorteerde voorwerpen), dat de machine kan bereiken, de afmetingen en fysische eigenschappen van de voorwerpen, die kunnen worden behandeld, het aantal sorteerrichtingen, de totale afmeting en de standaardisering.

20 Sorteermachines van de volgende soorten worden gebruikt of worden momenteel onderzocht: a) Sorteermachines, die de voorwerpen op schalen transporteren.

Het sorteren wordt uitgevoerd door het bij de bijbehorende sorteer-uitgang draaien van de schaal.

25 b) Sorteermachines met een transportstelsel in de vorm van gedeelten.

De gedeelten zijn zodanig opgesteld, dat zij een ononderbroken band vormen, die door keerplaten is verdeeld in segmenten, die de gedeelten bepalen. Het sorteren wordt uitgevoerd met behulp van drukorganen of wisseltongen, die de voorwerpen afbuigen naar de betrokken be-30 stemmingsuitgangen.

c) Sorteerinrichtingen in de vorm van banden en rollen. De banden transporteren de voorwerpen in lengterichting, waarbij een stelsel draaibare rollen afkomstig is van het bandstelsel voor het afbuigen van de afzonderlijke voorwerpen naar de ene of de andere van twee rich-35 tingen, loodrecht op de banden.

8001616 2 d) Houder sorteermachines. Dit is een experimentele machine, waarbij elk voorwerp in zijn eigen houder wordt geplaatst in de vorm van een tas, die vanaf een codeerplaats samen met verschillende andere houders, langs een sterk vertakte baan wordt gevoerd, welke baan 5 wordt gevormd door hangbanen op verschillende hoogten met wissel- punten en samenbrenggedeelten. Deze baan is vertakt door middel van een aantal opeenvolgende wisselpunten voor het verschaffen van ·- een aantal aftakkingen, gelijk aan de uiteindelijke bestemmingen, waar een verenigbaar aantal houders met de voorwerpen daarvan wordt 10 samengebracht. Deze aftakkingen komen vervolgens opeenvolgend ge leidelijk samen in één enkele uitgang, die voert naar een stapel-inrichting.

Groepen houders, die wachten in de sorteeraftakkingen, worden op hun beurt toegevoerd aan de stapelinrichting, waar de voorwerpen worden 15 gescheiden van de houders, en verzameld in een doos uit kunststof, die dan wordt gebruikt voor het verzenden daarvan, waarbij de houders zelf terugkeren naar de codeerplaatsen.

Sorteermachines van de soort a) en de soort b), waarbij het sorteren wordt uitgevoerd door drukorganen, hebben bepaalde ongunstige 20 eigenschappen, die het vermogen en de totale afmeting van de machine nadelig beïnvloeden, te weten :

De bewegingsbaan, gevolg door de voorwerpen, die in de sorteer-uitgangen vallen, is "verspreid'* als gevolg van de onbepaaldheid van de stand van het voorwerp op de bak of in het gedeelte, en als ge-25 volg van de invloed van de afmetingen van het voorwerp op het moment, waarop het voorwerp begint te vallen. Bovendien wordt het voorwerp zodanig geplaatst, dat de maximum algemene afmeting daarvan in de toe-voerrichting van de schalen of gedeelten ligt. Voor het opheffen daarvan en het voorkomen, dat de "valverspreiding" fouten veroorzaakt 30 (het vallen in de verkeerde uitgang), moet de opening van de sorteer-uitgangen worden verbreed door middel van afbuigorganen of trechters, waardoor dus de lengte-cmvang van de sorteermachine evenredig moet worden vergroot of de transportsnelheid verlaagd (de valverspreiding is direkt evenredig met de snelheid).

35 Het sorteervermogen, dat gelijk is aan de verhouding van de trans port snelheid tot de afstand tussen opeenvolgende transporteurs, is klein en ligt rond de 5000 voorwerpen per uur per transportlijn, als 8001616 f 1 3 gevolg van het feit, dat de "beschreven plaatsing van het voorwerp in de houder de afstand tussen opeenvolgende houders groot maakt.

Slechts een of twee uitgangen kunnen in een dwarsdoorsnede van de machine worden aangebracht, waardoor dus de lengte-omvang van de ma-5 chine snel toeneemt wanneer het aantal uitgangen toeneemt. Het aantal uitgangen, dat in de praktijk kan worden verschaft is derhalve beperkt, en is veel kleiner dan het aantal uiteindelijke verdelingen, dat gewoonlijk wordt uitgevoerd in centra, zoals postsorteerplaatsen.

Sorteermachines van de soort h), die wisseltongen omvatten, heb-10 ben geen nadelen met betrekking tot een valverspreiding, maar het vermogen daarvan, dat ongeveer $600 voorwerpen per uur is, is nog beperkt als gevolg van het feit, dat de voorwerpen worden getransporteerd in de richting van de maximum algemene afmeting daarvan. Bovendien is het gebruik van dergelijke sorteermachines beperkt tot platte voorwer-15 pen, welke beperking in postsorteerplaatsen veel handenarbeid vereist voor het van pakketten scheiden van platte voorwerpen. Door het aanbrengen van slechts twee uitgangen in de dwarsdoorsnede van de machine, neemt tenslotte de algemene afmeting daarvan zeer snel toe met het aantal uitgangen, waarbij het in de praktijk maximum aantal, dat 20 . ongeveer 100 is, nog ver verwijderd ligt van de eisen van postbehande-ling.

• Sorteermachines van de soort c) zijn voor wat betreft het vermogen daarvan eveneens beperkt tot minder dan 5000 voorwerpen per uur, waarbij de sorteeruitgangen in afmeting zeer lang zijn (ongeveer 600 25 mm). Deze zijn bovendien niet geschikt voor voorwerpen, die niét plat zijn, zoals pakketten.

De experimentele sorteermachine van de soort d) heeft een veel groter vermogen en kan een groot aantal uitgangen omvatten in een kleine ruimte. Deze machine heeft echter een aanzienlijke mechanische 30 ingewikkeldheid, en omvat ophangstaven op verschillende hoogten, verder wisselpunten en samenbrenggedeelten, hetgeen in het geval van een fout kan leiden tot een ernstige achteruitgang van de machine. Bovendien is het gebruik van deze sorteermachine beperkt tot platte voorwerpen.

35 Geen der tot nu toe bekende machines heeft derhalve volledig be vredigende eigenschappen, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik daarvan op het gebied van correspondentie per post.

8001616 k

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een sorteermachine, in het "bijzonder, hoewel niet uitsluitend, voor postaal gebruik, welke machine een groot sorteervermogen heeft, verder voorwerpen kan behandelen met verschillende afmetingen en fysische eigen-5 schappen, een groot aantal uitgangen heeft binnen een zeer kleine totale maehine-afmeting en gemakkelijk kan worden aangepast aan de veranderlijke eigenschappen en afmetingen van de omgevingen, waarin deze moet worden gemonteerd.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel bereikt door een sor-10 teermachine, voorzien van een gesloten kringloopgeleiding met een veranderlijke gedaante, welke geleiding zich uitstrekt door althans êén laadstation, dat althans een laadplaats bevat, waarin de te sorteren voorwerpen opeenvolgend worden toegevoerd, en althans een sorteer-station, dat een aantal verzamelhouders bevat voor voorwerpen met 15 verschillende bestemming, en een opeenvolging van vakken voor het op-nemen van afzonderlijke voorwerpen, die langs de geleiding kunnen worden bewogen voor het transporteren daarvan vanaf het laadstation naar het sorteerstation, welke vakken in de vorm zijn van smalle vakken met het oppervlak daarvan met de maximum afmeting loodrecht op de bewe-20 gingsrichting, welke smalle vakken aan de bovenkant open zijn voor het .laden van de voorwerpen en zijn voorzien van bodemwanden, die onder besturing kunnen worden geopend teneinde de voorwerpen af te voeren in de verzamelhouders.

Deze onderhavige machineconstruetie heeft vele voordelen, die de 25 machine duidelijk de voorkeur verdienend maken ten opzichte van bekende machines, en die als volgt kunnen worden samengevat: a) Door het transporteren van de voorwerpen in beweegbare vakken, dwars op het oppervlak daarvan met de maximum afmeting, wordt een grote lijndichtheid verkregen voor de opnemende vakken (aantal 30 vakken per strekkende meter van de baan) en derhalve voor de voor werpen zelf.

Aangezien het machinevermogen evenredig is aan de lijndichtheid voor een bepaalde toevoersnelheid van de opnemende vakken, is het mogelijk om zelfs bij matige toevoersnelheden een zeer groot vermogen 35 te bereiken. Het vermogen kan bij het gelijkblijven van andere omstandigheden, worden verdubbeld, verdrievoudigd, enz. door het met de geleiding doen samenhangen van niet slechts één maar twee of meer opeen- 8001616 ƒ *.

5 volgingen van vakken, welke evenwijdig bewegen.

In dit verband is berekend, dat door toepassing van éên enkele ononderbroken opeenvolging van 50 ram vakken, waartussen op bepaalde afstanden 200 mm vakken zijn aangebracht (voor een hierna te verduide-5 lijken doel), het vermogen, dat met een bewegingssnelheid van 0,5 ra/s kan worden bereikt, 2^000 voorwerpen per uur is, en dus ^8000 voorwerpen per uur bereikt indien twee naburige opeenvolgingen worden gebruikt.

b) De machine is in staat cm platte voorwerpen van verschillende dikten 10 te behandelen, zoals brieven, kaarten, handelsfacturen, drukwerk, dagbladen, periodieken, tijdschriften, boeken, catalogie, enz.

Door het bij voorkeur aanbrengen van vakken met een grotere breedte op een passende onderlinge afstand, is het mogelijk gelijktijdig tevens enige doorvoer te behandelen, die wordt gevormd door voor-^ werpen met een grotere afmeting, zoals monsters, pakketten, bundels brieven en drukwerk, enz.

c) Het is mogelijk zelfs een zeer groot aantal uitgangen (verzamelhouders) te verschaffen binnen een zeer kleine algemene afmeting om de volgende redenen: 20 . · · * - de verspreiding van de voorwerpen, die m de sorteeruitgangen vallen, is klein, aangezien alle voorwerpen vanaf dezelfde hoogte vallen en hun doorsnede met minimum afmeting vertonen, welke laatste eigenschap het tevens mogelijk maakt de toevoersnelheid van de opneemvakken laag te houden. Dientengevolge kan de opening ^ (en dus de algemene afmeting) van de sorteeruitgangen, welke ope ning bij elke bekende machine, evenals bij de onderhavige, het maximum deel uitmaakt van de totale machine-afmeting, tot een minimum worden beperkt, - de hoofdafmeting van de verschillende machinedelen (sorteeruit-gangen, laadplaatsen) strekt zich uit volgens de baan van de opneemvakken, waarbij, omdat deze baan wordt bepaald door een enkele geleiding, deze met aanzienlijke veelzijdigheid kan worden veranderd voor het zodoende het best nuttig gebruik te kunnen maken van de beschikbare ruimte. De lengte-afmeting van de machine, 35 ...

hetgeen de grootste afmeting daarvan is, kan dus zeer klem worden gehouden, zelfs voor een groot aantal uitgangen.

d) De eigenschappen van de machine zijn zodanig, dat daaraan een vol- 8001616 6 ledige standaardisering wordt verschaft. In dit verhand kan het aantal laadplaatsen vrij veranderlijk zijn van een tot enkele tientallen, waarbij het aantal sorteeruitgangen veranderlijk kan zijn van enkele tot enkele honderden, omdat de bovenste grens niet wordt 5 beperkt door enige technische factor. Het maximum vermogen kan vrijwel onbelemmerd worden veranderd door het veranderen van het aantal opneemvakken, dat in kringloop is, tot aan enkele tienduizen-den voorwerpen per uur. De baan van de opneemvakken kan vrijwel willekeurig worden veranderd door het uitvoeren van de geleiding 10 in de vorm van rechte en gebogen gedeelten, die naar keuze aan el kaar kunnen worden bevestigd, en mogelijk stijgende en dalende hellingen kunnen bevatten, evenals wisseltongen, aftakkingen, enz, teneinde zodoende de gedaante van de machine te kunnen aanpassen aan elke eis van het gebouw, waarin deze is opgenomen.

15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke ning, waarin : fig. 1 schematisch een ruimtelijk aanzicht is van de algemene uitvoering van de machine; fig. 2 een bovenaanzicht is van een in de machine aanwezige laad-20 plaats voor voorwerpen; fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III-IÏI in fig. 2; fig. k een vooraanzicht is van het uitgangseinde van een valkoker voor het transporteren van de voorwerpen in de bijbehorende opneemvakken, welke valkoker is opgenomen in de laadplaats volgens fig. 2 25 en 3; fig. 5 een linkeraanzicht is van de koker volgens fig. b; fig. 6 een zij-aanzicht is van een vast met elkaar verbonden groep opneemvakken bij een sorteerstation in de machine; fig. 7 een rechteraanzicht is van het samenstel volgens fig. 6; 30 fig. 8 een zij-aanzieht is voor het weergeven van details van een groep opneemvakken, zoals weergegeven in fig. 6; fig. 9 een bovenaanzicht is van een gedeelte van de opneemvakken; en fig. 10 een doorsnede is volgens de lijn X-X in fig. 8.

35 De in de tekening weergegeven sorteermachine omvat een geleiding in de vorm van een ophangstaaf 1, die bestaat uit een aantal met elkaar verbonden gedeelten, en zich als een gesloten kringloop uit- 8001616 » τ strekt met de in fig. 1 weergegeven vorm. Twee laadstations 2 en vier sorteerstations 3 zijn langs de geleiding aangebracht, welke geleiding beweegbare wagens h draagt, elk gevormd door twee pakken 5 met vakken voor het opnemen van te sorteren voorwerpen. Elk der twee 5 pakken 5 wordt gevormd door een opeenvolging smalle opneemvakken 6 in de vorm van een naar boven open smal vak, waartussen op onderlinge afstanden vakken 7 zijn aangebracht met een grotere breedte (fig. 1, 2 en 8}. De pakken 5' zijn vast met elkaar verbonden door twee paren - dvarsverbindingsdelen 8 (fig. 2 en 6 - 8), welke delen zijn verbonden 10 door steunen 9 met twee katrollen 10, waarvan er een een motor 11 omvat , welke katrollen lopen op de ophangstaaf 1. Elke steun 9 draagt ook een paar rollen 12, welke rollen verschuifbaar de tegenover elkaar liggende zijden aangrijpen van de ophangstaaf 1 (fig. 7)·

Zoals weergegeven in fig. 8, 9 en 10 is elk smal vak 6 aan de 15 onderkant afgesloten door een te openen bodemwand 13, die aan de twee zij-einden daarvan is verbonden met een paar armen 14 en 15» draaibaar bij 16, van welke armen de eerste recht is en de tweede haaks. De armen 14 en 15 zijn voor wat betreft de plaats daarvan tussen een vak 6 en het volgende afwisselend, doordat êên vak 6 de arm 1U aan de 20 linkerkant heeft, en de arm 15 aan de rechter, gezien in fig. 10, en het volgende vak 6 de arm 1^ aan de rechterkant heeft en de arm 15 aan de linker. Elke arm 15 hangt samen met een hefboom 17» die de arm in de in fig. 8 weergegeven gesloten stand houdt, in welke stand de arm veerkrachtig wordt gedrukt door een niet-weergegeven veer, totdat een 25 bijbehorend bedieningsorgaan 18 wordt bediend. Wanneer dit gebeurt, draait de hefboom 17 rond het draaipunt 19» waardoor de arm 15 wordt vrij gegeven en het bijbehorende vak 6 kan openen onder het gewicht van het daarin opgenomen voorwerp, zoals hierna gedetailleerd wordt uiteengezet .

30 De brede vakken 7 zijn aan de onderkant afgesloten door een paar te openen bodemwanden 20 en 21, draaibaar rond bijbehorende assen 22 en 23, en aan de einden daarvan verbonden met bijbehorende paren draaibare armen 2k en 25» waarvan de eerste recht zijn en de tweede haaks (fig. 8). Een van de twee armen 25 wordt in de gesloten stand gehouden 35 door een hefboom 26, draaibaar bij 27, en voorzien van een regelbedie-ningsorgaan 28, en wordt veerkrachtig naar deze gesloten stand gedrukt door een niet-weergegeven veer, waarbij aan de andere zijde van het 8001616 8 vak 7, de andere arm 25 is verbonden met de bijbehorende arm 2b door een stang 29, die aan de einden daarvan scharnierbaar is (fig. 8).

De wagens h worden met te sorteren voorwerpen geladen (niet meer dan een voorwerp voor elk vak 6 of 7) in een van de twee laadsta-5 tions 2 door het toepassen van een van de laadplaatsen 30, opgenomen in elk der stations. Een van deze laadplaatsen is gedetailleerd weergegeven in de fig. 2-5, en omvat een laad- en codeertafel 31, waar een bedienaar de afzonderlijke voorwerpen codeert, en de sorteergege-vens naar een passende regeleenheid stuurt. Een transportband 32 is 10 aangebraeht op deze tafel voor het een-voor-een toevoeren van de voorwerpen aan een aantal evenwijdige riemen 33, welke riemen zijn aangebracht boven de toevoerbaan van het dichtst bij liggende pak 5 van elke wagen 9, en waartussen rollen 3^ zijn aangebracht, gedragen door een gestel 35, dat door een hydraulische of pneumatische cilin-15 der 36 omhoog kan worden bewogen (fig. 3)· Zowel de riemen 33 als de rollen 3^ kunnen worden aangedreven door een motor, de eerste door niet-weergegeven middelen, en de laatste door een omkeerbare motor 37 via een ketting of riem 38 (fig. 3). Zoals weergegeven in fig. 2, is een tweede aantal evenwijdige riemen 33 aangebracht voor het vol-20 gen van het eerste aantal boven de toevoerbaan van het andere van de twee pakken 5 van elke wagen k, waartussen eveneens rollen 3^ zijn aangebraeht, gedragen door een gestel, dat op dezelfde wijze als het gestel 35 omhoog kan worden bewogen. Deze tweede groep riemen 33 en rollen 3^ kan ook worden aangedreven door een passende motor. Afhan-25 kelijk van het naar beneden houden van de rollen 3^ van de eerste groep of het omhoog bewogen zijn daarvan met betrekking tot de bijbehorende riemen 33, worden de op de toevoerband 32 toegevoerde voorwerpen overgebracht naar de riemen 33 van de tweede groep of naar rechts of naar links (gezien in fig. 2) afgeleid door de rollen 3^ in 30 afhankelijkheid van de aan de rollen door de motor 37 gegeven draairichting. De naar de riemen 33 van de tweede groep overgebrachte voorwerpen worden op dezelfde wijze naar rechts of naar links afgeleid in afhankelijkheid van de aan de rollen 3^ van de tweede groep gegeven draairichting.

35 De voorwerpen worden opgenomen door twee valkokers 39, welke kokers zijn opgesteld aan weerszijden van elke groep rollen 3^, en zijn ontworpen voor het opnemen van voorwerpen met een genormaliseerde 800 1 6 16 f * 9 platte gedaante voor het plaatsen daarvan in de smalle vakken 6 van de twee pakken 5 van de wagens 4, en door twee valkokers 1*0, welke kokers zijn opgesteld aan weerszijden van elke groep rollen 3l*, en ontworpen voor het opnemen van grotere voorwerpen voor het plaatsen 5 daarvan in de "brede vakken 7 van de pakken met vakken. De twee soorten valgoten 39 en 1*0 verschillen-alleen in de breedte van de uitgangs-monden daarvan, die natuurlijk overeenkomen met de verschillende breedten van de vakken 6 en 7» op grond waarvan de beschrijving daarvan is beperkt tot die van een enkele soort, te weten de kokers 39 voor 10 de smalle vakken 6.

Zoals weergegeven in fig. 2 en 3, wordt elke koker 39 bij 1*1 draaibaar gedragen door een drager 57» die verschuifbaar is langs een paar leistaven 1*2, tegen veren 1*1*. Een motor 1*3, die ook wordt gedragen door de drager 57» draait de koker 39 vanuit de in fig. 3 met 15 streep-stippellijnen weergegeven stand naar de in dezelfde figuur met getrokken lijnen weergegeven stand, en omgekeerd. In de eerste stand ligt de koker met een inlaatmond 1*5 tegenover de rollen 3l* voor het opnemen van het daarvoor bestemde voorwerp, waarbij de koker in de tweede stand met een uitlaatmond 1*6 daarvan tegenover de bovenste laad-20 mond ligt van een daaronder zich bevindend vak 6, waarmede de koker tijdelijk kan worden gekoppeld door het bedienen van een van drie be-dieningsorganen 1*7» welke een arm 1*8 uitdrukken, welke arm een bijbehorend uitsteeksel kan aangrijpen van drie per kringloop verspringende uitsteeksels 1*9 aan de wanden, die de vakken 6 begrenzen (fig.

25 2 - 5). De uitlaatmond 1*6 is gewoonlijk gesloten door een deur 50, die draaibaar is rond een pen 51 (fig· 1*) en veerkrachtig in de gesloten stand wordt gedrukt voor een niet-weergegeven veer. De deur 50 is vast verbonden met een stijve arm 52, die gewoonlijk in de met de sluitstand van de deur 50 overeenkomende stand wordt gehouden door een 30 hefboom 53, draaibaar bij 5**» en geregeld door middel van een bedie-ningsorgaan 55 tegen een terugstelveer 56.

Het gevolg is, dat een door de band 32 op een van de twee rollen-bedden 3^*- toegevoerd voorwerp, dat vandaar is af gebogen naar een koker 39» indien bestand voor een smal vak 6 (waarbij echter dezelfde wer-35 king plaats vindt in het geval van een voorwerp, bestemd voor een breed vak 7 en dus af gebogen naar een koker 1*0), de koker 39 binnengaat en direkt naar de uitlaatmond 1*6 valt door de werking van het 8001616 10 onmiddellijk draaien van de koker totin de vertikale stand, weergegeven met getrokken lijnen in fig. 3', door de motor 1*3. Als gevolg van dit draaien, grijpt de arm 1*8, die naar buiten is gedrukt door het gekozen bedieningsorgaan 1*7, een bijbehorend uitsteeksel 1*9 aan van de wagen 5 1*, zodat deze dus wordt gedwongen tijdelijk de beweging van de wagen te volgen door gebruikmaking van de mogelijkheid tot beweging, die aan de’drager 57 wordt gegeven door de leistaven 1*2, Wanneer de koker 39 de beweging volgt van de wagen 1*, doet de regeleenheid het bedieningsorgaan 55 de hefboom 53 bedienen en draaien in de in fig. 1* met 10 streep-stippellijnen weergegeven stand, waardoor de arm 52 wordt vrijgemaakt en het in de koker opgenomen voorwerp de deur 50 kan openen en in het daarvoor bestemde vak 6 kan vallen. Op grond van de synchrone beweging van de koker 39 en de wagen 1*, vindt dit vallen betrouwbaar en volkomen plaats zonder enige mogelijkheid van een fout 15 tussen een vak en een ander, en zonder dat het voorwerp door de wagen l* wordt afgestoten. De deur 50 sluit dan weer automatisch, waarbij het bedieningsorgaan 1*7 wordt teruggebracht naar de ruststand daarvan bij het van de wagen loskamen van de koker, die tenslotte wordt teruggekeerd naar de horizontale stand door de motor 1*3.

20 De wagens 1* met de verschilleMe opneemvakken 6 en 7 worden dus met een voorwerp per vak geladen, en toegevoerd aan een van de vier sorteerstations 3, die elk, zoals weergegeven, in de fig. 1, 6 en 7S in hoofdzaak bestaan uit een opeenvolging onafhankelijke rolwagens 58, welke rolwagens elk twee zakken 59 dragen, te weten een voor elk 25 der twee pakken 5 van elke wagen 1*.

Wanneer een vak 6 of 7 met het ie sorteren voorwerp daarvan aankomt boven de zak 9» die overeenkomt met de gewenste bestemming voor dat voorwerp, bedient de regeleenheid het bijbehorende bedieningsorgaan 18 of 28 teneinde de bodem van het vak te openen. Het voorwerp 30 kan dan in de daaronder zich bevindende zak 59 vallen.

De in de tekening weergegeven en tot nu beschreven uitvoeringsvorm is natuurlijk slechts een van de vele mogelijke uitvoeringsvormen van de onderhavige machine. Alle onderdelen daarvan kunnen in de praktijk vele wijzigingen omvatten, waarvan er enkele bij wijze van voor-35 beeld thans worden beschreven: a) De opneemvakken 6 en 7 kunnen in de vorm zijn van enkelvoudige houders, die afzonderlijk zijn verbonden met het transportstelsel 800 1 6 16 t ♦ 11 of kunnen zijn gegroepeerd tot een aantal houders 5» welke houders elk zijn verbonden met het transportstelsel. In beide gevallen kunnen zowel een enkele lijn als een aantal lijnen vakken worden gebruikt, zoals in het in de tekening weergegeven geval. Het 5 aantal zakken 59» samenhangende met elke rolwagen 58 in de sorteer- stations 3, is natuurlijk afhankelijk van het aantal lijnen met vakken.

b) De geleiding kan bestaan uit een ophangbaan 1, zoals weergegeven in de tekening, en wagens dragen met een eigen aandrijfmotor, zoals 10 in het geval van de wagens b of bestaan uit een ophangbaan, die een ketting of kabel leidt voor het transporteren van de wagens of kan bestaan uit een ophangbaan voor het dragen en leiden van wagens, die naar behoefte kunnen worden verbonden met en losgemaakt van een ket-tingaandrijfstelsel of kan bestaan uit een vloergeleiding voor de 15 wagens. De machines, die een. ophangbaan omvatten met zelf-aangedre- . ven wagens of met te verbinden en los te maken wagens, hebben het voordeel van het mogelijk maken van verschillende snelheden voor de wagens over verschillende gedeelten van de baan, en in het bijzonder een verlaagde snelheid (bijvoorbeeld 0,2 m/s) in de laad- en sor-20 teerstations, en een hogere snelheid (bijvoorbeeld 0,6 m/s) langs de verbindingsgedeelten.

c) In plaats van twee paren kokers met verschillende breedten,, kan êên enkel paar goten met een veranderlijke breedte worden gebruikt, hetgeen tevens geldt voor de bijbehorende riemen. Het kokerstelsel 25 kan ook gemeenschappelijk zijn voor twee naburige laadplaatsen.

Tenslotte kan het laden vanaf de zijkant plaats vinden (de vakken zijn zijdelings open) in plaats van boven af.

- d.) Als andere mogelijkheid voor de bedieningsorganen 18 en 28, die vast zijn verbonden met de wagen, kunnen vaste bedieningsorganen 30 worden gebruikt voor het naar buiten doen komen van pallen voor het openen van de vakken door het mechanisch oplopen tegen passende trekkers, samenhangende met elk afzonderlijk vak. De verschillende trekkers en bedieningsorganen kunnen ook zijdelings verspringend zijn aangebracht teneinde de frequentie te verminderen, waarmede 35 - ie trekkers langs de bijbehorende bedieningsorganen bewegen, en dus de tijdsduur te verlengen, die beschikbaar is voor het schakelen van de bedieningsorganen, en de nauwkeurigheid kan worden verminderd, 8001616 12 waarmede de stand van de vakken moet worden vastgesteld, e) In plaats van in de vorm van de zakken 59 te zijn, kunnen de sor-teeruitgangen in de vorm zijn van stapelinrichtingen met "beweegbare onderstellen, in welke inrichtingen de voorwerpen vallen en worden 5 gestapeld en zodoende het onderstel geleidelijk naar beneden toe bewegen totdat de stapelinrichting volledig is gevuld.

8001616

Claims (11)

1. Machine voor het sorteren van voorwerpen met verschillende bestemmingen, in het bijzonder geschikt voor omvangrijke correspondentie per post,, gekenmerkt door een geleiding, die een baan met een veranderlijke gedaante bepaalt, en zich uitstrekt door althans een laadstation, 5 dat althans een laadplaats bevat, waaraan opeenvolgend te sorteren voorwerpen worden toegevoerd, en door althans een sorteerstation, dat althans êên opeenvolging verzamelhouders bevat voor voorwerpen met verschillende bestemming, en door althans een opeenvolging vakken voor het opnemen van afzonderlijke voorwerpen, die kunnen worden be-10 wogen.·... langs de geleiding, teneinde de voorwerpen te transporteren van het laadstation naar het sort eer stat ion, welke vakken in de vorm zijn van smalle vakken, waarvan het oppervlak met de maximum afmeting loodrecht staat op de bewegingsrichting, welke smalle vakken zijn voorzien van bodemwanden, die onder besturing kunnen worden geopend 15' teneinde de voorwerpen af te voeren in de verzamelhouders.

2. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat op afstanden tussen de smalle vakken, vakken met een grotere breedte zijn aangebracht .

3. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de vakken aan 20 de bovenkant open zijn voor het laden van de voorwerpen. k. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de vakken zijn samengevoegd tot pakken onderling stijve vakken.

5. Machine volgens conclusie k met het kenmerk, dat de pakken met vakken zijn samengevoegd tot paren voor het vormen van wagens, die 25 een pak met vakken omvatten aan weerszijden van de geleiding, waarbij het sorteerstation twee opeenvolgingen verzamelhouders bevat, welke eveneens aan weerszijden van de geleiding zijn opgesteld.

6. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de laadplaats althans.een koker bevat voor het naar de vakken transporteren van de 30 voorwerpen.

7· Machine volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de koker vanuit een in hoofdzaak horizontale stand voor het opnemen van een te laden voorwerp kan worden gedraaid naar een in hoofdzaak vertikale stand voor het in het betrokken vak af voeren van het voorwerp.

8. Machine volgens conclusie 7 gekenmerkt door koppelingsmiddelen, 8001616 1 k die kunnen worden bediend τοογ het tijdelijk verbinden van de koker met het daaronder zich bevindende vak op het moment van het daarin afvoeren van het voorwerp.

9. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de geleiding 5 wordt gevormd door een ophangbaan, die zelf-aangedreven wagens kan dragen en leiden.

10. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de geleiding wordt gevormd door een ophangbaan voor een ketting of kabel.

11. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de geleiding 10 wordt gevormd door een ophangbaan, waarbij de wagens kunnen worden verbonden met en losgemaakt van een kettingaandrijfstelsel.

12. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de geleiding is bestemd voor wagens op de grond, van welke geleiding het doel bestaat uit het verschaffen van een vast fysisch gegeven, hoewel niet noodza- 15 kelijkerwijze door middel van een mechanische verbinding, teneinde een dwarsbeweging van de wagens in de noodzakelijke mate te kunnen regelen. 20 80 0 1 6 16