NL8001170A - Lamellen-jaloezie met vertikale lamellen. - Google Patents
Lamellen-jaloezie met vertikale lamellen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001170A NL8001170A NL8001170A NL8001170A NL8001170A NL 8001170 A NL8001170 A NL 8001170A NL 8001170 A NL8001170 A NL 8001170A NL 8001170 A NL8001170 A NL 8001170A NL 8001170 A NL8001170 A NL 8001170A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carrier
- support
- drive shaft
- carriers
- pull
- Prior art date
Links
- 239000000969 carrier Substances 0.000 claims description 47
- 241000446313 Lamella Species 0.000 claims description 15
- 238000013459 approach Methods 0.000 claims description 6
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 4
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 4
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 4
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 6
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 3
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 1
- 238000005266 casting Methods 0.000 description 1
- 230000035784 germination Effects 0.000 description 1
- 230000000977 initiatory effect Effects 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000007665 sagging Methods 0.000 description 1
- 239000007858 starting material Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/26—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
- E06B9/36—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with vertical lamellae ; Supporting rails therefor
- E06B9/362—Travellers; Lamellae suspension stems
- E06B9/364—Operating mechanisms therein
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S160/00—Flexible or portable closure, partition, or panel
- Y10S160/90—Vertical type venetian blind
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Blinds (AREA)
Description
\ t
Lamellen-jaloezie met vertikale lamellen.
De uitvinding heeft betrekking op een lamellen- jaloezie met vertikale lamellen, met verschillende dragers, die verschuifbaar zijn ten cpzicbtevan een railen waardoorheen een aandrijfas gaat, die is voorzien ten minste êën schroef-5 lijnvormige groef, waarbij een aantal van de dragers is gevormd als lameilendrager per lamelienpakket, terwijl verder dragers dienen als ondersteuningsdragers en worden getransporteerd door de aandrijfas en dienen voor het ondersteunen van het vrij van lameiiendragers zijnde deel 10 van de aandrijfas op voorafbepaalde afstanden op de rail.
De ondersteuningsdragers hebben tot doei het doorzakken van de aandrijfas te voorkomen in die zones, waar geen iamellendragers of trekdragers aanwezig zijn, in geval de laatste in gebruik zijn voor het axiale 15- transport van de lameiiendragers, De ondersteuningsdragers kunnen eik afzonderlijk worden vastgehouden op vooraf bepaalde plaatsen, bijv. met behulp van aanslagen, aangebracht op de rail.
Bij een bekend type jaloezie kunnen de lamellen 20 zonder axiaal transport worden verdraaid over een hoek van meer dan 150° door verdraaiing van de aandrijfas.
Wanneer het bij een dergelijk type jaloezie gewenst is een stelsel te gebruiken met ondersteuningsdragers, die worden getransporteerd door de aandrijfas, zouden grote 25 moeilijkheden optreden, die in de praktijk niet geaccepteerd kunnen worden daar tijdens het verdraaien een verplaatsing van de ondersteuningsdragers, aangedreven door de aandrijfas, niet altijd kan worden vermeden, waardoor deze ondersteuningsdragers aan kunnen gaan lopen tegen de eerste iameiien-30 drager of de trekdrager. In dit geval kan een axiale aandrijvende werking, die wordt uitgeoefend op de eerste lameilendrager of op de trekdrager en die begint ten minste vanaf de eerste van de ondersteuningsdragers, niet worden vermeden. Hoewel de ondersteuningsdragers elk slechts door 35 wrijving zijn verbonden met de aandrijfas kan de transpor- 800 1 1 70 - 2 - * terende werking, uitgeoefend in axiale richting, nog een dergeiijke kracht hebben, dat een ongewenst transport van de bepaalde trekdrager of de ermee in aanraking zijnde lameilendrager plaats kan vinden. Een axiaal transport 5 tijdens het verdraaien van de lamellen moet echter op betrouwbare wijze worden tegengegaan.
In verband hiermee is het doel van de uitvinding het verschaffen van een jaloezie van het bovengenoemd type waarbij een eventueel optredende verplaatsing van één of 10 meer ondersteuningsdragers naar de volgende drager toe geen axiaal transport kan veroorzaken van de laatstgenoemde drager.
Ter bereiking van dit doel wordt er nu volgens de uitvinding in voorzien, dat het axiale transport van de 15 lamelïendragers tot stand wordt gebracht door een trekdrager, die wordt getransporteerd door middel van de aandrijfas en waarvan het vrijwielmechanisme het door de aandrijfas tot stand gebrachte axiale transport onderbreekt tijdens het verdraaien van de lamellen, waarbij in eik geval tussen een 20 ondersteuningsdrager en de aandrijfas een slipkoppeling is aangebracht en de trekdrager wordt beveiligd tegen axiaal transport tijdens het verdraaien van de lamellen door middel van een reminrichting, die samenwerkt met de rail en die in werking wordt gesteld door de nadering van een ondersteu-25 ningsdrager.
Het ontwerp van een jaloezie volgens de uitvinding resulteert in het voordeel, dat de stilstand van de trekdrager tijdens het verdraaien van de lamellen, niet slechts afhankelijk is van de onderbreking van de overdracht van de 30 kracht geleverd door de aandrijfas, maar dat er een aanvullende beveiliging is van de trekdrager tegen een axiale verplaatsing, die in bepaalde gevallen kan worden veroorzaakt doordat er een ondersteuningsdrager tegenaan loopt. De uitvinding maakt gebruik van het feit, dat juist de nadering 35 van een ondersteuningsdrager naar een trekdrager toe op gunstige wijze kan worden gebruikt voor het bedienen van een dergeiijke reminrichting.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorgesteid dat de reminrichting een wigopper-40 vlak omvat, dat is gevormd op de trekdrager en zich uitstrekt 80 0 1 1 70 - 3 - a naar een ondersteuningsdrager die de trekdrager nadert bij een stilstand tijdens het verdraaien van de lamellen en welke deze ondersteuningsdrager vastklemt door hem in vertikale richting aan te drukken tegen een profieldeel 5 van de rail zodat de ondersteuningsdrager ,to‘t stilstand komt en ook eventuele verdere er tegenaan lopende onder-steuningsdragers.
Met behulp van het wigoppervlak is het mogelijk een horizontale krachtscomponent, die in axiale richting 10 loopt en die begint in het punt van de axiale beweging van de ondersteuningsdrager/ om te zetten in een vertikale krachtscomponent met behulp waarvan een remkracht kan worden opgewekt tussen de trekdrager enerzijds en eeh profieldeel van de rail anderzijds.
15 In dit geval is het gunstig dat het mogelijk is om met behulp van het wigoppervlak niet slechts de ondersteuningsdrager zelf af te remmen ten opzichte van de rail, maar dat de trekdrager zelf op zijn beurt beveiligd wordt tegen een verplaatsing in axiale richting 20 door de op deze wijze tot stilstand gebrachte ondersteuningsdrager/ daar het wigoppervlak van de trekdrager wordt vastgeklemd door de ondersteuningsdrager. De trekdrager is dus beveiligd tegen een axiale verplaatsing ook indien het vrijwielmechanisme ervan niet in een voldoende mate 25 de overdracht zou onderbreken van de aandrijfkracht uitgeoefend door de aandrijfas.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vormt het wigoppervlak een deel van een wigstuk, dat zich uitstrekt naar de naderende ondersteuningsdrager 30 en dat verzwenkbaar is gemonteerd op de ene zijde van de trekdrager. Het is eveneens mogeiijk één wigoppervlak aan te brengen of één wigstuk op eik der twee zijden van de trekdrager.
Volgens de uitvinding wordt verder voorgesteld 35 het wigstuk, op zijn zijde gericht naar de lamellendragers, te voorzien van een aanslag, die bij het in aanraking komen met een contactoppervlak, er voor zorgt, dat het wigoppervlak in de juiste werkstand wordt vastgehouden.
Dit is gunstig wanneer de jaloezie wordt gesloten. 40 Het vrije* einde van het wigoppervlak van het wigstuk 800 1 1 70
A
ψ - 4 - bevindt zich dan met zekerheid steeds op een zodanige hoogte, dat de ondersteuningsdrager over het wigoppervlak heen kan lopen of er onderdoor, afhankelijk daarvan of het wigstuk met het wigoppervlak en de neus op de onder-5 of bovenzijde is gemonteerd. Beide inrichtingen zijn even effektief.
Op gunstige wijze kan de aanslag hierbij worden gevormd door een elastische neus, die is verbonden met het wigstuk slechts in de bovenste ofwel onderste zone 10 daarvan en die nagenoeg vertikaal loopt. Verder is een doel van de uitvinding eveneens een ondersteuningsdrager van een jaloezie van het bovengenoemd type zodanig uit te voeren, dat de axiale aandrijvende werking, die wordt uitgeoefend op een obstakel, zoals een trekdrager, wanneer 15 de ondersteuningsdrager daar tegenaan loopt, zo klein mogelijk wordt gehouden. Hoe kleiner deze aandrijvende werking is, des te geringer kan de vastklemming zijn die tot stand moet worden gebracht door het wigoppervlak en dés te gemakkelijker kan de vastklemming worden opgeheven 20 wanneer opnieuw het transport plaatsvindt van lamellen- en trekdragers in axiale richting. Ter bereiking van dit doel wordt verder volgens de uitvinding voorgesteld dat de siipkoppeling, aangebracht in de ondersteuningsdrager, is ontworpen als een wrijvingskoppeling en een schijf omvat, 25 die met een deel van zijn dwarsdoorsnede in de aandrijfas valt en die is aangebracht tussen en in direkte aanraking is met de twee wanden van het huis van de drager, die dwars op de aandrijfas lopen, terwijl de dikte van de schijf in axiale richting iets groter is dan de vrije 30 afstand tussen de wanden van het huis van de drager.
Het hangt af van de grootte van de in een bepaald geval gewenste axiale aandrijfkracht en van de grootte van de gewenste veiligheidsmarge hoeveel de schijf dikker wordt gemaakt in deze richting. Het behoeft verder geen 35 toelichting, dat de grootte van de over te brengen wrijvings-kracht eveneens bepaald kan worden door een passende keuze van de schijfdiameter.
Ten gevolge, van de constructie volgens de onderhavige uitvinding heeft de wrijvingskoppeling het aanvullende ' 40 voordeel dat de constructieve lengte ervan zeer kort is in 80 0 1 1 70 - 5 - * de axiale richting van de ondersteuningsdrager. Om deze reden kan de ondersteuningsdrager zelf ook zeer smal worden gehouden. Terwijl de ondersteuningsdragers de ondersteuning van de aandrijfas over moeten nemen in de 5 zone die vrij is van lameliendragers wanneer de jalouzie geheel of gedeeltelijk geopend is, lopen de ondersteuningsdragers voor de trekdrager die zich voorop bevindt in de sluitrichting wanneer de jalouzie wordt gesloten, totdat de'eerste lamellendrager zich op een plaats bevindt op 10 een afstand ongeveer gelijk aan de halve breedte van een lamel, vanaf de aanslag bij het einde van de rail. Deze afstand moet worden aangehouden als een maximale afstand om het mogelijk te maken dat de eerste lamel zelf een sluitstand in kan nemen. Deze afstand moet echter als een 15 minimum afstand aanwezig zijn, zodat geen niet afgesloten opening of een spleet wordt verkregen tussen de eerste lamel en bijv. de zijkant van een raamkozijn. In de zone met de halve breedte van de lamel moet er dus in de gesloten stand van de jaloezie ruimte zijn voor de trekdra-20 ger en alle aanwezige ondersteuningsdragers, zodat het noodzakeiijk is om de ondersteuningsdragers zo smal mogelijk uit te voeren.
Oet is echter ook mogelijk de via het eindoppervlak van de schijf over te brengen wrijvingskracht een zo nauw-25 keurige grootte te geven, dat precies de aandrijfkracht kan worden overgebracht vereist voor het axiale transport van de ondersteuningsdrager, natuurlijk met een veiligheidsmarge van een zekere grootte, waarbij dan de axiale aandrijvende werking, die er eventueel op wordt uitgeoefend 30 door de er tegenaanlopende eerste trekdrager klein is.
De uitvinding wordt nu nader toegeiicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een 35 jaloezie volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont, waarbij bepaalde delen zijn doorgesneden, van de jaloezie van fig. 1 in de zone van een trekdrager met een er naast liggende lamellendrager en een ondersteuningsdrager.
40 De algemene constructie van een jaloezie zal eerst 800 1 1 70 - o - worden beschreven aan de hand van fig. 1.
Aan een bovenrail 10 zijn twee lamellen pakketten opgehangen, elk voorzien van een trekdrager 11 en van een aantal lameilendragers 12. Aan eik der lameilendragers 5 12 is een lamel 13 opgehangen. Verder zijn ondersteunings- dragers 14 aangebracht. Een aandrijfas 15, waarvan de twee delen behorend bij een iameiienpakket zijn voorzien van drie schroeflijnvormige groeven 16 resp. 17, loopt door alle dragers 11, 12 en 14 heen. De richting van het 10 schroeflijnvormig verloop van de drie groeven 16 resp.
17 is tegengesteld, zodat bij verdraaiing van de aandrijfas 15 dienovereenkomstig verschillende axiale transportrich-tingen worden verkregen waardoor de iameiienpakketten ofwel beide in zijdelingse richting open gaan of naar het midden 15 toe bewegen, wat overeenkomt met de gesloten stand.
De aandrijfas 15 kan in draaiing worden gebracht door middel, van een ketting 18. De ondersteuningsdragers 14 hebben tot doel om dat deel. van de aandrijfas 15, dat vrij is van lamellen 13, te ondersteunen door de rail 10, 20 waardoor voorkomen wordt dat de aandrijfas 15 door gaat buigen.
De trekdrager 11 wordt bij voorkéur direkt verbonden met de ernaast liggende lamellendrager 12 van het lamellenpakket. De aandrijfkracht vereist voor het axiale 25 transport wordt vanaf de aandrijfas 15 slechts overgedragen op de trekdragers 11, terwijl de lameilendragers 12 vanaf de aandrijfas 15 slechts de speciale aandrijfkracht afnemen vereist voor het verdraaien van de lamellen. Het axiale transport van de lameilendragers 12 wordt tot stand gebracht 30 door strippenl9, die zijn verbonden met de lameilendragers 12. De lameilendragers 12 lopen over de rail 10 met behulp van rollen 35, maar ook kunnen giijstukken of dergelijke in plaats daarvan worden gebruikt. De verdere constructie van de jaloezie wordt nu beschreven aan de hand van fig. 2. 35 De rail 10 is door een horizontale rib 20 onder verdeeld in een bovenste deel 21 en een onderste deel 22.
In het laatste deel bevinden zich aanslagen 24, die zijn aangebracht op verschillende hoogten en die samenwerken met aanslagen 23, die zich zijdelings uitstrekken vanaf de 40 ondersteuningsdragers 14. Ten minste één aanslag 24 op het 80 0 1 1 70 - 7 - onderste profieideel 22 en een zijdelings uitstekende aanslag 23 op een ondersteuningsdrager 14 maken het mogelijk naar keuze elke afzonderlijke ondersteuningsdrager 14 tot stilstand te brengen tijdens de openingsfase op het bepaalde 5 gewenste punt, daar elke aanslag 23 van een ondersteuningsdrager zich bevindt op een bepaalde hoogte en zijdelingse richting welke kenmerkend zijn voor deze drager.
In fig. 2 zijn slechts twee ondersteuningsdragers weergegeven, waarvan de aanslagen 23 zich op verschillende 10 hoogte bevinden op het zijvlak dat naar de beschouwer is toegekeerd. Om te beginnen heeft elke ondersteuningsdrager 14 drie aanslagen 23 op elke zijde. De aanslagen 23, die niet nodig zijn, worden bij de montage in elk geval verwijderd en deze aanslagen zijn in fig. 2 met streeplijn 15 aangeduid. Dienovereenkomstig zijn de aanslagen 24 op het onderste profieideel 22. van de rail 10 op verschillende zijden of op verschillende hoogten aangebracht.
Elke ondersteuningsdrager 14 heeft tussen de twee huiswanden 25 ervan, die zich dwars op de aandrijfas 20 15 uitstrekken, een schijf 26, die met drie nokvormige delen van zijn dwarsdoorsnede grijpt in de drie groeven 16 van de aandrijfas 15. De. twee eindvlakken van de schijf 26 liggen aan tegen de binnenzijden van de wanden 25 van het huis, waarbij een contactdruk van een vooraf 25 bepaalde grootte wordt verkregen ten gevolge van het feit, dat de dikte van de schijf 26 in axiale richting iets groter is dan de vrije ruimte tussen de wanden 25 van het huis. De grootte van de totale wrijving, die kan worden opgewekt tussen de schijf 26 en de wanden 25, wordt bepaald 30 door de gegeven dikte van de schijf 26 en door de diameter ervan en verder eveneens door de elasticiteit en de aard van het oppervlak van de materialen die met elkaar in aanraking zijn.
De schijf 26 vormt een slipkoppeling. Bij verdraai-35 ing van de aandrijfas 15 zal eerst een axiaal transport van de ondersteuningsdrager 14 tot stand worden gebracht zolang de ondersteuningsdrager 14 niet tegen een obstakel aankomt. Zodra dit laatste het geval is zal de kracht die in omtreksrichting op de schijf 26 wordt uitgeoefend zo 40 groot zijn, dat de wrijving tussen de schijf en de wanden 8001170 - 8 - .25 van het huis wordt overwonnen waardoor een verdraaiing van de schijf 26 mogelijk is. De aandrijfas 15 wordt dus niet geblokkeerd tegen verdere verdraaiing, zelfs indien een ondersteuningsdrager 14 tegen een obstakel aanloopt.
5 De twee trekdragers 11 hebben elk aan weerszijden een wigstuk 27 met een neerwaarts gericht wigopperviak.
Het wigstuk 27 is verzwenkbaar om een horizontale as 28, die zich uitstrekt dwars on de aandrijfas 15. Op zijn zijvlak dat naar de volgende lamellerdrager 12 is .
10 toegericht, heeft het wigstuk 27 een neus 29, die door een spleet 30 is gescheiden van het wigstuk 27 en die daarmee slechts is verbonden in de bovenste zone van het wigstuk 27. Ten gevolge van deze uitvoering is de neus 29 eveneens elastisch door gebruik te maken van de elasticiteit van 15 de kunststof waaruit het onderdeel is vervaardigd. De trekdrager 11 heeft op zijn zijde, gericht naar de lameiien-drager 12, twee blokvormige delen 36, die ais geleidingen passen in de U-vormige uitsparing van het profieldeel 21 en die aan beide zijden grijpen rond de iameliendrager 11.
20 De neus 29 van het wigstuk 27 rust tegen het geieidingsdeel 36. Het is dus mogeiijk het wigstuk 27 steeds op elastische wijze in die stand te houden waarbij het wigopperviak van het wigstuk 27 zich op de grootst mogelijke hoogte bevindt waarbij wordt, verzekerd dat de bepaalde ondersteuningsdrager 25 14, liggend nabij de trekdrager 11, niet aanloopt tegen de punt van het wigstuk 27, maar daaronder kan komen te liggen.
De trekdrager 11 heeft in eik geval een vrijwiel-mechanisme, dat wordt gevormd door een worm 31 en een tandwiel 32 met een aanslag tussen twee naast elkaar liggende 30 tanden, welke aanslag niet is weergegeven. Zolang de worm 31 eveneens het tandwiel 32 kan verdraaien zal geen axiaal transport plaatsvinden. Slechts wanneer de draad van de worm 21 aan komt te liggen tegen de aanslag op het tandwiel 32 in de ene op de andere draairichting, zal verdere 35 gemeenschappelijke verdraaiing van de worm 31 worden geblokkeerd en de verdraaiing van de aandrijfas 15 zorgt dan voor een axiaal transport van de trekdrager.
Hoewel dit niet is vereist voor de werking van de jaloezie bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de 40 trekdrager 11 en de naastliggende lameldrager 12 met elkaar 80 0 1 1 70 - 9 - verbonden door middel van de blokvormige geleidingsdelen 36 van de trekdrager 11, die aan weerszijden rond de iamellendrager grijpen en die elk een T-vormige uitsparing 37 bezitten waarin een, in de tekening niet weergegeven, 5 asstomp van de iamellendrager 12 nauwpassend is opgenomen.
De andere iameliendragers 12 hebben rollen die passen op de asstompen en waarmee deze kunnen lopen in het profieldeel 21.
De beschreven inrichting werkt nu als volgt.
10 Zolang de worm 31 eveneens het tandwiel 32 kan . verdraaien, tijdens de verdraaiing van de aandrijfas in de twee trekdragers 11, zal geen axiaal transport van de trekdragers 11 plaatsvinden, terwijl de roterende beweging van de aandrijfas 15 in de afzonderlijke Iameliendragers 12 15 wordt gebruikt voor het verdraaien van de lamellen 13. Bij éên. van de twee mogelijke draairichtingen van de aandrijfas 15 kunnen de ondersteuningsdragers 14 eveneens worden getransporteerd in die axiale richting corresponderend met een nadering tot de bepaalde trekdrager 11. Bij de 20 inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het nu mogeiijk in dit geval, dat de ondersteuningsdrager 14, die zich in elk geval nabij de trekdrager 11 bevindt, onder het wigstuk 27 doorgaat tijdens de nadering van de trekdrager. De aandrijfkracht, die hierbij actief is in de axiale 25 richting, wordt gebruikt om bij de aanraking van het wigstuk 27 met de ondersteuningsdrager 14 een vertikaie kracht-component op te wekken waardoor de ondersteuningsdrager 14 wordt vastgeklemd op de profielrib 20 van de rail 10.
Het wigstuk 27 en het daardoor overlapte deel van de onder-30 steuningsdrager 14 worden dus vastgeklemd tussen de bovenste horizontale rib van het profieldeel 21 en de profielrib 20. Hierdoor wordt een verdere axiale verplaatsing van de ondersteuningsdrager 14 in de richting van de trekdrager 11 geblokkeerd. De wrijvingskoppeling, gevormd door de wanden 35 25 van het huis en de schijf 26 wordt nu geactiveerd, daar de aandrijfas 15 eveneens de schijf 26 zal verdraaien, waardoor deze verdere verdraaiing geen schade zal kunnen veroorzakén.
Ten gevolge van de werking van de wrijvingskoppeling 40 aangebracht in elke ondersteuningsdrager 14 zal de resterende 8001170 - 10 - werkelijke axiale aandrijfkrachtscomponent relatief klein zijn. Een dienovereenkomstige geringe kiemkracht is dan ook voldoende voor het blokkeren van een verdere axiale beweging van de ondersteuningsdrager 14 in de richting 5 van de trekdrager 11. De kracht die is vereist voor het vrijmaken van de vastklemming tijdens een latere aandrijving van de aandrijfas 15 in tegengestelde richting is dan ook dienovereenkomstig klein.
Wanneer de ondersteuningsdrager 14 nabij de trek-10 drager 11 wordt vastgehouden op de rail 10 met behulp van het wigstuk 27 zal de vasthoudende werking voldoende zijn zelfs indien één of meer van de andere ondersteuningsdragers 14 aan zouden lopen tegen de ondersteuningsdrager 14, die in een vaste stand is geblokkeerd. De klemming is bovendien 15 zodanig, dat aanvullend, bij verdraaiing van de lamellen, de trekdrager 11 wordt vastgezet tegen axiaal transport, daar een corresponderende vasthoudkracht kan worden uitgeoefend via de wigstukken 27, die zijn vastgeklemd op de rail 10.
20 Zoals blijkt uit het bovenstaande werken het wigstuk 27 en de daardoor overlapte ondersteuningsdrager 14, evenals de rail 10, als reminrichting, waarbij het wigstuk 27 de werking van deze reminrichting inieidt door het overlappen van de ondersteuningsdrager'14.
- conclusies - 8001170
Claims (9)
1. Lamellen-jaloezie met vertikale lamellen, met verschillende dagers, die verschuifbaar zijn ten opzichte van een rail en waar doorheen een aandrijfas gaat, die is voorzien van ten minste één schroeflijnvormige groef, waarbij een aantal 5 van de dragers is gevormd als lamellendrager per lamellenpakket, terwijl verder dragers dienen als ondersteunings-dragers, en worden getransporteerd door de aandrijfas en dienen voor het ondersteunen van het vrij van lamellen-dragers zijnde deel van de aandrijfas op vooraf bepaalde 10 afstanden op de rail, met het kenmerk, dat het axiale transport van de lamellendragers (12) tot stand wordt gebracht door een trekdrager (11) , die wordt getransporteerd door middel van de aandrijfas (15) en waarvan het vrijwielmechanisme (31,32) het door de aandrijf-15 as (15) tot stand gebrachte axiale transport onderbreekt tijdens het verdraaien van de lamellen (13) , waarbij tussen een ondersteuningsdrager (14) en de aandrijfas (15) een • slipkoppeling (25,26) is aangebracht en de trekdrager (11) wordt beveiligd tegen axiaal transport tijdens het ver-20 draaien van de lamellen (13) door middel van een remin-richting (27), die samenwerkt met de rail (10) en die in werking wordt gesteld door de nadering van een ondersteunings-dra,ger (14),
2. Jaloezie volgens conclusie 1, m e t het 25 kenmerk, dat de reminrichting een wigoppervlak (27) omvat, dat is gevormd op de trekdrager (11) en zich uitstrekt over een ondersteuningsdrager (14) die de trekdrager (11 )„ nadert bij een stilstand tijdens het verdraaien van de lamellen (13) en die deze ondersteuningsdrager vastklemt 30 door hem in vertikale richting aan te drukken tegen een profieldeel (20,21) van de rail (10) zodat de ondersteuningsdrager tot stilstand komt en ook eventuele verdere er tegenaanlopende ondersteuningsdragers (14),
3. Jaloezie volgens conclusie 2, m e t het 35 kenmerk, dat het wigoppervlak deel uitmaakt van een wigstuk (27), die zich uitstrekt naar de naderende onder- 800 1 1 70 - 12 -f steuningsdrager (14) en dat verzwenkbaar is gemonteerd op de ene zijde van de trekdrager (11).
4. Jaloezie volgens één der voorgaande conclusies/ met het kenmer k/dat één wigoppervlak of één 5 wigstuk (27) is aangebracht op elk der twee zijden van de trekdrager (11).
5. Jaloezie volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat het wigstuk (27), op zijn zijde gericht naar de lamellendragers (12X, is voorzien van een aanslag 10 (29), die bij het in aanraking komen met een contactopper vlak er voor zorgt dat het wigoppervlak in de juiste werk-stand wordt vastgehouden.
6. Jaloezie volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de aanslag wordt gevormd door een elas- 15 tische neus (29)., die is verbonden met het wigstuk slechts in een buitenste zone daarvan en die nagenoeg vertikaal loopt.
7. Jaloezie volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat de trekdrager (111 is verbonden met de 20 naastliggende opvolgende lamellendrager (121 voor het verschaffen van een gecombineerde drager.
8. Jaloezie volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de slipkoppeling, aangebracht in een ondersteuningsdrager (14), is ontworpen 25 als een wrijvingskoppeling en een schijf (26) omvat, die met een deel van zijn dwarsdoorsnede in de groeven (16,17) van de aandrijfas (15) valt en die is aangebracht tussen en in direkte aanraking is met de twee wanden (25) van het huis van de drager, die dwars op de aandrijfas (15) lopen, 30 terwijl de dikte van de schijf (261 in axiale richting iets groter is dan de vrije afstand tussen de wanden (25) van het huis van de drager.
9. Jaloezie als beschreven en/of weergegeven in de tekening. ----- 800 1 1 70
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2913886 | 1979-04-06 | ||
DE2913886A DE2913886C2 (de) | 1979-04-06 | 1979-04-06 | Lamellenjalousie mit vertikalen Lamellen |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001170A true NL8001170A (nl) | 1980-10-08 |
NL176595B NL176595B (nl) | 1984-12-03 |
NL176595C NL176595C (nl) | 1985-05-01 |
Family
ID=6067629
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8001170,A NL176595C (nl) | 1979-04-06 | 1980-02-27 | Lamellenjaloezie met verticale lamellen. |
Country Status (19)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4381811A (nl) |
JP (1) | JPS56486A (nl) |
AR (1) | AR229506A1 (nl) |
AU (1) | AU530741B2 (nl) |
BE (1) | BE882665A (nl) |
BR (1) | BR8002906A (nl) |
DE (1) | DE2913886C2 (nl) |
DK (1) | DK145980A (nl) |
ES (1) | ES490219A0 (nl) |
FR (1) | FR2453264A1 (nl) |
GB (1) | GB2049005B (nl) |
HK (1) | HK63384A (nl) |
IT (1) | IT1141503B (nl) |
MY (1) | MY8400196A (nl) |
NL (1) | NL176595C (nl) |
NZ (1) | NZ193302A (nl) |
PH (1) | PH17647A (nl) |
SE (1) | SE8002377L (nl) |
ZA (1) | ZA802006B (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3306407A1 (de) * | 1983-02-24 | 1984-08-30 | Gross, Hans, Dipl.-Ing., 7000 Stuttgart | Antriebsvorrichtung fuer lamellenvorhaenge |
GB2137269B (en) * | 1983-03-24 | 1986-08-06 | Hunter Douglas Ind Bv | Verticle louvre blind |
GB2145141A (en) * | 1983-08-16 | 1985-03-20 | Hunter Douglas Ind Bv | Clutch for a vertical louvre blind |
US4688618A (en) * | 1986-02-10 | 1987-08-25 | Saicheck Jr Harvey E | Carrier assembly for vertical blinds |
GB2213855A (en) * | 1987-12-22 | 1989-08-23 | Raymond John Luget | Window blind |
CA1302228C (en) * | 1988-02-05 | 1992-06-02 | David P. Rozon | Vertical blinds |
AU603930B2 (en) * | 1988-10-11 | 1990-11-29 | Nien Made Enterprise Co., Ltd. | Full automatic and vertical type louver |
CH682249A5 (nl) * | 1991-01-24 | 1993-08-13 | Bratschi Silent Gliss | |
KR100863323B1 (ko) | 2007-07-18 | 2008-10-15 | 메코시스 주식회사 | 건물 차양용 전동 루버장치 |
WO2013040054A1 (en) * | 2011-09-12 | 2013-03-21 | Aerospace Technologies Group, Inc. | Window shade assembly with manual actuator mechanism |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3054446A (en) * | 1960-06-30 | 1962-09-18 | Vertical Blinds Corp Of Americ | Vertical venetian blinds |
US3190346A (en) * | 1962-11-21 | 1965-06-22 | Verticals Inc | Vertical vane traverse mechanism |
US3500896A (en) * | 1967-11-06 | 1970-03-17 | Yokota Kinzoku Kogyo Inc | Vertical venetian blinds |
NL7500815A (nl) * | 1975-01-23 | 1976-07-27 | Hunlas Bv | Jaloezie. |
DE2729541A1 (de) * | 1977-06-30 | 1979-01-11 | Rigola Werk Schmidt Julius | Lamellen-vorhang mit senkrecht angeordneten, seitlich verschiebbaren und um ihre laengsachse gemeinsam verschwenkbaren lamellen |
DE2807440C2 (de) * | 1978-02-22 | 1985-06-13 | Hunter Douglas Industries B.V., Rotterdam | Vertikallamellenjalousie mit in einer Oberschiene verschiebbaren Laufwagen |
-
1979
- 1979-04-06 DE DE2913886A patent/DE2913886C2/de not_active Expired
-
1980
- 1980-02-27 NL NLAANVRAGE8001170,A patent/NL176595C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-03-27 SE SE8002377A patent/SE8002377L/xx not_active Application Discontinuation
- 1980-04-02 ES ES490219A patent/ES490219A0/es active Granted
- 1980-04-02 AR AR280552A patent/AR229506A1/es active
- 1980-04-02 DK DK145980A patent/DK145980A/da not_active IP Right Cessation
- 1980-04-03 ZA ZA00802006A patent/ZA802006B/xx unknown
- 1980-04-03 US US06/136,952 patent/US4381811A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-04-03 GB GB8011272A patent/GB2049005B/en not_active Expired
- 1980-04-04 BE BE0/200135A patent/BE882665A/fr not_active IP Right Cessation
- 1980-04-04 IT IT21202/80A patent/IT1141503B/it active
- 1980-04-04 FR FR8007782A patent/FR2453264A1/fr active Granted
- 1980-04-07 JP JP4554280A patent/JPS56486A/ja active Granted
- 1980-04-07 BR BR8002906A patent/BR8002906A/pt unknown
- 1980-04-07 PH PH23865A patent/PH17647A/en unknown
- 1980-04-08 AU AU57216/80A patent/AU530741B2/en not_active Ceased
- 1980-04-09 NZ NZ193302A patent/NZ193302A/xx unknown
-
1984
- 1984-08-16 HK HK633/84A patent/HK63384A/xx unknown
- 1984-12-30 MY MY196/84A patent/MY8400196A/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT8021202A0 (it) | 1980-04-04 |
GB2049005A (en) | 1980-12-17 |
FR2453264B1 (nl) | 1983-02-11 |
AU530741B2 (en) | 1983-07-28 |
DE2913886A1 (de) | 1980-10-30 |
US4381811A (en) | 1983-05-03 |
JPS56486A (en) | 1981-01-06 |
NL176595B (nl) | 1984-12-03 |
PH17647A (en) | 1984-10-18 |
NZ193302A (en) | 1983-11-30 |
GB2049005B (en) | 1982-11-10 |
DE2913886C2 (de) | 1983-07-14 |
ES8101191A1 (es) | 1980-12-01 |
AR229506A1 (es) | 1983-09-15 |
IT1141503B (it) | 1986-10-01 |
DK145980A (da) | 1980-10-07 |
FR2453264A1 (fr) | 1980-10-31 |
ES490219A0 (es) | 1980-12-01 |
BE882665A (fr) | 1980-10-06 |
BR8002906A (pt) | 1980-12-23 |
JPH0135997B2 (nl) | 1989-07-27 |
SE8002377L (sv) | 1980-10-07 |
ZA802006B (en) | 1981-04-29 |
NL176595C (nl) | 1985-05-01 |
HK63384A (en) | 1984-08-24 |
MY8400196A (en) | 1984-12-31 |
AU5721680A (en) | 1980-10-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8001170A (nl) | Lamellen-jaloezie met vertikale lamellen. | |
KR101325149B1 (ko) | 무대기계용 와이어로프의 안내유도 안전장치 | |
NL8001171A (nl) | Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen. | |
US4982815A (en) | Elevator apparatus | |
NL8001172A (nl) | Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen. | |
US4907679A (en) | Catch device for a roll-up door, grate, grill or the like | |
JP6035011B2 (ja) | 開閉装置の機械式開閉体停止装置 | |
NL9100556A (nl) | Rolluikconstructie. | |
EA025661B1 (ru) | Подъемные ворота с подвижной направляющей полотна ворот | |
MXPA02011600A (es) | Dispositivo de freno para un elevador. | |
EP2677108B1 (en) | Unit for stacking slats on a support ladder provided with double cross-beams for the production of venetian blinds and method for positioning a ladder | |
US6070641A (en) | Failsafe automatic braking mechanism for a rolling door system | |
NL8105440A (nl) | Inrichting voor het in afgepaste lengten doorsnijden van een treksluitingband. | |
JP7021220B2 (ja) | 崩落防止機構を有するゲート及び崩落防止機構をトリガする方法 | |
US5488983A (en) | Roller assembly for curtains and the like | |
CN107673197B (zh) | 一种电动葫芦运行小车保护装置 | |
JP2565491Y2 (ja) | パネルシャッターの落下防止装置 | |
CN108483200B (zh) | 电梯门系统及其驱动装置 | |
JP2019031895A (ja) | 回転体制動装置 | |
CN103547717A (zh) | 用于在落纱之前将线固定在锭子上的设备 | |
JP3792531B2 (ja) | ワイヤ式ウィンドレギュレータ | |
JP2790934B2 (ja) | カード等の送り出し装置 | |
EP1582690B1 (en) | Slat slide for Venetian blinds | |
US395894A (en) | Sash-holder | |
SU1505855A1 (ru) | Устройство дл улавливани ленты конвейера |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |