NL7908906A - Werkwijze voor kleurbeoordeling van patroonoriginelen voor het bedrukken van textiel, decoratie- en verpakkingsmaterialen en kleurbeoordelingsinrichting. - Google Patents

Description

i * n.O. -28498 ’ 1 '

Werkwijze voor kleurbeoordeling van patroonoriginelen voor het bedruk!;en van textiel, decoratie- en verpakkingsmaterialen en kleurbeoordeling^inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor kleurbeoordeling van patroonoriginelen voor het bedrukken van textiel, decoratie- of verpakkingsmaterialen, waarbij een patroonorigineel voor het verkrijgen van kleurmeetwaar-5 designalen lijn voor lijn wordt afgetast en op een kleurmoni tor weer geregistreerd wordt, en heeft verder betrekking op een kleurbeoordelingsinrichting.

Terwijl het opbrengen van de kleuren op het te bedrukken medium hij meerkleurendruk plaats vindt door hét over elkaar 10 afdrukken van de verschillende aandelen van de deelbeeld-kleuren magenta, cyaan en geel wordt elke te drukken kleur bij het bedrukken van textiel, decoratie- of verpakkingsmaterialen voor het afdrukproces bepaald en vervolgens gescheiden op het drukmedium overgedragen. De patroonorigi-15 nelen voor de genoemde drukwerkwijzen bezitten bijvoorbeeld gescheiden naast elkaar staande kleurvlakken van verschillende kleurgeving, waarbij de afzonderlijke kleurvlakken op zichzelf een verschillende kleurverzadiging en/of helderheid (kleurvlakken met een verlopende klëur) kunnen bezitten.

20 In deze gevallen moeten voor de afzonderlijke originele kleuren met behulp van een kleurenaftaster halftoon-kleurdeel-beelden worden vervaardigd, die zowel een indicatie leveren omtrent de plaatselijke verdeling van‘de kleuren in het originele patroon, dat wil zeggen in principe over het geome-25 trische patroon, en verder een indicatie omtrent de bijdrage van de kleuren.

In een dergelijke kleurenaftaster worden door het punt voor punt en lyn voor lijn opto-elekfcronisch aftasten van het origineel drie primaire kleurmeetwaardesignalen verkre-30 gen die de kleuraandelen rood, groen en blauw van de afgetaste beeldpunten vertegenwoordigen. Een kleurherkennings-schakeling, waaraan deze kleurmeetwaardesignalen worden toegevoerd, selecteert de afzonderlijke kleuren van het origineel en levert voor de herkende origineelkleuren specifieke 53 kleurdeelbeeldsignalen, die gebruikt worden voor het moduleren van de helderheid van schrijflampen in de registratie- 7908906 f \ • ' ' 2 i ’ organen. De schrijf lampen belichten punt voor punt en lijn voor lijn een registratiemedium in de vorm van films, welke na ontwikkeling de gewenste al dan niet gerasterde half-toonkleurdeelbeelden voor het vervaardigen van drukvormen 5 bevatten.

Voor het afdrukproces kunnen aan de halftoonkleurdeel-beelden ten opzichte van de origineelkleuren veranderde af-drukkleuren worden toegevoegd. Dikwijls moet ook hetzelfde te^tielontwerp met verschillende kleurcombinaties (kleur-10 stellingen) worden bedrukt} waarbij telkens slechts enkele van de origine elkleuren worden gewijzigd en de anderen behouden blijven.

Daartoe is het gewenst’ om het afdrukresultaat wat betreft vormgeving, kleurg’eving en kleurcompositie reeds voor 15 het afdrukken te testen, eventueel de kleuren te corrigeren en de verschillende kleurstellingen te beoordelen zonder dat allereerst een testafdruk voor controledoeleinden moet worden vervaardigd.

Er zijn reeds zogenaamde kleurweergeefapparaten voor 20 een natuurgetrouwe kleursimulatie van afdrukprocessen bekend, waarmee een visuele beoordeling van het te verwachten eindprodukt mogelijk is. In een dergelijk kleurweergee’fapparaat wordt een origineel op een uit de televisietechniek •bekende wijze door middel van een kleurencamera afgetast en 25 weer op een kleurenmonitor geregistreerd. De bij de aftasting optredende kleursignalen worden in een kleurberekeningseen-heid omgevormd tot' gecorrigeerde kleurdeelbeeIdsignalen.

Een op de kleurberekeningseenheid volgende afdruknaDootsings-0erekeningseenheid, welke speciaal rekening houdt met de 50 afdru-Kparameters voor de meerkleurendruk, vormt de gecorri- .. geerde kleurdeelbeeldsignalen dusdanig om tot stuursignalen voor de kleurmonitor, dat de weergave van het origineel op het beeldscherm van de kleurmonitor dezelfde kleurindruk verschaft als het geval zou zijn bij meerkleurendruk. Deze 55 bekende kleurweergeefapparaten zijn speciaal afgestemd op de meerkleurendruk, maar niet op de belangen die een rol spelen bij het bedrukken van teAtiel, decoratie- en verpakkingsmaterialen. Met de kleurweergeefapparaten kan weliswaar een kleurcorrectie worden uitgevoerd maar deze is slechts werk-^ zaam over een groot oppervlak. Doelgerichte kleurverande- 790 89 06 • % 3 ringen in een enkel kleurvlak kunnen slechts op onvolkomen wijze worden uitgevoerd omdat de selectiviteit van de bekende kleurberekeningseenheden niet de gewenste en van origineel tot origineel verschillende engere correctiegebieden 5 omvat. Bovendien ontbreekt de mogelijkheid om diverse kleurstellingen tegelijkertijd te kunnen beoordelen.

De uitvinding heeft derhalve ten doel de genoemde nadelen te vermijden en een in het bijzonder aan de problemen, die een rol spelen bij het bedrukken van textiel, decoratie-^10 of verpakkingsmaterialen aangepaste werkwijze voor kleurbe-oordeling te verschaffen alsmede een dienovereenkomstige kleurbeoordelingsinrichting voor originele patronen, die in het bijzonder verlopende kleurvlakken vertonen. Aan deze doelstelling wordt' bij een werkwijze van in de aanhef genoem-^ cLe soort voldaan, doordat een van de kleurverzadiging van de originele kleuren afhankelijk verloopsignaal wordt opgewekt, dat een eerste kleurwaardedrievoud voor de ondergrond kleur van het latere afdrukmedium wordt bepaald, dat aan

elke kleur van het origineel een afhankelijk van de weer te PO

geven kleur vrij te kiezen tweede kleurwaardedrievoud wordt toegewezen en dat bij het weer registreren voor elke kleur • van het origineel uit het betreffende verloopsignaal, het eerste kleurwaardedrievoud en het, bij de originele kleur · behorende tweede kleurwaardedrievoud het kleursignaaldrie-25 voud voor besturing van de kleurenmonitor wordu bepaald.

ne verdere kenmerken, die neergelegd zijn in de volg-conclusies, alsmede verdere details van voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting zullen in het volgende aan de hand van de figuren 1 tot en met 7 nader worden beschreven. 30 Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een kleur beoordelingsinrichting.

Figuur 2 toont een voorkeursuitvoering van de kleurbe-ooraelingsinrichting met een aantal kleurmónitoren.

Figuur 3 toonu een variant van de kleurbeoordelingsin-35 richting.

Figuur 4- uoont een uitvoeringsvoorbeeld van een trans-formatietrap.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvoorbeeld voor een nor-meringstrap.

4-0 Figuur 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld voor de kleur- 7908906 * t 4 * kiezer van de kleurgever.

Figuur 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld voor een be-rekeningseenheiu in de kleurgever.

Figuur 1 toont voor bet uitvoeren van de werkwijze vol-5 gens de uitvinding een uitvoeringsvoorbeeld van een kleur-beoordelingsinricbting voor originele patronen voor bei; bedrukken van textiel, decoratie- of verpakkingsmaterialen, waarmee de gewnnste kleurgeving van een afzonderlijke kleur en verscbillende kleurcombinaties (kleurstellingen) van de 10 af te drukken patronen worden gesimuleerd, gecorrigeerd en op bun visuele effect worden getest zonder dat er controle-afdrukken moeten worden vervaardigd.

De kleurDeoordelingsinrichting is in bet bijzonder bestemd voor originele patronen welke een aantal naast elkaar 15 staande kleurvlakken van verscbillende kleurgeving bezitten, waarbij de afzonderlijke kleurvlakken op zichzelf een verschillende kleurverzadiging en/of helderheid (verlopende kleurvlakken) kunnen hebben, batuurlijk kunnen ook originele patronen worden weergegeven waarvan de kleurvlakken een con-20 stante kleurverzadi0ing en helderheid bezitten (kleurvlakken met een volle toon).

De kleurbeoordelingsinrichting bestaat in hoofdzaak uit een generatorschakeling 1, een verloopsignaa,lgever 2, een kleurgever 5» en een kleurmonitor 4 voor bet weergeven 25 van bet originele patroon.

De generatorschakeling 1, die de voor de afzonderlijke kleuren van bet origineel representatieve primaire kleur-meetwaardesignalen Rn, &n en Bn (rood, groen en blauw) levert bezit als signaalbron een elektronische kleuraftaster 50 in de vorm van een kleurencamera 5» een kleurberkennings-trap 6 en een codeereenheid 7.

De kleurencamera 5 tast een gekleurd origineel patroon 8 (dessin) op een uit de televisietechniek bekende wijze punt voor punt en lijn voor lijn af. Het aftastlicht wordt 35 door middel van een objectief 9 en twee gedeeltelijk doorlatende spiegels 10 en 11 gesplitst in drie deelsignalen. De deelsignalen vallen op beeldopneembuizen 12, 13 en 14 met een verscbillende spectrale gevoeligheid, welke bet ontvangen 'licht opto-elektronisch omvormen in de drie kleurmeet-40 waardesignalen Rn, Gn en Bn.

7908906 5

Voor het; scheiden van de kleuren van het origineel wordt de kleurencamera 5 gevolgd door de kleurherkennings-trap 6, die voor de afzonderlijke originele kleuren.karakteristieke uitgangssignalen levert.

5 De kleurherkenningstrap 6 is bijvoorbeeld opgebouwd zoals beschreven in het Duitse octrooischrift 2.5^-703· In dat geval worden de kleurherkenningsruimten , waarin de kleurruimte is verdeeld, door elektronische drempelwaarde-schakelingen voor de kleurmeetwaardesignalen nagebootst.

10 De kleurherkenningstrap 6 kan echter pok opgeoouwd zijn zoals oekend is uit het Duitse octrooischrift 2.628.05$, waarbij een drempelwaardetrap aan het eind geschakeld is.

De kleurherkenningsruimten zijn .dan bepaald door de ligging van een zwaartepuntskleur en aoor de vorm, uitbreiding en 15 oriëntatie in de kleurruimte.

Be kleurherkenningstrap onderscheidt in welke kieur-herkenningsruimte de bij aftasting van het origineel lopend verkregen kleurmeetwaardesignalen vallen en geeft dan de desoetreffende uitgangssignalen af.

20 De kleurherkei.ningstrap 6 kan Dijvooroeeld bestemd zijn om onderscheid te maken tussen 16 kleuren op het origineel. Ze levert derhalve 16 uitgangssignalen die in de codeereen-heid 7 worden omgevormd tot digitale uit 4 bit bestaande kleurnummers n waarbij n loopt van 1...16, welke nummers op 25 de informatieleidingen 15 en 16 worden afgegeven* De co-deereenheid 7 bestaat bijvoorbeeld uit een decimaal/BCD-prioriteitscodeereenheid van het type SU 74147 van Te^as Instruments.

De uitgang van de kleurencamera 5 is bovendien ver-30 bonden met de verloopsignaalgever 2, die bestaat uit een transformatietrap 17,.een analoog geheugen 18, een norme-ringstrap 19 en een omsehakelaar 20.

iDerwyl de kleurnummers een indicatie verschaffen omtrent de kleurtoon van de verlopende kleurvlakken in het 35 originele patroon, is het verloopsignaal een maat voor de kleurverzadiging respectievelijk de helderheid, dat wil zeggen voor het verloop in de gekleurde vlakken. Bij gekleurde vlakken met een volle toon is het verloopsignaal constant. Het verloopsignaal kan bijvoorbeeld een kleurmeetwaardesig-naai of een uit minstens een kleurmeetwaardesignaal afgeleid 793 8 9 06 *· * 6. - ‘ - signaal zijn. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 wordt het ver loops ignaal I>n afgeleid uit alledrie de kleurmeet-waardesignalen £n en volgens de relatie Ln = a,|Rn + a2^n + a5®n’ eit -*-s ^us identiek aan he la er heias signaal.

5 Het verloopsignaal wordt geleverd in de transformatietrap 17» welke in figuur 4 in meer detail is weergegeven. In de transformatietrap 1? kan het verloopsignaal eventueel on -. derworpen worden aan een geheel of gedeeltelijk logaritmische functie.

10 In de uormeringstrap 19» die in figuur 5 in meer de tail is weergegeven, wordt voor elke kleur van het origineel respectievelijk voor elk kleurnummer een genormeerd verloopsignaal Ln ingesteld, waartoe de verloopsignalen Ln ge-durenue korte tijd in een als bemonster/houdschakeling uit-15 gevoerd analoog geheugen 18 worden vastgehouden.

ue genormeerde verloopsignalen'tot en met L^ worden toegevoerd aan de omschakelaar 20, die bijvoorbeeld op-gebouwa is als een geïntegreerde 16 kanaals analoge multiplexer van het type 506 van Biliconi^.. De omschakelaar 20 20 schakelt, Destuurd door de digitale kleurnummers n op de informatieleiding 16, telkens het bij het betreffende kleurnummer n behorende genormeerde verloopsignaal nn door en dit • signaal wordt via een leiding 21 en een verdere omschakelaar 22 toegevoerd aan de kleurgever 3· Voor het meten van 25 de genormeerde verloopsignalen Ln is Dij voorkeur een inai-catie-eenheia 23 aangebracht. De normering wordt nog in het volgende nader verklaard.

De kleurgever 3 bezit naast een berekeningstrap 24 een eerste kleurkiezer 25 en een tweede kleurkiezer 26, welke 30 aan de hand van figuur 6 nog nader worden verklaard.

De berekeningstrap 24, die in figuur 7 in meer detail is geïllustreerd, wijst aan elk via de informatieleiding 15 .binnenkomend kleurnummer n een op de kleurmonitor weergeef-bare vrij te kiezen kleur 1* respectievelijk het kleursignaal-35 drievoud (rn, gn, bn) voor besturing van ae kleurmonitor via de leidingen 27 toe. De berekeningstrap 24 kan in plaats van kleurnummers ook worden bestuurd met de uitgangssignalen van de kleurherkenningstrap 6.

De toewijzing vindt plaats volgens de vergelijkingen: rn - \ · % + · r°n 790 8 9 06 - 7 su = En · S„ + (1¾ · S°n un = En · % + · D°n er ontstaan bijvooroeeid de volgende relaties: n = 1 komt 5 overeen met F^ = (r^, g,j, o^); n = 2 komt overeen met F2 = (r2, g2» enzovoort.

Zoals blijkt uit de vergelijkingen is het kleursignaal-drievoud (rn, g , o^) afhankelijk van het genormeerde ver-loopsignaal Ln op de leiding 21, van een eerste vrij te kie-10 ze«. kleurwaarde-aandeel (rw, gw, bw) en van een tweede eveneens vrij te kiezen kleurwaarde-aandeel (r°n, g°n, D°n)· Het eerste kleurwaarde-aandeel dat rekening houdt met een witte of gekleurde ondergrond var. het te bedrukken medium, wordt eenmalig voor elk afdrukmeaium in een eerste kleurkiezer 15 25 ingesteld, be tweeae kleurkiezer 26 dient voor het instel len van de keurwaarde-aandelen van de afzonderlijke weer te geven kleuren Fn·

Een op de kleurmonitor weergegeven kleur kan met betrekking tot? de door ditzelfde kleurnummer gekenmerkte ori-20 ginele kleur met Dehulp van de kleurgever in dezelfde kLeur maar oon in een geheel verschillende kleur worden ingesteld. ve bij de lijn voor üjn aftasting van het origineel verkregen opeenvolging van kleurnummers kenmerkt daarom niet de originele kleuren op zichzelf maar eerder de configuratie van 25 de afzonderlijke kleurvlakken in het originele patroon, dat wil zeggen in principe het geometrische patroon omdat de in kleur gelijke vlakken van het origineel door dezelfde kleur-nummers zijn gekenmerkt.

ue registratie van het originele patroon 8 op het 30 beeldscherm 28 van de kleurmonitor 4 vindt plaats volgens een werkwijze met telkens verspringende lijnen waarbij 50 halve beelden per seconde worden geregistreerd om een flik-kervrij beeld te verkrijgen. Aftasting en registratie worden bestuurd door een klokpulsgenerator 25, die zoals uit de 35 televisietechniek gebruikelijk is horizontale en vertikale afbuigsignalen, lijn startimpulsen en beeldstartimpulsen genereert op de meervoudige leiding 30 en verder stuurpul-sen afgeeft aan een leiding 31 ter synchronisatie van de signaalbron 1. berge lijke klokpulsgeneratoren zijn op zich-40 zelf bekend zodat een nadere beschrijving daarvan overbodig 790 8 9 06 8 r * is.

voor het markeren van een meetgeoied op het oeeldscherm 28 is een meetmerktekengenerator 52 aangebracht, welke een verschuifbaar meetmerkteken 53 in de vorm van een lichtpunt 5 op het beeldscherm 28 genereert. i>e verschuiving van het meetmerkteken 53 wordt bestuurd door twee signalen (Ξ, v) aan de ingangen 5^ en 55 van de meetmerktekengenerator 52, die bijvoorbeeld door middel van een coordinatens tuur hefboom worden gegenereerd, natuurlijk kan ook een zogenaamde 10 loper (cursor) worden gebruikt.

ne meetmerktekengenerator 32.wordt gesynchroniseerd door de in de klokpulsgenerator 29 opgewekte beeldstart-impulsen en lijnstartimpulsen via de leiding 36. In de tijdintervallen, waarin de registrerende elektronenstralen het 15 gekozen meetgeoied bestrijken levert de meetmerktekengenerator 32 een constante signaalwaarde op een leiding 37. neze signaalwaarde wordt; opgeteld bij de kleursignalen door middel van de optellers · 38, 39 en 4u, zodat de drie elektronen-straalstuurstelsels in de kleurmonitor 4 tegelijkertijd op 20 dezelfde lichtdichtheid worden ingeschakeld, waardoor het "witte" merkteken 33 ontstaat.

re meetmerktekengenerator 32 levert synchroon met de signaalwaarde op de leiding 37 een schrijfklokpuls, welke wordt toegevoerd aan het analoge geheugen 18 in de verloop-25 signaalgever 2 via een leiding.41. Omdat het genereren van het meetmerkteken gesynchroniseerd is met de schrijf klokpuls wordt telkens het bij het meetgebied op het beeldscherm 28 behorende verloopsignaal I>n een maal per halfbeeld in het analoge geheugen 18 ingeschreven en voor de normering vast-30 gehouden.

jye werking van de kleurbeoordelingsinrichting is als volgt:

Op het beeldscherm 28 van de kleurmonitor 4 is bijvoorbeeld een origineel patroon 8 zichtbaar, dat terwille van 35 de overzichtelijkheid slechts bestaat uit drie naast elkaar gelegen kleurvlakken 42, 43 en 44 met de verlopende kleuren 3?,|, l?2 en het gaat hier dus om kleurvlakken met een verschillende kleurverzadiging. Bij deze kleuren Fn behoren de in de kleurkiezer 26 ingestelde kleursignaaldrievouden (r°,j ? 40 g0^, b0^); (r°2, g°2, t>°2) en (r0^, g0^, d0^) , als ook de 790 8 9 06 9 · uijbehorende kleurnummers n = 1 tot en met n = 3« I** eeu eerste werkstap vindu nu de normering van de verloopsignalen , ii2 en van ae afzonderlijke verlopende kleurvlakken 42, 43 en 44 plaats.

5 Zoals reeds werd opgemerkt is het verloopsignaal van een verlopend kleurvlak een maat voor de kleurverzadigings-verdeling ervan. Heo verloopsignaal heeft bijvoorbeeld oin-nen een rood kleurvlak uij een lichtrode beeldplaats (minimale kleurverzadiging) een grote waarde en bij een donkerrode 10" beeldplaats (maximale kleurverzadiging) een kleine waarde.

voor het instellen van de genormeerde verloopsignalen markeert de bedieningspersoon op het beeldscherm 28 van de kleurenmonitor 4 door middel van het meetmerkteken 33 door middel van eer. loper (cursor) in elk verlopend kleurvlak 15 naasu elkaar de lichtste en de donkerste beeldplaats, waardoor de bijbehorende onderste en bovenste verloopsignaal-waarde kortstondig in het analoge geheugen 18 van de ver-loopsignaalgever 2 worden vastgehouden. net is nu de taak van de bedieningspersoon om met behulp van de normeringstrap 20 19 in de verloopsignaalgever 2 voor de op de kleurenmonitor 4 weergegeven kleuren Fn telkens de verloopwaarde L’ voor minimale kleurverzadiging op de genormeerde verloopswaarde I'a = 1 in te stellen en de bijbehorende verloopswaarde L' ' voor maximale kleurverzadiging in te stellen op de genor- n 25 meerde verloopswaarde Σ' ' =0, waarDij p en L' 'n de hoek-waarden van het genormeerde verloopsignaal nn voorstellen en de signaalvorm tussen deze hoekwaarde door de kleurverza-digingsverdeling binnen de kleurvlakken is bepaald. Bij voorkeur kan de signaalvorm van het verloopsignaal door 30 middel van een gradatietrap wordeu gewijzigd.

In een tweede werkstap worden door middel van potentiometers in de eerste kleurkiezer 25 van de kleurgever 3 eenmalig ae kleurwaarde-aandelen rw, gw en ow voor de gewenste ondergrondkleur van het afdrukmedium onder zichtbare con-35 trole op de verkleurmonitor 4 ingesteld.

voor deze stap bevindt de omschakelaar 22 zich in de met een stippellijn getoonde positie. In dit geval wordt aan de eerste kleurkiezer 25 het genormeerde verloopsignaal Ln= 1 toegevoerd, zoaar ae bovenstaand aangegeven vergelijkingen 4-0 worden vereenvoudigd tot: 790 8 9 06 10 rn = rw Sn = Sw

5 D = D

^ n w

In dit geval zijn de stuursignalen r , g en b voor de kleu- jUk U ** renmonitor 4 op de leidingen 27 gelijk aan de in de eerste kleurkiezer 25 ingestelde kleurwaarden (rw, gw, b ) en op 10 de kleurmonitor 4 verschijnt de onder gr ondkleur van het afdrukmedium, welke beoordeeld en eventueel met een aanwezig monster kan worden vergeleken en kan worden gecorrigeerd. Is de gewenste ondergrondkleur wit, dan komen de ingestelde kleurwaarde-aandelen (rw, gw, bw)‘ overeen met 15 de drie kleurwaarden van de afzonderlijke fosforkleuren ’’rood”, "groen", en "blauw" op het beeldscherm 28 om zodoende de kleur "wit" op te leveren.

In een derde werkstap, waarin de schakelaar 22 zich weer in de getoonde positie bevindt, kan de bedieningsper-20 soon door het instellen van de kleurwaarden (r°n, g°n, d0^) in de tweede kleurkiezer 26 van de kleurgever 3 de op de kleurenmonitor 4 weergegeven kleuren Fn door visuele vergelijking aanpassen aan de kleuren van het origineel of bij- · voorbeeld afzonderlijke kleuren veranderen, verwisselen of ' 25 volledig andere kleurcombinaties instellen.

ve kleurbeoordelingsinriohting biedt de bedieningsper-soon nu de mogelijkheid om het te verwachten eindprodukt op .de kleurenmonitor 4 te simuleren zonder dat een proefdruk moet worden vervaardigd, he bedieningspersoon kan de geo-30 metrische configuratie van het patroon, de kleurgeving van de afzonderlijke kleuren en de kleurcompositie van het dessin beoordelen en veranderen totdat een optimaal patroon is gevonden.

Het verdient de voorkeur om op het beeldscherm 28 van 35 de kleurenmonitor 4 een wit kader in te voegen, waarvan het lichttype identiek is met het waarnemingslichttype van het . eindprodukt (bijvoorbeeld 5000 K of h 6500)., waardoor kleur-ueoordelingsfouten op grond van een andere kleurstemming worden vermeden.

4-0 Zijn de kleuren FQ voor een optimale kleurgeving van het 790 8 9 06 • ' ‘ 11 dessin gevonden, dan worden de voor de ondergrondkleur en de afzonaerlijke kleuren F ingestelde kleursignaaldrie-vouden (rw, gw, bw) en (r n, g°n, b°n) van de kleurkiezers 25 en 26 gemeten en in de vorm Van een protocol vastgehou-5 den. i)e op deze wijze vastgestelde kleursignaalwaarden kunnen op een later tijdstip weer ingevoerd worden in de kleurkiezers 25 en 26 om bet dessin nogmaals te vervaardigen, te kunnen beoordelen of te corrigeren.

bij voorkeur wordt de kleurDeoordelingsinrichting uit-10 gebreid met een schakeling voor het bepalen van de genormeerde kleurwaarden van de op de kleurenmonitor 4 weergegeven kleuren F . neze genormeerde kleurwaarden vormen de uitgangsgrootheden voor een kleurenreceptberekeningseenheid, welke de grondkleuraandelen van de te mengen drukkleuren 15 vóór de genoemde afdrukwerkwijzen bepaalt. Een dergelijke kleurreceptberekeningseenheid is bijvoorbeeld bekend uit het tijdschrift "uie Farhe", band 14, 1965, blz. 80-90, verschenen bij Must erschmidt-ver lag, üöttingen. De schakeling voor het bepalen van de genormeerde kleurwaarden, welke uitvoe-20 rig is beschreven in de Duitse octrooiaanvrage P 28 39 187.9 van aanvraagster bestaat in hoofdzaak uit een genormeerde kleurwaardeberekeningseenheid 45, die door de meetmerkte-kengenerator 32 wordt bestuurd.

Met behulp van het verschuifbare meetmerkteken 33 wordt 25 het meetgebied binnen de hoekkleur F° van een kleurvlak, waarvan de genormeerde kleurwaarden Yfl en moeten worden vastgesteld, bepaald. ~>q tot het gemarkeerde meetgebied behorende kleursignaaldrievouden (r°n, g°n, b° ) worden in de genormeerde kleurwaardeberekeningseenheid 45 30 door een instructie van de meetmerktekengenerauor 32 op een leiding 46 uit de voortdurend door de kleurgever 3 op de leidingen 27 gegenereerde kleursignalen gefilterd en opgeborgen, waarbij het kleurwaardeaandeel van de ondergrondkleur wordt onderdrukt. De op aeze wijze geselecteerde kleur-35 signaaldrievouden (rón, g°n, b°n) worden dan in de norm-kleurwaardeberekeningseenheid 45 rekening houdend met de niet lineaire karakteristieken van de kleurenbeeldouis getransformeerd tot de gewenste normkleurwaarden (Xn, YQ, Zn). In plaats van de generatorschakeiing 1 kan ook een 40 andere generatorschakeiing 1' op de informatieleidingen 15 790 8 9 06 12 •r en 16 worden aangesloten. Deze generatorschakeling 1' bestaat bijvoorbeeld uit een beeldgeheugen als signaalbron, waarin de gedigitaliseerde kleurmeetwaardesignalen zijn opgeborgen, uit de kleurherkenningstrap 6 en de codeer-5 eenheid 7· In het beeldgeheugen kunnen ook reeds de kleur-nummers en het verloopsignaal zijn opgeborgen. Daartoe werd een origineel patroon reeds voor het weergeven met behulp van een kleurenaftaster in de vorm van een zogenaamde "scanner" of een kleurencamera afgetast en de daarbij ver-10 kregen kleurmeetwaardesignalen werden gedigitaliseerd en eventueel in kleurnummers gecodeerd en opgeborgen.

* Het beeldgeheugen wordt dan gevolgd door een beeldher- halingsgeheugen, waarin de beeldgegevens worden getrans- . formeerd en waaruit ze voor het leveren van een staand 15 beeld op de kleurenmonitor 4 cyclisch 50 per seconden per halfbeeld worden uitgelezen en oirer de informatieleidingen 15 en 16 worden uitgezonden.

Bij ae kleurenmonitor 4 kunnen ook een aantal kleurgevers . 5 behoren waarin de verschillende kleurstellingen en onder-20 grondkleuren zijn ingesteld. Ter beoordeling worden de betreffende kleurgevers 5 na elkaar met de kleurenmonitor 4 verbonden.

Figuur .2 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van de kleurbeoorde lings inrichting. Voor een gelijktijdige simulatie 25 van verschillende kleurstellingen en ondergrondkleuren, bijvoorbeeld voor het bedrukken van textiel, bezit de kleur-beoordelingsinrichting bij voorkeur e^tra kleurmonitoren, in het uitvoeringsvoorbeeld twee verdere kleurmonitoren 4' en 4' ' , als ook de bijbehorende kleurgevers· y en 3'1. ne 30 kleurmonitoren 4' en 4" worden eveneens door d e klokpuls-generator 29 bestuurd.

Bij deze uitvoeringsvorm van de kleurbeoordelingsinrich-ting kan ae bedieningspersoon op het beeldscherm 28 van de kleurmonitor 4 een grondkleurstelling met de kleuren F^ , 35 Fg e3a ^3 instellen en op de beeldschermen 28' en 28' ' van de ejs.tr a kleurmonitoren 4' en 4" verschillende kleurstellingen met dezelfde of met een andere ondergrondkleur. Op het beeldscherm 28' kan bijvoorbeeld de kleur F 2 worden veranderd in F'2 en op het beeldscherm 28'· kan de kleur F2 40 worden veranderd in F' ' ^ waarbij de kleuren F^ en F^ onge- 790 8 9 06 13 wijzigd blijven. Het verloop in de gewijzigde kleuren kan ongewijzigd blijven of ook worden gevarieerd. .

.ue. toepassing van een aantal kleurmonitoren maakt het mogelijk om direct een visuele vergelijking uit te voeren tus-5 den de verschillende kleurstellingen en ondergrondkleuren van het dessin. Ook kan aan elke kleurmonitor een norm-kleurwa ard eb er eke nings e enheid 45 worden toegevoegd. Het aantal kleurmonitoren kan willekeurig worden uitgebreid.

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan de kleurbeoorde-10 lingsinrichting uit figuur 2 nog enigszins worden veranderd. De kleurgever 3 is daarbij evenals- tot nu toe via de leidingen 27 verbonden met de kleurmonitor 4 en verder via een eerste opteltrap verbonden met de kleurmonitor 4' en via een tweede opteltrap veroonden met de kleurmonitor 4'1. 15 Be kleurgevers 3' en 3" zijn eveneens aangesloten op de op-tellers. In de kleurgevers 3' en 3'' worden nu alleen correctiekleursignaalwaarden ingesteld en toegevoerd aan de betreffende optellers.

De bedieningspersoon stelt weer de grondkleurstelling 20 op het beeldscherm 28 van de kleurmonitor 4 in met behulp van de kleurgever 3. Zijn de correctiekleursignaalwaarden van de kleurgevers 3' en 3' 1 aanvankelijk gelijk aan nul dan verschijnt de grondkleurstelling ook op de beeldschermen 28’ en 28' Daarna worden door middel van de kleurgevers 3* en 25 3' * de correctiekleursignaalwaarden ingesteld die nodig zijn voor het weergeven van de verschillende kleurstellingen op de beeldschermen 28' en 28'1.

Deze variant heeft het voordeel dat die kleuren, die in de verschillende kleurstellingen ongewijzigd blijven, 30 slechts eenmaal behoeven te worden gemeten.

Figuur 3 toont een verdere voorkeursvariant van de kieurbeoordelingsinrichting uit figuur 2, bestaande uit de generatorschakeling 1 of 1', de verloopsignaalgever 2, de kleurgevers 3, 3' en 3' ’ en de kleurmonitoren 4, 4' en 4", 35 De kleurgever 3 bestaat weer uit een berekeningstrap 24, een eerste kleurkiezer 25 en een tweede kleurkiezer 26. Afwijkend van figuur 2 bezitten de kleurgevers 3' en 3’1 daarentegen een tabelgeheugen 47' en 47*' met daaropvolgende D/A-onvormers 48' en 48''. · 40 Deze uitvoeringsvariant werkt als volgt: 79 0 8 9 Ö 0 ’ - 14 be bedieningspersoon zal allereerst, zoals reeds werd beschreven, de normering van de verloopsignalen en de instelling van de ondergrondkleur van. het te bedrukken medium uitvoeren. .

5 Daarna zal de bedieningspersoon eerst met behulp van de tweede kleurkiezer 26 in de kleurgever 3 een gewenste grondkleurstelling van het oorspronkelijke patroon met de kleuren F^, F2 en F^ op het beeldscherm 28 van de kleur-monitor 4 instellen, voor dit proces bevindt de omschake-10 laar 49 zich in de getoonde positie, zodat de van de generators c hake ling 1 of 1' aankomende kleurnummers via de in-formatieleiding 15 de berekeningstrap 24 in de kleurgever 3 en via de informatieleiding 16 de omschakelaar 20 in de verloopsignaalgever 2 besturen. ~e kleurgever 3 levert dan 15 de bij de afgegeven kleurnummers behorende stuursignalen (r , ën» O voor. de kleurmonitor 4.

n K e— iMa de instelling van de grondkleurstelling dient de bedieningspersoon de omschakelaar 49, die zich nu in de met een stippellijn getoonde positie bevindt, en activeert via 20 de ingang 50 ©en klokpulsgever 51· De klokpulsgever 51 levert een telklokpuls T via een leiding 52 op de klokpuls-ingang van een 4 bit binaire teller 55, welke eenmalig de kleurnummers n = 1 tot en met n = 16 oproept. De opgeroepen kleurnummers n worden via een informatieleiding 54 en via 25 de omschakelaar 49 overgedragen naar de verloopsignaalgever 2 en de kleurgever 3 en tegelijkertijd via een verdere in-'formatieleiding 55 naar de adresingang 56 van het tabelge-heugen 47. Een A/D-omvormer 57 digitaliseert de door de kleurgever 3 geleverde kleursignalen (rn, gn, bn).op de lei-30 dingen 27 in bijvoorbeeld geheugenwoorden van elk 8 bit, welke met een in de klokpulsgever 51 opgewekte schrijfklok-puls op een leiding 58 parallel in het tabelgeheugen 47 worden ingeschreven. Door de synchrone besturing van de verloopsignaalgever'2, de kleurgever 3 eïl ket tabelgeheugen 35 47 vindt het vullen van het geheugen dusdanig plaats dat op de met de opgeroepen kleurnummers n overeenstemmende adressen telkens de door de kleurgever 3 toegevoegde kleursig-naaldrievouden (rn, gQ, b ) als drie geheugenwoorden van 8 bit worden opgeborgen.

40 Na het vullen van het tabelgeheugen 47 worden de kleur- 790 8§ 06 15 . ' - * ♦ # informaties voor de grondkleurstelling van tiet originele patroon in het tabelgeheugen 47’' van de kleurgever 3'1 overgedragen, zodat nu de grondkleurstelling op het beeldscherm 28* ' van de kleurmonitor 4' 1 vrordt weergegeven.

5 ha het bedienen van de omschakelaar 49 kan de bedie- ningspersoon in de tweede kleurkiezer 26 van de kleurgever 3 een eerste kleurstelling op het beeldscherm 28 van de kleurmonitor 4 instellen en de betreffende kleurinformaties weer in he* tabelgeheugen 47 inschrijven.

10 Daarna worden de in het tabelgeheugen 47 opgeborgen kleurinformaties voor de eerste kleurstelling in het tabelgeheugen 47' van de kleurgever 3' overgenomen en wordt de eerste kleurstelling op het beeldscherm 28’ van de kleurmonitor 4' weergegeven. De bedieningspersoon kan nu een 15 tweede kleurstelling op het beeldscherm 28 van de kleurmonitor 4 simuleren en het tabelgeheugen 47 vullen met de bijbehorende kleurinformaties.

Het voordeel van de uitvoeringsvariant bestaat in principe daarin, dat de voor de afzonderlijke kleurstellingen 20 gevonden kleursignaalwaarden niet behoeven te worden gemeten en vastgehouden, omdat ze reeds in de tabelgeheugens aanwezig zijn. ha afsluiting van de kleurbeoordeling kunnen de tabelgeheugens worden betrokken bij de berekening van het kleurreeept of als archief worden gebruikt. Is op een wille-25 keurig later tijdstip nogmaals een weergave of een correctie gewenst dan kunnen de arehieftabelgeheugens op eenvoudige wijze in de kleurgever van de kleurbeoordelingsinrich-ting worden ingeschakeld zonder dat de voor de weergave benodigde kleursignaalwaarden opnieuw moeten worden ingesteld.

30 Figuur 4 toont een.schakelinrichting voor de transfor- matietrap 17 in de vorm van een weerstandsmatri... De primaire kleurmeetwaardesignalen Rn, (*n en worden toegevoerd aan de weerstanden 59» 59' en 59’'» die via een gemeenschappelijke weerstand 60 zijn verbonden met massa. De weer-35 standen 59» 59’ en 59' ' zijn gewogen in overeenstemming met de coëfficiënten a^, en voor de kleurmeetwaardesignalen in he transformatievergelijking L * . Rn + a2*Gn + a3*®n* S^-Snaal °P de leiding 21 is het verloopsignaal Ln, dat in dit geval overeenstemt met het helderheidssig— 40 naai. In een daarop volgende schakeltrap 61 kan eventueel 790 89 06 . - 16 ¥ * · het signaal geheel of gedeeltelijk aan een logaritmische functie worden onderworpen.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de norme-ringstrap 19, die is opgebouwd uit 16 afzonderlijke trappen, ' 5 waarvan er in figuur 5 slechts twee voor de normering van de verloopsignalen en zijn getoond. Elke afzonderlijke trap bestaat uit een operationele versterker 63, die via een potentiometer 64 teruggekoppeld is, waarbij het ver-loopsignaal Ln via een weerstand 65 wordt toegevoerd aan de 10 inverterende ingang. Over een potentiometer 66 wordt een negatieve tegenspanning opgewekt, welke via een weerstand 67 bij het verloopsignaal wordt opgeteld.

Als aanvankelijk het minimale verloopsignaal Ii* 1 ^ van de kleur wordt aangeboden dan wordt de tegenspanning zo 15 ingesteld, dat de resulterende spanning aan de inverterende ingang en daarmee ook de uitgangsspanning van de operationele versterker 63 gelijk aan nul is, hetgeen overeenstemt met de normering van het minimale verloopsignaal op L'’^ = 0. Daarna wordt het maximale verloopsignaal L'^ toegevoerd 20 aan de inverterende ingang van de operationele versterker en de versterking wordt nu door middel van de potentiometer 64 zodanig veranderd dat het uitgangssignaal gelijk aan "1” is, hetgeen overeenstemt met de normering van het maximale verloopsignaal op L'^ = 1. Op dezelfde wijze wordt te-25 werk gegaan met de andere verloopsignalen.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld voor de kleur-kiezers 25 en 26 van de kleurgever 3· De kleurkiezers bestaan uit een aantal operationele versterkers, die door middel van potentiometers zijn teruggekoppeld, voor elke 30 kleur respectievelijk voor elk kleursignaaldrievoud zijn drie operationele versterkers aanwezig.

Ue eerste kleurkiezer 25 bezit voor de instelling van de ondergrondkleur drie operationele versterkers 70 waaraan het genormeerde verloopsignaal L wordt toegevoerd, waarbij 35 via de potentiometers 71 de kleurwaarde-aandelen'r , gw en bw van de ondergrondkleur worden ingesteld, ve uitgangssignalen van de operationele versterkers 70» te weten L «i? ; Ln*gw en ^n,-bw wor(ien toegevoerd aan de berekeningstrap 24 van de kleurgever 3.

40 De tweede kleurkiezer 26 bezit voor· instelling van de 790 8 9 06 17 16 mogelijke kleuren Fq in heu totaal 16 maal drie operationele versterkers 70', waarvan in figuur 6 alleen de operationele versterkers voor de instelling van de kleuren en zijn getoond. De operationele versterkers 70' van ae 5 tweede kleurkiezer 26 krijgen het geïnverteerde verloopsig-naal (1-L·^) vanuit de amplitude invertor 72 toegevoerd. Met de bijbehorende potentiometers 71' worden de kleurwaarde- , aandelen van de weer te geven kleuren (r°n, g n» b°n) voorgekozen. De uitgangssignalen van de operationele verster-10 kers 70', te weten (1-¾).r°n en (1-Ln)«g°n en (1-¾).b°n komen eveneens terecht bij de berekeningstrap 24 van de kleurgever 3. De kleurgevers kunnen opgebouwd worden uit digitale componenten of opgebouwd worden in de zogenaamde hybridetechniek zoals Dijvoorbeeld getoond is in de Duitse 15 octrooiaanvrage P 27 25 864.

Figuur 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de berekeningstrap 24 van de kleurgever 3« i/e door de tweede kleurkiezer 26 geleverde drie maal 16 uitgangssignalen komen terecht bij een omschakelaar 74, 20 die door de digitale kleurnümmers op de informatieleiding 15 wordt bestuurd. De omschakelaar 7^ is bijvoorbeeld ópge-bouwd uit geïntegreerde 16 kanaals analoge multiplexers van het type 506 van öiliconix. Elke multiplexer bestaat weer uit een BOD/decimaal-decodeereenheid en een aantal gexnte_ 25 greerde MOS-veldeffecttransistoren als schakelaars. De omschakelaar 7^ schakelt telkens de bij het momentaan optredende kleurnummer behorende signaaldrievouden door naar een opteltrap 75» waarin de aandelen van de eerste kleurkiezer 25 opgeteld worden. De uitgangssignalen rQ, gn en bn 30 van de opteltrap 75 vormen de stuursignalen voor de kleur-mo'nitor 4.

De uitvinding is niet beperkt tot de beoordeling van originele patronen voor het bedrukken van textiel, decoratie- of verpakkingsmaterialen. Ze kan ook toegepast worden 35 bij alle originele patronen die niet bestemd zijn voor meerkleurendruk (mengdruk).

790 8 9 06

Claims (22)

1. Werkwijze voor kleurbeoordeling van originele patronen voor het bedrukken van textiel, decoratie- of verpakkingsmaterialen, waarbij een origineel patroon voor. het 5 verkrijgen van kleurmeetwaardesignalen punt voor punt en lijn voor lijn wordt afgetast en op een kleurenmonitor weer wordt geregistreerd, met het kenmerk, dat een van de kleurverzadiging van de origineelkleuren afhankelijk verloopsignaal wordt opgewekt, dat een eerste kleurwaarde-10 drievoud voor de ondergrondkleur van het latere afdrukme--dium wordt bepaald, dat aan elke origineelkleur een met de naderhand weer te geven kleur overeenstemmend vrij te kiezen tweede kleurwaardedrievoud wordu toegewezen en dat bij het weer registreren voor elke origineelkleur uit het verloop-15 signaal, het eerste kleurwaardedrievoud en het bij de origineelkleur behorende tweede kleurwaardedrievoud het kleur-signaaldrievoud voor besturing van de. kleurenmonitor wordt bepaald.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het ken-20 merk, dat het verloopsignaal uit tenminste een kleur- meetwaardesignaal wordt afgeleid» e

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verloopsignaal(Ln) van elke origineelkleur (n) wordt omgevormd tot een genormeerd verloop- 25 signaal (E ), doordat de waarde voor de plaats met maximale kleurverzadiging van de betreffende origineelkleur wordt ingesteld op de genormeerde verloopwaarde Ln = 0 en de waarde voor de plaats met minimale kleurverzadiging wordt ingesteld op de genormeerde verloopwaarde Ln = 1, en dat de 30 £Leursignaaldrievouden (r , gQ, b ) voor de besturing van de kleurmonitor worden bepaald volgens de vergelijkingen; Bn rw + - En)B°n sn = Ln ëw + ^ “ ha'’6 n 35 b = L b + (1-L)d^ η n w v η' n » waarbij met (rw, g , b ) het eerste kleurwaardedrievoud en 0 O'” w met (r , g , b ) het tweede kleurwaardedrievoud wordt U ii j 40 aangeduid.. 790 8 9 06 19 ·

4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-tot en met 3, met het kenmerk, dat het bijbehorende genormeerde verloopsignaal (LQ) voor de lopende Depaling van het kleursignaaldrievoud op de ingestelde genormeerde verloop-5 signalen van de afzonderlijke origineelkleuren wordt gekozen.

5· Werwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het instellen van het eerste kleurwaardedrieyoud en voor het; weergeven van de ondergronökleur op de kleurenmonitor het genormeerde ver- 10 loopsignaal op L = 1 wordt ingesteld.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitgekozen genormeerde verloopsignaal wordt geïndiceerd.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 15. met het kenmerk, dat verschillende kleurstellingen van het originele patroon tegelijkertijd zichtbaar gemaakt worden.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,· dat binnen een op de kleuren- 20 monitor weergegeven kleurvlak een meetgeoied wordr bepaald, en dat de bij dit meetgebied behorende kleurmeetwaarden en daaruit een verloopwaarde worden bepaald.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het meetgebied door een op de kleurenmonitor 25 verschuifbaar liehtmerkteken zichtbaar wordt gemaakt.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat voor normering van de verloopwaarden voor een origineelkleur het lie htmerkteken wordt ingesteld op de plaats met maximale respectievelijk minimale kleur- 30 verzadiging binnen elk kleurvlak dat aan de betreffende origineelkleur is toegewezen.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter vex-betering van de kleurDeoordeling in het op de kleurenmonitor weergegeven 35 kleurDeeld een eenkleurig kader wordt zichtbaar gemaakt waarvan de lichtsoort overeenstemt met de lichtsoort waarin het eindprodukt wordt waargenomen.

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat uit de kleursignaaldrie- 40 vouden voor de besturing van de kleurenmonitor de normkleur-

790. S OS' •r •f . 20 ' ' waarden van de weergegeven kleuren worden bepaald.

13· Kleurbeoordelingsinrichting voor uitvoering van de werkwijze volgens conclusie 1 voorzien van een signaalbron voor het leveren van de voor een origineel patroon repre-5 sentatieve kleurmeetwaardesignalen en een kleurenmonitor voor het lijn voor lijn registreren van het originele patroon, gekenmerkt door een op de signaalbron (5) aangesloten eerste schakeling (.6, 7) voor het scheiden van de originele kleuren, een met de signaalbron (5) ver- 10 bonden tweede schakeling (2) voor het opwekken van een van de kleurverzadiging van de origineel kleuren afhankelijk verloopsignaal uit tenminste een kleurmeetwaardesignaal, en een kleurgever (3). waarin aan elke origineelkleur een vrij te kiezen kleursignaaldrievoud voor besturing van de 15 kleurenmonitor (4) wordt toegewezen, waarbij de ingang van de kleurgever (3) in verbinding .staat met de eerste en de tweede schakeling (2, 6, 7) en de uitgang in verbinding staat met de kleurenmonitor (4).

14. Kleurbeoordelingsinrichting volgens conclusie 13, 20 met het kenmerk, dat de signaalbron voor de kleurmeetwaardesignalen een elektronische kleuraftaster is.

15. Kleurbeoordelingsinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de signaalbron voor de kleurmeetwaardesignalen een digitaal geheugen is.

16. Kleurbeoordelingsinrichting volgens een der con clusies 13 tot en met 15, 1 e t het kenmerk, dat de schakeling voor kleurscheiding bestaat uit een kleurherkenningstrap (6) welke voor elke herkende origi-neelkleur een representatief uitgangssignaal levert. 30 17· Kleurherkenningsinrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de kleurherkenningstrap (6) wordt gevolgd door een codeereenheid (7) voor het coderen van de uitgangssignalen tot digitale kleurnummers · voor de origineelkleuren.

18. Kleurbeoordelingsinrichting volgens een der con clusies 13 tot en met 17, 1 e t het kenmerk, dat voor het gelijktijdig weergeven van verschillende kleurstellingen van het originele patroon e^.tra kleurmönitoren (4', 4r') en bijbehorende kleurgevers (3', 3*') aanwezig 40 zijn waarvan de ingangen zijn verbonden met de eerste en 790 8 9 0 ë tweede schakeling (2, 6, 7; en waarvan de uitgangen zijn verbonden met de bijbehorende kleurenmonitoren (4·', 4'')·

19. Eleurbeoordelingsinrichting volgens een der conclusies 13 tot en met 18, met het kenmerk, 5 dat de kleurgevers (3» 3’, 5* *) voorzien zijn van middelen (25, 26; voor het instellen van vrij te kiezen kleurwaarde-aandelen en middelen (24) voor het bepalen en kiezen van de bij de herkende origineelkleuren behorende kleursignaaldrie-vouden voor besturing van de kleurenmonitoren (4, 4·, 41').

20. Eleurbeoordelingsinrichting volgens een der con clusies 13 tot en met 19,met het kenmerk, dat de kleurgevers (3, 3’, 3·') bestaan uit tabelgeheugens (47·, 47'*) voor opname'van de kleursignaaldrievouden en daarop volgende D/A-omvormers ^48' , 48’'), waarbij de tabel- 15 geheugens door de schakeling voor kleurscheiding (6, 7) kunnen worden geadresseerd.

21. Eleurbeoordelingsinrichting volgens een der conclusies 13 tot en met 20,met het kenmerk, dat op de kleurgevers (3, 3'» 3' ') schakelingen (45) zijn 20 aangesloten voor het bepalen van normkleurwaarden van de op de kleurenmonitoren (4, 4', 4*1) weergegeven kleuren.

22. Eleurbeoordelingsinrichting volgens een der conclusies 13 tot en met 21,met het kenmerk, dat meetmerktekengeneratoren (32 , 38 , 39 , 40) zijn aangebracht 25 die op de kleurenmonitoren (4, 4', 41') verschuifbare meet- merktekens (33) zichtbaar maken. . *************** 790 896^ »