NL7908737A - Afstandhoudersamenstel. - Google Patents

Description

I «Ö 4 vo 8756

Af st andhouder s amenst el.

De uitvinding heeft betrekking op een afstandhouderbuis voor toepassing tussen twee bekistingen voor een betonnen wand o.d., met ten minste een. buiten om die buis er afdichtend ten opzichte van de buisomtrek op bevestigde, dwarse wat erker ende plaat en met ten minste 5 een afgeknot kegelvormige, van een ten opzichte van de buis coaxiale, doorgaande holte voorzien af stands orgaan, dat ten opzichte van respectievelijk de buis enerzijds en de ene bekisting met zijn ene kopeinde anderzijds steunnemend, de betrokken bekisting op afstand buiten het ene buiseinde houdt bij het, door middel van een d66r 10 buis, afstandsorgaan en de beide bekistingen gestoken trekorgaan naar elkaar toe aanbalen van de bekistingen.

Bij een bekend afstandhoudersamenstel van deze soort is een enkele dwarsplaat ongeveer in het midden van de buis aangebracht.

De dwarsplaat is bij dergelijke afstandhoudersamenstellen vooral in 15wanden, welke water moeten keren een zeer belangrijk onderdeel, omdat hierdoor ongewenste migratie van water langs de buisbuitenomtrek effectief wordt tegengegaan. Het af standsorgaan is bij de bekende uitvoering een z.g. terug te winnen conus, welke met zijn wijdste conuskopeinde steun neemt tegen de bekisting. Aan het tegenoverge-20 stelde conuskopeinde is de mond van de axiaal dóórgaande holte zodanig gevormd, dat deze met klempassing af dicht end op de buis over een geringe lengte kan worden opgeschoven. De uit kunststof of dergelijk materiaal vervaardigde conus omsluit aldus zelf rechtstreeks het betrokken buiseinde. De mate van opschuiven wordt begrensd doordat 25 de betrokken monding van de axiale doorgang over een geringe diepte vanuit het nauwste conuskopeinde iets ten opzichte van de rest van de axiale doorgang verwijd uit gevoerd is. Ter plaatse van de verspringing van de binnenomtrek van de axiale doorgang vindt het buiseinde in de conus steun bij het naar elkaar toe aanhalen van de 30 bekistingen. Het is hierbij de bedoeling dat het wijdste conuskopeinde af dicht end steun neemt tegen de bekisting, waardoor voorkomen zou moeten worden, dat bij het betonstorten cement- of betonmelk in de axiaal doorgaande holte van de conus en vervolgens in de buis 7908737 **. - -r —— terecht komt.

In de praktijk, blijkt dit echter bij de bekende uitvoering niet te vermijden.. Bij het krachtig naar elkaar toe aanhalen van de bekistingen kan het voorkomen, dat de afstandsconus kapotgedrukt 5 wordt, of scheef komt te zitten. Zelfs wanneer door dit aanhalen en de hierdoor bereikte, aanvankelijk stevige aanlegdruk van de bekistingsbinnenzijde tegen het wijdste conuskopeinde een goede afdichting verzekerd lijkt, komt het toch dikwijls voor, dat bij het storten van het beton de aanvankelijke afdichting ten dele 10 verloren gaat. Het gevolg is, dat bij de demontage aanmerkelijke hinder kan worden ondervonden: het doorgestoken trekorgaan kan in de buis door verharde betonspecie of -melk vast zijn gaan zitten, waardoor dat trekorgaan slechts uiterst moeizaam uit de, uiteraard in het beton als verloren element achterblijvende buis te ver-15 wij.deren is. De conus moet na verwijdering van. het trekorgaan vanuit de buitenzijde van het verharde beton verwijderd worden. Dit kan met aanmerkelijke moeilijkheden gepaard gaan: Dikwijls moet daarvoor in het beton gehakt worden. Wanneer het gat aan het buiseinde uiteindelijk met specie dichtgesmeerd wordt nadat op 20 dat buiseinde een afdichtprop is vastgeslagen - zijn er aan de buitenzijde van het beton door de hakwerkzaamheden ontsierende plekken te zien.

Is de prop gemakkelijk te verwijderen, dan heeft de gatwand vaak een zo glad oppervlak, dat de voor het dicht smeren aan te 25 brengen specie onvoldoende hecht.

Bij het, in het voorgaande reeds terloops genoemde afsluiten van de buismond door het er in slaan van de afdichtprop zijn eventueel in het inwendige van de mond aanwezige betonresten, ook uiterst storend.· In iet bijzonder kunnen deze er toe leiden, 30 dat uit eindelijk geen goede afsluiting van de buismond kan worden bereikt.

Doel van de uitvinding is, een afstandhoudersamenstel van de in de aanhef vermelde soort zodanig te verbeteren, dat de zich bij de demontage voordoende moeilijkheden als gevolg van ondichtheid 35 van de ruimte buiten het samenstel naar het inwendige van de buis 7908737 tr * -3- betrouwbaar Vermeden worden en waarbij in het bijzonder een aanzienlijk grotere veiligheid tegen doordringend water wordt bereikt.

Daartoe wordt een dergelijk samenstel volgens de uitvinding nader gekenmerkt, doordat het genoemde afstandsorgaan een verloren, 5 vrij over de buis verschuifbare cilinder of conus is, welke via de genoemde dwarsplaat ten. opzichte van de buis steun neemt bij zijn, van de betrokken bekisting af gekeerde, kopeinde door axiaal tussen dwarsplaat en afstandsorgaan elastisch samendrukbare middelen.

10 Door de werkzaamheid van dat· elastisch samendrukbare middel wordt het afstandsorgaan met zijn naar de bekisting gekeerde, buitenste kopeinde blijvend afdichtend tegen de binnenzijde van de bekisting aangedrukt gehouden. Het binnendringen van specie of speciemelk via dat buitenste einde wordt aldus betrouw-15 baar vermeden. Doordat het afstandsorgaan over naar verhouding grote lengte om de buis opgeschoven zit, wordt tegengegaan, dat via de spelingruimte om de buis, vanuit de binnenste kopzijde van het afstandsorgaan specie tot in het inwendige van de buis kan doordringen.

20 Tevens worden tolerantieafwijkingen, die aan de goede aan sluiting van het buitenste kopeinde van het afstandsorgaan tegen de bekistingsbinnenzijde afbreuk zouden kunnen doen, zoals bijvoorbeeld ook door niet geheel haakse stand van de buis ten opzichte de bekisting, op doeltreffende wijze vereffend.

25 Belangrijk is voorts de veilige, betrouwbare waterkering: in de eerste plaats is er bij toepassing van het uitgevonden af standhouder samenstel tussen twee bekistingen nabij elke bekisting een waterkerende dwarsplaat op de buis aangebracht. Deze fungeert volgens de uitvinding, tevens als uiteindelijke aanslag 30 voor het opnemen van de kracht, waarmee de bekistingen bij de afmontage naar elkaar toe aangehaald worden. Risico voor het scheef komen te zitten en/of doordrukken van het afstandsorgaan zoals bij de bekende conussen is nu uitgesloten.

De afdichtprop, die na het ontkisten in de buismonding, 35 welke zich op enige afstand binnen het bet onbuit enoppervlak - 7908737 'ψ -4- ” verzonken ia het "buitenste gedeelte van. de doorgaande "boring'van het verloren, conische of cilindrische afstandsorgaan - "bevindt, moet worden ingeslagen, ondervindt daarbij géén hinder van verharde cement» of "betonspecieresten en zal dus snél en doeltreffend 5 af dichtend kunnen worden aangebracht. De in het genoemde, buitenste boringgedeelte aan te brengen specie, om het in het zicht komende gat dicht te smeren, hecht ook goed aan de boringwand van het -gewoonlijk uit beton geperste - verloren afstandsorgaan. Er ontstaan hierbij dus ook geen ontsierende plekken in de, in het zicht komende 10 betonbuit enzi j de.

Volgens, de uitvinding kunnen de genoemde, elastisch samendrukbare middelen tevens een. werkzame vloeistofafdichting; vormen tussen de ruimte om het afstandsorgaan - in het bijzonder ook aan het van der bekisting af gekeerde einde van dat afstandsorgaan — 1 15 en de buis.

Dit betekent, dat aan het buitenste en/of het binnenste kopeinde van het afstandsorgaan zulk een werkzame vloeistofafdichting kan zijn aangebracht.

De uitvoering kan aldus, in het bijzonder aan het binnenste 20 kopeinde van het afstandsorgaan zodanig zijn, dat tenminste een, om de buisbuitenomtrek afdichtende pakkingring op de bodem van een, ten opzichte van het binnenste kopeinde van het afstandsorgaan verdiept gelegen, ringvormige uitsparing is aangebracht en voorts tegen die pakkingring enerzijds en de dwarsplaat anderzijds 25 een krachtig veerorgaan axiaal steun neemt.

Hierbij is, in nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte het genoemde veerorgaan, bij voorkeur een betrekkelijk kort stuk van een krachtige schroefveer, dat dus om de buis is aangebracht.

Volgens de uitvinding is het voorts voordelig, wanneer 30 tussen dwarsplaat en het binnenste kopeinde van het afstandsorgaan verder nog een elastisch tegen deze beide delen , bij het naar elkaar toe aanhalen van de bekistingen, steun nemende ring rondom de buis, c.q. rondom het genoemde veerorgaan aangebracht is. Een dergelijke elastische ring is in de eerste plaats 35 werkzaam om bij het naar elkaar toe aanhalen van de bekistingen 7908737 -5- t» £ •fce voorkomen, dat tiet. af stands orgaan - dat tij de uitgevonden ^ sonstructie, als verloren afstandsorgaan tij voorkeur uit "beton geperst zal zijn, tegen de plaat aan zijn binnenste kopeinde verbrijzeld wordt. Aanleiding hiervoor kan bijvoorbeeld zijn, dat de 5 dvarsplaat, die gewoonlijk met een lasrups rondom een in het midden daarvan aangebracht gat op de buis bevestigd is, niet precies haaks op de hartlijn van de buis staat of oneffenheden vertoont.

Daarnaast kan een dergelijke elastische ring ook een af-10 dichtfunctie hebben. Deze gaat echter verloren, wanneer de bekisting enigszins te ver zou gaan wijken. Daarbij kan immers het veer or gaan, i.c. de schroefveer, met pakkingring die tot taak hébben het afstandorgaan met zijn buitenste kopeinde tegen de bekisting aan gedrukt te houden, dat orgaan mogelijkerwijs zo ver 15" buitenwaarts over het betrokken buiseinde verplaatsen, dat de genoemde elastische steunring met speling tussen de dwarsplaat en het binnenste kopeinde van het afstandsorgaan komt te zitten.

In deze situatie zorgt echter de pakkingring, op de bodem van de ringvormige uitsparing in het binnenste kopeinde van het 20 afstandsorgaan, door het goed rondom af dicht end aanliggen tegen de buisbuitenomtrek, voor een betrouwbare afdichting van het betrokken einde van het afstandsorgaan.

Door toepassing van het veel robuustere, verloren, bij voorkeur betonnen afstandsorgaan kan ook zonder risico een 25 aanmerkelijk grotere aanhaalkracht door middel van een trekorgaan op de bekistingen worden uitgeoefend, waardoor op zichzelf reeds een veiliger afdichting en een grotere waarborg tegen het ongewenst - bij het betonstorten - wijken van de bekisting wordt bereikt. Eventueel kan in sommige gevallen voor de afdichting 30 aan het binnengelegen kopeinde van de conus worden volstaan met toepassing van uitsluitend de laatstgenoemde, elastische steunring.

De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, waarin uitsluitend bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is weergegeven, nog nader worden 35 toegelicht.

7908737

Vs -w _ rr' De enkele figuur toont schematisch in langsdoorsnede het zich "bij de ene bekistingswand 1 "bevindende gedeelte van een af-standhoudersamenstel volgens de uitvinding. Met 2 is het betrokken einde van een afstandhouderbuis aangegeven waarop ..een dwarsplaat 3 5 met een passend gat opgeschoven en vervolgens bij het verwij-zingscijfer k met de gatrand rondom afdichtend op de buitenomtrek van de buis 2 vastgelast is. Met het verwijzingscijfer 5 is een,, uit beton geperst, in dit geval als afstandsconus uitgevoerd afstandsorgaan aangeduid* Deze conus bevat een axiaal doorgaande hol-10 te 6, waarmee die conus 5 in. ie gemonteerde, afgeheelde toestand op het einde van de buis 2 opgeschoven zit. D66r de buis 2 en dit gedeelte van de axiale- holte 6, waarover de conus 5 in. de figuur rechts van het betrokken einde van de buis 2 uitsteekt ~ overeenkomend met de vereiste betondekking, die van 2,5 tot 15 bijvoorbeeld T cm of soms nog meer kan bedragen - reikt een trek-orgaan, in het onderhavige geval een z.g. "Dywidag"-staaf l6.

Deze reikt verder nog door een gat 8 in de bekistingswand 1 en dwars door een met het verwijzingscijfer 9 aangegeven versterkings-ligger aan de- buitenzijde van de bekisting. Op het uiteinde van die Dywidag-staaf is een moer 18 opgeschroefd. Aan zijn andere, 20 in de tekening niet-zichtbare, uiteinde reikt die Dywidag-staaf op soortgelijke wijze door de tegenover de bekisting 1 gelegen bekisting, tussen welke beide bekistingen in het beton 10 gestort is. Door het aanhalen van de moer l8 en de overeenkomstige moer aan het andere einde van de Dywidag-staaf zijn de beide bekistingen 25 v66r het storten van het beton naar elkaar toe aangehaald,d.w.z. dat hierdoor de bekisting 1 met kracht is aangedrukt tegen het nauwste conuskopeinde 7. Daarbij heeft de conus 5 aan zijn wijdste conuskopeinde 11, via een elastische steunring 12 steun genomen tegen de dwarsplaat 3. In het wijdste, binnenste conuskopeinde 11 30 is een ringvormige verdieping rondom de buis 2 aangebracht. De bodem hiervan is met het verwijzingscijfer 13 aangegeven. Hierop ligt een elastische pakkingring lks welke goed afdichtend de buis 2 aan de buisbuitenomtrek omsluit en door een kort stuk van een krachtige schroefveer 15 afdichtend tegen de bodem 13 7908737 % £ -7- aangedrukt wordt gehouden. Dat schroefveerstuk 15 neemt daarbij aan zijn in de tekening linker einde steun tegen de dwarsplaat 3.

Zou de bekisting 1 neiging hebben tijdens het storten van het beton tussen beide bekistingen enigszins in de tekening 5 naar rechts te wijken» dan zorgt het schroef veer stuk 15 er voor, dat het nauwste conuskopeinde 7 steeds met kracht tegen de binnenzijde van die bekisting 1 aan gedrukt blijft. Zou de conus 5 daarbij zo ver» in de tekening naar rechts, over het betrokken buiseinde verschuiven» dat de steunring 12 - welke in eerste 10 instantie bedoeld is om de conus bij montage van het afstand- houdersamenstel elastisch te doen steun nemen tegen de plaat 3 -niet meer voor afdichting tussen het wijdste conuskopeinde en de plaat kan zorgen, doordat- die steunring 12 met speling tussen dwarsplaat 3 en het wijdste conuskopeinde komt te zitten,- dan 15 zorgt toch de pakkingring 14 voor betrouwbare afdichting van de ruimte, waarin zich het beton bevindt naar de - op zichzelf reeds zeer nauwe - spelingruimte, waarmee de conus 7 met zijn axiale iolte 6 om de buis 2 aangebracht is. Betonmelk kan aldus.eêè in die spelingruimte en dus ook niet in het inwendige van de buis 2 terecht 20 komen.

Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding niet is beperkt tot hetiin het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, doch dat ten opzichte daarvan, binnen het kader van de uitvinding, allerlei varianten mogelijk zijn.

25 In- het bijzonder kunnen de middelen waarmee de veerkrachtige aandrukkracht en c.q_. .de naar het inwendige van de axiaal doorgaande holte van de afstandsconus toe werkzame vloeistof-afdichting, nog anders uitgevoerd zijn. Verder kan het afstandsorgaan behalve uit beton bijvoorbeeld ook uit asbestcement vervaardigd 30 zijn.

’9037ο?

Claims (4)

1. Afstandhouderbuis voor toepassing tussen twee bekistingen voor een betonnen wand o.d., met tenminste een buiten om die buis er· afdichtend ten opzichte van de buisomtrek op bevestigde dwarse waterkerende plaat en met tenminste êén afgeknot kegelvormige, van 5 een ten opzichte van. de buis coaxiale, doorgaande holte voorzien afstandsorgaan, dat ten opzichte van respectievelijk de buis enerzijds en de. ene bekisting met zijn ene conuskopeinde anderzijds ' steun nemend, de betrokken bekisting op afstand buiten het ene buiseinde. houdt bij het, door middel van een door buis, af stands-10 orgaan en. de beide bekistingen gestoken trekorgaan naar elkaar toe aanhalen van de bekistingen, met het kenmerk, dat het genoemde afstandsorgaan een verloren, vrij over de buis verschuifbare cilinder of conus is, welke via de genoemde dvarsplaat ten opzichte van de buis steun, neemt bij zijn, van de betrokken be~ 1J kisting afgekeerde kopeinde door axiaal tussen dvarsplaat en afstandsorgaan elastisch, samendrukbare middelen.

2. Af standhouder samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde middelen tevens een werkzame vloeistofafdichting ' vormen tussen de ruimte om het afstandsorgaan en de: buis.

3. Af standhouder samenstel volgens conclusie 1, gekenmerkt door ten minste êén om de buisbuitenomtrek af dichtende pakkingring op de bodem van een, ten opzichte van het binnenste kopeinde van het afstandsorgaan verdiept gelegen, ringvormige uitsparing en een tegen die pakkingring enerzijds en de dvarsplaat anderzijds 25 axiaal steunnemend, krachtig veerorgaan. l·.. Afstandhoudersamenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het genoemde veerorgaan een betrekkelijk kort stuk van een krachtige schroefveer is.

5. Afstandhoudersamenstel volgens ten minste één der· voor- 30 gaande conclusie, met het kenmerk, dat tussen dvarsplaat en het betrokken conuskopeinde een elastisch tegen deze beide delen bij het naar elkaar toe aanhalen van de bekistingen steun nemende ring rondom de buis,c.q_. om het genoemde veerorgaan aangebracht is. 7908737