NL7906207A - Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en poly- mere materialen. - Google Patents

Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en poly- mere materialen. Download PDF

Info

Publication number
NL7906207A
NL7906207A NL7906207A NL7906207A NL7906207A NL 7906207 A NL7906207 A NL 7906207A NL 7906207 A NL7906207 A NL 7906207A NL 7906207 A NL7906207 A NL 7906207A NL 7906207 A NL7906207 A NL 7906207A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channels
channel
annular
ring
rotor
Prior art date
Application number
NL7906207A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Usm Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Usm Corp filed Critical Usm Corp
Publication of NL7906207A publication Critical patent/NL7906207A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/27Mixers with stator-rotor systems, e.g. with intermeshing teeth or cylinders or having orifices
    • B01F27/272Mixers with stator-rotor systems, e.g. with intermeshing teeth or cylinders or having orifices with means for moving the materials to be mixed axially between the surfaces of the rotor and the stator, e.g. the stator rotor system formed by conical or cylindrical surfaces
    • B01F27/2722Mixers with stator-rotor systems, e.g. with intermeshing teeth or cylinders or having orifices with means for moving the materials to be mixed axially between the surfaces of the rotor and the stator, e.g. the stator rotor system formed by conical or cylindrical surfaces provided with ribs, ridges or grooves on one surface
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29BPREPARATION OR PRETREATMENT OF THE MATERIAL TO BE SHAPED; MAKING GRANULES OR PREFORMS; RECOVERY OF PLASTICS OR OTHER CONSTITUENTS OF WASTE MATERIAL CONTAINING PLASTICS
    • B29B7/00Mixing; Kneading
    • B29B7/30Mixing; Kneading continuous, with mechanical mixing or kneading devices
    • B29B7/34Mixing; Kneading continuous, with mechanical mixing or kneading devices with movable mixing or kneading devices
    • B29B7/38Mixing; Kneading continuous, with mechanical mixing or kneading devices with movable mixing or kneading devices rotary
    • B29B7/40Mixing; Kneading continuous, with mechanical mixing or kneading devices with movable mixing or kneading devices rotary with single shaft
    • B29B7/402Mixing; Kneading continuous, with mechanical mixing or kneading devices with movable mixing or kneading devices rotary with single shaft using a rotor-stator system with intermeshing elements, e.g. teeth
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29BPREPARATION OR PRETREATMENT OF THE MATERIAL TO BE SHAPED; MAKING GRANULES OR PREFORMS; RECOVERY OF PLASTICS OR OTHER CONSTITUENTS OF WASTE MATERIAL CONTAINING PLASTICS
    • B29B7/00Mixing; Kneading
    • B29B7/80Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29B7/84Venting or degassing ; Removing liquids, e.g. by evaporating components
    • B29B7/845Venting, degassing or removing evaporated components in devices with rotary stirrers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29BPREPARATION OR PRETREATMENT OF THE MATERIAL TO BE SHAPED; MAKING GRANULES OR PREFORMS; RECOVERY OF PLASTICS OR OTHER CONSTITUENTS OF WASTE MATERIAL CONTAINING PLASTICS
    • B29B7/00Mixing; Kneading
    • B29B7/80Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29B7/86Component parts, details or accessories; Auxiliary operations for working at sub- or superatmospheric pressure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/25Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C48/36Means for plasticising or homogenising the moulding material or forcing it through the nozzle or die
    • B29C48/465Means for plasticising or homogenising the moulding material or forcing it through the nozzle or die using rollers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/03Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor characterised by the shape of the extruded material at extrusion

Description

Sr - N/ 29.219—St/lb t USM Corporation te Farmington, Connecticut, Verenigde Staten van Amerika.
Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en polymere materialen.
De uitvinding betreft een inrichting voor het bewerken van kunststoffen en polymere materialen, die dikvloeibaar zijn of bij de bewerking worden.
Naast de bekende extrudeermachines van het 5 schroeftype is als een belangrijke nieuwe ontwikkeling de roterende bewerkingsmachine voor het behandelen van kunststoffen en polymere materialen naar voren gekomen.
Zulk een inrichting heeft een rotor met één of meer ring-groeven, die draaiend is gelegerd in een nauw daaromheen 10 passend cilindrisch huis, waarvan de binnenwand met de of elke ringgroef een gesloten kanaal vormt. In dit kanaal steekt een kanaalafsluitblok naar binnen, dat het materiaal in de ringgroef tegenhoudt, zodat bij draaiing van de rotor de meedraaiende groefwanden op het materiaal in de 15 groef inwerken voor de bewerking daarvan, zoals het smelten of weekmaken, transporteren, pompen of onder druk brengen van het viskeuze materiaal, het homogeniseren, mengen enz. van dit materiaal. Bij de bekende roterende bewerkings-machines van deze soort wordt het uit een uitlaatopening 20 van de ene ringgroef tredende materiaal in een kanaal geleid, dat dit materiaal langs de buitenzijde van het huis voert en naar de inlaatopening van een volgende bewerkings-groef leidt.
Het is echter gebleken, dat de in zulk een 25 omloopleiding optredende wrijvingskrachten en warmtever liezen ongewenst hoog zijn en het moeilijk is om deze leiding schoon en vrij van materiaalresten van verminderde kwaliteit te houden, terwijl de aanwezigheid van dit kanaal tot een gecompliceerde en daardoor kostbare constructie 30 van de machine leidt.
7906207 2
De uitvinding beoogt een verbeterde roterende bewerkingsinrichting van deze soort voor het bewerken van kunststoffen en polymere materialen te verschaffen, waarbij de verplaatsing van het te bewerken materiaal van 5 één of meer ringvormige bewerkingskanalen naar één of meer volgende ringvormige bewerkingskanalen met behulp van één of meer verbindingskanalen op meer eenvoudige en effectievere wijze plaats vindt. Voorts beoogt de uitvinding een dergelijke roterende bewerkingsinrichting te 10 verschaffen., waarin aanmerkelijk lagere legerbelastingen van de rotor optreden. Voorts beoogt de uitvinding een dergelijke inrichting te verschaffen, waarvan de bedoelde verbindingskanalen een eenvoudige en goedkope constructie hebben vergeleken bij die van vergelijkbare bekende ro-15 terende inrichtingen.
De inrichting volgens de uitvinding, die bij voorkeur meertrappig is uitgevoerd, heeft daartoe een van ringvormige bewerkingsgroeven voorziene rotor met cilindrische delen tussen deze groeven, die in dichte 20 glijdende aanligging met het de rotor omsluitende huis zijn, waarbij in de cilindrische binnenwand van het huis groeven zijn gevormd, die zich tussen de ringvormige kanalen van de rotor uitstrekken en samen met de cilindrische rotorvlakken verbindingskanalen tussen de ringkanalen 25 van de rotor vormen.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn deze verbindingskanalen gevormd in afzonderlijke, verwijderbare stroomgeleidingseenheden, die in het huis van de inrichting zijn geplaatst en opper-30 vlaktedelen hebben, die een voortzetting vormen van het cilindrische binnenvlak van het ringvormige huis en waarin de verbindingsgroeven zijn aangebracht. De Stroomgeleidingseenheden kunnen voorts de kanaalafsluitblokken dragen, die in de bewerkingsgroeven van de rotor naar 35 binnen steken. Bij voorkeur zijn voorts volgens de uit vinding de verbindingkanalen en de afsluitblokken in de 7906207 3 ‘sr omtreksrichting en/of in axiale richting op afstand van elkaar geplaatst teneinde de legerbelastingen te verlagen doordat in de bewerkingskanalen tegengesteld gerichte radiale krachten optreden.
5 In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding afgeheeld, bij de bespreking waarvan nog andere bij voorkeur toegepaste constructieve maatregelen naar voren zullen komen..
Fig. 1 is een opengesneden perspectivisch aan-10 zicht van de inrichting, waarbij ëën van de stroomgeleidings- eenheden in de gedemonteerde toestand is getekend; fig. 2 is een verticale langsdoorsnede van de inrichting van fig. 1; fig. 3 toont schematisch de stromingswegen in 15 de onderste stroomgeleidingseenheid van de inrichting; fig. 4 is een schematische doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 2 en toont de bewegingsbaan van het materiaal door een bewerkingskanaal naar een verbindings-kanaal; 20 fig-· 5 is een schematische dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V van fig. 2 en toont de bewegingsbaan van het materiaal door een volgend ringkanaal; fig. 6 is een dergelijke doorsnede als fig.
5 als gezien volgens de lijn VI-VI van fig. 2 en toont de 25 bewegingsbaan van het materiaal door weer een volgend ringkanaal naar de uitlaat van de inrichting; en fig. 7 is een doorsnede volgens de lijn VII-VII van fig. 3 en toont het circulerende stromingspatroon van het materiaal in zijn weg van een bewerkingskanaal 30 door een verbindingskanaal naar een volgend bewerkings kanaal .
De meertrappige bewerkingsinrichting volgens de uitvinding heeft een bijzondere verbindingskanaalcon-structie, die tot een lage drukval en tot lage warmtever-35 liezen leidt bij de stroming van het materiaal van een bewerkingskanaal in de rotor naar een volgend bewerkings- 7906207 * 4 4 kanaal van een volgende trap van de inrichting. Zoals hieronder nader wordt uiteengezet, wordt het verbindingskanaal tussen twee op elkaar volgende rotorgroeven gevormd door een in een cilindrisch oppervlaktedeel van het huis aange-5 brachte verbindingsgroef, waarvan de open zijde door een bewegend oppervlak van de rotor is afgesloten. Door deze uitvoering wordt de kortste weg tussen twee op elkaar volgende bewerkingsgroeven van de rotor verkregen, waarbij in een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvom tevens het 10 voordeel wordt bereikt, dat de meeslepende werking van het bewegende oppervlak de stroming van het materiaal bevordert en een circulerende beweging van het materiaal in het verbindingskanaal veroorzaakt, waardoor dit kanaal zelf-rei-nigend is.
15 De verbindingsgroeven kunnen op verschillende wijzen worden aangebracht om de beweging van het te behandelen materiaal naar bepaalde bewerkingskanalen te richten en te sturen, zoals in de tekeningen is aangegeven. Daarbij is een uitvoering mogelijk, waarbij de verbindingskanalen 20 zodanig zijn geplaatst, dat de in de verschillende bewer kingskanalen opgewekte radiale krachten met elkaar in evenwicht zijn of dat een bepaalde gewenste wederzijdsewerking tussen op elkaar aansluitende kanalen optreedt. De uitvinding is echter niet tot zulke bijzondere uitvoeringen 25 van de verbindingskanalen beperkt.
Zoals in de fig. 1 en 2 is te zien, heeft de afgeheelde meertrappige bewerkingsinrichting 10 een rotor 12, die draaibaar in een huis 14 is gelegerd en op een in eindwanden 18 van het huis 14 ondersteunde drijfas 16 30 vastzit. De rotor 12 heeft cilindrische wanddelen 20, die in glijdende afdichting langs de ringvormige binnenwand 22 van'het huis 14 lopen. In de rotor is een aantal coaxiale ringvormige bewerkingsgroeven 24, 26, 28, 30, 32, 34, 36, 38, 40, 42 en 44 gevormd, die elk tegenover 35 elkaar liggende zijwanden 46 hebben, welke zich vanaf de cilindrische wanddelen 20 van de rotor 12 binnenwaarts uit- 7906207 < * 5 strekken. De cilindrische wanddelen 20 van de rotor 12 en de ringvormige binnenwand 22 van het huis vormen aldus samen met deze rotorringgroeven 24 enz. een aantal gesloten ringvormige bewerkingskanalen 48, 50, 52, 54, 56, 58, 60, 62, 5 64, 66 en 68.
In deze bewerkingskanalen steken aan het profiel daarvan aangepaste kanaalafsluitblokken nauwpassend naar binnen, die het te bewerken kunststof- of polymere materiaal tegenhouden, zodat de wanden 46 van de rotor-10 ringggroeven ten opzichte daarvan bewegen en deze wanden het vloeibare materiaal meevoeren en naar de uitlaat van de inrichting stuwen kunnen.
Het huis 14 heeft êën of meer inlaatopeningen 72, waardoor het te bewerken materiaal aan êën of meer 15 bewerkingskanalen kan worden toegevoerd.
Bij de afgeheelde inrichting zijn de hieronder nog te beschrijven verbindingskanalen ten opzichte van de rotor 12, de bewerkingsgroeven 24, 26 enz. en de afsluitblokken 70 axiaal symmetrisch geplaatst. Dat betekent, 20 dat de bewerkingsgroef 24 aan het linker einde van de rotor de zelfde grootte en vorm heeft als de groef 44 aan het rechter rotoreinde, hetgeen ook geldt voor de overige rotorgroeven, die vanaf de linker en rechter zijde binnenwaarts daarvan liggen. De inrichting kan beschouwd worden 25 als te bestaan uit drie secties en wel een primaire of toevoersectie 74 aan elk einde van de rotor en een secondaire of bewerkingssectie 76 tussen deze beide primaire secties, waaraan het materiaal vanuit deze primaire secties wordt toegevoerd voor verdere bewerking.
30 De beide primaire secties 74 hebben elk drie ringvormige bewerkingskanalen 48, 50 en 52 aan het ene einde en 64, 66 en 68 aan het andere rotoreinde, en in deze kanalen naar binnen stekende afsluitblokken 70. Elk van de primaire secties 74 heeft een toevoertrechter 78 voor de 35 toevoer van te bewerken materiaal door een inlaatopening 72 aan de drie bewerkingskanalen van de sectie. Deze drie be- 7906207 * *· 6 werkingskanalen 48, 50 en 52 van de ene primaire sectie en 64, 66, 68 van de andere primaire sectie werken parallel aan elkaar, waarbij het gesmolten vloeibare materiaal, dat in elke groep van drie bewerkingskanalen wordt bewerkt, 5 tegen de afsluitblokken van deze kanalen wordt verzameld.
In de ringvormige binnenwand van het huis zijn naast deze afsluitblokken 70 verbindingsgroeven 80 aangebracht, die evenwijdig aan de rotoras lopen en met hun open zijden het bewerkte materiaal uit de drie bewerkingskanalen van de 10 betrokken primaire sectie ontvangen en over de cilindrische wanddelen 20 van de primaire rotorsecties 74 naar de buitenste kanalen 54 en 62 van de secondaire sectie 76 overbrengen. In de binnenste kanalen van de kanaalgroepen 48, 50 en 52 resp. 64, 66 en 68 treden voor de afsluit-15 blokken 70 iets kleinere drukken op dan in de meer buiten waarts gelegen kanalen van deze kanaalgroepen, waardoor materiaal van de buitenste kanalen 48 resp. 68 over de binnenwaarts daarvan liggende rotorgroeven 26 en 28 resp. 42 en 40 stroomt. Bij de beweging van het materiaal in de 20 dwarse groeven 80 over de cilindrische wanddelen 20 van de rotor 12 oefenen deze wanddelen een sleepwerking op het materiaal uit loodrecht op de hoofdstromingsrichting daarvan, waardoor circulerende stroomcomponenten optreden, die een reinigende werking in de groef 80 uitoefenen en 25 mogelijke dode hoeken in de materiaalstroom onderdrukken, welke anders de afvoer van het materiaal zouden kunnen vertragen en tot kwaliteitsvermindering zouden kunnen leiden.
Uit de tekening blijkt, dat de kanaalaf-sluitblokken 70 van de secondaire sectie 76 op een hoekaf-30 stand van 180° van de afsluitblokken 70 van de primaire secties 74 liggen, zodat het materiaal, dat uit de primaire secties de buitenste kanalen 54 en 62 van de secondaire sectie 76 door de verbindingsgroeven 80 bereikt, slechts ongeveer een halve omwenteling aflegt voor het de afsluit-35 blokken 70 van deze bewerkingskanalen 54 en 62 bereikt.
In de secondaire bewerkingssectie 76 van de in- 7906207 ί w 7 richting zijn verbindingskanalen voor de stroming van het te bewerken materiaal van de ene rotorgroef naar een volgende rotorgroef aangebracht, welke verbindingskanalen worden gevormd door verbindingsgroeven 90, 92, 94 en 96, die 5 in de ringvormige binnenwand 22 van het huis zijn gevormd en zich uitstrekken van stroomopwaarts van de afsluitblokken 70 van de kanalen 54, 56, 60 en 62 gelegen punten naar stroomafwaarts van deze afsluitblokken 70 in de naastliggende kanalen 56, 58, 58 en 60 gelegen punten, waar-10 bij de open zijden van de verbindingsgroeven 90, 92, 94 en 96 over hun gehele lengte door cilindrische wand-delen 20 van de rotor 12 zijn afgesloten. Het zal duidelijk zijn, dat desgewenst delen van de afsluitblokken 70 in de groeven weggesneden of afgerond kunnen worden om de 15 stromingsweerstand te verlagen.
De stroming van het materiaal in de bewerkings-kanalen en de dwarskanalen is in fig. 3 nader aangegeven, in welke fig. schematisch door pijlen de stromingsrichting in de kanalen ten opzichte van de afsluitblokken in de 20 onderste stroomgeleidingseenheid van fig. 1 en 2 is aan gegeven. Fig. 3 moet daarbij in samenhang met de door-snedetekeningen van de fig. 4, 5 en 6 worden beschouwd.
Zoals uit de fig. 1, 2 en 4 blijkt, wordt vloeibaar materiaal uit de primaire sectie 74 aan één einde van de 25 inrichting door de dwarsgroef 80 toegevoerd naar de bewerkingsgroef 30 van de rotor 12. Dit materiaal verzamelt zich voor het afsluitblok 70 en, als aangegeven door de pijlen in de fig. 3 en 4 stroomt vandaar in het ver-bindingskanaal gevormd door het cilindrische wanddeel 20 30 van de rotor 12 en de verbindingsgroef 90 in het huis.
Vanuit dit verbindingskanaal bereikt het materiaal de bewerkingsgroef 32 (fig. 3 en 5) en verzamelt zich voor het afsluitblok 70 in deze groef. Vanuit deze groef 32 stroomt het materiaal in een verbindingskanaal gevormd door het 35 cilindrische wanddeel 20 van de rotor 12 en de groef 92 in het huis en vandaar naar de bewerkingsgroef 34, als aangegeven door de pijlen in de fig. 3, 5 en 6. Het mate- 7906207 •v- * 8 riaal, dat in de ringgroef 34 treedt, wordt in dit kanaal / voortgestuwd en bewerkt en dan als een materiaalpoel voor het betrokken afsluitblok 70 verzameld, vanwaar het door een uitlaatopening 100 kan afstromen.
5 De kanaalafsluitblokken 70 van de tweede . sectie 76 zijn in een evenwijdig aan de as van de rotor 12 lopende lijn opgesteld, waarbij de verbindingsgroeven 90, 92, 94 en 96 schroeflijnvormig van de stroomopwaartse zijden van de afsluitblokken 70 in de bewerkingsgroeven 10 30, 32, 36 en 38 naar de stroomafwaartse zijden van de afsluitblokken 70 in de naastliggende rotorgroeven 32, 34, 34 en 36 lopen. In fig. 7 is aangegeven, dat de door het bewegende cilindervlak 20 van de rotor 12 op het materiaal in het verbindingskanaal uitgeoefende sleepwerking bij-15 draagt tot de stroming van dit materiaal door het ver bindingskanaal en tevens een circulerende stroming opwekt, die een component dwars op de hoofdbewegingsrichting van het materiaal door het kanaal heeft, waardoor een zelfreinigende werking optreedt en mogelijke dode hoeken 20 in de materiaalstroom door het verbindingskanaal worden ver meden .
Het is uiteraard mogelijk om de afsluitblokken 70 van een meertrappige inrichting volgens een schroeflijn versprongen op te stellen, zodanig, dat de verbindings-25 groeven en -kanalen evenwijdig aan de rotoras lopen. Deze opstelling versterkt de zelf-reinigende werking maar draagt niet bij tot de voortstuwing van het materiaal door de verbindingskanalen.
Zoals getekend, is het huis 14 van de meer-30 trappige inrichting bij voorkeur uitgevoerd met een lijf- deel 102 en ëën of meer losneembare stroomgeleidingseen-heden 104, 106 en 108, waarin de verbindingsgroeven zijn gevormd en de afsluitblokken 70 zijn gemonteerd. In de fig. 1 en 2 is te zien, dat de stroomgeleidingseenheid 35 106 in een opening 110 in dit lijfdeel 102 van het huis is gemonteerd, waarbij de naar binnen gekeerde wanddelen 112 7906207 f / 9 van deze eenheid een onderdeel vormen van de ringvormige binnenwand van het huis 14 en tegen de cilindrische wand-delen 20 van de rotor 12 afdichten. Deze stroomgeleidings-eenheid 106 draagt kanaalafsluitblokken 70, die in de 5 bewerkingsgroeven 30, 32, 34, 36 en 38 van de rotor 12 naar binnen steken om het materiaal in deze groeven tegen te houden, zodat dit kan worden bewerkt en afgevoerd. De verbindingsgroeven of -kanalen 90, 92, 94 en 96 zijn in het binnenvlak 112 van de stroomgelei'dingseenheid 106 uit-10 gesneden en leiden van de stroomopwaartse zijde van de af-sluitblokken 70 in de rotorgroeven30, 32, 36 en 38 naar de stroomafwaartse zijde van deze blokken 70 van de naastliggende rotorgroeven 32, 34, 34 en 36. De cilindrische wanddelen 20 van de rotor 12 sluiten de open zijden van 15 deze verbindingsgroeven 90, 92, 94 en 96 af ter vorming van gesloten verbindingskanalen.
Niet alleen is deze constructie goedkoper in de fabricage doordat de verbindingsgroeven gemakkelijker in de afzonderlijke stroomgeleidingseenheid dan in de 20 binnenwand van het huis kunnen worden gevormd, maar tevens wordt het voordeel verkregen, dat verschillend uitgevoerde stroomgeleidingseenheden met op andere wijze verlopende verbindingsgroeven of -kanalen en zelfs met anders opgestelde kanaalafsluitblokken kunnen worden gebruikt, bij-25 voorbeeld voor toepassing van het huis met rotoren, waarin de bewerkingsgroeven andere afmetingen hebben of anders verlopen.
De in de fig. 1 en 2 afgeheelde inrichting heeft het bijzondere voordeel, dat door de besproken 30 opstelling van de afsluitblokken en verbindingsgroeven aan tegenover elkaar liggende zijden van de rotor 12 de drukken in de rotorlegers sterk worden verlaagd en doorbuiging van de rotoras wordt tegengegaan. Als men een bepaald bewerkingskanaal beschouwt, blijkt, dat door de 35 werking van de groefwanden bij het meevoeren van het materiaal naar het kanaalafsluitblok een druk wordt op- 7906207 10 gewekt, die in de richting van het afsluitblok toeneemt.
De resulterende, niet uitgebalanceerde radiale druk tracht de rotor opzij te drukken en kan de afdichtende aanligging tussen de cilindrische wanddelen van de rotor en het 5 ringvormige binnenvlak van het huis ongunstig beïnvloeden.
Als de kanaalafsluitblokken en de verbindings-groeven zich aan de zelfde zijde van de rotor bevinden, zoals het geval is bij toepassing van een enkele stroom-geleidingseenheid, is de eenzijdige radiale druk van alle 10 rotorgroeven in een zelfde radiaal rotorvlak geconcentreerd, hetgeen tot een maximale asdoorbuiging leidt. Voor een lekvrije afdichting, een optimale werking van de inrichting en een minimale legerbelasting moet de asdoorbuiging echter tot een minimum worden beperkt.
15 Dit wordt bereikt door de kanaalafsluitblokken en de verbindingsgroeven zo op te stellen, dat tegengesteld gerichte, elkaar opheffende krachten worden opgewekt. Als twee of meer stroomgeleidingseenheden aanwezig zijn, kunnen deze eenheden in zodanige hoekstanden ten opzichte 20 van elkaar worden opgesteld, dat de radiale drukken, die in een bewerkingskanaal of groep van bewerkingskanalen worden opgewekt, tegengesteld zijn aan de radiale drukken opgewekt in een ander bewerkingskanaal of groep van kanalen, zodanig, dat de drukken elkaar opheffen. Bij toe-25 passing van twee stroomgeleidingseenheden kunnen deze op 180° van elkaar opgesteld zijn.
De meertrappige inrichting van de fig. 1 en 2 heeft drie smeltkanalen in de primaire bewerkings-secties aan elke zijde, die het gesmolten materiaal naar 30 de bewerkingskanalen in de middelste bewerkingssectie van de inrichting-toevoeren, vanwaar het materiaal wordt afgevoerd. Uiteraard kunnen het aantal en de opstelling van deze kanalen ook anders worden gekozen. De bewerkingskanalen in de centrale bewerkingssectie kunnen dienen voor 35 het ontgassen, mengen, homogeniseren en dergelijke van het' materiaal.
7906207 * * 11
In de praktijk bleek, dat bij een machine met een boringdiameter van 30,5 cm en een totale lengte van de as van 109,2 cm onder optimale bedrijfsomstandigheden met alle kanaalafsluitblokken in de zelfde hoekstand, de 5 legerbelasting een waarde van 11340 N kan bereiken bij een maximale asdoorbuiging van ca. 1,25-1,50 mm. De resulterende maximale speling tussen de rotor en het huis is dan ca.
2,5-3,0 mm.
Bij een inrichting met drie stroomgeleidings-10 eenheden als afgeheeld in de tekening, kan de maximale asdoorbuiging worden teruggebracht tot een waarde van 0,125-0,250 mm onder verlaging van de legerbelasting van 11340 N tot 2268 N. Bij deze uitvoering zijn de kanaalafsluitblokken van de zes smelttrappen in twee aan de 15 einden geplaatste stroomgeleidingseenheden ondergebracht, terwijl de overige kanaalafsluitblokken in de middelste* sectie zijn geconcentreerd en in de derde stroomgeleidings-eenheid zijn ondergebracht, die over 180° ten opzichte van de eerstgenoemde eenheden verplaatst ligt. De overgang 20 van bewerkingskanalen, waarvan de afsluitblokken aan de ene zijde liggen naar bewerkingskanalen waarvan de afsluitblokken over 180° verplaatst aan de andere zijde liggen, vindt op geschikte wijze plaats tussen de smeltkanalen en de mengkanalen. Ofschoon slechts de helft van het meng-25 kanaal werkzaam is, is dit geen nadeel, omdat (a) de mengkanalen slechts gedeeltelijk gevuld werken en (b) desgewenst een gedeeltelijke terugvoer kan worden toegestaan door een bepaalde speling tussen de wanden van de mengkanalen en de afsluitblokken in deze kanalen toe te laten ter verkrij-30 ging van een terugwerkend mengeffekt (dat ongelijkmatigheden in de concentratie aan de inlaatzijde "weg wast").
Voorts kan de niet gebruikte helft van het betrokken meng-kanaal onder vacuum worden gesteld om ontgassing mogelijk te maken.
7906207

Claims (20)

1. Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en polymere materialen, die viskeus zijn of bij de bewerking worden, omvattende a) een rotor met een cilindrisch wanddeel en 5 een aantal coaxiale ringvormige omtreks- groeven, waarvan de tegenover elkaar liggende zijwanden zich binnenwaarts vanaf de cilindrische wanddelen uitstrekken, b) een coaxiaal met de rotor liggende ringvor- 10 mige wand, die met de cilindrische rotor- wanddelen samenwerkt en met de rotorgroeven gesloten ringvormige kanalen vormt, c) inlaatopeningen voor de toevoer van het te bewerken materiaal aan de ringkanalen, 15 d) aandrijfmiddelen voor de relatieve verdraai ing van de rotor ten opzichte van de ringvormige wand om hun gemeenschappelijke as, waardoor de groefzijwanden en de cilindrische wanddelen ten opzichte van de ringvormige 20 wand worden verplaatst, e) een uitlaatopening voor elk ringkanaal, welke uitlaatopening op afstand van de in-laatopening voor dat kanaal ligt als gezien in de draaiingsrichting van de rotor 25 ten opzichte van de ringvormige wand, f) een afsluitorgaan in elk ringkanaal tussen de uitlaat- en de inlaatopening daarvan als gezien in de draaiingsrichting van de rotor, welk afsluitorgaan een hoeveelheid 30 materiaal in elke rotorringgroef van het ge noemde kanaal tegenhoudt zodat een relatieve beweging tussen de zijwanden van elke ring-groef en het in het kanaal opgestuwde mate- 7906207 « J* riaal optreedt en dientengevolge de groef-zijwanden een voorwaartse sleepwerking op het in aanraking met deze zijwanden liggend materiaal uitoefenen, waardoor het mate-5 riaal wordt bewerkt en door de uitlaatope- ning wordt afgevoerd, met het kenmerk, dat in de ringvormige wand (22) een verbindingsgroef (90) is aangebracht, die zich van een eerste 10 ringkanaal (54) naar een tweede ringkanaal (56) uitstrekt en waarvan de open zijde naar de rotor (12) toegekeerd is, waarbij een deel van de lengte van de verbindingsgroef (90) zich over de een deel van de ringka-15 nalen (54, 56) vormende ringgroeven (30, 32. uitstrekt en met deze ringgroeven in verbinding staat zodat de verbindingsgroef een uitlaat voor het materiaal van het eerste ringkanaal (54) vormt, en waarbij delen van 20 de verbindinggroef tussen de ringkanalen (54, 56) door het cilindrische rotorwand-deel (20) wordt afgesloten ter vorming van een gesloten verbindingskanaal (90, 20), zodanig, dat het cilindrische rotorwanddeel 25 (20) ten opzichte van de verbindingsgroef (90) beweegt en op het materiaal in het verbindingskanaal (90, 20) kan inwerken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsgroef (90) zich 30 uitstrekt over en in verbinding staat met ten minste één toegevoegd ringgroefdeel (34) van een ringkanaal (58) achter de genoemde tweede ringggroef (32), waardoor de verbindingsgroef dient als een uitlaat voor het ontvangen van materiaal uit, of dient als een inlaat voor het 35 toevoeren van materiaal aan het tweede (56) en toegevoegde (58) ringkanaal. t 7906207
3. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de verbindingsgroef (90) zodanig ten opzichte van de bewerkingsgroef (30) van een eerste ringkanaal (54) en de bewerkingsgroef (32) van een ander 5 ringkanaal (56) is geplaatst, dat hij materiaal uit het eerste ringkanaal opneemt en aan het andere ringkanaal (56) afgeeft.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verbindingsgroef (90) zo is op- 10 gesteld, dat deze uit ten minste de eerste en tweede ring- kanalen (54, 56) materiaal opneemt en dit materiaal aan ten minste éën toegevoegd ringkanaal (58) afgeeft.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een gemeenschappelijke toevoer 15 (80) voor het te bewerken materiaal aanwezig is voor het toevoeren van dit materiaal aan de eerste en tweede ring-kanalen (54, 56) en dat het verbindingskanaal (90) zich in hoofdzaak evenwijdig aan de as van de rotor (12) uitstrekt naar ten minste één toegevoegd ringkanaal (58) 20 achter het tweede ringkanaal (56), zodanig, dat het ver bindingskanaal ten minste van het eerste en het tweede ringkanaal (54, 56) materiaal opneemt en aan het toegevoegde ringkanaal (58) afgeeft.
6. Inrichting volgens conclusie 3, met 25 het kenmerk, dat de verbindingsgroef (90) zich schroefvormig in de draaiingsrichting van de rotor (12) uitstrekt vanaf een punt boven en in verbinding met het ringvormige groefdeel (30) van éën van de ringkanalen (54), zodat het materiaal uit dit kanaal (54) opneemt, 30 naar een punt boven en in verbinding met een ringvormig groefdeel (32) van een ander ringkanaal (56).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afsluitorganen (70) in de ringkanalen (54, 56) volgens een evenwijdig aan de rotor- 35 as lopende lijn zijn opgesteld.
8. Inrichting volgens conclusie 1, met 7906207 het kenmerk, dat een aantal verbindingsgroeven (90-96) aanwezig zijn, waarbij de afsluitorganen (70) en deze verbindingsgroeven (90-96) in de omtreksrichting van de ringvormige wand (22) op afstand van elkaar zijn aange-5 bracht, zodanig, dat door een onsymmetrische drukontwikke- ling in ten minste één van de ringkanalen (54-62) radiale krachten worden opgewekt, die tegengesteld zijn aan de radiale krachten opgewekt in ten minste één ander kanaal van deze ringkanalen (54-62).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afsluitorganen (70) en de verbindingskanalen (90-96) zo zijn opgesteld, dat elkaar althans nagenoeg uitbalancerende tegengestelde radiale krachten optreden, waardoor de legerbelastingen 15 van de rotor (12) tot een minimum worden teruggebracht.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ringkanalen (54-62), de afsluitorganen (70) en de verbindingskanalen (90-96) axiaal zodanig zijn opgesteld, dat in ten minste ëën van 20 de ringkanalen (54-62) radiale krachten worden opgewekt, die tegengesteld zijn aan radiale krachten opgewekt in ten minste een ander kanaal van deze ringkanalen (54-62) teneinde althans nagenoeg een axiale uitbalancering van de genoemde radiale krachten te verkrijgen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ringkanalen (54-62), de sluitorganen (70) en de verbindingsgroeven (90-96) axiaal symmetrisch zijn opgesteld.
12. Inrichting volgens conclusie 6, g e -30 kenmerkt door een bewerkingssectie (76) met buiten ste ringvormige bewerkingskanalen (54,62) aan de beide einden van deze sectie (76), inlaatopeningen voor de toevoer van materiaal aan deze buitenste ringkanalen (54, 62), en verbindingsgroeven (90, 96), die zich uitstrekken 35 over en in verbinding staan met delen van de de buitenste ringkanalen (54, 62) vormende ringgroeven (30, 38), welke 7906207 JL6 » verbindingsgroeven dienen als uitlaten voor het in de buitenste ringkanalen (54, 62) bewerkte materiaal, waarbij deze verbindingsgroeven (90, 96) zich ook uitstrekken over en in verbinding staan met ringgroeven (32, 36), die 5 delen vormen van naast en binnenwaarts van de buitenste ringkanalen (54, 62) liggende ringkanalen (56, 60) zodat de verbindingsgroeven toevoeropeningen voor deze laatste ringkanalen vormen, waarbij de verbindingsgroeven (90, 96) in hoofdzaak schroefvormig in de draaiingsrichting van de 10 rotor (12) tussen de uitlaten en toevoeropeningen verlopen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de genoemde bewerkingssectie (76) in het midden van de rotor (12) ligt en ter weerszijden van deze sectie (76) primaire bewerkingssecties 15 (74) liggen, die het materiaal bewerken en aan de inlaten van de buitenste ringkanalen (54, 62) van de middelste sectie (76) toevoeren, waarbij elke primaire sectie (74) omvat: a) een aantal ringvormige bewerkingskanalen 20 (48, 50, 52; 64, 66, 68), b) een gemeenschappelijke toevoer (78) voor het toevoeren van het te verwerken materiaal aan de inlaatopeningen (72) van de ringkanalen (48, 50, 52; 64, 66, 68) van elke 25 primaire sectie (74) , en c) een zich evenwijdig aan de rotoras uitstrekkende verbindingsgroef (80) , die materiaal van de uitlaten van de ringgroeven (48, 50, 52; 64, 66, 68) van elke primaire sec-30 tie (74) ontvangt, naar de middelste sec tie (76) voert en aan de inlaatopening van de naast de betrokken primaire sectie liggende buitenste ringgroef (54; 62) van de middelste sectie (76) afgeeft.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de verbindingsgroeven (80) en af- 7906207 * *· 17 sluitorganen (70) in de primaire secties (74) tegenover de afsluitorganen (70) en verbindingskanalen (90-96) van de middelste sectie (76) liggen, zodanig, dat door een onsymmetrische drukontwikkeling in de ringkanalen (48, 50, 5 52; 64, 66, 68) van de primaire secties (74) radiale krachten in deze ringkanalen worden opgewekt, die tegengesteld zijn gericht aan de radiale krachten opgewekt in de ringkanalen (54-62) van de middelste sectie (76).
15. Inrichting volgens conclusie 14, met 10 het kenmerk, dat de ringkanalen (48, 50, 52? 64, 66, 68), afsluitorganen (70) en verbindingsgroeven (80) axiaal symmetrisch zijn geplaatst.
16. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringvormige wand (22) een 15 lijfdeel (14) en een in dit lijfdeel opgenomen stroom- geleidingseenheid (106) heeft, die is voorzien van een wanddeel (112), dat een gedeelte van het ringvormige wandvlak (22) vormt, waarbij de verbindingsgroef (90) in het wanddeel (112) van de stroomgeleidingseenheid 20 (106) is aangebracht.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de afsluitorganen (70) door de stroomgeleidingseenheid (106) worden gedragen.
18. Inrichting volgens conclusie 8, met 25 het kenmerk, dat de ringvormige wand (22) is samengesteld uit een lijfdeel (14) en een aantal daarin vastgezette stroomgeleidingseenheden (106),die elk een wanddeel (112) hebben, dat een deel van het ringvormige wandvlak (22) vormt, waarbij de verbindingsgroeven 30 (90-96) in de wanddelen (112) van deze eenheden zijn aan gebracht en de afsluitorganen (70) door deze eenheden (106) worden ondersteund, terwijl de stroomgeleidingseenheden (106) in de omtreksrichting zodanig op afstand van elkaar zijn geplaatst, dat in de ringkanalen (54-64) de 35 genoemde, elkaar tegenwerkende radiale krachten worden opgewekt. 7906207 * V ·.....
19. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de ringvormige wand (22) wordt gevormd door een lijfdeel (14) , een stroomgeleidingseenheid (104, 108) voor elke primaire sectie (74) en een 5 stroomgeleidingseenheid (106) voor de middelste sectie (76), welke eenheden in het lijfdeel (14) zijn vastgezet en wanddelen (112) hebben, die een deel van het ringvormige wandvlak (22) vormen, waarbij de stroomgeleidings-eenheden (104, 108) van de primaire secties (74) elk een 10 in dit wanddeel (112) aangebrachte verbindingsgroef (80) hebben, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotor-as uitstrekt en materiaal van de uitlaatopeningen van de ringkanalen (48, 50, 52; 64, 66, 68) van de betrokken primaire sectie (74) ontvangt, naar de middelste sectie 15 (76) voert en aan de inlaatopening van het aangrenzende buitenste ringkanaal (54; 62) van de middelste sectie afgeeft, waarbij de stroomgeleidingseenheid (106) van de middelste sectie (76) is voorzien van verbindingskanalen (90-96), die zich in hoofdzaak schroefvormig in de 20 draaiingsrichting van de rotor (L2) uitstrekken en materiaal van een buitenste ringkanaal (54, 62) van de middelste sectie (76) opnemen en dit materiaal aan de inlaatopening van een aangrenzend binnenwaarts liggend ringkanaal (56; 60. afgeven.
20. Inrichting volgens conclusie 19, voorzien van primaire bewerkingssecties ter weerszijden van een middelste bewerkingssectie voor de bewerking en de toevoer van materialen aan inlaatopeningen van buitenste ringkanalen van de middelste sectie, met het ken -30 merk, dat de afsluitorganen (70) en verbindingskanalen (80) van de primaire secties.(74) zich op een hoekafstand van 180° van de afsluitorganen (70) en verbindingskanalen (90,96) van de middelste sectie (76) bevinden, zodanig, dat de in de ringkanalen van de primaire secties opgewekte 35 radiale krachten althans nagenoeg in evenwicht zijn met de radiale krachten opgewekt in de middelste sectie (76). 7906207
NL7906207A 1978-08-21 1979-08-15 Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en poly- mere materialen. NL7906207A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US05/935,257 US4227816A (en) 1978-08-21 1978-08-21 Rotary processor
US93525778 1978-08-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906207A true NL7906207A (nl) 1980-02-25

Family

ID=25466800

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906207A NL7906207A (nl) 1978-08-21 1979-08-15 Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en poly- mere materialen.

Country Status (20)

Country Link
US (1) US4227816A (nl)
JP (1) JPS5528900A (nl)
AR (1) AR219183A1 (nl)
AU (1) AU537952B2 (nl)
BE (1) BE878357A (nl)
BR (1) BR7905422A (nl)
CA (1) CA1144151A (nl)
DD (1) DD145515A5 (nl)
DE (1) DE2933655C2 (nl)
ES (1) ES483971A1 (nl)
FR (1) FR2434017A1 (nl)
GB (2) GB2049543B (nl)
IL (1) IL57999A (nl)
IN (1) IN152868B (nl)
IT (1) IT1122831B (nl)
MX (1) MX150504A (nl)
NL (1) NL7906207A (nl)
PT (1) PT70083A (nl)
SE (1) SE427257B (nl)
YU (1) YU204379A (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4421412A (en) * 1978-12-20 1983-12-20 Usm Corporation Process and apparatus for processing plastic and polymeric materials
US4582433A (en) * 1984-12-20 1986-04-15 Usm Corporation Rotary processors and methods for liquid-liquid extraction
US4402616A (en) * 1982-01-04 1983-09-06 Usm Corporation Rotary processors
US4389119A (en) * 1982-01-04 1983-06-21 Usm Corporation Rotary processors
US4411532A (en) * 1982-01-04 1983-10-25 Usm Corporation Rotary processor
DE3208973C2 (de) * 1982-03-12 1984-05-30 Werner & Pfleiderer, 7000 Stuttgart Vorrichtung zum Bearbeiten von viskosen Stoffen bzw. Stoffen, die bei der Bearbeitung viskos werden
JPS59209944A (ja) * 1983-05-16 1984-11-28 Nissan Motor Co Ltd アンチスキツド制御装置
JPS59209943A (ja) * 1983-05-16 1984-11-28 Nissan Motor Co Ltd アンチスキツド制御装置
JPS59210374A (ja) * 1983-05-16 1984-11-29 Nissan Motor Co Ltd 車輪速演算装置
JPS6038246A (ja) * 1983-08-11 1985-02-27 Nissan Motor Co Ltd アンチスキッド制御装置
US4529320A (en) * 1983-09-14 1985-07-16 Usm Corporation Rotary processors and method for devolatilizing materials
US4480923A (en) * 1983-09-14 1984-11-06 Usm Corporation Rotary processors and seals
US4529478A (en) * 1983-09-14 1985-07-16 Usm Corporation Rotary processors and vacuum systems
US4527900A (en) * 1983-09-14 1985-07-09 Usm Corporation Rotary processors and seals
CA1234719A (en) * 1983-09-26 1988-04-05 Arthur D. Siegel Fluid pump
US4645418A (en) * 1983-09-26 1987-02-24 Farrel Corporation Fluid pump
JPS60113759A (ja) * 1983-11-25 1985-06-20 Nissan Motor Co Ltd アンチスキッド制御装置
JPS60128053A (ja) * 1983-12-13 1985-07-08 Nissan Motor Co Ltd アンチスキツド制御装置
US4714422A (en) * 1984-05-22 1987-12-22 Farrel Corporation Rotary plasticator screw injection machine
JPS60261766A (ja) * 1984-06-07 1985-12-25 Nissan Motor Co Ltd アンチスキツド制御装置
US4549810A (en) * 1984-12-20 1985-10-29 Usm Corporation Phase separating rotary processor and method
US4582432A (en) * 1984-12-20 1986-04-15 Usm Corporation Rotary processors and methods for mixing low viscosity liquids with viscous materials
US4711581A (en) * 1987-03-04 1987-12-08 Farrel Corporation Rotary processor for plastic and polymeric materials providing surge compensation
US5356208A (en) * 1993-04-07 1994-10-18 Zehev Tadmor Screw element having shearing and scraping flights
JPH0825451A (ja) * 1994-07-11 1996-01-30 Shinko Sellbick:Kk 流動性材料の供給方法および供給装置
DE102013021757A1 (de) * 2013-12-20 2015-06-25 Netzsch Trockenmahltechnik Gmbh Maschine mit fliegend gelagertem Rotor
WO2019083900A1 (en) * 2017-10-23 2019-05-02 NanoICE, Inc. ICE GROUT GENERATORS AND ASSOCIATED SYSTEMS
IT201900024114A1 (it) * 2019-12-16 2021-06-16 Nexxus Channel S R L Gruppo e metodo per processare materiale viscoso
KR20230132796A (ko) * 2021-01-29 2023-09-18 플라스테크 리사이클링 리미티드 로터, 플라스틱 처리 장치 및 관련 방법

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1069408A (en) * 1909-12-22 1913-08-05 Wolfgang Gaede Method and apparatus for producing high vacuums.
FR452393A (fr) * 1912-03-05 1913-05-15 Emmanuel Francois Michel Farcot Perfectionnement aux turbines de ventilateurs, pompes à haute, moyenne et basse pressions à courant réversible par simple changement du sens de rotation
GB313531A (nl) * 1928-06-13 1930-05-01 Emil Faure
US2798693A (en) * 1951-09-17 1957-07-09 Bojner Gustav Rotary heat exchangers
US2813302A (en) * 1954-10-20 1957-11-19 Gen Tire & Rubber Co Method of and apparatus for homogenizing plastic or plasticizable materials
NL109251C (nl) * 1957-02-08 1900-01-01
US2973946A (en) * 1958-07-29 1961-03-07 American Viscose Corp Mixing apparatus
DE2034285A1 (de) * 1970-07-10 1972-01-13 Pfeiffer Vakuumtechnik Molekularpumpe
CH530853A (de) * 1971-03-03 1972-11-30 Collin Heinrich Vorrichtung zum Plastifizieren und Homogenisieren von zähen Massen
NL7111948A (nl) * 1971-08-31 1973-03-02
US3941355A (en) * 1974-06-12 1976-03-02 The United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administration Mixing insert for foam dispensing apparatus
CH587116A5 (nl) * 1975-10-07 1977-04-29 Vymil Finanz & Verwaltungs
CA1111225A (en) * 1977-05-11 1981-10-27 Zehev Tadmor Method and apparatus for processing polymeric material

Also Published As

Publication number Publication date
GB2049543A (en) 1980-12-31
IN152868B (nl) 1984-04-21
IT1122831B (it) 1986-04-23
MX150504A (es) 1984-05-16
AR219183A1 (es) 1980-07-31
GB2031789B (en) 1982-11-10
SE427257B (sv) 1983-03-21
IL57999A (en) 1983-10-31
ES483971A1 (es) 1980-04-01
AU537952B2 (en) 1984-07-19
GB2031789A (en) 1980-04-30
FR2434017A1 (fr) 1980-03-21
BE878357A (fr) 1979-12-17
IT7925204A0 (it) 1979-08-21
CA1144151A (en) 1983-04-05
US4227816A (en) 1980-10-14
GB2049543B (en) 1982-12-01
JPS5746728B2 (nl) 1982-10-05
DE2933655A1 (de) 1980-03-13
JPS5528900A (en) 1980-02-29
IL57999A0 (en) 1979-12-30
SE7906928L (sv) 1980-02-22
FR2434017B1 (nl) 1983-11-25
DD145515A5 (de) 1980-12-17
YU204379A (en) 1983-01-21
DE2933655C2 (de) 1982-06-09
AU5003979A (en) 1980-02-28
BR7905422A (pt) 1980-05-13
PT70083A (en) 1979-09-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906207A (nl) Inrichting voor het bewerken van kunststoffen en poly- mere materialen.
KR820001942B1 (ko) 액체 물질 처리용 다단계 회전식 처리장치
US3446485A (en) Mixing apparatus
US4514090A (en) Apparatus for processing viscous substances or substances which become viscous through processing
US4421412A (en) Process and apparatus for processing plastic and polymeric materials
NL8300007A (nl) Verwerkingsinrichting.
KR102643550B1 (ko) 균일하지 않은 방식으로 하우징의 내측 원주 표면에 걸쳐 분포되어 있는, 반죽 요소들을 위한 수용 영역들을 갖는 혼합 및 반죽 기계
NL8300006A (nl) Verwerkingsinrichting.
JPH0571022B2 (nl)
US3719350A (en) Self-cleaning venting section for continuous mixers
NL8300005A (nl) Verwerkingsinrichting.
JP4091742B2 (ja) 廃棄物処理の方法及び装置
JP7384994B2 (ja) 溶融性ポリマーの増粘調製用押出機
EP0285780A2 (en) Extruder with a degassing means
US6588925B1 (en) Rotor-stator mixing apparatus especially for single screw extruder
EP0619173B1 (en) Screw element having shearing and scraping flights
US3945622A (en) Cascade type dynamic mixer for extrusion of plastic
US5297864A (en) Degassing means for a twin screw extruder for plastic materials
WO1997031766A3 (de) Schneckenmaschine
JPH02153718A (ja) 熱伝達能力の高い二軸型混練押出機
US20060164911A1 (en) Mixing device
JP2021050081A (ja) 搬送装置、及び混練機
KR820001904B1 (ko) 회전식 처리기
JPH1158369A (ja) 二軸連続混練機
CA2918792A1 (en) Unit for feeding pasty products onto a belt

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: FARREL CORPORATION

BV The patent application has lapsed