NL7905113A - Veldhakselaar. - Google Patents

Description

Μ \

S

ψ- -1- „ 20770/CV/tl

Aanvrager: Deere & Company ,Moline, Illinois, Verenigde Staten van

Amerika.

Korte Aanduiding: Veldhakselaar.

5 De uitvinding heeft betrekking op een landbouwoogstmachine en meer in het bijzonder op een veldhakselaar voorzien van een snijkop van het draaibare cilindertype, welke samenwerkt met een langge-strekte schaarbalk bij de omtrek van de snijkop zodanig dat de mes- . sen van de snijkop samenwerken met de schaarbalk voor het verkleinen 10 van over de schaarbalk in de snijkop toegevoerd gewas.

Een veldhakselaar van het bovenomschreven type is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.677.316. De in dit octrooi beschreven veldhakselaar omvat een snijkop van het draaibare cilindertype voorzien van messen bij de omtrek van de snijkop.,welke samenwerken met 15 een zich dwars uitstrekkende schaarbalk nabij de ontrek van de snijkop terwijl tijdens bedrijf het gewas over de schaarbalk in de snijkop wordt toegevoerd. Zoals in dit octrooi is beschreven is het handhaven van de scherpte van de messen van de snijkop reeds lang een lastig 20 probleem,dat samenhangt met de werking van een dergelijke veldhakse laar,waarbij een veelvuldig opnieuw slijpen van de messen tijdens bedrijf van de machine noodzakelijk is. De draaiing van de snijkop in tegengestelde richting ,zoals in dit octrooi is beschreven, heeft geresulteerd in een verbeterd scherp maken van de messen,ofschoon het 25 nog steeds noodzakelijk is de messen met verhoudingsgewijs korte tussenruimtes te slijpen.

Tesamen met het handhaven van op de juiste wijze scherp zijnde messen is het voor de juiste werking van dergelijke machines, in het bijzonder in verband met het vermogensverbruik ,noodzakelijk gebleken 30 een optimale opstelling van de schaarbalk ten opzichte van de omtrek van de snijkop te handhaven,waarbij een speling van minder dan 0,015 inch gewenst is. Aangezien echter bij ieder slijpen van de messen materiaal van de messen wordt verwijderd en de diameter van de snijkop wordt verkleind is het voor’ een optimale werking noodzakelijk de speling tussen de schaarbalk en de snijkop na ieder slijpen van de messen opnieuw in te stellen. Gebruikelijk zijn de schaarbalken geklemd aan een 7905113 w -2- 20770/CV/tl « steunconstructie en brengt het instellen van de schaarbalk met zich mee het eerst losmaken van de klembouten aan weerszijden van het huis van de snijkop en het daarna verdraaien en instellen van een nok of bout voor het verschuiven van de schaarbalk. Instelmechanismes van 5 een dergelijk type zijn bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooien 3.419.055 en 4.055.309. De toegang tot de klembouten en instel bouten aan weerszijden van de schaarbalk brengt echter problemen met zich mee aangezien in een machine van het getrokken type,zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi 3.677.316 het buitenste met de 10 grond in aanraking zijnde wiel in het algemeen is opgesteld nabij de buitenzijde van de zijwand van het huis en in het algemeen aan de voorzijde van het huis van de snijkop een kast is opgesteld en althans in sommige gevallen de aandrijforganen van de as van de snijkop of de aandrijforganen voor de voedingsrollen eveneens langs het huis 15 zijn opgesteld met de aandrijforganen en de uiteinden van de schaar-balken afdekkende schermorganen. In het geval van een instelmechanisme coor de schaarbalk aan de binnenste zijwand is de toegang eveneens moeilijk aangezien verschillende aandrijvingen voor de voedingsrollen van de veldhakselaar en/ of het koporgaan in het algemeen zijn gelegen na-20 bij de binnenste zijwand van de snijkop. Bovendien worden verhoudingsgev-wijs grote klemkrachten toegepast om de schaarbalk vast te klemmen ,zodat verhoudingsgewijs grote sleutels noodzakelijk zijn voor het instellen van de schaarbalk en dit alles heeft de instelling van de schaarbalk zo bemoeilijkt, dat in sommige gevallen de bediener na het slijpen van de 25 messen van de snijkop afziet van het opnieuw instellen van de schaarbalk met het uaaruit volgende resultaat van een verlies in nuttig effect van de veldhakselaar.

Volgens de uitvinding is er voorzien in een verbeterd mechanisme voor het instellen van de speling tussen de schaarbalk en de omtrek van 30 de snijkop in een veldhakselaar.

Ëen belangrijk kenmerk van de uitvinding is gelegen in het feit, dat het bedieningsmechanisme in werking te stellen is met behulp van een gemakkelijk toegankelijk element zonder de noodzaak van het vastzetten of losmaken van bouten of moeren in het gebied nabij de^einden 35 van de schaarbalk.

Een ander kenmerk van de uitvinding is gelegen in het feit,dat de 7905113 -3- · 20770/CV/tl instelling wordt bewerkstellig zonder de noodzaak van het losmaken van de inrichting voor het op zijn plaats klemmen van de schaarbalk. Meer in het bijzonder voorziet het instelmechanisme in een voldoend mechanisch voordeel voor het verschuiven van de schaarbalk,terwijl de 5 schaarbalk steeds in geklemde stand is waarbij de door het instel- mechanisme uitgeoefende kracht voldoende is voor het overwinnen van de klemkracht.

Een ander kenmerk van de uitvinding is gelegen in het feit,dat gebruikelijke gemakkelijk beschikbare gereedschappen worden gebruikt 2_q voor het in werking stellen van het instelmechanisme. Ook het instel-mechanisme zelf leent zich voor gemakkelijke aanpassing tot afstand bediening door een of andere vermogen uitoefenende inrichting,zoals een hydraulische of electrische motor.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van 'de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een huisgedeelte voor de snij-kop van een veldhakselaar volgens de uitvinding waarbij delen van de afscherming en de veldhakselaar zijn weggelaten voor het duidelijker 20 weergegeven van de uitvinding.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op de schaarbalk en het in-stelmechanisme ,gezien volgens de lijn 2 - 2 in fig.l.

Fig. 3 toont op grotere schaal een verticale doorsnede door het instelmechanisme bij een einde van de schaarbalk,gezien volgens 25 de lijn 3 - 3 in fig.2.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de uitvinding weergegeven in een veldhakselaar van het getrokken type voorzien van een verplaatsbaar hoofdgestel 10,waarvan slechts het rechter achterste gedeelte van de veldhakselaar in de figuren is weergegeven. Zoals algemeen 30 bekend is heeft een dergelijke veldhakselaar van het getrokken type een althans in hoofdzaak L-vormig frame waarbij het vooreinde van het zich van voor naar achteren uitstrekkende been van het gestel is voorzien van een trekarm,welke kan worden bevestigd aan een landbouwtrekker,terwijl het gestel wordt ondersteund met behulp van een paar loopwielen, 35 die nabij de uiteinden van het achterste zich dwars uitstrekkende gedeelte van het gestel zijn opgesteld. Zoals verder gebruikelijk is is een huis 12 voor een snijkop aangebracht op het buiteneinde van tiet 7905113

'J

-4- - 20770/CV^tl achterste zich dwars uitstrekkende gedeelte van het gestel buiten de trekkende landbouwtrekker. Het huis van de snijkop omvat tegenover elkaar gelegen zich omhoog uitstrekkende rechter en linker zijwanden 14 en 16 en een althans in hoofdzaak horizontaal gelegen bovenwand 18, ij welke zich tussen de zijwanden 14 en 16 uitstrekt. Bij het achtereinde van de bovenwand 18 bevindt zich een bovenste deur 20 welke eveneens de breedte van het huis van de snijkop overspant en is aangebracht op een zich in dwarsrichting uitstrekkend scharnier 21,met behulp waarvan het m ogelijk is de deur omhoog te zwenken ten einde toegang te verkrijgen tot het inwendige van het huis van de snijkop vanaf de bovenzijde en de achterzijde. Het huis van de snijkop is verder voorzien van een paar zich van voor naar achteren uitstrekkende profielvormige gesteldelen 22 langs de onderste gedeeltenvan de zijwanden en een buisvormig,zich dwars uitstrekkend gesteldeel 24,dat de gesteldelen 22 tussen de onderste ^ voorste gedeelten van de zijwanden onderling met elkaar verbindt. Het hoofdgestel 10 omvat een asconstructie 26 welke althans in hoofdzaak onder het huis van de snijkop is gelegen,waarbij het rechter wiel op de asconstructie, is aangebracht buiten en nabij de rechter zijwand 14.

i

Een paar bovenste bevestigingsoren 28 strekt zich vanaf de tegenover elkaar gelegen zijwanden bij de bovenste voorhoek daarvan naar buiten toe uit waarbij de bovenste oren in dwarsrichting in lijn zijn gelegen en in fig,l slechts het aan de rechterzijde gelegen oor is af-gebeeld. Een soortgelijk paar onderste bevestigingsoren 30 steekt naar 25 buiten toe uit vanaf de tegenover elkaar gelegen zijwanden nabij de onderste vooreinden daarvan en,zoals algemeen bekend is,zijn verschillende type oogstorganen verwijderbaar te bevestigen aan de bevestigingsoren gag waarbij deze oogstorganen/zijn om gewas van het veld op te nemen en naar achteren af te voeren door het open vooreinde van het huis 12 van de 3Q snijkop.

Bovenste en onderste voedingsrollen 32 - 33 zijn gelegerd in en strekken zich uit tussen de rechter en linkerzijwanden 14 en 16 bij het vooreinde van het huis 12 ,terwijl meer naar achteren gelegen bovenste en onderste voedingsrollen 34 resp.35 zich op soortgelijke wijze tussen 35 de twee tegenover elkaar gelegen zijwanden uitstrekken. Zoals algemeen bekend zijn de onderste voedingsrollen 33 en 35 nabij elkaar opgesteld 7905113 * -5- 20770/CV/tl en axiaal vastgezet,terwijl de bovenste voedingsrollen draaibaar worden ondersteund in een mechanisme,dat verticale instelling van de voedingsrollen mogelijk maakt voor het variëren van de speling tussen de desbetreffende bovenste en onderste voedingsrollen in overeenstemming 5 met de mat van het gewas dat tussen de twee stellen voedingsrollen naar achteren wordt gevoerd,waarbij de bovenste voedingsrollen draaien,gezien in fig.l ,in een rbhting volgens de wijzers van de klok,terwijl de onderste voedingsrollen in een richting tegengesteld aan de wijzers van de klok draaien. Slechts een deel van een van de armen 36,dat de boven-10 ste en achterste voedingsrol 34 draagt is weergegeven.

De voedingsrollen voeren het gewas naar achteren over een zich in dwarsrichting uitstrekkende schaarbalk 38,welke direct achter de laagste en achterste voedingsrol 35 is gelegen en de breedte van het huis van de snijkop overbrugt, De achterste voedingsrollen voeren het gewas over 15 de schaarbalk 38 in een althans in hoofdzaak radiale richting in een snijkop 40 van het cilindertype ,welke draaibaar is aangebracht in het huis 12 voor de snijkop en zich uitstrekt tussen de tegenover elkaar gelegen zijwanden,waarbij in fig.l slechts de buitenomtrek van de snijkop is afgebeeld aangezien dergelijke snijkoppen algemeen bekend zijn.

20 Zoals duidelijk zal zijn zullen de snijranden van de messen bij de omtrek van de snijkop samenwerken met de schaarbalk 38.

Boven de snijbalk is in het huis een slijpmechanisme aangebracht van het type,dat is voorzien van een slijpsteen,welke instelbaar is in de richting van de omtrek van de snijkop en dan in dwarsrichting 25 heen en weer beweegbaar is nabij de omtrek van de snijkop met behulp van een handgreep 24,die op de buitenzijde van het huis van de snijkop is aangebracht. Het slijpmechanisme wordt in de richting naar en afgekeerd van de omtrek van de snijkop ingesteld met behulp van een kruk 43,die nabij de handgreep 42 op de rechterzijde van het huis van de 30 snijkop is aangebracht. Verdere details van dit slijpmechanisme zijn niet nader weergegeven aangezien mechanismes van dit type algemeen bekend zijn. Bij vookeur wordt de snijkop tijdens het slijpen in achterwaartse richting gedraaid,zoals is beschreven in het bovengenoemde Amerikaanse octrooi 3.677.316. Een zich omhoog »n van voor naar achte-35 ren uitstrekkend voorscherm 44 is scharnierbaar aangebracht op de rechter zijwand met behulp, van een paar verticale scharnieren 45,waarbij 7905113 -6' '.Μΐ/7ΐι/ι:ν/ΐ 1 dit scherm op een korte afstand buiten de rechter' zijwand 14 is gelegen en het mechanisme voor het ondersteunen van de bovenste voedings-rollen en althans een deel van de aandrijving voor de onderste voedings-rollen afschermt. Een soortgelijk zich omhoog en voor naar achteren uit-5 strekkend scherm 46 is verzwenkbaar aangebracht op het huis van de snij-kop en is verdraaibaar om een nabij zijn achtereinde gelegen scharnier, waarbij dit scherm een aandrijving van het riemtype ,dat de snijkop met de aandrijfas voor een afvoertransporteur van het ventilatortype verbindt, afdekt. Zoals verder algemeen bekend is wordt het door de snij-10 kop verkleinde gewas naar achteren afgevoerd door een afvoeropening bij de achterzijde van het huis van de snijkop en in een niet nader weergegeven transporteur van het vijzétype,welke het verkleinde gewas transporteert naar een eveneens niet nader weergegeven opvoerorgaan van het ventilatortype dat aan de linkerzijde van de machine is opgesteld. Het 15 achterste scherm 46 is een wehig buiten het voorste scherm opgesteld en overlapt het achtereinde van het voorste scherm,zodat de bewegende défen aan de rechterzijde vat het huis van de snijkop geheel zijn afgeschermd.

De schaarbalk 38 is op het huis van de snijkop ondersteund voor 20 instelling naar en afgekeerd van de omtrek van de snijkop voor het regelen van de speling tussen de messen van de snijkop en de schaarbalk. Een paar mechanismes 50 voor het bevestigen en instellen van de schaarbalk verbinden de uiteinden van de schaarbalk met de tegenover elkaar gelegen zijwanden 14 en 16. Aangezien de twee mechanismes 50 voor het 25 bevestigen en instellen van de schaarbalk gelijk zijn zal slechts het aan de rechterzijde gelegen mechanisme 50 meer gedetaillerd worden besproken.

Een mesbed 52,dat althans in hoofdzaak wordt gevormd door een lang- gestrekte stalen balk met een rechthoekige dwarsdoorsnede strekt zich 30 uit tussen de tegenover elkaar gelegen zijkanten van het huis en ligt onder de schaarbalk 38 welke eveneens wordt gevormd door een langge- strekte stalen staaf met een rechthoekige dwarsdooraiede overeenkomend · met de dwarsdoorsnede van het mesbed 52. De uiteinden van zowel de schaarbalk als van het mesbed strekken zich uit door openingen 53 in en * 35 de tegenover elkaar gelegen zijwand^ waarbij de openingen voldoende groot zijn om een voorwaartse en achterwaartse instelling van de schaarbalk mo- 7905113 -7- - 20770/CV/tl *r gelijk te maken, ofschoon althans een deel van de rand van de opening nabij het mesbed is welke nabij de opening aan de tegenover elkaar gelegen zijwanden is gelast. Het mesbed heeft een verticale boring 54 nabij ieder einde en buiten de zijwanden,terwijl de mechanismes 50 voor 5 het bevestigen en instellen van de schaarbalk zijn voorzien van een steunorgaan 56 met een dwarse rechthoekige naar boven open groef 58, welke de onderzijde van het mesbed 52 opneemt. Het steunorgaan 56 omvat een verticale van schroefdraad voorziene boring 60 welfe in lijn is gelegen met de boring 54 in het mesbed,waarbij in het weergegeven 10 uitvoeringsvoorbeeld de boring 60 is voorzien van een in de boring van het steunorgaan ingebedde moer. Een verticale bout 62 strekt zich naar beneden toe uit door de boring 54 in het mesbed en is in de van schroefdraad voorziene boring 60 geschroefd ten einde het steunorgaan met het mesbed te verbinden.

15 Het steunorgaan draagt een zich in dwarsrichting uitstrekkend scharnier 64 achter het mesbed waarbij de uiteinden van het scharnier gelegen 64 zich zijdelings voorbij de tegenover elkaar» zijden van het steunorgaan uitstrekken. Het steunorgaan omvat verder een verticale mast 66 achter het mesbed waarbij het bovenste gedeelte van de mast hol is en 20 tegenover elkaar gelegen zijwanden 67, een zich omhoog uitstrekkende voorwand 68 met een opening 69 en een horizontale bovenwand 70 met een verticale boring 71 omvë:.

Op het scharnier 64 aan weersajden van het steunorgaan zijn een paar gelijke tuimelarmen 72 aangebracht,welke zijn voorzien van zich 25 naar achteren toe uitstrekkende benen 74,die onderling zijn verbonden door een zich dwars uitstrekkende verbindingsstaaf 73 waarvan de uiteinden scharnierend met de tuimelarmen zijn gekoppeld. De verbindings-staaf 76 is voorzien van een inwendige schroefdraad bezittende verticale boring 77,waarin het onderste van schroefdraad voorziene gedeelte 30 van een langgestrekte instelschroef of van schroefdraad voorziene stang 78 is geschroefd. Het van schroefdraad voorziene gedeelte van de stang 78 strekt zich ook naar beneden toe uit door de boring 71 in de bovenwand 70 van de mast 66 en een paar teflonlegers 80 zijn aan weerszijden van de wand 70 op de stang aangebracht waarbij deze legers tegen 35 de zijkanten van de bovenwand 70 worden vastgehouden met behulp van een paar ringvormige deksels 82 en een paar moeren 84,die op het van 7905113 -8- 20770/CV/tl

V

schroefdraad voorziene gedeelte van de stang aan weerszijden van de wand 70 op de stang zijn geschroefd. De onderste moer 84 is met behulp van een grendelpen 86 op de stang vergrendeld. De van schroefdraad voorziene stang is zodoende draaibaar ondersteund in het steun-5 orgaan 56,zodat draaiing van de stang een verticale instelling van de verbindingsstaaf 76 veroorzaakt en dientengevolge een tuimelbeweging van de tuimelarmen 72 om het scharnier 64 . De van schroefdraad voorziene stang strekt zich in verticale richting uit langs de buitenzijde van de zijwand en heeft een langgestrekte schacht 87 nabij de zijwand 10 en een gebruikelijke moerkop of ingangselement 88 op nagenoeg hetzelfde niveau als de bovenwand 18 van het huis van de snijkop,waarbij de van schroefdraad voorziene stangen van de aan weerszijden gelegen instel-mechanismes zich langs de buitenzijde van de tegenover elkaar gelegen zijwanden uitstrekken. Zoals duidelijk zal zijn steekt slechts het 15 bovenste gedeelte van de schacht 87 boven het voorscherm 44 aan de rechterzijde van de machine uit.

Een zich althans in hoofdzaak van voor naar achteren uitstrekkend koppelorgaan 90 heeft een dwarsverlopende in doorsnede rechthoekige groef 92 nabij zijn vooreinde en een dwarsstaaf 94 strekt zich uit tus-20 sen de vooreinden van de tuimelarmen 72 terwijl de uiteinden van de staaf scharnierend zijn verbonden met de tegenover elkaar gelegen tuimelarmen. Het centrale gedeelte van de staaf heeft een vierkante dwarsdoorsnede waarbij de afmeting van de staaf in voor en achterwaartse richting overeenkomt met de breedte van de de staaf ‘opnemende groef 25 92. De staaf en groefverbinding tussen de tuimelarmen 72 en het koppel orgaan 90 voorziet in een een verloren beweging bezittende verbinding tussen de tuimelarmen en het koppelorgaan in slechst een verticale richting,zodat een tuimébeweging van de tuimelarmen om de desbetreffende scharnieras een voor en achterwaartse beweging van het koppel-30 orgaan bewerkstelligd. Het koppelorgaan ligt aan tegen de boven en voorzijde van de schaarbalk 38,zodat een achterwaartse beweging van het koppelorgaan een corresponderende achterwaartse verschuiving van de schaarbalk veroorzaakt.

De schaarbalk heeft een verticale boring of sleuf 96,die in lijn is 35 gelegen met de boring van het mesbed terwijl de sleuf 96 een aanzienlijk grotere voor en achterwaartse afmeting heeft dan de diameter van de bout 790 5 1 1 3 -9- _ 20770/CV/tl 62, welke zich eveneens door de sleuf in de schaarfaalk uitstrekt. Het koppelorgaan 90 heeft een soortgelijke verticale boring of sleuf 97,, die in lijn is gelegen met de sleuf in de schaarbalk terwijl de bout 62 zich eveneens naar beneden uitstrekt door de sleuf 97 in het kop-5 pelorgaan. Een zich van voor naar achteren uitstrekkend verlengstuk 98 strekt zich uit over het achterste einde van het koppelorgaan en is voorzien van een verticale boring 99,die in lijn is gelegen met de verticale boring in het steunorgaan,terwijl de bout 62 zich eveneens uitstrekt door de boring in het steunverlengstuk en de kop van de 10 bout aangrijpt op de bovenzijde van het steunverlengstuk,zodat bij een vastzetten van de bout het steunverlengstuk 98, het koppelorgaan 90, de schaarbalk 38 ,het mesbed 52 en het steunorgaan 56 ,die op elkaar zijn gestapeld,tegen elkaar worden gedrukt. Het steunverlaagstuk strekt zich naar achteren uit door de opening 69 in de voorwand 68 van de 15 mast 66 en is voorzien van een zich in dwarsrichting uitstrekkende groef 100 aan zijn onderzijde achter de opening 69,waarbij de groef een dwarspen 102 opneemt,welke zich uitstrekt tussen de zijwanden 67 van de mast 66,zodat het steunverlengstuk 98 aan de mast tegen beweging in voor en achterwaartse richting is vergrendeld. Zodoende wordt 20 zowel het boveneinde als het ondereinde van de bout 62 in voor en achterwaartse richting in het steunorgaan tegengehouden. Het koppelorgaan 90 omvat een paar zich zijdelings uitstrekkende verlengstukken of vleugels,welke boven de bovenzijde van de schaarbalk zijn gelegen, en een paar verticale bouten 106 strekken zich naar beneden toe uit door ver-25 ticale boringen in de vleugels en in van schroefdraad voorziene boringen in de schaarbalk ten einde de schaarbalk aan de onderzijde van het koppelorgaan te bevestigen.

Tijdens bedrijf zijn normaal de klembouten 62 vastgezet voor het vastklemmen van het steunverlengstuk 98,het koppelorgaan 90,de schaar-30 balk 38 het mesbed 52 en het steunorgaan 56 in een stevige stapel,waarbij al deze delen zo worden ondersteund op het huis van de snijkop via het mesbed 52,dat aan de tegenover elkaar gelegen zijwanden van het huis is gelast. Normaal treedt hier een verhoudingsgewijs grote klem-kracht op. Gebruikelijk is bijvoorbeeld een klemkracht van 250 ft 35 pounds.

7905113

V

-10- - 20770/CV/tl

Zoals hierboven beschreven is het tijdens gebruik van de machine veelvuldig noodzakelijk de messen opnieuw te slijpen waarbij materiaal van de messen bij de omtrek van de snijkop wordt afgesIepen. Verder is het gewenst om slechts ongeveer een speling van 0,005 tot 0,010 inch 5 te handhaven tussen de omtrek van de snijkop en de bovenste achterrand van de schaarbalk aangezien een grotere speling de hoeveelheid energie, die wordt vereist voor het afsnijien van het gewas dat over de schaarbalk beweegt,aanzienlijk vergroot. Indien dan ook de meesen zijn geslepen is het noodzakelijk de schaarbalk opnieuw in te stellen voor het 10 verkrijgen van de juiste of optimale speling.

Voor het instellen van de schaarbalk is het niet noodzakelijk de klembouten 62 los te maken ten gevolge van het grote mechanische voordeel, dat aanwezig is in het instelmechanisme. De kop 88 van de van schroefdraad voorziene stang of instelschroef 78 kan een standaard 15 sleutel opnemen waarbij een voorkeursuitvoeringsvorm is voorzien "van een zeskante kop,geschikt voor een gebruikelijk 1/2 inch sleutel. Zoals duidelijk zal zijn is de kop 88 een weinig boven de zijde van het huis van de snijkop gelegen zodat deze kop 88 vrij toegankelijk is en gemakkelijk met behulp van een dergelijk gebruikelijk gereedschap kan 20 worden verdraaid. Voor het naar achteren verschuiven van de schaarbalk 38 na het slijpen ter vermindering van de speling tussen de schaarbalk en de snijkop wordt de instelschroef 78 eervoudig gedraaid en aangezien de instelschroef in een verticale vaste stand in de bovenwand 70 van de mast 66 wordt gehouden veroorzaakt een verdraaiing van de instelschroef 25 een verticale instelling van de verbindingsstaaf 76 en van de daarmede verbonden achtereinden van de tuimelarmen. De instelschroef wordt zodanig gedraaid,dat de tuimelarmen gezien in fig.3 tegen de wijzers van de klok in verdraaien om het scharnier 64 en deze beweging veroorzaakt een kromlijnige beweging van de staaf 94 bij de bovenste vooreinden van 30 de tuimelarmen. De in verticale richting een verloren beweging toestaande verbinding tussen de staaf en het koppelorgaan 90 resulteert in slechts een beweging van het koppelorgaan in voor of achterwaartse richting, zodat een dergelijke verzwenking van de tuimelarmen in een richting tegen de wijzers van de klok in een instelling van het koppelorgaan in 35 achterwaartse richting veroorzaakt. De sleuf in het koppelorgaan en in de schaarbalk 38 maakt een instelling van het koppelorgaan en de schaar- 7905113 -11- . 20770/CV/tl ί balk in voor en achterwaartse richting mogelijk zonder de stand van de klembouten 62 te beïnvloeden,vooropgezet uiteraard dat de wrijvingsx klemkracht in voor en achterwaartse richting tussen de schaarbalk en het mesbed en tussen het koppelorgaan en het steunuitsteeksel worden 5 overwonnen. Zoals duidelijk zal zijn is het steunuitsteeksel in voor en achterwaartse richting vergrendeld,zodat het steunuitsteeksel en het steunorgaan 56 de voor en achterwaartse stand van de bovenste en onderste einden van de klembouten 62 handhaven. Zoals verder duidelijk zal zijn geeft het bovenstaande mechanisme een aanzienlijk mechanisch voor-10 deel,zodat een 20- 25 ft-lb koppel uitgeoefend op de kop van de instelhout met behulp van een gebruikelijk gereedschap voldoende is om de klemkracht te overwinnen,waarbij dit koppel ongeveer 10.000 pound lineaire kracht opwekt op het koppelorgaan 90 en de daardoor gedragen schaarbalk.

De lineaire kracht wordt uitgeoefend door het hart van de klembout ten 15 einde geen vervormingen in de schaarbalk te veroorzaken.

Bij het instellen van de schaarbalk stelt de bediener beide me“ chanismes 50 aan weerszijden van de machine in voor het instellen van de uiteinden van de schaarbalk. Normaal worden de uitenden van de schaarbalk ingesteld ten opzichte van de snijkop totdat de bediener een klik-20 kend geluid hoort,veroorzaakt door een licht contact van de snijkop met de schaarbalk. De bediener stelt dan de schaarbalk enigszins terug door de instelschroef in tegengestelde richting over een zeer kleine afstand te verdraaien totdat het klikkende geluid ophoudt en herhaald dan deze instelhandeling voor het andere einde van de schaarbalk. Het is gebleken, 25 dat indien de uiteinden van de schaarbalk zodanig zijn ingesteld,dat het klikkende geluid veroorzaakt door lichte ingrijping van de snijkop met de schaarbalk juist verdwijnt de gewenste speling van 0,005 tot 0,010 inch is bereikt.

Zoals duidelijk zal zijn kan de instelling worden bewerkstelligd 30 terwijl de machine nog loopt met de beide schermen 44 en 46 op hun plaats. Ook is het voor de bediener niet noodzakelijk de machine stop te zetten en op omslachtige wijze gebruik te maken van verschillende meet-inrichtingen voor het meten van de speling tussen de snijkop en de schaarbalk. Aangezien de instelling van de schaarbalk zo een eenvoudig 35 en snel uit te voeren handeling is met het verbeterde instel en steunmechanisme is de kans,dat de bediener de optimale speling handhaaft 7905113 4* -12- _ 20770/CV/tl voor het vergroten van het nuttig effect van zijn machine groter geworden dan tot nu toe.

Zoals hierboven opgemerkt kunnen de instelschroeven eventueel worden verdraaid met behulp van een op afstand bedienbare inrichting,zoals een 5 electromotor. Door gebruik te maken van nabijheidschakelaars of dergelijke voor het meten van de spding tussen de snijkop en de schaarbalk in samenhang met een dergelijke motor kan een automatisch instelsysteem worden verkregen voor het handhaven van de optimale speling.

10 7905113

Claims (13)

1. Snijkopsamenstel voor een veldhakselaar voorzien van een draaibare snijkop en een schaarbalk die op kleine afstand van de snijkop is op-geste 14 zodat naar de snijkop toegevoerd gewas wordt gesneden tussen de snijkop en de schaarbalk,terwijl verder een instelinrichting voor de 5 schaarbalk is aangebracht welke aan ieder einde van de schaarbalk is voorzien van een steun, een scharnierend met de steun verbonden hefboom met een eerste gedeelte aan een zijde van het scharnier beweegbaar naar en afgekeerd van de snijkop en een tweede gedeelte aan de andere zijde van het scharnier, een koppelorgaan,dat zich uitstrekt tussen 10 het eerste gedeelte en de schaarbalk en met behulp van de hefboom beweegbaar is ten einde de schaarbalk in te stellen, een klem voor het klemmen van de schaarbalk aan de steun in een richting onder een rechte hoek ten opzichte van de instelrichting van de balk en schuifmiddelen verbonden met het tweede gedeelte om de hefboom om het scharnier te 15 bewegen voor het overwinnen van de kracht,die door de klem en de weerstands beweging van de schaarbalk wordt uitgeoefend,zodat de afsfand van de schaarbalk ten opzichte van de snijkop wordt ingesteld.

2. Snijkopsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de instelinrichting voor de schaarbalk is voorzien van een langgestrekt bed voor 20 de schaarbalk dat zich met de schaarbalk uitstrekt en is geklemd door de klem tussen de balk en de steun.

3. Snijkopsamenstel volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het koppelorgaan met behulp van de klem aan de schaarbalk is geklemd.

4. Snijkopsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het ken- 25 merk,dat het koppelorgaan is voorzien van een L-vormige groef en een been daarvan zich over de schaarbalk uitstrekt en het andere been aanligt tegen een zijkant van de schaarbalk afgekeerd van de snijkop.

5. Snijkopsamenstel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de klem is voorzien van een bout,die zich door het koppelorgaan, 30 de schaarbalk, het bed van de schaarbalk en het steunorgaan uitstrekt, terwijl het koppelorgaan en de schaarbalk zijn uitgerust met een boring waardoorheen de bout is gevoerd en waarvan de diameter voldoend groter is dan de boutdiameter om instelbeweging van het koppelorgaan en de schaarbalk dwars op de bout mogelijk te maken.

6. Snijkopsamenstel volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat het steun orgaan is voorzien van een verlenging,welke zich over het koppelorgaan 790 5 1 13 -14- - 20770/CV/tl «r uitstrekt en waardoorheen de bout is gevoerd,waarbij de bout in ingrij-ping is met de verlenging en een deel van het steunorgaan,dat onder het bed van de schaarbalk ligt ter verkrijging van de klemwerking.

7. Snijkopsamenstel volgens een der voorgaande conclusies,met het ken-5 merk,dat de hefboom met het koppelorgaan is verbonden met behulp van een verbinding,welke een verloren beweging mogelijk maakt in een richting dwars op de richting van de instelbeweging.

8. Snijkopsamenstel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de schuifmiddelen zijn voorzien van een stang,die in schroef- 10 draad ingrijping is met het tweede gedeelte van de hefboom,zodanig,dat een verdraaiing van de stang een instelling van de schaarbalk bewerkstelligt.

9. Snijkopsamenstel volgens conclusie 8,met het kenmerk,dat met de stang een vermogensbron is verbonden voor het verdraaien van de stang.

10. Snijkopsamenstel volgens conclusie 9,met het kenmerk,dat de ver mogensbron een electrische of hydraulische motor omvat.

11. Snijkopsamenstel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de hefboom een tuimelhefboom omvat.

12. Snijkopsamenstel volgens conclusie 11,met het kenmerk,dat de tui-20 melhefboom is voorzien van een paar tuimelhefboomelementen en het koppelorgaan is verbonden met en opgesteld tussen de twee elementen .

13. Snijkopsamenstel althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en / of is afgebeeld in bijgaande figuren. 25 790 5 1 1 3