NL7903759A - Echocompensator met hoogdoorlaatfilter. - Google Patents

Description

i' .....

v t * N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

01-05-1979 1 phn 9^8

Echocompensator met hoogdoorlaatfilter.

A. Achtergrond van de uitvinding.

A. (1 ) Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een echocompensa-5 tor, in het bijzonder voor toepassing in een datamodem voor simultane tweerichtingsoverdracht van datasignalen over t-weedraadsverbindingen.

A. (2.) Beschrijving van de stand van de techniek.

10 Moderne overdrachtssystemen bestaan doorgaans uit een combinatie van twee- en vierdraadsverbindingen. Vier-draadsverbindingen bestaan uit twee éénrichtingspaden en wel uit een éénrichtingszendpad én uit een éénrichtings-ontvangpad. Een tweedraadsverbinding wordt gevormd door een 15 tweerichtingspad, waarover gelijktijdig in onderling tegengestelde richtingen signalen kunnen worden overgedragen in één en dezelfde frequentieband. Deze verschillende paden worden met behulp van een hybride koppelnetwerk (vorkscha-keling) op elkaar aangesloten.

20 Zoals bekend wordt een hybride koppelnetwerk gevormd door een vierpoortschakeling. Een eerste poort, de zogenaamde zendpoort, is verbonden met het éénrichtingszendpad, een tweede poort, de zogenaamde ontvangpoort, is verbonden met het éénrichtingsontvangpad, een derde poort, de zogenaamde kabelpoort is verbonden met het tweerichtingspad 7903 7 59 r λ 01-05-1979 2 PHN 9448 en op de vierde poort, de zogenaamde balanceerpoort, is een balanceernetwerk aangesloten. Dit balanceernetwerk is bedoeld om het koppelnetwerk aan te passen aan de kabel-impedantie. Bij perfekte instelling van dit balanceernet-5 werk zal een signaal in het zendpad wel aan de kabelpoort, maar niet in het ontvangpad verschijnen. Wordt daarentegen over het tweerichtingspad een signaal toegevoerd aan de kabelpoort, dan zal dit signaal wel in het ontvangpad maar niet in het zendpad verschijnen.

10 Omdat ieder tweerichtingspad wel één of meer dis continuïteiten bevat waartegen een signaal kan refiekteren, zal in het ontvangpad een gereflekteerde versie mogen worden verwacht van het signaal dat optreedt in het zendpad.

Door de uiteenlopende kabellengtes en kabeltypes, is 15 de kabelimpedantie gewoonlijk niet precies bekend, zodat het balanceernetwerk nooit perfekt kan worden ingesteld. Dit heeft tot gevolg dat een deel van het signaal dat in het zendpad optreedt, ook via het koppelnetwerk, in hef ontvangpad terecht komt.

20 De op bovengenoemde wijzen in het ontvangpad optre dende delen van het signaal dat in het zendpad aanwezig is, zullen zoals gebruikelijk met echosignaal worden aangeduid.

Dergelijke echosignalen hebben een bijzonder slechte invloed op de kwaliteit van het signaal in het ontvangpad.

25 Om deze kwaliteit te verbeteren zijn schakelingen ontworpen om de echosignalen te elimineren, of althans de invloed daarvan sterk te reduceren. Dergelijke schakelingen staan bekend als echo-compensators.

Zoals uit referenties 1, 2 en 3 van paragraaf D 30 blijkt, bevat een echocompensator doorgaans: - een instelbare signaalbewerkingsinrichting die is gekoppeld met het éénrichtingszendpad; - een verschilvormer die is verbonden met het één-richtingsontvangpad voor het opwekken van een residusignaal 35 dat het verschil aangeeft tussen het signaal dat optreedt in het ontvangpad en het signaal dat(door de signaalbewerkingsinrichting wordt geleverd; - een instelinrichting dié reageert op stuursignalen 7903 7 59 01-05-1979 3 PHUT 9^8

È, -S

voor het instellen van de signaalbewerkingsinrichting$ - een stuursignaalgenerator voor het opwekken van genoemde stuursignalen en die reageert op genoemde residu-signaal.

5 Door de signaalbewerkingsinrichting wordt, uit gaande van een signaal dat optreedt in het zendpad een synthetisch echosignaal opgewekt dat in vorm zo goed mogelijk overeenkomt met het te verwachten echosignaal. De mate van overeenkomst tussen synthetisch echosignaal en 10 werkelijke echosignaal wordt bepaald door de instelling van de signaalbewerkingsinrichting, die wordt verzorgd door de instelinrichting. Deze instelinrichting waaraan het uitgangssignaal van de stuursignaalgenerator wordt toegevoerd is zodanig opgebouwd dat zij in staat is om uit 15 het residusignaal een signaal af te leiden dat een maat is voor het niet onderdrukte echosignaal dat in het residusignaal aanwezig is, de zogenaamde rest—echo, en met behulp van dit signaal op iteratieve wijze de signaalbewerkingsinrichting zodanig in te stellen dat een minimale waarde 20 wordt verkregen van de gemiddelde kwadratische waarde van de rest-echo.

Zoals in de referenties 1, 2 en 3 verder nog is aangegeven, wordt de stuursignaalgenerator doorgaans gevormd door een analoog-digitaal omzetter waaraan het 25 residusignaal wordt toegevoerd en die dit residusignaal omzet in een digitaal signaal. Voor deze omzetting wordt het residusignaal eerst bemonsterd met een geschikt gekozen be-monsterfrequentie. In het geval deze echocompensator wordt toegepast in een datamodem die is ingericht voor het over-30 dragen en ontvangen van datasignalen die worden gevormd door een opeenvolging van datasymbolen die optreden met een symboolsnelheid 1/T, kan de bemonsterfrequentie eveneens gelijk worden genomen aan 1/T (zie referentie 1).

De signaalbewerkingsinrichting wordt bij voorkeur 35 gevormd door een niet-recursief digitaal filter, waarvan de filtercoëfficiënten worden bepaald door de instelinrichting (zie de referenties 1 en 3)·

De instelinrichting op zijn beurt bevat een digi- 790 3 7 59

Claims (2)

1. Echocompensator bevattende: - een instelbare signaalbewerkingsinrichting die is verbonden met een eerste van twee éénrichtingsoverdracht g drachtspaden van een overdrachtssysteem; - combineermiddelen die zijn verbonden met de tweede van genoemde twee éénrichtingsoverdrachtspaden voor het combineren van signalen die optreden in het tweede éénrichtingsoverdrach'tspad, met signalen die worden geld leverd door de signaalbewerkingsinrichting, ter opwekking van een residusignaal; - instalmiddelen die reageren op een stuursignaal voor het instellen van de signaalbewerkingsinrichting; - middelen die reageren op genoemde residusignaal 15 voor het opwekken van genoemde stuursignaal en die zijn voorzien van middelen voor het omzetten van het residusignaal in een digitaal signaal; met het kenmerk, dat genoemde stuursignaal opwekkende middelen zijn voorzien van hoogdoorlaat filter mid-20 delen die in cascade met de omzet middelen zijn geschakeld.

01-05-1979 18 PHN 9448 F. Conclusies.

2. Echocompensator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de combineermiddelen en de stuursignaal opwekkende middelen een bemonster- en houdschakeling is opgenomen van het "track and hold" type. 25 41? ' 30 35 790 3 7 59