NL7900350A

NL7900350A - Ontvanger met een zenderzoekschakeling.

Info

Publication number: NL7900350A
Application number: NL7900350A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-01-17
Filing date: 1979-01-17
Publication date: 1980-07-21
Also published as: BE881159A; ES487706A1; BR8000201A; NL176511C; SE446799B; GB2040621B; FR2447117A1; IT1127977B; SE8000261L; DE3001005A1; NL176511B; HK21584A; GB2040621A; JPS5596721A; IT8067049A0; AU525881B2; AU5455180A; DE3001005C2; NZ192592A; FR2447117B1

Description

« PHN 9332 N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Ontvanger met een zenderzoekschakeling.

De uitvinding heeft betrekking op een ontvanger met een zenderzoekschakeling voor het telkens op een volgend afstemgegeven uit een in een geheugenschakeling opgeslagen groep van afstemgegevens afstemmen van de ontvanger 5 welke zoekschakeling bij een zoekactie onder invloed van een van de veldsterkte van een ontvangen zender afhankelijk ontvangstconditie-signaal kan worden gestopt.

Uit de Nederlandse Octrooiaanvrage 7^-13161 (PHN 7771) is een ontvanger van de bovengenoemde soort bekend.

10 Een zoekactie van deze ontvanger kan soms worden beëindigd op een zender waarvan de frequentie niet correspondeert met het afstemgegeven waarop de zoekschakeling de ontvanger heeft afgestemd. Dit zou kunnen worden voorkomen door het van de veldsterkte van de ontvangen zender afhankelijke 15 signaal te betrekken van een selectief netwerk dat slechts in een zeer beperkt frequentiegebied een spanning afgeeft.

Dit zou evenwel een trage werking van de zoekactie tengevolge hebben.

De uitvinding beoogt een verbetering van de boven-20 genoemde ontvanger zodat de zoekactie snel kan blijven en deze toch niet kan worden beëindigd op een zender waarvan de frequentie niet correspondeert met het afstemgegeven waarop de ontvanger is afgestemd.

Een ontvanger van de bovengenoemde soort heeft 25 daarom tot kenmerk, dat het ontvangscanditiesignaal tevens zodanig door een van een frequentiedetektor verkregen signaal wordt beïnvloed dat het van de veldsterkte afhankelijke signaal een tijdelijk stoppen van de zoekactie kan veroorzaken en het van de frequentiedetector verkregen t 790 03 50 .·> * 2 PHN 9332 signaal een opnieuw starten van de zoekactie als de frequentie van de ontvangen zender niet correspondeert met de door het afstemgegeven bepaalde frequentie.

De bandbreedte van een frequentiedetector kan 5 voldoende groot worden gekozen om snel een signaal te kunnen afgeven. Zo wordt op snelle wijze een voldoende nauwkeurig criterium verkregen betreffende de overeenkomst van de frequentie van de ontvangen zender met het afstemgegeven.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 10 hand van de tekening die slechts één figuur met een blok-schema van een ontvanger volgens de uitvinding bevat.

Details die voor het begrijpen van de pitvinding niet van belang zijn, zijn in de figuur niet aangegeven.

Aan een ingang 1 van een hoogfrequent en mengge-15 deelte 3 van de ontvanger wordt een antennesignaal toegevoerd en aan een ingang 5 ervan een signaal afkomstig van een oscillator 7· Van een uitgang 9 van het hoogfrequent en menggedeelte 3 wordt een middenfrequentsignaal verkregen dat aan een middenfrequsntversterker 11 wordt toegevoerd.

20 De oscillator 7 maakt deel uit van een frequentie- syntheseschakeling die wordt afgestemd door aan een in- gangscombinatie 13 van een frequentiedeler 15 een afstemge geven toe te voeren in de vorm van een digitale code waarmee het getal wordt ingesteld waardoor de deler de frequen-25 tie van een van de oscillator 7 afkomstig en aan een ingang 17 toegevoerd signaal deelt. Van een pitgang 19 van de frequentiedeler 1.5 wordt een signaal verkregen waarvan de frequentie wordt bepaald door de oscillatorfrequentie en het ·. . getal waardóór de deler 15 deelt. Dit signaal wordt in een 30 fazedetector 21 vergeleken met een referentiesignaal afkomstig van een referenti-eoscillator 23 en in frequentie en faze daaraan gelijk gemaakt door een van een regelsignaal-uitgang 25 van dé fazedetector 21 verkregen regelsignaal dat aan een regelsignaalingang 27 van de oscillator 7 wordt 35 toegevoerd. De ontvanger wordt daardoor afgestemd op een frequentie bepaald door het afstemgegeven-· 790 0 3 5 0 «r 3 PHN 9332 .uitgangscombinatie

Het aan de/13 van de frequentiedeler 15 toegevoerde afstemgegeven is afkomstig van een uitgangscombinatie 29 of 31 van een geheugenschakeling 33 die via een poortschakeling 35 resp. 37 met de ingangscombinatie 13 van 5 de frequentiedeler 15 kan worden verbonden.

De geheugenschakeling 37 bevat een tweetal kring-loopgeheugens39, 41 die elk een groep afstemgegevens bevatten en die onder invloed van een aan een ingang 43 toe te voeren klokimpuls telkens een ander afstemgegeven aan elk 10 van de uitgangscombinaties 29, 31 kan aanbieden. De afstem-gegevens in een groep zijn bijvoorbeeld zodanig gekozen dat ze de ontvanger kunnen afstemmen op zenders die een zelfde karakter hebben zoals bijvoorbeeld zenders die een zelfde programma uitzenden.

15 Met behulp van de poortschakelingen 35, 37 kan worden gekozen uit welk- kringloopgeheugen en dus uit welke groep de afstemgegevens aan de frequentiedeler 15 worden toegevoerd. Dit gebeurt door middel van een schakelsignaal afkomstig van een schakelaar 43 of 43 van een bedieningsin-20 richting 47 als de betreffende schakelaar wordt gesloten.

Een OF-poort 48 zorgt dan dat een EN-poort 49 een signaal krijgt toegevoerd zodat klokimpulsen afkomstig van een klok-signaal-generator 51 via deze EN-poort 49 aan dê ingang 43 van de geheugenschakeling 33 worden afgegeven als aan een 25 derde ingang van de EN-poort 49 een ontvangstconditiesignaal wordt toegevoerd dat overeenkomt met logisch één. Dit signaal is afkomstig van een OF-poort 33·

Door het sluiten van een van de schakelaars 43 of 43 wordt een zoekactie gestart waardoor de afstemgegevens 30 uit een groep de ontvanger achtereenvolgens afstemt op frequenties corresponderend met die afstemgegevens. De zoekactie stopt als het ontvangsconditiesignaal afkomstig van de OF-poort 33 logisch nul wordt.

Het onstaan van het ontvangconditiesignaal aan de 35 uitgang van de OF-poort 53 zal nu worden nagegaan. Het middenfrequent - gedeelte 11 levert bij ontvangst van een 790 03 50 b PHN 9332 zendersignaal een middenfrequentsignaal aan een amplitude-detector 5k en aan een frequentiedetector 55· De amplitude-detector 5k heeft een uitgang 57 die een gelijkgericht middenfrequentsignaal afgeeft aan een ingang 59 van een 5 begrenzer 6l. De begrenzer 61 maakt van het uitgangssig naal van de amplitude-detector 5^· een logisch signaal dat aan een uitgang 63 van de begrenzer 61 verschijnt en wordt toegevoerd aan een inverterende ingang van de OF-poort 53 en aan een ingang van een EN-poort 65· Dit logische signaal 10 wordt in het vervolg a genoemd en heeft een waarde één als de ontvangen zender een voldoende veldsterkte heeft en binnen de bandbreedte van de middenfrequentversterker 11 valt. Als de ontvanger een F.M. omroepontvanger is, is die bandbreedte groot en wordt het signaal a zeer snel één als een 15 dergelijke zender wordt ontvangen.

Het signaal aan de uitgang 57 van de amplitude-detector 5b wordt verder via een vertragingsschakeling gevormd door een weerstand 67 en een condensator 69 aan een ingang 71 van een begrenzer 73 toegevoerd. De begrenzer 73 20 levert aan een uitgang 75 een logisch signaal dat in het vervolg b wordt genoemd en aan een ingang van een EN-poort 77 wordt toegevoerd. Dit signaal b is ten opzichte van het signaal a in tijd enigszins vertraagd.

De frequentiedetector 55 heeft een tweetal uit-25 gangen 81, 83 waaraan signalen verschijnen waaruit onge wenste wisselstroomcomponenten verwijderd zijn. Deze signalen hebben ten opzichte van een referentieniveau een tegengestelde polariteit en vertonen als functie van de frequentie de bekende S-vorm.

30 Deze signalen worden via een tweetal dioden 85» 87 aan een ingang 89 van een begrenzer 91 toegevoerd die aan een uitgang 93 een logisch signaal levert dat c wordt genoemd en dat één is buiten het doorlaatgebied van de middenfrequentversterker 11 en in een zeer klein frequentie-35 gebied rondom de middenfrequentie. Dit signaal c wordt aan een verdere ingang van de EN-poort 65 toegevoerd en aan een inverterende verdere ingang van de EN-poort 77· 790 0 3 5 0 5 PHN 9332

Deze EN-poort 77 geeft een logisch, signaal bc' af dat aan een verdere ingang van de OF-poort 53 wordt toegevoerd.

De OF-poort 53 levert het ontvangstconditiesig-naal met de logische formule a' + bc ’ . Als er geen zender 5 wordt ontvangen zijn de signalen a en b nul en is c één, , het ontvangstconditiesignaal a' + bc’ is dan één en de EN- poort 49 geeft een kloksignaal door als één van de schakelaars 43, 45 is gesloten. De ontvanger voert dan een zoekactie uit. Wordt een zender ontvangen die een middenfrequent-10 signaal lévert, dan wordt a één en b blijft nog even nul.

Het ontvangstconditiesignaal a’ + bc' wordt nul en de zoekactie stopt. De tijdconstante van het netwerk met de weerstand 67 en de condensator 69 is zodanig dat b één wordt als de regellus van de frequentiesyntheseschakeling tot T5 rust is gekomen en de ontvanger dus juist is afgestemd op een met een afstemgegeven uit de gekozen groep correponde-rende frequentie. Het ontvangsconditiesignaal a' + bc' wordt dan nul tengevolge van het signaal c als de zender de juiste middenfrequentie heeft. De zoekactie is dan blijvend 20 gestopt. Heeft de ontvangen zender een frequentie die iets afwijkt van de middenfrequentie dan wordt het signaal c nul en het ontvangstconditiesignaal a' + bc1 één en wordt de zoekactie onmiddelijk weer gestart.

De zoekactie wordt dus alleen blijvend gestopt 25 als een zender met een voldoende veldsterkte wordt ontvangen die de juiste frequenti heeft. Wordt een zender ontvangpn met een voldoende veldsterkte maar met een iets afwijkende frequentie dan vindt alleen een tijdelijk stoppen van de zoekactie plaats gedurende de zeer korte tijd die nodig 30 is voor de afstemming van de ontvanger op de door het af-stemgegeven bepaalde frequentie.

De frequentiedetector 55 heeft een verdere uitgang 93 die een laagfrequent signaal levert dat via een schakelaar 95 aan een laagfrequent weergeefgedeelte 97 35 wordt toegevoerd. De schakelaar 95 wordt bediend door het uitgangssignaal ac van de EN-poort 65 en wordt dus alleen 790 03 5 0

Claims

4· PHN 9332 gesloten als de ontvangen zender de juiste frequentie heeft. Het zal duidelijk zijn dat de ontvanger verder desgewenst ook geschikt kan zijn voor afstemming op andere 5 afstemgegevens dan die uit de geheugenschakeling 33, Dit is in de figuur met stippellijnen aangeduid. Ofschoon in de ontvanger van het uitvoerings-voorbeeld een fréquentiesyntheseschakeling met een instel-• bare deler is aangegeven kan vanzelfsprekend ook een ander 10 type frequentiesyntheseschakeling worden toegepast. In het algemeen zal elke afstemschakeling voldoen die geen automatische frequentieregeling behoeft met behulp van een uitgangssignaal van het middenfrequentgedeelte. Verschillende functies in de ontvanger die in 15 het gegeven vporbeeld simultaan worden uitgevoerd kunnen vanzelfsprekend ook sequentieel worden verricht bijvoorbeeld als de ontvanger met een microprocessor is uitgerust. Ofschoon de zenderzoekschakeling bijzonder geschikt is voor FM radio-omroepontvangers en in het bijzon-20 . der voor voertuigontvangers hoeft het toepassingsgebied hiertoe niet beperkt te zijn. Het zal verder duidelijk zijn dat verschillende andere combinaties'van poorten, detectieschakelingen en begrenzers mogelijk zijn om de functies volgens de uitvin-25 ding uit te voeren. Het ontvangsconditiesignaal of de samenstellende delen ervan kunnen bijvoorbeeld ook samen met de andere signalen die aan de EN-poort 49 en de OF-poort 48 worden toegevoerd op andere manieren worden gecombineerd. Als frequentiedetector kan elke detector worden 30 toegepast die een .frequentiegegeven nauwkeurig kan vaststellen zonder bandbreedtebeperkende middelen. De geheugenschakeling van de ontvanger kan desgewenst een of meer groepen van afstemgegevens bevatten.
35 Conclusie: Ontvanger met een zenderzoekschakeling voorset 790 0 3 5 0 PHN 9332 telkens op een volgend afstemgegeven uit een in een geheugens chakeli ng opgeslagen groep van afstemgegevens afstemmen van de ontvanger welke zoekschakeling bij een zoekactie onder invloed van een van de veldsterkte van een ont-5 vangen zender afhankelijk ontvangstconditie-signaal kan worden gestopt met het kenmerk, dat het ontvangstconditiesig-naal tevens zodanig door een van een frequentiedetector verkregen signaal wordt beïnvloed dat het van de veldsterkte afhankelijke signaal een tijdelijk stoppen van de zoek-10 actie kan veroorzaken en het van de frequentiedetector verkregen signaal een opnieuw starten van de zoekactie als de frequentie van de ontvangen zender niet correspondeert met de door het afstemgegeven bepaalde frequentie. 790 03 50