NL8202416A - Ontvanger voor fm-signalen met opslag van zender status code. - Google Patents

Description

v - * ψ ΕΗΝ 10.372 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Ontvanger voor EM-signalen met opslag van zender status code" A. Achtergrond van de uitvinding ΑΠ). Gebied van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking qp een ontvanger/ in het bijzonder een radio-ontvanger die is ingericht voor het ontvangen van EM-signalen. Dergelijke signalen worden uitgezonden door z.g. EM-zenders en worden gevormd door een draaggolfsignaal met bepaalde nominale frequentie die onder invloed van een informatiesignaal 10 wordt veranderd. Dit informatiesignaal zal in het hierna volgende « (radio-) programna warden genoemd.

A (2). Beschrijving van de stand van de techniek 15 EM-signalen hebben t.o.v. AM-signalen het voor deel dat zij minder gevoelig zijn voor storingen die een amplitude verandering van het draaggolfsignaal veroorzaken. Qrrdat dit draaggolfsignaal een zeer hoge frequentie heeft, is de rijkwijdte van een EM-zender aanmerkelijk kleiner dan die van een AM-zender. Voor mobiele 20 ontvangers, zoals autoradio's, is dit een bijzonder onplezierige bijkomstigheid. Komt men namelijk buiten het verzorgingsgebied van de EM-zender waarop dè ontvanger is afgestend en wenst men het door deze zender uitgezonden radio-programma te blijven volgen, dan moet de ontvanger opnieuw met de hand worden afgestemd op een andere 25 EM-zender (andere nominale frequentie) die hetzelfde radio-prograirma uitzendt. In veel landen is dit mogelijk omdat daarin een netwerk van EM-zenders aanwezig is, waarbij alle EM-zenders van dit netwerk hetzelfde radio-prograirma uitzenden en waarbij dit radio-programma is gemoduleerd op een draaggolfsignaal waarvan de nominale frequentie 30 karakteristiek is voor de betreffende EM-zender.

Om te vermijden dat men de ontvanger telkens opnieuw met de hand moet afstemmen als man het verzorgingsgebied van de ene EM-zender verlaat en men in het verzorgingsgebied van een 8202416 ΡΗΝ 10.372 2 ✓ ί t andere EM-zender die hetzelfde radio-prograirma uitzendt komt, is in referentie 1 (zie paragraaf C) voorgesteld om de afstemgegevens van die EM-zenders die bijvoorbeeld hetzelfde radio-progranma uitzenden, op te slaaniineen adresseer baar geheugenveld van een gèheugenmedium.

5 Dit geheugenveld bevat een aantal adresseerbare geheugenloeaties in elk waarvan een dergelijk. afstemgegeven is opgeslagen.

Deze bekende ontvanger is verder voorzien van een besturingscircuit met behulp waar an een afstemgegeven uit het geadresseerde geheugenveld wordt geselekteerd en toegevoerd aan 10 een generator. Deze levert een demodulator signaal waarvan de frequentie wordt bepaald door het afstemgegeven. Dit demodulator signaal wordt samen met het ontvangen EM-signaal toegevoerd aan een mengschakeling die een middenfrequent uitgangssignaal levert.

Dit wordt toegevoerd aan een niveau detektar die een niveausignaal 15 levert waarvan de grootte evenredig is met de amplitude van het middenfrequent signaal.. Wordt nu op een bepaald ogenblik dit niveausignaal kleiner dan een eerste drempelwaarde, dan wordt door het besturingscircuit een ander afstemgegeven toegevoerd aan de generator. Ingevolge dit afstemgegeven levert de niveau detektor een bepaald niveau 20 signaal. Indien dit groter is dan een tweede drempelwaarde, dan wordt dit afstemgegeven blijvend toegevoerd aan de generator en blijft de ontvanger afgestemd op de met dit afstemgegeven corresponderende EM-zender. Is hefcniveausignaal echts: kleiner dan de tweede drempelwaarde, dan wordt wederom een ander afstemgegeven aan de generator toe-25 gevoerd.

Hoewel deze bekende ontvanger in de praktijk zeer goed voldoet, heeft zij tochhetnadeel dat naarmate de veldsterkte waarmede de EM-zender waarop de ontvanger is afgesteld kleiner wordt, ook de weergave kwaliteit af neemt. Meer in het bijzonder blijkt 30 namelijk het ruisniveau toe te nemen. Om te voorkomen dat deze toename van het ruisniveau, hoorbaar wordt, wordt in de bekende ontvanger bij toenemend ruisniveau, van het weer te geven signaal steeds meer hoge frequentie componenten onderdrukt. Overschrijdt dit ruisniveau een bepaalde drempelwaarde, dan wordt zelfs helemaal overgeschakeld 35 van stereo naar mono weergave.

8202416 t * *5 EHN 10.372 3 B. Samenvatting van de uitvinding __________

De uitvinding beoogt in een ontvanger van de bovengenoemde soort, waarin aanwezig zijn: 5 - een mengschakeling waaraan het ontvangen EM-signaal en een demodulator- signaal wordt toegevoerd voer het opwekken van een mengschakeling uitgangssignaal (middenfrequent signaal); - een generator voor het opwekken van het demodulatorsignaal met een frequentie die wordt bepaald door een afstemgegeven; 10 “ een eerste geheugenveld met een aantal adresseerbare geheugenlocaties in elk waarvan een af stemgegeven is opgeslagen, waarbij elk af-stemgegeven de frequentie van het demodulatorsignaal en zodoende een bepaalde zender karakteriseert, de ontvangstkwaliteit aanmerkelijk te verbeteren.

15 Overeenkomstig de uitvinding is daartoe de ont vanger verder voorzien van: - een status circuit voor het leveren van een status codewoord en dat met een ingang is gekoppeld met de uitgang van de mengschakeling ; - een tweede geheugenveld met een aantal adresseerbare geheugenlocaties 20 in elk waarvan een status codewoord is opgeslagen en waarbij bij elk status codewoord eenduidig een afstemgegeven behoort? - een besturingscircuit voor het: = starten van een up-date cyclus waarin een aantal van de afstem-gegevens na elkaar worden toegevoerd aan de generator, ingevolge 25 waarvan door het status circuit voor elk afstemgegeven een bij behorend nieuw status codewoord wordt opgewekt en het oorspronkelijke bij dat afstemgegeven behorende status codewoord door het nieuwe wordt vervangen; = toetsen van de nieuwe status codewoorden aan een vooraf bepaalde 30 kriterium, het selekteren van dat afstemgegeven waarvan het bij behorende status codewoord het beste aansluit aan dat kriterium en het toevoeren van dat afstemgegeven aan de generator.

Het bovengenoemde kriterium kan bestaan uit een aantal subkriteria.

Het eerste subkriterium zal bijv. zijn dat de amplitude van het uit-35 gangssignaal van de mengschakeling boven een bepaalde drempelwaarde moet liggen. Een tweede subkriterium kan zijn dat de meerwegvervorming beneden een bepaalde drempelwaarde moet liggen en een derde subkriterium zou kunnen zijn dat de zolder waarop af gestemd mag worden er een moet 8202416 9 * ESN 10.372 4 zijn van de categorie die verkeersmededelingen verzorgen, etc. De beide eerste genoemde subkriteria kunnen als volgt warden geïnterpreteerd; de ontvanger wordt af gestand cp een andere EM-zender als de ontvangst daarvan beter is als die van de EM-zender waarop de cmt-5 vanger, op het moment dat de up-date cyclus start, is af gestald.

Door nu de up-date cyclus regelmatig te starten wordt bereikt dat de afstemming van de ontvanger regelmatig zodanig wordt gecorrigeerd dat zij voortdurend is afgestemd cp de best ontvangbare zender.

10 C. Referenties 1. Ontvanger bevattende een afstemschakeling met een zenderzoek-inrichting; Nederlandse octrooiaanvrage nr. 74.13.161 (H3N 7771) 15 2. Intelligentes Autoradio, Ein Mikroccmputer wahlt Sender;

Funkschau Nr. 5, 1982, pagina's 57-60.

D. Korte beschrijving van de figuren 20 Figuur 1 toont schematisch een ontvanger voor EM-signalen, voorzien van de maatregelen volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont schematisch de werking van de in figuur 1 weergegeven ontvanger.

25 E. Beschrijving van de uitvoeringsvoorbeelden E(1). De opbouw van de ontvanger

De in figuur 1 weergegeven ontvanger is voorzien 30 van een mengschakeling 1 waaraan een door een antenne 2 ontvangen EM-signaal wordt toegevoerd, alsmede een demodulator signaal dat wordt opgewekt door een generator 3. De mengschakeling 1 levert een midden-frequentsignaal met een nominale frequentie van bijv. 10,7 MHz. Dit wordt via een middenfrequent versterker 4 en een schakelaar 5 toege-35 voerd aan een stereo-decoderschakeling 6 die het linker signaal en het rechter signaal van een stereofonisch signaal levert. Deze signalen worden toegevoerd aan de respektievelijke luidsprekers 7 en 8.

8202416 ' * -¾ EHN 10.372 5

De generator 3 is uitgevoerd als synthesizer . .. zoals bijv. beschreven in referentie 2. Zoals bekend is deze voorzien van een instelbare freguentiedeler. Deze synthesizer levert een demodulator signaal waarvan de frequentie wordt bepaald door het 5 deeltal van de instelbare frequentiedeler. Dit deeltal is gelijk aan of wordt afgeleid van een afsterogegeven dat aan de generator 3 wordt toegevoerd en dat wordt geleverd door een besturingscircuit 9.

Schakelaar 5 die is aangebracht tussen de midden-frequentieversterker 4 en de stereo-decoderschakeling 6 wordt bestuurd 10 door een z.g. mte-signaal dat eveneens door het besturingscircuit 9 wordt geleverd. Met behulp van deze schakelaar kan de signaalweg naar de stereo-decoderschakeling warden onderbroken.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het middenfrequente signaal behalve aan de versterker 4, ook toegevoerd 15 aan een status circuit 10. Dit bevat een op bekende wijze uitgevoerde niveau detektor 11 die als uitgangssignaal een niveausignaal levert waarvan de grootte evenredig is met de amplitude van het middenfrequent signaal en dus met de veldsterkte van het ontvangen EM-signaal. Dit niveausignaal wordt toegevoerd aan een analoog-digitaal omzetter 12.

20 Daarin wordt het niveausignaal onderworpen aan bijv. een 8-niveau lineaire kwantisering en wordt een 3-bits niveau codewoord opgewekt dat het kwantiseringsniveau van het niveausignaal aangeeft* In dit verband wordt de afstand tussen twee opeenvolgende kwantiserings-niveau's wel referentiesignaal of kwantiseringsstapgrootte genoemd, 25 zodat het niveaucodewoord aangeeft hoeveel gehele kwantiseringsstappen er begrepen zijn in de grootte van het niveausignaal; of wat qp hetzelfde neer komt, dit niveau codewoord geeft, afgerond, de verhouding aan tussen de grootte van het niveausignaal en de kwantiseringsstapgrootte. Is de ontvanger afgestemd op een zender A, dan wordt een 30 niveau codewoord verkregen dat zal worden aangeduid met L(A). Is de ontvanger afgestemd op een zender B, dan zal dit niveau codewoord worden aangeduid met L(B), enz.

Het besturingscircuit 9 is ingericht om een zeer groot aantal besturingsfuncties te verrichten en is daarcm uitgevoerd 35 als micro computer. In de uitvoerig beproefde uitvoering van deze ontvanger is daarvoor gencrnen de MD5TEK MK 3870. Deze bevat ondermeer een centrale klokpulsgenerator 9(0), een CPU (central processing unit) 9(1), een programma geheugen 9(2), een selectie geheugen 9(3), een 8202416 f PHN 10.372 6 acceptatie geheugen 9(4), een herstel geheugen 9(5), een voarinstelbare terugteller 9 (6) waaraan de klokpulsen warden toegevoerd die door de centrale klokpulsgenerator 9(0) worden geleverd, zes i/o-poorten 9(7), 9(8), 9(9), 9(10), 9(11)/ 9(12) en een geheugen medium 13.

5 Al deze elementen zijn qp bekende wijze onderling gekoppeld door middel van een bussysteem 9(13).

De i/o-poort 9(7) levert het afstemgegeven dat wordt toegevoerd aan de generator 3. Het niveau codewoord. L(.) dat door de analoog-digitaal omzetter 12 wordt geleverd, wordt aan de 10 micro computer toegevoerd via i/o-poort 9 (9), terwijl het mute-signaal dat wordt toegevoerd aan de schakelaar 5 wordt geleverd door i/o-poort 9(10). De i/o-poort 9(11) is aangesloten op een geheugen 14 dat bijv. is voorzien van zes geheugenvelden die elk adresseerbaar zijn. In elk geheugenveld zijn van bijv. vijf zenders die hetzelfde programma uit-15 zenden, de bijbehorende afstemgegevens opgeslagen. Deze afstemgegevens wordt in dit geheugen opgeslagen bijv. voordat de ontvanger in gebruik wordt genomen. Dit zou bijv. fabrieksmatig kunnen gebeuren.

Op de i/o-poort 9(12) zijn zes programmatoetsen aangesloten die respektievelijk met PI, P2, P3, P4, P5, P6 zijn aangeduid en die 20 elk een bepaald programma voorstellen en aldus een bepaald geheugenveld in het geheugen 14 karakteriseren.

Het geheugenmedium 13 bevat vijf adresseerbare geheugenlocaties die in de figuur met A, B, C, D, E zijn aangeduid.

De geheugenlocatie A bevat gegevens betreffende een zender A en wel 25 het afstemgegeven fr(A) en een status codewoord ST(A). Evenzo bevat de geheugenlocatie B gegevens betreffende een zender B en wel het afstemgegeven fr (B) en het status codewoord ST(B), enz. Elke geheugenlocatie is opgedeeld in twee subgéheugenlocaties. In één daarvan is opgeslagen het afstemgegeven fr(.) en in de ander het status code-30 woord ST(.). De subgeheugenlocaties waarin de afstemgegeven fr(.) zijn opgeslagen vormen samen een eerste geheugenveld 13(1) en de subgeheugenlocaties waarin de status codewoorden ST(.) zijn opgeslagen vormen samen een tweede geheugenveld 13(2).

Het status codewoord ST(.) kan uit één, twee of 35 meer substatus codewoorden zijn opgedeeld. In het hierna volgende zal in eerste instantie worden verondersteld dat het status codewoord ST(.) wordt gevormd door het niveau codewoord L(.).

8202416 t ESN 10.372 7 E(2). De werking van de ontvanger

De werking van de in figuur 1 weergegeven ontvanger is schematisch aangegeven in figuur 2. Om de gedachten te be~ 5 palen zal ervan worden uitgegaan dat de ontvanger is afgestemd op zender E. Dit betekent dat het afstemgegeven fr(E) via i/o-poort 9(7} is toegevoerd aan generator 3. Tevens betekent dit dat het afstemgegeven £r(E) enhetniveaucodewoord L(E) zijn opgeslagen in het herstel geheugen 9(5).

io De werking van de ontvanger kan onder ander worden verdeeld in een aantal operaties, in een primaire up-date cyclus, in een secundaire up-date cyclus, en in een prograrnmatoets cyclus.

Zij wordt bewaakt door een operatie die zal worden aangeduid met · operatie monitor.

15 Deze operatie monitor is in fig. 2 aangeduid met het referentienuimner 15. Tijdens deze operatie wordt bijvoorbeeld vastgesteld of de terugteller 9(6) zijn nulstand heeft bereikt; of er een progranmatoets is bediend; af er afgestemd moet worden en zo ja welk afstemgegeven daarvoor moet worden gebruikt; tevens zorgt zij 20 dat er afgestemd wordt; of een grootheid Q de waarde vijf heeft bereikt; ook verzorgt zij het starten van één van de bovengenoemde cylci.

Stel dat tijdens de operatie monitor teller 9 (6) in de nulstand komt, ingevolge waarvan een primaire up-date cyclus 25 wordt gestart. Deze bestaat uit een operatie up-date herstel geheugen en een secundaire up-date cylcus.

De operatie up-date herstel geheugen is in figuur 2 aangegeven met het referentienurrmer 16. Tijdens deze operatie wordt voor de zender E waarvan het afstemgegeven fr(E) en het niveau 30 codewoord L(E) zijn cpgeslagen in het herstel geheugen 9(5) een nieuw niveau codewoord bepaald. Dit zal worden aangeduid met L' (E). Dit nieuwe niveau codewoord wordt in het herstel geheugen 9(5) in de plaats gesteld van het oorspronkelijke niveau codewoord L(E).

Na deze operatie wordt overgegaan op de secundaire 35 up-date cyclus die in figuur 2 is aangeduid met het referentienummer 17 en die wordt gevormd door een operatie voorselectie, een operatie selectie, een operatie acceptatie en een operatie herstel.

8202416

HffiJ 10,372 8

De operatie voorselectie is in figuur 2 aangeduid met het referentienummer 17(1). Tijdens deze operatie wordt van N zenders de bijbehorende afstemgegevens en niveau codewoorden overgebracht naar het selectie geheugen 9(3). In een in dê praktijk beproefde 5 ontvanger heeft het geheugenmedium 13 tien adresseerbare geheugen-locaties en is voor N de waarde drie gekozen en worden eerst die drie zenders gekozen waarbij de grootste niveau codewoorden behoren. Stel dat dit zijn de zenders B, C en E.

De operatie selectie is in figuur 2 aangeduid met 10 het referentienunmer 17(2), Tijdens deze operatie wordt door de stuurschakeling 9 een mute-signaal geleverd waaardoor schakelaar 5 niet-geleidend wordt. Vervolgens warden de drie afstemgegevens fr (B), fr (C), fr(E) die tijdens de operatie voorselectie zijn geselecteerd, na elkaar toegevoerd aan generator 3 en warden de nieuwe niveau ccde-15 woorden L' (B), L' (C), L' (E) bepaald. Deze worden in het géheugenveld 13(2) in de plaats gezet van de oorspronkelijke niveau codewoorden.

Dan wordt bepaald welke van deze drie nieuwe niveau codewoorden de grootste is. Stel dat dit L' (B) is. Dit wordt dan tezamen met het bijbehorende afstemgegeven fr(B) opgeslagen in het acceptatie 20 geheugen 9(4).

De operatie acceptatie is in fig. 2 aangeduid met het referentienummer 17(3). Tijdens deze operatie wordt de zender B waarvan het afstemgegeven fr(B) en het niveau codewoord L' (B) tijdens de operatie selectie in het acceptatie geheugen 9(4) zijn 25 opgeslagen getoetst aan een kriterium dat kan bestaan uit een of meer subkriteria. In ieder geval wordt daarbij nagegaan of het afstemgegeven fr(B) ongelijk is aan het afstemgegeven fr(E) dat momenteel nog in het herstel geheugen 9(5) is opgeslagen. Is dit het geval, dan kan vervolgens warden nagegaan of deze zender B ook voldoet aan de 30 andere subkriteria. Blijkt zender B in alle opzichten beter te zijn dan zender E, dan wordt het afstemgegeven fr(B) en het niveau codewoord L'(B) opgeslagen in het herstelgeheugen 9(5) en wordt vervolgens via de operatie monitor de ontvanger af gestemd op zender B.

Blijkt zender B niet beter te zijn dan zender E, dan wordt de ont-35 vanger wederom af gestand op zender E, Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een operatie herstel die in fig. 2 is aangeduid met het referentie-nummer 17(4). Is eenmaal bepaald op welke zender de ontvanger moet worden af gestemd, dan wordt deze afstemming geëffectueerd en wordt een 8202416 » r >» \ ΗΪΝ 10.372 9 de-mate signaal geleverd, waardoor schakelaar 5 weer geleidende wordt.

Omdat tijdens de bovenbeschreven up-date cyclus geen signaal wordt toegevoerd aan de luidsprekers 7 en 8, moet de duur van deze primaire up-date cyclus zeer kort zijn. In de praktijk blijkt 5 een cyclus-duur van ca. 30 msec, nog juist acceptabel te zijn. Deze tijd is echter wel te kort om van alle zenders die in het geheugen 13 zijn opgeslagen de bijbehorende niveau codewoorden bij te werken.

Vandaar dat in de praktijk telkens groepjes van N=3 zenders worden onderzocht. Voor een goed functioneren van deze ontvanger is het wel 10 nodig dat van alle zenders de niveau codewoorden zo snel Hogelijk worden bijgewerkt. Qn dit te realiseren wordt in de operatie voorselectie 17(1) tevens geteld van hoeveel zenders de bijbehorende niveau codewoorden reeds zijn bijgewerkt. Dit aantal wordt voorgesteld door de eerder genoemde grootheid Q. Aan het einde van deze operatie voor-15 selectie wordt dan via de operatie monitor, terugteller 9(6) op een bepaalde waarde gezet. Zolang nog niet van alle zenders de bijbehorende niveau codewoorden zijn bijgewerkt wordt deze terugteller 9(6) zodanig vooringesteld dat de klökpulsgenerator 9(0) bijvoorbeeld twaalf seconden nodig heeft cm hem, terug te tellen naar de nulstand. Is deze nul-20 stand bereikt, dan wordt door de operatie· monitor direkt een nieuwe secundaire up-date cyclus gestart. Daarbij wordt tijdens de operatie voorselectie uit de afstemgegevens waarvan de bijbehorende niveau codewoorden nog moeten worden bijgewerkt er weer drie geselecteerd etc.

Deze secundaire up-date cyclus wordt, met tussenposen van 12 seconden, zo 25 vaak herhaald, totdat van alle zenders de niveau codewoorden zijn bijgewerkt. Wordt tijdens de operatie voorselektie vastgesteld dat nu geen zenders meer resteren waarvan de bijbehorende niveau codewoorden moeten bijgewerkt, dan wordt de terugteller 9(6) zodanig voaringesteld dat het 3 tot 4 minuten duurt voordat hij wederom in de nulstand is 30 gekomen. Dan wordt nl. een nieuwe primaire up-date cyclus gestart.

De progranmatoets cyclus wordt door de operatie monitor gestart als er een programma toets bijv. P4 is bediend. Deze cyclus wordt gevormd door een operatie vernieuw en de secundaire up-date cyclus.

35 De operatie vernieuw is in fig. 2 aangeduid met het referentienunmer 18. Tijdens deze operatie wordt eerst een mute signaal opgewekt waardoor schakelaar 5 wordt gebracht in de niet-geleidende toestand. Vervolgens worden de géheugenvelden 13(1) en 13(2) alsmede 8202416 * EHN 10.372 10 .. - de geheugens 9 (3), 9 (4) en 9 (5) schoon gemaakt. Dan worden de afstern-gegevens voor het programma P4 die in een geheugenveld van geheugen 14 zijn opgeslagen in'het geheugen 13 gebracht. De bij deze afstemr gegevens behorende niveau codewoorden zijn nu nog allen gelijk aan 5 nul. Cm deze bij te werken wordt nu de eerder genoemde secundaire up-date cyclus gestart.

E (3). Uitbreidingen van de ontvanger 10 In de voorgaande paragraaf is reeds aangegeven dat, voor het: bepalen van de zender waarop de ontvanger wordt af gestemd, niet alleen hoeft te worden gekeken of het niveau codewoord van de nieuwe zender B groter is dan die van de oorspronkelijke zender E, maar dat ook andere subkriteria een rol kunnen spelen. Een in de praktijk zeer 15 waardevol gegeven blijkt te zijn de grootte van de meerwegvervorming die zender B heeft t.o.v. zender E.

Meerwegvervorming (multi-path dis torsion) is een vervorming van het ontvangen signaal. Deze vervorming ontstaat doordat het BM-signaal dat wordt uitgezonden door de zender waarop de ontvanger 20 is afgestemd, als gevolg van reflekties tegen obstakels, zoals bergen en gebouwen, bij de ontvang-antenne aankant vanuit verschillende richtingen. Sommige van deze reflekties zullen.elkaar versterken en daardoor de sterkte van het ontvangen BM-signaal verhogen. Andere reflekties zullen elkaar uitdoven en zodoende de sterkte van het ont-25 vangen FM-signaal verlagen. Deze reflekties veroorzaken aldus een amplitude modulatie van het BM-signaal. Deze amplitude modulatie is goed hoorbaar als vervorming en daardoor bijzonder hinderlijk.

Deze amplitude modulatie is gesuperponeerd op het uitgangssignaal van de niveau detektor 11, welk uitgangssignaal onder 30 normale omstandigheden eengelijkspanningssignaal is. De aanwezigheid van meerwegvervorming en eventueel ook de grootte daarvan kan nu qp eenvoudige wijze worden vastgesteld met behulp van een amplitude detektor die een uitgangssignaal levert waarvan de grootte evenredig is met de verandering van de amplitude van het ingangssignaal.

35 De bedoelde amplitude detektor is in fig. 1 aangegeven met het referentienumner 19. Zijn ingang is aangesloten op de uitgang van de niveau detektor 11 en zijn uitgang is aangesloten op de ingang van een analoog-digitaal omzetter 20. Zij levert een codewoord MP(.) 8202416 ? “» 0 EHN 10.372 11

V

dat uit één of meer bits kan bestaan. De uitgang van deze analoog-digitaal omzetter is door middel van i/o poort 9 (8) aangesloten op het bussysteem 9(13) van de microprocessor 9.

De werking van de ontvanger zou nu als volgt kunnen zijn.

5 Telkens als tijdens de operatie selectie een afstemgegeven bijv. fr(B) wordt toegevoerd aan de generator 3, wordt niet alleen door de analoog digitaal omzetter 12 een nieuwe niveau codewoord L' (B) geleverd, maar wordt tevens door de analoog-digitaal omzetter 20 een nieuw meerweg-vervormings codewoord MP' (B) geleverd. De grootte hiervan geeft aan 10 of er neerwegvervarming is (in dat geval is een één-bits codewoord voldoende), en eventueel hoe groot de meerwegvervonning is (in dat geval moet een mêêr-bits codewoord, worden gebniikt). De op deze wijze verkregen en bijgewerkte codewoorden MP(.) stellen nu evenals de niveau codewoorden L(.) een deel van de status codewoorden ST(.) 15 voor en kunnen eveneens worden opgeslagen in het géheugenveld 13(2).

Een ontvanger die op deze wijze werkt vereist echter een amplitude detektor 1y die zeer snel is. De gewenste snelheid is echter te hoog, cm tijdens de up-date cyclus van elke zender het bijbehorende codewoord MP(.) te bepalen.

20 Omdat het toch zeer.nuttig is enige kennis te hebben van de meerwegvervorming die de zender B waarop de ontvanger zich wil afstemmen, vertoont, wordt tijdens de operatie acceptatie de ontvanger een voldoend lange tijd afgestemd qp deze zender B en wordt alleen dan het daarbij behorende meerwegvervormingscodewoord MP(B) bepaald. Blijkt 25 nu voor deze zender B te gelden dat L' (B) > L' (E) en MP* (B) MP' (E), dan kan worden besloten de ontvanger af te steutten op zender B. Blijkt echter voor zender B te gelden dat L' (B) L’ (E), maar ook dat MP' (B) _> MP' (E) dan kan, ondat meerwegvervonning een zeer hinderlijk verschijnsel is, worden besloten cm de ontvanger wederan af te stemmen 30 op zender E, waarvan het afstemgegeven is opgeslagen in het herstel-geheugen 9(5).

E(4). Aanvullende opmerkingen 35 1. In het voorgaande is een ontvanger beschreven waarin voor elke zender van een groep van zenders het bijbehorende afstemgegeven is opgeslagen in een geheugenveld en waarin voor elke zender een of meer substatus codewoorden worden bepaald die eveneens in een 8202416 ESN 10.372 12 \ geheugenveld worden opgeslagen. In wezen is natuurlijk het aantal substatus codewoorden dat men per zender wil opslaan onbeperkt.

Een voor de praktijk nog. zeer interessant substatus codewoord is wat genoemd kan worden verkeersmededelingen codewoord. Daaruit blijkt of 5 een bepaalde zender verkeersmededelingen verzorgt. Dit codewoord dat uit een één-bit kan bestaan, kan qp gebruikelijke wijze met behulp van een analoog-digitaal omzetter warden afgeleid van een verkeersmededelingen detektor, die een uitgangssignaal levert als de ontvanger is afgestemd qp een zender die verkeersmededelingen verzorgt.

10 2. In paragraaf E(2) is als voorbeeld aangegeven, dat het interval tussen twee opeenvolgende secundaire up-date cycli ca. 12 seconden kan bedragen. De lengte van dit interval kan echter afhankelijk zijn van de oorzaak die tot het doorlopen van deze secundaire up-date cyclus aanleiding heeft gegeven. Zo kan dit interval bijvoorbeeld 15 tijdens de programmatoets cyclus veel korter zijn.

3. In paragraaf E(3) is opgemerkt dat indien zender B meer meerwegvervorming blijkt te hebben dan zender E, terwijl het niveau codewoord L* (B) groter is dan L' (E), dat dan de ontvanger bij voorkeur toch weer wordt af gestemd qp zender E. In een dergelijke situatie 20 verdient het aanbeveling om niet eerst na ca. 3 tot 4 minuten een nieuwe primaire up-date cyclus te starten, maar veel eerder, bijvoorbeeld reeds na enkele seconden.

25 30 35 8202416

Claims (4)

1. Ontvanger voor het ontvangen van FM-signalen die worden..... uitgezonden door EM-zenders en bevattende: a) een mengschakeling waaraan het ontvangen Μ-signaal en een demo-dulatorsignaal worden toegevoerd voor het opwekken van een meng- 5 schakeling uitgangssignaal; b) een generator voor het oprekken van het demodulatorsignaal met een frequentie die wordt bepaald door een afstemgegeven; c) een eerste geheugenveld met een aantal adresseer bare geheugenlocaties in elk waarvan een afstemgegeven is opgeslagen, waarbij elk af stem- 10 gegeven de frequentie van het demodulatorsignaal en zodoende een bepaalde zender karakteriseert; met het kenmerk, 'dat zij verder is voorzien van: d) een status circuit voor het leveren van een status codewoord en dat een ingang heeft die is gekoppeld met de uitgang van de meng- 15 schakeling; e) een tweede geheugenveld met een aantal adresseerbare geheugenlocaties in elk waarvan een status codewoord is opgeslagen en waarbij elk status codewoord eenduidig is geassocieerd met een afstemgegeven; f) een besturingscircuit voor het: 20 f (a). starten van een up-date cyclus waarin een aantal van de afstemgegevens na elkaar worden toegeveerd aan de generator, ingevolge waarvan door het status circuit voor elk van deze afstemgegevens een bijbehorend nieuwe status codewoord wordt opgewekt en de oorspronkelijke status codewoorden door de 25 nieuwe warden vervangen; f (b). toetsen van de nieuwe status codewoorden aan een vooraf bepaald kriterium, het selekteren van dat afstemgegeven waarvan het bijbehorende status codewoord het beste aansluit aan dat kriterium en het toevoeren van dat afstemgegeven aaru.de 30 generator.

2. Ontvanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het status codewoord een niveau codewoord bevat, ter opwekking waarvan het status circuit is voorzien van: a) een niveau detektor die met een ingang is gekoppeld met de uitgang 35 van de mengschakeling en die een niveau signaal levert waarvan de grootte evenredig is met de amplitude van het uitgangssignaal van de mengschakeling; b) een lineaire analoog-digitaal onzetter voor het cmzetten van het 8202416 EHN 10.372 14 V f 1- niveau signaal in een niveau codewoord dat, afgerond, de verhouding aangeeft tussen de grootte van het niveausignaal en een vast referentiesignaal.

3. Ontvanger volgens conclusie 1, net het kemrerk, dat het g statos codewoord een meerwegvervormings codewoord bevat, ter opwekking waarvan het status circuit is voorzien van: a) een neerwegvervormingsdeteketcr die met een ingang is gekoppeld met de uitgang van de mengschakeling en die een meerwegvervormings-signaal levert waarvan liet niveau afhankelijk is van de meerwegver- 10 vorming van de, door het afstemgegeven gekarakteriseerde, zender; b) middelen voor heticmzetten van dit meerwegvervormingssignaal in een meerwegvervormingscodewoord.

4. Ontvanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde kriterium inhoudt het selekteren van dat afstemgegeven waar- 15 van het bijbehorende status codewoord het grootste niveau codewoord heeft en behoort tot die groep van zenders die het kleinste meerweg-vervomingscodewoord bezitten. 20 25 30 35 8202416