NL2018542B1 - Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten - Google Patents

Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten Download PDF

Info

Publication number
NL2018542B1
NL2018542B1 NL2018542A NL2018542A NL2018542B1 NL 2018542 B1 NL2018542 B1 NL 2018542B1 NL 2018542 A NL2018542 A NL 2018542A NL 2018542 A NL2018542 A NL 2018542A NL 2018542 B1 NL2018542 B1 NL 2018542B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sorting
guide
push
active
change
Prior art date
Application number
NL2018542A
Other languages
English (en)
Inventor
Theodorus Cornelis Vervoort Petrus
Van Toor Fred
Original Assignee
Vanderlande Ind Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vanderlande Ind Bv filed Critical Vanderlande Ind Bv
Priority to NL2018542A priority Critical patent/NL2018542B1/nl
Priority to ES18715992T priority patent/ES2874074T3/es
Priority to US16/493,806 priority patent/US10822178B2/en
Priority to PL18715992T priority patent/PL3595994T3/pl
Priority to PCT/NL2018/050155 priority patent/WO2018169392A1/en
Priority to EP18715992.6A priority patent/EP3595994B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2018542B1 publication Critical patent/NL2018542B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/34Devices for discharging articles or materials from conveyor 
    • B65G47/46Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/84Star-shaped wheels or devices having endless travelling belts or chains, the wheels or devices being equipped with article-engaging elements
    • B65G47/841Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements
    • B65G47/844Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements the article-engaging elements being pushers transversally movable on the supporting surface, e.g. pusher-shoes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2207/00Indexing codes relating to constructional details, configuration and additional features of a handling device, e.g. Conveyors
    • B65G2207/36Pushing shoes on conveyors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Discharge Of Articles From Conveyors (AREA)
  • Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten, de inrichting omvattende een gestel, dragers voor producten, duworganen die langs een drager verplaatsbaar zijn, geleidingsmiddelen met een geleidingsorgaan voor het tijdens transport van de dragers in een transportrichting geleiden van het duworgaan voor het in lengterichting van de drager verplaatsen ervan, ten behoeve van het op een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af bewegen van een product, een voorsorteer-wisselinrichting met een voorsorteer-wisselorgaan voor het in een actieve voorsorteertoestand naar een tweede dwarspositie verplaatsen, dan wel daarin laten blijven, van het duworgaan, een omstelbare wisselinrichting met een wisselorgaan voor het in een actieve toestand ervan verplaatsen van het duworgaan, zodanig dat het geleide-orgaan vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid.

Description

Octrooicentrum
Θ 2018542
(21) Aanvraagnummer: 2018542 (22) Aanvraag ingediend: 17 maart 2017 @ Int. Cl.:
B65G 47/84 (2017.01)
(4^ Aanvraag ingeschreven: (73) Octrooihouder(s):
24 september 2018 Vanderlande Industries B.V. te VEGHEL.
(43) Aanvraag gepubliceerd:
- (72) Uitvinder(s):
Petrus Theodorus Cornells Vervoort
(Tt) Octrooi verleend: te VEGHEL.
24 september 2018 Fred van Toor te VEGHEL.
(45) Octrooischrift uitgegeven:
15 november 2018 (74) Gemachtigde:
ir. J.M.G. Dohmen c.s. te Eindhoven.
54) Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten
Ξ) De uitvinding heeft betrekking op een inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten, de inrichting omvattende een gestel, dragers voor producten, duworganen die langs een drager verplaatsbaar zijn, geleidingsmiddelen met een geleidingsorgaan voor het tijdens transport van de dragers in een transportrichting geleiden van het duworgaan voor het in lengterichting van de drager verplaatsen ervan, ten behoeve van het op een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af bewegen van een product, een voorsorteer-wisselinrichting met een voorsorteer-wisselorgaan voor het in een actieve voorsorteertoestand naar een tweede dwarspositie verplaatsen, dan wel daarin laten blijven, van het duworgaan, een omstelbare wisselinrichting met een wisselorgaan voor het in een actieve toestand ervan verplaatsen van het duworgaan, zodanig dat het geleide-orgaan vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid.
NL Bl 2018542
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Korte aanduiding: Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting, systeem en een werkwijze voor het sorteren van producten.
US 7,516,835 B2 en US 5,217,105 A openbaren ieder een transportinrichting voor objecten, omvattende een gestel met een aantal dragers die samenwerken met duwschoenen die zijwaarts kunnen worden bewogen.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een sorteerinrichting, die het mogelijk maakt om op een hoge snelheid producten uit te sorteren.
Het genoemde doel is bereikt met de inrichting volgens de uitvinding, zoals gedefinieerd in conclusie 1, voor het sorteren van producten, omvattende een gestel, achtereenvolgende langwerpige dragers die een draagvlak voor producten vormen, een aandrijfinrichting voor transport van de dragers in een transportrichting en volgens een eindloos transporttraject, waarbij de lengterichting van de dragers zich dwars op de transportrichting, in een dwarsrichting, uitstrekt. De inrichting omvat verder duworganen die ieder langs een drager verplaatsbaar zijn. Ofwel, iedere drager heeft een bijbehorend duworgaan. leder van de duworganen omvat een duwschoen aan een aan het draagvlak gelegen eerste zijde van de drager, en een met de duwschoen verbonden geleide-orgaan aan een tegenovergelegen tweede zijde van de drager. De inrichting omvat verder geleidingsmiddelen die aan het gestel zijn voorzien, omvattende een met het gestel verbonden stationair geleidingsorgaan dat in hoofdzaak schuin ten opzichte van de transportrichting verloopt, voor het in bedrijf, tijdens transport van de dragers in de transportrichting, geleiden van het geleideorgaan van een duworgaan om zodoende het duworgaan in de lengterichting van de bijbehorende drager te verplaatsen, ten behoeve van het op een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af bewegen van een op het draagvlak gelegen product. Ook omvat de inrichting een voorsorteer-wisselinrichting, die aan het gestel is voorzien, omvattende een voorsorteer-wisselorgaan dat tussen een passieve en een actieve voorsorteertoestand daarvan omstelbaar is en is ingericht voor het in de passieve voorsorteertoestand bewerkstelligen dat een duworgaan in een eerste dwarspositie blijft of daar in de lengterichting van de bijbehorende drager naar toe verplaatst, en voor het in de actieve voorsorteertoestand bewerkstelligen dat een duworgaan in een tweede, andere, dwarspositie blijft of daar in de lengterichting van de bijbehorende drager naar toe verplaatst. De inrichting omvat tevens een stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting voorziene omstelbare wisselinrichting, welke wisselinrichting ter plaatse van een stroomopwaarts einde van het geleidingsorgaan aan het gestel is voorzien en omvattende een wisselorgaan dat tussen een passieve en een actieve toestand daarvan omstelbaar is en is ingericht voor het in de passieve toestand langs het stroomopwaarts einde van het geleidingsorgaan laten passeren van een duworgaan dat zich in de tweede dwarspositie bevindt, en voor het in de actieve toestand, onder invloed van contact tussen een contactvlak van het wisselorgaan en het geleide-orgaan van een duworgaan dat zich in de tweede dwarspositie bevindt, in de lengterichting van de bijbehorende drager verplaatsen van het duworgaan, zodanig dat het geleide-orgaan vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid, waarbij geleide-organen van duworganen die zich in de eerste dwarspositie bevinden buiten het bereik van de wisselinrichting zijn en in bedrijf daarlangs passeren onafhankelijk van de toestand van het wisselorgaan.
De inrichting is in een voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van meer dan een van de genoemde geleidingsmiddelen, elk met een genoemd geleidingsorgaan, en meer dan een van de genoemde stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting voorziene omstelbare wisselinrichtingen, waarbij elke wisselinrichting ter plaatse van een stroomopwaarts einde van het geleidingsorgaan van bij die wisselinrichting behorende geleidingsmiddelen is voorzien en elke wisselinrichting omvattende een genoemd wisselorgaan. De inrichting kan dus meer combinaties van een wisselinrichting met bijbehorende geleidingsmiddelen omvatten, zoals ten behoeve van het ter plaatse van meerdere afvoerlocaties zijwaarts van het draagvlak af kunnen bewegen van een product, en/of ten behoeve van het parallel kunnen uitsorteren van een product, hetgeen hieronder in meer detail zal worden toegelicht.
Een effect van de inrichting volgens de uitvinding is dat het door de aanwezigheid van de voorsorteer-wisselinrichting in aanvulling op de wisselinrichting mogelijk is om enkel die duworganen naar de tweede dwarspositie te verplaatsen of daar te laten blijven die ook daadwerkelijk gebruikt gaan worden om een product uit te sorteren, dat wil zeggen zijwaarts van het draagvlak af te bewegen. Hierdoor kan tussen opeenvolgende duworganen meer ruimte worden gecreëerd, in het bijzonder indien bijvoorbeeld telkens nadat een duworgaan wel naar de tweede dwarspositie is verplaatst of daar is gehouden, het daar direct op volgende duworgaan naar de eerste positie wordt verplaatst of daar wordt gehouden. Dit selectief voorsorteren van duworganen maakt het mogelijk om de snelheid van transport van de dragers met duworganen in de transportrichting, en daarmee van het uitsorteren, te verhogen zonder dat de voor een wisselorgaan van de wisselinrichting beschikbare omsteltijd van of naar de actieve positie ervan te kort wordt. Verplaatsingsmiddelen, zoals solenoids of servomotoren, van het wisselorgaan hoeven daardoor niet ten aanzien van het vermogen ervan te worden vergroot (en/of in schakeltijd te worden verkleind) hetgeen bij inrichtingen volgens de stand der techniek wel aan de orde zou zijn en wat de kosten van de inrichting belangrijk zou verhogen, hetgeen ongewenst is.
Bij de inrichting volgens de uitvinding bevinden de geleidingsmiddelen zich aan een van de eerste dwarspositie af gekeerde zijde van de tweede dwarspositie. Dat wil zeggen, in bovenaanzicht gezien is de eerste dwarspositie aan een zijde van de tweede dwarspositie gelegen en zijn de geleidingsmiddelen aan de andere, tegenovergelegen zijde van de tweede dwarspositie gelegen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting geconfigureerd om de duworganen stroomopwaarts van, dat wil zeggen ten minste direct stroomopwaarts van, de voorsorteer-wisselinrichting in de eerste dwarspositie te laten zijn. In dit geval is het voorsorteer-wisselorgaan dus ingericht voor het in de passieve voorsorteertoestand bewerkstelligen dat een duworgaan in een eerste dwarspositie blijft, en voor het in de actieve voorsorteertoestand bewerkstelligen dat een duworgaan naar de tweede dwarspositie verplaatst, bij voorkeur onder invloed van contact tussen een contactvlak van het voorsorteer-wisselorgaan en het geleideorgaan van het duworgaan.
Ten behoeve van het stroomopwaarts van de voorsorteerwisselinrichting in de eerste dwarspositie laten zijn van de duworganen kan de inrichting een langwerpig, stationair terugstelgeleidingsorgaan omvatten die zodanig aan het gestel is voorzien dat duworganen die zich buiten de eerste dwarspositie bevinden, zoals bijvoorbeeld in de tweede dwarspositie of een weer andere dwarspositie zoals de hieronder genoemde eindpositie, onder invloed van contact tussen het terugstelgeleidingsorgaan en het geleide-orgaan van de duworganen naar de eerste positie verplaatsen. Een dergelijk terugstelgeleidingsorgaan kan bijvoorbeeld aan een onderzijde van de inrichting zijn voorzien, waar de dragers met bijbehorende duworganen langs het eindloze transporttraject, dat dan dus een in een verticaal vlak gezien eindloze baan beschrijft, terug bewegen om aan een stroomopwaarts einde van de inrichting weer in de transportrichting naar de voorsorteer-wisselinrichting te worden getransporteerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een bepalingsinrichting ingericht voor het bepalen van de drager(s) die het gedeelte van het draagvlak vormen waarop een product rust. Daardoor is de bepalingsinrichting dus ook ingericht voor het bepalen van die duworganen waarmee een product ter plaatse van een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af dient te worden bewogen, en daarmee ook voor het bepalen van een positie gezien in de transportrichting van een product op het draagvlak.
Het is hierbij gunstig indien de voorsorteer-wisselinrichting is geconfigureerd om ten behoeve van ten minste een duworgaan van de duworganen, bij voorkeur ten behoeve van ten minste twee duworganen van de duworganen, behorende bij de bepaalde dragers in de actieve voorsorteertoestand te zijn, en om ten behoeve van het duworgaan dat direct stroomopwaarts is gelegen van het meest stroomopwaartse duworgaan van het ten minste ene duworgaan in de passieve voorsorteertoestand te zijn. Dit genereert in geval van parallel uitsorteren maar ook in geval van niet-parallel uitsorteren meer ruimte tussen op de tweede dwarspositie aanwezige duworganen behorende bij verschillende producten, waarvan hierboven reeds effecten zijn aangegeven. Het is hierbij mogelijk om een lengte van het contactvlak van het wisselorgaan, in de transportrichting, groter te laten zijn.
Parallel uitsorteren wil zeggen dat onder gebruikmaking van twee of meer in transportrichting opeenvolgend voorziene wisselinrichtingen tegelijkertijd twee (of meer) duworganen vanuit de tweede dwarspositie naar de geleidingsmiddelen worden verplaatst om daardoor een en hetzelfde product met de ten minste twee duworganen uit te sorteren, ofwel in dwarsrichting van het draagvlak af te bewegen. Als gevolg hiervan kan tijdens het uitsorteren de oriëntatie van het product gelijk blijven aan de oriëntatie waarin het product aanvankelijk op het draagvlak rustte. Bij toepassing van een enkele combinatie van geleidingsmiddelen en bijbehorende wisselinrichting om met twee of meer duworganen een product zijwaarts van het draagvlak af te bewegen, welke twee of meer duworganen dan dus onder gebruikmaking van dezelfde wisselinrichting en geleidingsmiddelen worden verplaatst, wijzigt de oriëntatie van het product wel, hetgeen met niet-parallel uitsorteren wordt aangeduid.
De inrichting kan een besturingsmodule omvatten die is geconfigureerd om het voorsorteer-wisselorgaan te kunnen omstellen tussen de passieve en actieve voorsorteertoestand ervan, en verder is geconfigureerd om het wisselorgaan te kunnen omstellen tussen de passieve en actieve toestand ervan, en die verder met de bepalingsinrichting en aandrijfinrichting kan zijn verbonden, om zodoende het genoemde voorsorteer-wisselorgaan en wisselorgaan in afhankelijkheid van de genoemde bepaling door de bepalingsinrichting, in combinatie met bijvoorbeeld informatie over de transportsnelheid in transportrichting, met de besturingsmodule op het juiste moment te bedienen ten behoeve van het wijzigen van de toestand ervan.
De bepalingsinrichting kan ten behoeve van het genoemde bepalen van dragers die het gedeelte van het draagvlak vormen waarop een product rust zijn geconfigureerd om langs optische weg, zoals via een videocamera, aanwezigheid van een product waar te nemen om zodoende de voor dat product relevante dragers te bepalen.
De voorsorteer-wisselinrichting is in een voorkeursuitvoeringsvorm geconfigureerd om in bedrijf, indien het voorsorteer-wisselorgaan ten behoeve van een stroomafwaarts duworgaan van twee direct opeenvolgende duworganen in de actieve voorsorteertoestand is, ten behoeve van het stroomopwaartse duworgaan van de twee duworganen in de passieve voorsorteertoestand te zijn. Het op deze wijze naar de eerst dwarspositie verplaatsen of daar laten blijven van een duworgaan behorende bij een drager nadat een duworgaan van een daaraan stroomafwaarts grenzende drager wel naar de tweede positie is verplaatst of op die positie is gehouden, genereert meer ruimte tussen op de tweede dwarspositie opeenvolgende duworganen, waarvan hierboven reeds effecten zijn aangegeven. Het is hierbij mogelijk om een lengte van het contactvlak, in de transportrichting, groter te laten zijn ook in geval van het parallel uitsorteren waarbij twee wisselinrichtingen op relatief korte afstand, zoals op twee maal de steek tussen opeenvolgende dragers, opeenvolgend dienen te zijn voorzien. Als gevolg van deze grotere lengte kan het vanuit de tweede dwarspositie naar de geleidingsmiddelen verplaatsen van een duworgaan meer geleidelijk plaatsvinden, hetgeen krachten op het duworgaan en op het wisselorgaan reduceert. Ook in dwarsrichting gerichte krachten, en daardoor tevens dwarsversnelling, op een in dwarsrichting van de drager met het duworgaan te bewegen product dat zich op de tweede dwarspositie bevindt zijn hierdoor lager. Het op deze wijze selectief voorsorteren van duworganen is verder gunstig aangezien hierdoor een lengte van elk van de duworganen, in transportrichting, toch relatief klein kan zijn waardoor bijvoorbeeld kleine producten en/of producten die op een beperkte tussenafstand op het draagvlak zijn gelegen effectief, met voorgesorteerde duworganen, van het draagvlak af kunnen worden bewogen.
Bij voorkeur zijn de wisselinrichting en de voorsorteer-wisselinrichting ingericht om een duworgaan te verplaatsen onder invloed van contact tussen een contactvlak van het wisselorgaan en het geleide-orgaan van het duworgaan.
De achtereenvolgende dragers zijn op een onderlinge steek voorzien. Een lengte van het contactvlak van het wisselorgaan, gezien in transportrichting, is bij voorkeur groter dan de steek. Hierdoor kan het vanuit de tweede dwarspositie naar de geleidingsmiddelen verplaatsen van het duworgaan in hoge mate geleidelijk plaatsvinden, hetgeen krachten op het duworgaan en op het wisselorgaan reduceert.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een aantal van de genoemde wisselinrichtingen, telkens aan een stroomopwaarts einde van bijbehorende geleidingsmiddelen, die op een onderlinge afstand in transportrichting van ten minste twee maal de steek zijn voorzien. Een effect hiervan is dat effectief parallel kan worden uitgesorteerd.
Het geleide-orgaan van ieder duworgaan heeft bij voorkeur een geleidewiel dat om een zich loodrecht op het draagvlak uitstrekkende rotatie-aslijn roteerbaar is, en een geleidepen met een hartlijn die samenvalt met de rotatie-aslijn.
De wisselinrichting is bij voorkeur zodanig geconfigureerd dat, in de actieve stand van het wisselorgaan, in bedrijf het geleidewiel van het geleide-orgaan in contact komt met het contactvlak.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de wisselinrichting een langsgeleiding voor het in transportrichting naar het wisselorgaan geleiden van het geleide-orgaan van een zich in de tweede dwarspositie bevindend duworgaan., welke langsgeleiding zodanig ten opzichte van het wisselorgaan is voorzien, en waarbij de wisselinrichting zodanig is geconfigureerd dat, in de actieve stand van het wisselorgaan, in bedrijf het geleidewiel van het geleide-orgaan in contact komt met het contactvlak. Hierdoor kan een geleide-orgaan effectief en op storingsongevoelige wijze naar het wisselorgaan worden geleid. Doordat volgens de uitvinding de lengte van het contactvlak lang kan worden gekozen is het op een constructief relatief eenvoudige wijze mogelijk om het wisselorgaan in de actieve toestand te laten samenwerken met het geleidewiel en in de passieve toestand het geleidewiel het wisselorgaan te laten passeren, in de tweede dwarspositie. Alternatief is het binnen het kader van de uitvinding op zich denkbaar dat de wisselinrichting zodanig is geconfigureerd dat de geleidepen in contact komt met het contactvlak van het wisselorgaan.
De voorsorteer-wisselinrichting heeft bij voorkeur een voorsorteerlangsgeleiding voor het in transportrichting naar het voorsorteer-wisselorgaan geleiden van het geleide-orgaan van een duworgaan. Deze voorsorteer-langsgeleiding kan zodanig ten opzichte van het voorsorteer-wisselorgaan zijn voorzien, en waarbij de wisselinrichting zodanig kan zijn geconfigureerd dat, bij het verplaatsen van een duworgaan de geleidepen van het geleide-orgaan in contact komt met het voorsorteercontactvlak van het voorsorteer-wisselorgaan. Hierdoor kan een geleide-orgaan effectief en op storingsongevoelige wijze naar het voorsorteer-wisselorgaan worden geleid. Alternatief is het binnen het kader van de uitvinding op zich denkbaar dat de voorsorteer-wisselinrichting zodanig is geconfigureerd dat het geleidewiel in contact komt met het contactvlak van het voorsorteer-wisselorgaan.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het stationair geleidingsorgaan een langwerpig geleidingsprofiel, hetgeen bijvoorbeeld een rail kan zijn.
De geleidingsmiddelen omvatten bij voorkeur een met het gestel verbonden stationair langsgeleidingsorgaan dat parallel aan de transportrichting verloopt en dat zich stroomafwaarts uitstrekt vanaf de voorsorteer-wisselinrichting, ten minste tot de wisselinrichting, en bij aanwezigheid van meerdere wisselinrichtingen langs alle wisselinrichtingen, voor het in bedrijf, tijdens transport van de dragers in de transportrichting, op de tweede dwarspositie geleiden van het geleide-orgaan van een duworgaan. Hierdoor kunnen de duworganen doelmatig op de tweede dwarspositie worden gehouden, of kan althans worden voorkomen dat duworganen terug verplaatsen in de richting van de eerste dwarspositie.
Het is gunstig indien het wisselorgaan twee opeenvolgende wisselelementen omvat die ieder een opeenvolgend deel van het contactvlak bepalen, met welke twee wisselelementen het geleide-orgaan in bedrijf, althans in de actieve toestand, achtereenvolgens in contact is, waarbij de wisselinrichting tevens een verplaatsingsorgaan heeft voor het verplaatsen van ieder van de twee wisselelementen tussen een passieve en een actieve positie ervan, waarbij in de passieve positie het geleide-orgaan buiten het bereik van het wisselelement is, en waarbij in de actieve toestand van het wisselorgaan ten minste een van de twee wisselelementen in de actieve positie ervan is. Hierdoor kan de door elk wisselelement te doorlopen verplaatsing tussen de actieve en passieve positie ervan geringer zijn, hetgeen de eisen, bijvoorbeeld ten aanzien van het vermogen en/of snelheid, van het verplaatsingsorgaan verlaagt.
Het verplaatsingsorgaan is bij voorkeur ingericht voor het onafhankelijk van elkaar tussen de actieve en passieve positie kunnen verplaatsen van de twee wisselelementen. Hierdoor kan met het verplaatsingsorgaan, aangestuurd door de besturingsmodule, de toestand van het stroomopwaartse wisselelement van de twee wisselelementen bijvoorbeeld telkens eerder worden gewijzigd dan het stroomafwaartse wisselelement. Dit wil zeggen dat als een geleidewiel van een duworgaan nog in contact is met het stroomafwaartse wisselelement, dat in de actieve positie is, het stroomopwaartse wisselelement al naar de passieve positie kan worden bewogen, hetgeen aan de orde kan zijn als het op het genoemde geleidewiel volgende geleidewiel in de tweede dwarspositie moet blijven en langs de wisselinrichting moet passeren omdat deze bijvoorbeeld ter plaatse van een verder stroomafwaarts voorziene wisselinrichting dient te worden verplaatst naar de bij die verdere wisselinrichting bijhorende geleidingsmiddelen om daar, dat wil zeggen bij een daar aanwezige afvoerlocatie, een product zijwaarts van het draagvlak af te bewegen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is iedere van de twee wisselelementen als een zwenkarm, ofwel een flipper uitgevoerd en tussen de actieve en passieve positie ervan zwenkbaar om een verticale zwenkaslijn, waarbij het verplaatsingsorgaan is geconfigureerd voor het, roterend om de respectievelijke zwenkaslijn, aandrijven van de wisselelementen. Op deze wijze kunnen de wisselelementen eenvoudig worden verplaatst tussen de passieve en actieve positie. Bovendien zijn draaimomenten als gevolg van contact met het duworgaan door toepassing van de ten minste twee wisselelementen relatief laag.
De respectievelijke zwenkaslijnen zijn bij voorkeur aan van elkaar afgelegen uiteinden van de flippers voorzien en waarbij in de actieve positie de vrije uiteinden van de flippers zodanig op elkaar aansluiten dat het contactvlak een continu verloop heeft langs de flippers.
Bij voorkeur omvat de aandrijfinrichting een eindloos aandrijfbaar flexibel transportorgaan, zoals een ketting, waarbij de achtereenvolgende dragers met het transportorgaan zijn gekoppeld.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze, volgens conclusie 18, voor het onder gebruikmaking van een bovenomschreven inrichting volgens de uitvinding sorteren van producten, omvattende
a) het met een toevoerinrichting op het draagvlak van de inrichting toevoeren van een stroom van te sorteren producten,
b) het met de aandrijfinrichting van de inrichting in de transportrichting en volgens een eindloos transporttraject transporteren van de dragers,
c) ten behoeve van het op een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af, tot op een afvoerinrichting, bewegen van een op het draagvlak gelegen product van de stroom van producten, het c1) met de voorsorteer-wisselinrichting, in de actieve voorsorteertoestand van het voorsorteer-wisselorgaan, bewerkstelligen dat een duworgaan waarmee het product zijwaarts van het draagvlak af dient te worden bewogen in de tweede dwarspositie blijft of daar naar toe verplaatst, c2) met de stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting voorziene wisselinrichting, in de actieve toestand van het wisselorgaan ervan, onder invloed van contact tussen een contactvlak van het wisselorgaan en het geleideorgaan van het duworgaan, dat zich in de tweede dwarspositie bevindt, in de lengterichting van de bijbehorende drager verplaatsen van het duworgaan, zodanig dat het geleide-orgaan vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid om zodoende het duworgaan in de lengterichting van de bijbehorende drager te verplaatsen om daarmee het product zijwaarts van het draagvlak af te bewegen, en
d) het met de bij die afvoerlocatie behorende afvoerinrichting afvoeren van het product.
Duworganen die niet dienen te worden gebruikt om een product zijwaarts van het draagvlak af te bewegen worden met de voorsorteer-wisselinrichting, in de passieve voorsorteertoestand van het voorsorteer-wisselorgaan in de eerste dwarspositie gehouden of daar naar toe verplaatst.
De besturingsmodule van de inrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur geconfigureerd voor het in bedrijf uitvoeren van de hierboven genoemde stappen volgens de werkwijze volgens de uitvinding, in het bijzonder de stappen b en c.
Bij voorkeur omvat de werkwijze ten behoeve van stap c1:
- het met een bepalingsinrichting bepalen van dragers die het gedeelte van het draagvlak vormen waarop een product rust,
- het ten behoeve van ten minste een duworgaan van de duworganen behorende bij de bepaalde dragers in de actieve voorsorteertoestand laten zijn van het voorsorteer-wisselorgaan van de voorsorteer-wisselinrichting, en
- het ten behoeve van het duworgaan dat direct stroomopwaarts is gelegen van het meest stroomopwaartse duworgaan in de passieve voorsorteertoestand laten zijn van het voorsorteer-wisselorgaan. Hierdoor dat direct stroomopwaartse duworgaan in de eerste dwarspositie vervolgens langs de wisselinrichting, buiten het bereik ervan, passeren.
Het is verder gunstig ten behoeve van stap c1 om, indien het voorsorteer-wisselorgaan ten behoeve van een stroomafwaarts duworgaan van twee direct opeenvolgende duworganen in de actieve voorsorteertoestand is, het voorsorteer-wisselorgaan ten behoeve van het stroomopwaartse duworgaan van die twee duworganen in de passieve voorsorteertoestand te laten zijn.
In een uitvoeringsvorm wordt volgens de werkwijze de stroom van producten zodanig op het draagvlak van de inrichting toegevoerd dat een zijde van de producten die aan de zijde van de duworganen is gelegen zich op een zodanige dwarspositie bevindt dat duworganen die zich in de tweede dwarspositie bevinden de producten juist raken, of nog net niet raken.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een systeem, volgens conclusie 17, voor het bij voorkeur volgens de werkwijze volgens de uitvinding, sorteren van producten omvattende een bovenomschreven inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Voordelen van de werkwijze en het systeem volgens de uitvinding zijn analoog aan de bovengenoemde voordelen van de inrichting volgens de uitvinding. Voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding, zoals boven omschreven, zijn analoog toepasbaar bij de werkwijze en het systeem volgens de uitvinding.
De onderhavige uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de navolgende schematische figuren, waarin:
- Figuur 1 in bovenaanzicht een deel van een systeem met een inrichting volgens de onderhavige uitvinding toont,
- Figuur 2 doorsnede ll-ll volgens figuur 1 toont,
- Figuur 3 in bovenaanzicht schematisch enkele onderdelen van en dwarsposities in de inrichting volgens figuur 1 toont, en
- Figuur 4 in meer detail enkele onderdelen van de inrichting volgens figuur 1 toont.
Figuur 1 toont een sorteerinrichting 1 als voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting 1 heeft achtereenvolgende langwerpige dragers 2 (enkel enige van de in figuur 1 getoonde dragers zijn van een verwijzingscijfer voorzien) die in bedrijf van de inrichting 1 in een transportrichting 4 volgens een eindloos transporttraject 6 worden getransporteerd. De dragers 2 strekken zich met hun lengterichting dwars op de transportrichting 6, ofwel in een dwarsrichting 8 uit. De dragers 2 vormen een draagvlak 12 voor producten 10, althans aan de bovenzijde (zoals hieronder nog wordt toegelicht) van de inrichting.
De inrichting 1 maakt deel uit van een systeem 100 voor het sorteren van producten 10. Het systeem 100 heeft verder een toevoerinrichting 101 voor het aan het draagvlak 12 van de inrichting 1 toevoeren van een stroom van te sorteren producten 10, en een aantal afvoerinrichtingen 102 die ter plaatse van respectievelijke afvoerlocaties 14 aansluiten op de inrichting 1. Met de inrichting 1 kunnen producten 10, bijvoorbeeld te verzenden pakketten, worden gesorteerd zoals op opdracht of verzendbestemming, waartoe elke van de afvoerinrichtingen kan zijn toegekend aan de opdracht dan wel verzendbestemming. De toevoerinrichting 101 kan een transporteur omvatten. Alternatief kan de toevoerinrichting bijvoorbeeld een toevoerstation zijn ter plaatse waarvan producten handmatig op de inrichting 1 worden geplaatst. De afvoerinrichting 102 kan een chute ofwel glijgoot, of bijvoorbeeld een transporteur, omvatten waarop producten terecht komen als deze van het draagvlak 12 af worden bewogen zoals hieronder in detail zal worden toegelicht.
De dragers 2 zijn onderling via koppelplaten 30 (zie figuur 2) door een transportketting 26 verbonden. De dragers 2 zijn onderling op een steek p voorzien. De dragers 2 kunnen in een eindloze baan bewegen, ofwel worden getransporteerd. Aan een bovenzijde, of althans een hogere zijde, van de inrichting 1, waar de dragers het draagvlak vormen, bewegen de dragers 2 in de transportrichting 4, waarna deze aan een stroomafwaarts einde van de inrichting 1, waar een kettingwiel voor de transportketting is voorzien (niet in de figuren getoond), rond het kettingwiel neerwaarts bewegen en vervolgens tegen de transportrichting in aan een lagere zijde van de inrichting 1 bewegen (duworgaan 20’ in figuur 2). Dit teruggaand deel van het transporttraject is met de streep-streep pijl 6’ aangeduid in figuur 1. Ter plaatse van een stroomopwaarts einde van de inrichting 1, waar de toevoerinrichting 101 op de inrichting 1 aansluit, bewegen de dragers, rond een daar voorzien kettingwiel (niet in de figuren getoond), naar boven toe waarna de dragers weer in transportrichting bewegen om producten, op het draagvlak 12, vanaf het stroomopwaarts einde in de richting van het stroomafwaarts einde te transporteren. De inrichting 1 heeft een aandrijfinrichting 7 (enkel zeer schematisch getoond in figuur 1) voor het zodanig aandrijven van de dragers 2 dat deze, althans aan de bovenzijde van de inrichting waar de dragers 2 het draagvlak 12 vormen, in de transportrichting 4 bewegen. De aandrijfinrichting 7 kan een aandrijfmotor omvatten voor een roterend aandrijven van bijvoorbeeld een of beide genoemde kettingwielen en/of additionele kettingwielen. De inrichting heeft een gestel 5 met een loopvlak 29 waaroverheen loopwielen 28 afrollen die met de dragers 2, meer specifiek met de koppelbeugels 30, zijn verbonden.
De inrichting 1 heeft duworganen 20 die ieder langs een drager 2 verplaatsbaar zijn. In figuren 1 en 4 zijn enkele van de getoonde duworganen van een verwijzingscijfer voorzien, leder van de duworganen 20 omvat een duwschoen 22 aan een aan het draagvlak 12 gelegen eerste, bovenzijde, van de drager 2, en een met de duwschoen verbonden geleide-orgaan 24 aan een tegenovergelegen tweede, onderzijde van de drager 2. De duwschoenen 22 steken, zoals figuur 2 toont, boven het draagvlak 12 uit en kunnen dus worden gebruikt om een product 10 in dwarsrichting van het draagvlak 12 te verplaatsen, dat wil zeggen opzij te duwen. In het aanzicht volgens figuur 2 kan met de getoonde duwschoenen 22 een product naar links toe over het draagvlak 12 worden verplaatst.
De inrichting 1 heeft per afvoerlocatie 14 geleidingsmiddelen 32 met een bijbehorende wisselinrichting 34, en verder een voorsorteer-wisselinrichting 36, waarbij in bedrijf via de toevoerinrichting 101 op het draagvlak 12 toegevoerde producten 10 elk ter plaatse van een afvoerlocatie 14 van het draagvlak af kunnen worden bewogen, onder gebruikmaking van een van de voorsorteer-wisselinrichting 36 en de bij die afvoerlocatie behorende wisselinrichting 34. In de getoonde figuren zijn drie opeenvolgende afvoerlocaties 14 getoond. Ten behoeve van elk ervan is een paar van geleidingsmiddelen 32 met elk een bijbehorende wisselinrichting 34 voorzien. Hierdoor kunnen producten 10 parallel worden uitgesorteerd naar een afvoerinrichting 102. Dit wil zeggen dat de oriëntatie van het product gelijk kan blijven aan de oriëntatie waarin het product op het draagvlak 12 ligt, zoals figuur 1 toont. Dit komt doordat een product, althans in het getoonde voorbeeld, tegelijk met twee duworganen 20 in de dwarsrichting wordt verplaatst. Binnen het kader van de uitvinding kan per afvoerlocatie ook een enkele, of meer dan twee, geleidingsmiddelen en bijbehorend(e) wisselinrichting(en) zijn voorzien. Bij toepassing van een enkele combinatie van geleidingsmiddelen en bijbehorende wisselinrichting wordt niet-parallel uitgesorteerd en wijzigt tijdens het uitsorteren de oriëntatie van het product wel, en zodanig dat een zijde van het product in hoofdzaak parallel wordt aan de uitstrekkingsrichting van de geleidingsmiddelen.
De geleidingsmiddelen 32, die aan het gestel zijn voorzien, omvatten een met het gestel 5 verbonden stationair geleidingsorgaan gevormd door een langwerpig geleidingsprofiel 38 dat in hoofdzaak schuin ten opzichte van de transportrichting 4 verloopt, voor het in bedrijf, tijdens transport van de dragers 2 in de transportrichting 4, geleiden van het geleide-orgaan 24 van een duworgaan 20 om zodoende het duworgaan 20 in de lengterichting van de bijbehorende drager 2, ofwel in dwarsrichting 8, te verplaatsen, ten behoeve van het op een afvoerlocatie 14 zijwaarts van het draagvlak 12 af bewegen van een op het draagvlak gelegen product 10. De geleidingsmiddelen 32 hebben verder een bochtstuk 40 aan het stroomafwaarts einde van het geleidingsprofiel 38. Hierdoor wordt aan het einde van de dwarsbeweging van het duworgaan 20, het duworgaan 20 geleidelijk naar een eindpositie in de dwarsrichting geleid, welke eindpositie in figuur 3 door de lijn met verwijzingscijfer 42 is aangeduid. In figuur 2 is het meest linksboven, met een streepstreep lijn getekende duworgaan 20 in de genoemde eindpositie 42. Bij het, aan de onderzijde van de inrichting, terug bewegen van de dragers 2 worden de duworganen 20, voor zover nodig, met behulp van een bovengenoemd terugstelgeleidingsorgaan, indien nodig vanuit deze eindpositie 42 (het met streep-streeplijnen getekende duworgaan linksonder in figuur 2 bevindt zich in deze eindpositie 42) weer naar een eerste dwarspositie bewogen (duworgaan 20’ rechtsonder in figuur 2) De eerste dwarspositie is aangeduid door de lijn met verwijzingscijfer 44 in figuur 3. Het geleideorgaan 24 van elk duworgaan 20 heeft een geleidewiel 46 dat om een zich loodrecht op het draagvlak 12 uitstrekkende rotatie-aslijn 47 roteerbaar is, en een geleidepen 48 met een hartlijn die samenvalt met de rotatie-aslijn 47. Het geleidingsprofiel 38 is zodanig aan het gestel 5 voorzien dat het geleidewiel 46 in contact is met het geleidingsprofiel 38. Zoals figuren 1 en 3 tonen strekken de geleidingsprofielen 38 van de ten behoeve van een afvoerlocatie 14 voorziene geleidingsmiddelen zich onderling parallel, onder een hoek van ongeveer 25 graden ten opzichte van de transportrichting 4, en in transportrichting op een onderlinge afstand van twee maal de steek tussen achtereenvolgende dragers 2 uit, ten behoeve van het parallel uitsorteren zoals boven omschreven.
De inrichting 1 heeft verder een voorsorteer-wisselinrichting 36 omvattende een voorsorteer-wisselorgaan 50 dat tussen een passieve en een actieve voorsorteertoestand daarvan omstelbaar is en is ingericht voor het in de passieve voorsorteertoestand langs het voorsorteer-wisselorgaan 50 laten passeren van een zich in een eerste dwarspositie 44 bevindend duworgaan 20, ofwel het in de eerste dwarspositie 44 laten blijven van het duworgaan, en voor het in de actieve voorsorteertoestand, onder invloed van contact tussen een voorsorteer-contactvlak 52 van het voorsorteer-wisselorgaan 50 en het geleide-orgaan 24, meer specifiek de geleidepen 48, van een duworgaan 20, in de lengterichting van de bijbehorende drager 2 van de eerste dwarspositie 44 naar een tweede dwarspositie 45 verplaatsen van het duworgaan 2. In figuur 4 is een aantal duworganen 20 in onderling verschillende dwarsposities getoond. De met verwijzingscijfer 20 aangeduide duworganen bevinden zich in de eerste dwarspositie 44. Een met toevoeging a achter het verwijzingscijfer aangeduid duworgaan 20 is juist in contact met het contactvlak 52 van het voorsorteerwisselorgaan 50 om te worden verplaatst van de eerste dwarspositie 44 naar de tweede dwarspositie 45. Met toevoeging b achter het verwijzingscijfer aangeduide duworganen 20 zijn met gebruikmaking van het voorsorteer-wisselorgaan 50 verplaatst van de eerste dwarspositie 44 naar de tweede dwarspositie 45. Zie ook figuur 2.
De voorsorteer-wisselinrichting 36 heeft verder een voorsorteerlangsgeleiding 54 voor het in transportrichting 4 naar het voorsorteer-wisselorgaan 50 geleiden van de geleidepen 48 van een zich in de eerste dwarspositie bevindend duworgaan 20. De voorsorteer-langsgeleiding 54 is zodanig ten opzichte van het voorsorteer-wisselorgaan 50 voorzien dat, in de actieve voorsorteer-toestand van het voorsorteer-wisselorgaan 50, in bedrijf de geleidepen 48 van het geleide-orgaan 24 in contact komt met het voorsorteer-contactvlak 52. De voorsorteer-langsgeleiding 54 is aan een stroomopwaarts einde ervan in enige mate verwijd zodanig dat deze een trechtervormige constructie heeft. Als gevolg hiervan worden ook duworganen 20 die om wat voor reden dan ook een weinig naast de eerste dwarspositie 44 zijn, ook effectief in de eerste dwarspositie 44 naar het voorsorteer-wisselorgaan 52 geleid.
De inrichting omvat verder een bepalingsinrichting 70 ingericht voor het bepalen van de drager(s) 2 die het gedeelte van het draagvlak 12 bepalen waarop een product 10 rust. De inrichting 1 omvat verder een besturingsmodule 80 die is geconfigureerd om het voorsorteer-wisselorgaan 36 te kunnen omstellen tussen de passieve en actieve voorsorteertoestand ervan, en verder is geconfigureerd om de wisselorganen 34 elk onafhankelijk te kunnen omstellen tussen de passieve en actieve toestand ervan, en die verder met de bepalingsinrichting 70 en aandrijfinrichting 7 is verbonden, om zodoende het genoemde voorsorteer-wisselorgaan en wisselorgaan in afhankelijkheid van de genoemde bepaling door de bepalingsinrichting 70, in combinatie met informatie over de transportsnelheid in transportrichting 4, met de besturingsmodule 80 op het juiste moment te bedienen ten behoeve van het wijzigen van de toestand ervan.
Elk van de stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting 36 voorziene omstelbare wisselinrichtingen 34 is ter plaatse van een stroomopwaarts einde 39 van een bij die wisselinrichting behorend geleidingsorgaan 32 voorzien. Elk van deze wisselinrichtingen 34 omvat een wisselorgaan 56 dat tussen een passieve en een actieve toestand daarvan omstelbaar is. Het is ingericht voor het in de passieve toestand langs het stroomopwaarts einde 39 van het geleidingsorgaan af laten passeren van een duworgaan dat zich in de tweede dwarspositie 45 bevindt. Ofwel dat duworgaan blijft dus in de tweede dwarspositie 45 en kan door een stroomafwaartse wisselinrichting worden verplaatst naar bij die wisselinrichting behorende geleidingsmiddelen om zodoende daar een product van het draagvlak af te bewegen. Bij dergelijke zich in de tweede dwarspositie bevindende duworganen 20 is in figuur 4 de letter b aan het verwijzingscijfer toegevoegd. Het wisselorgaan 56 is verder geschikt voor het in de actieve toestand, onder invloed van contact tussen een contactvlak 58 van het wisselorgaan 56 en het geleide-orgaan 24, meer specifiek het geleidewiel 46 daarvan, van een duworgaan 20 dat zich in de tweede dwarspositie 45 bevindt, in de lengterichting van de bijbehorende drager 2 verplaatsen van het duworgaan 20, zodanig dat het geleidewiel 46 vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid. In figuur 4 is een duworgaan 20 getoond (het duworgaan 20 met de toevoeging c achter het verwijzingscijfer) waarvan het geleidingswiel 46 in contact is met het contactvlak 58, dat wil zeggen daarlangs afrolt, om vervolgens door het geleidingsprofiel 38 te worden geleid. In figuur 4 is het wisselorgaan 56 in de actieve toestand ervan getoond.
Het wisselorgaan 56 heeft twee opeenvolgende wisselelementen uitgevoerd als flippers 57, die ieder een opeenvolgend deel van het contactvlak 58 bepalen. In de actieve toestand is het geleidewiel 46 achtereenvolgens in contact met de twee flippers 57. De flippers 57 zijn tussen een actieve en passieve positie ervan zwenkbaar om een verticale zwenkaslijn 59. De wisselinrichting 34 heeft verder een verplaatsingsorgaan in de vorm van een werkzaam met de besturingsmodule 80 verbonden en daardoor aangestuurde servomotor 60 per flipper 57 voor het roterend aandrijven van de flipper voor het zodoende door middel van een zwenkbeweging verplaatsen van ieder van de twee flippers 57 tussen de passieve en de actieve positie ervan. In de passieve positie zijn de wisselelementen 57 buiten het bereik van het geleidewiel 46. Deze passieve positie van de wisselelementen 57 is in figuur 4 met de stippellijn aangegeven. De respectievelijke zwenkassen van de flippers zijn aan van elkaar afgelegen uiteinden van de flippers 57 voorzien. In de actieve positie sluiten de vrije uiteinden van de flippers 57 zodanig op elkaar aan dat het contactvlak 58 een continu verloop heeft langs de flippers. Deze actieve positie is in figuur 4 getoond (met doorgetrokken lijnen). In de actieve toestand van het wisselorgaan 56 is ten minste een van de flippers in de actieve positie ervan. In gebruik kan de stroomopwaartse van de twee flippers 57, ofwel in het aanzicht volgens figuur 4 de linker flipper, al in de actieve positie zijn voor het daarlangs geleiden van het geleidewiel 46 terwijl de stroomafwaartse flipper nog in de passieve positie is. Analoog kan nadat het geleidewiel 46 het door de stroomopwaartse flipper gevormd deel van het contactvlak 58 is gepasseerd, deze flipper alweer naar de passieve positie ervan worden gezwenkt terwijl, ten behoeve van het daarlangs naar het geleidingsprofiel toe geleiden van het geleidewiel, de stroomafwaartse flipper nog in de actieve positie wordt gehouden. Bij voorkeur echter is het verplaatsingsorgaan ingericht voor het gelijktijdig tussen de actieve en passieve positie verplaatsen van de twee flippers 57.
Verder heeft de wisselinrichting een langsgeleiding 62 voor het in transportrichting 4, in de tweede dwarspositie 45, naar het wisselorgaan 56 geleiden van het geleidewiel 46.
De geleidingsmiddelen 32 hebben verder een met het gestel 5 verbonden stationair langsgeleidingsorgaan in de vorm van een langsgeleidingsprofiel 64 dat zich op de tweede dwarspositie 45 parallel aan de transportrichting 4 uitstrekt, dat wil zeggen, dat is gepositioneerd voor het op de tweede dwarspositie 45 geleiden van geleidewielen 46 van duworganen 20. Het langsgeleidingsprofiel 64 strekt zich stroomafwaarts uit vanaf de voorsorteer-wisselinrichting 36, ten minste tot de wisselinrichting 34. In het in de figuren getoonde voorbeeld strekt het langsgeleidingsprofiel 64 zich stroomafwaarts vanaf de voorsorteer-wisselinrichting 36 uit over de gehele (resterende) lengte van de inrichting 1. Telkens is het langsgeleidingsprofiel 64 ter plaatse van een wisselinrichting 34 onderbroken om ruimte te maken voor de stroomopwaartse flipper 57 en langsgeleiding 62 van die wisselinrichting 34.
Zoals met name in figuur 4 zichtbaar zijn geleide-organen 24 van duworganen 20 die zich in de eerste dwarspositie 44 bevinden buiten het bereik van de wisselinrichting 34 en passeren in bedrijf daarlangs onafhankelijk van de toestand van het wisselorgaan 56.
In bedrijf is de voorsorteer-wisselinrichting 36 geconfigureerd om telkens enkel een stroomafwaarts duworgaan 20 van twee direct opeenvolgende duworganen 20 van de eerste dwarspositie 44 naar de tweede dwarspositie 45 langs de drager 2 te verplaatsen, in de actieve voorsorteertoestand van het voorsorteerwisselorgaan 50, en uiteraard indien het betreffende stroomafwaartse duworgaan 20 dient te worden gebruikt om een product 10 van het draagvlak af te bewegen. Zie hiervoor ook figuur 4. Er wordt dus enkel een duworgaan 20 naar de tweede dwarspositie 45 verplaatst indien het duworgaan 20 benodigd is om een product uit te sorteren, ofwel met behulp van het duworgaan 20 in dwarsrichting van het draagvlak 12 af te verplaatsen. Als gevolg van dit selectief voorsorteren van duworganen is er meer ruimte, zoals constructief alsook in tijd, voor het verschaffen van de wisselinrichting 34 dan wel het schakelen met de wisselinrichting, ofwel het tussen de actieve en passieve positie verplaatsen van het wisselorgaan 56. De lengte van het contactvlak 58 van het wisselorgaan 56, gezien in transportrichting 4, is daardoor langer dan de steek tussen twee achtereenvolgende dragers 2, zoals figuur 4 toont. Hierdoor kan het vanuit de tweede dwarspositie 45 naar het geleidingsprofiel 38 afbuigen van het geleidingswiel 46 meer geleidelijk plaatsvinden, hetgeen krachten op het geleidingswiel 46 en op het wisselorgaan 56 reduceert. In het voorbeeld volgens de figuren is de lengte van het contactvlak 58 van de wisselelementen 57 tussen anderhalf en twee maal de steek.
Vanwege het bovenomschreven selectief naar de tweede dwarspositie verplaatsen van duworganen, is ten behoeve van het parallel uitsorteren een tweede combinatie van een wisselinrichting 34 en geleidingsmiddelen 32 op een onderlinge afstand in transportrichting 4 van twee maal de steek voorzien. Zie figuur
3.
In bedrijf worden producten 10 zodanig op het draagvlak 12 van de inrichting 1 geplaatst dat een zijde van de producten 10 die aan de zijde van de duworganen, die zich aan het stroomopwaarts einde van de inrichting dus in de eerste dwarspositie bevinden, is gelegen zich op een zodanige dwarspositie bevindt dat duworganen 20 die zich, stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting in de tweede dwarspositie 45 bevinden juist, of nog net niet, in contact komen met het product 10, en dus in de eerste positie 44 nog vrij zijn van het product. Hierdoor kan de verplaatsing van de betreffende duworganen 20 met de voorsorteer-wisselinrichting 36 eenvoudig en snel plaats vinden, en daarmee over een korte benodigde afstand in transportrichting 4, aangezien er dan (nog) geen krachten op de duwschoen 22 van de duworganen worden uitgeoefend. Het vanuit de tweede dwarspositie 45 met het wisselorgaan 56 in dwarsrichting naar het geleidingsprofiel 38 geleiden van duworganen 20 gaat hierdoor ook gepaard zonder of althans met belangrijk mindere impact van de duwschoenen 22 op te verplaatsen producten, aangezien de duwschoen 22 dus al ten minste nagenoeg in contact is met een product 10.
Volgens de uitvinding wordt ten behoeve van het op een afvoerlocatie 14 zijwaarts van het draagvlak af, tot op een afvoerinrichting 102, bewegen van een op het draagvlak 12 gelegen product 10 van de stroom van producten, met de voorsorteer-wisselinrichting 36, in de actieve voorsorteertoestand van het voorsorteerwisselorgaan 52, een duworgaan 20 waarmee dat product later, ter plaatse van de afvoerlocatie, zijwaarts van het draagvlak af dient te worden bewogen naar de tweede dwarspositie verplaatst. Telkens indien het voorsorteer-wisselorgaan ten behoeve van een stroomafwaarts duworgaan van twee direct opeenvolgende duworganen in de actieve voorsorteertoestand is, is het ten behoeve van het stroomopwaartse duworgaan van die twee duworganen in de passieve voorsorteertoestand zodat dit laatstgenoemde duworgaan in de eerste dwarspositie blijft en daarmee dus ook niet kan worden gebruikt om een product van het draagvlak af te bewegen.
Vervolgens wordt met een van de stroomafwaarts van de voorsorteerwisselinrichting 36 voorziene wisselinrichtingen 34, in de actieve toestand van het wisselorgaan 56 van die wisselinrichting 34, het genoemde duworgaan waarmee een product bij die betreffende wisselinrichting 34 zijwaarts van het draagvlak af te dient 5 te worden bewogen, in de lengterichting van de bijbehorende drager verplaatst, zodanig dat het geleide-orgaan van dat duworgaan 20 vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid om zodoende het duworgaan in de lengterichting van de bijbehorende drager te verplaatsen om daarmee het product zijwaarts van het draagvlak af te bewegen. Tenslotte wordt het betreffende product met de bij die 10 afvoerlocatie behorende afvoerinrichting verder afgevoerd.

Claims (21)

  1. CONCLUSIES
    1. Inrichting voor het sorteren van producten, omvattende een gestel, achtereenvolgende langwerpige dragers die een draagvlak voor producten vormen, een aandrijfinrichting voor transport van de dragers in een transportrichting en volgens een eindloos transporttraject, waarbij de lengterichting van de dragers zich dwars op de transportrichting, in een dwarsrichting, uitstrekt, duworganen die ieder langs een drager verplaatsbaar zijn, ieder van de duworganen omvattende een duwschoen aan een aan het draagvlak gelegen eerste zijde van de drager, en een met de duwschoen verbonden geleide-orgaan aan een tegenovergelegen tweede zijde van de drager, geleidingsmiddelen die aan het gestel zijn voorzien, omvattende een met het gestel verbonden stationair geleidingsorgaan dat in hoofdzaak schuin ten opzichte van de transportrichting verloopt, voor het in bedrijf, tijdens transport van de dragers in de transportrichting, geleiden van het geleide-orgaan van een duworgaan om zodoende het duworgaan in de lengterichting van de bijbehorende drager te verplaatsen, ten behoeve van het op een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af bewegen van een op het draagvlak gelegen product, een voorsorteer-wisselinrichting, die aan het gestel is voorzien, omvattende een voorsorteer-wisselorgaan dat tussen een passieve en een actieve voorsorteertoestand daarvan omstelbaar is en is ingericht voor het in de passieve voorsorteertoestand bewerkstelligen dat een duworgaan in een eerste dwarspositie blijft of daar in de lengterichting van de bijbehorende drager naar toe verplaatst, en voor het in de actieve voorsorteertoestand bewerkstelligen dat een duworgaan in een tweede, andere, dwarspositie blijft of daar in de lengterichting van de bijbehorende drager naar toe verplaatst, een stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting voorziene omstelbare wisselinrichting, welke wisselinrichting ter plaatse van een stroomopwaarts einde van het geleidingsorgaan aan het gestel is voorzien en omvattende een wisselorgaan dat tussen een passieve en een actieve toestand daarvan omstelbaar is en is ingericht voor het in de passieve toestand langs het stroomopwaarts einde van het geleidingsorgaan laten passeren van een duworgaan dat zich in de tweede dwarspositie bevindt, en voor het in de actieve toestand, onder invloed van contact tussen een contactvlak van het wisselorgaan en het geleideorgaan van een duworgaan dat zich in de tweede dwarspositie bevindt, in de lengterichting van de bijbehorende drager verplaatsen van het duworgaan, zodanig dat het geleide-orgaan vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid, waarbij geleide-organen van duworganen die zich in de eerste dwarspositie bevinden buiten het bereik van de wisselinrichting zijn en in bedrijf daarlangs passeren onafhankelijk van de toestand van het wisselorgaan.
  2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende een bepalingsinrichting ingericht voor het bepalen van dragers die het gedeelte van het draagvlak vormen waarop een product rust, waarbij de voorsorteer-wisselinrichting is geconfigureerd om
    - ten behoeve van ten minste een duworgaan van de duworganen behorende bij de bepaalde dragers in de actieve voorsorteertoestand te zijn, en om
    - ten behoeve van het duworgaan dat direct stroomopwaarts is gelegen van het meest stroomopwaartse duworgaan van het ten minste ene duworgaan in de passieve voorsorteertoestand te zijn.
  3. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de voorsorteerwisselinrichting is geconfigureerd om in bedrijf, indien het voorsorteer-wisselorgaan ten behoeve van een stroomafwaarts duworgaan van twee direct opeenvolgende duworganen in de actieve voorsorteertoestand is, ten behoeve van het stroomopwaartse duworgaan van die twee duworganen in de passieve voorsorteertoestand te zijn.
  4. 4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de wisselinrichting en de voorsorteer-wisselinrichting zijn ingericht om een duworgaan te verplaatsen onder invloed van contact tussen een contactvlak van het wisselorgaan en het geleide-orgaan van het duworgaan.
  5. 5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de achtereenvolgende dragers op een onderlinge steek zijn voorzien, waarbij een lengte van het contactvlak van het wisselorgaan, gezien in transportrichting, groter is dan de steek.
  6. 6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de achtereenvolgende dragers op een onderlinge steek zijn voorzien, de inrichting omvattende een aantal van de genoemde wisselinrichtingen, telkens aan een stroomopwaarts einde van bijbehorende geleidingsmiddelen, die op een onderlinge afstand in transportrichting van ten minste twee maal de steek zijn voorzien.
  7. 7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het geleide-orgaan van ieder duworgaan een geleidewiel heeft dat om een zich loodrecht op het draagvlak uitstrekkende rotatie-aslijn roteerbaar is, en een geleidepen heeft met een hartlijn die samenvalt met de rotatie-aslijn.
  8. 8. Inrichting volgens conclusie 4 en 7, waarbij de wisselinrichting een langsgeleiding heeft voor het in transportrichting naar het wisselorgaan geleiden van het geleide-orgaan van een zich in de tweede dwarspositie bevindend duworgaan, welke langsgeleiding zodanig ten opzichte van het wisselorgaan is voorzien dat, in de actieve stand van het wisselorgaan, in bedrijf het geleidewiel van het geleide-orgaan in contact komt met het contactvlak.
  9. 9. Inrichting volgens conclusie 4 en volgens conclusie 6 of 7, waarbij de voorsorteer-wisselinrichting een voorsorteer-langsgeleiding heeft voor het in transportrichting naar het voorsorteer-wisselorgaan geleiden van het geleide-orgaan van een duworgaan, welke voorsorteer-langsgeleiding zodanig ten opzichte van het voorsorteer-wisselorgaan is voorzien, en waarbij het voorsorteer-wisselorgaan zodanig is geconfigureerd, dat bij het verplaatsen van een duworgaan de geleidepen van het geleide-orgaan in contact komt met het voorsorteer-contactvlak van het voorsorteer-wisselorgaan.
  10. 10. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het stationair geleidingsorgaan een langwerpig geleidingsprofiel omvat.
  11. 11. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de geleidingsmiddelen een met het gestel verbonden stationair langsgeleidingsorgaan omvatten dat parallel aan de transportrichting verloopt en zich stroomafwaarts uitstrekt vanaf de voorsorteer-wisselinrichting, ten minste tot de wisselinrichting, voor het in bedrijf, tijdens transport van de dragers in de transportrichting, op de tweede dwarspositie geleiden van het geleide-orgaan van een duworgaan.
  12. 12. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het wisselorgaan twee opeenvolgende wisselelementen omvat die ieder een opeenvolgend deel van het contactvlak bepalen, met welke twee wisselelementen het geleide-orgaan in bedrijf, althans in de actieve toestand, achtereenvolgens in contact is, waarbij de wisselinrichting tevens een verplaatsingsorgaan heeft voor het verplaatsen van ieder van de twee wisselelementen tussen een passieve en een actieve positie ervan, waarbij in de passieve positie het wisselelement buiten het bereik van het geleide-orgaan is, en waarbij in de actieve toestand van het wisselorgaan ten minste een van de twee wisselelementen in de actieve positie ervan is/zijn.
  13. 13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij iedere van de twee wisselelementen als een flipper is uitgevoerd en tussen de actieve en passieve positie ervan zwenkbaar is om een verticale zwenkaslijn, waarbij het verplaatsingsorgaan is geconfigureerd voor het, roterend om de respectievelijke zwenkaslijn, aandrijven van de wisselementen.
  14. 14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de respectievelijke zwenkaslijnen aan van elkaar afgelegen uiteinden van de flippers zijn voorzien en waarbij in de actieve positie de vrije uiteinden van de flippers zodanig op elkaar aansluiten dat het contactvlak een continu verloop heeft langs de flippers.
  15. 15. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende een besturingsmodule die is geconfigureerd om het voorsorteerwisselorgaan te kunnen omstellen tussen de passieve en actieve voorsorteertoestand ervan, en is geconfigureerd om het wisselorgaan te kunnen omstellen tussen de passieve en actieve toestand ervan.
  16. 16. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfinrichting een eindloos aandrijfbaar flexibel transportorgaan omvat, zoals een ketting, waarbij de achtereenvolgende dragers met het transportorgaan zijn gekoppeld.
  17. 17. Systeem voor het sorteren van producten, omvattende
    - een inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-16,
    - een toevoerinrichting voor op het draagvlak van de inrichting toevoeren van een stroom van te sorteren producten,
    - een aantal afvoerinrichtingen die ter plaatse van respectievelijke afvoerlocaties aansluiten op de inrichting, de inrichting per afvoerlocatie omvattende geleidingsmiddelen met een bijbehorende wisselinrichting, en omvattende ten minste één voorsorteer-wisselinrichting, waarbij in bedrijf via de toevoerinrichting op het draagvlak toegevoerde producten elk ter plaatse van een afvoerlocatie van het draagvlak af worden bewogen, onder gebruikmaking van een van de ten minste ene voorsorteer-wisselinrichting en de bij die afvoerlocatie behorende wisselinrichting.
  18. 18. Werkwijze voor het sorteren van producten, onder gebruikmaking van een inrichting volgens een of meer van de bovenstaande conclusies 1-16, omvattende
    a) het met een toevoerinrichting op het draagvlak van de inrichting toevoeren van een stroom van te sorteren producten,
    b) het met de aandrijfinrichting van de inrichting in de transportrichting en volgens een eindloos transporttraject transporteren van de dragers,
    c) ten behoeve van het op een afvoerlocatie zijwaarts van het draagvlak af, tot op een afvoerinrichting, bewegen van een op het draagvlak gelegen product van de stroom van producten, het c1) met de voorsorteer-wisselinrichting, in de actieve voorsorteertoestand van het voorsorteer-wisselorgaan, bewerkstelligen dat een duworgaan waarmee het product zijwaarts van het draagvlak af dient te worden bewogen in de tweede dwarspositie blijft of daar naar toe verplaatst, c2) met een stroomafwaarts van de voorsorteer-wisselinrichting voorziene omstelbare wisselinrichting, in de actieve toestand van het wisselorgaan ervan, onder invloed van contact tussen een contactvlak van het wisselorgaan en het geleide-orgaan van het duworgaan, dat zich in de tweede dwarspositie bevindt, in de lengterichting van de bijbehorende drager verplaatsen van het duworgaan, zodanig dat het geleide-orgaan vervolgens door het geleidingsorgaan wordt geleid om zodoende het duworgaan in de lengterichting van de bijbehorende drager te verplaatsen om daarmee het product zijwaarts van het draagvlak af te bewegen, en
    d) het met de bij die afvoerlocatie behorende afvoerinrichting afvoeren van het product.
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, omvattende ten behoeve van stap c1:
    - het met een bepalingsinrichting bepalen van dragers die het gedeelte van het draagvlak vormen waarop een product rust,
    - het ten behoeve van ten minste een duworgaan van de duworganen behorende bij de bepaalde dragers in de actieve voorsorteertoestand laten zijn van het voorsorteer-wisselorgaan van de voorsorteer-wisselinrichting, en
    - het ten behoeve van het duworgaan dat direct stroomopwaarts is gelegen van het meest stroomopwaartse duworgaan van het ten minste ene duworgaan in de passieve voorsorteertoestand laten zijn van het voorsorteerwisselorgaan.
  20. 20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, omvattende ten behoeve van stap c1, indien het voorsorteer-wisselorgaan ten behoeve van een stroomafwaarts duworgaan van twee direct opeenvolgende duworganen in de actieve voorsorteertoestand is, het ten behoeve van het stroomopwaartse duworgaan van die twee duworganen in de passieve voorsorteertoestand laten zijn van het voorsorteerwisselorgaan.
  21. 21. Werkwijze volgens conclusie 18, 19 of 20, waarbij de stroom van producten zodanig op het draagvlak van de inrichting wordt toegevoerd dat een zijde van de producten die aan de zijde van de duworganen is gelegen zich op een zodanige dwarspositie bevindt dat duworganen die zich in de tweede dwarspositie bevinden de producten juist raken, of nog net niet raken.
    1 /4
    100 .25 u_
    2/4
    3/4
    4/4 «fr
    Ο)
    Ll
NL2018542A 2017-03-17 2017-03-17 Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten NL2018542B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018542A NL2018542B1 (nl) 2017-03-17 2017-03-17 Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten
ES18715992T ES2874074T3 (es) 2017-03-17 2018-03-13 Aparato, sistema y procedimiento para clasificar productos
US16/493,806 US10822178B2 (en) 2017-03-17 2018-03-13 Apparatus, system and method for sorting products
PL18715992T PL3595994T3 (pl) 2017-03-17 2018-03-13 Aparatura, system i sposób sortowania produktów
PCT/NL2018/050155 WO2018169392A1 (en) 2017-03-17 2018-03-13 Apparatus, system and method for sorting products
EP18715992.6A EP3595994B1 (en) 2017-03-17 2018-03-13 Apparatus, system and method for sorting products

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018542A NL2018542B1 (nl) 2017-03-17 2017-03-17 Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2018542B1 true NL2018542B1 (nl) 2018-09-24

Family

ID=58455629

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018542A NL2018542B1 (nl) 2017-03-17 2017-03-17 Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten

Country Status (6)

Country Link
US (1) US10822178B2 (nl)
EP (1) EP3595994B1 (nl)
ES (1) ES2874074T3 (nl)
NL (1) NL2018542B1 (nl)
PL (1) PL3595994T3 (nl)
WO (1) WO2018169392A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3786088A1 (de) * 2019-08-26 2021-03-03 Siemens Aktiengesellschaft Verfahren und system zum sortieren von lageinstabilen sortierstücken

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3731782A (en) * 1971-06-09 1973-05-08 Hi Speed Checkweigher Co Magnetic flow director
EP1134172A1 (en) * 1998-08-03 2001-09-19 Hiromu Maeda Transfer and sorting conveyor
US20050029077A1 (en) * 2003-08-05 2005-02-10 Daifuku Co., Ltd. Transfer apparatus
EP1783071A1 (en) * 2005-11-04 2007-05-09 Daifuku Co., Ltd. Transfer system

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2038878C (en) * 1990-03-29 1993-12-21 Yoshihiko Fujio Transfer apparatus
US5038912A (en) * 1990-10-31 1991-08-13 Rapistan Corporation Vertically actuated transfer switch
US5135100A (en) * 1990-10-31 1992-08-04 Rapistan Corporation Track intersection pin guide
US5217105A (en) 1991-12-16 1993-06-08 Babcock Industries, Inc. Sorting conveyor system and divert switch and crossover switch for said system
NL9300982A (nl) * 1993-06-08 1995-01-02 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.
US6478144B1 (en) 2000-09-21 2002-11-12 Fki Industries, Inc.'s, Fki Logistex Automation Division Sliding shoe sorter and methods of using sliding shoe sorter
US7516835B2 (en) * 2003-03-12 2009-04-14 Intelligrated, Inc. Sortation conveyor
US7530441B2 (en) * 2006-06-06 2009-05-12 Intelligrated, Inc. Sortation conveyor and crossover switch therefor
US8727096B2 (en) * 2012-02-29 2014-05-20 Cinetic Sorting Corp. Shoe sorter conveyor switch and method
WO2014197552A1 (en) * 2013-06-05 2014-12-11 Intelligrated Headquarters Llc Sortation conveyor with piezoelectric actuation
US9795995B2 (en) 2015-05-06 2017-10-24 Intelligrated Headquarters, Llc High-speed, dual-sided shoe sorter with offset induct

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3731782A (en) * 1971-06-09 1973-05-08 Hi Speed Checkweigher Co Magnetic flow director
EP1134172A1 (en) * 1998-08-03 2001-09-19 Hiromu Maeda Transfer and sorting conveyor
US20050029077A1 (en) * 2003-08-05 2005-02-10 Daifuku Co., Ltd. Transfer apparatus
EP1783071A1 (en) * 2005-11-04 2007-05-09 Daifuku Co., Ltd. Transfer system

Also Published As

Publication number Publication date
PL3595994T3 (pl) 2021-10-25
ES2874074T3 (es) 2021-11-04
US10822178B2 (en) 2020-11-03
US20200130953A1 (en) 2020-04-30
EP3595994A1 (en) 2020-01-22
WO2018169392A1 (en) 2018-09-20
EP3595994B1 (en) 2021-05-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP3142585B2 (ja) 高速自動コグソータ
US9346576B2 (en) Tray sealer and method of conveying trays
JP5001265B2 (ja) 容器の分岐装置
JP4885137B2 (ja) 個体商品をグループ化するための装置
CN103958374B (zh) 用于对产品进行分类的分类装置及使用该装置对产品进行分类的方法
JPH0858575A (ja) 搬送設備
NL9300909A (nl) Transportinrichting.
WO1996021627A1 (en) Article transfer apparatus
JPH06191617A (ja) 容器搬送装置
CN1358657A (zh) 在加工扁平件机器内传送和推出扁平件的装置
NL2018542B1 (nl) Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten
JPH0676136B2 (ja) 搬送装置
JPS5846414B2 (ja) 大量生産された個々の物品間に所定間隙を設ける装置
US7637366B2 (en) High speed diverter
NL2015300B1 (nl) Bufferinrichting.
NL2021590B1 (nl) Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten
US20210094763A1 (en) Apparatus for transport and controlled discharge of products
NL1018391C2 (nl) Inrichting voor het van een transportsysteem afvoeren van produkten.
JP4239522B2 (ja) 物品の搬送装置
JPH01122815A (ja) 搬送装置
JP4318341B2 (ja) 物品の振分け装置
JPH01162608A (ja) ダンプトレー仕分け方法および装置
JP2734432B2 (ja) 段ボール箱等の品物の仕分けコンベヤ装置
US20240182250A1 (en) Sorting conveyor system
JP4009294B2 (ja) 物品のグルーピング装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220401