NL2014124B1 - Ventilatiesysteem met meetsysteem. - Google Patents

Ventilatiesysteem met meetsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2014124B1
NL2014124B1 NL2014124A NL2014124A NL2014124B1 NL 2014124 B1 NL2014124 B1 NL 2014124B1 NL 2014124 A NL2014124 A NL 2014124A NL 2014124 A NL2014124 A NL 2014124A NL 2014124 B1 NL2014124 B1 NL 2014124B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
housing
ventilation system
nozzle
air
Prior art date
Application number
NL2014124A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014124A (nl
Inventor
Louis Renson Luc
Original Assignee
Vero Duco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vero Duco Nv filed Critical Vero Duco Nv
Priority to NL2014124A priority Critical patent/NL2014124B1/nl
Priority to GB1600620.7A priority patent/GB2535013B/en
Priority to BE2016/5020A priority patent/BE1023420B1/nl
Publication of NL2014124A publication Critical patent/NL2014124A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014124B1 publication Critical patent/NL2014124B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/0001Control or safety arrangements for ventilation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/0236Ducting arrangements with ducts including air distributors, e.g. air collecting boxes with at least three openings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/0008Control or safety arrangements for air-humidification
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/30Control or safety arrangements for purposes related to the operation of the system, e.g. for safety or monitoring
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • F24F2110/20Humidity
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F7/04Ventilation with ducting systems, e.g. by double walls; with natural circulation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F2007/001Ventilation with exhausting air ducts
    • F24F2007/002Junction box, e.g. for ducts from kitchen, toilet or bathroom
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • F24F2110/50Air quality properties
    • F24F2110/65Concentration of specific substances or contaminants
    • F24F2110/70Carbon dioxide

Abstract

Een ventilatiesysteem omvat een centrale behuizing ( 6) met tenminste een mondstuk (5), een actieve ventilator (7) in de behuizing en een stromingsregeling voor het regelen van een luchtstroming door het mondstuk welke stromingsregeling omvat ten minste een meetsysteem (9) voor het meten van een eigenschap van de lucht, alsmede een regelsysteem voor het regelen van de luchtstroming op basis van een door het meetsysteem (9) gemeten eigenschap van de lucht. Binnen de centrale behuizing (6) is op tenminste een mondstuk (5) een drager (10) aangesloten die tenminste het meetsysteem (9) omvat. De opneemruimte (11) is begrensd door een draagwand (16, 19), zoals met tenminste een draagrand (18), en dat de drager (10) is voorzien van een steunelement dat is ondersteund ten opzichte van de draagwand (16, 19), zoals een haak (20) die is gehaakt over de draagrand (18) van de draagwand (16, 19).

Description

Ventilatiesysteem met meetsysteem
De uitvinding betreft een ventilatiesysteem omvattende een centrale behuizing met tenminste een mondstuk, een actieve ventilator in de behuizing en een stromingsregeling voor het regelen van een luchtstroming door het mondstuk, welke stromingsregeling omvat ten minste een meetsysteem voor het meten van een eigenschap van de lucht, waarbij binnen de centrale behuizing op tenminste een mondstuk een drager is aangesloten die tenminste het meetsysteem omvat, welke behuizing is voorzien van een in de baan van de luchtstroming gepositioneerde opneemruimte voor de drager, in welke opneemruimte de drager opneembaar is, respectievelijk uit welke opneemruimte de drager verwijderbaar is, door verschuiven dwars ten opzichte van die baan van de luchtstroming.
Een dergelijk ventilatiesysteem is bekend. Het kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het centraal afzuigen van lucht uit de verschillende ruimten in een gebouw. Afhankelijk van de aard van het gebruik van de ruimten, en het aantal personen dat zich daarin bevindt, kan de mate van afzuiging per ruimte apart worden ingesteld. Daartoe kan bijvoorbeeld een debietregelaar die zich bevindt in het betreffende kanaal waarmee die ruimte is aangesloten op de ventilator, op de gewenste wijze bestuurd door het regelsysteem.
Parameters die daarbij een rol kunnen spelen zijn het C02 gehalte, de luchtvochtigheid, temperatuur en dergelijke. Indien zich bijvoorbeeld in een bepaalde ruimte een groot aantal personen bevindt, kan het C02 gehalte ongewenste niveaus bereiken. De stijging van het C02 gehalte wordt waargenomen door de betreffende sensor van het meetsysteem, zodanig dat de software van het regelsysteem de debietregelaar op een hoger debiet kan instellen. Volgens een ander voorbeeld kan de vochtigheid van de uit een natte cel afgezogen lucht aanleiding geven tot het vergroten van het debiet. Zodra een afname van de betreffende parameter wordt waargenomen, kan het debiet worden verkleind.
Hoewel hiervoor als voorbeeld genoemd is het afzuigen van lucht uit de betreffende ruimten, is het daarnaast denkbaar om met een dergelijke ventilatie-installatie lucht via de debietregelaars toe te voeren aan de betreffende ruimten. Ook is het mogelijk dubbele kanalen te voorzien, waarmee enerzijds lucht kan worden toegevoerd aan een bepaalde ruimte en anderzijds lucht daaruit kan worden afgevoerd onder invloed van de ventilator.
Uit NL-C-1038209 is een dergelijk ventilatiesysteem bekend waarbij op de mondstukken aan de buitenzijde van de centrale behuizing pijpvormige regeleenheden zijn opgezet waarin een klep met aandrijving en meeteenheid is opgenomen. Via aansluitkabels die vanaf de betreffende regeleenheden naar en in de centrale behuizing zijn geleid, is een verbinding verzekerd met het centrale regelsysteem dat zich in de behuizing bevindt.
Het nadeel van dit bekende ventilatiesysteem is dat het achteraf aanbrengen van een regeleenheid en de meeteenheid, dan wel het vervangen daarvan, lastig is. Daartoe moet immers de op het betreffende mondstuk aangesloten leiding losgenomen en eventueel afgekort worden. In verband met ruimtebesparing zijn de ventilatiesystemen vaak in een beperkte ruimte geplaatst, hetgeen problemen oplevert bij het uitvoeren van deze werkzaamheden. Een verder nadeel is dat de aansluitingen, in het bijzonder de kabels tussen de debietregelaar en het regelsysteem, buiten de centrale behuizing om lopen, waardoor het ruimtebeslag wordt vergroot en de kwetsbaarheid van het ventilatiesysteem toeneemt.
Het doel van de uitvinding is daarom een ventilatiesysteem van het hiervoor beschreven type te verschaffen dat deze nadelen mist en dat bij installatie en in gebruik eenvoudiger en betrouwbaarder te hanteren is. Dat doel wordt bereikt doordat de opneemruimte is begrensd door een draagwand met tenminste een draagrand en doordat de drager is voorzien van een steunelement dat samenwerkt met de draagwand. Hoewel de drager op verschillende manieren kan worden ondersteund ten opzichte van de draagwand, zoals door een schroefverbinding, door lijmen en dergelijke, gaat de voorkeur uit naar een draagelement in de vorm van een haak die is gehaakt over de draagrand van de draagwand.
De eenheid of drager met het meetsysteem bevindt zich nu niet aan de buitenzijde op het mondstuk, maar is in de behuizing zelf geschoven of gestoken. Dit betekent dat de eenheid kan worden aangebracht of vervangen zonder dat het nodig is om de aansluiting van de leiding op het betreffende mondstuk los te nemen of aan te passen.
Een belangrijk voordeel is verder dat de uitwendige afmetingen van het ventilatiesysteem en de daarop aangesloten leidingen niet afhankelijk zijn van het al of niet aanwezig zijn van het meetsysteem. Het ruimtebeslag is daardoor goed bepaald en beperkt. Ook de aansluitingen en kabels voor de diverse functies van het meetsysteem zijn geheel binnen de centrale behuizing opgenomen, waardoor de betrouwbaarheid gunstig wordt beïnvloed. Verder heeft het ventilatiesysteem volgens de uitvinding het voordeel dat het uitwendige daarvan er beter uitziet en minder vatbaar is voor vervuiling, doordat de rommelige indruk die de diverse kabels maken is weggenomen aangezien deze nu onder het deksel aan het zicht zijn onttrokken.
Bij voorkeur bevindt de drager zich aan de uitmonding van het mondstuk in de centrale behuizing op afstand van het vrije eind van het mondstuk. Anders dan bij het bekende ventilatiesysteem, blijven de mondstukken vrij van aanvullende elementen, zodat de betreffende leidingen eenduidig kunnen worden aangesloten zonder rekening te hoeven houden met de meetsystemen. De drager met het meetsysteem is ook goed beschermd tegen externe invloeden in het inwendige van de centrale behuizing, hetgeen de levensduur en betrouwbaarheid ten goede komt.
De drager kan zijn voorzien van relatief kleine openingen of lekstroomopeningen, via welke lucht uit de leiding de betreffende sensor kan bereiken. De stromingsregeling kan middelen omvatten voor het regelen van een regelsysteem ter regeling van de luchtstroming op basis van een door het meetsysteem gemeten eigenschap van de lucht. Dat regelsysteem kan zich bijvoorbeeld bevinden in de op de behuizing van het ventilatiesysteem aangesloten kanalen. Eventueel kan een dergelijk regelsysteem zich binnen de behuizing bevinden.
Bij voorbeeld kan het meetsysteem een sensoreenheid omvatten voor het meten van een eigenschap van de lucht, zoals het C02 gehalte, de luchtvochtigheid en dergelijke, welke sensoreenheid een signaal afgeeft dat een maat is voor die eigenschap en verbonden is met het regelsysteem. Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm kan de sensoreenheid een sensor met geïntegreerde elektronica voor het afgeven van een meetsignaal omvatten, zoals een op een printplaat geïntegreerde sensor.
Zoals reeds genoemd kan de drager goed zijn afgeschermd in het inwendige van de centrale behuizing. In dat verband is de centrale behuizing bij voorkeur voorzien van een rondlopende omtrekswand met van elkaar afgekeerde omtreksranden waartussen zich het tenminste ene mondstuk bevindt, waarbij dan de draagwand en eventueel draagrand gevormd is door een der omtrekswanden respectievelijk omtreksranden. Als alternatief kan een aparte draagwand binnen de omtrekswand zijn aangebracht, in welk geval de draagrand van die aparte draagwand evenwijdig is aan een der omtreksranden. Tussen de aparte draagwand en de omtrekswand is dan de opneemruimte gevormd. Tevens kan een deksel op een der omtreksranden zijn aangebracht, welk deksel de inwendige ruimte van de centrale behuizing afdekt.
De diverse componenten van het ventilatiesysteem, in het bijzonder de ventilator, de dragers en meeteenheden en de stromingsregeling kunnen op eenvoudige wijze op hun vooraf bepaalde posities in de centrale behuizing worden geplaatst. Nadat de elektrische verbindingen tussen deze componenten zijn aangebracht, bij voorbeeld via een op zich bekend bussysteem, kan het geheel hermetisch worden afgesloten door het deksel op de omtrekswand te plaatsen. De omtrekswand kan bijvoorbeeld aan de rand tegenover het deksel permanent zijn afgesloten door een aangevormde bodem.
In de centrale behuizing bevindt zich bij voorkeur een tussenwand tussen beide omtreksranden, in welke tussenwand zich tenminste een mond kan bevinden waarin de drager is opgenomen, bij voorkeur door naar binnen in de mond schuiven. Aldus kan de drager stabiel in de behuizing worden aangebracht. Tevens kan een deksel op een der omtreksranden zijn aangebracht, welk deksel de inwendige ruimte van de centrale behuizing afdekt. De mond, die behoort bij een opneemruimte, via welke mond zoals gesteld de drager in de geleiding kan worden gestoken, is bij voorkeur gekeerd naar de omtreksrand waarop zich het deksel bevindt zodanig dat het deksel tevens de geleiding en een eventueel daarin opgenomen drager afdekt.
In verband met een stabiele bevestiging van de drager kan deze een aanslag op afstand van de haak bezitten. In dat geval kan de draagwand een uitsparing op afstand van de draagrand bezitten zodanig dat bij tegen de draagrand rustende haak, de aanslag zich in de uitsparing bevindt voor het tegengaan van losraken van de drager van de draagwand. Door middel van een dergelijk kliksysteem kan de drager betrouwbaar worden geplaatst, en eventueel ook worden verwijderd.
De drager kan een sensorhuis omvatten waarin een sensor, bij voorkeur een geïntegreerde schakeling met sensor, is opgenomen. Bij voorkeur omvat het sensorhuis koppelmiddelen heeft voor het aankoppelen van een verdere drager met sensorhuis. Aldus kan een compacte eenheid worden gevormd door middel waarvan verschillende eigenschappen van de lucht kunnen worden gemeten, zoals C02-gehalte en vochtigheid. Verder heeft deze mogelijkheid tot koppelen van de sensorhuizen het voordeel dat op eenvoudige wijze diverse combinaties van sensoren kunnen worden gemaakt, zonder dat het nodig is om telkens een print te maken met daarop de gewenste sensoren en bijbehorende elektronische componenten. Volstaan kan worden met en aantal basisprints, die vervolgens op de gewenste wijze kunnen worden gecombineerd door de sensorhuizen aan elkaar te klikken,
Vanzelfsprekend kunnen meerdere mondstukken zijn voorzien, elk met een respectievelijke geleiding voor het opnemen van de drager. Het ventilatiesysteem kan op verschillende wijzen worden bedreven. Volgens een eerste mogelijkheid kan de ventilator zijn ingericht voor het aanzuigen van lucht via ten minste een mondstuk en de centrale behuizing een afvoer omvat voor het afvoeren van de via het ten minste ene mondstuk aangezogen lucht. Volgens een tweede mogelijkheid kan de ventilator zijn ingericht voor het afgeven van lucht via ten minste een mondstuk en kan de behuizing een toevoer omvatten voor het toevoeren van de via het ten minste ene mondstuk afgegeven lucht. Ook de combinatie van toevoeren en afvoeren van lucht is mogelijk.
De uitvinding betreft tevens een drager voor een ventilatiesysteem zoals hiervoor beschreven, omvattende een sensorhuis, een met het sensorhuis verbonden verbindingselement, zoals een haak, en ten minste een meetsysteem voor het meten van een eigenschap van lucht. Op afstand van de haak en aan de open zijde van de haak kan zich een aanslag bevinden voor het stabiliseren van de drager ten opzicht van een draagwand. Tevens kunnen koppelmiddelen zijn voorzien voor het aankoppelen van een verdere drager. In het bijzonder kunnen de dragers zijn voorzien van identieke koppelmiddelen, zodanig dat de dragers zelf identiek zijn, met uitzondering van het daarin opgenomen meetsysteem.
Daarnaast betreft de uitvinding een gebouw dat omvat ten minste een ruimte, een ventilatiesysteem zoals hiervoor beschreven, alsmede kanalen die zich elk uitstrekken tussen de ten minste ene ruimte en een mondstuk van de behuizing. Daarbij kan de stromingsregeling een regelsysteem bezitten voor het regelen van de luchtstroming op basis van een door het meetsysteem gemeten eigenschap van de lucht. Dit het regelsysteem kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een regelklep die zich bevindt in een kanaal en/of in een ventiel.
De uitvinding zal vervolgens nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het ventilatiesysteem volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een variant van de behuizing van het ventilatiesysteem.
Figuren 3 en 4 tonen twee gecombineerde dragers.
Figuur 5 toont een uiteengenomen drager.
Figuur 6 toont een zijaanzicht van de behuizing.
Het in Figuur 1 weergegeven ventilatiesysteem bevindt zich in een gebouw, in het bijzonder een woning 1, die meerdere vertrekken 2, 2’,... bevat. Het ventilatiesysteem kan zijn uitgevoerd voor het onttrekken van lucht aan de vertrekken, voor het toevoeren van lucht daaraan dan wel voor het zowel toevoeren als afvoeren van lucht. In het laatste geval zijn twee kanalen per vertrek voorzien. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is elk vertrek 2, 2’, .. voorzien van een enkel kanaal 3, 3’,.. dat via een ventiel 4, 4’,.. uitmondt in het betreffende vertrek. De kanalen 3, 3’, .. zijn alle aangesloten op een mondstuk 5, 5’, ... van de centrale behuizing 6. In deze centrale behuizing bevindt zich op bekende wijze een actieve ventilator 7 die voor het aanzuigen van lucht uit de kanalen, respectievelijk voor het afgeven van lucht aan de kanalen zorgt. Via de afvoer 8 kan de uit de vertrekken afgezogen lucht naar buiten worden geleid. De kanalen 3 of de ventielen 4 kunnen een regelsysteem 33 bezitten dat is verbonden met de stromingsregeling van het ventilatiesysteem, ter beïnvloeding van de luchtstroming. Noodzakelijk zijn dergelijke regelsystemen echter niet. Het is ook mogelijk de luchtstroming te beïnvloeden door het wijzigen van het toerental van de actieve ventilator 7.
Figuur 2 toont het ventilatiesysteem met behuizing 6 met enigszins opgetild deksel 17. De behuizing 6 omvat vier zijwanden 12 met twee mondstukken 5 of een mondstuk 5 en de uitlaat 24. In het inwendige van de behuizing 6 bevindt zich een tussenwand 30, met daarop een actieve ventilator 7 opgenomen. Grenzend aan de zijwanden 12 zijn in de tussenwand 30 in het inwendige van de behuizing 6 de monden 29 van de opneemruimten 11 voorzien. In de opneemruimten 11 zijn de dragers 10 opgenomen. De opneemruimte 11 grenst aan de zijwand 12. Hierdoor kan de luchtstroom langs de drager 10 worden aan- of afgevoerd. Een andere zijde van de drager 10 is naar het inwendige van de behuizing 6 gericht. De behuizing 6 omvat verder een bodemdeel 15. De drager 10 is voorzien van aansluitelementen 14 voor het aansluiten van de drager 10 met een regelsysteem via kabels 13, zie figuren 3-5.
Het deksel 17 is voorzien voor plaatsing op de bovenranden 16 van de zijwanden 12. Dit deksel dekt het inwendige van de behuizing 6 af, zodat de actieve ventilator 7 en de dragers 10 worden beschermd tegen invloeden van buiten.
Figuren 3-5 tonen een uitvoeringsvorm van een drager 10 met een sensorhuis 25 met steunelementen in de vorm van haken 20 voor het afsteunen van de drager 10 op de draagrand 18 van de draagwand 19 (zie figuur 2) die samen met de omtrekswand 16 een opneemruimte 11 begrenst. In deze draagwand bevindt zich een opening 32 die is uitgelijnd ten opzichte van het bijbehorende mondstuk 5. De drager bezit een aanslag 31 op afstand van de haak 20, zodanig dat bij op de draagrand 18 rustende haak, de aanslag 31 juist is ingeklikt in de opening 32 in de draagwand 19, welke opening 32 is uitgelijnd ten opzichte van het bijbehorende mondstuk 5.
Het sensorhuis 25 bestaat in het weergeven uitvoeringsvoorbeeld uit twee helften 22, 23 die op elkaar zijn geklikt en die het meetsysteem 9 insluiten waarbij lekopeningen zijn voorzien voor het doen binnentreden van de lucht; op de helft 22 is de haak 20 gevormd. Verder bezit het sensorhuis mannelijke bevestigingsmiddel 26 en een vrouwelijk bevestigingsmiddel 27 die zodanig zijn geplaatst dat twee sensorhuizen tegen elkaar vastgeklikt kunnen worden zoals weergegeven in de figuren 3 en 4. Door middel van kabels 13, verbonden met de aansluitelementen 14 zijn de kabels aangesloten op het bijbehorende meetsysteem 9.
In figuur 6 is weergegeven dat naar keuze één enkele drager 10 met meetsysteem kan worden geplaatst ter hoogte van een mondstuk 5, danwel twee (of meer) met elkaar gekoppelde dragers 10, elk met een eigen meetsysteem.
Het is niet noodzakelijk om bij ieder mondstuk 5 een drager 10 aan te brengen. Ook is het niet noodzakelijk om ieder mondstuk 5 aan te sluiten op een kanaal 3. In zo’n geval kan het betreffende mondstuk 5 zijn afgesloten door een kap 34.
Lijst van verwijzingstekens 1. Woning 2. Vertrek 3. Kanaal 4. Ventiel 5. Mondstuk 6. Centrale behuizing 7. Actieve ventilator 8. Afvoer 9. Meetsysteem 10. Drager 11. Opneemruimte 12. Zijwand 13. Kabel 14. Aansluitelement 15. Bodemdeel 16. Rand zijwand 17. Deksel 18. Draagrand 19. Draagwand 20. Haak, steunelement 21. Motor 22. Helft sensorhuis 23. Helft sensorhuis 24. Uitlaat 25. Sensorhuis 26. Mannelijk bevestigingsmiddel 27. Vrouwelijk bevestigingsmiddel 28. Aanslag 29. Mond geleiding 30. Tussenwand 31. Uitsparing 32. Opening 33. Regelsysteem 34. Kap

Claims (23)

1. Ventilatiesysteem, omvattende een centrale behuizing (6) met tenminste een mondstuk (5), een actieve ventilator (7) in de behuizing en een stromingsregeling voor het regelen van een luchtstroming door het mondstuk welke stromingsregeling omvat ten minste een meetsysteem (9) voor het meten van een eigenschap van de lucht, waarbij binnen de centrale behuizing (6) op tenminste een mondstuk (5) een drager (10) is aangesloten die tenminste het meetsysteem (9) omvat, welke behuizing (6) is voorzien van een in de baan van de luchtstroming gepositioneerde opneemruimte (11) voor de drager (10), in welke opneemruimte de drager opneembaar is, respectievelijk uit welke opneemruimte de drager verwijderbaar is, door verschuiven dwars ten opzichte van die baan van de luchtstroming, met het kenmerk dat de opneemruimte (11) is begrensd door een draagwand (16, 19), zoals met tenminste een draagrand (18), en dat de drager (10) is voorzien van een steunelement dat is ondersteund ten opzichte van de draagwand (16, 19), zoals een haak (20) die is gehaakt over de draagrand (18) van de draagwand (16, 19).
2. Ventilatiesysteem volgens conclusie 1, waarbij de drager (10) zich bevindt aan de uitmonding van het mondstuk (5) in de centrale behuizing (6) op afstand van het vrije eind van het mondstuk.
3. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stromingsregeling is voorzien van middelen voor het regelen van een regelsysteem (33) voor de luchtstroming op basis van een door het meetsysteem (9) gemeten eigenschap van de lucht.
4. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de centrale behuizing (6) is voorzien van een rondlopende omtrekswand (12) met van elkaar afgekeerde omtreksranden (16) waartussen zich het tenminste ene mondstuk (5) bevindt, en de draagrand (18) van de draagwand (19) evenwijdig is aan een der omtreksranden (16).
5. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de centrale behuizing (6) is voorzien van een rondlopende omtrekswand (12) met van elkaar afgekeerde omtreksranden (16) waartussen zich het tenminste ene mondstuk (5) bevindt, en de draagrand gevormd is door een der omtreksranden (16).
6. Ventilatiesysteem volgens conclusie 4 of 5, waarbij de centrale behuizing is voorzien van een tussenwand (30) op afstand tussen beide omtreksranden en dwars gericht ten opzichte van de omtrekswand (12), in welke tussenwand (30) zich tenminste een mond (29) bevindt waarin de opneemruimte (11) en de drager (10) zijn opgenomen.
7. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de centrale behuizing (6) is voorzien van een bodem (15) aan een der omtreksranden (16) van de omtrekswand (12).
8. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de centrale behuizing (6) is voorzien van een deksel (17) op een der omtreksranden (16) van de omtrekswand (12), welk deksel de inwendige ruimte van de centrale behuizing afdekt.
9. Ventilatiesysteem volgens conclusies 6 en 8 of 7 en 8, waarbij de mond (29) van een opneemruimte (11) gekeerd is naar de omtreksrand (16) waarop zich het deksel (17) bevindt zodanig dat het deksel tevens de opneemruimte (11) en een eventueel daarin opgenomen drager (10) afdekt.
10. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetsysteem een sensoreenheid omvat voor het meten van een eigenschap van de lucht, zoals het C02 gehalte, de luchtvochtigheid en dergelijke, welke sensoreenheid een signaal afgeeft dat een maat is voor die eigenschap en verbonden is met het regelsysteem.
11. Ventilatiesysteem volgens conclusie 10, waarbij de sensoreenheid een sensor met geïntegreerde elektronica voor het afgeven van een meetsignaal omvat, zoals een op een printplaat geïntegreerde sensor.
12. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drager (10) is voorzien van een aanslag (28) op afstand van de haak (20), en de draagwand (16, 19) is voorzien van een uitsparing (31) op afstand van de draagrand (18) zodanig dat bij tegen de draagrand rustende haak, de aanslag zich in de uitsparing bevindt voor het tegengaan van losraken van de drager van de draagwand.
13. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drager (10) een sensorhuis (22) omvat waarin een sensor, bij voorkeur een geïntegreerde schakeling met sensor, is opgenomen.
14. Ventilatiesysteem volgens conclusie 13, waarbij het sensorhuis (22) koppelmiddelen (26, 27) heeft voor het aankoppelen van een verdere drager met sensorhuis.
15. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere mondstukken (5) zijn voorzien, elk met een respectievelijke opneemruimte (11) voor het opnemen van de drager (10).
16. Ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilator (7) is ingericht voor het aanzuigen van lucht via ten minste een mondstuk (5) en de centrale behuizing (6) een uitlaat (24) omvat voor het afvoeren van de via het ten minste ene mondstuk aangezogen lucht, en/of waarbij de ventilator is ingericht voor het afgeven van lucht via ten minste een mondstuk en de behuizing een toevoer omvat voor het toevoeren van de via het ten minste ene mondstuk afgegeven lucht.
17. Drager (10) voor een ventilatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een sensorhuis (22), een met het sensorhuis verbonden steunelement, zoals een haak (20) en ten minste een meetsysteem (22, 23) voor het meten van een eigenschap van lucht.
18. Drager (10) volgens conclusie 17, waarbij op afstand van de haak (22) en aan de open zijde van de haak zich een aanslag (31) bevindt.
19. Drager (10) volgens conclusie 17 of 18, waarbij koppelmiddelen (26, 27) zijn voorzien voor het aankoppelen van een verdere drager.
20. In combinatie, twee dragers (10) volgens conclusie 19, waarbij de dragers zijn voorzien van identieke koppelmiddelen (26, 27).
21. Gebouw, omvattende ten minste een ruimte, een ventilatiesysteem volgens een der conclusies 1-16, omvattende een centrale behuizing (6) met tenminste een mondstuk (5), een actieve ventilator (7) in de behuizing en een stromingsregeling voor het regelen van een luchtstroming door het mondstuk welke stromingsregeling omvat ten minste een meetsysteem (9) voor het meten van een eigenschap van de lucht, waarbij binnen de centrale behuizing (6) op tenminste een mondstuk (5) een drager (10) is aangesloten die tenminste het meetsysteem (9) omvat, welke behuizing (6) is voorzien van een in de baan van de luchtstroming gepositioneerde opneemruimte (11) voor de drager (10), in welke opneemruimte de drager opneembaar is, respectievelijk uit welke opneemruimte de drager verwijderbaar is, door verschuiven dwars ten opzichte van die baan van de luchtstroming, waarbij de opneemruimte (11) is begrensd door een draagwand (16, 19), zoals met tenminste een draagrand (18), en dat de drager (10) is voorzien van een steunelement dat is ondersteund ten opzichte van de draagwand (16, 19), zoals een haak (20) die is gehaakt over de draagrand (18) van de draagwand (16, 19), alsmede kanalen (3,3’, ...) die zich elk uitstrekken tussen de ten minste ene ruimte en een mondstuk (5) van de behuizing.
22. Gebouw volgens conclusie 21, waarbij de stromingsregeling een regelsysteem (33) omvat voor het regelen van de luchtstroming op basis van een door het meetsysteem (9) gemeten eigenschap van de lucht.
23. Gebouw volgens conclusie 22, waarbij het regelsysteem (33), zoals een regelklep, zich bevindt in een kanaal (3, 3’. . .) en/of in een ventiel (4, 4’,..).
NL2014124A 2015-01-13 2015-01-13 Ventilatiesysteem met meetsysteem. NL2014124B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014124A NL2014124B1 (nl) 2015-01-13 2015-01-13 Ventilatiesysteem met meetsysteem.
GB1600620.7A GB2535013B (en) 2015-01-13 2016-01-13 Ventilation system with measuring system
BE2016/5020A BE1023420B1 (nl) 2015-01-13 2016-01-13 Ventilatiesysteem met meetsysteem.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014124A NL2014124B1 (nl) 2015-01-13 2015-01-13 Ventilatiesysteem met meetsysteem.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014124A NL2014124A (nl) 2016-09-26
NL2014124B1 true NL2014124B1 (nl) 2017-01-04

Family

ID=52774467

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014124A NL2014124B1 (nl) 2015-01-13 2015-01-13 Ventilatiesysteem met meetsysteem.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1023420B1 (nl)
GB (1) GB2535013B (nl)
NL (1) NL2014124B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3072158B1 (fr) * 2017-10-11 2019-09-27 Atlantic Climatisation & Ventilation Groupe de ventilation mecanique controlee

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6141841A (ja) * 1984-08-01 1986-02-28 Matsushita Electric Ind Co Ltd 空気調和機の湿度センサ固定装置
JP3297584B2 (ja) * 1996-03-12 2002-07-02 松下精工株式会社 換気扇
FR2805601B1 (fr) * 2000-02-29 2002-06-07 Aldes Aeraulique Groupe de ventilation auto-pilote a regulation electronique
JP5106214B2 (ja) * 2008-03-31 2012-12-26 三菱電機株式会社 換気装置
FR2950132B1 (fr) * 2009-09-11 2012-01-13 Soler & Palau Dispositif de refroidissement pour un caisson de ventilation a pression constante
NL2008944C2 (nl) * 2012-06-06 2013-12-09 Vero Duco Nv Ventilatie-installatie met debietregelaars.
NL2009975C2 (nl) * 2012-12-12 2014-06-16 Vero Duco Nv Ventilatiesysteem met stromingsregelcassette.
EP2905584B2 (en) * 2014-02-07 2020-08-26 Blueair AB Detachable sensor module for an air treatment device

Also Published As

Publication number Publication date
GB2535013A (en) 2016-08-10
NL2014124A (nl) 2016-09-26
BE1023420B1 (nl) 2017-03-14
GB201600620D0 (en) 2016-02-24
GB2535013B (en) 2020-05-06
BE1023420A1 (nl) 2017-03-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2009975C2 (nl) Ventilatiesysteem met stromingsregelcassette.
CN204612075U (zh) 用于空气处理设备的可拆卸传感器模块
US10359204B2 (en) Air conditioner and control method thereof
AU2008324374B2 (en) Rack system and method of determining a climate condition thereof
US7775061B2 (en) Unit arrangement
ATE475299T1 (de) Netzschrank mit regelungssystem für thermische luftströmungen
US10113759B2 (en) Air conditioner and control method thereof
AU2010347421A1 (en) Medicine Dispensing Apparatus
NL2014124B1 (nl) Ventilatiesysteem met meetsysteem.
BE1019200A5 (nl) Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
NL1020231C2 (nl) Schakelkast met een rookmeldinrichting.
US20180195750A1 (en) Ventilating fan
CN202630252U (zh) 天花板嵌入式空调机
BE1028669B1 (nl) Ventilatie-inrichting en ventilatiesysteem
NL2008944C2 (nl) Ventilatie-installatie met debietregelaars.
WO2001007837A1 (en) A wall mounted air conditioner
JP2009243788A (ja) 換気装置
US11032937B2 (en) Air ventilation device inside an enclosure intended to house modular electrical units, and enclosure comprising such a device
BE1018155A5 (nl) Centraal ventilatiesysteem.
NL2009413C2 (nl) Regelorgaan voor luchtkanaal.
EP3486191B1 (en) Hatch device comprising a main body supporting a flow guiding part
WO2021032941A1 (en) Fire or smoke detector
CN211011537U (zh) 排油系统以及具有其的集成灶
FI12406U1 (fi) Jälkiasennettava rakennuksen poistoilmapuhaltimen ohjain
JP5833478B2 (ja) 鉄板焼装置