BE1019200A5 - Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem. - Google Patents

Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem. Download PDF

Info

Publication number
BE1019200A5
BE1019200A5 BE2010/0123A BE201000123A BE1019200A5 BE 1019200 A5 BE1019200 A5 BE 1019200A5 BE 2010/0123 A BE2010/0123 A BE 2010/0123A BE 201000123 A BE201000123 A BE 201000123A BE 1019200 A5 BE1019200 A5 BE 1019200A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flow
valve
maximum
supply
per
Prior art date
Application number
BE2010/0123A
Other languages
English (en)
Inventor
Frederik Ronny Willy Losfeld
Dieter Lodewijk Dekeyzer
Original Assignee
Renson Ventilation Nv
Renson Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Ventilation Nv, Renson Paul filed Critical Renson Ventilation Nv
Priority to BE2010/0123A priority Critical patent/BE1019200A5/nl
Priority to EP11154932.5A priority patent/EP2363656B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019200A5 publication Critical patent/BE1019200A5/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F7/04Ventilation with ducting systems, e.g. by double walls; with natural circulation
    • F24F7/06Ventilation with ducting systems, e.g. by double walls; with natural circulation with forced air circulation, e.g. by fan positioning of a ventilator in or against a conduit
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/70Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof
    • F24F11/72Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure
    • F24F11/74Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/0001Control or safety arrangements for ventilation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/0236Ducting arrangements with ducts including air distributors, e.g. air collecting boxes with at least three openings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/30Control or safety arrangements for purposes related to the operation of the system, e.g. for safety or monitoring
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F2007/001Ventilation with exhausting air ducts
    • F24F2007/002Junction box, e.g. for ducts from kitchen, toilet or bathroom
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • F24F2110/20Humidity
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • F24F2110/50Air quality properties
    • F24F2110/65Concentration of specific substances or contaminants
    • F24F2110/70Carbon dioxide
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2120/00Control inputs relating to users or occupants
    • F24F2120/10Occupancy
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/70Efficient control or regulation technologies, e.g. for control of refrigerant flow, motor or heating

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze en een inregelsysteem voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, en een ventilatiesysteem omvattende een dergelijk inregelsysteem, omvattende ventilatoren en toe- en/of afvoerkanalen, waarbij twee of meerdere kanalen een klep en/of debietregelaar (4) omvatten, waarmee de maximale ventilatiecapaciteit per kanaal wordt ingesteld door instellen van de maximale doorstroomopening ervan, waarbij het inregelsysteem een meetinrichting omvat voor het in een eerste stap uitvoeren van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet, aanstuurmiddelen omvat voor instellen van de maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar (4) tussen de metingen door en in een afzonderlijke stap en een rekeneenheid omvat voor het berekenen van de stromingscoëfficiënten per klep en/of debietregelaar (4) voor het bepalen van de in te stellen maximale doorstroomopening in een tweede stap.

Description

WERKWIJZE VOOR HET INREGELEN VAN EEN CENTRAAL VENTILATIESYSTEEM. INREGELSYSTEEM EN CENTRAAL VENTILATIESYSTEEM MET EEN DERGELIJK INREGELSYSTEEM
Deze uitvinding betreft in de eerste plaats een werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, omvattende één of meer ventilatoren en twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afVoeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen een klep en/of debietregelaar per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep en/of debietregelaar wordt ingesteld door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of debietregelaar.
Daarnaast betreft deze uitvinding een inregelsysteem voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, waarbij dit ventilatiesysteem één of meerdere ventilatoren omvat en twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afvoeren van lucht, waarbij twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen een klep en/of debietregelaar per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep of debietregelaar instelbaar is door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of debietregelaar.
Tenslotte betreft deze uitvinding een centraal ventilatiesysteem omvattende een dergelijk inregelsysteem.
Er bestaan verschillende mogelijkheden voor het ventileren van woningen of andere gebouwtypes met behulp van ventilatoren. De belangrijkste daarbij zijn de volgende twee hierna omschreven systemen.
Een eerste systeem is een centraal mechanisch afzuigsysteem (ook een C-systeem genoemd), waarbij de lucht actief uit de woning wordt afgevoerd. De toevoer van lucht gebeurt daarbij echter passief. Daarvoor zijn gewoonlijk de ramen voorzien van ventilatieroosters of kiepramen die in verbinding staan met de buitenlucht. Een speciale ventilatiemotor zuigt bij een dergelijke mechanische ventilatie via luchtkanalen en ventilatieroosters lucht weg uit de vochtige ruimtes, onder meer de keuken, de badkamer en het toilet.
Een tweede systeem is een centraal mechanisch ventilatiesysteem (ook een D-systeem genoemd), waarbij lucht mechanisch af- én toegevoerd wordt van buitenaf. Meestal gaat het om Hoog Rendement (HR-) ventilatie. Een warmteterugwin-unit (WTW) in een dergelijk centraal ventilatiesysteem gebruikt warmte uit de afgevoerde lucht om de lucht toegevoerd van buitenaf deels op te warmen voordat die in de ruimtes verspreid wordt.
In dergelijke centrale ventilatiesystemen worden steeds vaker debietregelaars voorzien per toe- en/of afvoerkanaal, om het luchtdebiet aan te kunnen passen in functie van de behoefte of de vraag. Dit luchtdebiet kan bijvoorbeeld geregeld worden in functie van de aan- of afwezigheid van personen of in functie van luchtparameters zoals het CCVgehalte in de lucht, de relatieve luchtvochtigheid, de luchttemperatuur, enz.
De maximale capaciteit (in m3/h of 1/s of h *) aan lucht die in de te ventileren ruimtes aangevoerd wordt en/of de maximale capaciteit aan lucht die er afgevoerd wordt, is in steeds meer landen wettelijk bepaald in functie van het type ruimte, het volume of het vloeroppervlak van de betreffende ruimte.
In België zijn deze maximale ventilatiecapaciteiten voor woningen vastgelegd in de Belgische norm NBND 50-001. In Nederland zijn deze vastgelegd in het Bouwbesluit.
Deze maximale ventilatiecapaciteit kan op verschillende manieren ingesteld worden bij een dergelijk centraal ventilatiesysteem. In de praktijk bestaan echter nog geen afdoende inregelmethoden en inregelsystemen om deze maximale ventilatiecapaciteit nauwkeurig en bij voorkeur op een automatische manier in te stellen.
Enerzijds probeert men deze maximale ventilatiecapaciteit in te stellen met behulp van de één of meerdere ventilatoren van dit ventilatiesysteem. Gezien deze één of meerdere ventilatoren echter meestal het debiet in meerdere van de toe- en/of afvoerkanalen beïnvloeden, is het bijzonder moeilijk of soms zelfs onmogelijk om de maximale ventilatiecapaciteit per ruimte op deze manier goed in te stellen.
Vaak voorziet men als alternatief voor het inregelen van de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal een extra klep of rooster per toe- of afvoerkanaal, die bij inregelen van het ventilatiesysteem in een vaste stand geplaatst wordt, overeenstemmend met deze maximale ventilatiecapaciteit. De in te regelen standen kan men echter moeilijk nauwkeurig bepalen. Initieel zet men deze kleppen in een theoretisch bepaalde stand die overeenstemt met de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit. Echter in de praktijk zal de op deze manier ingestelde maximale ventilatiecapaciteit als gevolg van drukverliezen in het systeem steeds afwijken van de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit. Men zal dan iteratief via metingen proberen om deze ingestelde maximale ventilatiecapaciteit bij te regelen totdat deze nauwkeuriger de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit benadert. Hiertoe meet men per toe- of afvoerkanaal de werkelijke maximale ventilatiecapaciteit en regelt die enigszins bij naar de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit toe. Van zodra men echter de stand van één van de kleppen van de toe- of afvoerkanalen bijregelt, heeft dit ook een invloed op het maximale ventilatiedebiet van de andere kleppen in de andere toe- of afvoerkanalen, zodat deze opnieuw verder van de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit kunnen afwijken. Het nauwkeurig instellen van de klep- of roosterstanden is dan ook een tijdrovend en omslachtig werk.
Daarnaast bestaan ook kleppen waarvan de kiepstand zich automatisch aanpast in functie van het drukverschil over de klep. Op die manier wordt een min of meer constant debiet bekomen over een bepaald drukbereik. Het nadeel van dergelijke kleppen is de beperkte nauwkeurigheid ervan en de noodzaak van een bepaald drukbereik over de klep.
Er bestaan ook reeds ventilatiesystemen, waarbij deze maximale ventilatiecapaciteit wordt ingesteld door handmatig of softwarematig de maximale kiepstand per debietregelaar in te stellen. Softwarematig kan de maximale open stand voor elke debietregelaar bepaald worden in functie van de benodigde ventilatiecapaciteit van de te ventileren ruimte en in functie van de drukverliezen over het volledige ventilatiesysteem. Ook hier zal in de praktijk de ingestelde maximale ventilatiecapaciteit bij de ingestelde kiepstand als gevolg van onzekerheden in de drukverliesberekening steeds afwijken van de werkelijk in te stellen maximale ventilatiecapaciteit. Men zal dan ook hier iteratief via metingen proberen om de maximale kiepstand bij te regelen totdat deze nauwkeuriger overeenstemt met de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit.
Het doel van deze uitvinding is in de eerste plaats te voorzien in een werkwijze waarmee de in te stellen kiepstand die overeenstemt met de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit nauwkeuriger bepaald kan worden, zodat de maximale ventilatiecapaciteit nauwkeuriger ingesteld kan worden.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt met behulp van een werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, omvattende één of meer ventilatoren en twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afVoeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen een klep en/of debietregelaar per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep en/of debietregelaar wordt ingesteld door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of de debietregelaar, en waarbij deze werkwijze de volgende stappen omvat: a. het uitvoeren van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet van het ventilatiesysteem bij verschillende doorstroomopeningen van de kleppen en/of debietregelaars; b. het bepalen van de in te stellen maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar op basis van deze metingen; c. het instellen van de bepaalde maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar.
Door de in te stellen doorstroomopening in te stellen op basis van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet van het werkelijke ventilatiesysteem met zijn werkelijke drukverliezen, kan men de in te stellen doorstroomopening per klep en/of per debietregelaar veel nauwkeuriger bepalen dan op basis van een theoretische karakterisatie van dit ventilatiesysteem met theoretisch bepaalde drukverliezen. Op deze manier is het dan ook mogelijk om een veel nauwkeurigere instelling van de maximale ventilatiecapaciteit per klep en/of per debietregelaar te bekomen.
Bij voorkeur bevindt bij een werkwijze volgens deze uitvinding elke klep en/of debietregelaar zich bij elke meting in stap a ofwel in een open stand, waarbij deze klep of debietregelaar een maximaal debiet doorlaat, ofwel in een gesloten stand, waarbij deze klep of debietregelaar een minimaal lekdebiet doorlaat. Het stelsel vergelijkingen waaruit men de nodige karakteristieken van het kanalennetwerk van het ventilatiesysteem kan halen om hiermee de in te stellen doorstroomopeningen te bepalen wordt hierdoor een stuk eenvoudiger.
Bij voorkeur wordt in stap a verder minstens één meting uitgevoerd waarbij minstens twee kleppen of debietregelaars zich in hun open stand bevinden, waarbij deze een maximaal debiet doorlaten.
Nog meer voorkeurdragend wordt in stap a minstens één meting uitgevoerd waarbij alle kleppen of debietregelaars zich in hun open stand bevinden, waarbij deze een maximaal debiet doorlaten.
Om een grote nauwkeurigheid van de bepaling van de doorstroomopeningen die overeenstemmen met de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit te verzekeren is het aantal metingen dat in stap a wordt uitgevoerd bij voorkeur minstens één meer dan het aantal kleppen en/of debietregelaars.
Voorafgaand aan stap a wordt bij voorkeur het nominale debiet per klep en/of debietregelaar bepaald en wordt dit nominale debiet per klep en/of debietregelaar opgelegd.
Verder wordt voorafgaand aan stap a bij voorkeur het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren op een bepaald drukniveau ingesteld.
Om de nauwkeurigheid van de bepaling van de doorstroomopeningen die overeenstemmen met de in te stellen maximale ventilatiecapaciteit nog verder op te drijven, wordt na stap a het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren bij voorkeur ingesteld op een ander drukniveau en wordt stap a herhaald. Indien men meerdere meetpunten bij een hoger of lager drukniveau in rekening brengt kan een nauwkeuriger resultaat bekomen worden. Indien telkens het aantal metingen in de achtereenvolgens uitgevoerde stappen a gelijk wordt genomen, zal men door uitmiddelen een juistere benadering van de in te stellen maximale doorstroomopeningen bekomen.
Meer specifiek worden bij een werkwijze volgens deze uitvinding in stap b de stromingscoëfficiënten C per klep en/of debietregelaar overeenstemmend met het nominale debiet berekend op basis van de uitgevoerde metingen en wordt op basis van deze stromingscoëfficiënten de in te stellen doorstroomopening per klep en/of debietregelaar bepaald.
Na stap c wordt verder bij voorkeur het benodigde drukniveau van de één of meerdere ventilatoren bepaald op basis van de metingen en wordt het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren op dit benodigde drukniveau ingesteld.
Dit drukniveau wordt namelijk bij voorkeur zo laag mogelijk gekozen om een minimaal verbruik van het ventilatiesysteem te garanderen, maar moet hoog genoeg zijn om de maximale ventilatiecapaciteit te kunnen garanderen. Op basis van de metingen zal men dit drukniveau beter kunnen kiezen in functie van het verbruik en de te garanderen maximale ventilatiecapaciteit dan op basis van een vooraf theoretisch bepaalde karakterisatie van het ventilatiesysteem.
Dit benodigde drukniveau wordt bij voorkeur bepaald op basis van de berekende stromingscoëfficiënten.
Bij de metingen in stap a kan het totale toe- of afvoerdebiet bij een specifieke uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens deze uitvinding bepaald worden op basis van het vermogen en het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren.
Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een inregelsysteem voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, waarbij dit ventilatiesysteem één of meerdere ventilatoren omvat en twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afVoeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen een klep en/of debietregelaar per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep en/of debietregelaar instelbaar is door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of de debietregelaar, en waarbij dit inregelsysteem een meetinrichting omvat voor het uitvoeren van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet van het ventilatiesysteem, aanstuurmiddelen omvat voor het instellen van de maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar en een rekeneenheid omvat voor het berekenen van de stromingscoëfficiënten per klep en/of debietregelaar op basis van metingen van het totale toe- of afVoerdebiet bij verschillende standen van de kleppen en/of debietregelaars.
Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inregelsysteem volgens deze uitvinding is aangepast om het centrale ventilatiesysteem in te regelen volgens een werkwijze volgens deze uitvinding zoals hierboven omschreven, waarbij de meetinrichting voorzien is voor het uitvoeren van de metingen uit stap a en voorzien is voor het doorgeven van meetwaarden aan de rekeneenheid, waarbij de aanstuurmiddelen voorzien zijn om tijdens stap a de doorstroomopeningen te veranderen tussen de metingen door, waarbij de rekeneenheid voorzien is voor het uitvoeren van stap b met behulp van de meetwaarden en voorzien is voor het doorgeven van instelwaarden voor instellen van de maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar aan de aanstuurmiddelen en waarbij de aanstuurmiddelen voorzien zijn voor het uitvoeren van stap c met behulp van de instelwaarden.
Het doel van deze uitvinding wordt tenslotte ook bereikt door te voorzien in een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, omvattende één of meerdere ventilatoren en één of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afvoeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe- of afvoerkanalen een klep en/of een debietregelaar per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep en/of debietregelaar instelbaar is door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of de debietregelaar, waarbij dit ventilatiesysteem een inregelsysteem volgens deze uitvinding zoals hierboven omschreven omvat.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een werkwijze, een inregelsysteem en een centraal ventilatiesysteem volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze werkwijze, dit inregelsysteem en dit centraal ventilatiesysteem aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een vooraanzicht wordt voorgesteld van een ventilatie-element van een uitvoeringsvorm van een centraal ventilatiesysteem; , figuur 2 een bovenaanzicht wordt voorgesteld van een ventilatie-element zoals getoond in figuur 1 ; figuur 3 een zijaanzicht wordt voorgesteld van een ventilatie-element zoals getoond in figuur 1 ; figuur 4 een perspectief zijaanzicht wordt voorgesteld van een debietregelaar van een ventilatie-element uit figuur 1.
Een uitvoeringsvorm van een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, zoals afgebeeld in de figuren, is enerzijds voorzien van een ventilatie-element (1). Dit ventilatie-element (1) omvat een ventilatorbehuizing (2) waarin een ventilator (niet voorgesteld op de figuur) is voorzien. Deze ventilator is daarbij elektrisch aangestuurd door middel van een centrale elektronische verwerkingseenheid, die zich hier in de ventilatorbehuizing (2) bevindt. De ventilatorbehuizing (2) is voorzien van een centrale opening (3) voor het afVoeren van lucht uit het ventilatie-element (1) naar een buitenomgeving toe of voor het toevoeren van lucht uit een buitenomgeving naar het ventilatie-element (1) toe. Wanneer er af- en toevoer van lucht dient te gebeuren, dan dienen twee dergelijke openingen (3) voorzien te worden. Verder is de ventilatorbehuizing (2) voorzien van verschillende tweede openingen die elk voorzien zijn om in verbinding gebracht te worden met een toe- of afvoerkanaal.
Anderzijds is het centrale ventilatiesysteem voorzien van een kanalensysteem, dat niet werd voorgesteld op de figuren, omvattende verschillende toe- en/of afvoerkanalen die elk enerzijds in verbinding staan met het genoemde ventilatie-element (1) en anderzijds uitmonden in een respectievelijke ruimte van het gebouw, en die voorzien zijn voor ofwel het toevoeren van buitenlucht door middel van het ventilatie-element (1) naar een ruimte, ofwel voor het afvoeren van lucht uit een ruimte door middel van het ventilatie-element (1) naar buiten toe.
Eén of meerdere van deze kanalen zijn daarbij voorzien van een debietregelaar (4), die afzonderlijk in figuur 4 werd afgebeeld, die in gemonteerde toestand opgesteld is in de nabijheid van de respectievelijke opening in de ventilatorbehuizing (2), en een meetsysteem (5) voor het meten van grootheden van de met deze debietregelaar (4) corresponderende toe- of afgevoerde lucht, zoals bijvoorbeeld het C02-gehalte van de in het respectievelijke kanaal doorstromende lucht, het relatieve vochtgehalte en/of de temperatuur van deze lucht.
De aansturing van de debietregelaar(s) (4) gebeurt dan bij normale werking van het ventilatiesysteem bij voorkeur in functie van één of meerdere van deze gemeten parameters. Verder kan het ventilatiesysteem ook voorzien worden van een bijkomend detectiesysteem voor het detecteren van de aan- of afwezigheid van personen in de betreffende ruimtes en kan de centrale elektronische verwerkingseenheid de debietregelaar(s) (4) ook in functie van deze aan- of afwezigheid van personen aansturen.
De debietregelaar(s) (4) omvatten daarbij bij voorkeur een draaibaar opgesteld, rigide klepblad (7) waarmee de doorstroomopening van de debietregelaar (4) kan ingesteld worden. De kiepstand van de debietregelaar(s) (4) wordt daarbij aangestuurd met een actuator, bijvoorbeeld een stappenmotor (6). Deze actuator (6) wordt daarbij bij voorkeur aangestuurd door de centrale elektronische verwerkingseenheid van de ventilator.
Volgens deze uitvinding is een dergelijk centraal ventilatiesysteem verder voorzien van een niet afgebeeld inregelsysteem voor het instellen van de maximale doorstroomopening per debietregelaar (4). De debietregelaar wordt dan ook aangewend om zowel het ventilatiesysteem in te regelen als te regelen. Dit inregelsysteem omvat een meetinrichting voor het uitvoeren van metingen van het totale toe- of afVoerdebiet van het ventilatiesysteem. Daarnaast omvat dit inregelsysteem aanstuurmiddelen (6) voor het instellen van de maximale doorstroomopening per debietregelaar (4). Verder omvat dit inregelsysteem een rekeneenheid voor het berekenen van de stromingscoëfficiënten per debietregelaar (4) op basis van de metingen van het totale toe- of afVoerdebiet bij verschillende standen van de debietregelaars (4). Zowel deze meetinrichting als deze rekeneenheid kunnen hierbij deel uitmaken van de centrale elektronische verwerkingseenheid van de ventilator. De aanstuurmiddelen (6) omvatten hierbij de genoemde actuatoren (6) waarmee de debietregelaars (4) instelbaar zijn.
Volgens een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding wordt een dergelijk centraal ventilatiesysteem eerst geplaatst volgens de code van de goede praktijk. Het nominale debiet per debietregelaar (4) wordt bepaald en wordt per debietregelaar (4) opgelegd. Dit kan elektronisch uitgevoerd worden of kan bijvoorbeeld met behulp van dipswitches of jumpers gebeuren zoals beschreven in de octrooiaanvraag BE-2009/0644. Verder wordt het aantal n aangesloten debietregelaars (4) geteld. Dit aantal n kan ofwel handmatig geteld worden en in het inregelsysteem ingegeven worden, ofwel automatisch bepaald worden door dit inregelsysteem. Daarnaast worden de debietregelaars (4) initieel in hun volledig open stand ingesteld.
De afvoerventilator wordt ingesteld op een welbepaald drukniveau. Voor particuliere woningen zal dit meestal bij voorkeur op een drukniveau tussen 120 en 200 Pa zijn. Daarna wordt stap a van de werkwijze volgens deze uitvinding uitgevoerd. Hierbij zal de meetinrichting eerst het totale afVoerdebiet van het ventilatiesysteem Qo, waarbij alle debietregelaars (4) in hun maximale open stand staan, afleiden uit het vermogen en het drukniveau van de ventilator. Daarna veranderen de aanstuurmiddelen (6) telkens de stand van minstens één van de debietregelaars (4), waarna de meetinrichting telkens opnieuw het totale afVoerdebiet Qj van het ventilatiesysteem afleidt uit het vermogen en het drukniveau van de ventilator. Dit wordt herhaald tot de meetinrichting minimum n+1 metingen uitvoerde, en dit bijvoorbeeld bij doorstroomopeningen van de debietregelaars (4) volgens het onderstaande schema voor een aantal debietregelaars (4) n = 6:
Figure BE1019200A5D00131
Open betekent hierbij dat het betreffende klepblad (7) van de corresponderende debietregelaar (4) in zijn maximale open stand wordt geplaatst. Dicht betekent dat dit klepblad (7) in zijn gesloten stand is geplaatst, waarbij deze een minimaal lekdebiet doorlaat.
Na de metingen, of reeds tijdens de metingen of tussen de metingen door, geeft de meetinrichting de bij de metingen bekomen meetwaarden voor het totale afVoerdebiet Qi door aan de rekeneenheid. Deze rekeneenheid berekent op basis van deze meetwaarden de stromingscoëfficiënten per debietregelaar (4) overeenstemmend met het benodigde nominale debiet per debietregelaar.
Eventueel kunnen de metingen nogmaals herhaald worden bij een ander drukniveau van de ventilator en kunnen de stromingscoëfficiënten per debietregelaar (4) dan bekomen worden door uitmiddelen van de stromingscoëfficiënten die bekomen werden na elke set metingen op een bepaald drukniveau.
Op basis van deze stromingscoëfficiënten wordt dan telkens de in te stellen maximale doorstroomopening per debietregelaar (4) bepaald. De rekeneenheid vertaalt deze in te stellen maximale doorstroomopeningen in instelwaarden voor instellen van de debietregelaars (4). Deze instelwaarden kunnen dan doorgegeven worden aan de aanstuurmiddelen (6), die op basis hiervan de bepaalde maximale doorstroomopeningen van de debietregelaars (4) instellen.
Het benodigde drukniveau van de ventilator kan dan bepaald worden op basis van de metingen, waarna de ventilator op dit benodigde drukniveau wordt ingesteld.
Dit benodigde drukniveau wordt zo laag mogelijk gekozen om een minimaal verbruik van het ventilatiesysteem te garanderen, maar hoog genoeg om overal de maximale ventilatiecapaciteiten te kunnen garanderen.

Claims (15)

1. Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, omvattende één of meer ventilatoren en twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe-of af voeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe-en/of afvoerkanalen een klep en/of debietregelaar (4) per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep en/of debietregelaar (4) wordt ingesteld door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of de debietregelaar (4), met het kenmerk dat deze werkwijze de volgende stappen omvat: a. het uitvoeren van metingen van het totale toe- of afVoerdebiet van het ventilatiesysteem bij verschillende doorstroomopeningen van de kleppen en/of debietregelaars (4); b. het bepalen van de in te stellen maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar (4) op basis van deze metingen; c. het instellen van de bepaalde maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar (4).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in stap a elke klep en/of debietregelaar (4) zich bij elke meting ofwel in een open stand bevindt, waarbij deze klep of debietregelaar (4) een maximaal debiet doorlaat, ofwel in een gesloten stand bevindt, waarbij deze klep of debietregelaar (4) een minimaal lekdebiet doorlaat.
3. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in stap a minstens één meting wordt uitgevoerd waarbij minstens twee kleppen of debietregelaars (4) zich in hun open stand bevinden, waarbij deze een maximaal debiet doorlaten.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in stap a minstens één meting wordt uitgevoerd waarbij alle kleppen of debietregelaars (4) zich in hun open stand bevinden, waarbij deze een maximaal debiet doorlaten.
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het aantal metingen dat in stap a wordt uitgevoerd minstens één meer is dan het aantal kleppen en/of debietregelaars (4).
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat voorafgaand aan stap a het nominale debiet per klep en/of debietregelaar (4) wordt bepaald en dat dit nominale debiet per klep en/of debietregelaar (4) wordt opgelegd.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat voorafgaand aan stap a het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren op een bepaald drukniveau wordt ingesteld.
8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat na stap a het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren wordt ingesteld op een ander drukniveau en dat stap a wordt herhaald.
9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in stap b de stromingscoëfficiënten per klep en/of debietregelaar (4) corresponderend met het respectievelijk nominaal debiet worden berekend op basis van de uitgevoerde metingen en dat op basis van deze stromingscoëfficiënten de in te stellen doorstroomopening per klep en/of debietregelaar (4) wordt bepaald.
10. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat na stap c het benodigde drukniveau van de één of meerdere ventilatoren wordt bepaald op basis van de metingen en dat het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren op dit benodigde drukniveau wordt ingesteld.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 en 10, met het kenmerk dat het benodigde drukniveau wordt bepaald op basis van de berekende stromingscoëfficiënten.
12. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat bij de metingen in stap a het totale toe- of afvoerdebiet bepaald wordt op basis van het vermogen en het drukniveau van de één of meerdere ventilatoren.
13. Inregelsysteem voor het inregelen een centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, waarbij dit ventilatiesysteem één of meerdere ventilatoren omvat en twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afvoeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe- en/of afvoerkanalen een klep en/of debietregelaar per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met een klep en/of debietregelaar (4) instelbaar is door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of de debietregelaar (4), met het kenmerk dat dit inregelsysteem een meetinrichting omvat voor het uitvoeren van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet van het ventilatiesysteem, aanstuurmiddelen (6) omvat voor het instellen van de maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar (4) en een rekeneenheid omvat voor het berekenen van de stromingscoëfficiënten per klep en/of debietregelaar (4) op basis van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet bij verschillende standen van de kleppen en/of debietregelaars (4).
14. Inregelsysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk dat dit inregelsysteem aangepast is om het centrale ventilatiesysteem in te regelen volgens een werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, waarbij de meetinrichting voorzien is voor het uitvoeren van de metingen uit stap a en voorzien is voor het doorgeven van meetwaarden aan de rekeneenheid, waarbij de aanstuurmiddelen (6) voorzien zijn om tijdens stap a de doorstroomopeningen te veranderen tussen de metingen door, waarbij de rekeneenheid voorzien is voor het uitvoeren van stap b met behulp van de meetwaarden en voorzien is voor het doorgeven van instelwaarden voor instellen van de maximale doorstroomopening per klep en/of debietregelaar (4) aan de aanstuurmiddelen en waarbij de aanstuurmiddelen (6) voorzien zijn voor het uitvoeren van stap c met behulp van de instelwaarden.
15. Centraal ventilatiesysteem voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, omvattende één of meerdere ventilatoren en één of meerdere toe- en/of afvoerkanalen voor het toe- of afVoeren van lucht naar of van deze ruimtes, waarbij twee of meerdere toe- of afvoerkanalen een klep en/of een debietregelaar (4) per toe- of afvoerkanaal omvatten, waarbij de maximale ventilatiecapaciteit per toe- of afvoerkanaal met klep en/of debietregelaar (4) instelbaar is door instellen van de maximale doorstroomopening van de klep en/of de debietregelaar (4), met het kenmerk dat dit ventilatiesysteem een inregelsysteem volgens conclusie 14 of 15 omvat.
BE2010/0123A 2010-02-24 2010-02-24 Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem. BE1019200A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0123A BE1019200A5 (nl) 2010-02-24 2010-02-24 Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
EP11154932.5A EP2363656B1 (en) 2010-02-24 2011-02-18 Method for presetting a central ventilation system, presetting system and central ventilation system comprising a presetting system of this type

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0123A BE1019200A5 (nl) 2010-02-24 2010-02-24 Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
BE201000123 2010-02-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019200A5 true BE1019200A5 (nl) 2012-04-03

Family

ID=42670505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0123A BE1019200A5 (nl) 2010-02-24 2010-02-24 Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2363656B1 (nl)
BE (1) BE1019200A5 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2008944C2 (nl) * 2012-06-06 2013-12-09 Vero Duco Nv Ventilatie-installatie met debietregelaars.
NL2009975C2 (nl) * 2012-12-12 2014-06-16 Vero Duco Nv Ventilatiesysteem met stromingsregelcassette.
FR3017448B1 (fr) 2014-02-10 2016-02-05 Aldes Aeraulique Procede de diagnostic d’un ensemble de ventilation a simple flux ou double flux et ensemble de ventilation associe
NL2014565B1 (nl) * 2015-04-01 2017-01-06 Vero Duco Nv Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor.
NL2014612B1 (nl) * 2015-04-10 2017-01-19 Vero Duco Nv Gebouw met vraaggestuurd warmtewisselingssysteem voor ventilatie, alsmede warmtewisselingssysteem.
CN108253600B (zh) * 2018-01-11 2020-03-27 广东美的制冷设备有限公司 空调器的控制方法和空调器
BE1028326B1 (nl) 2020-05-19 2021-12-21 Renson Ventilation Nv Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren
FR3126753A1 (fr) * 2021-09-03 2023-03-10 Atlantic Climatisation Et Traitement D'air Industrie Auto calibration d’une installation de ventilation
FR3132346B1 (fr) * 2022-01-31 2023-12-22 Atlantic Climatisation Et Traitement Dair Ind Régulation de la pression fournie par un ventilateur d’extraction ou d’insufflation d’air dans une installation de ventilation

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2179517A1 (nl) * 1972-04-11 1973-11-23 Etu Rech Ventilation
FR2805601A1 (fr) * 2000-02-29 2001-08-31 Aldes Aeraulique Groupe de ventilation auto-pilote a regulation electronique
FR2914401A1 (fr) * 2007-03-29 2008-10-03 Marcel Mauxion Dispositif pour optimiser l'air a la meilleure temperature possible, afin de renouveler l'air d'un pavillon.

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202004010819U1 (de) * 2004-07-10 2004-09-30 Gebrüder Trox Gesellschaft mit beschränkter Haftung Volumenstromregler, insbesondere für klima- und lüftungstechnische Anlagen
BE1018155A5 (nl) * 2008-05-21 2010-06-01 Renson Ventilation Nv Centraal ventilatiesysteem.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2179517A1 (nl) * 1972-04-11 1973-11-23 Etu Rech Ventilation
FR2805601A1 (fr) * 2000-02-29 2001-08-31 Aldes Aeraulique Groupe de ventilation auto-pilote a regulation electronique
FR2914401A1 (fr) * 2007-03-29 2008-10-03 Marcel Mauxion Dispositif pour optimiser l'air a la meilleure temperature possible, afin de renouveler l'air d'un pavillon.

Also Published As

Publication number Publication date
EP2363656A3 (en) 2013-04-10
EP2363656A2 (en) 2011-09-07
EP2363656B1 (en) 2017-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019200A5 (nl) Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
US11953216B2 (en) Ventilation controller
EP1853855B1 (en) Ventilation control system and method for a computer room
US6957544B2 (en) Method and apparatus for regulating the operating temperature of electronic devices
US10001293B2 (en) Method for controlling operation of an HVAC system
US11215373B2 (en) System and method for integrated control of supply fan
US8214085B2 (en) Ventilator control optimizer
JP6951072B2 (ja) 空調システム用の制御装置、空調システム
WO2017002245A1 (ja) 空調システム制御装置及び空調システム
US20110253359A1 (en) System and method for sensing air flow, carbon dioxide or volatile organic compound in residential building
US10782042B2 (en) Ventilation control apparatus and ventilation system
EP2863137A1 (en) Systems and methods for ventilating a building
JP2018109459A (ja) 空調システム用の制御装置、空調システム
KR102546394B1 (ko) 누기량 예측 및 실내풍량 제어 장치 및 그 제어 방법
CN108291734B (zh) 用于操作热能交换机的方法和系统
JP2010050220A (ja) ラックキャビネット及びラックキャビネットに搭載された電子機器の冷却方法
EP3318807B1 (en) Method for detecting configuration of a ventilation system and a ventilation system
JP6802714B2 (ja) 空調システム用の制御装置、空調システムの制御方法、空調システム
NL1038209C2 (nl) Centraal ventilatiesysteem.
KR20200008460A (ko) 급기 풍량 제어장치 및 급기 풍량 제어방법
BE1018969A5 (nl) Centraal ventilatiesysteem.
BE1018155A5 (nl) Centraal ventilatiesysteem.
EP2584278B1 (en) Ventilation system for ventilating a fire compartment in a building
KR101941429B1 (ko) 이산화탄소 농도 측정 기능을 갖는 열교환 환기장치
KR102473104B1 (ko) 공기 조화 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190228