NL2014565B1 - Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor. - Google Patents

Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL2014565B1
NL2014565B1 NL2014565A NL2014565A NL2014565B1 NL 2014565 B1 NL2014565 B1 NL 2014565B1 NL 2014565 A NL2014565 A NL 2014565A NL 2014565 A NL2014565 A NL 2014565A NL 2014565 B1 NL2014565 B1 NL 2014565B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manifold
auxiliary
cassette
parts
ventilation device
Prior art date
Application number
NL2014565A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014565A (nl
Inventor
Louis Renson Luc
Original Assignee
Vero Duco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vero Duco Nv filed Critical Vero Duco Nv
Priority to NL2014565A priority Critical patent/NL2014565B1/nl
Publication of NL2014565A publication Critical patent/NL2014565A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014565B1 publication Critical patent/NL2014565B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/0236Ducting arrangements with ducts including air distributors, e.g. air collecting boxes with at least three openings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F2007/001Ventilation with exhausting air ducts
    • F24F2007/002Junction box, e.g. for ducts from kitchen, toilet or bathroom

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ventilation (AREA)

Abstract

Een ventilatie-installatie voor het toevoeren en/ of afvoeren van lucht in een gebouw(4) dat meerdere ruimten (5, 5', 6, 6') heeft, omvat een aanjager (14) voor het opwekken van een luchtstroming, een hoofdkanaal (12, 13), een spruitstuk (10, 11) met een hoofdaansluiting (19) en meerdere hulpaansluitingen (20). Verder zijn er meerdere hulpkanalen (7, 7', 8, 8') alsmede meerdere ventielen (9) voor een bijbehorende ruimte. Tenminste een der hoofdaansluiting (19) en hulpaansluitingen (20) van het spruitstuk (10, 11) is voorzien van een debietregelaar (24), zoals een stromingsregelklep, voor het regelen van de luchtstroming door die aansluiting. Ter vereenvoudiging van het spruitstuk is de debietregelaar (24) opgenomen in een cassette (22) en tenminste een der spruitstukdelen (16, 17) is voorzien van een cassettekamer (23) waarin de cassette is opgenomen.

Description

Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk. alsmede spruitstuk daarvoor
De uitvinding betreft een ventilatie-installatie voor het toevoeren en/of voeren van lucht in een gebouw dat meerdere ruimten heeft, omvattende een aanjager voor het opwekken van een luchtstroming, een hoofdkanaal, een spruitstuk met een hoofdaansluiting en meerdere hulpaansluitingen, meerdere hulpkanalen alsmede meerdere ventielen voor een bijbehorende ruimte, waarbij het hoofdkanaal is aangesloten op de aanjager en op de hoofdaansluiting van het spruitstuk, een der hulpkanalen is aangesloten op een der hulpaansluitingen van het spruitstuk en een ander hulpkanaal is aangesloten op een andere der hulpaansluitingen van het spruitstuk, en een der ventielen is aangesloten op een der hulpkanalen en een ander ventiel is aangesloten op een ander der hulpkanalen, waarbij tenminste een der hulpaansluitingen van het spruitstuk is voorzien van een debietregelaar, zoals een stromingsregelklep, voor het regelen van de luchtstroming door die aansluiting.
Een dergelijke ventilatie-installatie is bekend. Via het spruitstuk kunnen meerdere ruimten bediend worden, zodanig dat lucht uit meerdere ruimten kan worden afgezogen, en/of lucht aan een die ruimten kan worden toegevoerd. Met behulp van de debietregelaars kan de luchthoeveelheid die wordt toegevoerd respectievelijk afgevoerd per ruimte apart worden ingesteld, zodanig dat een efficiënte luchtbehandeling wordt mogelijk gemaakt.
Bij het spruitstuk komen meerdere kanalen samen, die alle relatief veel ruimte in beslag nemen gezien de vereiste dwarsdoorsnedenafmetingen van die kanalen. Ook kan het voorkomen dat de kanalen uit verschillende richtingen aankomen bij het spruitstuk, waardoor extra bochtstukken nodig zijn voor de gewenste aansluitingen. Deze elementen moeten ook worden ondergebracht in een veelal beperkte ruimte. De bereikbaarheid van het spruitstuk wordt daardoor minder goed. Dit betekent dat ook de diverse componenten die zijn opgenomen in of aan het spruitstuk, lastig bereikbaar zijn. Dit is vooral een nadeel bij installatie en onderhoud van de debietregelaars.
Een doel van de uitvinding is daarom een ventilatie-inrichting van het hiervoor genoemd type te verschaffen dat ook in een beperkte ruimte goed te installeren en te onderhouden is. Een verder doel is om ook bij een minder goede bereikbaarheid de met het spruitstuk samenhangende onderdelen toch toegankelijk te maken. Weer een ander doel is om de debietregelaar op ruimtesparende wijze aan te brengen. Deze en andere doelen worden bereikt doordat de debietregelaar is opgenomen in een cassette en tenminste een der spruitstukdelen is voorzien van een cassettekamer waarin de cassette is opgenomen.
Vanwege de omstandigheid dat de debietregelaar is opgenomen in de cassette, kan deze als eenheid relatief eenvoudig worden geplaatst en eventueel worden vervangen. Dit wordt vooral goed mogelijk gemaakt in een uitvoering waarbij de cassettekamer een geleiding heeft door middel waarvan de cassette in de cassettekamer respectievelijk uit de cassettekamer geleidbaar is. Het is bij een dergelijke uitvoering niet nodig om de debietregelaar buiten het spruitstuk en tussen dat spruitstuk en het aansluitende kanaal aan te brengen. Door meerdere debietregelaars in het spruitstuk te groeperen, kan de bekabeling drastisch worden vereenvoudigd.
In een zeer eenvoudige uitvoering is de geleiding dwars gericht ten opzichte van de luchtdoorgangsrichting door de aansluiting. Daarbij kan de (geleiding van de) cassettekamer uitmonden aan het uitwendige van een spruitstukdeel en aldaar zijn afgesloten door een geleidingdeksel. Indien meerdere naast elkaar zich bevindende cassettekamers zijn voorzien die alle aan dezelfde zijde van het spruitstuk uitmonden, kunnen deze zijn afgesloten door een gemeenschappelijk deksel. Onder het gemeenschappelijke deksel kunnen als bijkomend voordeel leidingen voor de voeding en signaaloverdracht worden opgenomen, zodanig dat deze goed beschermd zijn tegen invloeden van buitenaf. Bij voorkeur zijn de geleidingen verticaal gericht, en kunnen de cassettes aan de bovenkant van de geleiding worden ingestoken respectievelijk via de bovenkant worden verwijderd. Als alternatief zijn echter ook andere oriëntaties mogelijk, zoals horizontaal. De uitmondingen van de geleidingen zijn dan bij voorkeur gericht naar de meest toegankelijke zijde, zoals afgekeerd van een wand waartegen het spruitstuk is gemonteerd.
Verder kan tenminste een meetsysteem zij voorzien voor het meten van een eigenschap van de lucht bij de debietregelaar alsmede een regelsysteem voor het besturen van de debietregelaar op basis van de door het meetsysteem gemeten eigenschap van de lucht, ook deze onderdelen kunnen zijn opgenomen op of in of aan de betreffende cassette. Het meetsysteem kan op verschillende bekende manieren zijn uitgevoerd, zoals met een sensoreenheid voor het meten van het C02 gehalte, de luchtvochtigheid en dergelijke van de lucht.
Een verdere verbetering van de aansluitmogelijkheden van het spruitstuk kan worden verkregen indien dit meerdere spruitstukdelen omvat alsmede koppelmiddelen door middel waarvan de spruitstukdelen onderling zijn gekoppeld. Deze koppelmiddelen kunnen zijn uitgevoerd voor het in verschillende onderlinge standen met elkaar koppelen van de spruitstukdelen.
Dankzij de mogelijkheid tot het in verschillende onderlinge standen plaatsen van de spruitstukdelen, is het niet nodig de op die spruitstukdelen aan te sluiten buizen in allerlei bochten aan te leggen. Daardoor kunnen de hoofdaansluiting en de hulpaansluitingen in de meest geschikte richting worden geplaatst met betrekking tot de aankomende buizen. Daarmee wordt de verbinding tussen die aansluitingen en de buizen sterk vereenvoudigd, terwijl ook het ruimtebeslag beperkt blijft omdat de buizen minder sterk behoeven te worden gebogen.
In het bijzonder kan het spruitstuk een hoofdspruitstukdeel omvatten dat is voorzien van de hoofdaansluiting en tenminste een hulpspruitstukdeel dat is voorzien van een of meer hulpaansluitingen. Er kan één enkel hulpspruitstukdeel zijn voorzien dat alle hulpaansluitingen bevat, maar ook is het mogelijk om meerdere hulpspruitstukdelen te voorzien, elk met één of meer hulpaansluitingen.
De koppelmiddelen kunnen zijn voorzien tussen het hoofdspruitstukdeel en een hulpspruitstukdeel. In aanvulling daarop, of als alternatief, kunnen koppelmiddelen zijn voorzien tussen twee hulpspruitstukdelen.
Het spruitstuk kan in allerlei vormen en formaten zijn uitgevoerd. De voorkeur gaat uit naar een uitvoering waarbij het spruitstuk een veelhoekige dwarsdoorsnede bezit en de spruitstukdelen in de langsrichting (dwars op de dwarsdoorsnede) van het spruitstuk verschoven ten opzichte van elkaar zijn, waarbij de koppelmiddelen zich bevinden aan of nabij naar elkaar gekeerde dwarsvlakken van naburige spruitstukdelen. Het aantal onderling verschillende standen waarin de spruitstukdelen met elkaar koppelbaar zijn, kan in dat geval gelijk zijn aan het aantal hoeken of zijden van de veelhoekige dwarsdoorsnede van het spruitstuk.
De koppelmiddelen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en kunnen bijvoorbeeld klemmen omvatten die op de diverse spruitstukdelen worden geklemd. Bij voorkeur echter omvatten de koppelmiddelen schroefdraadmiddelen. De spoed van deze schroefmiddelen kan zodanig worden gekozen dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een slag met een omwenteling waarvan de grootte ten opzichte van een volledige cirkel de inverse bedraagt van het aantal mogelijke onderlinge standen van de betreffende aan elkaar grenzende spruitstukdelen.
Bij voorkeur bezitten alle spruitstukdelen een doorgaand kamerdeel dat uitmondt aan tegenoverliggende einden van het spruitstukdeel, welke kamerdelen op elkaar aansluiten en samen de inwendige kamer van het spruitstuk vormen, en aan tegenoverliggende einden van de kamer sluitdeksels zijn voorzien aan de uiterste spruitstukdelen. Ook kan tenminste een der hulpaansluitingen zijn afgesloten door een sluitdeksel.
In het voorgaande is de toepassing van het spruitstuk in een individuele woning beschreven. Het is echter ook mogelijk om het spruitstuk toe te passen in een collectief woongebouw. De aanjager is centraal opgesteld in een dergelijk gebouw, terwijl dan de ventilatie per woning wordt geregeld door het van kleppen voorziene spruitstuk.
Ook komt een kantoorgebouw in aanmerking als toepassingsvoorbeeld voor het spruitstuk.
De uitvinding betreft tevens een spruitstuk voor een ventilatie-inrichting zoals hiervoor beschreven, omvattende een hoofdaansluiting en meerdere hulpaansluitingen waarbij tenminste een der hoofdaansluiting en hulpaansluitingen van het spruitstuk is voorzien van een debietregelaar, zoals een stromingsregelklep, voor het regelen van de luchtstroming door die aansluiting. De debietregelaar is opgenomen in een cassette en tenminste een der spruitstukdelen is voorzien van een cassettekamer waarin de cassette is opgenomen.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een doorsnede door een woning met een ventilatie-installatie volgens de uitvinding.
Figuren 2a-e tonen verschillende varianten van een spruitstuk.
Figuur 3 toont een verdere variant van een spruitstuk.
Figuren 4a-d tonen verschillende uitvoeringen van een spruitstuk met een aanjager.
In figuur 1 is een dwarsdoorsnede van een woning 4 weergegeven die bestaat uit verschillende verdiepingen 1, 2 en in dit geval een zolder 3. De verdiepingen 1, 2 bezitten meerdere kamers of ruimten 5, 5’, 6, 6’ waarop telkens een hulpkanaal 7, 7’, 8, 8’ is aangesloten. Deze hulpkanalen monden alle uit in zogenaamde ventielen 9 die de uitstroomopening van de hulpkanalen in de diverse ruimten bepalen. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de hulpkanalen 7, 7’ van de benedenverdieping 1 alle aangesloten op een eerste spruitstuk 10, terwijl de hulpkanalen 8, 8’ van de bovenverdieping 2 zijn aangesloten op een tweede spruitstuk 11. Beide spruitstukken 10, 11 zijn via een hoofdkanaal 12 respectievelijk 13 aangesloten op de aanjager 14, die een uitlaat 15 heeft via welke de uit de diverse ruimten afgezogen lucht naar buiten wordt afgevoerd.
Hoewel in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een variant is weergegeven waarbij de lucht uit de ruimte wordt afgezogen, is het omgekeerd ook mogelijk om de luchtstroming om te keren en met de betreffende ventilatie-installatie lucht aan de ruimten toe te voeren. Ook is het mogelijk om beide varianten in één en dezelfde woning aan te brengen, waarbij de installatie dubbel is uitgevoerd voor het enerzijds toevoeren van lucht aan de diverse ruimten, en anderzijds voor het afvoeren van lucht uit de diverse ruimten.
In de figuren 2a-e en 3 zijn diverse mogelijke varianten van het spruitstuk 10, 11 nader weergegeven. In het bijzonder is in figuur 2e getoond dat het spruitstuk 10, 11 bestaat uit een hoofdspruitstukdeel 16 en een hulpspruitstukdeel 17. Deze spruitstukdelen 16, 17 bezitten aan hun naar elkaar gekeerde vlakken schroefdraadmiddelen 18, door middel waarvan zij aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Het spruitstuk 10, 11 heeft een hoofdaansluiting 19 waarop de in figuur 1 getoonde hoofdkanalen 12, 13 kunnen worden aangesloten, en meerdere hulpaansluitingen 20 waarop de hulpkanalen 7, 8 kunnen worden aangesloten. Zoals weergegeven in figuur 2e is in het inwendige van deze spruitstukdelen 16,17 een inwendige kamer 30 voorzien, via welke de hoofdaansluiting 19 en de hulpafsluitingen 20 met elkaar in verbinding staan.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het spruitstuk 10,11 vierkant, hetgeen betekent dat de spruitstukdelen 16,17 op vier verschillende manieren aan elkaar gekoppeld kunnen worden. In figuur 2e is bijvoorbeeld getoond dat de hoofdaansluiting 19 loodrecht omhoog is gericht ten opzichte van de hulpaansluitingen 20. In het voorbeeld van figuur 2b zijn alle aansluitingen 19, 20 in dezelfde richting gericht, in figuur 2a is de hoofdaansluiting 19 tegengesteld gericht aan de hulpaansluitingen 20 en in figuur 2d is de hoofdaansluiting 19 loodrecht naar beneden gericht ten opzichte van de hulpaansluitingen 20. Figuur 2c toont de uitvoeringsvorm van figuur 2e in samengestelde toestand.
De koppelmiddelen 18 kunnen schroefdraadmiddelen omvatten met een zodanige spoed dat de verbinding tussen het hoofdspruitstukdeel 16 en het hulpspruitstukdeel 17 door een kwartslag tot stand kan worden gebracht, en wel vanuit vier verschillende uitgangsposities ter verkrijging van de in de figuur 2 getoonde verschillende mogelijkheden. Deze koppel mogelijkheden zijn nuttig bij het aansluiten van de uit verschillende richtingen aankomende hulpkanalen 8, 9 en het hoofdkanaal 12, 13, en wel zodanig dat meestal zonder ongewenste bochtstukken kan worden gewerkt.
Opgemerkt zij dat het hulpspruitstukdeel 17 ook uit meerdere delen kan bestaan met elk een enkele hulpaansluiting 20, en die op gelijke wijze in verschillende oriëntaties ten opzichte van elkaar gepositioneerd kunnen worden als de oriëntaties van het hoofdspruitstukdeel 16 ten opzichte van het totale hulpspruitstukdeel 17 zoals getoond in de figuur 2a-e. Ook op de naar elkaar gekeerde vlakken van dat uit verschillende delen bestaande hulpspruitstukdeel 17 komen dan koppelmiddelen 18 voor. De uiteinden van zowel het hoofdspruitstukdeel 16 als het hulpspruitstukdeel 17 bezitten aan een van de koppelmiddelen 18 afgekeerde eind een sluitdeksel 21.
Zoals weergegeven in figuur 3 is bij elke hulpaansluiting 20 in het hulpspruitstukdeel 17 een cassette 22 opgenomen. Daartoe bezit het hulpspruitstukdeel 17 ter hoogte van elke hulpaansluiting 20 een cassettekamer 23 waarin de cassette 22 door op en neer schuiven verwijderbaar respectievelijk opneembaar is. Elke cassette 22 bezit een als vlinderklep uitgevoerde debietregelaar 24, een motor 25 en een sensoreenheid 29 die bijvoorbeeld de luchtvochtigheid, het koolstofdioxidegehalte en dergelijke kan meten. De diverse kabels die bestemd zijn voor het voeden van de motor 25 en voor de signaaloverdracht zijn in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld niet weergegeven, maar kunnen langs de buitenzijde van het hulpspruitstukdeel 17 en onder het nog te bespreken deksel 28 worden gelegd.
De cassettekamer 23 bezit een geleiding 26 die dwars gericht is ten opzichte van de richting van de luchtstroming die optreedt door de hulpaansluitingen 20, zodanig dat de cassettes 22 op de gewenste wijze en in de juiste positie ten opzichte van die luchtstroming door de hulpaansluitingen 20 gepositioneerd kan worden. De cassettekamer 23 bezit een uitmonding 27 welke afsluitbaar is door het reeds genoemde deksel 28. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 is slechts een enkel deksel 28 nodig, omdat alle uitmondingen 27 op dezelfde manier naar boven wijzen en aldus tezamen kunnen worden afgesloten. Indien het hulpspruitstukdeel 17 zoals hiervoor reeds genoemd uit aparte delen bestaat die elk een verschillende oriëntaties aan elkaar verbonden kunnen worden, zal elke cassettekamer 23 afgesloten zijn door een eigen deksel.
In de figuren 4a-d zijn diverse combinaties getoond van het spruitstuk 10, 11 met de aanjager 14. In het voorbeeld van figuren 4a en 4c is daarbij de hoofdaansluiting 19 afgekeerd van alle hulpaansluitingen 20; in het voorbeeld van de figuren 4 b, d is de hoofdaansluiting gemonteerd aan het in langsrichting gezien uiterste eind van het spruitstuk 10,11, waarbij aldaar het deksel 21 zoals getoond in figuur 3 is verwijderd van het uiteinde van het hoofdspruitstukdeel 16 en in plaats daarvan is aangesloten op de hoofdaansluiting 19. In het voorgaande is sprake van een aanjager 14, doch daarvoor kan ook een andere installatie worden gebruikt zoals een warmtewisselaar.
Lijst van verwijzingstekens 1. Benedenverdieping 2. Bovenverdieping 3. Zolder 4. Woning 5., 5’. Ruimte benedenverdieping 6., 6. Ruimte bovenverdieping 7., 7 ’. Hulpkanaal benedenverdieping 8., 8’. Hulpkanaal bovenverdieping 9. Ventiel 10. Eerste spruitstuk 11. Tweede spruitstuk 12. Hoofdkanaal 13. Hoofdkanaal 14. Aanjager 15. Uitlaat 16. Hoofdspruitstukdeel 17. Hulp spruitstukdeel 18. Koppelmiddelen 19. Hoofdaansluiting 20. Hulpaansluiting 21. Sluitdeksel 22. Cassette 23. Cassettekamer 24. Klep 25. Aandrijfmotor klep 26. Geleiding cassettekamer 27. Uitmonding cassettekamer 28. Deksel 29. Sensoreenheid 30. Kamer

Claims (20)

1. Ventilatie-installatie voor het toevoeren en/of afvoeren van lucht in een gebouw (4) dat meerdere ruimten (5, 5’, 6, 6’) heeft, omvattende een aanjager (14) voor het opwekken van een luchtstroming, een hoofdkanaal (12, 13), een spruitstuk (10, 11) met een hoofdaansluiting (19) en meerdere hulpaansluitingen (20), meerdere hulpkanalen (7, 7’, 8, 8’) alsmede meerdere ventielen (9) voor een bijbehorende ruimte, waarbij het hoofdkanaal (12, 13) is aangesloten op de aanjager (14) en op de hoofdaansluiting (19) van het spruitstuk, een der hulpkanalen (7, 7’, 8, 8)’ is aangesloten op een der hulpaansluitingen (20) van het spruitstuk en een ander hulpkanaal is aangesloten op een andere der hulpaansluitingen van het spruitstuk, en een der ventielen (9) is aangesloten op een der hulpkanalen (7, 7’, 8, 8’) en een ander ventiel is aangesloten op een ander der hulpkanalen, waarbij tenminste een der hoofdaansluiting (19) en hulpaansluitingen (20) van het spruitstuk (10,11) is voorzien van een debietregelaar (24), zoals een stromingsregelklep, voor het regelen van de luchtstroming door die aansluiting, met het kenmerk dat de debietregelaar (24) is opgenomen in een cassette (22) en tenminste een der spruitstukdelen (16, 17) is voorzien van een cassettekamer (23) waarin de cassette is opgenomen.
2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de cassettekamer (23) een geleiding (26) heeft door middel waarvan de cassette (22) in de cassettekamer respectievelijk uit de cassettekamer geleidbaar is.
3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 2, waarbij de geleiding (26) dwars is gericht ten opzichte van de luchtdoorgangsrichting door de aansluiting (19, 20).
4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de (geleiding van de) cassettekamer (23) een uitmonding (27) heeft die uitmondt aan het uitwendige van een spruitstukdeel (16, 17) en aldaar is afgesloten door een deksel (28).
5. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 4, waarbij meerdere naast elkaar zich bevindende cassettekamers (22) zijn voorzien, welke cassettekamers zijn afgesloten door een gemeenschappelijk deksel (28).
6. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de cassette (22) is voorzien van tenminste een meetsysteem (29) voor het meten van een eigenschap van de lucht bij de debietregelaar (24) alsmede een regelsysteem (25) voor het besturen van de debietregelaar op basis van de door het meetsysteem gemeten eigenschap van de lucht.
7. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 6, waarbij het meetsysteem (29) een sensoreenheid omvat voor het meten van het C02 gehalte, de luchtvochtigheid en dergelijke van de lucht.
8. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het spruitstuk (10, 11) meerdere spruitstukdelen (16, 17) omvat alsmede koppelmiddelen (18) door middel waarvan de spruitstukdelen onderling zijn gekoppeld.
9. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 8, waarbij koppelmiddelen (18) zijn uitgevoerd voor het in verschillende onderlinge standen met elkaar koppelen van de spruitstukdelen (16,17).
10. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij het spruitstuk (10, 11) een hoofdspruitstukdeel (16) omvat dat is voorzien van de hoofdaansluiting (19) en tenminste een hulpspruitstukdeel (17) is voorzien van een of meer hulpaansluitingen (20).
11. Ventilatie-installatie volgens conclusies 9 en 10, waarbij de koppelmiddelen (18) zijn voorzien tussen het hoofdspruitstukdeel (16) en een hulpspruitstukdeel (17).
12. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de koppelmiddelen zijn voorzien tussen twee hulpspruitstukdelen.
13. Ventilatie-installatie volgens een der conclusies 8-12, waarbij het spruitstuk (10, 11) een veelhoekige dwarsdoorsnede bezit en de spruitstukdelen (16, 17) in de langsrichting van het spruitstuk verschoven ten opzichte van elkaar zijn, waarbij de koppelmiddelen (18) zich bevinden aan of nabij naar elkaar gekeerde dwarsvlakken van naburige spruitstukdelen.
14. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 13, waarbij het aantal onderling verschillende standen waarin de spruitstukdelen (16, 17) met elkaar koppelbaar zijn, gelijk is aan het aantal hoeken van de veelhoekige dwarsdoorsnede van het spruitstuk (10,11).
15. Ventilatie-inrichting volgens een der conclusies 8-14, waarbij de koppelmiddelen (18) schroefdraadmiddelen omvatten.
16. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 15, waarbij de spoed van de schroefmiddelen (18) zodanig is uitgevoerd dat de verbinding tussen de schroefmiddelen tot stand wordt gebracht door een slag met een omwenteling waarvan de grootte ten opzichte van een volledige cirkel de inverse bedraagt van het aantal mogelijke onderlinge standen van de betreffende aan elkaar grenzende spruitstukdelen.
17. Ventilatie-inrichting volgens een der conclusies 8-16, waarbij alle spruitstukdelen (16, 17) een doorgaand kamerdeel bezitten dat uitmondt aan tegenoverliggende einden van het spruitstukdeel, welke kamerdelen op elkaar aansluiten en samen de inwendige kamer (30) van het spruitstuk (10, 11) vormen, en aan tegenoverliggende einden van de kamer sluitdeksels (21) zijn voorzien aan de uiterste spruitstukdelen.
18. Ventilatie-inrichting volgens een der conclusies 8-17, waarbij tenminste een der hulpaansluitingen is afgesloten door een sluitdeksel.
19. Spruitstuk (10, 11) voor een ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een hoofdaansluiting (19) en meerdere hulpaansluitingen (20) waarbij tenminste een der hoofdaansluiting en hulpaansluitingen van het spruitstuk is voorzien van een debietregelaar (24), zoals een stromingsregelklep, voor het regelen van de luchtstroming door die aansluiting, met het kenmerk dat de debietregelaar (24) is opgenomen in een cassette (22) en tenminste een cassettekamer (23) is voorzien waarin de cassette is opgenomen.
20. Spruitstuk (10, 11) volgens conclusie 19, omvattende meerdere spruitstukdelen (16, 17) alsmede koppelmiddelen (18) door middel waarvan de spruitstukdelen onderling zijn gekoppeld, met het kenmerk dat koppelmiddelen zijn uitgevoerd voor het in verschillende onderlinge standen met elkaar koppelen van de spruitstukdelen.
NL2014565A 2015-04-01 2015-04-01 Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor. NL2014565B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014565A NL2014565B1 (nl) 2015-04-01 2015-04-01 Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014565A NL2014565B1 (nl) 2015-04-01 2015-04-01 Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014565A NL2014565A (nl) 2016-10-10
NL2014565B1 true NL2014565B1 (nl) 2017-01-06

Family

ID=53189126

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014565A NL2014565B1 (nl) 2015-04-01 2015-04-01 Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2014565B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2026607B1 (nl) * 2020-10-02 2022-06-03 Vero Duco Nv Ventilatie-inrichting en ventilatiesysteem

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3421899A1 (de) * 2017-06-28 2019-01-02 Möhlenhoff GmbH Anordnung zur klimatisierung von räumen

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4749004A (en) * 1987-05-06 1988-06-07 The Boeing Company Airflow control valve having single inlet and multiple outlets
BE1019200A5 (nl) * 2010-02-24 2012-04-03 Renson Ventilation Nv Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
NL2009975C2 (nl) * 2012-12-12 2014-06-16 Vero Duco Nv Ventilatiesysteem met stromingsregelcassette.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2026607B1 (nl) * 2020-10-02 2022-06-03 Vero Duco Nv Ventilatie-inrichting en ventilatiesysteem

Also Published As

Publication number Publication date
NL2014565A (nl) 2016-10-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2014565B1 (nl) Ventilatie-installatie met regelbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor.
BE1019200A5 (nl) Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
EP3117155B1 (en) Device and method for controlling a supply air flow at an air treatment system
US20120129443A1 (en) Airflow and Heating Control Supply Air Terminal
NL2014563B1 (nl) Ventilatie-installatie met aanpasbaar spruitstuk, alsmede spruitstuk daarvoor.
BE1028669B1 (nl) Ventilatie-inrichting en ventilatiesysteem
US10203129B2 (en) Air diffuser outlet system
US20080108296A1 (en) Fan assisted floor ventilation diffuser
EP2828584A1 (en) Modular air movement apparatus
KR20170101592A (ko) 재실인원 계수장치 및 이를 이용한 공기조화 시스템
FR3097031B1 (fr) systeme de contrôle de la qualité de l’air dans un espace intérieur
JPH055385Y2 (nl)
NL2014612B1 (nl) Gebouw met vraaggestuurd warmtewisselingssysteem voor ventilatie, alsmede warmtewisselingssysteem.
ES2378286T3 (es) Regulador de caudal volumétrico, especialmente para instalaciones de climatización y ventilación
JP4619175B2 (ja) 流体搬送設備に用いる流量調整装置
US20230417445A1 (en) Ventilator unit and method for autonomous ventilation using the ventilator unit
WO2008085115A1 (en) Air conditioning equipment for return air
ATE330267T1 (de) Messkanal in verbindung mit einem motorbetätigten durchfluss-regelventil und einem füllstandsensor
US715716A (en) Steam heating apparatus.
EP1254342B1 (en) A wall-mounted supply-air device
FI127233B (fi) Tuloilmaventtiili
JP5010720B2 (ja) 流体搬送設備
JP2005188884A (ja) 風量分配装置およびこれを用いた空気調和システム
NL2003680C2 (nl) Zelfregelende ventilatie-inrichting alsmede klepsamenstel daarvoor.
WO2018004432A1 (en) Device for temperature control of residences

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200501