NL1038209C2 - Centraal ventilatiesysteem. - Google Patents

Description

CENTRAAL VENTILATIESYSTEEM

Deze uitvinding betreft een centraal ventilatiesysteem, omvattende een ventilatie-element dat voorzien is van één of meerdere ventilatoren en een ventilatorbehuizing 5 die voorzien is van openingen, en een kanalensysteem dat voorzien is van één of meerdere toevoer- en/of afvoerkanalen voor het toevoeren, of respectievelijk afvoeren van lucht tussen de genoemde openingen van de ventilatorbehuizing en de te ventileren ruimtes, waarbij minstens één toevoer- en/of afvoerkanaal voorzien is van een debietregelaar voor het regelen van het debiet aan lucht dat aan de te 10 ventileren ruimte wordt toegevoerd, respectievelijk er van wordt afgevoerd.

Anderzijds betreft de uitvinding een element voor aansluiting tussen een opening van een ventilatorbehuizing van een centraal ventilatiesysteem en een toevoer- of afvoerkanaal van een kanalensysteem van het centrale ventilatiesysteem, of voor 15 integratie in een toevoer- of afvoerkanaal van het centrale ventilatiesysteem dat voorzien is voor het toevoeren, of respectievelijk afvoeren van lucht tussen de openingen van de ventilatorbehuizing en de te ventileren ruimtes waarbij minstens één toevoer- en/of afvoerkanaal voorzien is van een debietregelaar voor het regelen van het debiet aan lucht dat aan de te ventileren ruimte wordt toegevoerd, 20 respectievelijk er van wordt afgevoerd.

Er bestaan verschillende mogelijkheden voor het ventileren van woningen met behulp van ventilatoren. De belangrijkste daarbij zijn de volgende twee hierna omschreven systemen.

25

Een eerste systeem is een centraal mechanisch afzuigsysteem (ook een C-systeem genoemd), waarbij de lucht actief uit de woning wordt afgevoerd. De toevoer van lucht gebeurt daarbij echter passief. Daarvoor zijn de ramen voorzien van ventilatieroosters of kiepramen die in verbinding staan met de buitenlucht. Een 30 speciale ventilatiemotor zuigt bij een dergelijke mechanische ventilatie via 1 03 8209 2 luchtkanalen en ventilatieroosters lucht weg uit de vochtige ruimtes, onder meer de keuken, de badkamer en het toilet.

Een tweede systeem is een centraal mechanisch ventilatiesysteem (ook een D-5 systeem genoemd), waarbij lucht mechanisch af- én toegevoerd wordt van buitenaf. Meestal gaat het om Hoog Rendement (HR-) ventilatie. Een warmte-terugwin-unit in een dergelijk centraal ventilatiesysteem gebruikt warmte uit de afgevoerde lucht om de toegevoerde lucht van buitenaf deels op te warmen voordat die in huis verspreid wordt.

10

In dergelijke centrale ventilatiesystemen worden steeds vaker debietregelaars voorzien per toevoer- en/of afvoerkanaal, om het luchtdebiet aan te kunnen passen in functie van de behoefte of de vraag. Dit luchtdebiet kan bijvoorbeeld geregeld worden in functie van de aan- of afwezigheid van personen of in functie van 15 luchtparameters zoals het CCh-gehalte in de lucht, de relatieve luchtvochtigheid de temperatuur, enz.

De maximale capaciteit aan lucht die in de te ventileren ruimtes aangevoerd wordt en/of de maximale capaciteit aan lucht die er afgevoerd wordt, is in steeds meer 20 landen wettelijk bepaald in functie van het type ruimte, het volume of het vloeroppervlak van de betreffende ruimte. In België zijn deze maximale ventilatiecapaciteiten voor woningen vastgelegd in de Belgische norm NBN D 50- 001. In Nederland zijn deze vastgelegd in het Bouwbesluit.

25 Deze maximale ventilatiecapaciteit kan op verschillende manieren ingesteld worden bij een dergelijk centraal ventilatiesysteem.

Enerzijds probeert men deze maximale ventilatiecapaciteit in te stellen met behulp van de één of meerdere ventilatoren van dit ventilatiesysteem. Gezien deze één of 30 meerdere ventilatoren echter meestal het debiet in meerdere van de toevoer- en/of 3 afvoerkanalen beïnvloeden, is het bijzonder moeilijk of soms zelfs onmogelijk om de maximale ventilatiecapaciteit per ruimte op deze manier goed in te stellen.

Vaak voorziet men dan ook een extra klep per toevoer- of afvoerkanaal, die bij 5 inregelen van het ventilatiesysteem in een vaste stand geplaatst wordt, overeenstemmend met deze maximale ventilatiecapaciteit. Een extra klep is echter een duur onderdeel om hiermee een éénmalige instelling van deze maximale ventilatiecapaciteit te realiseren.

10 Daarnaast bestaan ook kleppen waarvan de kiepstand zich automatisch aanpast in functie van het drukverschil over de klep. Op die manier wordt een min of meer constant debiet bekomen over een bepaald drukbereik. Het nadeel van dergelijke kleppen is de beperkte nauwkeurigheid ervan en de noodzaak van een bepaald drukbereik over de klep.

15

In US 6,192,922 BI is een ventilatieklep beschreven, waarvan de stand met behulp van een werkstation op vooraf geprogrammeerde standen ingesteld kan worden. Het maximale debiet is één van deze vooraf te programmeren instelpunten.

20 In het ventilatiesysteem uit DE 20 2004 010 819 UI kan het maximale debiet ingesteld worden met behulp van potentiometers.

Er bestaan ook reeds ventilatiesystemen, waarbij deze maximale ventilatiecapaciteit softwarematig wordt ingesteld in een centrale verwerkingseenheid die de 25 debietregelaars aanstuurt, waarbij softwarematig een maximale open stand voor de debietregelaar wordt bepaald in functie van de benodigde ventilatiecapaciteit van de te ventileren ruimte en in functie van de lengte van het met deze debietregelaar corresponderende toevoer- of afvoerkanaal. In deze centrale verwerkingseenheid dienen de juiste gegevens per ruimte ingesteld te worden om softwarematig de juiste 30 maximale ventilatiecapaciteit per debietregelaar te bepalen. Om deze maximale ventilatiecapaciteit softwarematig in te kunnen stellen, dient men ofwel een computer 4 aan het ventilatiesysteem te schakelen om na installatie hiervan de juiste gegevens per kanaal in te stellen, ofwel dient men het ventilatiesysteem van relatief dure elektronische instelmiddelen te voorzien, om deze gegevens ter plaatse éénmalig eenvoudig in te kunnen stellen. Bij installatie gebeuren hierbij echter vaak fouten 5 door bijvoorbeeld met de juiste gegevens van een ruimte de maximale ventilatiecapaciteit van een verkeerde debietregelaar in te stellen.

Het doel van deze uitvinding is om de bovengenoemde problemen te verhelpen door te voorzien in een ventilatiesysteem waarmee het maximale ventilatiedebiet per 10 toevoer- of afvoerkanaal eenvoudiger, goedkoper en nauwkeuriger ingesteld kan worden dan met de bestaande ventilatiesystemen.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een centraal ventilatiesysteem, omvattende een ventilatie-element dat voorzien is van één of 15 meerdere ventilatoren en een ventilatorbehuizing die voorzien is van openingen, en een kanalensysteem dat voorzien is van één of meerdere toevoer- en/of afvoerkanalen voor het toevoeren of respectievelijk afvoeren van lucht tussen de genoemde openingen van de ventilatorbehuizing en de te ventileren ruimtes, waarbij minstens één toevoer- en/of afvoerkanaal voorzien is van een debietregelaar voor het 20 regelen van het debiet aan lucht dat aan de te ventileren ruimte wordt toegevoerd, respectievelijk er van wordt afgevoerd en waarbij het ventilatiesysteem ter hoogte van de debietregelaar voorzien is van één of meerdere dipswitches of jumpers waarmee het maximale debiet van deze debietregelaar manueel instelbaar is, waarbij na het manueel instellen van het maximale debiet van een genoemde debietregelaar 25 met behulp van de dipswitches of jumpers, deze dipswitches of jumpers een binaire code genereren die correspondeert met het ingestelde maximale debiet, en waarbij het ventilatiesysteem een centrale verwerkingseenheid omvat, om de binaire code gegenereerd door de dipswitches of jumpers te lezen en de debietregelaar te regelen tussen een minimum open stand en een stand overeenstemmend met het met deze 30 binaire code corresponderende maximale debiet.

5

Bij centrale ventilatiesystemen waarbij debietregelaars voorzien zijn om het debiet aan lucht dat aan de corresponderende te ventileren ruimte wordt toegevoerd of er van wordt afgevoerd, is het voordeliger om deze debietregelaars ook in te zetten om het debiet aan toe- of afgevoerde lucht te begrenzen tot het maximale debiet, in plaats 5 van dit maximale debiet te regelen met behulp van ventilatoren of een extra klep. Door de debietregelaar in te zetten om deze maximale ventilatiecapaciteit te realiseren en niet een extra klep wordt een relatief duur onderdeel voor een éénmalige instelling uitgespaard. Daarnaast wordt ook plaats uitgewonnen door het weglaten van de extra klep, waardoor het ventilatiesysteem compacter kan 10 uitgevoerd worden.

Door het maximale debiet ter hoogte van de respectievelijke debietregelaar in te stellen, vermijdt men dat met de juiste gegevens van een bepaalde ruimte (volume, vloeroppervlakte, lengte van het toevoer- of afvoerkanaal tot aan deze ruimte) het 15 maximale debiet van een verkeerde debietregelaar wordt ingesteld. De instelling van deze gegevens wordt hiermee dan ook sterk vereenvoudigd, zodat men geen sterk gespecialiseerde scholing nodig heeft om een dergelijk centraal ventilatiesysteem in te kunnen stellen.

20 Dipswitches of jumpers zijn relatief goedkope instelmiddelen in vergelijking met de elektronische instelmiddelen die volgens de stand van de techniek gebruikt worden om het maximale debiet softwarematig in te stellen.

Doordat na het manueel instellen van het maximale debiet van een genoemde 25 debietregelaar met behulp van de elektronische schakelaar(s), een binaire code wordt gegenereerd die correspondeert met het ingestelde maximale debiet kan bijvoorbeeld een tabel opgemaakt worden, waarbij aan elk instelbaar maximaal debiet een binaire code wordt toegekend. Het instellen van het juiste maximale debiet per debietregelaar wordt op deze manier bijzonder eenvoudig. Met bijvoorbeeld 4 30 elektronische schakelaars kan men zo 24 verschillende waarden voor het maximale 6 debiet instellen. Met 5 elektronische schakelaars kunnen reeds 25 verschillende waarden voor het maximale debiet ingesteld worden.

Dit centrale ventilatiesysteem omvat bij voorkeur eveneens één of meerdere 5 meetsystemen voor het meten van grootheden van de met een debietregelaar corresponderende toe- of afgevoerde lucht, waarbij de centrale verwerkingseenheid dan elke debietregelaar aanstuurt in functie van de gemeten grootheden van de corresponderende toe- of afgevoerde lucht. Meer specifiek omvatten deze genoemde grootheden dan één of meerdere van volgende klimaatsfactoren temperatuur, 10 relatieve vochtigheid en CCVgehalte.

Op deze manier wordt dezelfde centrale verwerkingseenheid ingezet om zowel het debiet te regelen in functie van de behoefte als om dit debiet te beperken tot maximaal het met behulp van de instelmiddelen ingestelde maximale debiet. Deze 15 regeling van de debietregelaar kan verder bijvoorbeeld ook in functie van bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van personen gebeuren, enz.

Bij voorkeur is een dergelijk meetsysteem van een centraal ventilatiesysteem volgens deze uitvinding opgesteld in de nabijheid van de corresponderende debietregelaar. 20 Op deze manier bevinden alle nodige onderdelen voor het bewerkstelligen van een aanpassing van het toegevoerde of afgevoerde luchtdebiet in functie van een wijzigende behoefte of de vraag en met een instelbaar maximaal debiet als begrenzing voor dit debiet, inclusief de ventilator, zich zo gecentraliseerd mogelijk, waardoor de productie-, installatie-, onderhouds- en eventuele herstellingskosten zo 25 klein mogelijk gehouden kunnen worden.

Bij een nog verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een centraal ventilatiesysteem volgens deze uitvinding stuurt de centrale verwerkingseenheid ook de één of meerdere ventilatoren aan, zodat het aantal aanstuurmiddelen beperkt 30 wordt gehouden en de centrale verwerkingseenheid maximaal ingezet wordt.

7

Elke debietregelaar van een centraal ventilatiesysteem volgens deze uitvinding is verder in gemonteerde toestand bij voorkeur opgesteld in de nabijheid van de respectievelijke opening in de ventilatorbehuizing.

5 Een dergelijk centraal ventilatiesysteem waarbij de verschillende meetsystemen per afvoerkanaal en/of per toevoerkanaal zijn gegroepeerd geeft nog een bijkomend voordeel naar productie-, installatie-, inregel-, onderhouds- en eventuele herstellingskosten van het ventilatiesysteem.

10 Het doel van deze uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een element voor aansluiting tussen een opening van een ventilatorbehuizing van een centraal ventilatiesysteem en een toevoer- of een afvoerkanaal van een kanalensysteem van het centrale ventilatiesysteem, of voor integratie in een toevoer- of een afvoerkanaal van het centrale ventilatiesysteem dat voorzien is voor het toevoeren, of 15 respectievelijk afvoeren van lucht tussen openingen van de ventilatorbehuizing en de te ventileren ruimtes, waarbij minstens één toevoer- en/of afvoerkanaal voorzien is van een debietregelaar voor het regelen van het debiet aan lucht dat aan de te ventileren ruimte wordt toegevoerd, respectievelijk er van wordt afgevoerd en waarbij dit element ter hoogte van de debietregelaar voorzien is van instelmiddelen 20 waarmee het maximale debiet van deze debietregelaar manueel instelbaar is en waarbij het centrale ventilatiesysteem een centraal ventilatiesysteem volgens deze uitvinding zoals hierboven beschreven is.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende 25 gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een centraal ventilatiesysteem volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit centraal ventilatiesysteem aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de 30 uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

8

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een vooraanzicht wordt voorgesteld van een ventilatie-element van een uitvoeringsvorm van een centraal ventilatiesysteem volgens de uitvinding; 5 figuur 2 een bovenaanzicht wordt voorgesteld van een ventilatie-element zoals getoond op figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht wordt voorgesteld van een ventilatie-element zoals getoond op figuur 1; figuur 4 een perspectief zijaanzicht wordt voorgesteld van een element voor 10 aansluiting tussen een opening van een ventilatorbehuizing van een ventilatie- element van een centraal ventilatiesysteem volgens de uitvinding en een toevoer- of afvoerkanaal van een kanalensysteem van het centrale ventilatiesysteem volgens de uitvinding, of voor integratie in een toevoer- of afvoerkanaal van het centrale ventilatiesysteem volgens de uitvinding dat 15 voorzien is voor het toevoeren of respectievelijk afvoeren van lucht aan of van een te ventileren ruimte en voorzien is om een genoemde ruimte te verbinden met één opening van de ventilatorbehuizing; figuur 5 een perspectief zijaanzicht van het element uit figuur 4, van een andere zijde gezien is weergegeven, waarbij een uitstekend element hiervan 20 geopend is weergegeven, zodat de dipswitch als instelmiddel voor manueel instellen van het maximale debiet van de debietregelaar zichtbaar is.

Een uitvoeringsvorm van een centraal ventilatiesysteem volgens de uitvinding voor het ventileren van twee of meerdere ruimtes van een gebouw, is enerzijds voorzien 25 van een ventilatie-element (1). Dit ventilatie-element (1) omvat een ventilatorbehuizing (2) waarin een ventilator (niet voorgesteld op de figuur) is voorzien. Deze ventilator is daarbij elektrisch aangestuurd door middel van een centrale elektronische verwerkingseenheid (die zich in de ventilatorbehuizing (2) bevindt). De ventilatorbehuizing (2) is voorzien van een centrale opening (3) voor 30 het afvoeren van lucht uit het ventilatie-element (1) naar een buitenomgeving toe of voor het toevoeren van lucht uit een buitenomgeving naar het ventilatie-element (1) 9 toe. Wanneer er af- en toevoer van lucht dient te gebeuren, dan dienen twee dergelijke openingen (3) voorzien te worden. Verder is de ventilatorbehuizing (2) voorzien van verschillende tweede openingen die elk voorzien zijn om in verbinding gebracht te worden met een toevoer- of afvoerkanaal.

5

Anderzijds is het centrale ventilatiesysteem volgens de uitvinding voorzien van een kanalensysteem (niet voorgesteld op de figuren), omvattende verschillende toevoer-en/of afvoerkanalen die elk enerzijds in verbinding staan met het genoemde ventilatie-element (1) en anderzijds uitmonden in een respectievelijke ruimte van het 10 gebouw, en die voorzien zijn voor ofwel het toevoeren van buitenlucht door middel van het ventilatie-element (1) naar een ruimte, ofwel voor het afvoeren van lucht uit een ruimte door middel van het ventilatie-element (1) naar buiten toe.

Eén of meerdere van deze kanalen zijn daarbij voorzien van 15 - een debietregelaar (4) (zie figuren 4 en 5) die in gemonteerde toestand opgesteld is in de nabijheid van de respectievelijke opening in de ventilatorbehuizing, en een meetsysteem (5) (zie figuur 4) voor het meten van grootheden van de met deze debietregelaar (4) corresponderende toe- of afgevoerde lucht.

20

De debietregelaar(s) (4) is (zijn) daarbij bij voorkeur uitgevoerd als een draaibaar opgestelde, niet-flexibele klep. Elk van de genoemde debietregelaar(s) (4) wordt daarbij aangestuurd met een actuator, bijvoorbeeld een stappenmotor (6). Deze actuator (6) wordt daarbij bij voorkeur aangestuurd door de centrale elektronische 25 verwerkingseenheid van de ventilator.

Het meetsysteem (5) omvat bij voorkeur één of meerdere sensoren die elk voorzien zijn van een bijhorende elektronische printplaat (11). Het meetsysteem (5) van het buisvormige element (10) zoals voorgesteld op figuur 4, omvat twee sensoren, 30 waarvan slechts één sensor te zien is op de figuur. De elektronische printplaten (11) zijn elk aangebracht in een uitstekend gedeelte (8) in het buisvormige element (10).

10

Deze sensor(en) (5) is (zijn) daarbij bij voorkeur voorzien voor het meten van verschillende luchtparameters, met name het C02-gehalte van de in het respectievelijke kanaal doorstromende lucht, het relatieve vochtgehalte en/of de temperatuur van deze lucht. Via de kabels (7) worden één of meerdere meetwaardes 5 doorgegeven aan de centrale elektronische verwerkingseenheid. Elke kabel (7) zorgt daarbij voor een connectie tussen de elektronische printplaat (11) van de debietregelaar (4) en de centrale elektronische verwerkingseenheid. Zowel de sensor als de actuator zijn verbonden met de elektronische printplaat (11). De aansturing van de debietregelaar(s) (4) gebeurt dan bij voorkeur in functie van één of meerdere 10 van deze gemeten parameters.

Verder kan het ventilatiesysteem ook voorzien worden van een bijkomend detectiesysteem voor het detecteren van de aan- of afwezigheid van personen in de betreffende ruimtes en kan de centrale elektronische verwerkingseenheid de 15 debietregelaar(s) (4) ook in functie van deze aan- of afwezigheid van personen aansturen.

Zoals getoond wordt op de figuren 1 tot en met 5, zijn de debietregelaar(s) (4) en het meetsysteem (5) (de meetsystemen) bij voorkeur aangebracht in een (buisvormig) 20 element. Dit element (10) kan op twee verschillende manieren in het ventilatiesysteem ingebouwd worden, met name door ofwel, zoals is voorgesteld op de figuren 1 tot en met 3, één uiteinde daarvan rechtstreeks aan te sluiten in een opening van de ventilatorbehuizing (2), bijvoorbeeld door middel van een klikverbinding, en het andere uiteinde 25 daarvan te verbinden met een kanaal; door ofwel, zoals niet is voorgesteld op de figuren, dit element (10) te integreren in een kanaal, of met andere woorden de uiteindes van dit element (10) te verbinden met twee kanaaldelen zodanig dat dit element (10) zich tussen deze twee kanaaldelen bevindt, dit bij voorkeur zolang het geheel 30 compact wordt gehouden ten einde productie-, installatie-, inregel, onderhouds- en herstellingskosten zo gering mogelijk te houden.

11

De in figuur 5 afgebeelde elektronische printplaat (11) in het corresponderende uitstekende gedeelte (8) is verder voorzien van een dipswitch (9) die vier elektronische schakelaars omvat, zodat hiermee manueel 24 binaire codes ingesteld 5 kunnen worden, corresponderend met 24 waarden voor het maximale debiet voor deze debietregelaar (4). Op deze manier wordt per debietregelaar (4) een dipswitch (9) voorzien die een binaire code genereert, corresponderend met het hiermee ingestelde maximale debiet. Deze binaire code wordt per debietregelaar (4) dan eveneens gelezen door de centrale elektronische verwerkingseenheid, waarbij de 10 debietregelaars (4) met deze centrale verwerkingseenheid aangestuurd worden in standen tussen een minimum open stand en een stand overeenstemmend met het met deze binaire code corresponderende maximale debiet.

1 03 8 2 09

Claims (7)

1. Centraal ventilatiesysteem, omvattende een ventilatie-element (1) dat 5 voorzien is van één of meerdere ventilatoren en een ventilatorbehuizing (2) die voorzien is van openingen, en een kanalensysteem dat voorzien is van één of meerdere toevoer- en/of afvoerkanalen voor het toevoeren of respectievelijk afvoeren van lucht tussen de genoemde openingen van de ventilatorbehuizing (2) en de te ventileren ruimtes, waarbij minstens één 10 toevoer- en/of afvoerkanaal voorzien is van een debietregelaar (4) voor het regelen van het debiet aan lucht dat aan de te ventileren ruimte wordt toegevoerd, respectievelijk er van wordt afgevoerd, waarbij het ventilatiesysteem ter hoogte van de debietregelaar (4) voorzien is van één of meerdere dipswitches (9) of jumpers waarmee het maximale debiet van deze 15 debietregelaar (4) manueel instelbaar is, met het kenmerk dat na het manueel instellen van het maximale debiet van een genoemde debietregelaar (4) met behulp van de dipswitches (9) of jumpers, deze dipswitches (9) of jumpers een binaire code genereren die correspondeert met het ingestelde maximale debiet, en dat het ventilatiesysteem een centrale 20 verwerkingseenheid omvat, om de binaire code gegenereerd door de dipswitches (9) of jumpers te lezen en de debietregelaar (4) te regelen tussen een minimum open stand en een stand overeenstemmend met het met deze binaire code corresponderende maximale debiet.

2. Centraal ventilatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze één of meerdere meetsystemen omvat voor het meten van grootheden van de met een debietregelaar (4) corresponderende toe- of afgevoerde lucht en dat de centrale verwerkingseenheid elke debietregelaar (4) aanstuurt in functie van de gemeten grootheden van de corresponderende toe- of afgevoerde 30 lucht. 1 03 8 2 09

3. Centraal ventilatiesysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de genoemde grootheden één of meerdere van volgende klimaatfactoren temperatuur, relatieve vochtigheid en C02-gehalte omvatten.

4. Centraal ventilatiesysteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat elk meetsysteem opgesteld is in de nabijheid van de corresponderende debietregelaar (4).

5. Centraal ventilatiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk dat de centrale verwerkingseenheid de één of meerdere ventilatoren aanstuurt.

6. Centraal ventilatiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke debietregelaar (4) in gemonteerde toestand opgesteld 15 is in de nabijheid van de respectievelijke opening in de ventilatorbehuizing (2).

7. Element (10) voor aansluiting tussen een opening van een ventilatorbehuizing (2) van een centraal ventilatiesysteem en een toevoer- of een afvoerkanaal 20 van een kanalensysteem van het centrale ventilatiesysteem, of voor integratie in een toevoer- of een afvoerkanaal van het centrale ventilatiesysteem dat voorzien is voor het toevoeren, of respectievelijk afvoeren van lucht tussen openingen in de ventilatorbehuizing en de te ventileren ruimtes, waarbij minstens één toevoer- en/of afvoerkanaal voorzien is van een debietregelaar 25 (4) voor het regelen van het debiet aan lucht dat aan de te ventileren ruimte wordt toegevoerd, respectievelijk er van wordt afgevoerd, waarbij dit element (10) ter hoogte van de debietregelaar (4) voorzien is van instelmiddelen (9) waarmee het maximale debiet van deze debietregelaar (4) manueel instelbaar is met het kenmerk dat het centrale ventilatiesysteem een centraal 30 ventilatiesysteem volgens één van de conclusies 1 tot en met 6 is. 1 03 8 2 09