BE1028326B1 - Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren - Google Patents

Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren Download PDF

Info

Publication number
BE1028326B1
BE1028326B1 BE20205351A BE202005351A BE1028326B1 BE 1028326 B1 BE1028326 B1 BE 1028326B1 BE 20205351 A BE20205351 A BE 20205351A BE 202005351 A BE202005351 A BE 202005351A BE 1028326 B1 BE1028326 B1 BE 1028326B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ventilation system
location
dependent
questionnaire
subset
Prior art date
Application number
BE20205351A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028326A1 (nl
Inventor
Cedric Fernand Melange
Steven Chris Emmanuel Vandekerckhove
Original Assignee
Renson Ventilation Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Ventilation Nv filed Critical Renson Ventilation Nv
Priority to BE20205351A priority Critical patent/BE1028326B1/nl
Priority to EP21720314.0A priority patent/EP4153919B1/en
Priority to US17/998,958 priority patent/US20230280063A1/en
Priority to PCT/IB2021/052518 priority patent/WO2021234470A1/en
Priority to CN202180028936.3A priority patent/CN115427740B/zh
Publication of BE1028326A1 publication Critical patent/BE1028326A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028326B1 publication Critical patent/BE1028326B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/62Control or safety arrangements characterised by the type of control or by internal processing, e.g. using fuzzy logic, adaptive control or estimation of values
    • F24F11/63Electronic processing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/30Control or safety arrangements for purposes related to the operation of the system, e.g. for safety or monitoring
    • F24F11/49Control or safety arrangements for purposes related to the operation of the system, e.g. for safety or monitoring ensuring correct operation, e.g. by trial operation or configuration checks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/30Control or safety arrangements for purposes related to the operation of the system, e.g. for safety or monitoring
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/89Arrangement or mounting of control or safety devices
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B19/00Programme-control systems
    • G05B19/02Programme-control systems electric
    • G05B19/04Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers
    • G05B19/042Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers using digital processors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2221/00Details or features not otherwise provided for
    • F24F2221/32Details or features not otherwise provided for preventing human errors during the installation, use or maintenance, e.g. goofy proof
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/26Pc applications
    • G05B2219/2614HVAC, heating, ventillation, climate control
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/56Heat recovery units

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Fuzzy Systems (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Air Conditioning Control Device (AREA)
  • Stored Programmes (AREA)
  • Ventilation (AREA)

Abstract

Een werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren, omvattende: - het bekomen (112; 212; 312; 412; 512; 612; 712; 812; 912) van locatiegegevens voor het ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901); - het bekomen (113; 213; 316; 413; 513; 616; 716; 813; 913) van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor het ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901); - het bekomen (114; 214; 317; 414; 514; 617; 717; 814; 914) van hardware configuratiegegevens van het ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901); - het mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van de hardware configuratiegegevens op vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te bekomen; - het bekomen (116; 216; 319; 416; 516; 619; 719; 816; 916) van een tweede subset van antwoorden via een gebruikersinterface (130; 230; 330; 430; 530; 630; 730; 830; 930); - het samenstellen (117; 217; 320; 417; 517; 620; 720; 817; 917) van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen; en - het configureren (118; 218; 321; 418; 518; 621; 721; 818; 918) van het ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) met de parameterwaarden uit de set locatie-afhankelijke regelinstellingen.

Description

-1- WERKWIJZE EN APPARAAT OM EEN VENTILATIESYSTEEM TE PE2060 5951
CONFIGUREREN Technisch Gebied
[01] Deze uitvinding heeft betrekking op het configureren van een ventilatiesysteem voor het ventileren van één of meerdere ruimtes in een gebouw. Meer specifiek heeft deze uitvinding betrekking op een op een computer geïmplementeerde werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens lokaal geldende vereisten. Stand van de Techniek
[02] Er bestaan verschillende types ventilatiesystemen die het mogelijk maken één of meerdere ruimtes in een gebouw te ventileren. Zo wordt een onderscheid gemaakt tussen ventilatiesystemen met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer van lucht, in België en Nederland ook wel het C-systeem genoemd, en ventilatiesystemen met mechanische toevoer en mechanische afvoer van lucht, in België en Nederland ook wel het D-systeem genoemd, in de praktijk steeds met warmterecuperatie. Deze twee systemen kunnen zowel centraal als decentraal uitgevoerd worden, al dan niet vraag-gestuurd. In de centrale uitvoering is er één ventilator die voor afzuiging in meerdere kamers zorgt. In de decentrale uitvoering zijn er meerdere ventilatoren met elk een afzonderlijk afvoerkanaal, afzonderlijk instelbaar om per kamer individueel de afzuiging te regelen. In een ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer wordt lucht actief afgevoerd uit het gebouw maar gebeurt de toevoer van lucht passief. Daartoe kunnen bijvoorbeeld ramen voorzien worden van ventilatieroosters of klepramen die in verbinding staan met de buitenlucht. Eén of meerdere ventilatemotoren zuigen via luchtkanalen en ventilatieroosters lucht weg uit ruimtes in het gebouw die geventileerd moeten worden, typisch vochtige ruimtes zoals bijvoorbeeld de keuken, de badkamer en het toilet in een woning. In een ventilatiesysteem met mechanische toevoer
-2- en afvoer en met warmte/energie terugwinning wordt lucht actief afgevoerd naar 10960 5961 buiten en actief aangevoerd van buitenaf via één of meerdere ventilatoren die via toe- en afvoerkanalen in verbinding staan met de ruimtes die geventileerd moeten worden. Doorgaans zijn dit Hoog Rendement (HR) ventilatiesystemen waarin een warmte-terugwin-eenheid de warmte uit de afgevoerde lucht gebruikt om de aangevoerde lucht van buitenaf deels op te warmen vóór die aangevoerde lucht verspreid wordt in de te ventileren ruimtes.
[03] Naast één of meerdere ventilatiemotoren omvat een centraal of decentraal ventilatiesysteem dus ook één of meerdere toevoerleidingen en/of afvoerleidingen met typisch een klep en/of debietregelaar per toevoerkanaal of afvoerkanaal. De ventilatiecapaciteit, uitgedrukt in kubieke meter per uur (m3/u), liter per seconde (l/s) of liter per uur (l/u), kan dan voor elk van de te ventileren ruimtes geregeld worden door instelling van de motorsnelheid, stand van de kleppen en/of debietregelaars.
[04] De ventilatie van gebouwen of ruimtes in gebouwen moet voldoen aan normen en wetgeving die landafhankelijk zijn, en sterk variëren. Zo wordt de maximale capaciteit aan lucht die in te ventileren ruimtes aangevoerd wordt en/of de maximale capaciteit aan lucht die van te ventileren ruimtes afgevoerd wordt in nationale normen vastgelegd. In België is dat bijvoorbeeld de Belgische norm NBN D 50-001, terwijl dit in Nederland is vastgelegd in het Bouwbesluit. In Frankrijk is de "Arrête du 24 mars 1982 relatif à l'aération des logements, version consolidée au 11 mai 2020" van toepassing en in aanvulling daarop de Réglementation Thermique RT2012. Variërend van land tot land dienen verschillende parameters in acht genomen te worden om een ventilatiesysteem te configureren, zoals in Frankrijk bijvoorbeeld het type woning (appartement, rijwoning, vrijstaande woning, enz.), het aantal bouwlagen van de woning, het aantal kamers in de woning, het aantal mensen aanwezig in de woning, het type ruimte of kamer (vochtige ruimte vs. droge ruimte, slaapkamer, badkamer, keuken, enz.), het aantal COz-partikels gemeten in de aanwezige lucht, de luchtvochtigheid, de temperatuur van de lucht, enz. Bovendien verschillen de drempelwaarden voor de parameters van land tot land. Zo moet in België
-3- bijvoorbeeld vanaf een drempelwaarde van 900 ppm CO:-partikels het 10960 5961 ventilatiedebiet verhoogd worden, terwijl de drempelwaarden voor debietverhoging van de ventilatie in andere landen verschillen.
[05] Het Europees octrooi EP2363656B1 van Renson Ventilation NV vermeldt in paragrafen [0008] en [0009] het probleem van de landafhankelijke normering waar makers en installateurs van een ventilatiesysteem mee geconfronteerd worden en in paragraaf [0010] dat er geen technologie bestaat om een ventilatiesysteem accuraat en automatisch te configureren zodat het voldoet aan de vereisten in het land waar het ventilatiesysteem geïnstalleerd wordt.
[06] Doorgaans worden de motorsnelheid, roosters, kleppen en debietregelaars manueel ingesteld door een installateur die op de hoogte is van de lokaal geldende normen. De manuele configuratie van het ventilatiesysteem is omslachtig, tijdrovend en foutgevoelig omdat de installateur doorgaans vertrekt van theoretische instellingen uitgeschreven voor het ventilatiesysteem die overeenstemmen met de maximale ventilatiecapaciteit geldend voor ruimtes in woningen in het desbetreffende land. Die theoretische instellingen houden geen rekening met de werkelijke drukverliezen in het systeem. Daarom zal iteratief via metingen nagegaan worden hoe de werkelijke ventilatiecapaciteit voor een ruimte afwijkt van de maximale ventilatiecapaciteit die theoretisch gehaald zou moeten worden, en zal via regeling van kleppen gepoogd worden om de maximale ventilatiecapaciteit beter te benaderen. Het bijregelen van een klep in een toevoer- of afvoerkanaal voor een ruimte kan echter een invloed hebben op het ventilatiedebiet in de toevoer- of afvoerkanalen voor andere ruimtes zodat ook de instelling van andere kleppen moet bijgeregeld worden.
[07] In EP2363656B1 wordt de nauwkeurigheid waarmee een ventilatiesysteem geconfigureerd wordt verhoogd door de doorstroomopening van kleppen en/of debietregelaars in te stellen op basis van metingen van het totale toe- of afvoerdebiet van het werkelijke ventilatiesysteem met zijn werkelijke drukverliezen, in plaats van op basis van een theoretische
-4- karakterisatie. Hoewel het inregelen van een ventilatiesysteem hierdoor wat 10960 5961 vereenvoudigd wordt, blijft het conform de wetgeving instellen van het ventilatiesysteem (ook wel het configureren van het ventilatiesysteem genoemd) een manueel, iteratief proces dat omslachtig en tijdrovend is en gebaseerd is op kennis van de installateur van de lokaal geldende normen. Eenzelfde ventilatiesysteem geïnstalleerd in een ander land zal geconfigureerd moeten worden door een installateur die de daar geldende normen kent.
[08] De Amerikaanse octrooiaanvraag US2010/0170272A1 beschrijft een airconditioning systeem dat op basis van de geografische locatie en/of klimaatzone automatisch de aan/uit regeling van het toestel configureert. Hoewel dergelijke configuratie van de aan/uit regeling van een toestel gebaseerd is op locatiebepaling, is er geen garantie dat het toestel geconfigureerd wordt volgens lokaal geldende normen. De motivatie in US2010/0170272A1 om de aan/uit regeling van het toestel te configureren in functie van de locatie en/of klimaatzone is zuiver te zoeken in de optimalisatie van het energieverbruik van het airconditioning systeem.
[09] Ook de Europese octrooiaanvraag EP1865270A1 verwijst in paragraaf
[0004] naar de landafhankelijke vereisten waaraan een ventilatiesysteem moet voldoen, in het bijzonder de toegestane fluctuaties in ventilatiedebiet als gevolg van veranderende drukverschillen in de leidingen van een zelfregelend ventilatiesysteem. EP1865270A1 voorziet in een mechanische oplossing, namelijk klep 3 die automatisch vervormt via een eerste vervormpunt 7 en tweede vervormpunt 8 in functie van drukverschillen en zo het ventilatiedebiet automatisch regelt. Hoewel de oplossing het hoofd biedt aan het probleem van de debietregeling in functie van drukverschillen in het systeem, is het geen oplossing die toelaat een ventilatiesysteem automatisch te configureren volgens de normen geldend in het land waar het ventilatiesysteem geplaatst wordt.
[10] Er bestaan dus geen technologische oplossingen om een ventilatiesysteem voor een gebouw, dat doorgaans een ventilatiemotor, toe- en afvoerleidingen, kleppen en/of roosters en/of debietregelaars bevat,
-5- automatisch te configureren zodanig dat het ventilatiesysteem de verschillende 1999 ruimtes in het gebouw ventileert volgens de technische normen en standaarden geldend in het land waar het ventilatiesysteem geïnstalleerd werd.
[11] Het doel van deze uitvinding is dan ook een technologische oplossing aan te reiken die het mogelijk maakt voor makers, installateurs en/of gebruikers van een ventilatiesysteem om dat ventilatiesysteem automatisch te configureren volgens de regionaal geldende normen van het land of de regio waar het ventilatiesysteem geplaatst werd.
Samenvatting van de Uitvinding
[12] Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een op een computer geïmplementeerde werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren zoals gedefinieerd in conclusie 1, de werkwijze omvattende volgende stappen, uitgevoerd op een installateursapparaat met data- connectiviteit naar genoemd ventilatiesysteem: - het bekomen van locatiegegevens indicatief voor de locatie waar genoemd ventilatiesysteem geïnstalleerd wordt; - het bekomen van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor genoemd ventilatiesysteem gebruik makend van genoemde locatiegegevens; - het bekomen van hardware configuratiegegevens voor genoemd ventilatiesysteem; - het mappen van genoemde hardware configuratiegegevens op vragen uit genoemde locatie-afnankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te genereren op een eerste subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het bekomen via een gebruikersinterface van een tweede subset van antwoorden op een tweede subset van vragen uit genoemde locatie- afhankelijke vragenlijst die onbeantwoord bleven na het genoemde mappen van genoemde hardware configuratiegegevens op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst;
-6- - het samenstellen van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen” 99595" omvattende parameterwaarden voor het configureren van genoemd ventilatiesysteem en genoemde locatiegegevens, op basis van genoemde eerste subset van antwoorden en genoemde tweede subset van antwoorden op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; en - het configureren van genoemd ventilatesysteem met de parameterwaarden uit genoemde set locatie-afhankelijke regelinstellingen.
[13] Volgens de uitvinding zal een installateursapparaat het ventilatiesysteem dus volautomatisch of semi-automatisch configureren met regelinstellingen die locatie-afhankelijk zijn en ervoor zorgen dat het ventilatiesysteem de lokaal geldende normen en standaarden volgt. Het installateursapparaat kan een specifiek ontwikkeld toestel zijn, maar kan in variante uitvoeringen ook een intelligent draagbaar toestel zoals een smartphone, tablet computer, laptop computer, en dergelijke zijn waarop een computerprogramma of software applicatie geïnstalleerd werd om de stappen uit de werkwijze volgens deze uitvinding uit te voeren. Het installateursapparaat heeft data-connectiviteit naar het ventilatiesysteem, typisch een bi-directionele punt-tot-punt connectie over een draadloos netwerk, bijvoorbeeld een WiFi, Zigbee of Bluetooth verbinding, of over een bedraad netwerk zoals een Ethernet verbinding. De data-connectie kan een korte-afstand verbinding zijn, bijvoorbeeld over het thuisnetwerk van de woning waar het ventilatiesysteem geplaatst werd, of een lange-afstand verbinding, bijvoorbeeld over het Internet. Het installateursapparaat kan in een variante uitvoering ook een configuratie-applicatie omvatten die ingebouwd werd in het ventilatiesysteem en waarnaar een extern toestel, bijvoorbeeld een smartphone waarop een installateursapplicatie geïnstalleerd staat, connecteert. Dergelijke configuratie-applicatie kan bijvoorbeeld een web-interface of opdrachtregel interface omvatten.
[14] In een eerste stap zal het installateursapparaat dus coördinaten of meer algemeen locatiegegevens inzamelen die aangeven waar het ventilatiesysteem zich bevindt. Deze locatiegegevens bevatten minstens een indicatie van het land of de regio waar het ventilatiesysteem zich bevindt. Het
-7- installateursapparaat kan dergelijke locatiegegevens op verschillende manierer 99991 bekomen. Is het installateursapparaat uitgerust met technologie om de locatie te bepalen, bijvoorbeeld satelliet-gebaseerde locatiebepalingstechnologie zoals een GPS ontvanger, en bevindt het installateursapparaat zich in de buurt van het te configureren ventilatiesysteem, dan kan de locatie van het installateursapparaat zoals bepaald door de eigen locatiebepalingseenheid gebruikt worden. Als alternatief kan beroep gedaan worden op locatiebepalingstechnologie extern aan het installateursapparaat, of kan informatie ingezameld worden die onrechtstreeks een indicatie bevat voor de locatie van het ventilatiesysteem, zoals bijvoorbeeld een Internet Protocol adres (IP adres) dat gebruikt wordt door het ventilatiesysteem of randapparatuur daarvan. Het is ook mogelijk dat het installateursapparaat de locatie van het ventilatiesysteem bekomt door bevraging van de installateur. De installateur kan bijvoorbeeld gevraagd worden om in een veld het land in te voeren waar het ventilatiesysteem zich bevindt, of kan een droplijst aangeboden worden van landen en/of regio's waaruit de installateur gevraagd wordt het land of de regio van installatie te selecteren.
[15] In een tweede stap gebruikt het installateursapparaat de verkregen locatiegegevens om een locatie-afhankelijke vragenlijst te bekomen voor het ventilatiesysteem. De locatie-afhankelijke vragenlijst kan verkregen worden van een centraal register waarin vragenlijsten en regelinstellingen voor de verschillende landen en eventueel voor verschillende types ventilatiesystemen worden opgeslagen. De locatie-afhankelijke vragenlijst kan ook geselecteerd worden uit een set van locatie-afhankelijke vragenlijsten die beschikbaar is op het installateursapparaat, bijvoorbeeld in een cache-geheugen waarin deze locatie-afhankelijke vragenlijsten voorafgaand werden opgeslagen. De locatie- afhankelijke vragenlijst is een technische vragenlijst met betrekking tot het ventilatiesysteem en het gebouw waarin het ventilatiesysteem is geïnstalleerd, en omvat bijvoorbeeld vragen zoals: Welk type woning is het? Hoeveel bouwlagen zijn er? Hoeveel kamers zijn er? Hoeveel toevoerleidingen zijn er? Wat is het aantal kleppen? Welk type klep wordt gebruikt in elke toevoerleiding? Is een klep uitgerust met een koolstofmonoxide-sensor (CO-sensor)? Hoeveel
-8- afvoerleidingen zijn er? … De technische vragenlijst is afhankelijk van het 20206951 ventilatiesysteem en is locatie-afhankelijk. Voor de installatie van eenzelfde type ventilatiesysteem in verschillende landen zal dus een verschillende technische vragenlijst bekomen worden die minstens de vragen bevat die beantwoord moeten worden om het ventilatiesysteem volgens de normen van het betreffende land te kunnen installeren. Indien de vragenlijst opgevraagd moet worden bij een centraal register waarin vragenlijsten opgeslagen worden voor meerdere types ventilatiesystemen, zal het installateursapparaat vooraf ook het type ventilatiesysteem moeten identificeren, bijvoorbeeld door type-informatie opte vragen bij het ventilatiesysteem of door bevraging van de installateur via een gebruikersinterface. In een uitvoering van de uitvinding waarin het installateursapparaat een configuratie-applicatie omvat geïntegreerd in het ventilatiesysteem, zal de locatie-afnankelijke vragenlijst bijvoorbeeld opgenomen worden in een web-interface zodat het bekomen van antwoorden op de vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst ook via de web-interface van de configuratie-applicatie kan verlopen.
[16] Het installateursapparaat zal in een derde stap hardware configuratiegegevens bekomen voor het ventilatiesysteem dat geconfigureerd moet worden. De hardware configuratiegegevens kunnen automatisch verkregen door bevraging van het ventilatiesysteem via de data connectie tussen installateursapparaat en ventilatiesysteem, kunnen semi-automatisch verkregen worden door bevraging van de installateur via een gebruikersinterface of bijvoorbeeld door automatische beeldverwerking op een foto die de installateur neemt van een label of sticker op het ventilatiesysteem waarop de hardware configuratiegegevens vermeld staan. De hardware configuratiegegevens omvatten bijvoorbeeld: het type motor, het aantal motoren, het aantal toevoerleidingen, het aantal afvoerleidingen, type- informatie voor de kleppen in de respectievelijke leidingen, type-informatie voor debietregelaars in de respectievelijke leidingen, type-informatie voor sensoren die deel uitmaken van het ventilatiesysteem, enz. In een uitvoering van de uitvinding waarin het installateursapparaat een configuratie-applicatie omvat geïntegreerd in het ventilatiesysteem, kan de configuratie-applicatie de
-9- systeem-specifieke hardware configuratiegegevens bekomen door 10960 5961 voorprogrammatie of automatisch bekomen van een andere component in het ventilatiesysteem.
[17] In een vierde stap zal het installateursapparaat de verkregen hardware configuratiegegevens mappen op de vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst. Het installateursapparaat zal bijvoorbeeld de naam van een parameter die gevraagd wordt in de locatie-afhankelijke vragenlijst vergelijken met de namen van parameters waarvoor parameterwaarden werden ontvangen als deel van de hardware configuratiegegevens. Wanneer er overeenstemming is, zal het installateursapparaat de verkregen parameterwaarde automatisch als antwoord nemen op de overeenkomende vraag uit de locatie-afhankelijke vragenlijst. Op deze manier zal een eerste subset van vragen uit de locatie- afhankelijke vragenlijst volautomatisch beantwoord worden door het installateursapparaat en ontstaat een eerste subset van antwoorden. Mogelijk verloopt deze automatische mapping in een configuratie-applicatie die deel uitmaakt van het installateursapparaat en gehost wordt door het ventilatiesysteem zelf, en omvat mapping het nagaan welke vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst reeds beantwoord zijn door voorprogrammatie (de eerste subset) en welke vragen nog beantwoord moeten worden door bevraging van de installateur ter plaatse (de tweede subset). Indien ook de antwoorden op de eerste subset van vragen - vragen naar hardware specifieke parameterwaarden voor het ventilatiesysteem - via de installateur bekomen worden, is het ook mogelijk dat de stappen 114-116 simultaan uitgevoerd worden door de installateur de volledige locatie-afhankelijke vragenlijst voor te leggen. De mapping beperkt zich dan tot het nagaan of antwoorden verkregen worden en kan uitgevoerd worden op de volledige locatie-afhankelijke vragenlijst, dus zowel een eerste subset met hardware configuratie gerelateerde vragen als een tweede subset met gebouw- of omgeving gerelateerde vragen.
[18] Voor vragen uit de locatie-afnankelijke vragenlijst waarvoor geen antwoord werd bekomen door de mapping van de hardware configuratiegegevens, zal het installateursapparaat in een vijfde stap de
-10- installateur bevragen via een gebruikersinterface. Een tweede subset van 79205857 vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst, meer bepaald de vragen die niet automatisch konden beantwoord worden door mapping van de hardware configuratiegegevens, wordt voorgelegd aan de installateur die manueel de antwoorden invoert of semi-manueel de antwoorden invoert door een antwoord te selecteren uit een keuzelijst van antwoorden. In een uitvoering van de uitvinding waarin het installateursapparaat een configuratie-applicatie omvat geïntegreerd in het ventilatiesysteem, zal de tweede subset van vragen gesteld worden via de interface van de configuratie-applicatie waar de installateursapplicatie mee connecteert.
[19] Gebruik makend van de antwoorden op de eerste subset en tweede subset van vragen uit de locatie-afnankelijke vragenlijst, zal het gebruikersapparaat dan een set van locatie-afhankelijke regelinstellingen samenstellen, specifiek voor het type ventilatiesysteem en voor de locatie waar het ventilatiesysteem geïnstalleerd werd. Het samenstellen van een set regelinstellingen kan erin bestaan dat de antwoorden op de vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst gecommuniceerd worden naar een centraal register dat op basis van de antwoorden en kennis van de locatie van het ventilatiesysteem een set regelinstellingen selecteert en bezorgt aan het installateursapparaat. In een alternatieve uitvoering heeft het installateursapparaat reeds verschillende sets van regelinstellingen voor het betreffende type ventilatiesysteem ontvangen en/of opgeslagen in een cache- geheugen en bestaat het samenstellen erin van een set regelinstellingen te selecteren uit de lokaal opgeslagen sets die overeenstemt met de antwoorden op de vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst. Het samenstellen van een set regelinstellingen bestaat er mogelijk ook in van bepaalde subsets van regelparameters te dupliceren. Zo zal het installateursapparaat op basis van de antwoorden op de locatie-afhankelijke vragenlijst bijvoorbeeld van een centraal register de locatie-afhankelijke regelinstellingen ontvangen voor bepaalde types kamers, bijvoorbeeld voor een eerste subset regelinstellingen voor een keuken, een tweede subset regelinstellingen voor een slaapkamer, een derde subset regelinstellingen voor een badkamer. Wanneer de woning waarvoor het
-11- ventilatiesysteem geconfigureerd moet worden meerdere slaapkamers or, 7920/9357 meerdere badkamers bevat, zal het installateursapparaat de regelinstellingen uit de tweede subset en de derde subset moeten dupliceren om een volledige locatie-afhankelijke set regelinstellingen samen te stellen voor het ventilatiesysteem. Het samenstellen van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen kan dus het repliceren van regelinstellingen voor meerdere kamers van eenzelfde type omvatten. Het samenstellen van een set locatie- afhankelijke regelinstellingen kan verder ook rekening houden met het feit dat eenzelfde klep voor meerdere kamers gebruikt wordt. Wanneer bijvoorbeeld één klep gebruikt wordt om twee toiletten te ventileren, zal de drempelwaarde die geconfigureerd wordt voor het verhogen van het ventilatiedebiet in bepaalde landen bijvoorbeeld lager liggen dan de drempelwaarde die geconfigureerd zou worden wanneer elk toilet een afzonderlijke klep zou hebben om de ventilatie te regelen. Verder kan het samenstellen van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen rekening houden met het feit dat eenzelfde type klep in verschillende types kamers kan gebruikt worden waardoor de identificatie van de kleppen verschillend kan zijn maar de configuratie identiek. Zo kan bijvoorbeeld een badkamerklep in de afvoer/toevoerleiding van een douchekamer staan waardoor de regelinstellingen landafhankelijk identiek aan of verschillend van de regelinstellingen voor dezelfde klep geïnstalleerd in de afvoer/toevoerleiding van een badkamer kunnen zijn.
[20] De samengestelde set van regelinstellingen zal ten slotte gebruikt worden door het installateursapparaat om het ventilatiesysteem te configureren met de parameterwaarden uit de set regelinstellingen. De regelinstellingen omvatten bijvoorbeeld de instelling van debiet per kamer dat gerealiseerd moet worden, drempelwaarden voor sensordata zoals vochtigheid, temperatuur, aantal ppm, enz. waarbij de klepstand gewijzigd moet worden of het debiet aangepast moet worden, een klokprogramma (bv. maximum debiet tussen 6u en 8u 's ochtends in bepaalde kamers), de reactie van het ventilatiesysteem bij rookdetectie of branddetectie, de instellingen voor vorstbeveiliging, de klepstand voor een kamer, de motorsnelheid van de ventilatiemotor, enz.
-12- Verdere parameters zullen bepaald worden tijdens het inregelen van het 9209991 ventilatiesysteem wat buiten deze uitvinding valt.
[21] Dankzij de uitvinding worden bij installatie en ingebruikname van een ventilatiesysteem de relevante vragen beantwoord die toelaten het ventilatiesysteem te configureren volgens de lokaal geldende normen en standaarden. Op die manier wordt het voor makers, verdelers en installateurs van ventilatiesystemen eenvoudiger om eenzelfde ventilatiesysteem in meerdere landen te gebruiken. Eenzelfde installateur kan dank zij de uitvinding met zijn installateursapparaat een bepaald type ventilatiesysteem configureren in gebouwen in verschillende landen, en elk van die ventilatiesystemen zal automatisch geconfigureerd worden volgens de in het betreffende land geldende normen, ongeacht de kennis van die installateur van de lokaal geldende normen. Wijzigen de normen in een bepaald land, dan volstaat het in het centrale register een nieuwe locatie-afhankelijke vragenlijst, en nieuwe sets van regelinstellingen te voorzien voor de verschillende antwoordcombinaties op de vragen uit de nieuwe locatie-afhankelijke vragenlijst om ervoor te zorgen dat nieuwe installaties automatisch geconfigureerd worden volgens de nieuw geldende normen.
[22] In een uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 2, worden genoemde locatiegegevens bekomen van een positioneringseenheid in genoemd installateursapparaat.
[23] Dergelijke uitvoering heeft als voordeel dat het installateursapparaat geen bijkomende communicatie moet opzetten of voeren met andere apparaten om locatiegegevens voor het ventilatiesysteem te bekomen. Het installateursapparaat maakt gebruik van de eigen technologie om locatiegegevens voor het ventilatiesysteem te bekomen. Die eigen technologie kan een ingebouwde GPS ontvanger zijn, een andere satellietontvanger die bijvoorbeeld gebruik maakt van het Galileo, GLONASS, of Beidou satellietsysteem voor positiebepaling, of een totaal andere
-13- positioneringstechnologie bijvoorbeeld gebaseerd op draadloze bakens zoald 1299981 GSM antennes of WiFi toegangspunten en triangulatie. Deze uitvoering vereist uiteraard dat het installateursapparaat zich op het moment van configuratie nabij het ventilatiesysteem bevindt zodat de locatie van het installateursapparaat representatief is voor de locatie van het ventilatiesysteem. De automatisch bekomen locatiegegevens gebruik makend van de eigen technologie kunnen eventueel aanvullend afgetoetst worden bij de installateur. Zo kan het installateursapparaat via een gebruikersinterface aan de installateur bevestiging vragen voor de automatisch bekomen locatiegegevens alvorens deze gegevens te gebruiken in verdere stappen van het configuratieproces.
[24] In een alternatieve uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 3, worden genoemde locatiegegevens bekomen van een positioneringseenheid extern aan genoemd installateursapparaat.
[25] Het is dus ook mogelijk dat het installateursapparaat kennis over de locatie van het ventilatiesysteem verwerft door gegevens te bekomen van een ander apparaat waarmee het connecteert, zoals een smartphone, tablet computer, laptop computer, etc., uitgerust met een positioneringseenheid zoals een GPS ontvanger. Vertrouwen op positioneringstechnologie extern aan het installateursapparaat is wenselijk in het bijzonder in situaties waarin de installateur de configuratie uitvoert vanop afstand en het installateursapparaat zelf dus niet aanwezig is op de locatie waar het ventilatiesysteem geïnstalleerd staat.
[26] In nog een andere uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 4, worden genoemde locatiegegevens bekomen via genoemde gebruikersinterface.
[27] Wanneer geen positioneringstechnologie aanwezig is intern of extern aan het installateursapparaat, of in aanvulling op locatiegegevens bekomen van dergelijke positioneringstechnologie kan het installateursapparaat dus
„14 - geconfigureerd zijn om via een gebruikersinterface de locatie van het 20206951 ventilatiesysteem op te vragen bij de installateur en/of vragen aan de installateur om de locatie van het ventilatiesysteem zoals ingeschat op basis van data verkregen van positioneringstechnologie te bevestigen. De installateur kan bijvoorbeeld gevraagd worden om het land van installatie in te vullen in een open veld in de gebruikersinterface, of de installateur kan een selectielijst van landen aangeboden worden waaruit het land van installatie geselecteerd dient te worden. Deze variante manier om locatiegegevens voor het ventilatiesysteem te bekomen berust op manuele invoer door een installateur of technieker, en is dus mogelijk meer foutgevoelig. De foutgevoeligheid kan gereduceerd worden door verificatie en bevestiging te vragen aan de installateur.
[28] In nog een andere uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 5, worden genoemde locatiegegevens bekomen van genoemd ventilatiesysteem of randapparatuur van genoemd ventilatiesysteem.
[29] Inderdaad, zoals hierboven reeds vermeld is het mogelijk dat het installateursapparaat kennis over de locatie van het ventilatiesysteem verwerft door gegevens te bekomen van een ander apparaat waarmee het connecteert. Dat andere apparaat kan het ventilatiesysteem zelf zijn, of randapparatuur van het ventilatiesysteem zoals een WiFi toegangspunt waarmee het ventilatiesysteem connecteert. Het IP adres van dergelijk apparaat kan bijvoorbeeld volstaan als indicatie van het land of de locatie waar het ventilatiesysteem zich bevindt.
[30] Een voordelige uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens de uitvinding, gedefinieerd in conclusie 6, omvat verder vóór genoemd bekomen van een locatie-afhankelijke vragenlijst de volgende stappen: - het bekomen van een versie-identificatie van software geïnstalleerd op genoemd ventilatiesysteem;
-15- - het verifiëren van genoemde versie-identificatie tegenover de VS 0 identificatie van de meest recente versie van genoemde software; en - het installeren op genoemd ventilatiesysteem van genoemde meest recente versie van genoemde software indien genoemde versie-identificatie niet overeenstemt met genoemde versie-identificatie van genoemde meest recente versie.
[31] Inderdaad, vóór de locatie-afhankelijke vragenlijst bekomen wordt, wordt best nagegaan of het ventilatiesysteem uitgerust is met de meest recente versie van de firmware. Indien dat niet het geval is, kan de meest recente versie van de firmware best gedownload en geïnstalleerd worden op het ventilatiesysteem alvorens verder te gaan met de locatie-afhankelijke configuratie.
[32] Een voordelige uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 7, omvat verder: - het opslaan van genoemde locatie-afhankelijke set regelinstellingen in relatie tot genoemd ventilatiesysteem en genoemde locatiegegevens.
[33] De locatie-afnankelijke set van regelinstellingen kan op die manier hergebruikt worden wanneer eenzelfde type ventilatiesysteem geïnstalleerd in hetzelfde land of in regio waar dezelfde normen gelden, geconfigureerd moet worden. Het opslaan van de set van regelinstellingen kan lokaal in een cache- geheugen op het installateursapparaat zodat de installateur hiervan gebruik kan maken bij een volgende configuratie van eenzelfde type ventilatiesysteem, of het opslaan van de set van regelinstellingen kan centraal in een register zodat ook andere installateurs hiervan gebruik kunnen maken om eenzelfde type ventilatiesysteem geplaatst in hetzelfde land te configureren. Opslag van de set van regelinstellingen maakt het ook mogelijk om in geval van defect, reparatie, heropstart van het ventilatiesysteem steeds terug te keren naar de laatst beschikbare configuratie.
- 16 -
[34] Een voordelige uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem 69200991 configureren volgens deze uitvinding, zoals gedefinieerd in conclusie 8, omvat verder: - het rapporteren van genoemd configureren van genoemd ventilatiesysteem aan een gebruikersapparaat.
[35] Nadat de configuratie van het ventilatiesysteem voltooid is, kan het installateursapparaat dit dus melden aan een gebruikersapparaat, uitgerust met een gebruikersapplicatie die al dan niet gebruikt kan worden om instellingen van het ventilatiesysteem aan te passen. Het installateursapparaat zal bij voorkeur niet rechtstreeks communiceren met het gebruikersapparaat maar de configuratie aan het gebruikersapparaat rapporteren via het centraal register dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloud-computersysteem. In aanvulling op het louter melden dat de configuratie voltooid is, kan het installateursapparaat ook de locatie-afhankelijke set van regelinstellingen waarmee het ventilatiesysteem geconfigureerd werd, communiceren naar het gebruikersapparaat, opnieuw bij voorkeur via het centraal register. In een te verkiezen uitvoering zal het gebruikersapparaat uitgerust met gebruikersapplicatie om reden van beveiliging niet de mogelijkheid krijgen om het ventilatiesysteem te configureren of herconfigureren. Dat laatste blijft bij voorkeur voorbehouden voor de installateur die daarvoor het installateursapparaat uitgerust met installateursapplicatie gebruikt.
[36] In een uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 9, verloopt genoemd configureren van genoemd ventilatiesysteem met de parameterwaarden uit genoemde locatie-afhankelijke set regelinstellingen via genoemd gebruikersapparaat.
[37] Variante uitvoeringen van de werkwijze voor configuratie van een ventilatiesysteem volgens de uitvinding kunnen de configuratie-stap laten verlopen via een gebruikersapparaat met data-connectiviteit naar het ventilatiesysteem. Dat laat bijvoorbeeld toe dat een installateur vanop afstand
-17- de configuratie voorbereidt met zijn installateursapparaat, waarna de locatie: 10960 5961 afhankelijke set regelinstellingen bezorgd wordt aan een gebruikersapparaat van een gebruiker die zich in de nabijheid van het ventilatiesysteem bevindt zodat via een korte afstand data-connectie de locatie-afhankelijke set van regelinstellingen geconfigureerd wordt op het ventilatiesysteem. Dergelijke off- site pre-configuratie van een ventilatiesysteem biedt voordelen op vlak van configuratie-efficiëntie wanneer bijvoorbeeld meerdere identieke of gelijkaardige installaties in eenzelfde straat, wijk of regio geconfigureerd moeten worden.
[38] In een uitvoering van de werkwijze om een ventilatiesysteem te configureren volgens deze uitvinding, gedefinieerd in conclusie 10, verloopt het actualiseren op genoemd ventilatiesysteem van parameterwaarden uit genoemde locatie-afnankelijke set regelinstellingen via genoemd gebruikersapparaat of rechtstreeks vanuit een centraal register.
[39] Als gevolg van een defect, reparatie, stroomonderbreking, heropstart van het ventilatiesysteem, enz., maar ook als gevolg van een aanpassing van de normen of eisen in een bepaald land, is het mogelijk dat de parameterwaarden die initieel geconfigureerd werden op het ventilatiesysteem geactualiseerd moeten worden. Dergelijke actualisering kan eveneens voorbereid worden op een installateursapparaat waarna de (nieuwe) locatie-afhankelijke set van regelinstellingen kan geconfigureerd worden op het ventilatiesysteem via een gebruikersapparaat van een gebruiker die zich in de nabijheid van het ventilatiesysteem bevindt. De actualisering van de configuratie parameterwaarden kan ook voorbereid worden in het centrale register dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudcomputersysteem en dan rechtstreeks van het cloudcomputersysteem naar het ventilatiesysteem overgebracht worden.
[40] Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een installateursapparaat met data-connectiviteit naar een ventilatiesysteem zoals gedefinieerd in conclusie 11, ingericht om genoemd ventilatiesysteem te
-18- configureren, het genoemde installateursapparaat omvattende eer 0206951 verwerkingseenheid en een geheugen met een computer programma ingericht om het installateursapparaat volgende stappen te laten uitvoeren: - het bekomen van locatiegegevens indicatief voor de locatie waar genoemd ventilatiesysteem geïnstalleerd wordt; - het bekomen van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor genoemd ventilatiesysteem gebruik makend van genoemde locatiegegevens; - het bekomen van hardware configuratiegegevens voor genoemd ventilatiesysteem; - het mappen van genoemde hardware configuratiegegevens op vragen uit genoemde locatie-afnankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te genereren op een eerste subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het bekomen via een gebruikersinterface van een tweede subset van antwoorden op een tweede subset van vragen uit genoemde locatie- afhankelijke vragenlijst die onbeantwoord bleven na het genoemde mappen van genoemde hardware configuratiegegevens op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het samenstellen van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen omvattende parameterwaarden voor het configureren van genoemd ventilatiesysteem en genoemde locatiegegevens, op basis van genoemde eerste subset van antwoorden en genoemde tweede subset van antwoorden op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; en - het configureren van genoemd ventilatesysteem met de parameterwaarden uit genoemde set locatie-afhankelijke regelinstellingen.
[41] Volgens een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een computer programma product zoals gedefinieerd in conclusie 12, bevattende op een computer uitvoerbare instructies om volgende stappen uit te voeren indien dit programma wordt uitgevoerd op een computer: - het bekomen van locatiegegevens indicatief voor de locatie waar een ventilatiesysteem geïnstalleerd wordt;
-19- - het bekomen van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor genoemd 79/5951 ventilatiesysteem gebruik makend van genoemde locatiegegevens; - het bekomen van hardware configuratiegegevens voor genoemd ventilatiesysteem; - het mappen van genoemde hardware configuratiegegevens op vragen uit genoemde locatie-afnankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te genereren op een eerste subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het bekomen via een gebruikersinterface van een tweede subset van antwoorden op een tweede subset van vragen uit genoemde locatie- afhankelijke vragenlijst die onbeantwoord bleven na het genoemde mappen van genoemde hardware configuratiegegevens op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het samenstellen van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen omvattende parameterwaarden voor het configureren van genoemd ventilatiesysteem en genoemde locatiegegevens, op basis van genoemde eerste subset van antwoorden en genoemde tweede subset van antwoorden op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; en - het configureren van genoemd ventilatesysteem met de parameterwaarden uit genoemde set locatie-afhankelijke regelinstellingen.
[42] Volgens een vierde aspect heeft de uitvinding betrekking op een door een computer leesbaar opslagmiddel zoals gedefinieerd door conclusie 13, bevattende het computer programma product volgens deze uitvinding.
Korte Beschrijving van de Tekeningen
[43] Tekening 1 illustreert een eerste uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding waarin locatiegegevens bekomen worden via een gebruikersinterface van het installateursapparaat;
-20-
[44] Tekening 2 illustreert een tweede uitvoering van de werkwijze en het 10960 5961 installateursapparaat volgens deze uitvinding waarin locatiegegevens bekomen worden via een locatiebepalingseenheid intern in het installateursapparaat;
[45] Tekening 3 illustreert een derde uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding met voorafgaande software versie verificatie;
[46] Tekening 4 illustreert een vierde uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding met gebruik van een cache- geheugen;
[47] Tekening 5 illustreert een vijfde uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding met rapportering van de configuratie aan een gebruikersapparaat;
[48] Tekening 6 illustreert een zesde uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding met voorafgaande software versie verificatie, opslag van regelinstellingen in een centraal register, en rapportering van de configuratie aan een gebruikersapparaat;
[49] Tekening 7 illustreert een zevende uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding met voorafgaande software versie verificatie, opslag van regelinstellingen in een centraal register, rapportering van de configuratie aan een gebruikersapparaat, en update van de configuratie via het gebruikersapparaat;
[50] Tekening 8 illustreert een achtste uitvoering van de werkwijze en het installateursapparaat volgens deze uitvinding waarin het installateursapparaat ook een configuratie-applicatie omvat geïntegreerd in het ventilatiesysteem;
-21-
[51] Tekening 9 illustreert een negende uitvoering van de werkwijze en het 20206951 installateursapparaat volgens deze uitvinding waarin het installateursapparaat ook een configuratie-applicatie omvat geïntegreerd in het ventilatiesysteem; en
[52] Tekening 10 toont een computersysteem geschikt voor het uitvoeren van één of meerdere stappen in uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens deze uitvinding. Beschrijving van Uitvoeringsvormen
[53] Tekening 1 illustreert een basisuitvoering van het installateursapparaat 100 en de werkwijze 111-119 voor het configureren van een ventilatiesysteem 101 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 100 omvat een verwerkingseenheid 110 en een gebruikersinterface 130. De verwerkingseenheid 110 wordt met behulp van een computerprogramma product zo geconfigureerd dat de stappen 111-119 uitgevoerd worden. Tekening 1 toont naast het installateursapparaat 100 ook het ventilatiesysteem 101 dat geconfigureerd moet worden en een centraal register 102 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 100 via het internet. Nadat de configuratieprocedure gestart wordt in stap 111, zal de verwerkingseenheid 110 in stap 112 locatiegegevens inzamelen indicatief voor de locatie waar het ventilatiesysteem 101 zich bevindt. Met locatie wordt bedoeld het land of de regio waarin bepaalde normen of wetgeving voor ventilatiesystemen van kracht zijn. De locatiegegevens die bekomen worden in stap 112 zullen dus minstens een indicatie moeten bevatten van dergelijk land of regio. In de uitvoering die geïllustreerd wordt door Tekening 1 worden de locatiegegevens in stap 112 bekomen door bevraging van de gebruiker van het installateursapparaat 100, typisch een technieker of installateur van het ventilatiesysteem 101 die de opdracht kreeg het ventilatiesysteem 101 te configureren. Via de gebruikersinterface 130 zal de installateur bevraagd worden en locatiegegevens invoeren. Dit kan bijvoorbeeld door de installateur expliciet te
-22-
vragen in welk land het ventilatiesysteem geïnstalleerd werd of door de 9205951 installateur een keuzelijst van mogelijke landen of regio's aan te bieden waaruit de installateur een keuze maakt.
Gebruik makend van de locatiegegevens verkregen in stap 112 zal de verwerkingseenheid 110 in stap 113 een vragenlijst opvragen bij het centraal register 102. Die vragenlijst is specifiek voor de locatie waar het ventilatiesysteem 101 zich bevindt en bevat de technische vragen die beantwoord moeten worden om het ventilatiesysteem 101 te kunnen configureren conform de op die locatie geldende normen.
Indien het computerprogramma dat de verwerkingseenheid 110 configureert gebruikt kan worden om verschillende types ventilatiesystemen te configureren, zal de vragenlijst die in stap 113 bekomen wordt niet alleen locatie-specifiek zijn maar ook specifiek zijn voor het type ventilatiesysteem waar ventilatiesysteem 101 toe behoort.
Het is mogelijk dat de verwerkingseenheid 110 dan eerst een tussenstap uitvoert om het type ventilatiesysteem te bekomen, hetzij van het ventilatiesysteem 101 zelf, hetzij van de installateur door bevraging via de gebruikersinterface 130. De bekomen vragenlijst is bijvoorbeeld een JSON document dat minstens de technische vragen bevat die een antwoord behoeven om het ventilatiesysteem 101 te kunnen configureren conform de normen geldend op de locatie waar het ventilatiesysteem 101 zich bevindt.
Bij voorkeur zijn dat vragen met een beperkt aantal keuzemogelijkheden als antwoord.
In stap 114 vraagt de verwerkingseenheid 110 hardware configuratiegegevens op bij het ventilatiesysteem 101. De hardware configuratiegegevens die automatisch verkregen kunnen worden van het ventilatiesysteem 101 omvatten bijvoorbeeld het aantal ventilatoren, het aantal kleppen, het type van elke klep, het aantal debietregelaars, het type van elke debietregelaar, enz.
De in stap 114 automatisch verkregen hardware configuratiegegevens worden in stap 115 door de verwerkingseenheid 110 gemapt op de vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst.
Het mappen houdt bijvoorbeeld in dat de naam van een hardware configuratieparameter, bv. "aantal kleppen", vergeleken wordt met de vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst.
Wanneer de naam overeenstemt met een vraag, bijvoorbeeld "Wat is het aantal kleppen®", dan zal de waarde van de hardware configuratieparameter bekomen in stap 114 overgenomen worden als antwoord op de overeenstemmende vraag in stap 115. Het resultaat van
-23- dergelijke mapping in stap 115 zal zijn dat een eerste subset van vragen uit de 39299381 locatie-afhankelijke vragenlijst automatisch beantwoord wordt door de verwerkingseenheid 110. Daarnaast zal een tweede subset van vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst onbeantwoord blijven. Voor die tweede subset van vragen zal de verwerkingseenheid 110 in stap 116 de antwoorden opvragen bij de installateur via de gebruikersinterface 130. Wanneer bijvoorbeeld in het desbetreffende land het type woning bepalend is voor de configuratie van het ventilatiesysteem, zal subset 2 de vraag "Wat is het type woning?" bevatten en de installateur bijvoorbeeld een keuze laten maken uit een selectielijst omvattende "appartement", rijwoning", "vrijstaande woning", "kantoor", "industrieel gebouw" als mogelijke antwoorden. Wanneer bijvoorbeeld in het desbetreffende land het aantal bouwlagen bepalend is voor de configuratie van het ventilatiesysteem, zal subset 2 de vraag "Wat is het aantal bouwlagen?" bevatten en de installateur bijvoorbeeld een keuze laten maken uit een selectielijst omvattende "1", "2", "3", "meer dan 3" als mogelijke antwoorden. De installateur zal elk van de vragen uit subset 2 moeten beantwoorden in stap
116. De antwoorden op subset 1 bekomen door mapping in stap 115 en de antwoorden op subset 2 bekomen door bevraging van de installateur in stap 116, laten de verwerkingseenheid 110 toe om in stap 117 een set van regelinstellingen samen te stellen voor het ventilatiesysteem 101. Het samenstellen van de regelinstellingen houdt in dat de verwerkingseenheid 110 voor elk type klep, debietregelaar of ventilator die deel uitmaakt van het ventilatiesysteem 101 de set van beslissingsparameters zal selecteren die overeenstemt met de antwoorden op subset 1 en subset 2 van de locatie- specifieke vragenlijst. De set van beslissingsparameters omvat bijvoorbeeld een debietwaarde voor de klep en één of meerdere drempelwaarden waarbij het debiet voor de klep verhoogd of verlaagd moet worden. Die drempelwaarden kunnen bijvoorbeeld bepaald zijn door de aanwezige sensoren in het ventilatiesysteem. Het samenstellen van de regelinstellingen houdt verder in dat de set van beslissingsparameters voor een bepaald type klep, debietragelaar of ventilator gedupliceerd zal worden wanneer meerdere kleppen van hetzelfde type aanwezig zijn in het ventilatiesysteem 101, meerdere debietregelaars van hetzelfde type aanwezig zijn in het
„24 - ventilatiesysteem 101, of meerdere ventilatoren van hetzelfde type aanwezig 0949935 zijn in het ventilatiesysteem 101. Het samenstellen van de regelinstellingen houdt verder in dat de set van beslissingsparameters voor een bepaalde klep, debietregelaar of ventilator aangepast kan worden als de klep, debietregelaar of ventilator bijvoorbeeld gebruikt worden om meerdere kamers te ventileren. Finaal bekomt de verwerkingseenheid 110 in stap 117 een set regelinstellingen voor het configureren van alle kleppen, debietregelaars en ventilatoren in het ventilatiesysteem 101, waarbij de configuratie conform de op die locatie geldende normen gebeurt. De set van regelinstellingen wordt gebruikt in stap 118 om het ventilatiesysteem 101 effectief te configureren waarna het configuratieproces eindigt in stap 119.
[54] Tekening 2 illustreert een tweede uitvoering van het installateursapparaat 200 en de werkwijze 211-219 voor het configureren van een ventilatiesysteem 201 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 200 omvat een verwerkingseenheid 210 en een gebruikersinterface 230. De verwerkingseenheid 210 wordt met behulp van een computerprogramma product zo geconfigureerd dat de stappen 211-219 uitgevoerd worden. Tekening 2 toont naast het installateursapparaat 200 ook het ventilatiesysteem 201 dat geconfigureerd moet worden en een centraal register 202 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 200 via het internet. De stappen 211-219 uit deze tweede uitvoering stemmen overeen met de stappen 111-119 uit de eerste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 1. Deze tweede uitvoering verschilt echter van de eerste uitvoering in de wijze waarop de locatiegegevens voor het ventilatiesysteem 201 bekomen worden in stap 212. Waar de locatiegegevens in de eerste uitvoering bekomen werden door bevraging van de installateur via de gebruikersinterface 130, worden in de tweede uitvoering de locatiegegevens bekomen van een locatiebepalingseenheid 240 die deel uitmaakt van het installateursapparaat
200. De locatiebepalingseenheid kan eender welke eenheid zijn die gegevens ter beschikking stelt die indicatief zijn voor de locatie van het installateursapparaat 200, zoals bijvoorbeeld een GPS ontvanger die GPS
-25- coûrdinaten doorgeeft, een eenheid die op basis van triangulatie or, 7920/9357 signaalsterktes van Wifi toegangspunten een locatie bepaalt, of zelfs een eenheid die gewoon het IP adres van het installateursapparaat 200 doorgeeft zodat daaruit de locatie gehaald kan worden. Voor deze tweede uitvoering wordt verondersteld dat het installateursapparaat 200 zich bevindt nabij het ventilatiesysteem 201 op het moment van configuratie zodanig dat de locatiegegevens van het installateursapparaat 200 die in stap 212 bekomen worden en in stap 213 zullen gebruikt worden om een locatie-afhankelijke vragenlijst te bekomen, indicatief zijn voor de locatie van het ventilatiesysteem
201.
[55] Tekening 3 illustreert een derde uitvoering van het installateursapparaat 300 en de werkwijze 311-322 voor het configureren van een ventilatiesysteem 301 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 300 omvat een verwerkingseenheid 310 en een gebruikersinterface 330. De verwerkingseenheid 310 wordt met behulp van een computerprogramma product zo geconfigureerd dat de stappen 311-322 uitgevoerd worden. Tekening 3 toont naast het installateursapparaat 300 ook het ventilatiesysteem 301 dat geconfigureerd moet worden en een centraal register 302 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 300 via het internet. De stappen 311-312 en 316- 322 uit deze derde uitvoering stemmen overeen met de respectievelijke stappen 111-119 uit de eerste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 1. Deze derde uitvoering verschilt echter van de eerste uitvoering in de stappen 313-315 waarin een voorafgaande verificatie en update van de computerprogramma's geïnstalleerd op het ventilatiesysteem 301 uitgevoerd wordt. Vooraleer de locatie-afhankelijke vragenlijst bekomen wordt in stap 316, zal de verwerkingseenheid 310 in stap 313 van het ventilatiesysteem 301 een identificatie bekomen van de versie van de computerprogramma's die actueel geïnstalleerd zijn op het ventilatiesysteem 301. In stap 314 wordt de versie- informatie geverifieerd. Mogelijk weet het installateursapparaat 300 wat de meest recente versie is van de computerprogramma's voor het type ventilatiesysteem waar ventilatiesysteem 301 toe behoort. Indien dat niet het
- 26 - geval is, kan het installateursapparaat deze informatie opvragen in het centrale 9299981 register 302. Indien de versie-informatie die verkregen werd in stap 313 overeenstemt met de meest recente versie van de computerprogramma's, kan meteen overgegaan worden tot het uitvoeren van de stappen 316-322. Indien de versie-informatie die verkregen werd in stap 313 niet overeenstemt met de meest recente versie van de computerprogramma's, wordt in stap 315 eerst de meest recente versie van de computerprogramma's geïnstalleerd op het ventilatiesysteem 301 alvorens overgegaan wordt tot het uitvoeren van de stappen 316-322. Wanneer de meest recente versie van de computerprogramma's beschikbaar is op het installateursapparaat 300, kan die meest recente versie vanop het installateursapparaat 300 rechtstreeks op het ventilatiesysteem 301 overgebracht worden. Indien de meest recente versie van de computerprogramma's niet aanwezig is op het installateursapparaat 300, kan die bijvoorbeeld vanuit het centraal register 302 overgebracht worden naar het ventilatiesysteem 301. Op deze manier wordt gegarandeerd dat het ventilatiesysteem 301 uitgerust is met de meest recente versie van de firmware vooraleer het systeem locatie-afhankelijk geconfigureerd wordt.
[56] Tekening 4 illustreert een vierde uitvoering van het installateursapparaat 400 en de werkwijze 411-420 voor het configureren van een ventilatiesysteem 401 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 400 omvat een verwerkingseenheid 410 en een gebruikersinterface 430. De verwerkingseenheid 410 wordt met behulp van een computerprogramma zo geconfigureerd dat de stappen 411-420 uitgevoerd worden. Tekening 4 toont naast het installateursapparaat 400 ook het ventilatiesysteem 401 dat geconfigureerd moet worden en een centraal register 402 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 400 via het internet. De stappen 411-418 en 420 uit deze vierde uitvoering stemmen overeen met de respectievelijke stappen 111-119 uit de eerste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 1. Deze vierde uitvoering verschilt echter van de eerste uitvoering in het gebruik van een cache-geheugen 440 aanwezig in het installateursapparaat 400. Voorafgaand aan het configuratieproces werden locatie-afhankelijke
„27 - vragenlijsten uit het centraal register 402 gekopieerd naar het cache-geheugen 7949/5355"
440. Ook sets van beslissingsparameters voor bepaalde types kleppen, debietregelaars en ventilatoren worden vooraf gekopieerd naar het cache- geheugen 440. Dit maakt het mogelijk om de configuratie van het ventilatiesysteem 401 uit te voeren ook als er geen internetverbinding is naar het centraal register 402 op de locatie waar het ventilatiesysteem 401 geïnstalleerd staat, of wanneer dergelijke internetverbinding niet gebruikt kan worden omdat het installateursapparaat 400 bijvoorbeeld maar één connectie tegelijkertijd kan in stand houden en de data-connectie tussen het installateursapparaat 400 en het ventilatiesysteem 401 verhindert dat simultaan een tweede data-connectie tussen het installateursapparaat 400 en het centraal register 402 opgezet wordt. In de vierde uitvoering zal de verwerkingseenheid 410 de locatie-afhankelijke vragenlijst in stap 413 dan ook bekomen van het cache-geheugen 440, en ook het samenstellen van de regelinstellingen in stap 417 zal gebeuren op basis van sets van beslissingsparameters voor types van kleppen, debietregelaars en ventilatoren die bekomen worden uit het cache- geheugen 440. Nadat het ventilatiesysteem 401 geconfigureerd is in stap 418, worden de regelinstellingen die gebruikt werden voor de configuratie in stap 419 opgeslagen in het cache-geheugen 440. Op die manier blijven de regelinstellingen voor het type van ventilatiesysteem waar ventilatiesysteem 401 toe behoort en voor de locatie waar ventilatiesysteem 401 staat geïnstalleerd bewaard op het installateursapparaat 400 en kan de installateur die regelinstellingen oproepen en hergebruiken om een gelijkaardig ventilatiesysteem geïnstalleerd in dezelfde straat, wijk of regio snel te configureren conform de lokaal geldende normen.
[57] Tekening 5 illustreert een vijfde uitvoering van het installateursapparaat 500 en de werkwijze 511-521 voor het configureren van een ventilatiesysteem 501 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 500 omvat een verwerkingseenheid 510 en een gebruikersinterface 530. De verwerkingseenheid 510 wordt met behulp van een computerprogramma zo geconfigureerd dat de stappen 511-521 uitgevoerd worden. Tekening 5 toont naast het installateursapparaat 500 ook het ventilatiesysteem 501 dat
-28- geconfigureerd moet worden, een centraal register 502 dat bijvoorbeeld de 929/595) uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 500 via het internet, en een gebruikersapparaat. De stappen 511-518 en 521 uit deze vijfde uitvoering stemmen overeen met de respectievelijke stappen 111-119 uit de eerste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 1. Deze vijfde uitvoering verschilt echter van de eerste uitvoering in het feit dat de regelinstellingen opgeslagen worden en de configuratie gerapporteerd wordt aan het gebruikersapparaat 503, bijvoorbeeld een smartphone, tablet computer, laptop computer of desktop computer van de eigenaar van het gebouw waarin het ventilatiesysteem 501 geïnstalleerd staat. Anders dan in de vierde uitvoering worden de regelinstellingen die gebruikt worden voor de configuratie van het ventilatiesysteem 501 niet opgeslagen in een cache-geheugen van het installateursapparaat 500 maar in stap 519 wel opgeslagen in het centrale register 502. Op die manier worden de regelinstellingen centraal beschikbaar en kunnen ze gebruikt worden voor configuratie van gelijkaardige ventilatiesystemen in dezelfde regio door andere installateurs die via hun installateursapparaat toegang hebben tot hetzelfde centrale register 502. In stap 520 wordt de configuratie ook gerapporteerd aan het gebruikersapparaat 503. In een typische setting zal het installateursapparaat 500 niet rechtstreeks connecteren met het gebruikersapparaat 503 maar zal de rapportering uit stap 520 verlopen via het centraal register 502 dat deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem toegankelijk via het internet. De rapportering aan de gebruiker uit stap 520 kan in mogelijke uitvoeringen ook de regelinstellingen zelf bevatten, zodat de locatie-afnankelijke regelinstellingen die gebruikt werden om het ventilatiesysteem 501 te configureren uiteindelijk ook terechtkomen bij de gebruiker en lokaal opgeslagen kunnen worden op het gebruikersapparaat 503.
[58] Tekening 6 illustreert een zesde uitvoering van het installateursapparaat 600 en de werkwijze 611-624 voor het configureren van een ventilatiesysteem 601 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 600 omvat een verwerkingseenheid 610 en een gebruikersinterface 630. De verwerkingseenheid 610 wordt met behulp van een computerprogramma zo
-29- geconfigureerd dat de stappen 611-624 uitgevoerd worden. Tekening 6 toont 10960 5961 naast het installateursapparaat 600 ook het ventilatiesysteem 601 dat geconfigureerd moet worden, een centraal register 602 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 600 via het internet, en een gebruikersapparaat 603. De stappen 611-612, 616-621 en 624 uit deze zesde uitvoering stemmen overeen met de respectievelijke stappen 111-119 uit de eerste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 1. Deze zesde uitvoering verschilt echter van de eerste uitvoering in de stappen 613-615 waarin een voorafgaande verificatie en update van de computerprogramma's geïnstalleerd op het ventilatiesysteem 601 uitgevoerd wordt, stap 622 waarin de regelinstellingen opgeslagen worden in het centraal register 602, en stap 623 waarin de configuratie gerapporteerd wordt aan het gebruikersapparaat 603. De zesde uitvoering combineert dus de stappen van de derde uitvoering geïllustreerd door Tekening 3 met de stappen van de vijfde uitvoering geïllustreerd door Tekening
5.
[59] Tekening 7 illustreert een zevende uitvoering van het installateursapparaat 700 en de werkwijze 711-724 voor het configureren van een ventilatiesysteem 701 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 700 omvat een verwerkingseenheid 710 en een gebruikersinterface 730. De verwerkingseenheid 710 wordt met behulp van een computerprogramma zo geconfigureerd dat de stappen 711-724 uitgevoerd worden. Tekening 7 toont naast het installateursapparaat 700 ook het ventilatiesysteem 701 dat geconfigureerd moet worden, een centraal register 702 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 700 via het internet, en een gebruikersapparaat 703. De stappen 711-724 uit deze zevende uitvoering stemmen overeen met de respectievelijke stappen 611-624 uit de zesde uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 6. Deze zevende uitvoering verschilt echter van de zesde uitvoering in het feit dat de parameterwaarden uit de locatie- afhankelijke set van regelinstellingen kunnen geactualiseerd worden via het gebruikersapparaat 703. Als gevolg van een defect, reparatie,
- 30 - stroomonderbreking, heropstart van het ventilatiesysteem 701, enz., maar ook 9209951 als gevolg van een aanpassing van de normen of eisen in het land of de regio waar ventilatiesysteem 701 geïnstalleerd staat, is het mogelijk dat de parameterwaarden die initieel geconfigureerd werden op het ventilatiesysteem 701 geactualiseerd moeten worden. Dergelijke actualisering kan voorbereid worden op een installateursapparaat 700 waarna de nieuwe locatie-afhankelijke set van regelinstellingen kan geconfigureerd worden op het ventilatiesysteem 701 via het gebruikersapparaat 703 van een gebruiker die zich in de nabijheid van het ventilatiesysteem 701 bevindt. De actualisering van de configuratie parameterwaarden kan ook voorbereid worden in het centrale register 702 om dan via het internet rechtstreeks naar het ventilatiesysteem 701 of via het gebruikersapparaat 703 naar het ventilatiesysteem 701 overgebracht worden.
[60] Tekening 8 illustreert een achtste uitvoering van het installateursapparaat 800 en de werkwijze 811-819 voor het configureren van een ventilatiesysteem 801 volgens de uitvinding. Het installateursapparaat 800 omvat een verwerkingseenheid 810 en een gebruikersinterface 830. Het installateursapparaat wordt met behulp van een computerprogramma product zo geconfigureerd dat de stappen 811-819 uitgevoerd worden. Tekening 8 toont naast het installateursapparaat 800 ook het ventilatiesysteem 801 dat geconfigureerd moet worden en een centraal register 802 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem en raadpleegbaar is voor het installateursapparaat 800 via het internet. De stappen 811-819 uit deze achtste uitvoering stemmen overeen met de stappen 111-119 uit de eerste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 1. Deze achtste uitvoering verschilt echter van de eerste uitvoering in het feit dat het installateursapparaat 800 een configuratie-applicatie 804 omvat die uitgevoerd wordt op verwerkingseenheid 810 die in deze achtste uitvoering geïntegreerd werd in het ventilatiesysteem 801. Deze achtste uitvoering omvat verder een installateursapplicatie die uitgevoerd wordt op een afzonderlijk toestel, bijvoorbeeld een draagbaar toestel dat de installateur bij zich houdt. De installateursapplicatie wordt in deze achtste uitvoering hoofdzakelijk gereduceerd tot een gebruikersinterface 830 die connecteert via een interface
-31-
met de configuratie-applicatie 804 die uitgevoerd wordt op eer 0206951 verwerkingseenheid 810 in het ventilatiesysteem 801. In deze achtste uitvoering wordt het configuratieproces in stap 811 opgestart op de gebruikersinterface 830 door de installateur.
De configuratie-applicatie 804 die gehost wordt door het ventilatiesysteem 801 zal daarop, in stap 812, locatiegegevens bekomen.
In de uitvoering geïllustreerd door Tekening 8 gebeurt dat door bevraging van de installateur via de gebruikersinterface 830, maar de vakman begrijpt dat alternatieve implementaties de locatiegegevens kunnen bekomen van een positiebepalingseenheid in het draagbaar toestel van de installateur, in het ventilatiesysteem 801 of in randapparatuur van het ventilatiesysteem 801. In deze achtste uitvoering bekomt de configuratie-applicatie 804 de locatie- afhankelijke vragenlijst in stap 813 van het centraal register 802 en verloopt het bekomen van antwoorden op vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst via de interface van de configuratie-applicatie 804. In stap 814 bekomt de configuratie-applicatie 804 de systeem-specifieke hardware configuratiegegevens.
Die hardware configuratiegegevens worden door de configuratie-applicatie 804 opgevraagd bij een andere component van het ventilatiesysteem of ze werden vooraf geprogrammeerd in bijvoorbeeld een webpagina die deel uitmaakt van de configuratie-applicatie 804. De automatische mapping van de hardware configuratiegegevens met de locatie- afhankelijke vragenlijst in stap 815 verloopt ook op de configuratie-applicatie 804 die deel uitmaakt van het installateursapparaat 800 maar gehost wordt door het ventilatiesysteem 801 zelf.
In geval van voorafgaande programmatie herleidt deze stap 815 zich tot het vaststellen voor welke vragen uit de locatie- afhankelijke vragenlijst een antwoord voorgeprogrammeerd werd in de webpagina - de eerste subset - en voor welke vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst nog geen antwoord voorgeprogrammeerd werd - de tweede subset.
In stap 816 wordt de tweede subset van vragen via de interface van de configuratie-applicatie 804 en de gebruikersinterface 830 die deel uitmaakt van de installateursapplicatie die uitgevoerd wordt op het draagbaar toestel van de installateur, aan deze laatste voorgelegd.
De antwoorden op de tweede subset van vragen worden bekomen van de installateur en via de interface van de configuratie-applicatie 804 overgebracht naar de webpagina zodat daarin de
-32- antwoorden op alle vragen uit de locatie-afhankelijke vragenlijst terechtkomen? 10960 5961 Die antwoorden laten de configuratie-applicatie 804 toe in stap 817 een set van regelinstellingen samen te stellen specifiek voor het ventilatiesysteem 801 en specifiek voor de locatie waar het ventilatiesysteem 801 zich bevindt. Voor het samenstellen van de set regelinstellingen in stap 817 maakt de configuratie- applicatie 804 gebruik van sets van beslissingsparameters voor een bepaald type klep, debietragelaar of ventilator die bekomen worden van het centraal register 802 via het internet, en gedupliceerd worden en/of aangepast worden wanneer eenzelfde klep, debietregelaar of ventilator gebruikt wordt voor meerdere kamers. Ten slotte zal de configuratie-applicatie de set regelinstellingen in stap 818 gebruiken om ventilatiesysteem 801 te configureren conform de lokaal geldende normen. Het proces wordt beëindigd met kennisgeving aan de installateur via de installateursinterface 830, zoals aangegeven in stap 819.
[61] Tekening 9 illustreert een negende uitvoering van het installateursapparaat 900 en de werkwijze 911-919 voor het configureren van een ventilatiesysteem 901 volgens de uitvinding waarin verondersteld wordt dat er geen internet connectiviteit beschikbaar is voor het ventilatiesysteem 901 terwijl op dat ventilatiesysteem 901 wel de configuratie-applicatie 904 uitgevoerd wordt die de meeste stappen uit de werkwijze 911-919 implementeert. Het installateursapparaat 900 omvat een verwerkingseenheid 910 en een gebruikersinterface 930. Het installateursapparaat 900 wordt met behulp van een computerprogramma product zo geconfigureerd dat de stappen 911-919 uitgevoerd worden. Tekening 9 toont naast het installateursapparaat 900 ook het ventilatiesysteem 901 dat geconfigureerd moet worden en een centraal register 902 dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een cloudopslagsysteem. De stappen 911-919 uit deze negende uitvoering stemmen overeen met de stappen 811-819 uit de achtste uitvoering beschreven hierboven met verwijzing naar Tekening 8. Deze negende uitvoering verschilt echter van de achtste uitvoering in het feit dat het ventilatiesysteem 901 niet via het internet kan connecteren met het centraal register 902. Om die reden worden locatie-afhankelijke vragenlijsten voor het type ventilatiesysteem waar
-33- ventilatiesysteem 901 toe behoort vooraf op een draagbaar geheugen 908 0206957 geplaatst, bijvoorbeeld een USB-geheugen. Ook de sets beslissingsparameters voor kleppen, debietregelaars en ventilatoren die in een ventilatiesysteem van het type waar ventilatiesysteem 901 toe behoort, worden vooraf overgebracht naar het draagbaar geheugen 905, en dit voor meerdere mogelijke locaties. Optioneel kan ook de laatste versie van de firmware voor het type ventilatiesysteem waar ventilatiesysteem 901 toe behoort op het draagbaar geheugen 905 geplaatst worden. Het draagbaar geheugen 905 wordt meegegeven aan de installateur die de opdracht krijgt het ventilatiesysteem 901 te configureren volgens de lokaal geldende normen, en er wordt verondersteld dat het ventilatiesysteem 901 is uitgerust met de vereiste interface(s) om het draagbaar geheugen 905 te ontvangen. Na het bekomen van de locatiegegevens in stap 912, zal de configuratie-applicatie 904 in stap 913 de locatie-afhankelijke vragenlijst bekomen door de locatie-afhankelijke vragenlijst overeenstemmend met de locatiegegevens en aanwezig op het draagbaar geheugen 905 te selecteren. Nadat de antwoorden op de vragen uit de locatie- afhankelijke vragenlijst werden bekomen in stappen 914-916, zal de configuratie-applicatie de set regelinstellingen samenstellen door gebruik te maken van sets van beslissingsparameters voor kleppen, debietregelaars en ventilatoren die aanwezig zijn op het draagbaar geheugen 905 en geselecteerd worden op basis van de antwoorden op de locatie-afhankelijke vragenlijst, en die daarna gedupliceerd en/of aangepast worden conform lokaal geldende normen mochten bepaalde kleppen, debietregelaars of ventilatoren voor meerdere kamers gebruikt worden. Het eigenlijke configureren gebeurt in stap
918. Bij aanvang van het configuratieproces kan optioneel ook een controle uitgevoerd worden op de firmware versie op het ventilatiesysteem 901 en een firmware update kan uitgevoerd worden wanneer het draagbaar geheugen 905 over een recentere versie beschikt van de firmware, net zoals dat in de derde uitvoering, de zesde uitvoering en de zevende uitvoering hierboven beschreven, gebeurt.
[62] Tekening 10 toont een geschikt computersysteem 1000 voor het uitvoeren van één of meerdere stappen in de werkwijze van de bovenstaande
-34-
uitvoeringsvorm(en). Computersysteem 1000 kan in het algemeen zijn Oss uitgevoerd als een computer geschikt voor algemene doeleinden en een bus 1010, een processor 1002, een lokaal geheugen 1004, één of meer optionele invoerinterfaces 1014, één of meer uitvoerinterfaces 1016, een communicatie- interface 1012, een opslagelementinterface 1006 en één of meer opslagelementen 1008 omvatten.
Bus 1010 kan één of meer geleiders omvatten, die communicatie tussen de componenten van het computersysteem 1000 mogelijk maken.
Processor 1002 kan elk type conventionele processor of microprocessor omvatten, die programma-instructies interpreteert en uitvoert.
Lokaal geheugen 1004 kan een Random Access Memory (RAM) of een ander type dynamische opslag-inrichting omvatten, die informatie en instructies voor uitvoering door processor 1002 opslaat, en/of een Read-Only Memory (ROM) of een ander type statische opslag-inrichting omvatten, die statische informatie en instructies voor gebruik door processor 1002 opslaat.
Invoerinterface 1014 kan één of meer conventionele mechanismen omvatten, die een bediener in staat stellen informatie in de computerinrichting 1000 in te voeren, zoals een toetsenbord 1020, een muis 1030, een pen, stemherkenning en/of biometrische mechanismen, een aanraakscherm, enz.
Uitvoerinterface 1016 kan één of meer conventionele mechanismen omvatten, die informatie aan de bediener afgeven, zoals een scherm 1040, een printer 1050, een luidspreker, enz.
Communicatie- interface 1012 kan een zendontvanger-achtig mechanisme omvatten, zoals bijvoorbeeld één of meer Ethernet-interfaces, dat het computersysteem 1000 in staat stelt te communiceren met andere inrichtingen en/of systemen 1081, 1082, 1083, bijvoorbeeld een zender/ontvanger voor het communiceren met het ventilatiesysteem 101 in Tekening 1. De communicatie-interface 1012 van computersysteem 1000 kan met een ander computersysteem verbonden zijn door middel van een Local Area Network (LAN) of een Wide Area Network (WAN), zoals bijvoorbeeld het internet.
Opslagelementinterface 1006 kan een opslaginterface omvatten, zoals bijvoorbeeld een Serial Advanced Technology Attachment (SATA) interface of een Small Computer System Interface (SCSI), voor het verbinden van bus 1010 met één of meer opslagelementen 1008, zoals één of meer lokale schijven, bijvoorbeeld SATA-schijfstations, en het lezen en schrijven van gegevens naar en/of van deze opslag-elementen 1008 besturen.
-35- Hoewel de opslagelementen 908 hierboven als lokale schijven zijn beschreven: 9409/5957 zou in het algemeen elk ander geschikt computer-leesbaar medium, zoals een verwijderbare magnetische schijf, optische opslagmedia, zoals een CD of DVD, ROM-schijf, solid-state drives, flashgeheugenkaarten, kunnen worden gebruikt. Het hierboven beschreven systeem 1000 kan ook werken als een Virtual Machine boven de fysieke hardware.
[63] De in de bovenstaande uitvoeringsvorm(en) getoonde stappen kunnen als programma-instructies worden geïmplementeerd, die in lokaal geheugen 1004 van het computersysteem 1000 zijn opgeslagen, voor uitvoering door de processor 1002 daarvan. Als alternatief kan de instructie worden opgeslagen op het opslagelement 1008 of vanaf een ander computersysteem toegankelijk zijn via de communicatie-interface 1012.
[64] Hoewel de onderhavige uitvinding werd geïllustreerd aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de details van de voorgaande illustratieve uitvoeringsvormen, en dat de onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd met verschillende wijzigingen en aanpassingen zonder daarbij het toepassingsgebied van de uitvinding te verlaten. De onderhavige uitvoeringsvormen moeten daarom op alle vlakken worden beschouwd als illustratief en niet restrictief, waarbij het toepassingsgebied van de uitvinding wordt beschreven door de bijgevoegde conclusies en niet door de voorgaande beschrijving, en alle wijzigingen die binnen de betekenis en de reikwijdte van de conclusies vallen, zijn hier derhalve mee opgenomen. Er wordt met andere woorden van uitgegaan dat hieronder alle wijzigingen, variaties of equivalenten vallen die binnen het toepassingsgebied van de onderliggende basisprincipes vallen en waarvan de essentiële attributen worden geclaimd in deze octrooiaanvraag. Bovendien zal de lezer van deze octrooiaanvraag begrijpen dat de woorden "omvattende" of "omvatten" andere elementen of stappen niet uitsluiten, dat het woord "een" geen meervoud uitsluit, en dat een enkelvoudig element, zoals een computersysteem, een processor of een andere geïntegreerde eenheid de functies van verschillende hulpmiddelen kan
- 36 - vervullen die in de conclusies worden vermeld.
Eventuele verwijzingen in de 990) conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de conclusies in kwestie.
De termen "eerste", "tweede", "derde", "a", "bp", "c' en dergelijke, wanneer gebruikt in de beschrijving of in de conclusies, worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen of stappen en beschrijven niet noodzakelijk een opeenvolgende of chronologische volgorde.
Op dezelfde manier worden de termen "bovenkant", "onderkant", "over", onder" en dergelijke gebruikt ten behoeve van de beschrijving en verwijzen ze niet noodzakelijk naar relatieve posities.
Het moet worden begrepen dat die termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en dat uitvoeringsvormen van de uitvinding in staat zijn om te functioneren volgens de onderhavige uitvinding in andere volgordes of oriëntaties dan die beschreven of geïllustreerd in het bovenstaande.

Claims (13)

237 - CONCLUSIES BE2020/5351
1. Een op een computer geïmplementeerde werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren, de werkwijze omvattende volgende stappen, uitgevoerd op een installateursapparaat (100; 200; 300; 400; 500; 600; 700; 800; 900) met data- connectiviteit naar genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901): - het bekomen (112; 212; 312; 412; 512; 612; 712; 812; 912) van locatiegegevens indicatief voor de locatie waar genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) geïnstalleerd wordt; - het bekomen (113; 213; 316; 413; 513; 616; 716; 813; 913) van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) gebruik makend van genoemde locatiegegevens; - het bekomen (114; 214; 317; 414; 514; 617; 717; 814, 914) van hardware configuratiegegevens voor genoemd ventilatiesysteem (101; 201: 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901): - het mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van genoemde hardware configuratiegegevens op vragen uit genoemde locatie- afhankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te genereren op een eerste subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het bekomen (116; 216; 319; 416; 516; 619; 719; 816; 916) via een gebruikersinterface (130; 230; 330; 430; 530; 630; 730; 830; 930) van een tweede subset van antwoorden op een tweede subset van vragen uit genoemde locatie-afnankelijke vragenlijst die onbeantwoord bleven na het genoemde mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van genoemde hardware configuratiegegevens op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het samenstellen (117; 217; 320; 417; 517; 620; 720; 817; 917) van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen omvattende parameterwaarden voor het configureren van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) en genoemde locatiegegevens, op basis van genoemde eerste subset van antwoorden en genoemde tweede subset van antwoorden op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; en
38 - - het configureren (118; 218; 321; 418; 518; 621; 721; 818; 918) van 9295951 genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) met de parameterwaarden uit genoemde set locatie-afhankelijke regelinstellingen.
2. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens conclusie 1, waarin genoemde locatiegegevens bekomen worden van een positioneringseenheid (240) in genoemd installateursapparaat (100; 200; 300; 400; 500; 600; 700; 800; 900).
3. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens conclusie 1, waarin genoemde locatiegegevens bekomen worden van een positioneringseenheid extern aan genoemd installateursapparaat (100; 200; 300; 400; 500; 600; 700; 800; 900).
4. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens conclusie 1, waarin genoemde locatiegegevens bekomen worden via genoemde gebruikersinterface (130; 230; 330; 430; 530; 630; 730; 830; 930).
5. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens conclusie 1, waarin genoemde locatiegegevens bekomen worden van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) of randapparatuur van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901).
6. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens één van voorgaande conclusies, verder omvattende vóór genoemd bekomen (113; 213; 316; 413; 513; 616; 716; 813; 913) van een locatie-afhankelijke vragenlijst de volgende stappen: - het bekomen (313; 613; 713) van een versie-identificatie van software geïnstalleerd op genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901);
-39- - het verifiëren (314, 614; 714) van genoemde versie-identificatië 99995 tegenover de versie-identificatie van de meest recente versie van genoemde software; en - het installeren (315; 615; 715) op genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) van genoemde meest recente versie van genoemde software indien genoemde versie-identificatie niet overeenstemt met genoemde versie-identificatie van genoemde meest recente versie.
7. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens één van voorgaande conclusies, verder omvattende: - het opslaan (419; 519; 622; 722) van genoemde locatie-afhankelijke set regelinstellingen in relatie tot genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) en genoemde locatiegegevens.
8. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens één van voorgaande conclusies, verder omvattende: - het rapporteren (520; 623; 723) van genoemd configureren (118; 218; 2321; 418; 518; 621; 721; 818; 918) van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) aan een gebruikersapparaat (503; 603; 703).
9. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens conclusie 5 en conclusie 7, waarin genoemd configureren (118; 218; 321; 418; 518; 621; 721; 818; 918) van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) met de parameterwaarden uit genoemde locatie-afhankelijke set regelinstellingen verloopt via genoemd gebruikersapparaat (503; 603; 703).
10. De werkwijze om een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren volgens conclusie 9, waarin actualiseren op genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) van parameterwaarden uit genoemde locatie-afhankelijke set regelinstellingen
- 40 - verloopt via genoemd gebruikersapparaat (503; 603; 703) of rechtstreeks vanuit 10960 5961 een centraal register (102; 202; 302; 402; 502; 602; 702; 802; 902).
11. Een installateursapparaat (100; 200; 300; 400; 500; 600; 700; 800: 900) met data-connectiviteit naar een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901), ingericht om genoemd ventilatiesysteem (101; 201: 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) te configureren, het genoemde installateursapparaat (100; 200; 300; 400; 500; 600; 700; 800; 900) omvattende een verwerkingseenheid (110; 210; 310; 410; 510; 610; 710; 810; 910) en een geheugen met een computer programma ingericht om het installateursapparaat (100; 200; 300; 400; 500; 600; 700; 800; 900) volgende stappen te laten uitvoeren: - het bekomen (112; 212; 312; 412; 512; 612; 712; 812; 912) van locatiegegevens indicatief voor de locatie waar genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) geïnstalleerd wordt; - het bekomen (113; 213; 316; 413; 513; 616; 716; 813; 913) van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) gebruik makend van genoemde locatiegegevens; - het bekomen (114; 214; 317; 414; 514; 617; 717; 814, 914) van hardware configuratiegegevens voor genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901): - het mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van genoemde hardware configuratiegegevens op vragen uit genoemde locatie- afhankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te genereren op een eerste subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het bekomen (116; 216; 319; 416; 516; 619; 719; 816; 916) via een gebruikersinterface (130; 230; 330; 430; 530; 630; 730; 830; 930) van een tweede subset van antwoorden op een tweede subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst die onbeantwoord bleven na het genoemde mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van genoemde hardware configuratiegegevens op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het samenstellen (117; 217; 320; 417; 517; 620; 720; 817; 917) van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen omvattende parameterwaarden voor
- 41 - het configureren van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601 BE20205351 701; 801; 901) en genoemde locatiegegevens, op basis van genoemde eerste subset van antwoorden en genoemde tweede subset van antwoorden op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; en - het configureren (118; 218; 321; 418; 518; 621; 721; 818; 918) van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) met de parameterwaarden uit genoemde set locatie-afhankelijke regelinstellingen.
12. Een computer programma product bevattende op een computer uitvoerbare instructies om volgende stappen uit te voeren indien dit programma wordt uitgevoerd op een computer: - het bekomen (112; 212; 312; 412; 512; 612; 712; 812; 912) van locatiegegevens indicatief voor de locatie waar een ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) geïnstalleerd wordt; - het bekomen (113; 213; 316; 413; 513; 616; 716; 813; 913) van een locatie-afhankelijke vragenlijst voor genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) gebruik makend van genoemde locatiegegevens; - het bekomen (114; 214; 317; 414; 514; 617; 717; 814, 914) van hardware configuratiegegevens voor genoemd ventilatiesysteem (101; 201: 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901); - het mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van genoemde hardware configuratiegegevens op vragen uit genoemde locatie- afhankelijke vragenlijst om een eerste subset van antwoorden te genereren op een eerste subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het bekomen (116; 216; 319; 416; 516; 619; 719; 816; 916) via een gebruikersinterface (130; 230; 330; 430; 530; 630; 730; 830; 930) van een tweede subset van antwoorden op een tweede subset van vragen uit genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst die onbeantwoord bleven na het genoemde mappen (115; 215; 318; 415; 515; 618; 718; 815; 915) van genoemde hardware configuratiegegevens op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; - het samenstellen (117; 217; 320; 417; 517; 620; 720; 817; 917) van een set locatie-afhankelijke regelinstellingen omvattende parameterwaarden voor het configureren van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601:
-42- 701; 801; 901) en genoemde locatiegegevens, op basis van genoemde eerste 99951 subset van antwoorden en genoemde tweede subset van antwoorden op genoemde locatie-afhankelijke vragenlijst; en - het configureren (118; 218; 321; 418; 518; 621; 721; 818; 918) van genoemd ventilatiesysteem (101; 201; 301; 401; 501; 601; 701; 801; 901) met de parameterwaarden uit genoemde set locatie-afhankelijke regelinstellingen.
13. Een door een computer leesbaar opslagmiddel bevattende het computer programma product volgens conclusie 12.
BE20205351A 2020-05-19 2020-05-19 Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren BE1028326B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205351A BE1028326B1 (nl) 2020-05-19 2020-05-19 Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren
EP21720314.0A EP4153919B1 (en) 2020-05-19 2021-03-26 Method and device for configuring a ventilation system
US17/998,958 US20230280063A1 (en) 2020-05-19 2021-03-26 Method and device for configuring a ventilation system
PCT/IB2021/052518 WO2021234470A1 (en) 2020-05-19 2021-03-26 Method and device for configuring a ventilation system
CN202180028936.3A CN115427740B (zh) 2020-05-19 2021-03-26 用于配置通风系统的方法和设备

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205351A BE1028326B1 (nl) 2020-05-19 2020-05-19 Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028326A1 BE1028326A1 (nl) 2021-12-16
BE1028326B1 true BE1028326B1 (nl) 2021-12-21

Family

ID=70968677

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205351A BE1028326B1 (nl) 2020-05-19 2020-05-19 Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20230280063A1 (nl)
EP (1) EP4153919B1 (nl)
CN (1) CN115427740B (nl)
BE (1) BE1028326B1 (nl)
WO (1) WO2021234470A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1030951B1 (nl) 2022-10-10 2024-05-14 Renson Ventilation Nv Werkwijze voor het aansturen van een centraal ventilatiesysteem en ventilatiesysteem geconfigureerd voor het uitvoeren van deze werkwijze

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20110112875A1 (en) * 2009-11-12 2011-05-12 Bank Of America Corporation Site survey and installation for remote facility management system
US20170003046A1 (en) * 2015-06-30 2017-01-05 K4Connect Inc. Climate control system including indoor and setpoint temperature difference and exterior temperature based hvac mode switching and related methods
US20170167746A1 (en) * 2012-11-07 2017-06-15 Think Automatic, LLC Adaptive trigger sequencing for site control automation
WO2019018622A1 (en) * 2017-07-21 2019-01-24 Carrier Corporation INTERFACE ENVIRONMENTAL PREFERENCES MANAGEMENT

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1031954C2 (nl) 2006-06-06 2007-12-10 Aralco Natural Ventilation Sys Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.
US8042352B2 (en) 2009-01-07 2011-10-25 Belimo Holding Ag Control method and device for an air conditioning economizer system
DE102009034369B3 (de) * 2009-07-23 2010-08-26 Sinitec Vertriebsgesellschaft Mbh Verfahren zur Anpassung eines Steuersignals zur Vorgabe einer Solldrehzahl eines Lüfters in einem Computersystem sowie entsprechendes Computersystem
BE1019200A5 (nl) 2010-02-24 2012-04-03 Renson Ventilation Nv Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
US8774947B2 (en) * 2011-03-28 2014-07-08 Emerson Electric Co. Controller for a climate control system
US10344995B2 (en) * 2013-11-05 2019-07-09 Trane International Inc. HVAC system controller configuration
EP3189382B1 (de) * 2014-09-04 2021-07-14 Aizo Group AG Verfahren zur datenerhebung für die konfiguration eines gebäudeautomationssystems und verfahren zum konfigurieren eines gebäudeautomationssystems

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20110112875A1 (en) * 2009-11-12 2011-05-12 Bank Of America Corporation Site survey and installation for remote facility management system
US20170167746A1 (en) * 2012-11-07 2017-06-15 Think Automatic, LLC Adaptive trigger sequencing for site control automation
US20170003046A1 (en) * 2015-06-30 2017-01-05 K4Connect Inc. Climate control system including indoor and setpoint temperature difference and exterior temperature based hvac mode switching and related methods
WO2019018622A1 (en) * 2017-07-21 2019-01-24 Carrier Corporation INTERFACE ENVIRONMENTAL PREFERENCES MANAGEMENT

Also Published As

Publication number Publication date
WO2021234470A1 (en) 2021-11-25
BE1028326A1 (nl) 2021-12-16
EP4153919B1 (en) 2024-02-14
CN115427740B (zh) 2023-08-15
EP4153919A1 (en) 2023-03-29
CN115427740A (zh) 2022-12-02
EP4153919C0 (en) 2024-02-14
US20230280063A1 (en) 2023-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10126010B2 (en) Controlling system for environmental comfort degree and controlling method of the controlling system
US20210108817A1 (en) Hvac controller with indoor air quality scheduling
US11627039B2 (en) Site management in an on-demand system
CN110986306B (zh) 基于机器学习的室温调节的方法、装置、设备及存储介质
CN104110789A (zh) 基于移动终端环境传感器的空调控制方法及系统
US20150178421A1 (en) Systems for and methods of modeling, step-testing, and adaptively controlling in-situ building components
US20100298984A1 (en) Usb hvac service verification
CN109219783A (zh) 具有自动设备发现和设备模型分布的建筑物管理系统
EP3194857A1 (en) Conditioning an indoor environment
BE1028326B1 (nl) Werkwijze en apparaat om een ventilatiesysteem te configureren
US20090187710A1 (en) Apparatus and methods of using card based programmable controllers
JP6971113B2 (ja) 太陽光発電装置設置支援システム、太陽光発電装置設置支援方法、および太陽光発電装置設置支援プログラム
JP4985719B2 (ja) 機器管理システム
TWI679384B (zh) 空氣清淨機以及網路系統
Hobson et al. Minimum sensor grid density and configuration to enable CO2-based demand-controlled ventilation in an office building
US11391483B2 (en) Automatic assignment between flow control devices, sensor devices and control devices in an HVAC application
US10935268B2 (en) HVAC system controller and method for obtaining environmental data for HVAC system
US20210256639A1 (en) System and method for estimating hvac loads
JP2016061525A (ja) 通風制御装置、通風制御システム、プログラム
WO2019199287A1 (en) Adaptive comfort control system
JP2024504469A (ja) 室内環境を室内利用者の環境嗜好に調整するための方法及び装置
US20210270488A1 (en) Vendor-agnostic attribute cloning
JP6599679B2 (ja) プログラム冷暖房装置
CN116481139A (zh) 快捷控制页面的显示方法、显示装置及终端设备
Dentz et al. Overheating in Hot Water-and Steam-Heated Multifamily Buildings

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20211221