NL2008020C2

NL2008020C2 - Werkwijze voor het vormen van een buisvormig constructie-element.

Info

Publication number: NL2008020C2
Application number: NL2008020A
Authority: NL
Inventors: Peter Johannes Lodewijk Geurts
Original assignee: Gte B V
Priority date: 2011-12-22
Filing date: 2011-12-22
Publication date: 2013-06-26
Also published as: US20200377337A1; JP6228926B2; US10793395B2; US20150059965A1; WO2013095134A1; US11155443B2; JP2015508364A; EP2795174B1; ES2745633T3; EP2795174A1

Description

Werkwijze voor het vormen van een buisvormig constructie-element

BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het vormen van een buisvormig constructie-element dat is opgebouwd uit zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten, welke segmenten zij-aan-zij aan elkaar zijn gekoppeld, waarbij de zich in de langsrichting uitstrekkende lengte van het buisvormige constructie-element groter is dan de diameter daarvan.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een 10 buisvormig constructie-element.

Een buisvormig constructie-element dat is opgebouwd uit zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten, welke segmenten in de langsrichting zij-aan-zij gefixeerd aan elkaar zijn gekoppeld, is bijvoorbeeld bekend uit NL-7014755. Het bekende buisvormige constructie-element vindt toepassing voor het 15 vervaardigen van rioolbuizen.

Het in NL-7014755 beschreven buisvormige constructie-element heeft echter het nadeel dat de vorm daarvan niet flexibel aan te passen is, meer in het bijzonder te buigen is.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een 20 werkwijze voor het vormen van een flexibel buisvormig constructie-element te verschaffen.

Dit doel wordt met de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat in het buisvormige constructie-element de met elkaar gekoppelde segmenten verschuifbaar ten opzichte van elkaar zijn, waarbij door het uitoefenen van ten minste 25 een uitwendige kracht op het buisvormige constructie-element de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten zodanig ten opzichte van elkaar in de langsrichting worden verschoven dat het buisvormige constructie-element wordt gebogen vanuit een oorspronkelijke zich in hoofdzaak in de langsrichting uitstrekkende vorm naar een tweede vorm waarin het buisvormige constructie-30 element ten minste een gekromd gedeelte omvat, waarbij het buisvormige constructie-element in de tweede vorm wordt gefixeerd door de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar vast te zetten.

Door de met elkaar gekoppelde verschuifbare segmenten van het 2 buisvormige constructie-element kan door het uitoefenen van ten minste een kracht op de buitenzijde van het constructie-element de vorm van het constructie-element eenvoudig naar de gewenste vorm worden gebogen, waarna door het vastzetten, dat wil zeggen het beperken of zelfs nagenoeg opheffen van de verschuifbaarheid van 5 de segmenten ten opzichte van elkaar, het constructie-element in de gewenste vorm kan worden gefixeerd. Op deze wijze is het mogelijk om op de plek waar het constructie-element gemonteerd dient te worden het constructie-element flexibel te vormen. Het vormen van het constructie-element hoeft derhalve niet meer in een fabrieksomgeving plaats te vinden, hetgeen tijd en kostenbesparend is. Door de zich 10 in de langsrichting uitstrekkende segmenten is het buisvormige constructie-element eenvoudig te buigen in alle richtingen voor het bereiken van de gewenste eindvorm. Het kost bovendien relatief weinig kracht om het buisvormige constructie-element te buigen aangezien het weerstandsmoment tegen buigen in de oorspronkelijke vorm tussen de segmenten relatief laag is. Ter vergelijking, het weerstandmoment tegen 15 buigen van een conventioneel eendelig buisvormig constructie-element is relatief hoog, door de vervorming die benodigd is van de buis, welke vervorming resulteert in stuik en rek.

Om de vorm te fixeren worden de segmenten nagenoeg onverschuifbaar ten opzichte van elkaar in de langsrichting gemaakt. Dit fixeren kan 20 op een aantal wijzen met verschillende fixatiemiddelen worden uitgevoerd. Het is mogelijk om de segmenten na het buigen met een las en/of een lijmverbinding met elkaar te verbinden. Verder kunnen verbindingselementen zoals schroeven, spijkers en/of nagels worden toegepast om de verschuifbaarheid van de segmenten ten opzichte van elkaar in de langsrichting op te heffen of te beperken. Tevens is het 25 mogelijk om met behulp van een gereedschap de segmenten na het buigen te deformeren. Daartoe kunnen de segmenten zelfs bepaalde vormen en/of uitsteeksels omvatten die met behulp van het gereedschap zodanig worden vervormd dat de segmenten nagenoeg onverschuifbaar ten opzichte van elkaar kunnen worden gemaakt. Bij buisvormige constructies met een relatief kleine diameter zullen de 30 segmenten bij het buigen relatief snel plastisch vervormen, waardoor dergelijke buisvormige constructie-elementen simultaan met het buigen worden gefixeerd. De kracht die voor het buigen en simultaan fixeren van dergelijke buisvormige constructies is benodigd is kleiner dan de kracht benodigd voor het buigen van een 3 eendelige (homogene) buis, doordat het weerstandmoment tegen buigen bij de buisvormige constructie volgens de onderhavige uitvinding lager is.

Afhankelijk van de toepassing kan het gewenst zijn dat het 5 buitenoppervlak van het gebogen buisvormige constructie-element in de fixeerde tweede vorm nagenoeg correspondeert met het buitenoppervlak van een eendelig constructie-element, dat wil zeggen een constructie-element zonder segmenten. Bijvoorbeeld indien het constructie-element wordt toegepast als een rail voor het geleiden van een object zoals bijvoorbeeld een traplift waarbij een geleiding van de 10 traplift zich over het buitenoppervlak van de rail verplaatst. Geschikt hiervoor is injectie van een lijmverbinding tussen de segmenten of aan de binnenzijde van de segmenten zodat de buitenzijde van het buisvormige constructie-element glad blijft. Verder is het mogelijk om de inwendige druk in het buisvormige constructie-element te verhogen waardoor de segmenten zodanig tegen elkaar worden gedrukt dat de 15 weerstand tegen verschuiven wordt verhoogd, doordat de wrijving tussen de segmenten wordt verhoogd. Bijzondere uitvoeringsvormen voor het verkrijgen van een dergelijk glad buitenoppervlak zijn het verhogen van de luchtdruk met behulp van een pomp in de inwendige ruimte van het gebogen buisvormige constructie-element of om de inwendige ruimte te vullen met een uithardbare alsmede tijdens het 20 uitharden uitzettende vloeistof. Het verhogen van de luchtdruk heeft het bijzondere voordeel dat de luchtdruk bijzonder eenvoudig te verlagen is waardoor de vorm van het buisvormige constructie-element opnieuw kan worden aangepast of kan worden gecorrigeerd. Luchtdruk kan derhalve bijvoorbeeld worden gebruikt om een bepaalde vorm van het constructie-element te testen. Als alternatief voor het verhogen van de 25 druk vanuit de binnenzijde van het buisvormige constructie-element is het zelfs mogelijk om een fixeermechanisme in het inwendige van het buisvormige constructie-element aan te brengen, dat vanuit een eerste toestand waarin het buisvormige constructie-element buigbaar is door een gebruiker naar een tweede toestand kan worden gebracht, in welke tweede toestand het fixeermechanisme op 30 de binnenzijde van het buisvormige constructie-element een druk uitoefent. Het fixeermechanisme kan elektronisch of mechanisch bijvoorbeeld met behulp van een veer door een monteur worden bediend.

Door verschillende gebogen constructie-elementen met elkaar te 4 koppelen kan een relatief langwerpige buisvormige constructie op een relatief eenvoudige wijze worden verschaft.

Het is verder een doel van de onderhavige uitvinding om een flexibel buisvormig constructie-element te verschaffen.

5 Dit doel wordt met het buisvormige constructie-element bereikt dat is beschreven in conclusie 10.

Het buisvormige constructie-element volgens de uitvinding is bijzonder eenvoudig te buigen, waarbij eenmaal in de gewenste vorm de ten opzichte van elkaar verschuifbare segmenten vast te zetten zijn. Voor het fixeren van de 10 tweede vorm kunnen de hierboven reeds besproken technieken worden toegepast op het gebogen buisvormige constructie-element.

Bij voorkeur zijn de segmenten met behulp van een vormopsluiting met speling met elkaar verbonden. Op deze wijze kan het buisvormige constructie-element enerzijds eenvoudig worden vervaardigd door de segmenten met 15 elkaar te koppelen en anderzijds kunnen de segmenten door de speling relatief eenvoudig ten opzichte van elkaar in de langsrichting worden verschoven, waardoor het buisvormige constructie-element relatief makkelijk te buigen is.

Vele materialen eventueel gecombineerd met een oppervlaktebehandeling kunnen worden toegepast in het constructie-element 20 volgens de onderhavige uitvinding. Daarbij is een materiaal met een relatief lage wrijvingscoëfficiënt gunstig bij het in elkaar schuiven van de segmenten voor het vormen van het buisvormige constructie-element en verschaft een materiaal met een relatief hoge wrijvingscoëfficiënt relatief veel stevigheid aan het buisvormige constructie-element. Bij voorkeur omvat het toegepaste materiaal derhalve een 25 geoptimaliseerde wrijvingscoëfficiënt waarmee een makkelijk te monteren alsmede stevig buisvormig constructie-element te verschaffen is. Een voorbeeld van een dergelijk geschikt materiaal is geanodiseerd aluminium, waarbij aluminium het aanvullende voordeel heeft dat het met relatief weinig kracht koud te vervormen is.

Elk segment is voorzien van een koppeluitsteeksel, alsmede van een 30 koppel-opnameruimte, welke opnameruimte qua vormgeving correspondeert met de vormgeving van het koppeluitsteeksel. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het koppeluitsteeksel in doorsnede de vorm van een paddenstoel, welke paddenstoel een steel, een afgerond deel, alsmede tussen de steel en het afgeronde deel 5 gelegen schoudervlakken omvat. Een dergelijke vormgeving verschaft enerzijds in de tweede vorm een hoog draagvermogen zodat een object met behulp van het constructie-element te ondersteunen is en anderszins een relatief eenvoudig te buigen buisvormig constructie-element in de oorspronkelijke (eerste) vorm.

5 De uitvinding heeft ten slotte betrekking op een traplift die is voorzien van ten minste een hierboven beschreven buisvormig constructie-element.

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van de uitvinding niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden die zijn getoond in de bijgesloten figuren.

10 Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een buisvormig constructie-element volgens de onderhavige uitvinding, figuur 2a toont een doorsnede van een buisvormig constructie-element volgens de onderhavige uitvinding, figuur 2b toont een doorsnede van een segment van het in figuur 2a 15 getoonde buisvormige constructie-element volgens de onderhavige uitvinding, figuur 3 toont een doorsnede van een alternatief segment van een buisvormig constructie-element volgens de onderhavige uitvinding, figuur 4a, b tonen doorsneden van een verder alternatief segment van een buisvormig constructie-element volgens de onderhavige uitvinding, 20 figuur 5-8 tonen verschillende aanzichten van een traplift volgens de onderhavige uitvinding, figuur 9 toont een alternatieve toepassing van het buisvormige constructie-element volgens de onderhavige uitvinding, figuur 10 toont een zijaanzicht van een verdere alternatieve 25 toepassing van het constructie-element volgens de onderhavige uitvinding.

In de verschillende figuren zijn dezelfde onderdelen voorzien van overeenkomende verwijzingscijfers.

In figuur 1 is een perspectivisch aanzicht getoond van een buisvormig constructie-element 1 volgens de onderhavige uitvinding.

30 Het buisvormige constructie-element 1 is opgebouwd uit zich in de langsrichting (aangegeven door pijl P1 in figuur 1) uitstrekkende segmenten 3. Het aantal segmenten 3 is bij voorkeur zo groot mogelijk, en in het buisvormige constructie-element 1 volgens de onderhavige uitvinding bedraagt het minimaal 6 benodigde aantal segmenten ten minste tien. De langwerpige segmenten 3 zijn met de langszijden daarvan zij-aan-zij met elkaar gekoppeld. Verder is bij het buisvormige constructie-element 1 volgens de onderhavige uitvinding de zich in de langsrichting uitstrekkende lengte I van het buisvormige constructie-element groter dan de 5 diameter d.

In figuur 2a,b is een doorsnede getoond van het buisvormige constructie-element 1 volgens de onderhavige uitvinding, respectievelijk een doorsnede getoond van het segment 3. In het buisvormige constructie-element 1 zijn de met elkaar gekoppelde segmenten 3 verschuifbaar in de langsrichting ten 10 opzichte van elkaar in. Door deze verschuifbaarheid van de segmenten 3 is het buisvormige constructie-element 1 buigbaar vanuit een oorspronkelijke zich in hoofdzaak in de langsrichting uitstrekkende vorm, zoals deze is getoond in figuur 1, naar een tweede vorm (zie figuren 5-10) waarin het buisvormige constructie-element 1 ten minste een gekromd gedeelte omvat. Deze tweede vorm van het buisvormige 15 constructie-element 1 is te fixeren door de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten 3 ten opzichte van elkaar met fixatiemiddelen vast te zetten. Om de tweede vorm van het buisvormige constructie-element 1 volgens de onderhavige uitvinding met behulp van de fixatiemiddelen te fixeren is het mogelijk om de segmenten 3 na het buigen met een las- en/of een lijmverbinding met elkaar te 20 verbinden. Verder kunnen verbindingselementen zoals schroeven, spijkers en/of nagels (niet getoond) als fixatiemiddelen worden toegepast om de verschuifbaarheid van de segmenten 3 ten opzichte van elkaar in de langsrichting op te heffen of te beperken. Tevens is het mogelijk om met behulp van een gereedschap (niet getoond) de segmenten 3 na het buigen te deformeren. Daartoe kunnen de segmenten 3 zelfs 25 bepaalde vormen en/of uitsteeksels (niet getoond) omvatten die met behulp van het gereedschap zodanig worden vervormd dat de segmenten 3 nagenoeg onverschuifbaar ten opzichte van elkaar kunnen worden gemaakt.

Bij voorkeur worden fixatiemiddelen en technieken voor het vastzetten van de segmenten gebruikt voor het fixeren van de tweede vorm van het 30 buisvormige constructie-element 1 die geen invloed hebben op de vormgeving van het buitenoppervlak van het buisvormige constructie-element 1. Hiertoe zijn verschillende technieken te gebruiken, waarbij het gebruik van een pomp (niet getoond) de voorkeur heeft. Met behulp van de pomp wordt in de inwendige ruimte 5 7 van het buisvormige constructie-element 1 de luchtdruk veranderd, normaliter verhoogd, waardoor de segmenten 3 zodanig tegen elkaar worden gedrukt dat de weerstand tegen verschuiven wordt verhoogd, doordat de wrijving tussen de segmenten 3 wordt verhoogd. Het werken met luchtdruk heeft het bijzondere 5 voordeel dat bijzonder eenvoudig terug te keren is naar een toestand waarin de segmenten weer ten opzichte van elkaar verplaatst kunnen worden. Bij voorkeur is bij het gebruik van een pomp, de inwendige ruimte van het buisvormige constructie-element met behulp van een voering zoals bijvoorbeeld een slang of flexibele mantel fluïdumdicht gemaakt.

10 In figuren 3 en 4a,b zijn alternatieve uitvoeringsvormen 103, respectievelijk 203 van het in figuur 2b in detail getoonde segment 3 getoond.

De segmenten 3, 103, 203 zijn met behulp van een vormopsluiting met speling met elkaar verbonden, waarbij elk segment 3, 103, 203 is voorzien van een koppeluitsteeksel 7, 107, 207, alsmede van een koppel-opnamedeel 8, 108, 208 15 die een koppel-opnameruimte 9, 109, 209 definieert welke opnameruimte 9, 109, 209 qua vormgeving correspondeert met de vormgeving van het uitsteeksel 7, 107, 207.

Verder omvat elk segment 3, 103, 203 een van de hartlijn van het buisvormige constructie-element 1 afgekeerde buitenzijde 11, 111, 211, die tevens de buitenzijde van het buisvormige constructie-element 1 vormt. De buitenzijde van 20 het buisvormige constructie-element 1 wordt derhalve gevormd door de optelsom van alle buitenzijden van de segmenten 3. Daarbij zijn de segmenten 3, 103, 203 zodanig gedimensioneerd en vormgegeven dat de overgangen tussen de buitenzijden 11, 111, 211 van de segmenten 3, 103, 203 minimaal zijn, waardoor een relatief gladde buitenzijde van het buisvormige constructie-element 1 wordt gevormd waarover 25 bijvoorbeeld een geleiding van een lift (zie figuren 5-8) verplaatsbaar is.

Bij het in figuur 2a,b getoonde segment 3 is het koppeluitsteeksel 7 voorzien van een steel 15 en een in doorsnede cirkelvormige kop 17, die zich in de langsrichting uitstrekt als een staaf en die ten opzichte van de steel 15 verdikt is. Zoals is getoond in figuur 2a worden de segmenten 3 met elkaar gekoppeld door de 30 cirkelvormige kop 17 in de opnameruimte 9 te positioneren. Daarbij is in de gekoppelde toestand voor de verschuifbaarheid van de segmenten 3 ten opzichte van elkaar, de kop 17 met speling in de opnameruimte 9 gelegen.

In figuur 3 is een ten opzichte van het segment 3 alternatief segment 8 103 getoond waarbij het koppeluitsteeksel 107 is voorzien van een lip 117 met een verdikt uiteinde 119. De lip 117 is tegen de veerkracht in verplaatsbaar tijdens het koppelen van de segmenten 103, waarbij het verdikte uiteinde 119 van de lip 117 in de gekoppelde toestand tegen een uitstekend deel 121 van een ander segment 103 5 is gelegen, zodat de segmenten 103 stevig met elkaar zijn gekoppeld.

De figuren 4a,b tonen in doorsneden een derde uitvoeringsvorm van een segment 203, waarbij het koppeluitsteeksel 207 van dit segment 203 de vorm van een paddenstoel omvat, welke paddenstoel een steel 115, een afgerond deel 117, alsmede tussen de steel 115 en het afgeronde deel 117 gelegen 10 schoudervlakken 121 omvat.

Verder is het mogelijk dat de segmenten 3, 103, 203 bevestigingsgaten omvatten, die bij voorkeur voor het buigen in de segmenten 3, 103, 203 zijn aangebracht. Het is zelfs mogelijk om de bevestigingsgaten voor het vormen van het buisvormige constructie-element in de segmenten aan te brengen. 15 Door de segmenten is het mogelijk om op vaste steekafstanden bevestigingsgaten te produceren, of andere bewerkingen uit te voeren, die na het buigen, over het buitenoppervlak van het buisvormige constructie-element gezien, nog steeds dezelfde afstand tot elkaar hebben. Dit maakt het mogelijk om na het buigen een geleidingscomponent 27 (figuur 1) te plaatsen in de vooraf geproduceerde 20 bevestigingsgaten.

De segmenten 3, 103, 203 zijn bij voorkeur vervaardigd van geanodiseerd aluminium. Het is echter denkbaar dat de segmenten eveneens van andere materialen zoals bijvoorbeeld kunststof worden vervaardigd.

In plaats van het in een van de bevestigingsgaten gepositioneerde 25 geleidingscomponent 27, is het ook mogelijk om op de buitenzijde van een segment een eendelig met het segment verbonden koppelorgaan (niet getoond) te voorzien, welk koppelorgaan bijvoorbeeld als paddenstoel met steel is gevormd zoals de paddenstoel 117 en steel 115 zoals weergegeven bij het segment getoond in figuren 4a,b. Op het koppelorgaan dat aanwezig is op de buiswand van het buisvormige 30 constructie-segment kunnen dan daarmee samenwerkende koppelorganen op eenvoudige wijze worden gekoppeld.

In de figuren 5-8 is een traplift 300 getoond, waarin het hierboven besproken buisvormige constructie-element 1 is toegepast als een rail 301 voor het 9 geleiden van de lift 320 waarop een persoon 330 plaats kan nemen. Op elke trede 340 van de trap 350 en op de verdiepingsvloer 360 zijn bevestigingsorganen bevestigd, die zijn gekoppeld met de geleidingscomponent 27 voor het dragen van de rail 301. De van buigingen voorziene rail 301 is middels een koppeling verbonden 5 met een conventionele eendelige (homogene) buisvormige of massieve rail 302 (zie figuur 5). De conventionele rail 302 zonder buigingen is namelijk relatief stevig alsmede eenvoudig en kostengunstig te vervaardigen. In het getoonde voorbeeld zijn twee rails 301 gebruikt voor het ondersteunen van de te geleiden lift 320. De rails 301 zijn als volgt gevormd uit het in figuur 1 getoonde buisvormige constructie-10 element 1: in het buisvormige constructie-element 1 zijn de met elkaar gekoppelde segmenten 3, 103, 203 verschuifbaar ten opzichte van elkaar, waarbij door het uitoefenen van ten minste een uitwendige kracht op het buisvormige constructie-element 1 bijvoorbeeld met behulp van een buigmal (niet getoond) de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar in de langsrichting 15 worden verschoven zodanig dat het buisvormige constructie-element 1 wordt gebogen vanuit een oorspronkelijke zich in hoofdzaak in de langsrichting uitstrekkende vorm (figuur 1) naar een tweede vorm (figuren 5-8) waarin het buisvormige constructie-element ten minste een gekromd gedeelte omvat. Door na het buigen de verkregen gebogen vorm van het buisvormige constructie-element op 20 een van de hierboven genoemde wijzen te fixeren wordt de rail 301 verschaft. In het getoonde voorbeeld wordt voor het verkrijgen van een rail 301 met een goed geleidingsoppervlak bij voorkeur een pomp gebruikt om de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten onder invloed van een aangepaste, normaliter verhoogde luchtdruk ten opzichte van elkaar vast te zetten.

25 Daarbij is het mogelijk dat elke rail 301 vanwege de benodigde lengte is opgebouwd uit verschillende constructie-elementen 1 waarvan de uiteinden met elkaar zijn verbonden voor het verschaffen van een langwerpig buisvormige constructie in de vorm van de rail 301.

In figuur 9 is een gebouw 400 getoond waarvan de dakconstructie 30 410 met behulp van buisvormige constructie-elementen 401 volgens de onderhavige uitvinding is ondersteund. In figuur 10 daarentegen is het buisvormige constructie-element 501 toegepast voor het vormen van een bedrijfslogo of dergelijke dat met behulp van steunpalen 510 is ondersteund ten opzichte van de ondergrond 520. Het 10 constructie-element 501 behoeft geen hoog draagvermogen te omvatten.

Beide buisvormige constructie-elementen 401, 501 zijn weergegeven in de tweede vorm die gefixeerd is door de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar vast te zetten.

5 In het bijzonder bij de toepassing van het constructie-element 501 kan indien geen geleidend buitenoppervlak nodig is, de druk op de segmenten eveneens aan de buitenzijde van het gebogen buisvormige constructie-element worden aangebracht. Hiervoor kan naast de hierboven reeds genoemde verbindingstechnieken en deformatie, bijvoorbeeld eveneens een uithardende 10 vloeistof worden gebruikt die bijvoorbeeld met een mal wordt aangebracht over het buitenoppervlak van het constructie-element, waarbij de mal weg te nemen is indien de vloeistof uitgehard is. Met behulp van een dergelijke uithardende vloeistof kan bovendien op voordelige wijze het uiterlijk van het gehele buisvormige constructie-element worden aangepast.

15 Voor bepaalde delen van een langwerpige constructie met geen, weinig of flauwe bochten kan het buisvormige constructie-element volgens de uitvinding worden gecombineerd middels koppelmiddelen met conventionele eendelige (homogene) buizen of staven.

20

Claims

1. Werkwijze voor het vormen van een buisvormig constructie-element dat is opgebouwd uit zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten, welke 5 segmenten zij-aan-zij aan elkaar zijn gekoppeld, waarbij de zich in de langsrichting uitstrekkende lengte van het buisvormige constructie-element groter is dan de diameter daarvan, gekenmerkt doordat in het buisvormige constructie-element de met elkaar gekoppelde segmenten verschuifbaar ten opzichte van elkaar zijn, waarbij door het uitoefenen van ten minste een uitwendige kracht op het buisvormige 10 constructie-element de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten zodanig ten opzichte van elkaar in de langsrichting worden verschoven dat het buisvormige constructie-element wordt gebogen vanuit een oorspronkelijke zich in hoofdzaak in de langsrichting uitstrekkende vorm naar een tweede vorm waarin het buisvormige constructie-element ten minste een gekromd gedeelte omvat, waarbij het 15 buisvormige constructie-element in de tweede vorm wordt gefixeerd door de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar vast te zetten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar worden vastgezet door het aanbrengen van een verbinding zoals een lasverbinding of ten minste een 20 verbindingselement.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar worden vastgezet door deformatie van de segmenten.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de zich in de langsrichting 25 uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar worden vastgezet door het aanbrengen van een lijmverbinding.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar worden vastgezet door het aanbrengen van een druk.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij in de inwendige ruimte van het gebogen buisvormige constructie-element de druk met behulp van ten minste een pomp wordt verhoogd, welke drukverhoging een verhoging van de wrijving tussen de segmenten verschaft, zodat de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar worden vastgezet.

7. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij in de inwendige ruimte een uithardbare vloeistof wordt gegoten, waarbij de vloeistof tijdens het uitharden door uitzetting tegen de segmenten drukt, zodat de zich in de langsrichting uitstrekkende 5 segmenten ten opzichte van elkaar worden vastgezet.

8. Werkwijze volgens ten minste een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee gebogen buisvormige constructie-elementen met elkaar worden verbonden voor het verschaffen van een buisvormige constructie.

9. Buisvormig constructie-element dat is gevormd met behulp van de 10 werkwijze volgens ten minste een der voorgaande conclusies.

10. Buisvormig constructie-element dat is opgebouwd uit zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten, welke segmenten zij-aan-zij aan elkaar zijn gekoppeld, waarbij de zich in de langsrichting uitstrekkende lengte van het buisvormige constructie-element groter is dan de diameter daarvan, met het 15 kenmerk, dat in het buisvormige constructie-element de met elkaar gekoppelde segmenten verschuifbaar ten opzichte van elkaar zijn, zodanig dat het buisvormige constructie-element buigbaar is vanuit een oorspronkelijke zich in hoofdzaak in de langsrichting uitstrekkende vorm naar een tweede vorm waarin het buisvormige constructie-element ten minste een gekromd gedeelte omvat, waarbij de tweede 20 vorm van het buisvormige constructie-element te fixeren is door de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten ten opzichte van elkaar vast te zetten.

11. Buisvormig constructie-element volgens conclusie 9 of 10, waarbij de segmenten met behulp van een vormopsluiting met speling met elkaar zijn verbonden.

12. Buisvormig constructie-element volgens een der conclusies 9-11, waarbij elk segment is voorzien van een koppeluitsteeksel, alsmede van een koppel-opnameruimte, welke koppelopnameruimte qua vormgeving correspondeert met de vormgeving van het koppeluitsteeksel.

13. Buisvormig constructie-element volgens conclusie 12, waarbij het 30 koppeluitsteeksel is voorzien van een lip die tegen de veerkracht in verplaatsbaar is tijdens het koppelen van de segmenten, waarbij een uiteinde van de lip in de gekoppelde toestand tegen een uitstekend deel van een ander segment is gelegen.

14. Buisvormig constructie-element volgens conclusie 12, waarbij het koppeluitsteeksel is voorzien van een steel en een in doorsnede cirkelvormige kop.

15. Buisvormig constructie-element volgens conclusie 12, waarbij in doorsnede het koppeluitsteeksel de vorm van een paddenstoel omvat, welke paddenstoel een steel, een afgerond deel, alsmede tussen de steel en het afgeronde 5 deel gelegen schoudervlakken omvat.

16. Buisvormig constructie-element volgens een der conclusies 9-15, waarbij met behulp van een voering de inwendige holle ruimte van het buisvormige constructie-element fluïdumdicht is, waarbij met behulp van een pomp de luchtdruk in de inwendige holle ruimte te veranderen is, voor het ten opzichte van elkaar 10 vastzetten van de zich in de langsrichting uitstrekkende segmenten.

17. Buisvormig constructie-element volgens een der conclusies 9-16, waarbij de segmenten bevestigingsgaten omvatten, die bij voorkeur voor het buigen in de segmenten zijn aangebracht

18. Buisvormig constructie-element volgens een der conclusies 9-17, 15 waarbij het buisvormige constructie-element in de tweede vorm een buitenoppervlak omvat waarover een geleiding verplaatsbaar is.

19. Buisvormig constructie-element volgens een der conclusies 9-18, waarbij het buisvormige constructie-element een rail van een traplift is.

20. Traplift omvattende ten minste een buisvormig constructie-element 20 volgens een der voorgaande conclusies 9-19.