NL2007964C2

NL2007964C2 - Traplift.

Info

Publication number: NL2007964C2
Application number: NL2007964A
Authority: NL
Inventors: Andre Ooms
Original assignee: Ooms Otto Bv
Priority date: 2011-12-13
Filing date: 2011-12-13
Publication date: 2013-06-17
Also published as: WO2013095110A1; ES2644291T3; US20140326540A1; US9457992B2; EP2791041A1; JP2015504830A; EP2791041B1

Description

Traplift

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van een persoon van een eerste niveau naar een 5 tweede niveau, in het bijzonder een traplift, omvattende een rail die zich uitstrekt tussen het eerste en tweede niveau, een frame dat is voorzien van aangrijpmiddelen die zijn ingericht om de rail aan te grijpen zodanig dat deze langs de rail bewogen kan worden, aandrijfmiddelen die zijn 10 ingericht om het frame langs de rail te doen bewegen, en een drager waarop de persoon kan plaatsnemen, in het bijzonder een stoel, waarbij het de traplift voorts is voorzien van bedieningsmiddelen die zijn ingericht om de aandrijfmiddelen te activeren.

15

Omdat trapliften bestemd zijn voor personen die een lichamelijke beperking hebben, hebben deze personen vaak moeite met het bedienen van de bedieningsmiddelen. De uitvinding beoogt deze bediening te vereenvoudigen.

20

Daartoe omvatten de bedieningsmiddelen ten minste een aanraakgevoelig oppervlak, welk oppervlak zich zodanig uitstrekt of kan uitstrekken dat een persoon een hand, of een deel daarvan, tegen het oppervlak kan laten rusten 25 teneinde de aandrijfmiddelen te activeren. Daardoor kunnen de personen de traplift eenvoudig zonder kracht uit te oefenen bedienen, en hoeven ze geen fysieke knoppen aan te grijpen of in te duwen.

30 De bedieningsmiddelen zijn bij voorkeur ingericht om de aandrijfmiddelen te activeren en geactiveerd te houden indien en zolang de hand, of een deel daarvan, tegen een vooraf bepaald deel van het oppervlak rust, en de 2 aandrijfmiddelen uit te schakelen indien de hand, of een deel daarvan, het vooraf bepaalde deel van het oppervlak niet meer raakt. Op deze wijze wordt de functie van een dodemansknop, welke op de traplift aanwezig is, zeer 5 gebruikersvriendelijk. De gebruiker kan eenvoudig een hand of een vinger op een vooraf bepaald deel van een oppervlak houden om de stoel in beweging te houden.

De drager is bij voorkeur een stoel met ten minste een 10 armleuning, waarbij in een voorkeursuitvoering het aanraakgevoelig oppervlak zich op de armleuning van de stoel uitstrekt.

Het aanraakgevoelig oppervlak is bij voorkeur een 15 aanraakgevoelig beeldscherm, waarbij de bedieningsmiddelen voorts zijn ingericht om ten minste een instructie, een afbeelding van een bedieningsknop en/of een bericht aan de persoon op het beeldscherm weer te geven. Het aanraakgevoelige oppervlak of beeldscherm kan ook verdeeld 20 zijn over twee of meer oppervlakken of beeldschermen. De afbeelding van een bedieningsknop geeft bij voorkeur het genoemde vooraf bepaalde deel van het oppervlak aan.

De bedieningsmiddelen zijn bij voorkeur ingericht om de 25 aandrijfmiddelen te activeren indien de hand, of een deel daarvan, een vooraf bepaalde beweging over het oppervlak maakt naar het vooraf bepaalde deel van het oppervlak toe, en om de aandrijfmiddelen uit te schakelen indien de hand, of een deel daarvan, het vooraf bepaalde deel van het 30 oppervlak bij het eind van de gemaakte beweging niet meer raakt. De bedieningsmiddelen zijn bij voorkeur ingericht om een afbeelding van een bedieningsknop op het beeldscherm weer te geven, welke afbeelding van een bedieningsknop door 3 de persoon door middel van de vooraf bepaalde beweging over het scherm kan worden bewogen.

De bedieningsmiddelen zijn voorts bij voorkeur ingericht om 5 middels op het aanraakgevoelige beeldscherm weergegeven bedieningsknoppen een code te ontvangen, en deze code te vergelijken met een in de bedieningsmiddelen opgeslagen code, zodanig dat de aandrijfmiddelen alleen geactiveerd kunnen worden nadat is vastgesteld dat de ontvangen code 10 overeenkomt met de opgeslagen code. Bij voorkeur zijn meerdere codes en meerdere daaraan gekoppelde gebruikersnamen in de bedieningsmiddelen opgeslagen, waarbij de bedieningsmiddelen voorts zijn ingericht om middels op het aanraakgevoelige beeldscherm weergegeven 15 bedieningsknoppen een gebruikersnaam te ontvangen waarbij de aandrijfmiddelen alleen geactiveerd kunnen worden nadat is vastgesteld dat de ontvangen code overeenkomt met de opgeslagen code die gekoppeld is aan de ontvangen gebruikersnaam.

20

Het aanraakoppervlak strekt zich in een voorkeursuitvoering uit op een eenheid, bijvoorbeeld een afstandsbediening, die zich niet vast op het frame bevindt of die daarvan losneembaar is, waarbij de eenheid en het frame bedrade of 25 draadloze communicatiemiddelen omvat om de aandrijfmiddelen te kunnen activeren.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven voorkeursuitvoering, 30 waarbij:

Figuur 1 een schematische perspectiefweergave is van een traplift volgens de uitvinding; 4

Figuur 2 een schematische perspectiefweergave is van een detail van de traplift van figuur 1;

Figuren 3-5 perspectiefweergaven zijn van alternatieve 5 uitvoeringsvormen van een armleuning met een aanraakgevoelig beeldscherm voor een traplift volgens de uitvinding; en

Figuren 6-14 schermweergaven zijn van het aanraakgevoelige beeldscherm volgens de uitvinding.

10 Volgens figuur 1 omvat een traplift bij een trap 1 een geleiding 2 langs de trap 1, en een frame 3 langs de geleiding 2 kan bewegen en dat een stoel 5 met armleuningen 6 en een voetenplank 7 omvat, zodat een persoon 8 in de stoel 5 kan plaatsnemen om langs de trap getransporteerd te 15 worden. De traplift bevat bedieningsmiddelen om de aandrijfmiddelen (omvattende een motor en aandrijfwielen die op de geleiding aangrijpen) van de traplift te activeren, dat wil zeggen: de traplift in beweging te zetten en de traplift naar keuze omhoog of omlaag langs de geleiding te 20 doen bewegen, en deze te deactiveren.

De bedieningsmiddelen omvatten onder meer processormiddelen waarop geschikte software is geladen, geheugenmiddelen en een aanraakgevoelig beeldscherm 9. Volgens figuur 2 strekt 25 het scherm 9 strekt zich uit in het bovenste oppervlak van een armleuning 6, nabij het uiteinde daarvan, zodat de persoon 8 het scherm 9 gemakkelijk en comfortabel kan bedienen.

30 Volgens figuur 3 strekt het scherm 9 zich nagenoeg horizontaal uit, zodat de persoon 8 zijn hand met vingers gemakkelijk op het scherm kan leggen. Volgens figuur 4 strekt het scherm 9 zich onder een hoek uit, zodanig dat de 5 persoon 8 het scherm gemakkelijk kan aflezen. Volgens figuur 5 is het scherm 9 scharnierbaar, zodat de persoon 8 zelf kan kiezen welke stand voor hem het beste is. Het scherm 9 kan ook losneembaar zijn uitgevoerd, of bijvoorbeeld in een 5 afstandsbediening zijn ondergebracht.

Volgens figuren 6-14 wordt de persoon 8 een scherm 9 gepresenteerd waarop afbeeldingen van instructies 11, bedieningsknoppen 12, en berichten 13 worden weergegeven.

10

In figuur 6 word de persoon 8 een scherm 9 met instructie 11a getoond waarin door bedieningsknop 12a aan te raken de persoon 8 kiest om het frame 3 omhoog langs de trap 1 te laten bewegen, en door bedieningsknop 12b aan te raken kiest 15 de persoon 8 om het frame 3 omlaag langs de trap 1 te laten bewegen. Vervolgens wordt de persoon 8 een scherm 9 getoond waarop een instructie 11b is weergegeven om een hand op de bedieningsknop 12c te houden om de het frame 3 in beweging te houden. Zodra de hand geen contact meer maakt met het 20 scherm 9 zal het frame 3 stoppen.

In figuur 8 wordt in een alternatieve uitvoeringsvariant de persoon 8 een scherm 9 getoond waarop instructie 11c is weergegeven om bedieningsknop 12d naar naar links of rechts 25 of rechts te bewegen en de bedieningsknop 12 daar te houden tijdens het bewegen van de het frame langs de trap. Zodra de bedieningsknop 12d wordt losgelaten zal het frame 3 stoppen en zal de bedieningsknop 12d terugbewegen naar het midden van het scherm. Ook kan de persoon 8 de knop 12d blijven 30 vasthouden maar deze naar het midden van het scherm bewegen, zodat het frame 3 stopt.

6

Volgens figuur 9 wordt een scherm 9 getoond waarop de instructie lid staat om de stoel op te klappen. Indien een persoon de bedieningsknop 12e aanraakt, zal deze instructie worden uitgevoerd.

5

Volgens figuur 10 wordt een scherm 9 getoond waarop de instructie 11e staat om een gebruikersnaam uit een lijst van bedieningsknoppen 12f met gebruikersnamen te kiezen. Door de juiste bedieningsknop 12f aan te raken kiest de persoon 8 10 zijn eigen gebruikersnaam en wordt vervolgens een scherm volgens figuur 11 getoond, waarin de instructie llf staat om een ontgrendelingscode in te voeren. Door de juiste bedieningsknoppen 12g aan te raken kan de juiste code voor persoon 8 die in het geheugen is opgeslagen worden 15 ingevoerd. Als de code correct is ingevoerd wordt de aandrijving van de aandrijfmiddelen ontgrendeld.

Volgens figuur 12 wordt een scherm 9 getoond met instructie lli om een onderhoudscode in te voeren en waarin middels 20 bedieningsknoppen 12g een code door een monteur kan worden ingevoerd die onderhoud wil plegen. Nadat de juiste code is ingevoerd wordt het onderhoudsmenu getoond.

Volgens figuur 13 wordt een scherm 9 getoond met een bericht 25 13 dat er een storing is, met de bijbehorende storingscode, alsmede de instructie lli om een onderhoudsnummer te bellen.

Volgens figuur 14 wordt een scherm 9 getoond waarin een instructie lij wordt getoond om een veiligheidsgordel om te 30 doen.

7

De verschillende schermweergaven zoals getoond in figuren 6 - 14 op scherm 9 kunnen bijvoorbeeld op bekende wijze worden benaderd door middel van keuzemenu's.

5 Terwijl het bovenstaande een volledige beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen biedt van de onderhavige uitvinding, kunnen verschillende wijzigingen, alternatieve constructies en equivalenten worden uitgevoerd zonder af te wijken van de ware geest en de omvang van de uitvinding.

10 Daarom moet de bovenstaande beschrijving en afbeelding niet worden opgevat als een beperking van de omvang van de uitvinding.

Claims

1. Inrichting voor het transporteren van een persoon van een eerste niveau naar een tweede niveau, in het bijzonder 5 een traplift, omvattende: een rail die zich uitstrekt tussen het eerste en tweede niveau; een frame dat is voorzien van aangrijpmiddelen die zijn ingericht om de rail aan te grijpen zodanig dat deze langs 10 de rail bewogen kan worden, aandrijfmiddelen die zijn ingericht om het frame langs de rail te doen bewegen, en een drager waarop de persoon kan plaatsnemen, in het bijzonder een stoel; waarbij het de traplift voorts is voorzien van 15 bedieningsmiddelen die zijn ingericht om de aandrijfmiddelen te activeren; met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen ten minste een aanraakgevoelig oppervlak omvatten, welk oppervlak zich zodanig uitstrekt of kan uitstrekken dat een persoon een 20 hand, of een deel daarvan, tegen het oppervlak kan laten rusten teneinde de aandrijfmiddelen te activeren.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bedieningsmiddelen zijn ingericht om de aandrijfmiddelen te 25 activeren en geactiveerd te houden indien en zolang de hand, of een deel daarvan, tegen een vooraf bepaald deel van het oppervlak rust, en de aandrijfmiddelen uit te schakelen indien de hand, of een deel daarvan, het vooraf bepaalde deel van het oppervlak niet meer raakt. 30

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de drager een stoel is met ten minste een armleuning, en het aanraakgevoelig oppervlak zich op de armleuning van de stoel uitstrekt. 5

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het aanraakgevoelig oppervlak een aanraakgevoelig beeldscherm is, waarbij de bedieningsmiddelen voorts zijn ingericht om ten minste een instructie, een afbeelding van een 10 bedieningsknop en/of een bericht aan de persoon op het beeldscherm weer te geven.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de afbeelding van een bedieningsknop het genoemde vooraf bepaalde deel van 15 het oppervlak aangeeft.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bedieningsmiddelen zijn ingericht om de aandrijfmiddelen te activeren indien de hand, of een deel 20 daarvan, een vooraf bepaalde beweging over het oppervlak maakt naar het vooraf bepaalde deel van het oppervlak toe, en om de aandrijfmiddelen uit te schakelen indien de hand, of een deel daarvan, het vooraf bepaalde deel van het oppervlak bij het eind van de gemaakte beweging niet meer 25 raakt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de bedieningsmiddelen zijn ingericht om een afbeelding van een bedieningsknop op het beeldscherm weer te geven, welke 30 afbeelding van een bedieningsknop door de persoon door middel van de vooraf bepaalde beweging over het scherm kan worden bewogen.

8. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de bedieningsmiddelen voorts zijn ingericht om middels op het aanraakgevoelige beeldscherm weergegeven bedieningsknoppen een code te ontvangen, en deze code te vergelijken met een 5 in de bedieningsmiddelen opgeslagen code, zodanig dat de aandrijfmiddelen alleen geactiveerd kunnen worden nadat is vastgesteld dat de ontvangen code overeenkomt met de opgeslagen code.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij meerdere codes en meerdere daaraan gekoppelde gebruikersnamen in de bedieningsmiddelen zijn opgeslagen, waarbij de bedieningsmiddelen voorts zijn ingericht om middels op het aanraakgevoelige beeldscherm weergegeven bedieningsknoppen 15 een gebruikersnaam te ontvangen waarbij de aandrijfmiddelen alleen geactiveerd kunnen worden nadat is vastgesteld dat de ontvangen code overeenkomt de opgeslagen code die gekoppeld is aan de ontvangen gebruikersnaam.

10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de persoon een persoon is die op drager heeft plaatsgenomen

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij het aanraakoppervlak zich uitstrekt op een eenheid die zich niet vast op het frame bevindt of die daarvan losneembaar is, waarbij de eenheid en het frame bedrade of draadloze communicatiemiddelen omvat om de aandrijfmiddelen te kunnen activeren.