NL2007005C2 - Inrichting en werkwijze voor het sorteren van agrarische producten. - Google Patents

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET SORTEREN VAN AGRARISCHE

PRODUCTEN

De uitvinding heeft betrekking op een sorteerinrichting voor het sorteren van 5 agrarische producten, in het bijzonder champignons, de inrichting omvattende een transportbaan voor het transporteren en sorteren van de producten. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het sorteren van dergelijke agrarische producten.

Er zijn systemen bekend voor het industrieel op maat sorteren van champignons. Een eerste systeem is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage NL-C 1 ooo 270. Dit 10 systeem maakt gebruik van een aantal achter elkaar opgestelde eindloze banden waarin een groot aantal openingen of gaten zijn aangebracht. Een band is voorzien van openingen van een constante diameter, maar de achter elkaar geplaatste banden hebben een telkens toenemende diameter. De eerste band laat dus alleen relatief kleine producten door, terwijl de volgende banden telkens een slag grotere producten doorlaten. Op deze wijze kan een 15 geautomatiseerde sortering tot stand worden gebracht. Een bezwaar van dit bekende systeem is echter dat bij elke sortering de champignons van de ene op de andere band vallen en hierdoor kunnen beschadigen.

In een ander sorteersysteem wordt gebruik gemaakt van een kettingsysteem waarbij vierkante mazen steeds groter worden. Dit sorteersysteem is bijvoorbeeld 2 0 beschreven in NL-C 1032 903. Hierbij vallen de champignons bij het sorteren maar één keer. Een bewaar van dit bekende systeem is echter dat de sorteerbreedte aan het begin maar erg smal is waardoor de capaciteit beperkt is. Verder is de constructie tamelijk complex en onderhoudsgevoelig.

Uit EP 1546 699 Al is een sorteerinrichting bekend voor het sorteren van fruit. De 2 5 sorteerinrichting omvat een aantal boven op elkaar aangebracht eindloze transportbanden.

Elk van de transportbanden is voorzien van een aantal openingen, waarbij telkens de openingen in een hoger gelegen transportband groter zijn dan de openingen in een lager gelegen transportband. Het is van beland dat de openingen van boven elkaar gelegen transportbanden op juiste posities boven elkaar gepositioneerd blijven, ook bij langdurig 3 0 gebruik van de inrichting aangezien een onderlinge verschuiving tot een verminder sorteerresultaat kan leiden.

2

Het is een doel van de uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen waarin ten minste een van de genoemde bezwaren van de bekende sorteersystemen is ondervangen of is verminderd.

Het is een verder doel van de uitvinding een eenvoudige en/of robuuste inrichting 5 en werkwijze te verschaffen waarmee agrarische producten te sorteren zijn, waarbij de agrarische producten slechts eenmaal behoeven te vallen om de kans op beschadiging van het product tijdens het sorteren te verminderen.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt ten minste een van de doelen bereikt in een sorteerinrichting voor het sorteren van agrarische producten, in het 10 bijzonder champignons, de inrichting omvattende een transportbaan voor het transporteren van de producten, de transportbaan omvattende: - een eerste eindloze transportband, waarbij in de transportband een aantal eerste sorteerdoorgangen omvat waardoor de agrarische producten tot een eerste sorteergrootte kunnen passeren; 15 - een tweede eindloze transportband, waarbij de transportband een aantal tweede sorteerdoorgangen omvat waardoor de agrarische producten tot een tweede sorteergrootte, groter dan de eerste sorteergrootte, kunnen passeren; waarbij in een eerste gebied de tweede transportband zich ten minste gedeeltelijk op de eerste eindloze transportband uitstrekt en de tweede sorteerdoorgangen de eerste 2 0 sorteerdoorgangen ten minste gedeeltelijk overlappen voor het verschaffen van een gezamenlijke sorteerdoorgang van de eerste sorteergrootte; en waarbij in een tweede gebied de eerste transportband weggeleid is van de tweede transportband voor het verschaffen van een sorteerdoorgang van de tweede sorteergrootte, waarbij de inrichting een aandrijving omvat voor het synchroon, in het bijzonder met in 2 5 hoofdzaak dezelfde snelheid, transporteren van de verschillende transportbanden, en waarbij de aandrijving van een transportband een van nokken voorziene aandrijfrol omvat, welke nokken zijn uitgevoerd om aan te kunnen grijpen in de doorgangen van op elkaar geplaatste transportbanden.

Hierdoor blijven de transportbanden in het relevante deel van de inrichting, 3 0 daar waar de sortering plaatsvindt, altijd gelijk met elkaar lopen, zonder dat er noemenswaardige speling optreedt (welke speling in beginsel een verstorend effect op de gezamenlijke sorteergrootte zou kunnen hebben).

3

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de inrichting een aantal op elkaar aangebrachte eindloze transportbanden, waarbij de sorteerdoorgangen vanaf de bovenste transportband tot de onderste transportband een afnemende sorteergrootte hebben. Bij voorkeur zijn de doorgangen stapsgewijs kleiner gemaakt zodat de producten 5 in stapsgewijs groter wordende sorteergroottes verschaft worden. Het aantal transportbanden kan variëren, bijvoorbeeld van 2 tot 20 banden. Het aantal transportbanden bepaalt het aantal sorteerstappen.

In uitvoeringen van de. uitvinding neemt in het deel waar de transportbanden elkaar raken de gezamenlijke sorteerdoorgang in transportrichting toe. Deze toename is 10 discontinu. Telkens als een transportband onder de andere transportband(en) verdwijnt, wordt de gezamenlijke sorteerdoorgang groter tot de grootste sorteerdoorgang van de bovenste transportband bereikt is. De producten die dan nog niet een doorgang gepasseerd zijn, zijn relatief groot en kunnen via een aan het einde van de transportbaan voorziene eindtransporteur worden afgevoerd.

15 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de sorteerinrichting verder een aantal in transportrichting achter elkaar gepositioneerde gebieden, waarbij in opeenvolgende gebieden telkens één transportband minder onder de overige transportband(en) meebeweegt voor het laten passeren van producten van telkens groter wordende afmetingen.

2 0 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de door de gezamenlijke sorteerdoorgang bepaalde sorteergrootte in te stellen door selectie van het aantal op elkaar gestapelde eindloze transportbanden en/of door selectie van de onderlinge rangschikking daarvan.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de transportbaan ingericht om 2 5 tijdens het verplaatsen van de transportbanden telkens een onderste van de transportbanden weg van de daarboven gerangschikte transportband(en) te leiden zodat telkens een grotere gezamenlijke sorteerdoorgang verschaft wordt.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de sorteerinrichting een of meer afbuigrollen waarlangs telkens de onderste van de transportbanden af te buigen is 3 0 ten opzichte van de resterende transportbanden.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is een sorteerdoorgang in hoofdzaak rond, in het bijzonder cirkelvormig. De sorteergrootte wordt in deze uitvoering 4 in hoofdzaak bepaald door de diameter van de betreffende doorgang. Andere vormen van de sorteerdoorgang behoren echter eveneens tot de mogelijkheden.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de zich op elkaar uitstrekkende delen van de transportbanden uitgevoerd om met hun respectievelijke sorteerdoorgangen 5 ten minste een holte te vormen voor het daarin opvangen van een te sorteren product.

Deze holtes zorgen ervoor dat tijdens het transport op de transportbaan de producten netjes gepositioneerd blijven, hetgeen de betrouwbaarheid van de sortering ten goede komt.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de sorteerinrichting een 10 aandrijving voor het synchroon, in het bijzonder met in hoofdzaak dezelfde snelheid, transporteren van de verschillende transportbanden. De aandrijving kan een aantal aandrijfrollen voor het aandrijven van de transportbanden omvatten. De aandrijfrollen zijn via geschikte middelen, zoals tandriemen en/of kettingen, met elkaar verbonden zodat de transportbanden zodanig voortbewogen worden, dat althans daar waar de 15 transportbanden op elkaar gestapeld zijn, de transportsnelheid gelijk is en de doorgangen in de verschillende transportbanden dus op vaste posities ten opzichte van elkaar gerangschikt blijven.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de sorteerdoorgangen aangebracht volgens een aantal onderlinge in hoofdzaak evenwijdige rijen, waarbij elke rij 2 0 een aantal sorteerdoorgangen omvat. De doorgangen in de naast elkaar gelegen rijen kunnen al dan niet ten opzichte van elkaar versprongen zijn aangebracht.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de transportbaan ingericht zodat de sorteerdoorgangen van verschillende transportbanden ten opzichte van elkaar in hoofdzaak gecentreerd zijn. In andere uitvoeringen is de transportbaan ingericht zodat de 2 5 sorteerdoorgangen van verschillende transportbanden ten opzichte van elkaar aan één zijde in hoofdzaak zijn opgelijnd.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de sorteerinrichting verder een aantal afvoertransporteurs die zijn gerangschikt voor het afvoeren van gesorteerde producten. In een uitvoering omvat de sorteerinrichting: 30 - een eerste afvoertransporteur voor het afvoeren van producten die alle sorteerdoorgangen gepasseerd hebben; - een tweede afvoertransporteur voor het afvoeren van producten die alle sorteerdoorgangen behalve de laatste sorteerdoorgang gepasseerd hebben.

5

In bepaalde uitvoeringen is voorzien in trillingsmiddelen voor het plaatselijk in trilling brengen van de transportbanden. Dit kan de sorteerkwalite.it ten goede komen omdat de producten als gevolg van de trillingen met meer zekerheid in de bovengenoemde holtes terechtkomen.

5 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de sorteerinrichting een aanvoertransporteur voor het op de eerste transportband plaatsen van producten. De aanvoertransporteur kan zijn ingericht voor het verenkelen en het in ten minste een rij achter elkaar aanvoeren van de producten.

Volgens een verdere uitvoering wordt voorzien in een gesloten transportband voor 10 het aan de onderzijde afsluiten van de gezamenlijke sorteerdoorgang. In een inloopgebied, d.w.z. proximaal gebied gezien in de transportrichting, daar waar de producten op de band worden geplaatst, moeten de producten eerst in de bovengenoemde holtes terechtkomen. Pas daarna kan in het eerste gebied de eerste sorteerstap uitgevoerd worden. De gesloten transportband, d.w.z. een transportband zonder doorgangen althans geen doorgangen 15 waarmee de doorgangen in de overige transportbanden overlappen, zorgt ervoor dat er pas gesorteerd wordt wanneer de producten het inloopgebied verlaten hebben,

Volgens een ander aspect wordt een werkwijze verschaft voor het sorteren van agrarische producten, in het bijzonder champignons, met een sorteerinrichting zoals hierin is beschreven. De werkwijze omvat: 2 0 - het aanbrengen van producten op de eerste transportband van een aantal boven elkaar gerangschikte transportbanden; - het synchroon verplaatsen van de transportbanden; - het van onderaf laten afnemen van het aantal transportbanden voor het stapsgewijs vergroten van de sorteergrootte en het daardoor laten passeren van telkens 2 5 grotere producten; - het afvoeren de producten.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 3 0 - Figuren ïA en ïB respectievelijk een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een sorteerinrichting volgens de uitvinding; - Figuren 2A en 2B respectievelijk een bovenaanzicht en zijaanzicht van een deel van de in figuren ïA en ïB getoonde uitvoeringsvorm; en 6 - Figuren 3A en 3B respectievelijk een schematisch bovenzicht en langsdoorsnede van de door de verschillende transportbanden gevormde gezamenlijke sorteerdoorgang die door de uitvoering van figuren 1 en 2 gerealiseerd kan worden.

De hierna beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn bij uitstek (maar 5 niet alleen) geschikt voor het op maat sorteren van industrieel geoogste champignons (en eventuele andere agrarische producten zoals spruiten, radijzen, e.d.) en zijn ingericht om de champignons slechts eenmaal te laten vallen voordat ze afgevoerd kunnen worden.

Figuren 1A en tB tonen een sorteerinrichting 1 die is opgebouwd uit een frame 2 waarop een transportbaan 3 is aangebracht. De transportbaan 3 omvat een aantal 10 verschillende eindloze transportbanden 4-13. De eerste transportband 4 is een relatief korte band (zie figuur tB) die via een elektrische aandrijfmotor 30 en een daarmee verbonden ketting 31 een aandrijfrol 32 aandrijft. De tweede transportband 5 is een enigszins langere eindloze band die zich over een gedeelte bovenop de eerste transportband 4 uitstrekt. De tweede transportband 5 wordt door dezelfde aandrijving 30 15 met ketting 31 en een aandrijfrol 33 aangedreven. Zoals later in meer detail besproken wordt, worden beide transportbanden 4 en 5 met dezelfde snelheid voortbewogen zodat in het gedeelte waar de tweede transportband op de eerste transportband rust, beide transportbanden zich niet ten opzichte van elkaar verplaatsen. Op soortgelijke wijze zijn verdere transportbanden 6-13 voorzien, die alle met dezelfde snelheid worden 2 0 voortbewogen. De verdere transportbanden worden via dezelfde aandrijving 30 met ketting 31 en corresponderende aandrijfrollen aangedreven en strekken zich weer over een bepaald gebied in een op elkaar gestapelde toestand uit.

De onderste transportband 4 is een band waarin geen openingen zijn aangebracht. In alle daarboven zich voortbewegende transportbanden 5-13 zijn doorgangen, 2 5 bijvoorbeeld gaten of openingen in het materiaal van de banden, voorzien. In figuren 3A en 3B zijn deze doorgangen 50-58 in meer detail weergegeven. De doorgangen hebben over het algemeen afmetingen die vanaf de onderste transportband 5 tot aan de bovenste transportband 13 stapsgewijs toenemen. De doorgangen in de onderste transportband 5 zijn dus kleiner dan de doorgangen in de bovenste transportband 13. Zoals in figuren 3A en 3 0 3B duidelijk is weergegeven, worden de afmetingen van de gezamenlijke doorgang bepaald door de afmetingen van de kleinste doorgangen (in het weergegeven voorbeeld dus die van de onderste transportband 5). In de getoonde uitvoering hebben de doorgangen van verschillende transportbanden in hoofdzaak dezelfde vorm (d.w.z. een cirkelvorm), maar 7 in andere uitvoeringen kan er, in aanvulling op de verschillen in afmetingen of in plaats daarvan, verschil zijn in de vormen van de doorgangen in de verschillende transportbanden.

In de in figuur 2A weergegeven uitvoering zijn de doorgangen aangebracht in 5 evenwijdige rijen van vier doorgangen en zijn de doorgangen van opeenvolgende rijen ten opzichte van elkaar opgelijnd. De doorgangen behoeven echter niet in rijen te worden aangebracht noch is het noodzakelijk de doorgangen op opgelijnde wijze in de transportbanden te voorzien.

Zoals eerder uiteengezet is, worden de transportbanden 4-13 aangedreven via 10 aandrijfrollen 32 of 33. In figuur 2B is weergegeven dat de aandrijfrollen 33 voor het aandrijven van de transportbanden 5-13 op hun omtreksoppervlak zijn voorzien van een aantal nokken 40. Deze nokken 40 kunnen aangrijpen in doorgangen van de respectievelijke transportbanden 5-13. Deze doorgangen kunnen gevormd worden door de eerder genoemde doorgangen waarmee gesorteerd kan worden en/of door een aantal in de 15 transportbanden aangebrachte extra doorgangen. In plaats van de aandrijfrollen 32 of 33 kunnen voor de aandrijving ook een of meer van de overige rollen 60-61-69 worden gebruikt. Doordat de rollen aan elkaar zijn verbonden via tandriemen of kettingen, blijven deze ten opzichte van elkaar gelijk lopen. Door de transportbanden bovendien aan te drijven via de nokken 40, is de kans op onderling slippen van de transportbanden zeer 2 0 klein en worden de transportbanden in hoofdzaak met dezelfde snelheid voortbewogen.

Aangezien de onderste transportband 4 geen doorgangen kent, is de aandrijfrol 32 voor deze transportband niet van nokken voorzien. De transportband 4 wordt door de wrijving tussen de aandrijfrol 32 en de onderzijde van de band in beweging gebracht.

De geoogste champignons worden via een verdeelband of verdeeltriller aangevoerd 25 op een aanvoerband 34 of op een aanvoertriller over de breedte van de transportbaan 3. Vervolgens worden de champignons gedoseerd via een doseertriller 35. De doseertriller 35 is voorzien van een of meer geprofileerde goten in de lengterichting waardoor de champignons in lijn achter elkaar worden gedoseerd.

De champignons komen nu terecht op de bovenzijde van de bovenste 3 0 transportband 13. Bij de doseertriller 35 waar de champignons op de bovenste transportband 13 komen, liggen de tien transportbanden 4-13 op elkaar, waarbij de doorgangen van boven naar onder gezien steeds kleiner worden, zie figuur 3. Hierdoor ontstaat een soort van uitholling waar een champignon makkelijk in blijft liggen.

8

Wanneer de champignons verder getransporteerd worden (richting Pi, figuur ïB), komen deze op een gegeven moment in een gebied 14 (schematisch in figuur ïB weergegeven) waar de onderste transportband 4 geen deel meer uitmaakt van de stapel transportbanden: via een rol 60 is de transportband 4 naar beneden toe weggeleid.

5 Hierdoor creëren de transportbanden een gezamenlijke doorgang. De afmetingen van deze gezamenlijke doorgang worden bepaald door de afmetingen van de kleinste doorgangen 50, d.w.z. de doorgangen in de onderste transportband 5. Champignons groter dan deze gezamenlijke doorgang (groter dan de door de doorgangen bepaalde sorteergrootte) blijven in de holte liggen, terwijl de champignons die kleiner zijn dan de gezamenlijke doorgang, 10 onder invloed van de zwaartekracht naar benden vallen.

Op soortgelijke wijze komen de nog niet naar beneden gevallen champignons op een gegeven moment terecht in een tweede gebied 15 (figuur ïB) waar ook de op één na onderste transportband 5 geen deel meer uitmaakt van de stapel transportbanden. De transportband is via een rol 61 naar beneden toe geleid. De champignons met afmetingen 15 kleiner dan die van de doorgangen 51 vallen nu naar beneden, terwijl grotere champignons nog steeds in de holte blijven liggen. Dit proces herhaalt zich (in de weergegeven uitvoering nog achtmaal). Bij elke sortering buigt de op dat moment onderste transportband af over een rol waardoor de opening in de banden een maatje groter wordt. Dit zorgt ervoor dat de champignons in het vooraf gewenste aantal sorteerstappen in respectievelijke gebieden 14-2 0 23 naar beneden kunnen vallen.

De verschillende sorteringen worden apart opgevangen op een aantal dwarsbanden 70-79, één dwarsband voor elk van de genoemde gebied 14-23. De dwarsbanden voeren de champignons vervolgens af voor eventuele verdere bewerking daarvan.

In bepaalde uitvoeringen van de uitvinding worden de sorteerbanden plaatselijk in 2 5 trilling gebracht om het sorteren te bevorderen. Het in trilling brengen kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door middel van een frame dat de banden ondersteunt. Dit frame is aan beide zijden voorzien van trilmotoren 80 waardoor het frame in verticale richting in trilling wordt gebracht. De uitslag en eventueel de frequentie van de trillingen zijn instelbaar. Het in trilling brengen kan eventueel ook op andere manieren met bijvoorbeeld 3 0 kloppers of roterende assen, tot stand worden gebracht.

Op de hierboven beschreven wijze kunnen de champignons gesorteerd. De resterende champignons die niet door de gaten passen, worden opgevangen op de laatste dwarsband 79. Indien gewenst kan de sorteerinrichting 1 worden voorzien van een systeem 9 8i voor het automatisch reinigen van de sorteerbanden aan beide zijden. De installatie in de figuren heeft twintig rijen gaten in de banden, afhankelijk van ondermeer de gewenste capaciteit kunnen dit er ook meer of minder zijn.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven 5 uitvoeringsvormen. De rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties en aanpassen denkbaar zijn.

Claims (19)

1. Sorteerinrichting voor het sorteren van agrarische producten, in het bijzonder champignons, de inrichting omvattende een transportbaan voor het transporteren van de producten, de transportbaan omvattende: - een eerste eindloze transportband, waarbij in de transportband een aantal eerste sorteerdoorgangen omvat waardoor de agrarische producten tot een eerste sorteergrootte 10 ku nnen passeren; - een tweede eindloze transportband, waarbij de transportband een aantal tweede sorteerdoorgangen omvat waardoor de agrarische producten tot een tweede sorteergrootte, groter dan de eerste sorteergrootte, kunnen passeren; waarbij in een eerste gebied de tweede transportband zich ten minste gedeeltelijk 15 op de eerste eindloze transportband uitstrekt en de tweede sorteerdoorgangen de eerste sorteerdoorgangen ten minste gedeeltelijk overlappen voor het verschaffen van een gezamenlijke sorteerdoorgang van de eerste sorteergrootte; en waarbij in een tweede gebied de eerste transportband weggeleid is van de tweede transportband voor het verschaffen van een sorteerdoorgang van de tweede sorteergrootte, 2. met het kenmerk, dat de inrichting een aandrijving omvat voor het synchroon, in het bijzonder met in hoofdzaak dezelfde snelheid, transporteren van de verschillende transportbanden, waarbij de aandrijving van een transportband een van nokken voorziene aandrijfrol omvat, waarbij de nokken zijn uitgevoerd om aan te kunnen grijpen in de doorgangen van op elkaar geplaatste transportbanden. 25

2. Sorteerinrichting volgens conclusie 1, omvattende een aantal op elkaar aangebrachte eindloze transportbanden, waarbij de sorteerdoorgangen vanaf de bovenste transportband tot de onderste transportband een afnemende sorteergrootte hebben.

3 0 3. Sorteerinrichting volgens conclusie 2, omvattende een aantal in transportrichting achter elkaar gepositioneerde gebieden, waarbij in opeenvolgende gebieden telkens één transportband minder onder de overige transportband(en) meebeweegt.

4- Sorteerinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de door de gezamenlijke sorteerdoorgang bepaalde sorteergrootte in te stellen is door selectie van het aantal op elkaar gestapelde eindloze transportbanden en/of door selectie van de onderlinge rangschikking daarvan. 5

5. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbaan is ingericht om tijdens het verplaatsen van de transportbanden telkens een onderste van transportbanden weg van de daarboven gerangschikte transportband (en) te. leiden zodat telkens een grotere gezamenlijke sorteerdoorgang verschaft wordt. 10

6. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in een eerste gebied de eerste en tweede transportband tegen elkaar aan liggen en in een tweede gebied de tweede transportband zich op afstand van de eerste transportband uitstrekt.

7. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een afbuigrol waarlangs de onderste van de transportbanden af te buigen is ten opzichte van de resterende transportbanden.

8. Sorteerinrichting volgens conclusie 7, omvattende een of meer verdere 2. afbuigrollen om de opeenvolgende onderste transportbanden een of meer keer (in neerwaartse richting) te laten afbuigen.

9. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een sorteerdoorgang in hoofdzaak rond, in het bijzonder cirkelvormig, is. 25

10. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de zich op elkaar uitstrekkende delen van de transportbanden zijn uitgevoerd om met hun respectievelijke sorteerdoorgangen ten minste een holte te vormen voor het daarin opvangen van een te sorteren product. 30 ïi.

Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de sorteerdoorgangen zijn aangebracht volgens een aantal onderlinge in hoofdzaak evenwijdige rijen, waarbij elke rij een aantal sorteerdoorgangen omvat.

12. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbaan is ingericht zodat de sorteerdoorgangen van verschillende transportbanden in ten opzichte van elkaar in hoofdzaak gecentreerd zijn.

13. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 transportbaan is ingericht zodat de sorteerdoorgangen van verschillende transportbanden ten opzichte van elkaar aan één zijde in hoofdzaak zijn opgelijnd.

14. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting verder een aantal afvoertransporteurs omvat die zijn gerangschikt voor het 15 afvoeren van gesorteerde producten.

15. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende trillingsmiddelen voor het plaatselijk in trilling brengen van de transportbanden. 2 0

16. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een aanvoertransporteur voor het op de eerste transportband plaatsen van producten.

17. Sorteerinrichting volgens conclusie 16, waarin de aanvoertransporteur is ingericht voor het verenkelen en het in ten minste een rij achter elkaar aanvoeren van de 25 producten.

18. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een gesloten transportband voor het aan de onderzijde afsluiten van de gezamenlijke sorteerdoorgang. 30

19. Werkwijze voor het sorteren van agrarische producten, in het bijzonder champignons, met een sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, de werkwijze omvattende: - het aanbrengen van producten op de eerste transportband van een aantal boven elkaar gerangschikte transportbanden; - het synchroon verplaatsen van de transportbanden; - het van onderaf laten afnemen van het aantal transportbanden voor het 5 stapsgewijs vergroten van de sorteergrootte en het daardoor laten passeren van telkens grotere producten; - het afvoeren de producten.