NL2004491C2 - Vloerbalk voor een stalvloer en een stalvloer voorzien van een dergelijke vloerbalk. - Google Patents

Description

Vloerbalk voor een stalvloer en een stalvloer voorzien van een dergeliike vloerbalk 5 Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een vloerbalk voor een vloer voor een veestal, in het bijzonder een kalveren- en rundveestal, een stalvloer omvattende dergelijke vloerbalken, en dragers daarvoor, alsmede de dragers voor deze stalvloer.

10 Uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL 7210627 zijn vloerbalken bekend voorzien van een rubberen extrusieprofïel met daaraan gegoten een betonnen draagbalk. De extrusieprofieldelen zijn voorzien van een zich in de lengterichting uitstrekkende holte. De extrusieprofieldelen zijn verder voorzien van zich in de lengterichting tegenover elkaar uitstrekkende hoekdelen, in de beschrijving genaamd 15 uitstrekkende delen, die ingebed zijn in het beton. Een nadeel van de in de Nederlandse octrooiaanvrage getoonde vloerbalken is dat bij een belasting de hier genoemde uitstekende delen losraken van de betonbalk en daardoor slijten, en waarbij verder vuil en ongedierte zich kunnen ophopen tussen de aldus ontstane ruimten en kieren. Daarnaast lopen de profieldelen niet door tot het eind van de balken zodat alsnog 20 hoekbeschadiging kan optreden. Het doorlopen is niet mogelijk in de uitvoering door de zich in de lengterichting uitstrekkende holtes waarin anders zich vuil kan ophopen. Verder zijn de balken blijkbaar los opgelegd op een mestgootelement. De getoonde vloerbalken zijn niet duurzaam genoeg gebleken in de praktijk. Bovendien zijn de vloerbalken zwaar en niet eenvoudig te vervangen, en is de montage niet zeker. De 25 vloerbalken en daarmee verkregen vloer is voor verbetering vatbaar.

Uit Europese octrooiaanvrage 1.336.336 is een stalvloer bekend van betonnen balken welke voorzien zijn van een daarop geklemd deel wat verder weer voorzien is van een rubber loopvlak. Een dergelijke constructie is duur, en eenvoudig te beschadigen.

30 Europese octrooiaanvrage EP 2.138.289 beschrijft een stalvloerdeel voorzien van onderling verbonden balken, welke balken aan hun loopzijde voorzien zijn van rubber profieldelen. Deze profieldelen worden speciaal in trilbeton ingetrild voor een goede hechting. In de getoonde uitvoeringsvorm worden drie op afstand van elkaar gevormde 2 balken onderling verbonden door een meegegoten verbindingsdeel. Hierdoor ontstaat een relatief groot oppervlak dat niet bedekt is door rubber materiaal. Bovendien zijn deze relatief grote en zware delen lastig te vervangen.

5 Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding heeft derhalve tot doel een verbeterde vloerbalk te verschaffen, welke eenvoudig te repareren en te installeren is, en duurzaam in gebruik. Een verder doel is verhoging van het dierwelzijn en een reductie van emissie.

10 De uitvinding verschaft daartoe een vloerbalk voor een vloer voor een veestal, in het bijzonder een kalverenstal, met zijwanden, een loopvlak en een ondervlak, waarbij de vloerbalk een draagbalk van beton omvat met een toplaag van rubber materiaal voor het verschaffen van een staoppervlak voor vee, waarbij de toplaag een profieldeel is waaraan de draagbalk gevormd is en die voorzien is van zich in het beton uitstrekkende 15 delen, en die zich in de lengterichting van het profieldeel en deels langs de zijwanden uitstrekkende, tegenovergelegen hoekdelen omvat die deels ingebed zijn in het beton van de draagbalk en die een deel van de zijwanden vormen.

Door de rubberen toplaag wordt het vee meer comfort geboden en de draagbalk beschermd tegen beschadiging. De vloerbalken kunnen in een stalvloer eenvoudig 20 vervangen worden zonder kostbare hijswerktuigen in de stal. Door de vorm van het profieldeel is een goede hechting aan de draagbalk te verkijgen. Het hoekdeel voorkomt contact tussen mest en urine en de zijkant van de draagbalk.

In een uitvoeringsvorm hebben de tegenovergelegen hoekdelen elk een ondercontactvlak met de draagbalk dwars op de zijwand, waarbij de 25 ondercontactvlakken ten opzichte van het loopvlak een neerwaartse hoek maken, in een uitvoeringsvorm een neerwaartse hoek van ongeveer 5-15 graden.

In een uitvoeringsvorm is aan weerszijde van de vloerbalk een ondercontactvlak tussen de hoekdelen en de draagbalk dwars op zijwanden aanwezig, welk ondercontactvlak in gebruikspositie van de vloerbalk naar de zijwanden aflopend is.

30 In een uitvoeringsvorm maken de beide ondercontactvlakken aan weerszijde van de vloerbalk een onderlinge hoek kleiner dan 180 graden, in een uitvoeringsvorm kleiner dan 170 graden. Door de schuin aflopende naden loopt eventueel in de naden komend vuil en vocht weer uit de naden.

3

In een uitvoeringsvorm lopende zijwanden van de draagbalk taps toe, in een uitvoeringsvorm onder een hoek van 25-35 graden.

In een uitvoeringsvorm lopende zijwanden van de hoekdelen onderling taps toe. In een uitvoeringsvorm lopen de zijwanden van de draagbalk taps toe en in één vlak 5 door met de zijwanden van de draagbalk. Hierdoor lopen mest en urine minder langs de zijwanden van de draagbalk.

In een uitvoeringsvorm heeft het profieldeel een bol oppervlak, in een uitvoeringsvorm met een kromtestraal van ongeveer 30-50 cm.

In een uitvoeringsvorm zijn de overgang van de naar het beton gekeerde zijde van 10 de hoekdelen voorzien van welvingen. De welvingen voorkomen afbrokkeling van delen van de betonnen draagbalk.

In een uitvoeringsvorm strekkende uitstekende hechtingsdelen zich vanaf de hoekdelen uit in de betonbalk, in een uitvoeringsvorm strekken de hechtingsdelen zich in de lengterichting van het profieldeel uit, in een verdere uitvoeringsvorm hebben de 15 hechtingsdelen een zwaluwstaart dwarsdoorsnede.

In een uitvoeringsvorm strekkende hechtingsdelen zich uit in schuin binnenwaartse richting. Hierdoor komen de hoekdelen niet los van het beton.

Bovendien brokkelen randen van het beton onder de puntbelasting door hoeven niet af.

In een uitvoeringsvorm is de draagbalk van zelfdichtend beton. Hierdoor is een 20 gladde afwerking te verkrijgen die goed bestand blijkt tegen het milieu waaraan het blotgesteld wordt. Door het vloeigedrag van het zelfdichtende beton wordt verder een goede aansluiting op, en hechting aan het profieldeel verkregen.

In een uitvoeringsvorm omvat de draagbalk een wapeningselement dat zich in de lengterichting van de draagbalk uitstrekt. Een dergelijk wapeningselement kan een 25 betonijzeren staaf zijn.

In een uitvoeringsvorm is het profieldeel in hoofdzaak massief. Dat blijkt voldoende comfort te bieden. Een teveel verend vlak kan zwikken teweegbrengen. Holtes kunnen verzamelruimten van vuil vormen. Bovendien kan, als het profieldeel te veel inveert, het profieldeel loskomen van de draagbalk.

30 In een uitvoeringsvorm is het profieldeel van rubber of siliconenrubber of elastomeer. Bij voorkeur wordt van deze materialen een harder type gekozen. Gebleken is dat in de praktijk omder zware belasting door de hoeven van het vee en de agressieve urine rubber zich het beste houdt.

4

In een uitvoeringsvorm is het profïeldeel een extrusieprofïeldeel. Alternatief kan het profïeldeel verkregen zijn middels spuitgieten. In een verdere uitvoeringsvorm is het profïeldeel massief.

De uitvinding betreft verder een vloerbalk voor een vloer voor een veestal, in het 5 bijzonder een kalverenstal, met zijwanden, een loopvlak en een ondervlak, waarbij de vloerbalk een draagbalk van hout omvat met een toplaag van rubber materiaal voor het verschaffen van een staoppervlak voor vee, waarbij de toplaag een profïeldeel is die geklemd is op de houten draagbalk en die voorzien is van zich in het hout uitstrekkende delen, en die zich in de lengterichting van het profïeldeel en deels langs de zijwanden 10 uitstrekkende, tegenovergelegen hoekdelen omvat die deels ingebed zijn in het hout van de draagbalk en die een deel van de zijwanden vormen.

Door de eenvoudig te produceren verbeterde vloerbalk wordt een groter comfort geboden aan het vee. Bovendien blijft het oppervlak van de draagbalken beschermd tegen slijtage.

15 In een uitvoeringsvorm omvat de houten draagbalk een in de lengterichting gefreesde zwaluwstaart profiel aan de profïeldeelzijde.

In een uitvoeringsvorm klemt het profïeldeel op de houten draagbalk, in het bijzonder klemmend sluit om het gefreesde zwaluwstaartprofïel van de houten draagbalk. Daartoe is de afstand tussende hoekdelen 12 aan de binnenzijde 23 iets 20 kleiner dan de plaatselijke breedte van de houten draagbalk.

In een uitvoeringsvorm heeft het profïeldeel een bol oppervlak, in een uitvoeringsvorm met een kromtestraal van ongeveer 15-40 cm. Hierdoor loopt de mest snel van het oppervlak af de mestkelder of mestgoot in, hetgeen een reductie van emissie tot gevolg heeft.

25 In een uitvoeringsvorm is aan weerszijde van de vloerbalk een ondercontactvlak tussen de hoekdelen en de draagbalk dwars op zijwanden aanwezig, welk ondercontactvlak in gebruikspositie van de vloerbalk naar de zijwanden aflopend is.

In een uitvoeringsvorm maken de beide ondercontactvlakken aan weerszijde van de vloerbalk een onderlinge hoek kleiner dan 180 graden, in een uitvoeringsvorm 30 kleiner dan 170 graden. Hierdoor loopt vocht en urine en ander vuil weer snel de naad tussen profïeldeel en draagbalk uit, of wordt eruit gedrukt.

In een uitvoeringsvorm is aan weerszijde van de vloerbalk een ondercontactvlak tussen de hoekdelen en de draagbalk dwars op zijwanden aanwezig, welk 5 ondercontactvlak in gebruikspositie van de vloerbalk naar de zijwanden aflopend is, waarbij de hoekdelen van het profieldeel elk een ondercontactvlak hebben en de houten draagbalk daarmee contact makende contactvlakken, waarbij de ondercontactvlakken van het profieldeel een grotere neerwaartse helling hebben dan de contactvlakken van 5 de houten draagbalk.

De uitvinding betreft verder een stalvloer omvattende vloerbalken zoals in deze beschrijving beschreven, onderling in hoofdzaak parallel op een onderlinge afstand rustend op dragers die zich dwars over een mestkelder uitstrekken.

In een uitvoeringsvorm van deze stalvloer rusten de vloerbalken aan hun 10 uiteinden op de dragers, en waarbij de dragers voorzien zijn van een tapse bovenrand die voorzien is van taps inlopende inkepingen waarin de vloerbalken gehouden zijn.

De uitvinding heeft verder betrekking op dragers, kennelijk bestemd en geschikt als dragers voor de beschreven stalvloer, omvattende een balk van zelfdichtend beton en voorzien van een tapse bovenrand die voorzien is van taps inlopende inkepingen.

15 Door de vorm leveren de dragers een minimale weerstand voor in de mestkelder lopende urine en mest.

De uitvinding betreft verder een inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

20 Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.

Korte beschrijving van de figuren 25

In de bij gevoegde figuren is een uitvoeringsvorm van een vloerbalk en een stalvloer voorzien van een dergelijke vloerbalk weergegeven waarin getoond wordt in:

Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een stalvloer voorzien van vloerbalken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 30 Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede van een vloerbalk met een profieldeel voorzien van een daaraan gevormde betonnen draagbalk;

Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede van een vloerbalk omvattende een houten draagbalk voorzien van een daarop geklemd profieldeel.

6

Beschrijving van uitvoeringsvormen

Fig. 1 toont een stalvloer 1 waarbij zich een drager 2 uitstrekt dwars over een 5 mestkelder. Deze drager 2 is voorzien van opneemdelen 3 welke hier taps inlopen. De drager 2 is deels voorzien van vloerbalken 4. De vloerbalken 4 hebben een draagbalk 5 en zijn voorzien van een rubberen toplaag. De rubberen toplaag wordt verschaft middels een profïeldeel 6. Voor het fixeren van de vloerbalken 4 kan over de uiteinden daarvan een strip 7, hier een RVS strip, voorzien worden die bevestigd is aan de drager 10 2. De drager 2 kan bijvoorbeeld gegoten zijn van zelfdichtend beton, hetgeen later uitgelegd zal worden. Bij de bovenzijde kan het zelfdichtend beton voorzien zijn van ingegoten schroefhulzen waarin bouten geschroefd kunnen worden zodat de strips 7 vastgemaakt en bevestigd kunnen worden aan de drager 2. Om een blokkade in de afvoer van mest door de ruimtes tussen de vloerbalken te voorkomen is de drager 2 15 verder in zijn lengterichting aan de bovenzijde taps toelopend zoals getoond in fig. 1. Gewoonlijk zullen de vloerbalken 4 een breedte hebben van ongeveer 6 tot 10 cm voor houten balken en een breedte van ongeveer 8 tot 15 cm voor betonnen draagbalken.

Doordat de stalvloer 1 slechts voorzien is van zich dwars over de mestgoot of mestkelder uitstrekkende dragers 2 en zich in de lengterichting van de mestkelder of 20 mestgoot uitstrekkende vloerbalken 4 strekken ook de tussenruimtes tussen de draagbalken 4 zich in de lengterichting van de mestgoot uit. Hierdoor is het voor een kalf of rund of ander stuk vee plezieriger om op deze vloer te staan aangezien de tussenruimtes zich over het algemeen dwars ten opzichte van het vee uitstrekken en niet zoals tot op heden gebruikelijk in de lengterichting van het vee. Bovendien is, omdat de 25 vloerbalken slechts bij hun uiteinden gedragen worden door drager 2, de opening voor weglopen van mest en urine maximaal.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door een vloerbalk 4 voor een vloer voor een veestal, in het bijzonder een kalverenstal. De getoonde vloerbalk 4 van fig. 2 heeft een betonnen draagbalk 5 welke voorzien is van zich in de lengterichting uitstrekkende 30 wapeningsdelen. Aan de bovenzijde is deze draagbalk 5 voorzien van een profïeldeel 6. Profïeldeel 6 heeft een bovenoppervlak 10 dat een loopoppervlak of staoppervlak voor het vee verschaft. Het profïeldeel 6 heeft verder een onderoppervlak 11 dat in contact is met de betonnen draagbalk 5. Profïeldeel 6 heeft verder zich in de lengterichting 7 uitstrekkende, tegenovergelegen hoekdelen 12. De hoekdelen 12 strekken zich naar beneden uit en vormen aldus een deel van de zijwanden van de vloerbalk. In deze uitvoeringsvorm zijn de zijwanden van de vloerbalk taps en zijn de hoekdelen 12 voorzien van zijoppervlakken die zich in het verlengde van deze tapse wanden 5 uitstrekken. De hoekdelen 12 zijn verder deels ingebed in het beton van de draagbalk 5. De hoekdelen 12 zijn verder voorzien van hechtingsdelen 13 en 13'. Deze hechtingsdelen hebben een zwaluwstaartdwarsdoorsnede. Verder zijn deze hechtingsdelen 13, 13’ gevormd aan de in het beton gelegen of ingebedde delen van de hoekdelen 12 van profïeldeel 6. In het bijzonder zijn deze hechtingsdelen 13, 13' naar 10 binnen naar de balk gericht. In een uitvoeringsvorm zoals getoond in fïg. 2 strekken de hechtingsdelen zich schuin in binnenwaartse richting uit. In het bijzonder strekken zij zich uit langs lijnen die elkaar in de balk snijden. Door deze hechtingsdelen, in het bijzonder door de vorm daarvan en meer in het bijzonder door de uitlijning daarvan in de draagbalk 5 en onderling, zullen wanneer vee druk uitoefent op de bovenzijde 15 waardoor het rubber van profïeldeel 6 ingedrukt wordt, de pro fieldden niet losraken van de betonnen draagbalk. Voor een verdere betere hechting, vooral bij belasting van het staoppervlak 10, is de onderzijde 11 van profïeldeel 6 verder voorzien van uitstekende delen 14, 14' die zich in het beton van draagbalk 5 uitstrekken. Hierdoor wordt een verder loskomen van de hoekdelen 12 van de betonnen draagbalk 20 voorkomen.

Verder is de overgang van het onderoppervlak 11 naar de hoekdelen 12 gewelfd waardoor het beton bij storten goed in deze gewelfde delen 15 kan lopen.

De hoekdelen 12 van profïeldeel 6 hebben verder een onderoppervlak 16 dat in contact staat en druk opneemt ten opzichte van contactvlak 17 van de betonbalk. In 25 deze uitvoeringsvorm maakt het contactoppervlak een hoek a zoals aangegeven in fïg. 2 met een lijn die de hoekdelen onderling verbindt. Door deze hoek a, die in de praktijk ongeveer 5 tot 15° zal zijn, zal wanneer vee druk uitoefent op het staoppervlak 10, ervoor zorgen dat eventueel vocht dat tussen het grensvlak kan geraken daar eenvoudig uitgedrukt wordt. Het contactoppervlak geeft een naad. Deze naden lopen neerwaarts 30 naar de zijwanden af. Als er al vocht en vuil tussen komt zal het door de aflopende richting weer uit de naad lopen, dan wel er uit gedrukt worden.

8

Verder is in fig. 2 goed te zien dat het staoppervlak 10 van profieldeel 6 een in dwarsdoorsnede gezien gekromd of bol oppervlak 10 heeft. Hierdoor loopt mest en urine eenvoudig van het profieldeel 6 af.

De vloerbalk van fig. 2 wordt verkregen door een profieldeel 6 in een mal in te 5 leggen en vervolgens zelfdichtend beton in de mal te gieten. Desgewenst kan ook een mal volgegoten worden met zelfdichtend beton en daarin profieldeel 6 gelegd worden bovenop. De voorkeur verdient echter om het beton op het profieldeel te gieten waardoor eventuele luchtinsluitingen tussen de beton en profieldeel 6 voorkomen wordt.

10 Fig. 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een vloerbalk 4. Daarbij is de draagbalk 5’ in deze uitvoeringsvorm niet van beton maar van hout. Een dergelijke vloerbalk 4 heeft ten opzichte van beton het voordeel dat dit lichter en eenvoudiger te hanteren is. In deze uitvoeringsvorm is op het hout van de draagbalk 5’ een profieldeel 6 geklemd. Door middel van de hoekdelen 12 die aan het binnenoppervlak 23 naar 15 binnen toe verlopen zal een klemmende werking op de houten draagbalk 5’ worden verkregen wanneer deze hoek iets kleiner zal zijn dan de uitgefreesde hoek op de houten draagbalk. De bovenzijde van draagbalk 5’ is als een zwaluwstaart gemaakt. Het profieldeel 6 is verder aan de onderzijde 11 die in contact staat dan wel rust op de houten draagbalk 5 voorzien van een zich in het hout uitstrekkend deel 22. Bij belasting 20 op staoppervlak 10 zal dit deel helpen voorkomen dat de hoekdelen 12 loskomen van de houten draagbalk 5'. Het moge duidelijk zijn dat de afstand tussen de hoekdelen 12 een weinig kleiner gekozen zal worden dan de afstand tussen de gefreesde inkepingen op de houten draagbalk, waardoor hoekdeel 6 klemt op de houten draagbalk.

Er zal echter bij het contactoppervlak dat aangegeven is met 20 hetgeen het 25 contactoppervlak van profieldeel 6 is en contactoppervlak 22 hetgeen het contactoppervlak van de houten draagbalk is, een zekere kier ontstaan door druk op het staoppervlak 10. Om te voorkomen dat hier vocht tussen geraakt waardoor bacteriegroei en daardoor mogelijk rot of besmetting van dieren zal optreden, is het contactoppervlak 20 onder een hoek a ten opzichte van een verbindingslijn L 30 aangebracht. Het is dus neerwaarts gericht. Het contactoppervlak 21 van de draagbalk is eveneens onder een hoek ten opzichte van deze verbindingslijn gebracht waardoor vocht zal aflopen naar beneden toe. Voor een goede afdichting zal de hoek a van profieldeel 6 groter zijn dan de hoek die het contactoppervlak 21 ten opzichte van de 9 lijn 1 maakt. Bij aanbrengen van profïeldeel 6 zal hierdoor een drukwerking op de balk ontstaan. Tevens zal, wanneer vee druk uitoefent op staoppervlak 10, vocht en eventueel vuil uit deze contactnaad geperst worden. Verder is te zien dat ook hier de houten draagbalk tapse zijwanden heeft, welke tapsheid voortgezet is in de zijwanden 5 van hoekdelen 12. Hierdoor loopt mest eenvoudig van het staoppervlak af en zal zo min mogelijk in contact komen met de zijwanden. Over het algemeen zal zoals eerder gezegd de houten vloerbalk smaller zijn dan de betonnen vloerbalk. De houten vloerbalk zal over het algemeen ongeveer 7-15 cm breed zijn. De betonnen vloerbalk zal over het algemeen ongeveer 8-15 cm breed zijn.

10 In de uitvoeringen van figuren 2 en 3 lopen de hoekdelen 12, met een hoogte 1, iets rechter van de tapse zijwanden van de draagbalken 5 en 5’. In een uitvoeringsvorm verlopen echter deze zijwanden van hoekdelen 12 in dezelfde ichting taps door als de zijwanden van de draagbalken 5, 5’.Daardoor krijgt mest en urine nog minder kans om in contact te komen met de zijkanten van de draagbalken 5, 5’.

15 In een uitvoeringsvorm zal profïeldeel 6 gemaakt zijn van rubber. Rubber heeft het voordeel dat het prettig aanvoelt bij dieren en goedkoop in de fabricage is. Alternatief kunnen de profïeldelen van een rubberachtige kunststof worden gemaakt, bijvoorbeeld een elastomeer of een siliconenrubber, al zal voor een voldoende duurzaamheid, een weinig flexibele soort daarvan gekozen moeten worden.

20 Het zelfdichtend beton van de draagbalk 5 van fïg. 2 omvat veelal cement, een vulstof zoals bijvoorbeeld vliegas of kalksteenmeel. Daarnaast is een plastificeer der toegevoegd. In een uitvoeringsvorm is de plastifïceerder een polycarboxylaat. Er is dan sprake van een zogenaamd derde generatie zelfdichtend beton. Een dergelijk beton is in deze vloerbalk 4 en de dragers 2 uitermate geschikt aangezien door het gladde en dichte 25 oppervlak de urine en mest relatief weinig invloed hebben. Een voorbeeld recept van het zelfdichtende beton is:

Cement I 52,5 R 380 kg per kuub Kalksteenmeel 240 kg per kuub Zand 0-4mm 732 kg per kuub 30 Grind4-16mm 867 kg per kuub

Hulpstof ZvB 6,77 kg per kuub

Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de 10 reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding

Claims (25)

1. Vloerbalk voor een vloer voor een veestal, in het bijzonder een kalverenstal, met zijwanden, een loopvlak en een ondervlak, waarbij de vloerbalk een draagbalk van 5 beton omvat met een toplaag van rubber materiaal voor het verschaffen van een staoppervlak voor vee, waarbij de toplaag een profieldeel is waaraan de draagbalk gevormd is en die voorzien is van zich in het beton uitstrekkende delen, en die zich in de lengterichting van het profieldeel en deels langs de zijwanden uitstrekkende, tegenovergelegen hoekdelen omvat die deels ingebed zijn in het beton van de draagbalk 10 en die een deel van de zijwanden vormen.

2. Vloerbalk volgens conclusie 1, waarbij de tegenovergelegen hoekdelen elk een ondercontactvlak met de draagbalk hebben dwars op de zijwand, waarbij de ondercontactvlakken ten opzichte van het loopvlak een neerwaartse hoek maken, in een 15 uitvoeringsvorm een neerwaartse hoek van ongeveer 5-15 graden.

3. Vloerbalk volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan weerszijde van de vloerbalk een ondercontactvlak tussen de hoekdelen en de draagbalk dwars op zijwanden aanwezig is, welk ondercontactvlak in gebruikspositie van de vloerbalk naar de 20 zijwanden aflopend is.

4. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de beide ondercontactvlakken aan weerszijde van de vloerbalk een onderlinge hoek kleiner dan 180 graden maken, in een uitvoeringsvorm kleiner dan 170 graden. 25

5. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwanden van de draagbalk taps toelopen, in een uitvoeringsvorm onder een hoek van 25-35 graden.

6. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwanden van de 30 hoekdelen onderling taps toelopen, in een uitvoeringsvorm waarbij de zijwanden van de draagbalk taps toelopen en in één vlak doorlopen met de zijwanden van de draagbalk.

7. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het profieldeel een bol oppervlak heeft, in een uitvoeringsvorm met een kromtestraal van ongeveer 30-50 cm.

8. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de overgang van de naar het beton gekeerde zijde van de hoekdelen voorzien zijn van welvingen.

9. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de uitstekende hechtingsdelen zich vanaf de hoekdelen uitstrekken in de betonbalk, in een 10 uitvoeringsvorm strekken de hechtingsdelen zich in de lengterichting van het profieldeel uit, in een verdere uitvoeringsvorm hebben de hechtingsdelen een zwaluwstaart dwarsdoorsnede.

10. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hechtingsdelen 15 zich uitstrekken in schuin binnenwaartse richting.

11. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de draagbalk van zelfdichtend beton is.

12. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de draagbalk een wapeningselement omvat dat zich in de lengterichting van de draagbalk uitstrekt.

13. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het profieldeel in hoofdzaak massief is. 25

14. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het profieldeel van rubber of siliconenrubber of elastomeer is.

15. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het profieldeel een 30 extrusieprofieldeel is.

16. Vloerbalk voor een vloer voor een veestal, in het bijzonder een kalverenstal, met zijwanden, een loopvlak en een ondervlak, waarbij de vloerbalk een draagbalk van hout omvat met een toplaag van rubber materiaal voor het verschaffen van een staoppervlak voor vee, waarbij de toplaag een profïeldeel is die geklemd is op de houten draagbalk en die voorzien is van zich in het hout uitstrekkende delen, en die zich in de lengterichting van het profïeldeel en deels langs de zijwanden uitstrekkende, 5 tegenovergelegen hoekdelen omvat die deels ingebed zijn in het hout van de draagbalk en die een deel van de zijwanden vormen.

17. Vloerbalk volgens conclusie 16, waarbij de houten draagbalk een in de lengterichting gefreesde zwaluwstaart profiel omvat aan de profieldeelzijde. 10

18. Vloerbalk volgens conclusie 16 of 17, waarbij het profïeldeel klemt op de houten draagbalk, in het bijzonder klemmend sluit om het gefreesde zwaluwstaartprofiel van de houten draagbalk.

19. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies 16-18, waarbij het profïeldeel een bol oppervlak heeft, in een uitvoeringsvorm met een kromtestraal van ongeveer 15-40 cm.

20. Vloerbalk volgens conclusies 16-19, waarbij aan weerszijde van de vloerbalk 20 een ondercontactvlak tussen de hoekdelen en de draagbalk dwars op zijwanden aanwezig is, welk ondercontactvlak in gebruikspositie van de vloerbalk naar de zijwanden aflopend is.

21. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies 16-20, waarbij de beide 25 ondercontactvlakken aan weerszijde van de vloerbalk een onderlinge hoek kleiner dan 180 graden maken, in een uitvoeringsvorm kleiner dan 170 graden.

22. Vloerbalk volgens één der voorgaande conclusies 16-20, waarbij aan weerszijde van de vloerbalk een ondercontactvlak tussen de hoekdelen en de draagbalk 30 dwars op zijwanden aanwezig is, welk ondercontactvlak in gebruikspositie van de vloerbalk naar de zijwanden aflopend is, waarbij de hoekdelen van het profïeldeel elk een ondercontactvlak hebben en de houten draagbalk daarmee contact makende contactvlakken, waarbij de ondercontactvlakken van het profïeldeel een grotere neerwaartse helling hebben dan de contactvlakken van de houten draagbalk.

23. Stalvloer omvattende vloerbalken volgens één der voorgaande conclusies, 5 onderling in hoofdzaak parallel op een onderlinge afstand rustend op dragers die zich dwars over een mestkelder uitstrekken.

24. Stalvloer volgens conclusie 23, waarbij de vloerbalken aan hun uiteinden rusten op de dragers, en waarbij de dragers voorzien zijn van een tapse bovenrand die 10 voorzien is van taps inlopende inkepingen waarin de vloerbalken gehouden zijn.

25. Dragers, kennelijk bestemd en geschikt als dragers voor de stalvloer volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een balk van zelfdichtend beton en voorzien van een tapse bovenrand die voorzien is van taps inlopende inkepingen. 15