NL2004361C2 - Machine voor het verkrijgen van hooi. - Google Patents

Description

-1 -

Machine voor het verkrijgen van hooi

De onderhavige uitvinding betreft een machine voor verkrijgen van hooi, in het bijzonder een cirkelzwadenlegger, met tenminste een om een verticale harkwielas aandrijfbaar harkwiel, alsmede een met het harkwiel verbonden tastwiel, dat is opgehangen aan een met een machinegestel verbonden tastwieldrager, die ten opzichte van het harkwiel 5 zijwaarts verstelbaar is gelagerd.

Om bij cirkelzwadenleggers of cirkelharken te voorkomen, dat de harktanden bij het over de bodem rijden door bodemwelvingen in de grond graven, is het bekend om met het harkwiel een tastwiel te verbinden, dat in een, in de rijrichting gezien, voorste sector van het harkwiel voor dit uit loopt resp. vlak achter de harktanden kan zijn aangebracht. De 10 documenten DE 203 12 730 U1 of DE 699 06 178 T2 tonen bijvoorbeeld cirkelzwadenleggers met een dergelijke voor het harkwiel uit lopend tastwiel, dat naast de onder het harkwiel aangebrachte steunwielen kan zijn aangebracht.

Bij dergelijke machines voor het verkrijgen van hooi is het tot op heden gewenst of zelfs noodzakelijk, het tastwiel ten opzichte van het harkwiel zijwaarts te verschuiven, zodat 15 het in een andere sector van de harkwielcirkel is gepositioneerd. In het bijzonder kan het bij in de rijrichting voor het harkwiel uit lopend tastwiel gewenst zijn, het tastwiel dwars op de rijrichting verder naar rechts resp. verder naar links te schuiven. Dit is bijvoorbeeld gewenst bij cirkelzwadenleggers met meer harkwielen, die ten opzichte van de rijrichting zijwaarts kunnen uitwijken en in verschillende posities kunnen werken, om bijvoorbeeld een enkel 20 zwad of een dubbel zwad te verkrijgen.

Om een dergelijke zijwaartse verstelling van de positie van het tastwiel mogelijk te maken, werd voorgesteld, de tastwieldrager dwars op de longitudinale as hiervan resp. zijwaarts vertelbaar op te hangen, wat bijvoorbeeld door een schuifgeleiding van de tastwieldrager en/of door het insteken van de tastwieldrager in verschillende posities ten 25 opzichte van het machinegestel tot stand kan worden gebracht. Dergelijke dwarsverstellingen van de tastwieldrager zijn echter lastig in het bijzonder als reeds een deel van het gewicht van de machine op het tastwiel rust, zodat de tastwieldrager kan vastklemmen tegen het vormframe.

Hiervan uitgaande ligt aan de onderhavige uitvinding de opgave ten grondslag, een 30 verbeterde machine voor het verkrijgen van hooi van het genoemde type te verschaffen, die de nadelen van de stand van techniek vermijdt en deze op voordelige wijze verder ontwikkelt. In het bijzonder moet een verbeterde zijwaartse verstelbaarheid van het tastwiel worden verkregen, die een betere aanpassing van de tastwielpositie in verschillende werksituaties mogelijk maakt.

-2-

Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost door een machine voor het verkrijgen van hooi volgens conclusie 1. Doelmatige uitvoeringen van de uitvinding zijn het onderwerp van de afhankelijke conclusies.

Voorgesteld wordt dus de tot lang aangebrachte dwarsverschuifbaarheid van de 5 tastwieldrager te vervangen door een zwenkmogelijkheid van de taswieldrager, zodat door het verzwenken van de tastwieldrager het tastwiel in verschillende sectoren van het harkwiel kan worden gepositioneerd. Volgens de uitvinding is de tastwieldrager zodanig zwenkbaar om een verticale zwenkas opgehangen, dat het tastwiel in verschillende sectoren van het harkwiel kan worden gepositioneerd. Naar gelang de zwenkstand van de tastwieldrager tast 10 het tastwiel de bodem af in een sector van het harkwiel of in een andere sector van het harkwiel. Door de zwenkbare ophanging van de tastwieldrager kan de zijwaartse positie van het tastwiel gemakkelijk worden versteld, zonder dat dit leidt tot een vastklemmen van de tastwieldrager. Bovendien bespaart het omzetten een groot aantal bouten, waardoor het hanteren wordt vereenvoudigd.

15 Op voordelige wijze is de zwenkas van de tastwieldrager zodanig gepositioneerd, dat bij het verzwenken van de tastwieldrager het tastwiel zich laat bewegen over een tenminste bij benadering concentrische boogvormige baan langs de harkwielcirkel. Hierdoor blijft het tastwiel bij benadering in dezelfde nabijheid van de tanden van het harkwiel, d.w.z. de zijwaartse verstelling van de positie van het tastwiel leidt tot geen resp. slechts tot een 20 geringe verandering van de afstand tussen het tastwiel en de baan van de tanden van het harkwiel.

In een andere ontwikkeling van de uitvinding kan het tastwiel met voordeel buiten de door het harkwiel bestreken harkwielcirkel zijn aangebracht, terwijl de zwenkas van de tastwieldrager op voordelige wijze binnen de genoemde harkwielcirkel is aangebracht. In het 25 bijzonder kan het tastwiel gezien in de rijrichting voor het harkwiel zijn aangebracht, zodat het op de bodemwelvingen of dergelijke oneffenheden vastlopen van de harktanden voorkomt. De tastwieldrager steekt hierbij vanaf de zwenkbare ophanging buiten het harkwiel uit, zodat aan het uitstekende eindgedeelte van de tastwieldrager het tastwiel zich kan uitstrekken tot de bodem. De genoemde tastwieldrager strekt zich op voordelige wijze in hoofdzaak liggend 30 uit boven het harkwiel. Een opstelling van de tastwieldrager onder de tandendraagarm van het harkwiel is echter ook denkbaar, waarbij in dit geval het tastwiel zich evenwel binnen de door de tanden van het harkwiel bestreken omloopbaan uitstrekt, waardoor een bepaalde vertraging optreedt van het in de rijrichting aftasten van de bodem.

In een voordelige verdere ontwikkeling van de uitvinding is de zwenkas van de 35 tastwieldrager gepositioneerd vlakbij de harkwielas, zodat een verzwenken van de tastwieldrager slechts een geringe afstandsverandering van het tastwiel en de tanden met zich mee brengt, d.w.z. het tastwiel verstelt zich op een bij benadering concentrische cirkelbaan om het harkwiel heen. De zwenkas van de tastwieldrager behoeft hierbij niet -3- nauwkeurig concentrisch ten opzichte van de harkwielas te zijn aangebracht. In een verdere ontwikkeling van de uitvinding is de zwenkas van de tastwieldrager echter gepositioneerd binnen de binnenste 50%, bij voorkeur in het gebied van de binnenste 25% van de straal van de harkwielcirkel.

5 Een verzwenken van de tastwieldrager kan hierbij in feite op verschillende manieren geschieden. Een handmatige bediening voor de verzwenkbaarheid kan bijvoorbeeld zijn aangebracht. Als alternatief of extra, kan echter ook een door andere energie ondersteunde verzwenkbaarheid zijn aangebracht, die een instelaandrijving omvat voor het verzwenken van de tastwieldrager.

10 Moet een zijwaartse verstelling van het tastwiel slechts als voorinstelling worden uitgevoerd en vervolgens tijdens de werking van het apparaat worden gehandhaafd, kan in een verdere ontwikkeling van de uitvinding een vergrendeling van de tastwieldrager in een eenmaal ingestelde positie zijn aangebracht. Op voordelige wijze is hierbij een met vormverbinding werkende vergrendelingsinrichting aangebracht, die een ongewenst 15 verstellen van het tastwiel ook onder ruwe omstandigheden voorkomt. Eventueel zouden echter ook met wrijvingsverbinding werkende vergrendelingsinrichtingen en eventueel ook zelfremmend uitgevoerde verstelaandrijvingen kunnen zijn aangebracht.

Om een verstelling van de tastwielpositie echter ook tijdens de werking mogelijk te maken, is in een verdere ontwikkeling van de uitvinding een besturingsinrichting aangebracht 20 voor het automatisch besturen van de verzwenking van de tastwieldrager ook tijdens het rijden van de machine voor het verkrijgen van hooi. De besturingsinrichting kan hierbij half-automatisch zijn uitgevoerd met het doel, dat een door een bestuurder resp. machinebestuurder vooraf gegeven stuursignaal leidt tot een overeenkomstige verandering van de tastwielpositie.

25 In een verdere ontwikkeling van de uitvinding is de besturingsinrichting echter afhankelijk van een machineparameter van de machine voor het verkrijgen van hooi en/of van een daarmee verbonden trekker automatisch werkend uitgevoerd, zodat de positie van het tastwiel resp. de zwenkstand van de tastdrager automatisch wordt aangepast aan de zich veranderende machineparameter.

30 In een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan hierbij rekening worden gehouden met de hoekstand van het machinegestel ten opzichte van de trekker en/of ten opzichte van de aansluitinrichting van de trekker. Wordt bijvoorbeeld het machinegestel in een bepaalde zwenkstand ten opzichte van een aansluitframe van de machine voor het verkrijgen van hooi gebracht, dan wordt de positie van het tastwiel voor het verzwenken van de tastwieldrager 35 overeenkomstig aangepast en in een andere sector van het harkwiel gebracht.

Een bijzonder voordelige verdere ontwikkeling van de uitvinding kan hierbij worden gevormd, doordat het tastwiel resp. de positie hiervan ten opzichte van het harkwiel automatisch wordt versteld bij het maken van bochten van de machine voor het verkrijgen -4- van hooi resp. van het samenstel van machine voor het verkrijgen van hooi en de trekker. Het tastwiel wordt zo te zeggen meegestuurd resp. bij het maken van bochten in een andere sector van het harkwiel gebracht, om ook bij het doorlopen van bochten een optimale aftasting van de bodem mogelijk te maken. In een verdere ontwikkeling van de uitvinding 5 vormt de besturingsinrichting een stuurorgaan voor het meesturen van de tastwieldrager met een stuurstand van de trekker. De besturingsinrichting omvat hierbij op voordelige wijze stuurmiddelen voor het besturen van de zwenkstand van de tastwieldrager afhankelijk van een stuurstand van de trekker en/of van de zich instellende naloophoek tussen de trekker en de machine voor het verkrijgen van hooi.

10 Dit nasturen resp. meesturen van de tastwiel positie kan in feite op verschillende manieren tot stand worden gebracht. In een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan de besturingsinrichting hiervoor een stelmotor hebben in de vorm van een stelcilinder voor het verzwenken van de tastwieldrager. Als alternatief kan ook een mechanische gedwongen besturing, die bij voorkeur een zwenkstangenstelsel omvat, zijn aangebracht, om de 15 tastwieldrager bij een verandering van de naloophoek overeenkomstig te verzwenken, waarbij de gedwongen beweging bijvoorbeeld door het verzwenken van de aansluitbok ten opzichte van het machinegestel van de machine voor het verkrijgen van hooi en daarmee een verandering van de naloophoek kan worden afgeleid.

Naast de genoemde verplaatsbaarheid van de positie van het tastwiel in verschillende 20 hoeksectoren van het harkwiel kan de tastwieldrager en/of de tastwielophanging nog verschillende andere stelmogelijkheden bieden. In een verdere ontwikkeling van de uitvinding is de tastwieldrager in lengte veranderbaar, in het bijzonder telescopisch, uitgevoerd, zodat de afstand tussen tastwiel en de omloopcirkel van de tanden van het harkwiel kan worden veranderd. Als alternatief of daarnaast kan een hoogteverstel in richting zijn aangebracht voor 25 het instellen van de hoogte van het tastwiel, om naar gelang de parameters van het te bewerken land, zoals bijvoorbeeld de weekheid van de bodem en daarmee het gevaar van het in de bodem zakken, met verschillende hoogten van het tastwiel te kunnen rijden. De hoogte-instelling van het tastwiel kan hierbij op verschillende manieren worden gerealiseerd. Het tastwiel kan bijvoorbeeld ten opzichte van de tastwieldrager in hoogte verstelbaar zijn 30 uitgevoerd. Als alternatief of daarnaast kan de gehele tastwieldrager met het daaraan gelagerde tastwiel in hoogte worden ingesteld.

Het tastwiel zelf is hierbij stuurbaar aan de tastwieldrager, d.w.z. om een verticale as zwenkbaar bevestigd, waarbij op voordelige wijze een zelfsturende bevestiging kan zijn aangebracht in de vorm van een nalopend bevestigd tastwiel.

35 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld en bijbehorende tekeningen. In de tekeningen tonen: -5-

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een aan een trekker aangesloten cirkelzwadenlegger, waarvan het harkwiel wordt ondersteund door steunwielen onder het harkwiel alsmede door een voor het harkwiel uitlopend tastwiel,

Fig. 2 een perspectivische detailweergave van het tastwiel en de tastwielophanging van de 5 cirkelzwadenlegger van fig. 1, en

Fig. 3 een bovenaanzicht van het tastwiel en de tastwielophanging van fig. 2.

Volgens fig. 1 omvat een cirkelzwadenlegger 1 volgens een voordelige uitvoering van de uitvinding een machinegestel 2, dat via een aansluitstuk 3 aan een trekker 8 kan worden gebouwd, waarbij volgens fig. 1 een achteraansluiting op de trekker 8 is aangebracht, in feite 10 echter ook een vooraansluiting zou kunnen zijn aangebracht.

Aan het machinegestel 2 is in de getekende uitvoering een harkwiel 4 draaibaar gelagerd om een in hoofdzaak verticale harkwielas 5. Het genoemde harkwiel 4 heeft hierbij meer radiaal ten opzichte van de harkwielas 5 opgestelde tandendragers 6, aan de radiaal buitenste einden waarvan harktanden 7 zijn bevestigd. De tandendragers 6 zijn daarbij in op 15 zich bekende wijze draaibaar gelagerd om hun eigen longitudinale as, waarbij bijvoorbeeld via een kurvenstuurvlak en zwenkhefbomen een roterend aandrijven van de genoemde tandendragers 6 plaatsvindt, zodat de tandendragers bij het omlopen om de harkwiekas 5 zodanig cyclisch om hun longitudinale as worden gedraaid, dat de harktanden 7 over een deel van de omloopbaan 8 naar beneden zijn gericht, om hooi van de grond verder te harken, 20 terwijl de harktanden 7 over een ander deel van de omloopbaan naar boven zijn verzwenkt, zodat deze het oogstmateriaal op de grond laten liggen.

Zonder dat dit in de tekening nader zou zijn weergegeven, is het duidelijk, dat aan het harkwiel 4 een zwadvormer kan zijn bevestigd in de vorm van een zwaddoek.

Onder het harkwiel 4 is een steunwiel 9 aangebracht, dat binnen de door de 25 harktanden 7 beschreven omloopbaan ligt en het harkwiel 4 resp. het machinegestel 2 ondersteunt op de grond.

Buiten de harkwielcirkel, die wordt bepaald door de omloopbaan van de harktanden 7, is een tastwiel 10 aangebracht, dat op voordelige wijze in de rijrichting voor het harkwiel 4 en/of in een gebied, waarin de harktanden 7 naar beneden naar de grond toe zijn gericht, is 30 aangebracht.

Zoals de figuren 2 en 3 tonen, is het tastwiel 10 draaibaar om een verticale stuuras 11 en in het bijzonder nalopend opgehangen aan een tastwieldrager 12, die zich in hoofdzaak liggend boven het harkwiel 4 uitstrekt. De genoemde tastwieldrager 12 is hierbij in het gebied van de bevestiging van het harkwiel 4 opgehangen aan het machinegestel 2, waarbij de 35 tastwieldrager 12 direct aan het machinegestel 2 of aan een daarmee verbonden drager kan zijn bevestigd. De tastwieldrager 12 steekt zodoende vanaf het aan de zijde van het machinegesteld gelegen verbindingspunt buiten het harkwiel 4 uit. Aan het uitstekende eindgedeelte van de tastwieldrager 12 is het tastwiel 10 bevestigd.

-6-

Zoals die figuren 2 en 3 tonen, is de genoemde tastwieldrager 12 bij het aan de zijde van het machinegesteld gelegen einde zwenkbaar gelagerd om een verticale zwenkas 13, zodat het tastwiel 10 ten opzichte van het harkwiel 4 zijwaarts kan worden verzwenkt, d.w.z. dwars op de rijrichting naar rechts en naar links kan worden bewogen. Het tastwiel 10 kan 5 door de zwenkbaarheid van de tastwieldrager 12 in verschillende hoeksectoren van het harkwiel 4 worden gepositioneerd.

In de getekende uitvoeringsvorm is de zwenkas 13 dichtbij de harkwielas 5 gepositioneerd, zodat het tastwiel 10 bij de zijwaartse verstelling hiervan een boogvormige baan beschrijft, die aanligt tegen de door de harktanden 7 beschreven omloopcirkel.

10 In de getekende uitvoeringsvorm is de tastwieldrager 12 met de hand verzwenkbaar en door middel van een met een vormverbinding werkende zwenkvergrendelinrichting 14 vastzetbaar in verschillende zwenkstanden. De zwenkvergrendelinrichting 14 omvat hierbij in de getekende uitvoeringsvorm een onder veerdruk staand ingrijpelement, dat is gelagerd aan de tastwieldrager 12 en in één van meer op een afstand van elkaar gelegen ingrijpholten 15 15 van het machinegestel 2 resp. van een daar vast mee verbonden aanzetstuk kan grijpen.

Om de zwenkstand van de taswieldrager 12 automatisch te laten volgen resp. mee te laten sturen met de stuurstand resp. de naloophoek van het machinegestel 2 ten opzichte van de trekker 8 resp. het aansluitstuk 3, kan in een verdere ontwikkeling van de uitvinding echter ook een zwenkaandrijving met een geschikte besturingsinrichting zijn aangebracht. 20 Bijvoorbeeld kan een hydraulische cilinder op een afstand van de zwenkas 13 enerzijds aan de tastwieldrager 12 en anderzijds aan het machinegestel 2 zijn bevestigd en door een besturingsinrichting worden aangestuurd, die via geschikte rekenorganen de stuurstand van de trekker 8 of de naloophoek van het machinegestel berekent.

De genoemde tastwieldrager 12 is in een verdere ontwikkeling van de uitvinding in 25 lengte veranderbaar, in het bijzonder telescopisch, uitgevoerd, zie fig. 2, waarbij op voordelige wijze een geschikte lengte-instelinrichting bijvoorbeeld in de vorm van een spilaandrijving kan zijn aangebracht.

Vervolgens is een hoogte-verstelinrichting 16 aangebracht voor het verstellen van de hoogte van het tastwiel 10. In de getekende uitvoering is het tastwiel 10 hierbij ten opzichte 30 van de tastwieldrager 12 in hoogte verstelbaar gelagerd.

Claims (12)

1. Machine voor het verkrijgen van hooi, in het bijzonder een cirkelzwader, met tenminste een om een verticale harkwielas (5) aandrijfbaar harkwiel (4) alsmede een 5 met het harkwiel verbonden tastwiel (10), dat is opgehangen aan een met een machinegestel (2) verbonden tastwieldrager (12), die ten opzichte van het harkwiel (4) zijwaarts verstelbaar is gelagerd, met het kenmerk, dat de tastwieldrager (12) zodanig zwenkbaar om een verticale zwenkas is opgehangen, dat het tastwiel (10) in verschillende sectoren van het harkwiel kan worden gepositioneerd. 10

2. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens de voorafgaande conclusie, waarbij het tastwiel (10) is aangebracht buiten de door het harkwiel (4) bestreken harkwielcirkel en de zwenkas (13) van de tastwieldrager (12) binnen de harkwielcirkel, in het bijzonder in de directe nabijheid van de harkwielas (5) is 15 aangebracht.

3. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens de voorafgaande conclusie, waarbij de zwenkas (13) van de tastwieldrager (12) binnen de binnenste helft, bij voorkeur binnen het binnenste kwart van de, de harkwielcirkel definiërende, straal is 20 aangebracht.

4. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij een vormsluitende vergrendelingsinrichting (14) voor het in verschillende zwenkstanden vergrendelen van de tastwieldrager (12) is voorzien. 25

5. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij een besturingsinrichting voor het automatisch besturen van de verzwenking van de tastwieldrager (12) afhankelijk van een machineparameter van de machine voor het verkrijgen van hooi en/of van een daarmee verbonden trekker (8) is 30 voorzien.

6. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens de voorafgaande conclusie, waarbij de besturingsinrichting is uitgevoerd om de zwenking van het tastwiel (12) afhankelijk van een hoekstand van het machinegestel (2) ten opzichte van de trekker (8) en/of 35 ten opzichte van de aansluitinrichting (3) op de trekker (8) te verrichten. -8-

7. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de twee voorafgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting een stuurorgaan vormt voor het meesturen van de tastwieldrager (12) met een stuurstand van de trekker (8).

8. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting een stelmotor omvat, bij voorkeur in de vorm van een stelcilinder, voor het verzwenken van de tastwieldrager (12).

9. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, 10 waarbij de besturingsinrichting een mechanische gedwongen besturing heeft, bij voorkeur omvattende een zwenkstangenstelsel voor het verzwenken van de tastwieldrager (12).

10. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, 15 waarbij het tastwiel (10), bij voorkeur nalopend, zwenkbaar om een verticale stuuras is opgehangen aan de tastwieldrager (12).

11. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de tastwieldrager (12) in lengte veranderbaar, in het bijzonder telescopisch, 20 is uitgevoerd.

12. Machine voor het verkrijgen van hooi volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij het tastwiel (10) ten opzichte van de tastwieldrager (12) en/of de tastwieldrager (12) ten opzichte van het machinegestel (2) in hoogte verstelbaar is 25 uitgevoerd.