NL2004142C2 - Buitenspiegeleenheid, spiegeldrager, werkwijze voor montage van een buitenspiegeleenheid. - Google Patents

Description

P90544NL00

Titel: Buitenspiegeleenheid, spiegeldrager, werkwijze voor montage van een buitenspiegeleenheid

De uitvinding heeft betrekking op een buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig.

Een buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig is algemeen bekend. De buitenspiegeleenheid omvat gewoonlijk een spiegelbasis voor 5 bevestiging aan het motorvoertuig en een spiegeldrager waaraan een spiegelelement kan worden bevestigd. Een buitenspiegeleenheid kan worden voorzien van een actuatoreenheid voor het zwenkend verstellen van de spiegeldrager ten opzichte van de spiegelbasis. Omheen de spiegeldrager kan een spiegelkap worden aangebracht, bijvoorbeeld als bescherming van 10 de spiegeldrager en de daarin opgenomen componenten en/of voor aërodynamische en/of esthetische redenen. De spiegeldrager is gewoonlijk in hoofdzaak om een opwaartse as zwenkbaar ten opzichte van de spiegelbasis tussen een operationele positie, een parkeerpositie en een overvouwpositie.

In de operationele positie of uitvouwpositie (fold-out) bevindt de 15 spiegeldrager zich in hoofdzaak dwars op de spiegelbasis en/of het motorvoertuig. De spiegeldrager bevindt zich gewoonlijk in de operationele positie tijdens gebruik van het motorvoertuig, bij voorkeur tijdens het rijden. In de parkeerpositie of invouwpositie (fold-in) ligt de spiegeldrager in hoofdzaak langs het motorvoertuig, waarbij het reflecterende element naar 20 het motorvoertuig toe is gericht. De spiegeldrager met spiegelkap ligt zo dichter tegen het motorvoertuig aan, waardoor de kans op beschadigingen kleiner is. In de overvouwpositie (fold-over) ligt de spiegeldrager in hoofdzaak achterwaarts langs het motorvoertuig, in een richting tegenovergesteld aan de invouwpositie. In de overvouwpositie is het 25 reflecterende element gewoonlijk van het motorvoertuig af gericht.

Bijvoorbeeld, als de spiegeldrager in de invouwpositie in hoofdzaak naar de 2 achterzijde van het motorvoertuig wijst, dan bevindt de spiegeldrager zich in de overvouwpositie in een richting die in hoofdzaak naar de voorzijde van het motorvoertuig is gericht. Bijvoorbeeld kan een spiegeldrager zich in de overvouwpositie bevinden door een botsing met een voorwerp.

5 Verstellen tussen de operationele positie, parkeerpositie en overvouwpositie kan handmatig geschieden of op afstand met behulp van een actuatoreenheid die zich gewoonlijk tussen de spiegeldrager en de spiegelbasis bevindt.

Nadelig aan de bekende buitenspiegeleenheden voorzien van een 10 actuatoreenheid is dat wanneer de spiegeldrager of de daaraan bevestigde spiegelkap beschadigd zijn, de spiegeldrager niet of niet eenvoudig van de actuatoreenheid en/of de spiegelbasis kan worden verwijderd. Hierdoor wordt tevens de actuatoreenheid mee van de spiegelbasis verwijderd en wordt een geheel nieuwe spiegeldrager, inclusief nieuwe actuatoreenheid, 15 gemonteerd. Aangezien een actuatoreenheid een van de duurdere onderdelen is van een buitenspiegeleenheid, maakt dit vervanging van de spiegeldrager relatief duur.

Een doel van de uitvinding is te voorzien in een buitenspiegeleenheid waarvan een beschadigde spiegelbasis en/of 20 spiegelkap eenvoudiger en goedkoper te vervangen zijn.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een buitenspiegeleenheid omvattende een spiegelbasis voor bevestiging aan een motorvoertuig, een spiegeldrager verbindbaar met de spiegelbasis en een tussen de spiegeldrager en spiegelbasis geplaatste actuatoreenheid voor het ten 25 opzichte van de spiegelbasis zwenkend verstellen van de spiegeldrager, waarbij de spiegeldrager in één geheel losneembaar verbindbaar is met de actuatoreenheid en de spiegelbasis.

Door te voorzien in een spiegeldrager die als één geheel losneembaar verbindbaar is met de actuatoreenheid en de spiegelbasis, kan 30 op eenvoudige wijze de spiegeldrager van de actuatoreenheid worden 3 losgenomen. Nadat de spiegeldrager van de actuatoreenheid is losgenomen, blijft de actuatoreenheid verbonden met de spiegelbasis. Op eenvoudige wijze kan zo een nieuwe spiegeldrager met de actuatoreenheid en de spiegelbasis worden verbonden. Door de spiegeldrager als één geheel los te 5 nemen van de actuatoreenheid, kan het aantal handelingen om de spiegeldrager te verwijderen beperkt blijven en mede daardoor relatief goedkoop.

Bij vervanging van een beschadigde spiegeldrager en/of een daarmee verbonden spiegelkap, hoeft zodoende slechts de spiegeldrager en 10 spiegelkap te worden verwijderd en een nieuwe spiegeldrager en spiegelkap te worden geplaatst. De actuatoreenheid kan behouden blijven, waardoor dit relatief dure onderdeel niet hoeft te worden vervangen. Vervanging van een spiegeldrager en/of spiegelkap kan zodoende tevens goedkoper worden. Ook transport en voorraadkosten kunnen verminderen doordat de relatief dure 15 en relatief zware actuatoreenheid niet meer als deel van de spiegeldrager in voorraad hoeft te worden gehouden en te worden getransporteerd, maar slechts voorraad en transport van de lichtere en goedkopere spiegeldrager nodig is.

Op voordelige wijze is de spiegeldrager losneembaar verbindbaar 20 met de actuatoreenheid met behulp van maximaal één vastzetmiddel. Door de actuatoreenheid slechts met maximaal één vastzetmiddel vast te zetten met de spiegeldrager, kan het aantal onderdelen en daarmee kosten worden verminderd. De actuatoreenheid kan bijvoorbeeld in de spiegeldrager worden opgenomen en/of aan de spiegeldrager worden bevestigd. Door de 25 actuatoreenheid slechts met maximaal één vastzetmiddel vast te zetten aan de spiegeldrager, kan de spiegeldrager op eenvoudige wijze worden verbonden en weer worden losgemaakt van de actuatoreenheid zodat de spiegeldrager in één geheel van de actuatoreenheid kan worden losgenomen. Het vastzetmiddel kan bijvoorbeeld een schroef, een klem, een klikvinger, 30 een haak, een wig of een ander vastzetmiddel zijn. Vele varianten zijn 4 mogelijk. Ook kan gebruik worden gemaakt van een losneembare verbinding zonder dat een apart verbindingselement zoals een schroef of een klem of een haak nodig is, bijvoorbeeld kan het vastzetmiddel zijn uitgevoerd als een klikverbinding of een snapverbinding die onderdeel 5 uitmaakt van de spiegeldrager en/of de actuatoreenheid. Door te voorzien in een losneembare verbinding zonder apart verbindingselement, kan verder kosten worden bespaard. Bijvoorbeeld kan op de spiegeldrager een klikvinger zijn voorzien en kan op de actuatoreenheid een klikvinger zijn voorzien die na montage in elkaar grijpen om de actuatoreenheid vast te 10 zetten in de spiegeldrager. De klikvingers vormen dan het vastzetmiddel.

Door een van de twee klikvingers, bijvoorbeeld met een tang of met de hand, los te maken, kan de verbinding eenvoudig worden losgemaakt en de spiegeldrager van de actuatoreenheid worden losgenomen.

Bij voorkeur is het vastzetmiddel ook na het vastzetten van de 15 spiegeldrager met de actuatoreenheid toegankelijk. Eventueel kan het vastzetmiddel vrij toegankelijk zijn. Bij voorkeur is het vastzetmiddel na installatie echter min of meer afgeschermd, bijvoorbeeld door een spiegelelement dat in de spiegeldrager kan worden gemonteerd. Door het spiegelelement te verwijderen, wat relatief eenvoudig kan, kan het 20 vastzetmiddel vrij toegankelijk zijn voor bijvoorbeeld een monteur. De monteur kan het vastzetmiddel dan eenvoudig losmaken en de spiegeldrager, met daaraan voorziene spiegelkap, losnemen van de actuatoreenheid en de spiegelbasis. Tevens kan de monteur een nieuwe spiegelkap weer eenvoudig met de actuatoreenheid verbinden.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de spiegeldrager voorzien van een opnamefaciliteit voor het opnemen van de actuatoreenheid in de spiegeldrager, bij spiegeldragers waarbij de actuatoreenheid in hoofdzaak in de spiegeldrager is opgenomen, of aan de spiegeldrager, bij spiegeldragers waarbij de actuatoreenheid zich in hoofdzaak naast de spiegeldrager 30 bevindt. De opnamefaciliteit is voorzien als een additionele faciliteit, bij 5 voorbeeld een uitsnede of een sleuf in een anderszins gesloten deel van de spiegeldragerconstructie. Bij voorbeeld kan in de stand van de techniek de spiegeldrager aan een onderzijde open zijn waarlangs de actuatoreenheid in de spiegeldrager kan worden gemonteerd. Door te voorzien in een 5 additionele opnamefaciliteit, bijvoorbeeld een uitsnede of sleuf in de zij-en/of bovenkant, kan de actuatoreenheid eenvoudiger in de spiegeldrager worden opgenomen en kan de spiegeldrager eenvoudiger in één geheel worden losgenomen van de actuatoreenheid.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een spiegeldrager.

10 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor montage van een buitenspiegeleenheid.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 15 voorkeursuitvoeringen die in een tekening is weergegeven. In de tekening toont:

Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een voorzijde van een eerste uitvoeringsvorm van een spiegeldrager met actuatoreenheid in een tussenstand van montage overeenkomstig de uitvinding; 20 Figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een voorzijde van een tweede uitvoeringsvorm van een spiegeldrager met actuatoreenheid in een vastgezette montagestand overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een voorzijde van een derde uitvoeringsvorm van een spiegeldrager met actuatoreenheid 25 overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een bovenzijde van een vierde uitvoeringsvorm van een spiegeldrager met actuatoreenheid overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van een 30 onderzijde van een vijfde uitvoeringsvorm van een spiegeldrager met 6 actuatoreenheid in een tussenstand van montage overeenkomstig de uitvinding; en

Figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een onderzijde van de vijfde uitvoeringsvorm van Fig. 5 in vastgezette 5 montagestand van een spiegeldrager met actuatoreenheid overeenkomstig de uitvinding.

In de tekening zijn gelijke onderdelen met gelijke verwijzingscijfers weergegeven. De tekening is gegeven bij wijze van niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld.

10 Figuur 1 toont een spiegeldrager 1 waarin een actuatoreenheid 2 kan worden opgenomen. Via een verbindingselement 3, hier een bayonetverbinding, kan de actuatoreenheid 2 worden verbonden met een spiegelbasis. De spiegelbasis is hier niet getoond. De spiegeldrager 1 en de actuatoreenheid 3 zijn gewoonlijk omvat in een buitenspiegeleenheid voor 15 een motorvoertuig. Omheen de spiegeldrager 1 kan een spiegelkap, hier niet getoond, worden geplaatst. De spiegelkap kan met de spiegeldrager worden verbonden en omgeeft de spiegeldrager gewoonlijk om esthetische en/of aërodynamische reden en/of om de spiegeldrager en eventuele componenten daarvan te beschermen.

20 De spiegeldrager 1 is ingericht om een reflecterend element, bijvoorbeeld een spiegelelement, op te nemen. Een spiegelelement, en eventuele daarmee verbonden componenten, zoals bijvoorbeeld een verstelinrichting, kan in dit uitvoeringsvoorbeeld worden geplaatst in een opnamegebied 8 van de spiegeldrager 1. Het spiegelelement is in de figuren 25 niet weergegeven.

De actuatoreenheid 2 is ingericht om de spiegeldrager 2 zwenkend te verstellen ten opzichte van de spiegelbasis. Bijvoorkeur is de spiegeldrager 2 ten opzichte van een opwaartse as verstelbaar tussen een operationele positie, een parkeerpositie en een overvouwpositie. In de 30 operationele positie bevindt de spiegelbasis zich in hoofdzaak dwars ten 7 opzichte van een langsrichting van het motorvoertuig. In de parkeerpositie ligt de spiegelbasis in hoofdzaak langs het motorvoertuig, met een spiegelelement naar het motorvoertuig toe gekeerd. In de overvouwpositie ligt de spiegelbasis eveneens in hoofdzaak langs het motorvoertuig, echter 5 achterwaarts, waarbij het spiegelelement van het motorvoertuig is afgekeerd. Een dergelijke positie zal slechts uitzonderlijk worden ingenomen, bijvoorbeeld na een botsing van de buitenspiegeleenheid met een voorwerp.

Om vervanging en/of montage en/of demontage van een 10 spiegeldrager 1 en/of spiegelkap relatief eenvoudig en goedkoop te maken, is de spiegeldrager 1 uitgevoerd om in zijn geheel losgenomen te worden van de actuatoreenheid 2 én de spiegelbasis. Nadat de spiegeldrager 1 is losgenomen van de actuatoreenheid 2 blijft de actuatoreenheid 2 verbonden met de spiegelbasis. Slechts de spiegeldrager 1 en eventueel de spiegelkap 15 hoeven dus vervangen te worden, wanneer de spiegeldrager en/of de spiegelkap en/of onderdelen ervan bijvoorbeeld beschadigd zijn. Hierdoor kan de relatief dure actuatoreenheid met de spiegelbasis verbonden blijven en behouden blijven.

Door de spiegeldrager 1 als één geheel los en vast te maken 20 van/met de actuatoreenheid 2, kan de montage en/of demontage van de spiegeldrager met de actuatoreenheid relatief gemakkelijk en zodoende goedkoop gebeuren.

In het uitvoeringsvoorbeeld getoond in Fig. 1 is de spiegeldrager 1 voorzien van een uitsnede 4 voor het door middel van een axiale beweging 25 en een zwenkbeweging opnemen van de actuatoreenheid 2. Eerst wordt middels een axiale beweging, aangegeven met pijl A, de actuatoreenheid 2 langs een onderzijde van de spiegeldrager 1 deels in de spiegeldrager 1 geschoven. Een eerste deel 5 van de actuatoreenheid 1 kan zo in de spiegeldrager 1 worden opgenomen. Een tweede deel 6 van de 30 actuatoreenheid 1 bevindt zich nog deels buiten de spiegeldrager 1, zoals 8 getoond in Fig. 1. Fig. 1 toont zodoende een tussenstand van de montage. Het tweede deel 6 kan vervolgens met behulp van een zwenkbeweging, aangeduid met pijl B, in de spiegeldrager 1 worden gebracht doorheen de additionele opnamefaciliteit 4 van de spiegeldrager. Na het zwenken is de 5 actuatoreenheid 2 nagenoeg volledig opgenomen in de spiegelddrager 1 en bevindt de actuatoreenheid 2 zich in een eindstand van de montage. De additionele opnamefaciliteit 4 is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een uitsnede 4 in een zijkant van de spiegeldrager 1.

De actuatoreenheid 1 kan daarna met een vastzetmiddel 7 aan de 10 spiegeldrager 1 worden vastgezet. Het vastzetmiddel 1 omvat hier een oog 7a verbonden met de actuatoreenheid 2 en een bus 7b op de spiegeldrager 1. Doorheen het oog 7a kan bijvoorbeeld een schroef worden aangebracht die in de bus 7b kan worden geschroefd. De bus 7b kan al dan niet zijn voorzien van inwendige schroefdraad. Het vastzetmiddel kan een los onderdeel 15 omvatten, zoals bijvoorbeeld een schroef, of kan slechts delen bevatten die verbonden zijn met de spiegeldrager en/of de actuatoreenheid, zoals bijvoorbeeld een klikverbinding of een ratchet-verbinding.

Fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het vastzetmiddel 7, dat hier is uitgevoerd als een clip om de actuatoreenheid 2 20 vast te zetten in de spiegeldrager 1. Fig. 2 toont de actuatoreenheid 2 en de spiegeldrager 1 in de vastgezette montagestand.

Er wordt gebruik gemaakt van slechts één vastzetmiddel 7 om de actuatoreenheid 2 vast te zetten in de spiegeldrager 1. Het vastzetmiddel 7 is bovendien eenvoudig toegankelijk na montage van de 25 buitenspiegeleenheid met spiegelkap en spiegelelement. Gedurende gebruik kan het vastzetmiddel 7 schuil gaan achter het spiegelelement, zodat het enigszins beschermd is van omgevingsinvloeden. Door het spiegelelement weg te nemen, wat eenvoudig kan gebeuren aangezien het spiegelelement gewoonlijk via een klikverbinding is bevestigd, wordt het vastzetmiddel 7 30 goed toegankelijk en kan het vastzetmiddel worden losgemaakt. Eventueel 9 kan het vastzetmiddel ook toegankelijk zijn zonder dat het spiegelelement wordt verwijderd en/of waarbij het vastzetmiddel vrij toegankelijk is van buitenaf. Nadat het vastzetmiddel is losgemaakt, kan de spiegeldrager 1 in dit uitvoeringsvoorbeeld middels een zwenkbeweging in richting B en een 5 axiale beweging in richting A worden losgemaakt van de actuatoreenheid 2 en de spiegelbasis.

Fig. 3 toont een verdere uitvoeringsvorm van een spiegeldrager 1 met een additionele opnamefaciliteit 4. De additionele opnamefaciliteit is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een sleuf 4.

10 Middels een axiale beweging, aangeduid met pijl A, kan de actuatoreenheid 2 in de spiegeldrager 1 worden geschoven. Indien de binnenmaten van een opnameholte voor de actuatoreenheid 2 in de spiegeldrager 1 ongeveer kleiner of gelijk zijn aan de buitenmaten van de actuatoreenheid 2, dan zal de sleuf 4 een weinig wijken ten gevolge van het 15 inschuiven van de actuatoreenheid 2 in de spiegeldrager 1. Door vervolgens middels het vastzetmiddel 7 de sleuf 4 nauwer te trekken, kan de actuatoreenheid 2 in de spiegeldrager 1 worden geklemd en zo worden vastgezet.

Indien de binnenmaten van de opnameholte voor de 20 actuatoreenheid 2 in de spiegeldrager 1 groter zijn dan de buitenmaten van de actuatoreenheid 2, zal de sleuf 4 niet of nauwelijks wijken ten gevolge van het inbrengen van de actuatoreenheid 2. Middels het vastzetmiddel 7 kan de sleuf 4 nauwer worden getrokken en zodoende kan de actuatoreenheid 2 in de opnameholte van de spiegeldrager 1 worden 25 geklemd.

Het vastzetmiddel 7 is hier uitgevoerd als een oog 7a en een bus 7b waarin een schroef kan worden opgenomen, beide op de spiegeldrager 1, maar kan ook zijn uitgevoerd als een klem, een clip, een haakje, een wig of op een andere wijze al dan niet met een los apart verbindingsmiddel, zoals 30 een schroef of een pen.

10

In het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 3 is de sleuf in een zijkant van de spiegeldrager 1 getoond. De sleuf 4 kan echter ook aan de bovenzijde van de spiegeldrager 1 zijn aangebracht, zoals getoond in Fig. 4.

Fig. 5 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een opnamefaciliteit 4 die 5 een uitsnede in de onderzijde van de spiegeldrager 1 omvat. De uitsnede 4 is voorzien van additionele ondersnij dingen 4a waarlangs de actuatoreenheid 2 kan worden geschoven om zo in de opnameholte in de spiegeldrager te worden ingebracht.

De actuatoreenheid 2 wordt met een axiale beweging, in de richting 10 van pijl A, doorheen de uitsnede 4 in de opnameholte van de spiegeldrager 1 aangebracht. Vervolgens kan de actuatoreenheid 2 ten opzichte van de spiegeldrager in een schuifbeweging, aangegeven met pijl C, worden geschoven onder de ondersnij dingen 4a door. Met behulp van de ondersnijdingen 4a kan de actuatoreenheid 2 in de opnameholte van de 15 spiegeldrager 1 worden gehouden. Beweging van de actuatoreenheid 2 in de richting C kan worden geblokkeerd door een vastzetmiddel 7, bijvoorbeeld een wig (getoond in Fig. 6), of een schroef, of een klem, of een ander vastzetmiddel. Eventueel kan een schroefbus worden gebruikt die ook wordt gebruikt om bijvoorbeeld een spiegelverstelinstrument in de opnamegebied 20 8 vast te schroeven. In Fig. 5 is een dergelijke schroefbus aangeduid met 7’.

De additionele opnamefaciliteit 4 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld tevens de additionele ruimte in de opnameholte die nodig is voor het verschuiven van de actuatoreenheid ten opzichte van de spiegeldrager in de richting C.

Fig. 5 toont de actuatoreenheid 2 in een tussenstand van de 25 montage, waarbij de actuatoreenheid 2 is opgenomen in de spiegeldrager 1, nadat deze in axiale richting A in de spiegeldrager 1 is geplaatst. Verder kan de spiegeldrager 1 nog in richting C worden verschoven ten opzichte van de actuatoreenheid 2 zodat de eindstand, getoond in Fig. 6, wordt bereikt. De actuatoreenheid 2 wordt deels opgesloten onder de 11 onder snij dingen 4a en kan vervolgens verder worden vastgezet met de wig 7.

De spiegeldrager 1 kan eenvoudig in één geheel worden losgemaakt van de actuatoreenheid 2 door het vastzetmiddel 7 los te maken en 5 vervolgens de spiegeldrager 1 in de richting C van de actuatoreenheid te ontkoppelen. De spiegeldrager 1 kan dan in zijn geheel in de richting A van de actuatoreenheid 2 worden losgemaakt.

In het uitvoeringsvoorbeeld getoond in Fig. 5 en Fig. 6 is de verplaatsing in richting C getoond als een langsrichting van de 10 spiegeldrager. Richting C kan echter ook een richting dwars op de spiegeldrager zijn of een andere richting zijn, waarbij richting C zich ongeveer haaks op richting A bevindt.

Onafhankelijk van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden kunnen aan de onderzijde van de spiegeldrager, in de opening die naar de opnameholte 15 voor de actuatoreenheid leidt, extra bevestigingsmiddelen zijn aangebracht, zoals bijvoorbeeld klikvingers. Nadat de actuatoreenheid geheel of gedeeltelijk in de opnameholte van de spiegeldrager is ingebracht middels een axiale beweging in een richting langs pijl A, kan de actuatoreenheid met behulp van de klikvingers die buitenwaarts worden geduwd tijdens het 20 inbrengen van de actuatoreenheid en vervolgens onder de actuatoreenheid klikken, in hoofdzaak worden tegengehouden tegen een beweging in richting A. De klikvingers zijn echter zodanig ingericht dat de spiegeldrager ook weer eenvoudig in richting A kan worden losgenomen van de actuatoreenheid. Ook door bijvoorbeeld vervormingsribben te voorzien in de 25 opnameholte van de spiegeldrager, kan beweging van de actuatoreenheid in richting A in hoofdzaak worden tegengegaan terwijl de spiegeldrager toch eenvoudig kan worden losgemaakt van de actuatoreenheid doordat de klemming door de vervormingsribben eenvoudig weer kan worden opgeheven.

12

De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Zo is de uitvinding getoond aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden waarin de spiegeldrager is ingericht om de actuatoreenheid deels te omgeven. De actuatoreenheid kan worden 5 opgenomen in een daartoe bestemde holte van de spiegeldrager. Andere uitvoeringsvoorbeelden van de spiegeldrager zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld kan de actuatoreenheid gekoppeld worden aan een buitenzijde van de spiegeldrager. Ook dan kan de actuatoreenheid bijvoorbeeld met een translatiebeweging met de spiegeldrager worden gekoppeld en bijvoorbeeld 10 met een clip of een schroef worden vastgezet. Vele varianten zijn mogelijk en zullen de vakman duidelijk zijn binnen het bereik van de hiernavolgende conclusies.

15

Claims (11)

1. Buitenspiegeleenheid omvattende een spiegelbasis voor bevestiging aan een motorvoertuig, een spiegeldrager verbindbaar met de spiegelbasis en een tussen de spiegeldrager en spiegelbasis geplaatste actuatoreenheid voor het ten opzichte van de spiegelbasis zwenkend verstellen van de 5 spiegeldrager, waarbij de spiegeldrager in één geheel losneembaar verbindbaar is met de actuatoreenheid en de spiegelbasis.

2. Buitenspiegeleenheid volgens conclusie 1, waarbij de spiegeldrager losneembaar verbindbaar is met behulp van maximaal één vastzetmiddel.

3. Buitenspiegeleenheid volgens conclusie 2, waarbij het 10 vastzetmiddel toegankelijk is na installatie van de spiegeldrager.

4. Buitenspiegeleenheid volgens conclusie 3, waarbij het vastzetmiddel toegankelijk is na het wegnemen van een spiegelelement.

5. Buitenspiegeleenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spiegeldrager is voorzien van een opnamefaciliteit voor het 15 opnemen van de actuatoreenheid in de spiegeldrager.

6. Buitenspiegeleenheid volgens conclusie 5, waarbij de opnamefaciliteit een uitsnede omvat voor het door middel van een axiale beweging en een zwenkbeweging opnemen van de actuatoreenheid.

7. Buitenspiegeleenheid volgens conclusie 5, waarbij de 20 opnamefaciliteit een sleuf omvat voor het door middel van een axiale beweging klemmend opnemen van de actuatoreenheid.

8. Buitenspiegeleenheid volgens conclusie 5, waarbij de opnamefaciliteit een uitsnede omvat voor het door middel van een axiale beweging en een schuifbeweging opnemen van de actuatoreenheid.

9. Spiegeldrager ingericht voor montage in een buitenspiegeleenheid volgens een der conclusies 1 — 8.

10. Werkwijze voor montage van een buitenspiegeleenheid volgens een der conclusies 1 - 8, omvattende het voorzien in een spiegelbasis voor bevestiging aan een motorvoertuig, het voorzien in een spiegeldrager, het voorzien in een tussen de spiegeldrager en spiegelbasis positioneerbare 5 actuatoreenheid voor het zwenkend verstellen van de spiegeldrager ten opzichte van de spiegelbasis, omvattende het plaatsen van de actuatoreenheid tussen de spiegelbasis en de spiegeldrager, waarbij de verbinding van de spiegeldrager met de actuatoreenheid en de spiegelbasis losneembaar is zodat na losnemen van de spiegeldrager als één geheel de 10 actuatoreenheid met de spiegelbasis verbonden blijft.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de spiegeldrager in één geheel losneembaar verbindbaar is met behulp van één vastzetmiddel.