NL2003147C2 - Bandtransporteur met een centreersamenstel. - Google Patents

Bandtransporteur met een centreersamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL2003147C2
NL2003147C2 NL2003147A NL2003147A NL2003147C2 NL 2003147 C2 NL2003147 C2 NL 2003147C2 NL 2003147 A NL2003147 A NL 2003147A NL 2003147 A NL2003147 A NL 2003147A NL 2003147 C2 NL2003147 C2 NL 2003147C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
centering assembly
belt conveyor
slides
arms
carrier
Prior art date
Application number
NL2003147A
Other languages
English (en)
Inventor
Albertus Kelderman
Wijnand Vendel
Gerrit Willem Vermeer
Original Assignee
Tbk Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tbk Group B V filed Critical Tbk Group B V
Priority to NL2003147A priority Critical patent/NL2003147C2/nl
Priority to ES10734568.8T priority patent/ES2471515T3/es
Priority to PL10734568T priority patent/PL2451730T3/pl
Priority to PCT/NL2010/050434 priority patent/WO2011005091A2/en
Priority to EP10734568.8A priority patent/EP2451730B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003147C2 publication Critical patent/NL2003147C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G39/00Rollers, e.g. drive rollers, or arrangements thereof incorporated in roller-ways or other types of mechanical conveyors 
    • B65G39/10Arrangements of rollers
    • B65G39/12Arrangements of rollers mounted on framework
    • B65G39/125Arrangements of rollers mounted on framework for selectively adjusting troughing of the conveying belt
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G39/00Rollers, e.g. drive rollers, or arrangements thereof incorporated in roller-ways or other types of mechanical conveyors 
    • B65G39/10Arrangements of rollers
    • B65G39/12Arrangements of rollers mounted on framework
    • B65G39/16Arrangements of rollers mounted on framework for aligning belts or chains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Structure Of Belt Conveyors (AREA)

Description

Nr. NLP185459A
Bandtransporteur met een centreersamenstel
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een bandtransporteur.
5 Bekend is het gebruik van een bandtransporteur met een frame, omvattende een transportband die om twee omlooprollen beweegbaar is gemonteerd op het frame, verder omvattend een op het frame geplaatst centreersamenstel voor het centreren van de beweegbare transportband. Het 10 centreersamenstel omvat een draaibaar aan het frame verbonden basis met een cilindrische rol, en twee rolhouders waarin conische rollen zijn opgehangen. De cilindrische rol en de twee conische rollen ondersteunen de transportband. De rolhouders zijn instelbaar onder een hoek ten opzichte van 15 de basis, waardoor de vorm van de transportband aangepast kan worden van helemaal vlak tot een zogenaamde trogvorm waarbij de zij gedeelten van de transportband onder een hoek, ook wel een troghoek genoemd, omhoog staan.
Tijdens het bewegen van de transportband in de 20 transportrichting kan de transportband zich dwars op de transportrichting verplaatsen, een zogenoemde scheefloop van de transportband. De scheefloop ontstaat door bijvoorbeeld een niet-centrische belading, een scheve bandconstructie, slecht uitgelijnde omlooprollen en trommels, een scheve 25 bandlas en/of wisselende weersomstandigheden.
De weerstand tussen de beweegbare transportband en de conische vorm van de conische rol tijdens het bewegen in 2 de transportrichting is door de variabele omtrek langs de lengterichting van de conische rol variabel. Wanneer de transportband scheef gaat lopen, zorgt een verschil in weerstand tussen de twee conische rollen ervoor dat er een 5 moment ontstaat om de rotatieas van het centreersamenstel. Door de toename in weerstand aan de zijde van de transportband tegengesteld aan de richting van de scheefloop keert de transportband terug naar het midden waardoor de scheefloop afneemt of zelfs helemaal opgeheven wordt.
10 De weerstand tussen de conische rollen en de transportband genereert een schraapeffect langs het oppervlak van de transportband, waarbij schraapvuil op de onderliggende rolhouders en de onderliggende basis valt, wat geeft dat bij een laag vuil in dikte gelijk aan de 15 tussenafstand tussen respectievelijk de conische rol en de rolhouder of de basis en het frame, het centreersamenstel beperkt of in het geheel niet draaibaar is ten opzichte van het frame, met als resultaat dat de scheefloop minder snel of niet wordt corrigeert.
20 Een doel van de uitvinding is een bandtransporteur te verschaffen, waarbij de instelbaarheid gerealiseerd wordt met een minimaal aantal onderdelen en scharnierende verbindingen.
Een doel van de uitvinding is een bandtransporteur 25 te verschaffen, waarbij schraapvuil de beweging van onderling bewegende onderdelen van het centreersamenstel niet of minder beperkt, waardoor de operationele tijd van het centreersamenstel wordt vergroot.
30 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding een bandtransporteur met een frame omvattende; een in een transportrichting beweegbaar op het 35 frame geplaatste transportband; een centreersamenstel, ook wel een zelfcorrigerende stuurrol genoemd, dat de transportband ten 3 minste gedeeltelijk draagt, omvattende een draagstoel die draaibaar verbonden is met het frame, verder omvattende twee rolhouders met ieder ten minste een conische rol die draaibaar in de respectievelijke rolhouder is opgehangen, 5 waarbij het centreersamenstel een met het centreersamenstel meedraaiende draagstoelrichting heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting; met het kenmerk, dat elke van de rolhouders ten minste één gekromde arm omvat, de draagstoel ten minste twee 10 gekromde glijbanen omvat die spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak van het centreersamenstel in de draagstoel geplaatst zijn, waarbij de gekromde armen in de gekromde glijbanen geplaatst zijn, waarbij de rolhouders onder een hoek instelbaar verbonden zijn met de draagstoel. 15 Doordat de gekromde armen en hun respectievelijke gekromde glijbanen de enige verbinding vormen tussen de draagstoel en de rolhouders, wordt het aantal onderdelen tot een minimum beperkt. De positie van de rolhouders kan worden ingesteld, wanneer het centreersamenstel buiten gebruik is, maar kan 20 ook worden ingesteld zonder dat het centreersamenstel buiten gebruik hoeft te worden genomen.
In een uitvoeringsvorm zijn de armen met een of meer fixeerelementen verbonden met de draagstoel. Hiermee kan de positie van de rolhouders worden vastgezet.
25 In een uitvoeringsvorm zijn de armen in glijdend contact verbonden met de glijbanen van de draagstoel. Door het glijdend contact kan de positie van de rolhouders traploos instelbaar worden vastgezet.
In een uitvoeringsvorm is het aantal armen twee 30 per rolhouder. Hierdoor wordt de stabiliteit van het centreersamenstel verbeterd. Eén van de armen wordt opgenomen door de glijbaan van de draagstoel. De andere is in aanliggend contact met de tegenoverliggende zijde van het centreersamenstel.
35 In een uitvoeringsvorm is het aantal glijbanen twee is aan weerszijden van het symmetrievlak. Hierdoor kunnen beide armen van de rolhouder worden opgenomen door de 4 draagstoel, waardoor de stabiliteit van het centreersamenstel wordt verbeterd.
In een uitvoeringsvorm zijn de glijbanen en de armen cirkelvormig, waarbij de middelpunten van de 5 cirkelvormige glijbanen en de daarin geplaatste cirkelvormige armen in hoofdzaak samenvallen. Hierdoor kunnen de armen glijdend worden opgenomen door de glijbanen.
In een uitvoeringsvorm liggen de middelpunten van 10 de cirkelvormige glijbanen en de armen in hoofdzaak in het vlak van de transportband. De positie van de rolhouders kan hierbij zodanig worden ingesteld, dat de transportband als één doorlopend vlak wordt ondersteund. Het centreersamenstel is daarmee geschikt voor toepassing voor zowel het 15 transporterende gedeelte van de transportband, ook wel bovenpart genoemd, als het teruglopende gedeelte van de transportband, ook wel onderpart genoemd.
In een uitvoeringsvorm zijn de armen per zijde in hoofdzaak gelijkvormig. Hierdoor beschrijven beide armen van 20 de rolhouder tijdens het instellen dezelfde baan.
In een uitvoeringsvorm zijn de twee armen per houder evenwijdig aan elkaar geplaatst met een tussenafstand in de draagstoelrichting in hoofdzaak gelijk aan de dikte van een fixeerplaat van de draagstoel. Hierdoor is de 25 tussenafstand voldoende om beide armen, bij voorkeur in aanliggend contact met de fixeerplaat, over de fixeerplaat heen te schuiven.
In een uitvoeringsvorm omvat de fixeerplaat twee doorgaande fixeersleuven in vorm gelijk aan en in grootte 30 geschaald ten opzichte van de glijbanen, waarbij de baanbreedte van de fixeersleuven kleiner is dan de baanbreedte van de glijbanen. Hierdoor zijn de rolhouders met een aantal doorgaande fixeerverbindingen te fixeren aan de fixeerplaat.
35 In een uitvoeringsvorm is de baanbreedte van de fixeersleuven maximaal een derde van de baanbreedte van de glijbanen. Hiermee is er voldoende ruimte om de 5 fixeerverbindingen vast te klemmen op weerszijden van de fixeerplaat.
In een uitvoeringsvorm strekt elke fixeersleuf zich uit langs de hartlijn, in het bijzonder een gekromde 5 hartlijn, van de respectievelijke glijbaan. Hierdoor beschrijven de fixeerverbindingen dezelfde baan als de armen.
In een uitvoeringsvorm omvat de draagstoel verder een cilindrische rol, die draaibaar in de draagstoel is 10 opgehangen. Hiermee wordt het midden van de transportband ondersteund waardoor een horizontaal eerste transportbandgedeelte te onderscheiden is voor het dragen van materiaal.
In een uitvoeringsvorm liggen de hartlijnen van de 15 cilindrische rol en de conische rollen vanaf boven beschouwd op één lijn. Hierdoor wordt het eerste transportgedeelte op dezelfde positie op de transportband ondersteund als tweede transportbandgedeelten ondersteund door de conische rollen van de rolhouders.
20 In een uitvoeringsvorm zijn de hartlijnen van de beide conische rollen in een richting evenwijdig aan de draagstoelrichting zijdelings opgehangen ten opzichte van een respectievelijk tussenprofiel van de respectievelijke rolhouder, waarbij een vlak opgespannen door een projectie 25 van de hartlijnen van de conische rollen verticaal naar beneden het respectievelijke tussenprofiel niet doorsnijdt. Hierdoor valt schraapvuil dat ontstaat bij het bewegen van de transportband over het centreersamenstel niet of minder op de onderliggende rolhouder.
30 Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een bandtransporteur met een frame omvattende; een in een transportrichting beweegbaar op het frame geplaatste transportband; een centreersamenstel dat de transportband 35 ten minste gedeeltelijk draagt, omvattende een draagstoel die draaibaar verbonden is met het frame, waarbij het centreersamenstel dwars op de draagstoelrichting geplaatst 6 is, verder omvattende twee rolhouders met ieder ten minste een conische rol die draaibaar in de respectievelijke rolhouder is opgehangen, waarbij het centreersamenstel een met het centreersamenstel meedraaiende draagstoelrichting 5 heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting; met het kenmerk, dat de hartlijnen van de beide conische rollen in een richting evenwijdig aan de draagstoelrichting zijdelings opgehangen zijn ten opzichte 10 van een respectievelijk tussenprofiel van de respectievelijke rolhouder, waarbij een vlak opgespannen door een projectie van de hartlijnen van de conische rollen verticaal naar beneden het tussenprofiel niet doorsnijdt.
Volgens een derde aspect verschaft de uitvinding 15 een centreersamenstel bedoeld en geschikt voor toepassing in een bandtransporteur voorzien van een of meer van de kenmerken van het eerste of het tweede aspect van de uitvinding.
Volgens een vierde aspect verschaft de uitvinding 20 een centreersamenstel voor een bandtransporteur, omvattende een draagstoel die draaibaar kan worden verbonden met een frame van de bandtransporteur, verder omvattende twee rolhouders met ieder ten minste een conische rol die draaibaar in de respectievelijke rolhouder is opgehangen, 25 waarbij het centreersamenstel een met het centreersamenstel meedraaiende draagstoelrichting heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting; met het kenmerk, dat elke van de rolhouders ten minste één gekromde arm omvat, de draagstoel ten minste twee 30 gekromde glijbanen omvat die spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak van het centreersamenstel in de draagstoel geplaatst zijn, waarbij de gekromde armen in de gekromde glijbanen geplaatst zijn, waarbij de rolhouders onder een hoek instelbaar verbonden zijn met de draagstoel.
35 Volgens een vijfde aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het transporteren van materiaal op een bandtransporteur met een frame en met een centreersamenstel, 7 omvattende een draagstoel die draaibaar verbonden is met het frame, verder omvattende twee rolhouders met ieder ten minste een conische rol die draaibaar in de respectievelijke rolhouder is opgehangen, waarbij het centreersamenstel een 5 met het centreersamenstel meedraaiende draagstoelrichting heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting, waarbij de rolhouders gekromde armen omvatten, waarbij de draagstoel gekromde glijbanen omvat die spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak van 10 het centreersamenstel in de draagstoel gepositioneerd zijn, waarbij de werkwijze de volgende stap omvat; het instellen van de rolhouders ten opzichte van de draagstoel onder een troghoek, waarbij de gekromde armen in gekromde glijbanen geschoven of verschoven worden.
15 In een uitvoeringsvorm omvat de stap van het instelbaar verbinden het fixeren van de armen aan de draagstoel met een of meer fixeerelementen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
20
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde schematische tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een isometrisch aanzicht van een 25 transportband met een centreersamenstel in een eerste configuratie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 2 een isometrisch aanzicht van het centreersamenstel in een eerste configuratie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 30 Figuur 3-5 een vooraanzicht, een achteraanzicht en een bovenaanzicht van het centreersamenstel volgens figuur 1-2;
Figuur 6 een isometrisch aanzicht van het centreersamenstel in een tweede configuratie volgens een 35 uitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
8
Figuren 1-6 tonen een bandtransporteur 1 met een frame 5 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvattende een transportband 6 en een centreersamenstel 2.
5 De transportband 6 is beweegbaar in een transportrichting T gemonteerd op twee niet weergegeven omlooprollen van het frame 5.
Het centreersamenstel 2 omvat een lager 26 met een rotatieas S waarmee het centreersamenstel 2 draaibaar 10 verbonden is met het frame 5. Het centreersamenstel heeft een draagstoelrichting U die in een ruststand, ook wel evenwichtsstand of hoofdstand genoemd, gelijk is aan de transportrichting T. Het centreersamenstel 2 staat in de ruststand dwars op de draagstoelrichting U.
15 In een eerste configuratie weergegeven in figuur 1-5 wordt de transportband 6 aan weerszijden door het centreersamenstel 2 ondersteund, waarbij een eerste transportbandgedeelte 61 en twee schuin omhoog staande tweede transportbandgedeelten 62A-B te onderscheiden zijn. 20 Een dergelijke vorm van een transportband wordt ook wel een trogvorm genoemd, waarbij de hoek waaronder de transportbandgedeelten omhoog staan ook wel een troghoek a wordt genoemd.
In een tweede configuratie weergegeven in figuur 6 25 wordt de transportband 6 door het centreersamenstel 2 ondersteund, waarbij de transportband 6 vlak op het centreersamenstel 2 rust. Een dergelijke vorm van een transportband wordt onder andere gebruikt voor de onbelaste zijde van de transportband 6 die tegengesteld aan de 30 transportrichting beweegbaar op het frame 5 wordt gemonteerd.
De bandtransporteur 1 is spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak opgespannen door de rotatieas S en de draagstoelrichting U. Onderstaande 35 figuurbeschrijving beschrijft een van de spiegelsymmetrische zijden, daarbij verwijzend naar beide zijden.
Het frame 5 omvat een basisprofiel 21 dat aan een 9 distaai einddeel ten opzichte van het syirunetrievlak met een koppelprofiel 22A-B, een koppelprofiel 23A-B en een aantal verbindingsmiddelen vast verbonden is aan framegedeelten 5A-B.
5 Het lager 26 omvat een eerste lagerbevestigings- plaat 25 en een tweede lagerbevestigingsplaat 37 die respectievelijk verbonden zijn met het bovenoppervlak van het basisprofiel 21 en een bodem 52 van het centreersamenstel.
10 Het centreersamenstel omvat een draagstoel 3, omvattende een zijwand 33A-B met een uitsparing voor het opnemen van een as 51 van een cilindrische rol 39. Het omwentelingsoppervlak van de cilindrische rol 39 is gedurende de lengte van de rol ononderbroken en is bij 15 voorkeur vervaardigd uit rubber. De cilindrische rol 39 heeft een hartlijn C.
De draagstoel 3 omvat een eerste metalen glijbaanplaat 30, een metalen fixeerplaat 31 en een tweede metalen glijbaanplaat 32, waarbij de eerste glijbaanplaat 30 2 0 in gebogen toestand onder te verdelen is in een rug 34, de bodem 52 en de zijwand 33A-B, waarbij de bodem 52 en de zijwand 33A-B zich in de draagstoelrichting U uitstrekken haaks ten opzichte van de rug 34. De eerste glijbaanplaat 30 is verstevigd door een vast aan de bodem 52 en de rug 34 25 verbonden opstaande rib 53A-B.
Het samenstel van de platen is in de draagstoelrichting U met een aantal verbindingsmiddelen vast aan elkaar verbonden, waarbij de rug 34 en het oppervlak van de fixeerplaat 31 ten minste gedeeltelijk in aanliggend 30 contact zijn en de oppervlakken van de fixeerplaat 31 en de fixeerplaat 32 ten minste gedeeltelijk in aanliggend contact zijn.
De fixeerplaat 32 omvat een gekromde eerste glijbaan 35A-B die een cirkelvormige baan met een middelpunt 35 P-Q beschrijft. De eerste glijbaan 35A-B heeft aan het distale einde van de fixeerplaat 32 een open einddeel en heeft een constante baanbreedte om vervolgens over te gaan 10 in een gesloten einddeel, bij voorkeur met een aantal kleine afrondingen.
De eerste glijbaanplaat 30 omvat een gekromde glijbaan 35C-D waarbij de vorm van de glijbaan 35C-D een 5 projectie in de draagstoelrichting U betreft van de eerste glijbaan 35A-B op de eerste glijbaanplaat plaat 30.
De fixeerplaat 31 omvat een gekromde doorgaande fixeersleuf 36A-B in vorm gelijk aan en in grootte geschaald ten opzichte van de eerste glijbaan 35A-B, waarbij de 10 baanbreedte van de fixeersleuf 36A-B bij voorkeur een derde is van de baanbreedte van de eerste glijbaan 35A-B. De fixeersleuf 36A-B strekt zich bij voorkeur uit langs de hartlijn van de glijbaan 35A-B.
Het centreersamenstel 2 omvat verder een rolhouder 15 4A-B, omvattende een conische rol 40A-B met een hartlijn A-B
en een tussenprofiel 45A-B evenwijdig aan de hartlijn A-B van de conische rol 4 0A-B. De hartlijn A-B staat in de figuren 1-5 onder de troghoek a schuin omhoog ten opzichte van het horizontale vlak van het centreersamenstel 2. Het 20 tussenprofiel 45A-B is aan weerszijden voorzien van zijwanden 43A-44B met uitsparingen voor het opnemen van een as 42A-B van de conische rol 40A-B. De hartlijn A-B van de conische rol 40A-B is in een richting evenwijdig aan de draagstoelrichting U zijdelings opgehangen zijn ten opzichte 25 van het tussenprofiel 45A-B van de rolhouder 4A-B, waarbij een vlak opgespannen door een projectie van de hartlijn A-B van de conische rol 40A-B verticaal naar beneden het tussenprofiel 45A-B niet doorsnijdt.
Hoewel de bandtransporteur 1 de traditionele 30 trogvorm voor een transportband 6 toont, waarbij de transportband 6 door de conische rollen 40A-B en de cilindrische rol 39 wordt ondersteund, kan het centreersamenstel 2 ook zonder rol 39 worden uitgevoerd. Hierbij zal de transportband 6 in het midden slechts 35 gedeeltelijk gedragen en zal de trogvorm meer op een V-vorm gaan lijken.
Het omwentelingsoppervlak van de conische rol 40A- 11 B is gedurende de lengte van de rol ononderbroken en het oppervlak is bij voorkeur van rubber. De rol 40A-B is aan de binnenzijde voorzien van een geperste metalen binnenmantel 41A-B, die vervaardigd is door een metalen cilinder na 5 verwarming met een conische doorn te persen.
De rolhouder 4A-B omvat verder twee armen 46A-B, zich uitstrekkend vanaf de zijwand 44A-B. De armen zijn in hoofdzaak gelijkvormig aan en worden opgenomen door de glijbanen 35A-D van de draagstoel 3. De armen 46A-B zijn 10 gekromd om het middelpunt P-Q en zijn evenwijdig aan elkaar gepositioneerd met een tussenafstand in hoofdzaak gelijk aan de dikte van de fixeerplaat 31, waarbij de armen 4 6A-B fixeerbaar verbonden zijn met de fixeerplaat 31 en in glijdend contact verbonden zijn met de eerste glijbaanplaat 15 30 en de fixeerplaat 32. Ten opzichte van de draagstoel 3 krommen de armen 46A-B schuin omhoog, waarbij de aan de armen 46A-B verbonden rolhouders tevens schuin omhoog staan evenwijdig aan een hoek (3.
Het getoonde centreersamenstel omvat twee 20 glijbaanplaten 30 en 32 elk voorzien van twee glijbanen 35A-D, maar het is ook mogelijk een van de glijbaanplaten 30 of 32 zonder de respectievelijke glijbanen 35C-D of 35A-B uit te voeren. Hierbij zullen de overeenkomstige armen in aanliggend contact verbonden zijn met de glijbaanloze 25 glijbaanplaat 30 of 32.
Het getoonde centreersamenstel omvat drie metalen platen 30-32, maar het is ook mogelijk om het samenstel uit één metalen plaat te vervaardigen, waarbij de glijbanen 35A-D en fixeersleuven 36A-B bijvoorbeeld in de plaat gefreesd 30 worden.
In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de beide rolhouders 4A-B slechts gedragen door de in de glijbanen 35A-D geplaatste armen 46A-B, zonder scharnierverbindingen in de middelpunten P-Q. De armen 46A-B 35 worden vastgezet op de fixeerplaat 31 met fixeerelementen 47. De rolhouders 4A-B zijn traploos instelbaar binnen het bereik van de glijbanen 35A-D. De troghoek a is afleesbaar 12 van een langs een aantal van de glijbanen 35A-D aangebrachte gradenboog (niet weergegeven). De rolhouders 4A-B zijn onafhankelijk van elkaar traploos instelbaar waarbij de respectievelijke troghoek a ongelijk kan zijn.
5 Het conische omwentelingsvlak van de conische rol 40A-B heeft een omtreksafstand die aan de distale zijde ten opzichte van de draagstoel 3 het kleinst is, waarbij de omtreksafstand afhankelijk is van de positie langs de lengte van de rol 40A-B. Hierdoor ontstaat er tijdens het bewegen 10 van de transportband 6 tussen het oppervlak van de transportband 6 en het loopvlak van de rol 40A-B een rolweerstand. Wanneer de transportband 6 zich tijdens het bewegen in de transportrichting T in een richting dwars op transportrichting T parallel aan richting C verplaatst, een 15 effect dat ook wel scheefloop wordt genoemd, ontstaat er een discrepantie in rolweerstand tussen de rol 40A en de rol 40B waarbij de rol aan de zijde tegengesteld aan de scheeflooprichting meer weerstand genereert en daarmee de scheefloop tegenwerkt. Voorts ontstaat er een moment M om de 20 rotatieas S waarbij de draagstoel 3 om de rotatieas S gaat draaien tot een maximale verdraaiing instelbaar met de stelhout 28A-B. Door de verdraaiing van de draagstoel 3 wordt de discrepantie tussen de rolweerstanden nog groter, waardoor de transportband 6 in de richting tegengesteld aan 25 de scheef looprichting beweegt in de richting van de rol met de grootste weerstand, waardoor de scheefloop afneemt.
Het omwentelingsoppervlak van de conische rol 40A-B ondersteund de tweede transportbandgedeelten 62A-B op een hoogte waarbij het snijpunt van het eerste 30 transportbandgedeelte 61 en het tweede transportbandgedeelte 62A-B samenvalt met het middelpunt P-Q. Het omwentelingsoppervlak van de rol 39 ondersteund het eerste transportbandgedeelte 61 op een hoogte waarbij het snijpunt van het tweede transportbandgedeelte 62A-B en het eerste 35 transportbandgedeelte 61 samenvalt met het middelpunt P-Q. Doordat de middelpunten van de gekromde armen 46A-B, de gekromde glijbanen 35A-D en de gekromde fixeersleuven 36A-B
13 tevens samenvallen met het middelpunt P-Q, valt het snijpunt van het eerste transportbandgedeelte 61 en het tweede transportbandgedeelte 62A-B onafhankelijk van de instelbare troghoek a samen met het middelpunt P-Q. Ook de afstand 5 tussen de draagvlakken van de cilindrische rol 39 en de conische rol 40A-B is hierdoor gelijkblijvend, onafhankelijk van de instelbare troghoek cx, waarbij de kans dat de transportband tussen de rollen zakt en vast komt te zitten kleiner is dan bij systemen waarbij deze tussenafstand 10 varieert. Aldus scharnieren de rolhouders 4A-B rond een middelpunt P-Q dat in het vlak van de transportband 6 gelegen kan zijn, of zelfs daarboven.
Het centreersamenstel 2 omvat verder een stootprofiel 38A-B vast verbonden aan de bodem 52, dat bij 15 verdraaiing van de draagstoel 3 om de rotatieas S in aanliggend contact komt met een vast aan het basisprofiel 21 verbonden stelbout 28A-B.
Figuur 6 toont een centreersamenstel 2 met de troghoek a ingesteld op nul graden. Hierbij liggen de 2 0 draagvlakken van de cilindrische rol 39 en de conische rollen 40A-B in hetzelfde horizontale vlak evenwijdig aan de hartlijn C. De hartlijnen A-C liggen vanaf boven beschouwd op één lijn. Een dergelijke afstelling is bijvoorbeeld bedoeld ter ondersteuning van de vlakke onderzijde van de 25 transportband 6, die tegengesteld aan de transportrichting T beweegt.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 30 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (20)

1. Bandtransporteur (1) met een frame (5) omvattende; een in een transportrichting (T) beweegbaar op het frame (5) geplaatste transportband (6); 5. een centreersamenstel (2) dat de transportband (6) ten minste gedeeltelijk draagt, omvattende een draagstoel (3) die draaibaar verbonden is met het frame (5), verder omvattende twee rolhouders (4A-B) met ieder ten minste een conische rol (40A-B) die draaibaar in de 10 respectievelijke rolhouder (4A;4B) is opgehangen, waarbij het centreersamenstel (2) een met het centreersamenstel (2) meedraaiende draagstoelrichting (U) heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting (T); met het kenmerk, dat elke van de rolhouders (4A-B) 15 ten minste één gekromde arm (46A-B) omvat, de draagstoel (3) ten minste twee gekromde glijbanen (35A-D) omvat die spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak van het centreersamenstel (2) in de draagstoel (3) geplaatst zijn, waarbij de gekromde armen (46A-B) in de gekromde 20 glijbanen (35A-D) geplaatst zijn, waarbij de rolhouders onder een hoek ((3) instelbaar verbonden zijn met de draagstoel (3).
2. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de armen (46A-B) met een of meer 25 fixeerelementen (47) verbonden zijn met de draagstoel (3).
3. Bandtransporteur (1) volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de armen (46A-B) in glijdend contact verbonden zijn met de glijbanen (35A-D) van de draagstoel (3) .
4. Bandtransporteur (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aantal armen (46A-B) twee per rolhouder is.
5. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het aantal glijbanen (35A-D) twee aan weerszijden van het symmetrievlak is.
6. Bandtransporteur (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de glijbanen (35A-D) en de armen (46A-B) cirkelvormig zijn, waarbij middelpunten van de cirkelvormige glijbanen (35A-D) en de daarin geplaatste cirkelvormige armen (46A-B) in hoofdzaak 10 samenvallen.
7. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de middelpunten van de glijbanen (35A-D) en de armen (46A-B) in hoofdzaak liggen in het vlak van de transportband (6).
8. Bandtransporteur (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de armen (46A-B) per zijde in hoofdzaak gelijkvormig zijn.
9. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de twee armen (46A-B) per houder evenwijdig 20 aan elkaar geplaatst zijn met een tussenafstand in de draagstoelrichting (U) in hoofdzaak gelijk aan de dikte van een fixeerplaat (31) van de draagstoel(3).
10 B) met ieder ten minste een conische rol (40A-B) die draaibaar in de respectievelijke rolhouder (4A;4B) is opgehangen, waarbij het centreersamenstel (2) een met het centreersamenstel (2) meedraaiende draagstoelrichting (U) heeft die in een ruststand gelijk is aan de 15 transportrichting (T); met het kenmerk, dat elke van de rolhouders (4A-B) ten minste één gekromde arm (46A-B) omvat, de draagstoel (3) ten minste twee gekromde glijbanen (35A-D) omvat die spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak van 20 het centreersamenstel (2) in de draagstoel (3) geplaatst zijn, waarbij de gekromde armen (46A-B) in de gekromde glijbanen (35A-D) geplaatst zijn, waarbij de rolhouders onder een hoek ((3) instelbaar verbonden zijn met de draagstoel (3).
10. Bandtransporteur (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fixeerplaat 25 (31) twee doorgaande fixeersleuven (36A-B) omvat in vorm gelijk aan en in grootte geschaald ten opzichte van de glijbanen (35A-D), waarbij de baanbreedte van de fixeersleuven (36A-B) kleiner is dan de baanbreedte van de glijbanen (35A-B).
11. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de baanbreedte van de fixeersleuven (36A-B) maximaal een derde is van de baanbreedte van de glijbanen (35A-B).
12. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 10 of 35 11, met het kenmerk, dat elke fixeersleuf (36A-B) zich uitstrekt langs de hartlijn van de respectievelijke glijbaan (35A-B).
13. Bandtransporteur (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagstoel (3) verder een cilindrische rol (39) omvat, die draaibaar in de draagstoel (3) is opgehangen.
14. Bandtransporteur (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de hartlijnen (A-C) van de cilindrische rol (39) en de conische rollen (40A-B) vanaf boven beschouwd op één lijn liggen.
15. Bandtransporteur (1) volgens een der 10 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hartlijnen (A-B) van de beide conische rollen (40A-B) in een richting evenwijdig aan de draagstoelrichting (U) zijdelings opgehangen zijn ten opzichte van een respectievelijk tussenprofiel (45A;45B) van de respectievelijke rolhouder 15 (4A-B) , waarbij een vlak opgespannen door een projectie van de hartlijnen (A-B) van de conische rollen (40A-B) verticaal naar beneden het respectievelijke tussenprofiel (45A;45B) niet doorsnijdt.
16. Bandtransporteur (1) met een frame (5) 20 omvattende; een in een transportrichting (T) beweegbaar op het frame (5) geplaatste transportband (6); een centreersamenstel (2) dat de transportband (6) ten minste gedeeltelijk draagt, omvattende een 25 draagstoel (3) die draaibaar verbonden is met het frame (5), verder omvattende twee rolhouders (4A-B) met ieder ten minste een conische rol (40A-B) die draaibaar in de respectievelijke rolhouder (4A;4B) is opgehangen, waarbij het centreersamenstel (2) een met het centreersamenstel (2) 30 meedraaiende draagstoelrichting (U) heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting (T); met het kenmerk, dat de hartlijnen (A-B) van de beide conische rollen (40A-B) in een richting evenwijdig aan de draagstoelrichting (U) zijdelings opgehangen zijn ten 35 opzichte van een respectievelijk tussenprofiel (45A;45B) van de respectievelijke rolhouder (4A-B), waarbij een vlak opgespannen door een projectie van de hartlijnen (A-B) van de conische rollen (40A-B) verticaal naar beneden het respectievelijke tussenprofiel (45A;45B) niet doorsnijdt.
17. Centreersamenstel (2) bedoeld en geschikt voor toepassing in een bandtransporteur (1) volgens een der 5 conclusies 1-16.
18. Centreersamenstel (2) voor een bandtransporteur (1), omvattende een draagstoel (3) die draaibaar kan worden verbonden met een frame (5) van de bandtransporteur (1), verder omvattende twee rolhouders (4A-
19. Werkwijze voor het transporteren van materiaal op een bandtransporteur (1) met een frame (5) en met een centreersamenstel (2) , omvattende een draagstoel (3) die draaibaar verbonden is met het frame (5), verder omvattende twee rolhouders (4A-B) met ieder ten minste een conische rol 30 (40A-B) die draaibaar in de respectievelijke rolhouder (4A;4B) is opgehangen, waarbij het centreersamenstel (2) een met het centreersamenstel (2) meedraaiende draagstoelrichting (U) heeft die in een ruststand gelijk is aan de transportrichting (T) , waarbij de rolhouders (4A-B) 35 gekromde armen (46A-B) omvatten, waarbij de draagstoel (3) gekromde glijbanen (35A-D) omvat die spiegelsymmetrisch ten opzichte van een symmetrievlak van het centreersamenstel (2) in de draagstoel (3) gepositioneerd zijn, waarbij de werkwijze de volgende stap omvat; het instellen van de rolhouders (4A-B) ten opzichte van de draagstoel (3) onder een troghoek (cx) , 5 waarbij de gekromde armen (46A-B) in gekromde glijbanen (35A-D) geschoven of verschoven worden.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de stap van het instelbaar verbinden het fixeren van de armen (46A-B) aan de draagstoel (3) met een 10 of meer fixeerelementen (47) omvat. -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/RM
NL2003147A 2009-07-07 2009-07-07 Bandtransporteur met een centreersamenstel. NL2003147C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003147A NL2003147C2 (nl) 2009-07-07 2009-07-07 Bandtransporteur met een centreersamenstel.
ES10734568.8T ES2471515T3 (es) 2009-07-07 2010-07-07 Transportador de cinta con un sistema de centrado
PL10734568T PL2451730T3 (pl) 2009-07-07 2010-07-07 Przenośnik taśmowy z zespołem centrującym
PCT/NL2010/050434 WO2011005091A2 (en) 2009-07-07 2010-07-07 Belt conveyor with a centring assembly
EP10734568.8A EP2451730B1 (en) 2009-07-07 2010-07-07 Belt conveyor with a centring assembly

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003147A NL2003147C2 (nl) 2009-07-07 2009-07-07 Bandtransporteur met een centreersamenstel.
NL2003147 2009-07-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003147C2 true NL2003147C2 (nl) 2011-01-10

Family

ID=42028060

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003147A NL2003147C2 (nl) 2009-07-07 2009-07-07 Bandtransporteur met een centreersamenstel.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP2451730B1 (nl)
ES (1) ES2471515T3 (nl)
NL (1) NL2003147C2 (nl)
PL (1) PL2451730T3 (nl)
WO (1) WO2011005091A2 (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2488539C1 (ru) * 2012-02-22 2013-07-27 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего профессионального образования "Санкт-Петербургский государственный горный университет" Центрирующее устройство для конвейерной ленты
AU2013203168A1 (en) * 2012-03-08 2013-09-26 Flexible Steel Lacing Company Apparatus and method for tracking conveyor belts
CN103587914A (zh) * 2012-12-04 2014-02-19 力博重工科技股份有限公司 快换接头v型下托辊架
CN103332460B (zh) * 2013-07-10 2015-04-15 四川省自贡运输机械集团股份有限公司 曲线带式输送机五托辊组
CN105645069A (zh) * 2015-06-16 2016-06-08 徐工集团工程机械股份有限公司 托辊支座、槽角调整方法、缓冲床及带式输送机
AU2016354509B2 (en) 2015-11-12 2022-08-25 Flexible Steel Lacing Company Apparatus and method for tracking conveyor belts
CN107042998A (zh) * 2017-02-22 2017-08-15 湖南工业大学 一种吊挂式槽形托辊组调角装置和调角方法
FR3071238B1 (fr) * 2017-09-21 2020-11-06 Serge Roger S A S Convoyeur a bande et methode d'extraction de la bande
WO2019207056A1 (en) 2018-04-26 2019-10-31 Tbk Group B.V. Sealing apron device
CN111252493A (zh) * 2018-12-03 2020-06-09 云南凯瑞特工程机械设备有限公司 一种拆装式可调托辊组
US10793361B1 (en) 2019-09-03 2020-10-06 Intelligrated Headquarters, Llc Coupling mechanism for a roller conveyor
CN113830520B (zh) * 2021-09-30 2023-03-07 广东顺塑塑料实业有限公司 一种塑料管材生产线的防跑偏装置
WO2023199202A1 (en) * 2022-04-11 2023-10-19 Tru-Trac Rollers (Pty) Ltd Conveyor alignment mechanism

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2815851A (en) * 1954-05-03 1957-12-10 Yoshimura Toshio Automatic belt stabilizing carrier
FR2692236A1 (fr) * 1992-06-11 1993-12-17 Wartelle Andre Auto-centreur à rouleaux pour convoyeur à bande sans fin.
DE202004002968U1 (de) * 2004-02-26 2004-05-13 Schulmeistrat, Hans-Dieter Lenkanordnung für Gurtbandanlagen

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5030491U (nl) * 1973-07-02 1975-04-05
GB2163121B (en) * 1984-08-15 1987-10-21 Dowty Meco Ltd Troughed belt conveyor support
DE10111808C2 (de) * 2001-01-30 2003-10-02 Man Takraf Foerdertechnik Gmbh Einrichtung zur Lagekorrektur eines Gurtbandförderers
ZA200607947B (en) * 2006-09-22 2008-06-25 John Dowling Belt tracking regulator

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2815851A (en) * 1954-05-03 1957-12-10 Yoshimura Toshio Automatic belt stabilizing carrier
FR2692236A1 (fr) * 1992-06-11 1993-12-17 Wartelle Andre Auto-centreur à rouleaux pour convoyeur à bande sans fin.
DE202004002968U1 (de) * 2004-02-26 2004-05-13 Schulmeistrat, Hans-Dieter Lenkanordnung für Gurtbandanlagen

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011005091A3 (en) 2011-04-14
PL2451730T3 (pl) 2014-09-30
EP2451730B1 (en) 2014-03-19
WO2011005091A2 (en) 2011-01-13
EP2451730A2 (en) 2012-05-16
ES2471515T3 (es) 2014-06-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2003147C2 (nl) Bandtransporteur met een centreersamenstel.
US5653325A (en) Conveyor system for divergence and convergence
JP5248473B2 (ja) 分類装置ベルトコンベア
TWI593614B (zh) 橫移輸送機及分類設備
NL1024009C2 (nl) Loopvlakapplicatieinrichting.
RU2007145500A (ru) Привод загрузочного конвейера и дробилка
NL194201C (nl) Inrichting voor het transporteren van voertuigcarrosserieÙn.
EP3375740A1 (fr) Convoyeur de tri à volets pivotants et installation de tri correspondant
US10974913B1 (en) Tilting tray products sorting apparatus
WO2019077277A1 (fr) Bombage de verre par gravite entre squelette et contre-squelette
FR3020627A1 (fr) Dispositif d'analyse unilaterale de produits par retournement et dispositif de convoyage et de tri automatique l'incorporant
CN101472688B (zh) 用于检查马铃薯或类似物品的设备
JPH11314068A (ja) 食品の選別装置
NL1006993C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het sorteren van producten.
NL1033476C2 (nl) Inrichting voor het orienteren van langwerpige voorwerpen.
KR102095300B1 (ko) 파이프 제조 장치
NL2001183C2 (nl) Afmeetinrichting.
NL8601257A (nl) Werkwijze voor het langrollen van deeg en drukbed ten gebruike bij de werkwijze.
JPH08198422A (ja) 選別機用ベルトコンベア
JP6893829B2 (ja) 分別機構及びそれを使用した異物選別装置
FR3070612B1 (fr) Dispositif de tri de boites
JPH10101205A (ja) パイプコンベヤシステムにおけるベルト端部の押さえ装置
NL9002434A (nl) Kaasontkorstmachine.
TW202102829A (zh) 輪胎試驗機及輪胎試驗機中的輪胎搬運方法
CN200951429Y (zh) 线形移动分级式选别机

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150801