NL2000602C2 - Draaiframe, en railvoertuig. - Google Patents

Draaiframe, en railvoertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL2000602C2
NL2000602C2 NL2000602A NL2000602A NL2000602C2 NL 2000602 C2 NL2000602 C2 NL 2000602C2 NL 2000602 A NL2000602 A NL 2000602A NL 2000602 A NL2000602 A NL 2000602A NL 2000602 C2 NL2000602 C2 NL 2000602C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
locking
swiveled
rail vehicle
pivot
Prior art date
Application number
NL2000602A
Other languages
English (en)
Inventor
Leendert Wijnbergen
Original Assignee
Cbw Holding B V
Ct X Holding Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cbw Holding B V, Ct X Holding Ag filed Critical Cbw Holding B V
Priority to NL2000602A priority Critical patent/NL2000602C2/nl
Priority to EP11169868.4A priority patent/EP2374682B1/en
Priority to EP20080154826 priority patent/EP1982891B9/en
Priority to PL11169868T priority patent/PL2374682T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of NL2000602C2 publication Critical patent/NL2000602C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D3/00Wagons or vans
    • B61D3/04Wagons or vans with movable floors, e.g. rotatable or floors which can be raised or lowered
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D3/00Wagons or vans
    • B61D3/16Wagons or vans adapted for carrying special loads
    • B61D3/20Wagons or vans adapted for carrying special loads for forwarding containers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D47/00Loading or unloading devices combined with vehicles, e.g. loading platforms, doors convertible into loading and unloading ramps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Description

Titel: Draaiframe, en railvoertuig
De uitvinding heeft betrekking op een draaiframe voor een railvoertuig, omvattende een onderifame voor het bevestigen aan een onderstel van het railvoertuig, 5 en een boven frame voor het opnemen van een container, welk bovenframe zwenkbaar is verbonden met het onderframe tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenframe onder een hoek ten opzichte van het onderframe verloopt.
10 Uit NL8800161 is een draaiplateau voor een railvoertuig bekend. Het draaiplateau is bestemd voor het laden van een container van een wegvoertuig op het railvoertuig en omgekeerd. Het onderframe heeft twee langsliggers, die verbonden zijn door drie dwarse bodemplaten. In de praktijk zijn de bodemplaten ongeveer 12-15 mm dik. Het onderframe wordt vast bevestigd aan een spoorwagen, zodat het draaiplateau 15 een integraal onderdeel van de spoorwagen vormt. Een dergelijk aangepaste spoorwagen is slechts geschikt voor het transport van zogenaamde ACTS-containers, d.w.z. containers die overzetbaar zijn tussen een wegvoertuig en een railvoertuig.
De kosten van ombouw van een spoorwagen zijn relatief hoog, bijvoorbeeld als gevolg van de benodigde ombouwtijd. De investeringskosten voor het ombouwen tot 20 een spoorwagen met draaiplateau kunnen slechts worden afgeschreven bij langjarig gebruik van het omgebouwde railvoertuig. De behoefte aan kortlopende transportcontracten neemt echter juist toe. Dit vormt een rem voor de toepassing van ACTS-containers.
Een doel van de uitvinding is een verbeterd draaiframe voor een railvoertuig te 25 verschaffen.
Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat het onderframe is voorzien van een aantal hoekblokken, die losneembaar bevestigbaar zijn aan het onderstel van het railvoertuig. De hoekblokken zijn bijvoorbeeld ISO standaard uitgevoerd, d.w.z. de hoekblokken vormen zogenaamde gestandaardiseerde “comer castings”. Doordat de 30 hoekblokken losneembaar aan een standaard containerrailvoertuig kunnen worden bevestigd, bijvoorbeeld met zogenaamde “ISO vergrendelpennen”, vormt het draaiframe volgens de uitvinding een afneembare wissellaadbak. Het draaiframe past als adapter op een standaard containerdraagwagen voor spoortransport. Als gevolg 2 hiervan is toepassing van het draaiframe flexibel. Een aan een spoorwagen bevestigd draai frame is eenvoudig daarvan afneembaar, waarna die spoorwagen weer als standaard containerdraagwagen inzetbaar is. In de praktijk zijn standaard containerdraagwagens voor spoortransport relatief goedkoop te huren, ook voor kortere 5 periodes, zodat de investeringskosten voor toepassing van ACTS-containers aanzienlijk zijn gereduceerd. Door een aantal adapterframes volgens de uitvinding in voorraad te houden, kan een ACTS-verhuurmaatschappij verder flexibel en snel inspelen op vragen uit de markt.
In een uitvoeringsvorm is het onderffame zodanig is uitgevoerd, dat het 10 onderframe uitsluitend via de hoekblokken bevestigbaar is aan het onderstel van het railvoertuig. Het onderffame is slechts via de hoekblokken geborgd aan het onderstel van het railvoertuig. Het onderframe is zelfdragend, d.w.z. het onderframe kan een op het draaiframe geladen container dragen zonder ondersteuning tussen de hoekblokken. De krachten die de container uitoefent op het bovenframe, worden door het onderframe 15 overgebracht naar de hoekblokken, waarna de hoekblokken deze krachten wegleiden in het railvoertuig. Het onderstel van het uit NL8800161 bekende draaiplateau zou bezwijken onder invloed van het gewicht van een container als de liggers en grondplaten daarvan niet zijn ondersteund door een railvoertuigonderstel.
In een uitvoeringsvorm is een eerste vergrendelmechanisme voorzien, dat een 20 vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe, en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten opzichte van het onderframe.
Het vergrendelmechanisme kan een blokkeerelement omvatten, dat schamierbaar is om een eerste schamierhartlijn tussen een eerste positie en een tweede positie, die 25 overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de vrijgeefstand, waarbij het blokkeerelement een aanslag heeft, die in de eerste positie van het blokkeerelement het bovenframe in de ingezwenkte stand borgt.
Het blokkeerelement kan op verschillende manieren worden bediend. Bijvoorbeeld heeft het vergrendelmechanisme een bedieningshendel, die schamierbaar 30 is om een tweede schamierhartlijn tussen een eerste positie en een tweede positie, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de vrijgeefstand, waarbij de eerste schamierhartlijn en de tweede schamierhartlijn op onderlinge afstand en in 3 hoofdzaak evenwijdig aan elkaar verlopen, en waarbij het blokkeerelement verplaatsbaar is door de bedieningshendel.
Het blokkeerelement is in dit geval schamierbaar om de eerste schamierhartlijn tussen twee posities, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de 5 vrijgeefstand. De bedieningshendel is schamierbaar om een tweede schamierhartlijn, die in hoofdzaak op afstand van en evenwijdig aan de eerste schamierhartlijn verloopt. De bedieningshendel bezit eveneens twee posities, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de vrijgeefstand.
In de vergrendelstand, d.w.z. het blokkeerelement bevindt zich in de eerste 10 positie, verhindert de aanslag van het blokkeerelement het uitdraaien van het bovenframe vanuit de ingezwenkte stand. De aanslag van het blokkeerelement houdt het bovenframe immers tegen. Door het verplaatsen van de bedieningshendel naar de tweede positie daarvan wordt het blokkeerelement naar de tweede positie daarvan gebracht, waarin de aanslag van het blokkeerelement is wegbewogen uit de baan van 15 het bovenframe. Het bovenframe kan dan uitdraaien ten opzichte van het onderframe.
Overigens kunnen het blokkeerelement en de bedieningshendel op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld zijn het blokkeerelement en de bedieningshendel schamierbaar met elkaar verbonden of heeft de bedieningshendel een excentrische nok die los is opgenomen in een bijbehorende uitsparing in het 20 blokkeerelement.
Opgemerkt wordt dat het uit NL8800161 bekende draaiplateau voor een railvoertuig een schieterpen heeft, die door een veer is voorgespannen naar een borgende positie. Een bedieningshendel kan de schieterpen ontgrendelen. De schieterpen kan echter door slijtage of beschadiging blijven hangen. De 25 bedieningshendel toont dan een vergrendelde stand, terwijl het draaiframe niet is vergrendeld. In tegenstelling tot dit bekende draaiplateau heeft de vergrendeling volgens de bovengenoemde uitvoeringsvorm van de uitvinding een gedwongen vergrendelbeweging met een scharnierend blokkeerelement.
Het is volgens de uitvinding mogelijk, dat de met de vergrendelstand 30 overeenkomende eerste positie van de bedieningshendel een neergelaten positie vormt waarin de bedieningshendel onder het horizontale vlak ligt dat is bepaald door de onderzijde van het bovenframe, en waarbij de met de vrijgeefstand overeenkomende tweede positie van de bedieningshendel een opstaande positie vormt waarin de 4 bedieningshendel naar boven uitsteekt ten opzichte van dat vlak, en waarbij het blokkeerelement beweegbaar is vanuit de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie daarvan naar de met de vrijgeefstand overeenkomende tweede positie daarvan door het verplaatsen van de bedieningshendel vanuit de neergelaten positie 5 naar de opstaande positie, en waarbij de bedieningshendel bij het zwenken van het bovenframe vanuit de ingezwenkte naar de uitgezwenkte stand door het bovenframe vanuit de opstaande positie naar de neergelaten positie wordt gedwongen. Hierdoor is gewaarborgd dat het bovenframe is vergrendeld tenzij de bedieningshendel wordt opgetild.
10 Het zwaartepunt van het blokkeerelement kan op een zodanige afstand van de eerste schamierhartlijn liggen, dat het blokkeerelement onder invloed van zwaartekracht naar de vergrendelstand beweegt als de bedieningshendel zich in de neergelaten positie bevindt. Het blokkeerelement is hierdoor onder invloed van zwaartekracht “voorgespannen” naar de vergrendelstand. Terwijl het bovenframe 15 vanuit de uitgezwenkte stand naar binnen draait, schuift het bovenframe over het blokkeerelement heen. Het bovenframe duwt de aanslag van het blokkeerelement daarbij enigszins naar beneden. Zodra het bovenframe voorbij het blokkeerelement is gedraaid, komt de aanslag van het blokkeerelement onder invloed van zwaartekracht onmiddellijk weer omhoog. Het blokkeerelement bevindt zich dan in de 20 vergrendelstand, waarin het bovenframe is geborgd.
De bedieningshendel wordt opgetild naar de opstaande positie om het blokkeerelement te ontgrendelen. Het bovenframe kan vervolgens over de aanslag van het blokkeerelement bewegen. Daarbijstoot het bovenframe tegen de bedieningshendel aan. Hierdoor valt de bedieningshendel naar de neergelaten positie en komt het 25 blokkeerelement in de vergrendelstand terecht. Doordat het zwaartepunt excentrisch ten opzichte van de schamierhartlijn ligt, is een lichte stoot reeds voldoende.
In een uitvoeringsvorm omvat het onderframe een uitsparing voor het opnemen van een gedeelte van de bedieningshendel in de neergelaten positie daarvan, waarbij een in de uitsparing opgenomen gedeelte van de bedieningshendel borghaar is door een 30 borgorgaan. De bedieningshendel kan slechts uit de neergelaten positie worden opgetild als het borgorgaan is verwijderd. In de vergrendelde positie steekt het borgorgaan bij voorkeur rechtop uit vanaf het onderframe. Hiermee is duidelijk zichtbaar aangegeven dat het bovenframe is vergrendeld.
5
In een uitvoeringsvorm omvat het vergrendelmechanisme een draaias met een daaraan bevestigd vergrendelorgaan, welke draaias zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van het onderframe uitstrekt en draaibaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de 5 vrijgeefstand, waarbij het vergrendelorgaan een verdere aanslag heeft, die in de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie van de draaias het bovenframe in de ingezwenkte stand borgt. De draaias met het vergrendelorgaan vormt een tweede uitdraaivergrendeling - naast de vergrendeling door het blokkeerelement. De draaias is bijvoorbeeld handmatig bedienbaar door een hefboom die radiaal is bevestigd aan de 10 draaias.
Daarbij kan het bovenframe zijn voorzien van twee langsliggers, die op onderlinge afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht, waarbij het vergrendelorgaan ten minste twee vergrendelstroken omvat, die in de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie van het vergrendelorgaan aan 15 weerszijden van een langsligger omhoog uitsteken in de ingezwenkte stand van het bovenframe, en waarbij ten minste een vergrendelstrook bij het draaien van de draaias vanuit de met de vrijgeefstand overeenkomende tweede positie tegen een langsligger beweegt als het bovenframe zich tussen de ingezwenkte en uitgezwenkte stand bevindt voor het verhinderen dat de draaias naar de eerste positie draaibaar is na het zwenken 20 vanuit de ingezwenkte stand. Hierdoor is gewaarborgd dat de tweede vergrendeling slechts gesloten kan worden als het draaiframe, met of zonder container, in de veilige ingezwenkte middenpositie staat.
Het is mogelijk, dat het onderframe aan een voorzijde daarvan is voorzien van een haakorgaan, dat schamierbaar is tussen een gesloten positie voor het aangrijpen op 25 een voorgedeelte van een op het bovenframe op te nemen container, en een geopende positie, en waarbij de draaias door een overbrengingsmechanisme is verbonden met het haakorgaan. Het haakorgaan vormt bijvoorbeeld een in hoofdzaak verticale containerborging. Door het bedienen van de tweede uitdraaivergrendeling verplaatst men tegelijkertijd het haakorgaan.
30 Het overbrengingsmechanisme kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd.
Bijvoorbeeld is het overbrengingsmechanisme zodanig uitgevoerd, dat het haakorgaan bij het draaien van de draaias scharniert in een richting die tegengesteld is aan de draairichting van de draaias. Hierdoor wordt het haakorgaan eenvoudig in de gesloten 6 positie gefixeerd. Bij een plotselinge vertraging, bijvoorbeeld tijdens een rangeerbotsing, ondervindt het haakorgaan een kracht naar de geopende positie, terwijl de bedieningshefboom van de draaias echter naar de vergrendelstand wil draaien. Als gevolg van de tegengestelde draairichtingen blijft de vergrendeling gesloten.
5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een railvoertuig, omvattende een onderstel, een aantal wielen, die draaibaar zijn verbonden met het onderstel, alsmede een draaiframe, dat is voorzien van een onderframe voor het bevestigen aan het onderstel, en een bovenframe voor het opnemen van een container, welk bovenframe zwenkbaar is verbonden met het onderframe tussen een ingezwenkte stand, waarin het 10 bovenframe in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenffame onder een hoek ten opzichte van het onderframe verloopt. Het onderframe is volgens de uitvinding voorzien van een aantal hoekblokken, die losneembaar bevestigbaar zijn aan het onderstel van het railvoertuig. Bijvoorbeeld is het onderframe in hoofdzaak uitsluitend via de hoekblokken dragend 15 bevestigd aan het onderstel van het railvoertuig.
In een uitvoeringsvorm is het draaiframe voorzien van een vergrendelmechanisme, dat een vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe, en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten 20 opzichte van het onderframe. Daarbij is het vergrendelmechanisme bijvoorbeeld uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een draaiframe voor een 25 railvoertuig volgens de uitvinding, omvattende een onderframe en een bovenframe, waarbij het bovenframe zich in de ingezwenkte stand bevindt.
Figuur 2 toont een aanzicht in perspectief van het in figuur 1 weergegeven draaiframe, waarbij het bovenframe zich in de uitgezwenkte stand bevindt.
Figuur 3a toont een vergroot aanzicht in perspectief van het 30 vergrendelmechanisme van het in figuur 1 weergegeven draaiframe.
Figuur 3b-e tonen schematische zijaanzichten van het in figuur 3a weergegeven vergrendelmechanisme.
7
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van een gedeelte van het in figuur 1 weergegeven draaiframe.
Figuur 5a toont een zijaanzicht van de verticale vergrendeling van het vergrendelmechanisme van het in figuur 1 weergegeven draaiframe, waarbij de 5 verticale vergrendeling zich in de gesloten stand bevindt.
Figuur 5b toont een detail Vb uit figuur 5a.
Figuur 5c toont een detail Vc uit figuur 5a.
Figuur 5d toont een zijaanzicht van de in figuur 5a getoonde verticale vergrendeling, die zich in de geopende stand bevindt.
10 Figuur 5e toont een detail Ve uit figuur 5d.
Het draaiframe voor een railvoertuig is in de figuren in zijn geheel aangeduid met 1. Het draaiframe 1 is uitgevoerd voor het laden van een container van een wegvoertuig op een railvoertuig en omgekeerd. Het draaiframe 1 omvat een onderframe 3 voor het bevestigen aan een onderstel van het railvoertuig (niet getoond). Het draaiframe 1 heeft 15 een bovenframe 5, dat via een zwenkschamier 18 zwenkbaar is verbonden met het onderframe 3. Een dergelijk zwenkschamier 18, bijvoorbeeld in de vorm van een rollenkrans, kogelkrans of dergelijke, is op zichzelf bekend en zal derhalve niet nader worden beschreven.
Het onderframe 3 heeft een langshartlijn 14. Het onderframe 3 omvat een aantal 20 langsliggers 7, die zich elk in hoofdzaak evenwijdig aan de langshartlijn 14 uitstrekken. De langsliggers 7 zijn verbonden door een aantal dwarsliggers 8. Bij de hoeken van het onderframe 3 zijn hoekblokken 12 aangebracht. De hoekblokken 12 zijn ISO standaard uitgevoerd, d.w.z. de hoekblokken 12 vormen gestandaardiseerde comer castings. Het onderframe 3 is door toepassing van de comer castings 12 vastzetbaar aan een 25 standaard containerrailvoertuig. Hiervoor worden de comer castings 12 losneembaar bevestigd aan het onderstel van het railvoertuig, bijvoorbeeld door middel van ISO vergrendelpennen (“twist locks”).
Het onderframe 3 met de langsliggers 7 en dwarsliggers 8 is zelfdragend en slechts via de corner castings 12 verbonden met het railvoertuig. Het onderframe 3 is 30 tijdens transport via de corner castings 12 opgelegd op het onderstel van het railvoertuig. Het gewicht van een op het bovenframe 5 mstende container wordt via de langsliggers 7 en dwarsliggers 8 en de genormaliseerde comer castings 12 doorgeleid 8 naar het railvoertuig. Het draaiframe 1 vormt daarmee een afneembare wissellaadbak, die als adapter op een standaard containerdraagwagen voor spoortransport past.
In dit uitvoeringsvoorbeeld is verder een dwarsplaat 9 aangebracht tussen twee dwarsliggers 8 ter plaatse van het zwenkschamier 18. Het onderframe 3 bezit een 5 boogvormig deel 10. Aan de voorzijde van het onderframe 3 zijn twee aanslagen 11 aangebracht. Bij een botsing verhinderen de aanslagen 11 dat een op het draaiframe 1 opgenomen container naar voren kan schieten.
Het bovenframe 5 heeft een langshartlijn 15. Het bovenframe 5 is zwenkbaar tussen een ingezwenkte en uitgezwenkte stand. In de in figuur 1 getoonde ingezwenkte 10 stand is de langshartlijn 14 van het onderframe 3 in hoofdzaak evenwijdig aan de langshartlijn 15 van het bovenframe 5 . In de in figuur 2 getoonde uitgezwenkte stand snijden die langshartlijnen 14,15 van het onderframe 3 respectievelijk het bovenframe 5 elkaar.
Het bovenframe 5 omvat twee langsdragers 16, die zich elk in hoofdzaak 15 evenwijdig aan de langshartlijn 15 uitstrekken. De langsdragers 16 zijn met elkaar verbonden via dwarselementen 17. Tussen de langsdragers 16 zijn een aantal wielen 19 aangebracht, die verrijdbaar zijn over het boogvormig deel 10 van het onderframe 3.
Het draaiframe 1 omvat een vergrendelmechanisme 30, waarmee het bovenffame 5 in de ingezwenkte stand vergrendelbaar is ten opzichte van het onderframe 3. Het 20 vergrendelmechanisme 30 heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld een eerste uitdraaivergrendeling, een tweede uitdraaivergrendeling en een verticale vergrendeling. Het vergrendelmechanisme 30 wordt thans nader toegelicht aan de hand van figuur 3 a- e.
De eerste uitdraaivergrendeling van het vergrendelmechanisme 30 omvat een 25 blokkeerelement 32 dat schamierbaar om een eerste schamierhartlijn 35 is verbonden met het onderframe 3. Het blokkeerelement 32 kan tuimelen om de schamierhartlijn 35 tussen twee posities. In de in figuur 3a, 3b getoonde positie is het gedeelte van het blokkeerelement 32 dat zich vanaf de schamierhartlijn 35 dwars naar binnen uitstrekt, enigszins omhoog gekanteld. Dit gedeelte vormt een aanslaggedeelte met aan het 30 kopeind daarvan een aanslag 38 die kan samen werken met een nok 23 op de langsdrager 16 van het bovenframe 5. Het bovenframe 5 is dan vergrendeld.
Het zwaartepunt van het blokkeerelement 32 ligt aan de zijde van de schamierhartlijn 35 die is afgekeerd van de aanslag 38 - in dit uitvoeringsvoorbeeld 9 tussen de schamierhartlijn 35 en de buitenste langsligger 7 van het onderframe 3. Het gedeelte van het blokkeerelement 32, dat zich vanaf de schamierhartlijn 35 dwars naar buiten uitstrekt, vomit een contra-gewicht. Het blokkeerelement 32 valt zonder invloed van buiten naar de in figuur 3a, 3b, 3e getoonde vergrendelde positie.
5 Verder is een bedieningshendel 33 voorzien, die schamierbaar om een tweede schamierhartlijn 36 is verbonden met het onderframe 3. De eerste en tweede schamierhartlijn 35,36 verlopen op onderlinge afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar. Als het bovenframe 5 is vergrendeld, heeft de bedieningshendel 33 een neergelaten positie, zie figuur 3a. De bedieningshendel 33 ligt dan onder het 10 horizontale vlak dat is bepaald door de onderzijde van het boven frame 5.
Vanuit de neergelaten positie draait de bedieningshendel 33 door het optillen daarvan om de tweede schamierhartlijn 36 naar een opstaande positie (figuur 3c). Hierbij duwt de bedieningshendel 32 tegen het blokkeerelement 32, zodat de aanslag 38 naar beneden kantelt. Het blokkeerelement 32 bereikt hierdoor de in figuur 3c getoonde 15 tweede positie, waarin het bovenframe 5 is vrijgegeven.
Bij het uitdraaien van het bovenframe 5 stoot de langsdrager 16 van het bovenframe 5 tegen de bedieningshendel 33 (zie figuur 3d). Hierdoor valt de bedieningshendel 33 terug naar de neergelaten positie. Om duidelijk zichtbaar aan te geven dat het bovenframe 5 is vergrendeld, is een borgorgaan 41 voorzien. Het 20 borgorgaan 41 kan een horizontale en verticale stand innemen. Het onderframe 3 heeft een uitsparing 40 (zie figuur 3a), waarin een gedeelte van de bedieningshendel 33 opneembaar is. Nadat de bedieningshendel 33 in de uitsparing 40 ligt, kan het borgorgaan 41 rechtop over het in die uitsparing 40 opgenomen eind van de bedieningshendel 33 worden geplaatst.
25 Bij het indraaien van het bovenframe 5 maakt de in figuur 1, 2 en 3a getoonde oploopslof 22 contact met het bovenoppervlak van het aanslaggedeelte van het blokkeerelement 32. De oploopslof 22 versoepelt het indraaien van het bovenframe 5.
De tweede uitdraaivergrendeling van het vergrendelmechanisme 30 omvat een draaias 45, die draaibaar is verbonden met het onderframe 3. Aan de draaias 45 is een 30 vergrendelorgaan bevestigd. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat het vergrendelorgaan vier vergrendelstroken 43, die op afstand van elkaar zijn bevestigd aan de draaias 45.
De draaias 45 kan handmatig met de bedieningshefboom 47 worden verplaatst tussen twee posities.
10
In de eerste positie van de draaias 45 zijn de langsdragers 16 van het bovenframe 5 opgenomen tussen de vergrendelstroken 43. De hoogte van de vergrendelstroken 43 is zodanig dat de bovenranden 46 daarvan uitsteken boven de onderzijde van het bovenframe 5. De vergrendelstroken 43 bezitten elk een aanslag 44 die is toegekeerd 5 naar de langsdragers 16. De aanslagen 44 borgen het bovenframe 5 in de ingezwenkte stand. Door het neerlaten van de bedieningshefboom 47 - naar achteren - komen de vergrendelstroken 43 onder het bovenframe 5 te liggen. De aanslagen 44 houden de langsdragers 16 niet langer tegen, zodat het bovenframe 5 kan uitdraaien.
De vergrendelstroken 43 zijn zodanig gepositioneerd, dat de vergrendelstroken 43 10 slechts de eerste vergrendelde positie kunnen innemen indien het bovenframe 5 zich in de ingezwenkte middenstand bevindt. Als het bovenframe 5 vanuit de middenstand in meer of mindere mate naar buiten is gedraaid, is het omhoog kantelen van de vergrendelstroken 43 onmogelijk doordat het bovenframe 5 dan in de weg zit. Als de bedieningshefboom 47 omhoog staat, is het bovenframe 5 gegarandeerd vergrendeld.
15 De verticale vergrendeling van het vergrendelmechanisme 30 omvat een haakorgaan 50 aan de voorzijde van het onderframe 3 (zie figuur 1 en 4). Het haakorgaan 50 is via een overbrengingsmechanisme 51 verbonden met de draaias 45. Als de bedieningshefboom 47 rechtopstaat, heeft het haakorgaan 50 een gesloten positie, waarin het haakorgaan 50 kan aangrijpen op een onderrand aan de voorzijde 20 van een container. Die container is dan in verticale richting geborgd. Zoals weergegeven in figuur 5a-e omvat het overbrengingsmechanisme 51 een overbrengingsstrook 52, die zich in hoofdzaak in langsrichting van het onderframe 3 uitstrekt. De overbrengingsstrook 52 is zodanig schamierbaar aangebracht tussen de draaias 45 en het haakorgaan 50, dat het haakorgaan 50 naar voren beweegt als de 25 bedieningshefboom 47 naar achteren wordt getrokken. Het haakorgaan 50 verplaatst hierdoor derhalve naar de geopende positie.
In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft de overbrengingsstrook 52 een dwars uitsteeksel 53 (zie figuur 5 a), dat in de gesloten positie van het haakorgaan 50 afsteunt tegen een dwarsligger 8 van het onderframe 3. Hierdoor wordt de overbrengingsstrook 52 30 elastisch vervormd, zodat het haakorgaan 50 in de gesloten positie daarvan stevig is gefixeerd.
11
De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de uitvinding liggen.
Opgemerkt wordt bijvoorbeeld dat de hierboven beschreven vergrendeling 5 zelfstandige betekenis heeft. De uitvinding betreft derhalve tevens een draai frame voor een railvoertuig, omvattende een onderframe voor het bevestigen aan een onderstel van het railvoertuig, en een bovenframe voor het opnemen van een container, welk bovenframe zwenkbaar is verbonden met het onderframe tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe 10 verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenframe onder een hoek ten opzichte van het onderframe verloopt, waarbij een vergrendelmechanisme is voorzien, dat een vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe, en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten opzichte van het 15 onderframe. Daarbij is het vergrendelmechanisme bijvoorbeeld uitgevoerd zoals beschreven in een of meer van de maatregelen volgens een van de conclusies 4-11 en/of in combinatie met een of meer van de kenmerken van het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een railvoertuig, omvattende een 20 onderstel, een aantal wielen, die draaibaar zijn verbonden met het onderstel, alsmede een draaiframe, dat is voorzien van een onderframe voor het bevestigen aan het onderstel, en een bovenframe voor het opnemen van een container, welk bovenframe zwenkbaar is verbonden met het onderframe tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe verloopt, en een 25 uitgezwenkte stand waarin het bovenframe onder een hoek ten opzichte van het onderframe verloopt, waarbij het draaiframe is voorzien van een vergrendelmechanisme, dat een vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe, en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten 30 opzichte van het onderframe, waarbij het onderframe is voorzien van een aantal hoekblokken, die losneembaar bevestigbaar zijn aan het onderstel van het railvoertuig. Daarbij is het vergrendelmechanisme bijvoorbeeld uitgevoerd zoals beschreven in een of meer van de maatregelen volgens een van de conclusies 4-11 en/of in combinatie 12 met een of meer van de kenmerken van het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld.

Claims (19)

1. Draaiframe voor een railvoertuig, omvattende een onderframe (3) voor het bevestigen aan een onderstel van het railvoertuig, en een bovenframe (5) voor het 5 opnemen van een container, welk bovenframe (5) zwenkbaar is verbonden met het onderframe (3) tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe (5) in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenframe (5) onder een hoek ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, met het kenmerk, dat het onderframe (3) is voorzien van een aantal 10 hoekblokken (12), die losneembaar bevestigbaar zijn aan het onderstel van het railvoertuig.
2. Draaiframe volgens conclusie 1, waarbij het onderframe (3) zodanig is uitgevoerd, dat het onderframe (3) uitsluitend via de hoekblokken (12) bevestigbaar is 15 aan het onderstel van het railvoertuig.
3. Draaiframe volgens conclusie 1 of 2, waarbij een vergrendelmechanisme (30) is voorzien, dat een vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe (5) in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe (3), en een vrijgeefstand heeft, 20 waarin het bovenframe (5) vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten opzichte van het onderframe (3).
4. Draaiframe volgens conclusie 3, waarbij het vergrendelmechanisme (30) is voorzien van een blokkeerelement (32), dat schamierbaar is om een eerste 25 schamierhartlijn (35) tussen een eerste positie en een tweede positie, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de vrijgeefstand, en waarbij het blokkeerelement een aanslag (38) heeft, die in de eerste positie van het blokkeerelement (32) het bovenframe (5) in de ingezwenkte stand borgt.
5. Draaiframe volgens conclusie 4, waarbij het vergrendelmechanisme (30) is voorzien van een bedieningshendel (33), die schamierbaar is om een tweede schamierhartlijn (36) tussen een eerste positie en een tweede positie, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de vrijgeefstand, waarbij de eerste 2000602- schamierhartlijn (35) en de tweede schamierhartlijn (36) op onderlinge afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar verlopen, en waarbij het blokkeerelement (32) verplaatsbaar is door de bedieningshendel (33).
6. Draaiframe volgens conclusie 5, waarbij de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie van de bedieningshendel (33) een neergelaten positie vormt waarin de bedieningshendel (33) onder het horizontale vlak ligt dat is bepaald door de onderzijde van het bovenframe (5), en waarbij de met de vrijgeefstand overeenkomende tweede positie van de bedieningshendel (33) een opstaande positie 10 vormt waarin de bedieningshendel (33) naar boven uitsteekt ten opzichte van dat vlak, en waarbij het blokkeerelement (32) beweegbaar is vanuit de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie daarvan naar de met de vrijgeefstand overeenkomende tweede positie daarvan door het verplaatsen van de bedieningshendel (33) vanuit de neergelaten positie naar de opstaande positie, en waarbij de bedieningshendel (33) bij 15 het zwenken van het bovenframe (5) vanuit de ingezwenkte naar de uitgezwenkte stand door het bovenframe (5) vanuit de opstaande positie naar de neergelaten positie wordt gedwongen.
7. Draaiframe volgens conclusie 6, waarbij het zwaartepunt van het 20 blokkeerelement (32) op een zodanige afstand van de eerste schamierhartlijn (35) ligt, dat het blokkeerelement (32) onder invloed van zwaartekracht naar de vergrendelstand beweegt als de bedieningshendel (33) zich in de neergelaten positie bevindt.
8. Draaiframe volgens conclusie 6 of 7, waarbij het onderframe (3) is voorzien van 25 een uitsparing (40) voor het opnemen van een gedeelte van de bedieningshendel (32) in de neergelaten positie daarvan, en waarbij een in de uitsparing (40) opgenomen gedeelte van de bedieningshendel (33) borghaar is door een borgorgaan (41).
9. Draaiframe volgens een van de conclusies 3-8, waarbij het 30 vergrendelmechanisme (30) is voorzien van een draaias (45) met een daaraan bevestigd vergrendelorgaan (43), welke draaias (45) zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van het onderframe (3) uitstrekt en draaibaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, die overeenkomen met de vergrendelstand respectievelijk de vrijgeefstand, waarbij het vergrendelorgaan (43) een verdere aanslag (44) heeft, die in de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie van de draaias (45) het bovenframe (5) in de ingezwenkte stand borgt.
10. Draaiframe volgens conclusie 9, waarbij het bovenframe (5) is voorzien van twee langsliggers (7), die op onderlinge afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht, en waarbij het vergrendelorgaan ten minste twee vergrendelstroken (43) omvat, die in de met de vergrendelstand overeenkomende eerste positie van het vergrendelorgaan aan weerszijden van een langsligger (7) omhoog uitsteken in de 10 ingezwenkte stand van het bovenframe (5), en waarbij ten minste een vergrendelstrook (43) bij het draaien van de draaias (45) vanuit de met de vrijgeefstand overeenkomende tweede positie tegen een langsligger (7) beweegt als het bovenframe zich tussen de ingezwenkte en uitgezwenkte stand bevindt voor het verhinderen dat de draaias (45) naar de eerste positie draaibaar is na het zwenken vanuit de ingezwenkte stand.
11. Draaiframe volgens conclusie 9 of 10, waarbij het onderframe (3) aan een voorzijde daarvan is voorzien van een haakorgaan (50), dat schamierbaar is tussen een gesloten positie voor het aangrijpen op een op het bovenframe (5) op te nemen container, en een geopende positie, en waarbij de draaias (45) door een 20 overbrengingsmechanisme (51) is verbonden met het haakorgaan (50).
12. Draaiframe volgens conclusie 11, waarbij het overbrengingsmechanisme (51) zodanig is uitgevoerd, dat het haakorgaan (50) bij het draaien van de draaias (45) scharniert in een richting die tegengesteld is aan de draairichting van de draaias (45). 25
13. Railvoertuig, omvattende een onderstel, een aantal wielen, die draaibaar zijn verbonden met het onderstel, alsmede een draaiframe (1), dat is voorzien van een onderframe (3) voor het bevestigen aan het onderstel, en een bovenframe (5) voor het opnemen van een container, welk bovenframe (5) zwenkbaar is verbonden met het 30 onderframe (3) tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe (5) in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenframe (5) onder een hoek ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, met het kenmerk, dat het onderframe (3) is voorzien van een aantal hoekblokken (12), die losneembaar bevestigbaar zijn aan het onderstel van het railvoertuig.
14. Railvoertuig volgens conclusie 13, waarbij het onderframe (3) in hoofdzaak 5 uitsluitend via de hoekblokken (12) is bevestigd aan het onderstel van het railvoertuig.
15. Railvoertuig volgens conclusie 13 of 14, waarbij het draaiframe (1) is voorzien van een vergrendelmechanisme (30), dat een vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe (5) in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe 10 (3), en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe (5) vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten opzichte van het onderframe (3).
16. Draaiframe voor een railvoertuig, omvattende een onderframe (3) voor het bevestigen aan een onderstel van het railvoertuig, en een bovenframe (5) voor het 15 opnemen van een container, welk bovenframe (5) zwenkbaar is verbonden met het onderframe (3) tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe (5) in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenframe (5) onder een hoek ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, waarbij een vergrendelmechanisme (30) is voorzien, dat een vergrendelstand 20 heeft, waarin het bovenframe (5) in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe (3), en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe (5) vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten opzichte van het onderframe (3).
17. Draaiframe volgens conclusie 16, waarbij het draaiframe is uitgevoerd volgens 25 het kenmerk van een van de conclusies 4-12.
18. Railvoertuig, omvattende een onderstel, een aantal wielen, die draaibaar zijn verbonden met het onderstel, alsmede een draaiframe (1), dat is voorzien van een onderframe (3) voor het bevestigen aan het onderstel, en een bovenframe (5) voor het 30 opnemen van een container, welk bovenframe (5) zwenkbaar is verbonden met het onderframe (3) tussen een ingezwenkte stand, waarin het bovenframe (5) in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, en een uitgezwenkte stand waarin het bovenframe (5) onder een hoek ten opzichte van het onderframe (3) verloopt, waarbij het draaiframe (1) is voorzien van een vergrendelmechanisme (30), dat een vergrendelstand heeft, waarin het bovenframe (5) in de ingezwenkte stand is vergrendeld ten opzichte van het onderframe (3), en een vrijgeefstand heeft, waarin het bovenframe (5) vanuit de ingezwenkte stand daarvan kan zwenken ten opzichte van het onderframe (3). 5
19. Railvoertuig volgens conclusie 18, waarbij het draaiframe is uitgevoerd volgens het kenmerk van een van de conclusies 4-12. 2000602-
NL2000602A 2007-04-20 2007-04-20 Draaiframe, en railvoertuig. NL2000602C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000602A NL2000602C2 (nl) 2007-04-20 2007-04-20 Draaiframe, en railvoertuig.
EP11169868.4A EP2374682B1 (en) 2007-04-20 2008-04-18 Swivel frame, and rail vehicle
EP20080154826 EP1982891B9 (en) 2007-04-20 2008-04-18 Swivel frame, and rail vehicle
PL11169868T PL2374682T3 (pl) 2007-04-20 2008-04-18 Rama obrotowa i pojazd szynowy

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000602A NL2000602C2 (nl) 2007-04-20 2007-04-20 Draaiframe, en railvoertuig.
NL2000602 2007-04-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000602C2 true NL2000602C2 (nl) 2008-10-24

Family

ID=38787057

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000602A NL2000602C2 (nl) 2007-04-20 2007-04-20 Draaiframe, en railvoertuig.

Country Status (3)

Country Link
EP (2) EP2374682B1 (nl)
NL (1) NL2000602C2 (nl)
PL (1) PL2374682T3 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR101404049B1 (ko) * 2012-07-30 2014-06-10 (주)범창종합기술 화차용 무동력 회전장치
KR101404050B1 (ko) * 2012-07-30 2014-06-10 (주)범창종합기술 무동력 회전장치를 이용한 환적 시스템
CN104527669B (zh) * 2015-01-05 2017-06-06 中车齐齐哈尔车辆有限公司 锁定装置及具有其的驮背运输车
RU177592U1 (ru) * 2016-11-14 2018-03-01 Акционерное Общество "Научно-Внедренческий Центр "Вагоны" Вагон-платформа со съемным кузовом
CN107914719B (zh) * 2017-11-09 2019-06-25 中车长江车辆有限公司 一种驼背运输车的底架
CN111301449A (zh) * 2020-02-28 2020-06-19 中车齐齐哈尔车辆有限公司 一种旋转装卸货的驮背运输系统
CN112093301B (zh) * 2020-09-29 2022-06-21 中车齐齐哈尔车辆有限公司 运车架及具有其的集装箱

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8800161A (nl) 1988-01-25 1989-08-16 Ark Bv De Draaiplateau voor een railvoertuig.
NL8903019A (nl) * 1989-12-07 1991-07-01 Ark Bv De Vergrendelingsinrichting voor container.
EP0516586A1 (de) * 1991-05-27 1992-12-02 Tuchschmid Ag Vorrichtung zur seitlichen Verriegelung eines Drehrahmens auf einem Bahnwagen
EP0911238A1 (de) * 1997-10-24 1999-04-28 Manfred Sirch Transportvorrichtung für Container auf Eisenbahnwaggons

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8800161A (nl) 1988-01-25 1989-08-16 Ark Bv De Draaiplateau voor een railvoertuig.
NL8903019A (nl) * 1989-12-07 1991-07-01 Ark Bv De Vergrendelingsinrichting voor container.
EP0516586A1 (de) * 1991-05-27 1992-12-02 Tuchschmid Ag Vorrichtung zur seitlichen Verriegelung eines Drehrahmens auf einem Bahnwagen
EP0911238A1 (de) * 1997-10-24 1999-04-28 Manfred Sirch Transportvorrichtung für Container auf Eisenbahnwaggons

Also Published As

Publication number Publication date
EP1982891B1 (en) 2013-06-12
EP2374682B1 (en) 2018-01-17
PL2374682T3 (pl) 2018-10-31
EP2374682A1 (en) 2011-10-12
EP1982891B9 (en) 2013-09-04
EP1982891A1 (en) 2008-10-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000602C2 (nl) Draaiframe, en railvoertuig.
RU2356767C2 (ru) Железнодорожный грузовой вагон
US8353524B2 (en) Wheeled cart slidable onto horizontal surface
DK2848473T3 (en) Lastbærer for mounting on a vehicle's rear end
US20090191036A1 (en) Container unloading device
US6473926B2 (en) Cross traffic legs for dock leveler
US6962473B2 (en) Apparatus for transferring containers and flat racks from a truck to a trailer
CA2838260C (en) Support device for a laterally displaceable railway waggon
EP1930260B1 (en) Transporting Vehicles
NL9000030A (nl) Wagen voor het opnemen en verplaatsen van containers en werkwijze voor het gebruiken daarvan.
NL8600714A (nl) Container voor korrelvormige stoffen voor het wegtransport.
EP0431690A1 (en) Locking device for container
KR102139821B1 (ko) 버스 수화물 슬라이드 적재장치
CS158392A3 (en) Device for side securing of a wagon rotary frame
US3606043A (en) Lock means for door operating mechanism
NL1020032C2 (nl) Hefinrichting voor belading van een voertuig.
NL8700829A (nl) Inrichting aan een vuilniswagen voor het ledigen van mini-containers.
SU182051A1 (ru) Склад для хранения штучных грузов
NL2014362B1 (en) Ferris wheel.
NL9100719A (nl) Inrichting voor het transporteren van een vleugel.
NL8005573A (nl) Uitneembare middenstijlconstructie voor een huifcarrosserie of dergelijke.
JPH072134U (ja) 貨物自動車等のテ−ルゲ−トリフタ−のゲ−ト板の構造
CS158292A3 (en) Device for securing a load carrier to a wagon rotary frame
GB2296231A (en) Ramp Device
NL8801768A (nl) Aanhangwagen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170501