NL194878C - Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting. - Google Patents

Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL194878C
NL194878C NL8702558A NL8702558A NL194878C NL 194878 C NL194878 C NL 194878C NL 8702558 A NL8702558 A NL 8702558A NL 8702558 A NL8702558 A NL 8702558A NL 194878 C NL194878 C NL 194878C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reproduction
video signal
speed
heads
recording
Prior art date
Application number
NL8702558A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8702558A (nl
NL194878B (nl
Inventor
Sadayuki Inoue
Toshifumi Fujii
Original Assignee
Mitsubishi Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP61257408A external-priority patent/JPH0614726B2/ja
Priority claimed from JP62160347A external-priority patent/JP2804757B2/ja
Priority claimed from JP10914987U external-priority patent/JPH067647Y2/ja
Application filed by Mitsubishi Electric Corp filed Critical Mitsubishi Electric Corp
Publication of NL8702558A publication Critical patent/NL8702558A/nl
Publication of NL194878B publication Critical patent/NL194878B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194878C publication Critical patent/NL194878C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/008Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires
    • G11B5/00813Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes
    • G11B5/00847Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes on transverse tracks
    • G11B5/0086Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes on transverse tracks using cyclically driven heads providing segmented tracks
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/1808Driving of both record carrier and head
    • G11B15/1875Driving of both record carrier and head adaptations for special effects or editing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/005Reproducing at a different information rate from the information rate of recording
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/78Television signal recording using magnetic recording
    • H04N5/782Television signal recording using magnetic recording on tape
    • H04N5/783Adaptations for reproducing at a rate different from the recording rate
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/91Television signal processing therefor
    • H04N5/93Regeneration of the television signal or of selected parts thereof
    • H04N5/937Regeneration of the television signal or of selected parts thereof by assembling picture element blocks in an intermediate store
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)

Description

1 194878 videosignaairegistratie- en -reproductie-inrichting
De uitvinding heeft betrekking op een videosignaairegistratie- en -reproductie-inrichting, waarbij een videosignaal van ten minste één rasterperiode in een L-kanalen/S-segmentenregistratiesysteem op een 5 aantal sporen op een registratiemedium wordt geregistreerd, waarbij L en S respectievelijk positieve gehele getallen zijn die nooit gelijktijdig gelijk aan één zijn, waarbij de inrichting ten minste één voor elk van de L-kanalen voorziene roterende reproductiekop voor het reproduceren van een videosignaal op het registratiemedium omvat, een met de roterende reproductiekop gekoppelde verwerkingsinrichting voor het demoduleren van het door de roterende reproductiekop gereproduceerde videosignaal, waarbij de 10 verwerkingsinrichting het gedemoduleerde videosignaal afgeeft, een opslaginrichting voor het opslaan van het vanaf de verwerkingsinrichting afgegeven videosignaal, een opslagstuurinrichting voor het zo sturen van de opslaginrichting, dat het videosignaal synchroon met een uit het gereproduceerde signaal gedetecteerd synchronisatiesignaal in de opslaginrichting wordt geschreven en dat het videosignaal asynchroon met het synchronisatiesignaal wordt uitgelezen, en een registratiemediumloopstuurinrichting voor het selecteren van 15 de loopsnelheid van het registratiemedium.
Kwaliteitsverbetering van een beeld op basis van reproductie met veranderde of hoge snelheid van de VTR (videobandrecorder) met een registratiesysteem (enkelkanaals/enkelsegmentsregistratiesysteem) voor het registreren van videosignalen voor één raster op één spoor van een magnetische band is tot nu toe bereikt door zeer nauwkeurige besturing van de loop van de magneetband of door gebruik van speciale 20 reproductiekoppen. Met recente tendensen naar een afmeting in prijs van halfgeleiderproducten, zoals geheugens, en naar hogere snelheid/hogere dichtheid daarvan, zijn sommige VTR’s aangeboden waarin een rastergeheugen is opgenomen om reproductie bij veranderde snelheid uit te voeren.
Een dergelijke inrichting alsmede een techniek voor het verbeteren van de kwaliteit van het beeld op basis van reproductie wordt bijvoorbeeld geopenbaard en toegelicht in de publicatie "Zeitlupenwiedergabe 25 und Suchlauf bei "Segmented Field”-Videorecordem”door Jürgen Heitmann uit de Rundfunktechn. Mitteilungen, jaargang 22 (1978) H.1.
Het gebruikelijke videosignaalregistratie/reproductieapparaat dat de hierboven beschreven opbouw heeft gaat vergezeld van het probleem van de aanwezigheid van de uitval van de videosignalen ten tijde van de reproductie met veranderde snelheid, ondanks het gebruik van het rastergeheugen, hetgeen het onmogelijk 30 maakt visueel gunstige beelden te verkrijgen.
Dienovereenkomstig is het een algemeen doel van de onderhavige uitvinding het hierboven genoemde probleem op te lossen.
Het is een ander doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een videosignaairegistratie/ reproductieapparaat dat reproductie met hoge of veranderde snelheid kan bereiken, die geen afneming in 35 de signaal/ruisverhouding veroorzaakt en geen vaste ruisband tot stand brengt.
Meer in het bijzonder heeft de uitvinding op de hoge snelheidsreproductie in een videosignaairegistratie* en reproduceerinrichting, waarbij in één raster of één beeld verkregen beeldinformatie in een aantal stukken wordt verdeeld. Voor het bereiken van de gewenste hoge snelheidsreproductie is overeenkomstig de uitvinding de registratiemediumloopstuurinrichting zo ingericht, dat zij in het geval van hoge snelheidsterug-40 speling de loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om (N + m/M) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, en m en M positieve gehele getallen zijn die geen gemeenschappelijke deler behalve één hebben en dat er geen geheel getal r bestaat dat voldoet aan de vergelijking: (N + m/M) x M x k = r x S, waarin K=1, 2, 3, --, S - 1 en M > m.
45 Andere verbijzonderingen van de videosignaairegistratie- en -reproductie-inrichting volgens de uitvinding worden beschreven in de onderconclusies 2 tot en met 14.
De reproductie bij veranderde snelheid, waarbij gebruik van het rastergeheugen wordt gemaakt, zal als volgt aan de hand van een eerste deel van de tekening worden toegelicht, waarin: 50 figuur 1 een blokschema van een videosignaalregistratie/reproductieapparaat is, dat een gebruikelijk enkelkanaals/enkelsegmentsregistratiesysteem gebruikt; figuren 2(a) en 2(b) de werking van het in figuur 1 getoonde apparaat illustreren; figuren 3(a) tot en met 3(d) het concept van het tweekanalen/driesegmenten registratiesysteem laten zien; figuur 4 een blokschema van een ander gebruikelijk videosignaalregistratie/reproductieapparaat is, dat 55 het meerkanalen/meersegmentenregistratiesysteem gebruikt; figuren 5(a) tot en met 5(c) een bedrijfstype van het in figuur 2 getoonde apparaat illustreren, wanneer het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt; en 194878 2 figuren 6(a) tot en met 6(d) een ander bedrijfstype van het in figuur 4 getoonde apparaat illustreren.
De hierboven genoemde en andere doelen en voordelen van de uitvinding zullen vollediger hierna blijken uit een in beschouwing neming van de volgende beschrijving die wordt geboden in verband met een tweede en laatste helft van de tekening, waarin sommige uitvoeringsvormen bij wijze van voorbeeld zijn geïllus-5 tréerd en waarin: figuur 7 een blokschema van de eerste uitvoeringsvorm van een videosignaalregistratie/ reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding is; figuren 8(a) tot en met 8(e) een bedrijfstype van het in figuur 7 getoonde apparaat illustreren; figuur 9 een blokschema van de tweede uitvoeringsvorm van een videosignaalregistratie/ 10 reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding is; figuren 10(a) tot en met 10(d) een bedrijfstype van het in figuur 9 getoonde apparaat illustreren; figuren 11(a) tot en met 11(c) een bedrijfstype van de derde uitvoeringsvorm van een videosignaalregistratie/reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding illustreren; figuren 12(a) tot en met 12(c) een ander bedrijfstype van de derde uitvoeringsvorm illustreren; 15 figuur 13 een blokschema van de vierde uitvoeringsvorm van een videosignaalregistratie/ reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding is; figuur 14(a) de plaatsing van de in het in figuur 13 getoonde apparaat gebruikte koppen laat zien; figuur 14(b) laat zien hoe de koppen op de sporen in het in figuur 13 getoonde apparaat worden geplaatst; 20 figuur 14(c) toont de betrekking tussen de spoorpatronen en de aftastplaatsen van de koppen; figuren 15(a) tot en met 15(e) een bedrijfstype van het in figuur 13 getoonde apparaat illustreren; figuenr 16(a) tot en met 16(c) een ander bedrijfstype van het in figuur 13 getoonde apparaat illustreren; figuren 17(a) en 17(b) een ander voorbeeld van de plaatsing van de in het in figuur 13 getoonde apparaat gebruikte koppen laten zien.
25
In deze figuren worden dezelfde elementen of delen aangeduid door dezelfde verwijzingsgetallen of -symbolen.
Figuur 1 is een schema dat een gebruikelijk systeem voor reproductie met veranderde snelheid van een VTR illustreert, dat het rastergeheugen gebruikt. Informatie die op een magneetband 1 is geregistreerd, 30 wordt door middel van roterende koppen 1a en 1b die verschillende azimuthoeken ten opzichte van elkaar hebben, gereproduceerd. Uitgangssignalen van de roterende koppen 1a en 1b worden gezonden aan en versterkt door kopversterkers 2a en 2b. Welke ene van de uitgangssignalen van de kopversterkers 2a en 2b dan ook wordt gekozen door een schakelketen 3. Het door de schakelketen 3 gekozen uitgangssignaal wordt gegeven aan een videoverwerkingsschakeling 4 die het uitgangssignaal van schakelketen 3 35 FM-demoduleert. Daarna wordt een videosignaal gereproduceerd en wordt tegelijkertijd een synchronisatie-signaal gedetecteerd.
Het door de schakelketen 3 gekozen uitgangssignaal wordt eveneens gezonden aan een omhullende detectieschakeling 5 waardoor een omhullende van het gereproduceerde FM-signaal wordt verkregen. De uitgangssignalen van de omhullende detectieschakeling 5 worden toegevoerd aan een vergelijker 6 om te 40 worden vergeleken met een van tevoren bepaald niveau. Een resulterend signaal van de vergelijker 6 wordt gezonden aan een geheugenstuurschakeling 7. Daarna voert de geheugenstuurschakeling 7 een schrijfvrij-gavesignaal toe aan een rastergeheugen 8 om schrijf besturing uit te voeren op basis van het door de videosignaalverwerkingsschakeling 4 gezonden synchronisatiesignaal en van het stuursignaal van de vergelijker 6 en voert deze verder asynchroon met het synchronisatiesignaal uitleesbesturing uit.
45 Een stuurkop 9 is aangebracht en dient om een op de magneetband 1 geregistreerd tweede stuursignaal te lezen, teneinde dit aan een loopstuurschakeling 10 te zenden. De loopstuurschakeling 10 zendt een aanstuursignaal aan een motoraanstuurinrichting 11 op basis van het door de stuurkop 9 gelezen tweede stuursignaal. Motoraanstuurorgaan 11 stuurt een kaapstandermotor 12 aan. De rotatiefrequentie van deze kaapstandermotor 12 wordt gedetecteerd en aan de loopstuurschakeling 10 gezonden.
50 Vervolgens zal de werking van het reproductiesysteem van de VTR volgens de stand van de techniek worden beschreven onder verwijzing naar figuren 1 tot en met 3 en in het geval van een reproductie met hoge snelheid die wordt bewerkstelligd bij een N-voudige snelheid [N = ± 2, ± 4, ± 6, ...; (±) geeft de looprichting aan, (+) geeft aan dat reproductie in dezelfde richting wordt uitgevoerd als die bij de gewone reproductie en (-) laat zien dat de reproductierichting tegengesteld aan de gewone richting is]. Figuur 2(a) 55 laat de betrekking tussen de registratiesporen en de aftastplaatsen van de koppen zien, wanneer N gelijk is aan zes en de magneetband in de door de pijl X aangegeven richting loopt.
In figuren 2(a) en 2(b) geven ”R” en ”L” die op de sporen zijn geschreven aan dat de "R” en "L" 3 194878 , gemarkeerde gedeelten zijn geregistreerd door de roterende koppen 1a en 1b of door andere koppen die dezelfde azimuthoek hebben als de roterende koppen 1a en 1b. De op de gedeelten die met schuine lijnen zijn aangegeven geregistreerde signalen, worden gereproduceerd door de respectieve koppen dankzij het azimuteffect. De vergelijker 6 vergelijkt de uitgangssignalen van de omhullende detectieschakeling 5 met het 5 van tevoren bepaalde niveau en geeft daarna een signaal aan de geheugenstuurschakeling 7 af, wanneer het eerstgenoemde het laatstgenoemde overschrijdt. Aldus werkt de geheugenstuurschakeling 7 om de uitgangssignalen van de videosignaalverwerkingsschakeling 4 in het rastergeheugen 8 te schrijven, wanneer het uitgangssignaal van de omhullende detectieschakeling 5 het van tevoren bepaalde niveau overschrijdt. Daaruit volgt dat in het rastergeheugen 8 de videosignalen die met één raster overeenkomen in een patroon 10 zijn geregistreerd als is geïllustreerd in figuur 2(b).
Anderzijds wordt het televisiesysteem met gróte definitie dat is ontwikkeld als een televisiesysteem voor de volgende generatie nu praktisch in gebruik genomen. Een dergelijk televisiesysteem met grote definitie heeft een brede videosignaalband van bij benadering 20 MHz. Als een inrichting voor het registreren van een dergelijk breedbandig signaal is het meerkanalen/meersegmentenregistratiesysteem gebruikt. De 15 vorming in verscheidene kanalen draagt namelijk bij tot vermindering in de signaalbandbreedte van één kanaal, terwijl de vorming in verscheidene segmenten bijdraagt tot een stijging in de snelheid van een magneetband met betrekking tot die van de roterende kop, met het resultaat dat de geregistreerde golflengte wordt vergroot. Bij deze inrichting worden de breedbandige signalen door de gebruikelijke magnetische registratietechnologie geregistreerd en gereproduceerd.
20 Een voorbeeld waarin het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt, zal hierna worden toegelicht.
Figuren 3(a) tot en met 3(d) laten het concept van het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem zien. In figuur 3(a) die de plaatsing van de roterende koppen illustreert, geeft het verwijzingsgetal 13 een roterende trommel aan, vertegenwoordigen 14a en 14b roterende koppen voor registratie/reproductie van de 25 signalen van kanaal A (waarnaar hierna wordt verwezen als CH. A), geven 15a en 15b de roterende koppen voor registratie/reproductie van de signalen van kanaal B aan (waarnaar hierna zal worden verwezen als CH. B) waarbij de roterende koppen 14a, 15a en 14b, 15b naburig zijn aangebracht. Gedurende het registreren voeren de roterende koppen gelijktijdig het registratiebedrijf op beide kanalen A en B uit zoals is geïllustreerd in figuur 3(d). Bij het reproduceren wordt de magneetband over het bereik van 180° of meer op 30 de roterende trommel 13 gewikkeld. De roterende trommel 13 maakt anderhalve omwenteling in de richting die door een pijlpunt A in figuur 3(a) is aangegeven gedurende de periode van één raster, waardoor de videosignalen van CH’s A en B voor één raster in de vorm van de opgesplitste drie segmenten worden geregistreerd.
Zoals in figuur 3(c) is getoond wordt een ingangsvideosignaal zoals het samengestelde signaal van één 35 kanaal van bovenaf aan de afzonderlijke segmenten van de respectieve kanalen sequentieel toegewezen door gebruik te maken van het rastergeheugen op basis van de eenheid van één horizontale aftastperiode. Daarom wordt een beeld zoals is geïllustreerd in figuur 3(b) in totaal in zes beelden verdeeld en wordt elk van de aldus verkregen beelden op één spoor van de magneetband geregistreerd. De op de in figuur 3(d) getoonde sporen geregistreerde referentiesymbolen A1, A2,... geven stukken beeldinformatie van het 40 eerste, tweede,... segment... van CH. A aan.
Het dient te worden opgemerkt dat het mogelijk is op een betrekkelijk eenvoudige manier reproductie met hoge snelheid in een VTR te bereiken, die het meerkanalen/meersegmentenregistratiesysteem gebruikt, wanneer het registreren in overeenstemming met de hierboven beschreven bandopmaak wordt bewerkstelligd. Om specifiek te zijn komt het benedenste deel van het spoor overeen met het bovenste deel van het 45 beeld, komt het centrale deel overeen met het centrale deel van het beeld en komt het bovenste deel van het spoor overeen met het benedenste deel van het beeld. Om deze reden treden, zelfs indien de volgorde waarin de in figuur 3(b) getoonde beelden op elkaar worden gesuperponeerd enigszins wordt veranderd, geen visueel probleem op, omdat bij de reproductie met hoge snelheid de beweging van beelden onnatuurlijk lijkt te zijn. Wanneer namelijk het ophalen uit het rastergeheugen wordt uitgevoerd, wanneer bijvoorbeeld 50 de informatie A1 wordt gereproduceerd, kan het zo zijn dat de gereproduceerde uitgangssignalen niet aan het exacte adres worden toegevoerd, waarop de informatie A1 dient te worden ingeschreven. In plaats daarvan wordt de beeldinformatie die bijvoorbeeld wordt verkregen door het reproduceren van de informatie A3 ingevoerd met betrekking tot het adres waarop de informatie A1 dient te worden ingevoerd. Dit veroorzaakt geen ernstige visuele problemen.
55 Bij de reproductie met veranderde snelheid van de VTR die het meerkanalen/meersegmentenregistratie-systeem gebruikt, dat de hierboven beschreven registratieopmaak heeft, is het, indien de volledige videoinformatie op het spoor volledig wordt gereproduceerd in een cyclus binnen een gegeven periode, 194878 4 mogelijk bevredigende reproductie te bewerkstelligen zonder ruis bij de reproductie met veranderde snelheid, zelfs indien er enige onnatuurlijkheid is.
Figuur 4 is een blokschema van een videosignaalregistratie/reproductieapparaat volgens de stand van de techniek dat het tweekanalen/ driesegmentenregistratiesysteem gebruikt. In de figuur geven dezelfde 5 verwijzingsgetallen als die welke zijn gebruikt in figuur 1 dezelfde elementen aan. Verwijzingsgetallen 16a en 16b geven roterende koppen voor de CH’s A en B aan, geven verwijzingsgetallen 17a en 17b roterende koppen voor de CH’s aan en staan 4a en 4b voor videosignaalverwerkingsschakeling en die een videosignaal voortbrengen door het bewerkstelligen van FM-demodulatie en een synchroon signaal voor A/D-omzetting detecteren. De verwijzingsgetallen 7a en 7b staan voor geheugenstuurschakelingen voor het 10 uitvoeren van schijfbesturing in responsie op het door de videosignaalverwerkingsschakeling 4a en 4b afgegeven synchronisatiesignaal en voor het asynchroon met het synchronisatiesignaal uitvoeren van uitleesbesturing.
Rastergeheugen 8 omvat twee geheugens 8a en 8b voor respectievelijk CH. A en B. Het verwijzingsgetal 18 staat voor een selectieinrichting.
15 Vervolgens zal de werking van het apparaat van figuur 4 worden toegelicht. Wanneer de reproductie met hoge snelheid wordt uitgevoerd met een snelheid die N maal de registratiesnelheid is [N = ± 2, ± 3.....(±) geeft de looprichting aan, (+) laat dezelfde richting zien als die van de gewone reproductie en (-) laat de tegengestelde richting zien], en wanneer N = 4 is de betrekking tussen de registratiesporen en de kopaftast-plaatsen tot stand gebracht zoals is geïllustreerd in figuur 5(a). Indien de roterende koppen voor CH. A en B 20 verschillende azimuthoeken hebben omvatten de signalen die moeten worden gereproduceerd door de respectieve koppen dankzij het azimuteffect die, welke zijn verkregen van de gedeelten die op de sporen met de schuine lijnen zijn aangegeven. De aandacht richtend op figuur 5(b) zijn af te geven reproductie-omhullenden getoond. In de figuur wordt geen reproductieuitgangssignaal verkregen in de gedeelten die door de schuine lijnen zijn aangegeven. Zoals eerder is toegelicht wordt het videosignaal in zo een 25 bandopmaak geregistreerd dat het benedenste deel van het spoor overeenkomt met het bovenste deel van het beeld, het centrale deel overeenkomt met het centrale deel van het beeld en het bovenste deel overeenkomt met het benedenste deel. Derhalve kan de videoinformatie in het rastergeheugen niet worden herschreven met betrekking tot de gedeelten die in figuur 5(b) met de schuine lijnen zijn aangegeven.
Dientengevolge worden de vaste ruisbanden n oftewel de in figuur 5 (c) getoonde ruisbalken op het 30 beeld p voortgebracht. Zodra dergelijke vaste ruisbanden n optreden treedt het probleem van het niet kunnen verkrijgen van visueel gunstige beelden op.
Wanneer N = 2 is de betrekking tussen de registratiesporen de aftastplaatsen van de koppen geïllustreerd in figuur 6(a). Aannemende dat de roterende koppen 16a, 16b, 17a en 17b dezelfde azimuthoek hebben, is geen azimuteffect aanwezig en is het daardoor mogelijk alle beeldsignalen van de sporen die de 35 koppen doorlopen te reproduceren.
Anderzijds zijn er, zoals kan worden gezien in de gedeelten die in figuur 6(b) met de schuine lijnen zijn aangegeven, secties, waarin de door de roterende koppen 16a en 16b geregistreerde signalen en de door de roterende koppen 17a en 17b geregistreerde signalen gelijktijdig worden uitgelezen. Dergelijke uit deze secties uitgelezen videosignalen worden op elkaar gesuperponeerd, waardoor geen bevredigende 40 uitgangssignalen kunnen worden verkregen.
Deze omstandigheden in beschouwing nemend zijn de uitgangsomhullenden van het eerste segment van CH. A in figuur 6(c) getoond. In de figuur vindt de superpositie plaats in de gedeelten die door de schuine lijnen zijn aangegeven en aldus wordt geen goed beeld verkregen.
Figuur 6(d) illustreert een feitelijk beeld. De gedeelten die zijn getoond door de schuine lijnen tonen een 45 situatie, waarbij de videoinformatie van het rastergeheugen 8 niet opnieuw wordt ingeschreven en de vaste ruisbanden n tot stand worden gebracht. Zodra deze vaste ruisbanden zijn opgewekt, treedt eveneens het probleem op dat geen visueel goed beeld kan worden verkregen.
Figuur 7 laat de eerste uitvoeringsvorm van een videosignaalregistratie/reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding zien. In deze figuren worden dezelfde verwijzingssymbolen 50 gebruikt om dezelfde in figuur 4 getoonde elementen aan te geven. In deze uitvoeringsvorm worden de versterkte videosignalen van videoversterker 2a toegevoerd aan een omhullende detectieschakeling 5a, alwaar de omhullenden worden gedetecteerd. De uitgangssignalen van de omhullende detectieschakeling 5a worden gezonden aan een vergelijker 6a die de omhullende van de signalen met een van tevoren bepaald signaalniveau vergelijkt. Het resulterende vergelijkingssignaal wordt afgegeven aan een geheugen-55 stuurschakeling 7a. De geheugenstuurschakeling 7a voert schrijfbesturing van rastergeheugen 8 uit op basis van de door de videosignaalverwerkingsschakeling 4a afgegeven synchronisatiesignalen en de uitgangssignalen van de vergelijker 6a en voert verder asynchroon met de synchronisatiesignalen uitleesbesturing 5 194878 uit.
* Een omhullende detectieschakeling 5b, een vergelijker 6b en een geheugenstuurschakeling 7b zijn op dezelfde manier als de omhullende detectieschakeling 5a, de vergelijker 6a en de geheugenstuurschakeling 7a opgebouwd.
5 De werking van de in figuur 7 getoonde eerste uitvoeringsvorm zal worden toegelicht door een voorbeeld te nemen, waarin het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt en de bandloopsnelheid zodanig is ingesteld, dat deze (3 + 1/4) maal zo hoog als die bij het registreren is.
Figuur 8(a) laat de betrekking tussen de registratiesporen en de kopaftastplaatsen zien. Aannemende dat de koppen voor kanaal A en B dezelfde azimuthoek hebben, treden geen azimuteffecten op en kunnen de 10 videosignalen van alle sporen die de koppen hebben doorlopen, worden gereproduceerd. De aandacht vestigend op het gereproduceerde uitgangssignaal van kanaal A, worden de gereproduceerde uitgangsom-hullenden verkregen zoals geïllustreerd in figuur 8(b). Terwijl anderzijds, zoals kan worden gezien in gedeelten die door de schuine lijnen in de figuur zijn aangegeven, er enge secties bestaan, waarin een' gedeelte van de door de koppen 16a en 16b geregistreerde informatie en een gedeelte van de door de 15 koppen 17a en 17b geregistreerde informatie gelijktijdig worden uitgelezen. In deze secties kunnen geen bevredigende gereproduceerde videouitgangssignalen worden verkregen. Teneinde een dergelijke superpositie te vermijden, wordt adequaat een instelling van de breedte van de beveiligingsband en de uitgangssignalen van de vergelijkers 6a en 6b gemaakt.
De aandacht nu richtend op de uitgangssignalen van kanaal A gedurende de periode van twee 20 aftastingen, worden de uitgangsomhullenden van de naburige twee perioden van één aftasting gepositioneerd om elkaar te interpoleren. De goede uitgangssignalen zonder enige uitval in het videosignaal worden, zoals is geïllustreerd in figuur 8(c), verkregen wanneer de videoformatie voor één spoor wordt gevormd door gebruik te maken van de uitgangsomhullenden gedurende de periode van twee aftastingen.
Het uitleesproces uit het rastergeheugen 8 wordt asynchroon met het inschrijfproces bewerkstelligd.
25 Zoals is getoond in figuur 8(c) is het uitgangssignaal van de in het rastergeheugen 8 opgeslagen gereproduceerde videosignalen betrekkelijk groot en is de signaal/ruisverhouding van de uit te lezen videosignalen niet zodanig verslechterd dat de beelden moeilijk zijn te onderscheiden. Aangezien alle in het rastergeheugen 8 opgeslagen gegevens gedurende de periode van twee rasters worden herschreven, is het mogelijk de gewenste reproductie met hoge snelheid zonder welke vaste ruisband dan ook te bewerkstelli-30 gen.
Wanneer slechts één kanaal wordt gebruikt volgt daaruit dat de inhoud van het rastergeheugen in de cyclus van vier rasters wordt herschreven. De aandacht nu vestigend op het uitgangssignaal van bijvoorbeeld kanaal A, illustreert figuur 8(d) omhullenden van kanaal A gedurende de periode van vier rasters op basis van de betrekking, zoals is getoond in figuur 8(a), tussen de spoorpatronen en de aftastplaatsen van 35 de koppen. De gedeelten die door de schuine lijnen zijn getrokken geven de uitgangsomhullenden van het eerste segment A1 van kanaal A aan. Het opnieuw vormen van deze omhullenden leidt tot de beeldsignalen die in figuur 8(e) zijn getoond. Uit figuur 8(e) kan worden begrepen dat eenvoudigweg door één kanaal te gebruiken een gelijksoortige werking kan worden verkregen. Als een resultaat hiervan is het mogelijk het effect van het vereenvoudigen van een verwerking van de in het rastergeheugen 8 ingeschreven signalen te 40 verschaffen.
Het dient te worden opgemerkt dat dezelfde effecten kunnen worden verkregen door het geschikt kiezen van de bandenloopsnelheid om (N + m/M) maal zo hoog als die bij het registreren te zijn, wanneer het meerkanalen/meersegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt. Het wordt eveneens opgemerkt dat een effect dat gelijksoortig is aan dat in het geval van de koppen die dezelfde azimut hebben wordt vertoond in 45 zo een geval, waarin elke kop een azimuthoek heeft die in ieder kanaal verschilt.
In deze gevallen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: N = 0, ± 1, ± 2, ± 3,...; M = 2, 3, 4,...; m= 1, 2, 3,...; 50 M > m; en M en m hebben geen gemeenschappelijke deler met uitzondering van een.
De bandloopsnelheid dient zodanig te worden bepaald dat er geen geheel getal r bestaat dat voldoet aan de volgende vergelijking:
(N + m:M) x M x k = r x S
55 S: een groter dan twee zijnde aantal segmenten N: geheel getal M: 2, 3, 4,...
194878 6 m: 1, 2, 3,... Μ > m k: 1, 2. 3, ... S-1
Indien de respectieve kanalen dezelfde azimuthoek hebben, moet naast aan de hierboven beschreven voorwaarden aan de volgende voorwaarde worden voldaan. Laat het aantal kanalen L zijn, dan dient een 5 geheel getal M zodanig te worden bepaald, dat M niet gelijk aan L is. Bovendien dient M zodanig te worden bepaald, dat M en L geen gemeenschappelijke deler met uitzondering van één hebben wanneer M kleiner dan L is.
Het volgende is de reden waarom een dergelijke beperking rust op de bepaling van de bandloopsnelheid. In de VTR die het S-segmentenregistratiesysteem gebruikt, wordt de inhoud in het rastergeheugen in de 10 cyclus van M-rasters herschreven bij de reproductie met een snelheid die (N + m/M) maal zo hoog is als die bij gewone reproductie. Indien aan de hierboven genoemde voorwaarde is voldaan [namelijk indien er een natuurlijk getal r bestaat dat voldoet aan de vergelijking N + m:M) x M x k = r x S], komt de opnieuw ingeschreven cyclus op kM:S, waarbij M groter dan kM:S is en wordt een terugkeer naar de begintoestand uitgevoerd alvorens de gehele inhoud van de beeldsignalen is herschreven. Dientengevolge worden de 15 vaste ruisbanden voortgebracht en kunnen goede gereproduceerde beelden worden verworven bij de reproductie met veranderde snelheid. Indien alle koppen dezelfde azimuthoek hebben, worden de videosignalen op elkaar gesuperponeerd zoals hiervoor is gezegd, en worden de uitgangsomhullenden verkregen, zoals getoond in figuur 8(b). Wanneer M zodanig wordt bepaald, dat L gelijk aan M is, blijft de positie waarop de gunstige omhullende wordt afgegeven onveranderd voor iedere sequentiële aftastperiode, 20 waardoor in videosignalen uitvallen optreden die met de schuine lijnen zijn aangegeven. Dientengevolge treden de vaste ruisbanden op en derhalve kunnen geen bevredigende gereproduceerde beelden bij de reproductie met veranderde snelheden worden verkregen.
Bij de eerste uitvoeringsvorm is één voorbeeld verklaard, waarbij de reproductiesnelheid (3 + 1/4) maal de registratiesnelheid is en het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt. Ofschoon de 25 beschrijving wordt weggelaten kan bij de reproductie met hoge snelheid waarbij de koppen dezelfde azimuthoek hebben en het meerkanalen/meersegmenten-, meerkanalen/enkelsegments- en enkelkanaals/ meersegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt, indien de bandloopsnelheid voldoet aan de voorgenoemde voorwaarde en wanneer de volgende formule tot stand wordt gebracht
M = 2 x L
30 waarbij L het aantal kanalen is, de reproductie met hoge snelheid wordt uitgevoerd en gelijksoortige effecten tot stand worden gebracht.
Verwijzend nu naar figuur 9 is de tweede uitvoeringsvorm van een videoregistratie/reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding getoond. In deze figuur zijn dezelfde segmenten door dezelfde verwijzingsgetallen en -symbolen als die welke zijn gebruikt in figuren 4 en 7 aangegeven en wordt 35 daarom hier de beschrijving weggelaten.
Nu zal de werking van het apparaat worden toegelicht door een voorbeeld te nemen, waarin de bandloopsnelheid wordt ingesteld om (3 + 112) 10 maal zo hoog als die bij het registreren te zijn en het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt. In dit voorbeeld hebben een tweetal koppen 16a en 16b en een tweetal koppen 17a en 17b verschillende respectieve azimuthoeken.
40 Figuur 10(a) laat de betrekking tussen de registratiesporen en de koppenaftastplaatsen zien. Aangezien kanaal A en B een verschillende azimut hebben, worden de omhullenden zoals die zijn getoond in figuur 10(b) dankzij het azimuteffect afgegeven. In dit geval zijn de uitgangsomhullenden voor de twee naburige perioden van één aftasting zodanig gepositioneerd dat ze elkaar interpoleren. Op dit moment wordt het uitgangsniveau van de vergelijkers 6a en 6b alsmede de breedte van de beveiligingsband geschikt 45 ingesteld, waardoor de in figuur 10(c) getoonde uitgangsomhullenden worden verkregen. De bevredigende uitgangssignalen zonder enige uitval in het videosignaal worden verkregen zoals is geïllustreerd in figuur 10(d), wanneer de videoinformatie wordt gevormd die in één spoor is vervat door de uitgangsomhullenden voor de periode van twee aftastingen te gebruiken.
De uitleeswerking uit het rastergeheugen 8 wordt asynchroon met het inschrijfbedrijf uitgevoerd. Zoals is 50 geïllustreerd in figuur 10(d) is het uitgangsniveau van elk in het rastergeheugen 8 opgeslagen gereproduceerde videosignaal betrekkelijk hoog en wordt de signaal/ruisverhouding van het uit te lezen videosignaal niet in die mate verslechterd dat het moeilijk is het beeld te onderscheiden. Alle in het rastergeheugen 8 opgeslagen gegevens worden gedurende de periode van twee rasters herschreven en derhalve kan reproductie met hoge snelheid zonder enige vaste ruisband worden verkregen.
55 Hier zal een toelichting worden gegeven op een videosignaalregistratie/reproductieapparaat in de derde uitvoeringsvorm dat het enkelkanaals/meersegmentenregistratiesysteem aanneemt. De opbouw van het apparaat is dezelfde als die, welke in het blokschema van figuur 9 is geïllustreerd en derhalve zal de 7 194878 , beschrijving daarvan worden weggelaten. De twee in dit geval gebruikte koppen hebben verschillende azimuthoeken.
De werking zal worden verklaard door een voorbeeld te nemen, waarin de bandloopsnelheid vier maal die bij het registreren is.
5 Zoals reeds beschreven wordt de betrekking tussen de registratiesporen en de aftastplaatsen van de koppen die, welke is geïllustreerd in figuur 11(a). In de figuur geven de tekens R en L de gedeelten aan die door de koppen die elk een andere azimuthoek hebben zijn geregistreerd. Aangezien de koppen van kanaal A en B verschillende azimuthoeken hebben, worden alleen de gedeelten die door de schuine lijnen zijn aangegeven dankzij het azimuteffect gereproduceerd. De uitgangsomhullenden voor de periode van twee 10 aftastingen, die in figuur 11 (b) zijn getoond, zijn gelijksoortig aan die, welke in figuur 10(b) zijn getoond..
Ook in dit geval zijn de naburige uitgangsomhullenden gepositioneerd om elkaar te interpoleren. Op dit moment wordt de videoinformatie voor één spoor gevormd door het geschikt instellen van het uitgangsniveau van de vergelijkers 6a en 6b, alsmede de breedte van de beveiligingsband, waardoor goede uitgangssignalen worden verkregen zonder enige uitval in het videosignaal, zoals in figuur 11e is getoond.
15 Wanneer de breedte van de beveiligingsband toeneemt, wordt de signaal/ruisverhouding uitermate verslechterd ondanks de interpolatie, omdat de uitgangssignalen van de gedeelten tussen de naburige omhullenden aanzienlijk klein zijn.
Teneinde een dergelijk verslechtering in signalen/ruisverhouding in het geval van een betrekkelijke grote breedte van de beveiligingsband te vermijden, wordt de bandloopsnelheid ingesteld om (4 + 1/2) maal zo 20 hoog te zijn als die bij het registreren. In dit geval is de betrekking tussen de registratiesporen en de aftastplaatsen van de koppen getoond in figuur 12(a), die gelijksoortig is aan die, welke is getoond in figuur 11 (a). Aangezien de koppen van kanaal A en B verschillende azimuthoeken hebben, worden daardoor de gedeelten die door de schuine lijnen zijn getoond gereproduceerd dankzij het azimuteffect. De uitgangsomhullenden voor de periode van vier aftastingen zijn in figuur 12(b) geïllustreerd. De uitgangsomhullenden 25 voor deze periode zijn op dezelfde wijze gepositioneerd om elkaar te interpoleren. De videoinformatie voor één spoor wordt gevormd door het passend instellen van de uitgangssignalen van de vergelijkers 6a en 6b. Dientengevolge kunnen de bevredigende uitgangssignalen worden verkregen, waarvan het niveau betrekkelijk groot is, zoals geïllustreerd in figuur 12(c), zonder weglating van welk videosignaal dan ook.
De uitlezing van het rastergeheugen wordt asynchroon met het inschrijfbedrijf bewerkstelligd. Wanneer 30 de breedte van de bevestigingsband betrekkelijk klein is, wordt de bandloopsnelheid zodanig ingesteld, dat deze vier maal zo hoog is als die bij het registreren, waardoor het uitgangsniveau van de in het rastergeheugen opgeslagen videosignaal betrekkelijk groot is, zoals is getoond in figuur 11(c). Bovendien is de signaal/ruisverhouding van het uit te lezen videosignaal niet zodanig verslechterd, dat het beeld moeilijk te onderscheiden wordt.
35 Alle gegevens in het rastergeheugen worden in de cyclus van twee rasters herschreven met de reproductiesnelheid die vier maal of (4 + 1/2) maal de registratiesnelheid is, zodat de goede reproductie met hoge snelheid zonder vaste ruisband kan worden gerealiseerd.
De toelichtingen die zijn gegeven in verband met de tweede en derde uitvoeringsvorm leiden tot de volgende algemene conclusie: 40 1) wanneer het meerkanalen/meersegmentenregistratiesysteem (het aantal kanalen wordt hieronder L genoemd) wordt gebruikt en de kop voor elk kanaal een andere azimuthoek heeft, dient de bandloopsnelheid op (N + 1/L) maal (N: 0. ± I, ± 2. ± 3. ± 4, ...) zo hoog als die bij het registreren te worden ingesteld en 2) wanneer het enkelkanaals/meersegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt en twee koppen verschil-45 lende azimuthoeken hebben, dient de bandloopsnelheid te worden ingesteld om M maal (M is een even getal) zo hoog als die bij het registreren te zijn, wanneer de beveiligingsband betrekkelijk smal is en dient deze te worden ingesteld om (N + 1/2) maal (N: O, ± 1, ± 2, ...) zo hoog als die bij het registreren te zijn, wanneer de beveiligingsband betrekkelijk groot is.
Verwijzend nu naar figuur 13 is de vierde uitvoeringsvorm van een videosignaalregistratie/ 50 reproductieapparaat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding in de vorm van een blokschema getoond. In deze figuur zijn dezelfde elementen aangeduid door dezelfde verwijzingssymbolen als die, welk in figuur 7 zijn gebruikt.
In figuur 13 is voorzien in een tweetal speciale reproductiekoppen 19a en 19b die zijn verbonden met een eerste kopomschakelaar 21a, en is voorzien in een ander tweetal speciale reproductiekoppen 20a en 55 20b die zijn verbonden met een tweede kopomschakelaar 22b. Gewone koppen 16a, 16b en speciale reproductiekoppen 19a en 19b reproduceren informatie op kanaal A en gewone koppen 17a en 17b en speciale reproductiekoppen 20a en 20b reproduceren informatie op kanaal B.
194878 8
Kopomschakelaar 21a dient om de signalen met een constante periode om te schakelen, die zowel door de gewone koppen 16a en 16b als door de speciale reproductiekoppen 19a en 19b ten tijde van speciale reproductie worden gereproduceerd. Kopomschakelaar 21b dient gelijksoortigerwijze om de signalen met een constante periode om te schakelen, die door zowel de gewone koppen 17a en 17b als door de speciale 5 reproductiekoppen 20a en 20b worden gereproduceerd ten tijde van speciale reproductie.
Uitgangssignalen van de kopomschakelaar 21a worden gezonden aan kopversterker 2a, terwijl de uitgangssignalen van de kopomschakelaar 21 b worden gezonden aan kopversterker 2b.
Figuur 14 is een schema dat een plaatsing van de koppen laat zien, die in de vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden gebruikt en figuur 15 is een schema dat de werking van deze uitvoerings-10 vorm illustreert.
Nu zal de werking van de vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding hierna worden beschreven onder verwijzing naar figuren 13 en 15. Elk van de speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b is zoals geïllustreerd is in figuur 14(a) geplaatst om de positie af te tasten die een 1/2 spoorafstand afwijkt van het door de overeenkomstige gewone koppen af te tasten spoor, zoals in figuur 14(b) is getoond. Dienten-15 gevolge is in geval, waarin de gewone koppen 16a, 16b, 17a en 17b en de speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b worden omgeschakeld voor iedere omwenteling van de roterende trommel ten tijde van de reproductie met hoge snelheid, de betrekking tussen de spoorpatronen en de aftastplaatsen van de koppen die, welke is geïllustreerd in figuur 14(c).
Nu wordt een aanneming gemaakt, dat de bandloopsnelheid twee maal zo hoog is als die bij het 20 registreren en dat het tweekanalen/ driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt. De gewone koppen 16a, 16b, 17a en 17b met speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b hebben dezelfde azimuthoek. Figuur 15(a) laat de betrekking tussen de geregistreerde sporen en de aftastplaatsen van de koppen zien.
De verwijzingstekens A1, A2 en A3 duiden de geregistreerde sporen van kanaal A aan en B1, B2 en B3 duiden de registratiesporen van kanaal B aan. Iedere keer dat de roterende trommel anderhalve omwente-25 ling maakt (één rasterperiode) worden de speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b en de gewone koppen 16a, 16b, 17a en 17b omgeschakeld. Dienovereenkomstig wordt de uitgangsomhullende golfvorm zoals is getoond in figuur 15(b) verkregen van de gewone koppen 16a, 16b, 17a en 17b, terwijl de reproductieomhullende golfvorm zoals is getoond in figuur 15(c) wordt verkregen door de speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b. Aangezien de gewone koppen en de speciale reproductiekoppen 30 dezelfde azimuthoeken hebben, treedt geen azimuteffect op. Daardoor worden de gedeelten van de gereproduceerde signalen van de naburige sporen op elkaar gesuperponeerd zoals met schuine lijnen is aangegeven. De uitgangssignalen van de vergelijkers 6a en 6b en de breedte van de beveiligingsband dient geschikt te worden ingesteld, teneinde te voorkomen dat een dergelijke superpositie van signalen optreedt. De door de gewone koppen en speciale reproductiekoppen verkregen omhullendetuitgangssignalen zijn op 35 een zodanige positie dat ze elkaar interpoleren.
De gedurende de periode van twee rasters gereproduceerde uitgangsomhullenden en de spoorposities zijn in figuur 15 geïllustreerd in het licht van het feit dat de betrekking tussen de aftastplaatsen van de koppen en de spoorpatronen in de cyclus van twee rasters wordt herhaald. In figuur 15(d) geven de gedeelten die met de schuine lijnen zijn aangegeven de gereproduceerde uitgangssignalen van de sporen 40 A1 aan. Wanneer het opnieuw vormen wordt uitgevoerd kunnen de gereproduceerde uitgangssignalen zonder enige uitval van het videosignaal worden verkregen, zoals is geïllustreerd in figuur 15(e).
De uitlezing van het rastergeheugen 8 wordt asynchroon met de inschrijfbewerking uitgevoerd. Zoals is getoond in figuur 15(e) is het uitgangsniveau van elk gereproduceerd videosignaal dat in het rastergeheugen 8 is opgeslagen betrekkelijk groot en is de signaal/ruisverhouding van de uit te lezen video-45 signalen niet zo verslechterd, dat het beeld moeilijk is te onderscheiden. Alle gegevens worden één maal voor iedere twee rasters herschreven en derhalve wordt geen vaste ruisband tot stand gebracht. Dit maakt . het mogelijk uitermate bevredigende reproductie met hoge snelheid te bereiken.
In de vierde uitvoeringsvorm worden de twee tweetallen speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b gebruikt. Dezelfde effecten kunnen echter worden verworven door louter twee speciale reproductie-50 koppen 19b en 20b te gebruiken. Een dergelijke modificatie zal onder verwijzing naar figuur 16 worden toegelicht.
Figuur 16(a) laat de betrekking tussen de spoorpatronen en de aftastplaatsen van de koppen zien. De gewone koppen 16a, 16b, 17a en 17b en de speciale reproductiekoppen 19b en 20b worden ieder halve omwenteling van de roterende trommel omgeschakeld. De uitgangsomhullenden die gedurende de periode 55 van twee rasters worden gereproduceerd en de spoorposities zijn in figuur 16(b) geïllustreerd in het licht van het feit dat de hierboven benoemde betrekking in de cyclus van twee rasters wordt herhaald. In figuur 16(b) geven de gedeelten die door de schuine lijnen zijn getoond de gereproduceerde uitgangssignalen van de

Claims (14)

25 Deze beperkende voorwaarde voor de bepaling van de bandloopsnelheid valt toe te schrijven aan de volgende reden. Bij de reproductie met veranderde snelheid van de VTR die het segmentenregistratiesysteem gebruikt, wordt de in het rastergeheugen opgeslagen inhoud in het algemeen in de cyclus van twee rasters herschreven. Wanneer aan de hierboven beschreven voorwaarde wordt voldaan, dat wil zeggen wanneer er een geheel getal r bestaat dat voldoet aan de vergelijking M x k = r x S wordt echter de 30 herschrijfcyclus 2k/S (2 > 2k/S) en wordt een terugkeer naar de begintoestand gemaakt, alvorens, de gehele inhoud van videosignalen in het rastergeheugen worden herschreven. Als een resultaat hiervan worden de vaste ruisbanden voortgebracht en kunnen geen bevredigende beelden worden verkregen bij de reproductie met veranderde snelheid. In de vierde uitvoeringsvorm zijn gelijksoortige effecten verkregen door gebruik van twee speciale 35 reproductiekoppen, waarbij er één overeenkomt met kanaal A en de andere overeenkomt met kanaal B in het geval, waarin het tweekanalen/driesegmentenregistratiesysteem wordt gebruikt. Het is ook in het geval van het meerkanalenregistratiesysteem mogelijk bevredigende gereproduceerde beelden te verkrijgen zonder vaste ruisband door te voorzien in de speciale reproductiekoppen, waarvan het aantal gelijk is aan dat van de kanalen, d.w.z. waarvan elk overeenkomt met elk van de kanalen. 40 In de hierboven gegeven beschrijving zijn de gewone koppen 16a, 16b, 17a en 17b en de speciale reproductiekoppen 19a, 19b, 20a en 20b op een zodanige wijze aangebracht, als is geïllustreerd in figuur 14(a). Indien aan de voorgaande voorwaarden wordt voldaan, kan een gelijksoortige effect worden verkregen door de gebruikelijke koppen en speciale reproductiekoppen die op een zodanige manier zijn geplaatst als is getoond in figuur 17(a) en 17(b). 45 De uitvinding is gedetailleerd beschreven onder bijzondere verwijzing naar zekere de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen ervan, maar het zal worden begrepen dat variaties en modificaties kunnen worden bewerkstelligd binnen de geest en strekking van de uitvinding. 50 Conclusies
1. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting, waarbij een videosignaal van ten minste één rasterperiode in een L-kanalen/S-segmentenregistratiesysteem op een aantal sporen op een registratiemedium wordt geregistreerd, waarbij L en S respectievelijk positieve gehele getallen zijn die nooit gelijktijdig 55 gelijk aan één zijn, waarbij de inrichting ten minste één voor elk van de L-kanalen voorziene roterende reproductiekop voor het reproduceren van een videosignaal op het registratiemedium omvat, een met de roterende reproductiekop gekoppelde verwerkingsinrichting voor het demoduleren van het door de roterende 194878 10 reproductiekop gereproduceerde videosignaal, waarbij de verwerkingsinrichting het gedemoduleerde videosignaal afgeeft, een opslaginrichting voor het opslaan van het vanaf de verwerkingsinrichting afgegeven videosignaal, een opslagstuurinrichting voor het zo sturen van de opslaginrichting, dat het videosignaal synchroon met een uit het gereproduceerde signaal gedetecteerd synchronisatiesignaal in de 5 opslaginrichting wordt geschreven en dat het videosignaal asynchroon met het synchronisatiesignaal wordt uitgelezen, en een registratiemediumloopstuurinrichting voor het selecteren van de loopsnelheid van het registratiemedium, met het kenmerk, dat de registratiemediumloopstuurinrichting zo is ingericht, dat zij in het geval van hoge snelheidsterugspeling de loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om (N + m/M) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, —, en m en M positieve gehele 10 getallen zijn die geen gemeenschappelijke deler behalve één hebben en dat er geen geheel getal r bestaat dat voldoet aan de vergelijking: (N + m/M) x M x k = r x S, waarin K=1, 2, 3, —, S - 1 en M > m.
2. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat, waarbij azimuthoeken van de roterende reproductiekoppen voor elk kanaal verschillend zijn, en dé registratieme1 diumloopstuurinrichting zo is ingericht, dat zij wanneer hoge snelheidsterugspeling optreedt de loopsnelheid 15 voor het registratiemedium selecteert om (N + 1/L) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, - en waarbij L een geheel getal gelijk aan of groter dan 2 is, en waarbij S een positief geheel getal is.
3. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een videosignaal van ten minste één rasterperiode in een enkelkanaals/S-segmentenregistratiesysteem op een 20 aantal sporen op een registratiemedium wordt geregistreerd, waarbij S een positief geheel getal ongelijk aan 1 is, en waarbij tussen de sporen op het registratiemedium in beveiligingsbanden is voorzien, en waarbij de registratiemediumloopstuurinrichting verder zo is ingericht, dat wanneer een verandering in reproductie-snelheid optreedt zij de loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om M keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij M een even geheel getal is wanneer de beveiligingsbanden een kleinere breedte dan een 25 van tevoren bepaalde breedte hebben, en (N + 1/2) zo hoog als de registratiesnelheid is, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, —, wanneer de beveiligingsbanden een grotere breedte dan de van tevoren bepaalde breedte hebben.
4. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de registratiemediumloopstuurinrichting zo is ingericht, dat zij wanneer hoge snelheidsterugspeling optreedt een 30 loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om (N + 1/2 L) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, - en alle genoemde roterende reproductie-koppen dezelfde azimuthoek hebben.
5. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat L een positief geheel getal groter dan één is, en S gelijk aan 1 is.
6. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat vanaf reproductiekoppen gereproduceerde signalen in een geheugen worden opgeslagen, omvattende roterende speciale reproductiekoppen, waarin is voorzien om te worden gebruikt wanneer een verandering in reproductiesnelheid optreedt, waarbij het aantal genoemde roterende speciale reproductiekoppen gelijk is aan het aantal voor gewone reproductie benutte koppen, waarbij de speciale reproductiekoppen zijn 40 ingericht om posities af te tasten die (n + 1/2) keer de spoorsteek op afstand van de door gewone roterende reproductiekoppen afgetaste sporen liggen wanneer gewone reproductie in overeenkomende kanalen wordt uitgevoerd, waarbij n een geheel getal is, en een schakelinrichting, waarbij een gereproduceerd signaal vanaf de gewone reproductiekoppen en een gereproduceerd signaal vanaf de speciale reproductiekoppen gedurende veranderde snelheidsreproductie door de schakelinrichting worden geschakeld, en een 45 geheugenstuurinrichting voor het sturen van het geheugen om het gereproduceerde signaal synchroon met een uit het door de schakelinrichting geschakelde gereproduceerde signaal gedetecteerd synchronisatiesignaal in het geheugen te doen schrijven en het gereproduceerde signaal asynchroon met het uit het gereproduceerde signaal gedetecteerde synchronisatiesignaal te doen lezen.
7. Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het aantal 50 genoemde roterende speciale reproductiekoppen gelijk is aan het aantal kanalen.
8. Videosignaalreproductie-inrichting, waarbij een videosignaal van ten minste één rasterperiode in een L-kanalen/S-segmentenregistratiesysteem op een aantal sporen op een registratiemedium is geregistreerd, waarbij L en S respectievelijk positieve gehele getallen zijn die nooit gelijktijdig gelijk aan één zijn, waarbij de inrichting ten minste één voor elk van de L-kanalen voorziene roterende reproductiekop voor het 55 reproduceren van een video-signaal op het registratiemedium omvat, een met de roterende reproductiekop gekoppelde verwerkingsinrichting voor het demoduleren van het door de roterende reproductiekop gereproduceerde videosignaal, waarbij de verwerkingsinrichting het gedemoduleerde videosignaal afgeeft, 11 194878 , een opslaginrichting voor hel opslaan van het vanaf de verwerkingsinrichting afgegeven videosignaal, een opslagstuurinrichting voor het zo sturen van de opslaginrichting, dat het videosignaal synchroon met een uit het gereproduceerde signaal gedetecteerd synchronisatiesignaal in de opslaginrichting wordt geschreven en dat het videosignaal asynchroon met het synchronisatiesignaal wordt uitgelezen, en een registratiemedium-5 loopstuurinrichting voor het selecteren van de loopsnelheid van het registratiemedium, met het kenmerk, dat de registratiemediumloopstuurinrichting zo is ingericht, dat zij in het geval van hoge snelheidsterugspeling de loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om (N + m/M) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, —, en m en M positieve gehele getallen zijn die geen gemeenschappelijke deler behalve één hebben en dat er geen geheel getal r bestaat dat voldoet aan de vergelijking (N + 10 m/M) xMxk = rxS, waarin K=1, 2, 3, ---, S - 1 en M > m.
9. Videosignaaireproductie-inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de registratiemediumloop-stuurinrichting zo is ingericht, dat zij wanneer hoge snelheidsterugspeling optreedt de loopsnelheid voor het registratiemedium selecteert om (N + 1/L) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, —, waarbij L een geheel getal gelijk aan of groter dan 2 is en waarbij S een positief geheel getal 15 gelijk aan ten minste één is.
10. Videosignaalreproductie-inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat L gelijk aan 1 is en S een positief geheel getal ongelijk aan 1 is, en waarbij tussen de sporen op het registratiemedium in beveiligings-banden is voorzien, waarbij de inrichting ten minste één tweetal roterende koppen voor het reproduceren van het videosignaal op het registratiemedium omvat en de registratiemediumloopstuurinrichting verder is 20 ingericht, dat wanneer een verandering in reproductiesnelheid optreedt zij de loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om M keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij M een even geheel getal is wanneer de beveiligingsbanden een kleinere breedte dan een van tevoren bepaalde breedte hebben, en (N + 1/2) zo hoog als de registratiesnelheid is, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, —, wanneer de beveiligingsbanden een grotere breedte dan de van tevoren bepaalde breedte hebben.
11. Videosignaalreproductie-inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat alle genoemde roterende reproductiekoppen dezelfde azimuthoek hebben en de registratiemediumloopstuurinrichting zo is ingericht, dat zij wanneer hoge snelheidsterugspeling optreedt een loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om (N + 1/2 L) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, —.
12. Videosignaalreproductie-inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat L een positief geheel getal 30 groter dan één is en S gelijk aan 1 is en de registratiemediumloopstuurinrichting zo is ingericht, dat zij in het geval van een hoge snelheidsterugspeling de loopsnelheid van het registratiemedium selecteert om (N + m/M) keer de registratiesnelheid te zijn, waarbij N gelijk is aan 1, ±2, ±3, ±4, en m en M positieve gehele getallen zijn die geen gemeenschappelijke deler behalve één hebben.
13. Videosignaalreproductie-inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat vanaf reproductiekoppen 35 gereproduceerde signalen in een geheugen worden opgeslagen, omvattende roterende speciale reproductiekoppen, waarin is voorzien om te worden gebruikt wanneer een verandering in reproductiesnelheid optreedt, waarbij het aantal genoemde roterende speciale reproductiekoppen gelijk is aan het aantal voor gewone reproductie benutte koppen, waarbij de speciale reproductiekoppen zijn ingericht om posities af te tasten die (n + 1/2) keer de spoorsteek op afstand van de door gewone roterende reproductie-40 koppen afgetaste sporen liggen wanneer gewone reproductie in overeenkomende kanalen wordt uitgevoerd, waarbij n een geheel getal is, en een schakelinrichting, waarbij een gereproduceerd signaal vanaf de gewone reproductiekoppen en een gereproduceerd signaal vanaf de speciale reproductiekoppen gedurende verander de snelheidsreproductie door de schakelinrichting worden geschakeld, en een geheugenstuur-inrichting voor het sturen van het geheugen om het gereproduceerde signaal synchroon met een uit het 45 door de schakelinrichting geschakelde gereproduceerde signaal gedetecteerd synchronisatiesignaal in het geheugen te doen schrijven en het gereproduceerde signaal asynchroon met het uit het gereproduceerde signaal gedetecteerde synchronisatiesignaal te doen lezen.
14. Videosignaalreproductie-inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het aantal genoemde roterende speciale reproductiekoppen gelijk is aan het aantal kanalen. Hierbij 22 bladen tekening
NL8702558A 1986-10-28 1987-10-28 Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting. NL194878C (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP61257408A JPH0614726B2 (ja) 1986-10-28 1986-10-28 映像信号記録再生装置
JP25740886 1986-10-28
JP16034787 1987-06-26
JP62160347A JP2804757B2 (ja) 1987-06-26 1987-06-26 映像信号記録再生装置
JP10914987U JPH067647Y2 (ja) 1987-07-15 1987-07-15 映像信号記録再生装置
JP10914987 1987-07-15

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8702558A NL8702558A (nl) 1988-05-16
NL194878B NL194878B (nl) 2003-01-06
NL194878C true NL194878C (nl) 2003-05-06

Family

ID=27311411

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702558A NL194878C (nl) 1986-10-28 1987-10-28 Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting.

Country Status (3)

Country Link
CA (1) CA1316593C (nl)
DE (1) DE3737054C3 (nl)
NL (1) NL194878C (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE69130034T2 (de) * 1990-05-11 1999-01-07 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetisches Aufzeichnungs-/Wiedergabegerät
JP3038841B2 (ja) * 1990-08-29 2000-05-08 ソニー株式会社 映像信号再生装置
US6681076B1 (en) 1994-10-07 2004-01-20 Victor Company Of Japan, Ltd. Magnetic recording and reproducing apparatus for automatically setting the traveling speed of the recording medium in accordance with the transmission rate of the input digital signal
DE69533153T2 (de) * 1994-10-07 2005-08-25 Victor Company of Japan, Ltd., Yokohama Magnetaufzeichnungs- und Wiedergabegerät

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2642019C2 (de) * 1976-09-18 1982-06-03 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Verfahren zur Wiedergabe von auf einem Aufzeichnungsträger - vorzugsweise Magnetband - in einzelnen Spuren aufgezeichneten Videosignalen
JPS5840874B2 (ja) * 1977-04-01 1983-09-08 日本ビクター株式会社 磁気記録再生装置
DE2725365C2 (de) * 1977-06-04 1984-09-06 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Verfahren zur Wiedergabe von auf Magnetband gespeicherten Videosignalen mit einer von der Bandgeschwindigkeit bei der Aufnahme abweichenden Bandgeschwindigkeit und Schaltungsanordnung hierfür
JPS55138982A (en) * 1979-04-18 1980-10-30 Victor Co Of Japan Ltd Magnetic recording/reproducing device
US4426666A (en) * 1980-10-03 1984-01-17 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Video signal recording/reproducing apparatus
US4388657A (en) * 1980-11-25 1983-06-14 Rca Corporation Search-mode arrangement for VTR
JPS5817504A (ja) * 1981-07-22 1983-02-01 Olympus Optical Co Ltd 情報記録再生装置
JPS60261267A (ja) * 1984-06-07 1985-12-24 Mitsubishi Electric Corp 磁気記録再生装置
US4600952A (en) * 1985-02-01 1986-07-15 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Helical scan video tape recorder with auxiliary heads for blur free high speed reproduction pictures

Also Published As

Publication number Publication date
NL8702558A (nl) 1988-05-16
NL194878B (nl) 2003-01-06
CA1316593C (en) 1993-04-20
DE3737054A1 (de) 1988-05-11
DE3737054C3 (de) 1994-10-06
DE3737054C2 (de) 1990-02-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5339165A (en) Video signal recording/reproducing apparatus
NL194878C (nl) Videosignaalregistratie- en -reproductie-inrichting.
GB2252196A (en) Video reproducing apparatus
JPS61170189A (ja) ビデオテ−プレコ−ダの特殊再生装置
US5502572A (en) Variable speed video signal reproducing apparatus
JP3231121B2 (ja) ノントラッキング方式の再生装置
JP2615766B2 (ja) 再生映像信号の処理装置
JPS63128882A (ja) 映像信号記録再生装置
JPS6361577A (ja) 映像信号の記録再生装置
KR0178740B1 (ko) 특수재생데이타의 위치정보 기록/검출장치 및 방법
JP3118918B2 (ja) ビデオテープレコーダ
KR970005661B1 (ko) 디지탈 브이씨알의 테이프 트랙킹 시스템
JP3528877B2 (ja) 磁気記録再生装置
JPS62206975A (ja) 映像信号記録再生装置
JPH0614726B2 (ja) 映像信号記録再生装置
JP3308415B2 (ja) 磁気記録再生装置
JPH01235488A (ja) 映像記録再生装置
JPS61177085A (ja) 再生装置
JPS61104369A (ja) 磁気記録再生装置
JPH10143812A (ja) 磁気記録再生装置
JPS6320772A (ja) 多チヤンネル型のデイジタル信号再生装置
JPH04266277A (ja) ビデオテープ再生装置
KR950009659A (ko) 디스크재생시스템의 스캔제어장치
JPH02284588A (ja) 磁気記録再生装置
JPH08147605A (ja) 磁気記録再生装置および磁気再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
NP1 Not automatically granted patents
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20071028