NL194090C - Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot. - Google Patents

Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot. Download PDF

Info

Publication number
NL194090C
NL194090C NL9202157A NL9202157A NL194090C NL 194090 C NL194090 C NL 194090C NL 9202157 A NL9202157 A NL 9202157A NL 9202157 A NL9202157 A NL 9202157A NL 194090 C NL194090 C NL 194090C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gutter
roof
assembly according
supporting
supporting strip
Prior art date
Application number
NL9202157A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194090B (nl
NL9202157A (nl
Inventor
Dirk Johannes Van Schellebeek
Original Assignee
Ubbink Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ubbink Nederland Bv filed Critical Ubbink Nederland Bv
Priority to NL9202157A priority Critical patent/NL194090C/nl
Publication of NL9202157A publication Critical patent/NL9202157A/nl
Publication of NL194090B publication Critical patent/NL194090B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194090C publication Critical patent/NL194090C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/068Means for fastening gutter parts together
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/0641Gutter ends
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/17Ventilation of roof coverings not otherwise provided for
    • E04D13/178Ventilation of roof coverings not otherwise provided for on the eaves of the roof

Description

1 194090
Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot
Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, welk dak een dakvoet met een haaks op de dakhelling staande kopse onderrand heeft en een volgens de dakhelling verlopend oplegvlak, waarbij de door middelen 5 gemonteerde dakgoot met een oplegstrook op het oplegvlak ligt, en waarbij de dakgoot een V-vormig stroomprofiel bepaalt.
Een dergelijk samenstel is bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift” 3.149.340. De dakgoot wordt hierbij aangeduid als "Blenden-regenrinne” en is zelfreinigend. De dakgoot is met behulp van beugels aan de dakvoet opgehangen en ligt vrij van de kopse onderrand van de dakvoet. Met de tegenwoordige 10 dakconstructies, waarvan de dikte aanzienlijk kan zijn als gevolg van een dik pakket isolatiemateriaal, zal dit materiaal aan de kopse onderrand van de dakvoet bij deze bekende opstelling in het zicht komen te liggen en gemakkelijk bereikbaar zijn voor vogels en vocht
Het doel van de uitvinding is een samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede een dakgoot bestemd voor dat samenstel, te verschaffen, waarbij de dakgoot gemakkelijk te plaatsen is, zonder beugels. 15 Voorts is het een doel van de uitvinding een dergelijk samenstel te verschaffen, waarbij de dakgoot de onderste koprand van de dakvoet afschermt.
De uitvinding voorziet hiertoe in een samenstel van de in de aanhef genoemde soort waarbij de dakgoot een zelfdragende constructie bezit en op de dakvoet gemonteerd is door middel van de montagemiddelen vormende nagels, schroeven of dergelijke, die door de oplegstrook heen verlopen en de dakgoot in 20 dwarsdoorsnede in hoofdzaak U-vormig is, met een achteropstand die haaks op de oplegstrook staat en met een aanligvlak tegen de kopse onderrand van de dakvoet aanligt, en met een bodemwand, die in hoofdzaak evenwijdig is aan de dakhelling, alsmede met een vooropstand die in hoofdzaak loodrecht op de bodemwand staat
De zelfdragende dakgoot wordt op twee loodrecht op elkaar staande vlakken ondersteund aan de 25 dakvoet, en via zijn oplegstrook hieraan vastgezet waardoor stabiliteit gevende montagebeugels overbodig zijn geworden. Het loodrecht op elkaar staan van het aanligvlak en de oplegstrook verschaft bij het aanbrengen van de dakgoot een plaatsingshulp. Het aanligvlak en de achteropstand vormen daarbij een afscherming van de kopse onderrand van de dakvoet.
Opgemerkt wordt dat een samenstel van een hellend dak en een in doorsnede U-vormige dakgoot, 30 geleverd door aanvraagster, bekend is, waarbij de dakgoot een in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de dakhelling staande vooropstand bezit en een V-vormig stroomprofiel bepaalt Er is geen oplegstrook. Deze bekende hoekgoot bezit een achteropstand die ongeveer half zo hoog is als de vooropstand en wordt door middel van beugels, die bevestigd zijn op de zogenaamde muurplaat, die de spouwruimte van de muur van het huis afdekt, bevestigd zijn. Om de bereikbaarheid voor vogels en vocht tegen te gaan plaatste men -35 als extra onderdeel - een voet- of onderpanprofiel dat op de onderste pannelat bevestigd werd en zich van daaraf neerwaarts in de goot uitstrekte.
Voorts wordt opgemerkt dat uit het Britse octrooischrift 1.392.179 een samenstel bekend is van een plat dak met een vastspijkerbare goot, waarbij de goot voorzien is van een horizontale oplegstrook en een haaks daarop staande, verticale aanlegstrook, die zich tot beneden het gootprofiel uitstrekt om aan het ondereind 40 aan te kunnen liggen tegen de muur. De bodem van het gootprofiel is hierbij evenwijdig aan het maaiveld gericht en de vooropstand staat hierbij onder een scherpe hoek ten opzichte van de bodem.
Bij voorkeur is de dakgoot dubbelwandig en zijn de dubbele wanden met elkaar verbonden door langsschotten. Hierdoor bezit de dakgoot een lichte constructie, die toch voldoende weerstand heeft tegen buiging van de dakgootwanden in vlakken evenwijdig aan de dakgoot en loodrecht op de betreffende 45 gootwand.
Het heeft hierbij de voorkeur indien de dubbele wanden met de langsschotten althans gedeeltelijk een vakwerkconstructie vormen. Daardoor wordt ook de weerstand verhoogd tegen buiging in loodrecht op de dakgoot staande vlakken.
Bij voorkeur is in het samenstel volgens de uitvinding de dakgoot door extrusie vervaardigd van PVC.
50 Gebleken is dat een dergelijke dakgoot op de bevestigingsstrook op afstand van elkaar gelegen plaatsen vastgezet kan worden aan bijvoorbeeld de tengels van dakplaten of de eventueel reeds aanwezige plank, zonder dat onaanvaardbare vervormingen als gevolg van krimp of rek optreden, zodat ook uit vervormings-overwegingen beugels overbodig zijn.
Bij voorkeur convergeren het buitenoppervlak van de achteropstand van de dakgoot en het bulten-55 oppervlak van de vooropstand althans over het onderste gedeelte daarvan neerwaarts om de dakgoot nestbaar te maken met gelijke andere dakgoten.
Bij voorkeur is de bevestigingsstrook van de dakgoot aan zijn bovenzijde voorzien van een verhevenheid 194090 2 om te dienen als dakpansteun.
Bij voorkeur is de oplegstrook voorzien van een vogelschoot. Hiermee wordt voorkomen dat vogels en muizen in de golfvormige ruimte tussen de onderste dakpannen en het dakschot kunnen komen.
De uitvinding verschaft voorts een dakgoot kennelijk geschikt voor het samenstel volgens de uitvinding.
5
De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Getoond wordt in: figuur 1 een voorbeelduitvoering van een gootelement voor een dakgoot, gezien in dwarsdoorsnede; figuur 2a een koppelstuk voor gootelementen zoals weergegeven in figuur 1, in perspectief, 10 figuur 2b het koppelstuk van figuur 2a in doorsnede volgens lijn llb-llb; figuur 3 een eindstuk voor het gootelement van figuur 1; en figuur 4 een schematische weergave van de dakgoot met het gootelement van figuur 1 in een op een dak gemonteerde toestand 15 Het in figuur 1 in doorsnede weergegeven gootelement 1 is in hoofdzaak U-vormig en omvat een achterop-stand 2, een bodem 3 en een vooropstand 4. De achteropstand 2, de bodem 3 en de vooropstand 4 zijn hol uitgevoerd en omvatten een buitenwand 6 en een binnenwand 5, die door middel van zich dwars op het blad van tekening uitstrekkende langsschotten 7 op afstand, bijvoorbeeld 10 mm, van elkaar gehouden worden. Deze afstand, en daarmee de dikte van de gootwanddelen 2,3 en 4, is groter gekozen dan de 20 dikte bijvoorbeeld 2.5 mm, van de massieve wanden van gebruikelijke goten of gootelementen, opdat het weerstandsmoment tegen buiging in loodrecht op betreffende wanddelen staande vlakken groot genoeg zal zijn.
De vooropstand 4 Is aan zijn boveneind voorzien van een kraal 15 en gaat aan zijn ondereind op vloeiende wijze over in de loodrecht daarop staande bodem 3. In figuur 1 zijn met onderbroken lijnen 25 diagonaal lopende langsschotten 7' getekend. Deze diagonaalschotten 7' kunnen tussen alle schotten 7 aangebracht zijn, om een hoge stijfheid te verschaffen tegen buiging van de gootwanddelen 2, 3 en 4 in het vlak van tekening. De bodem 3 gaat aan zijn, op de tekening gezien, linker eind met een stompe hoek over in de achteropstand 2. De achteropstand 2 heeft een gestrekte binnenwand 5 en een buitenwand 6, welke laatste, van onder naar boven gaand beschouwd, opgebouwd is uit een zich in hoofdzaak evenwijdig aan 30 de binnenwand 5 uitstrekkend onderste deel 6', dat met de buitenwand 6 van de vooropstand 4, beschouwd in neerwaartse richting, convergeert; een dwars uitstekend vlak 16; en een loodrecht daarop staand achtervlak of aanligvlak 9, dat bij voorkeur, zoals hier getekend, zich evenwijdig uitstrekt aan de voorop* stand 4. Aan zijn bovenzijde gaat de achteropstand 2 over in een opleg* of bevestigingsstrook 12, die hier bij voorkeur, zoals weergegeven is, met de achteropstand als geheel een stompe hoek insluit, die overeen-35 komt met de stompe hoek tussen de achteropstand 2 en de bodem 3. De bevestigingsstrook 12 bezit een onderoppervlak 8, dat dient als het oplegvlak, zoals nog nader omschreven zal worden, en dat een hoek van ongeveer 90° insluit met het aanligvlak 9 van de achteropstand 2. De bevestigingsstrook 12 omvat aangrenzend aan de achteropstand 2 een convexe verhevenheid 11, die kan dienen als dakpansteun. De verhevenheid 11 is in dwarsrichting onderbroken door een langsgroef 10, waarvan de wanden ΙΟ' doorgezet 40 zijn tot aan het oplegvlak 8. De groef 10 is bestemd om bevestigingsmiddelen voor het gootelement op te nemen.
In figuur 1 valt verder nog waar te nemen dat de bevestigingsstrook voorzien is van een tussen oplegvlak 8 en dwarsstrook 18 gevormde langsgroef 17, waarin het lijf 13 van een vogelschroot, die verder voorzien is van flexibele vingers 14, op te nemen is.
45 In de figuren 2a en 2b is het koppelstuk 101 weergegeven. Dit koppelstuk 101 omvat een achteropstand 102, een bodem 103 en een vooropstand 104, gevormd door een binnenwand 105 en een buitenwand 106, die op afstand van elkaar gehouden worden door een dwarsschot 107 (zie figuur 2b) dat tevens dient als aanslag voor, in figuur 2b beschouwd, van linksaf en van rechtsaf in de ruimtes 120 in te schuiven gootelementen 1. De tapse vorm van de wanden van de ruimtes 120 dragen bij in de afdichting van de 50 beide gootelementen 1 ten opzichte van elkaar. Bij een dergelijke koppeling zal het dwarsstaande vlak 116 van de buitenwand 106 van de achteropstand 102 aankomen tegen het dwarsvlak 16 van het gootelement 1. De binnenwand 105 van de achteropstand 102 gaat via een verhevenheid 111, die past over de verhevenheid 11 van het gootelement 1, over in een dwars uitstekend gedeelte 108, waarvan het afhangende einddeel 113 past over de dwarsstrook 18 van gootelement 1.
55 Het in figuur 3 weergegeven eindschot 201 is op met het koppelstuk 101 vergelijkbare wijze uitgevoerd. Te onderscheiden zijn een achteropstand 202, een bodem 203 en een vooropstand 204, gevormd door een binnenwand 205 en een buitenwand 206. Aan de, op de tekening gezien, achterzijde is een zich over het 3 194090 gehele dwarsprofiel van het eindschot 201 uitstrekkende dwarswand 230 voorzien, die zorgt voor het op afstand van elkaar houden van de binnenwand 205 en de buitenwand 206 en tevens de ruimte daartussen afdicht. Aan de bovenzijde is voorts een overhangende sierstrook 231 voorzien, die zich uitstrekt van de bovenzijde van de achteropstand 202 naar een kraal 215 op de vooropstand 204. Voorts is waar te nemen 5 het dwarsvlak 216, dat bestemd is om aan te komen liggen tegen het dwarsvlak 16 vein gootelement 1, de dwarsstrook 208, die bestemd is om met afhangend einddeel 213 over de dwarsstrook 18 van gootelement I te passen. Wederom is een verhevenheid 211 gevormd, om het eindschot 201 ook over de verhevenheid II van gootelement 1 te kunnen plaatsen. Tenslotte valt nog te wijzen op de aanwezigheid van de in het verlengde van de dwarswand 230 liggende dwarsplaat 232, waarmee het aansluitende gebied van het 10 kopse eind van de dakvoet afgeschermd kan worden.
In figuur 4 is de het gootelement 1 omvattende dakgoot in gemonteerde toestand weergegeven. Afgebeeld is het aansluitingsgebied van muur, vloer en dak van een huis. De muur is hier een spouwmuur, die een binnenspouwblad 28 van beton en een buitenspouwblad 27 van metselwerk omvat, welke tussen zich een spouwruimte 30 bepalen, waarin platen 29 van isolatiemateriaal aangebracht zijn. Op het 15 binnenspouwblad 28 rust een betonnen ligger 32, waarop weer een houten randbalk 33 rust, die dient als ondersteuning voor de dakbedekking. Op het buitenspouwblad 27 is een houten randbalk 31 geplaatst, eveneens voor ondersteuning van de dakbedekking, alsmede voor afdichting van de spouw 30 naar buiten toe. De dakbedekking bestaat uit een dakbeschot 22, waarop isolatieplaten 20 geplaatst zijn. Aan de bovenzijde van de isolatieplaten 20 zijn tengels 21 aangebracht, op welke tengels 21 panlatten 24 bevestigd 20 zijn, alsmede, aan de dakvoet, een plank 25, hoewel ook een lat mogelijk zou zijn. De panlatten 24 zorgen voor ondersteuning van de pannen 23. Deze pannen bezitten hier in een doorsnede loodrecht op het vlak van tekening en loodrecht op de dakbedekking beschouwd, een holle vorm.
De kopse onderrand 35 van de dakbedekking wordt hier gevormd door de plank 25, de tengels 21, de isolatieplaten 20 en het dakbeschot 22.
25 De dakgoot Is plaatselijk vastgezet of gefixeerd op de plan 25 door middel van bijvoorbeeld nagels of schroeven 26, die bijvoorbeeld, in lengterichting beschouwd, op 25 cm van elkaar af gelegen zijn. De nagels 26 zijn hierbij eenvoudig op de gewenste plaatsen in de langsgroef 10 gestoken en door de groefbodem, geleid door de wanden lO', en door het oplegvlak 8 tot in de plank 25 gedreven. De dakgoot ligt dan met zijn oplegvlak 8 op het bovenoppervlak van de plank 25, en met zijn loodrecht op het oplegvlak 12 staande 30 aanligvlak 9 aan tegen de schuin neerwaarts gekeerde zijkant van de plank 25, eventueel tegen de onderste kopeinden van de tengels 21 en tegen een deel van de onderste zijkant van de isolatieplaten 20. Doordat het zwaartepunt van het gedeelte van de dakgoot, dat zich beneden het overgangsgebied van achteropstand 2 en bevestigingsstrook 12 bevindt, zich, op de tekening gezien, rechts van dat gebied bevindt, zal een gootelement 1 van de dakgoot met het aanligvlak 9 tegen de dakbedekking aangedrukt 35 worden. De hier loodrecht staande vlakken 8 en 9, die reeds een aanzienlijk plaatsingsgemak verschaften door hun bij de rand van de dakbedekking passende vorm, zorgen er hierbij tevens na plaatsing voor dat de dakgoot op zekere wijze op zijn plaats gehouden wordt.
Door het aanligvlak 9 wordt een aanzienlijk deel van de onderste kopse zijde 35 van de dakbedekking afgeschermd. Dit aanligvlak 9 zou zich verder naar beneden toe kunnen uitstrekken, maar voor de 40 nestbaarheid van de gootelementen 1 is het aanligvlak 9 hier tot de halve hoogte beperkt gehouden. De inkijk naar het daarondergelegen gedeelte van de dakbedekking wordt mede tegengegaan door de rest van achteropstand 2. Om rekening te houden met maattoleranties, kan een gevellat 34 op het buitenspouwblad 27 aangebracht zijn. Dit is afhankelijk van hoe de kopse onderrand 35 ligt ten opzichte van de gevel. Gestreefd zal worden naar een situatie, waarin de lat 34 niet nodig is.
45 Gebleken is dat de dakgoot zonder gebruik te maken van beugels, noch separaat, noch op in de dakgoot opgenomen wijze, op stabiele en betrouwbare wijze bevestigd kan worden aan de dakvoet. Het onderzochte gootelement had een lengte van 5 m, een bodem van 0,2 m, een vooropstand van 0,18 m, een achterop* stand van 0,13 m, een oplegvlak van 0,06 m, een aanligvlak van 0,06 cm en een wanddikte van 0,01 m. De hoek tussen de achterstand en de bodem bedroeg hierbij 105°. Metingen binnen een temperatuurbereik van 50 -20°C tot 60°C hebben aangegeven dat uitzetting en krimp geen vervorming geeft bij de uiteindelijke gemonteerde goot als geheel. Ter plaatse van de op 50 cm van elkaar geplaatste nagels traden er geen barsten en scheuren op in het gootelement. Naast de voomoemde gunstige effecten van de constructie van het gootelement 1, is het mogelijk dat aan het voornoemde gunstige effect meewerkt dat de gootelementen door middel van extrusie gevormd zijn uit PVC. Doordat nauwelijks vervorming optrad, kunnen de goot-55 elementen bijvoorbeeld in lengtes van 6 meter geleverd worden en op maat gezaagd worden, en zonodig gekoppeld worden zonder dat daarvoor bijzondere, complexe, dilatatie-verschaffende verbindingsstukken nodig zijn. Voor de nagels of andere bevestigingsmiddelen behoeven geen langgaten voorzien te worden

Claims (8)

194090 4 om verschuiving van de goot ten opzichte van de plank 25 mogelijk te maken. 5
1. Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, welk dak een dakvoet met een haaks op de dakhelling staande kopse onderrand heeft en een volgens de dakhelling verlopend oplegvlak, en de door middelen gemonteerde dakgoot met een oplegstrook op het oplegvlak ligt, waarbij de dakgoot een V-vormig stroomprofiel bepaalt, met het kenmerk, dat de dakgoot een zelfdragende constructie bezit en op de 10 dakvoet gemonteerd is door middel van de montagemiddelen vormende nagels, schroeven of dergelijke, die door de oplegstrook (12) heen verlopen en dat de dakgoot in dwarsdoorsnede in hoofdzaak U-voimig is, met een achteropstand (2) die haaks op de oplegstrook (12) staat en met een aanligvlak (9) tegen de kopse onderrand van de dakvoet aanligt, en met een bodemwand (5), die in hoofdzaak evenwijdig is aan de dakhelling, alsmede met een vooropstand (4) die in hoofdzaak loodrecht op de bodemwand (5) staat.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dakgoot dubbelwandig is en de dubbele wanden (5, 6) met elkaar verbonden zijn door langsschotten (7).
3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in dwarsdoorsnede gezien, de langsschotten (7) met de dubbele wanden althans plaatselijk een vakwerkconstructie (70 vormen.
4. Samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de dakgoot door middel van extrusie 20 vervaardigd is van PVC.
5. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buitenoppervlak van de achteropstand (2) van de dakgoot en het buitenoppervlak van de vooropstand (4) daarvan althans over het onderste gedeelte daarvan neerwaarts convergeren om de dakgoot (1) nestbaar te maken met gelijke andere dakgoten.
6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de oplegstrook (12) van de dakgoot (1) voorzien is van een verhevenheid (11), om te dienen als dakpansteun.
7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de oplegstrook (12) van de dakgoot (1) voorzien is van een vogelschroot (13,14).
8. Dakgoot kennelijk geschikt voor het samenstel volgens één der voorgaande conclusies. Hierbij 2 bladen tekening !
NL9202157A 1992-12-14 1992-12-14 Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot. NL194090C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202157A NL194090C (nl) 1992-12-14 1992-12-14 Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202157A NL194090C (nl) 1992-12-14 1992-12-14 Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot.
NL9202157 1992-12-14

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9202157A NL9202157A (nl) 1994-07-01
NL194090B NL194090B (nl) 2001-02-01
NL194090C true NL194090C (nl) 2001-06-05

Family

ID=19861622

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9202157A NL194090C (nl) 1992-12-14 1992-12-14 Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194090C (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK1186727T3 (da) * 2000-09-07 2006-10-23 Icopal Plastic Membranes As Bygningselement omfattende undertagsventilation, tagfodsbeskyttelse og tagrende
CA2395740A1 (en) * 2002-07-26 2004-01-26 Royal Group Technologies Limited Plastic gutter system and components thereof
FR2885925B1 (fr) * 2005-05-18 2008-12-05 Girpi Soc Par Actions Simplifi Fond de gouttiere d'eaux pluviales
EP3985193A1 (en) * 2020-10-15 2022-04-20 Janssen, Bob Gutter

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3248827A (en) * 1963-10-21 1966-05-03 Monsanto Co Integral rain gutter and attaching means therefor
GB1191931A (en) * 1967-03-09 1970-05-13 Malcolm Neville Shute Improvements in or relating to Building Components
GB1392179A (en) * 1971-06-24 1975-04-30 Cook R S Roof fitments
DE2517458A1 (de) * 1975-04-19 1976-10-21 Braas & Co Gmbh Traufseitiger verschluss
AU520380B2 (en) * 1977-09-13 1982-01-28 James Hardie & Coy Pty Limited Bird-proof flashing
BE864730A (nl) * 1978-03-10 1978-09-11 Eester Andreas J C Van Dakgootbevestiging en dakgoot en gootbalken hierbij gebruikt
DE3149340A1 (de) * 1981-12-12 1983-06-16 Siegfried 6729 Hagenbach Lowinger Selbstreinigende blenden - regenrinne
FR2546950A1 (fr) * 1983-06-01 1984-12-07 Norpac Gouttiere pour toiture comportant un surplomb
NL9100460A (nl) * 1991-03-15 1992-10-01 Atm Beheer B V Inrichting voor het aanvoeren, verzamelen en afvoeren van vloeistoffen en materialen, waaronder hemelwater.

Also Published As

Publication number Publication date
NL194090B (nl) 2001-02-01
NL9202157A (nl) 1994-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8407960B2 (en) Deck flashing trim system
US6688059B1 (en) Protective trim strip for decks
US3415019A (en) Integral soffit and fascia unit of synthetic plastic
EA014836B1 (ru) Профильная реечная система
NL8005453A (nl) Daklat.
CA2510188A1 (en) Spacer for mounting a deck ledger board to a building surface
US7051485B2 (en) Ceiling panel system
NL194090C (nl) Samenstel van een hellend dak en een dakgoot, alsmede dakgoot.
NL8501560A (nl) Beschermingsorgaan voor de kopse kant van een dakbeschot.
US8196367B2 (en) Support bracket for anchoring overlapping cladding tiles to a wall structure
BE1002007A6 (nl) Dakkonstruktie voor serren en koppelelement hierbij aangewend.
NL8501050A (nl) Dakbedekking.
NL8700180A (nl) Zelfdragend doosdakelement voor een dak.
NL8400813A (nl) Inrichting voor het bevestigen van isolatieplaten op daksparren.
NL8900720A (nl) Slabbe voor het versperren van tussen een recht en een geprofileerd gedeelte van een dak aanwezige opening.
NL1006036C2 (nl) Dakvoetconstructie.
NL194279C (nl) Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel.
NL8303374A (nl) Opleglichaam voor dakbedekkingsplaten.
NL2023175B1 (nl) Onderlegelement voor dakbedekkings- of gevelbekledingselementen
NL1015616C1 (nl) Dakvoetventilatie-inrichting.
JPH0740014Y2 (ja) 組立建物の屋根
JPH0343292Y2 (nl)
NL8501559A (nl) Ophanging van een dakgoot.
JPH085208Y2 (ja) 耐火間仕切装置におけるパネル取付構造
JP3354205B2 (ja)

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20080701