NL1015616C1 - Dakvoetventilatie-inrichting. - Google Patents
Dakvoetventilatie-inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1015616C1 NL1015616C1 NL1015616A NL1015616A NL1015616C1 NL 1015616 C1 NL1015616 C1 NL 1015616C1 NL 1015616 A NL1015616 A NL 1015616A NL 1015616 A NL1015616 A NL 1015616A NL 1015616 C1 NL1015616 C1 NL 1015616C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof
- strip
- ventilation device
- foot
- ventilation
- Prior art date
Links
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 title claims description 70
- 210000003195 fascia Anatomy 0.000 claims description 27
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 claims description 9
- 238000005192 partition Methods 0.000 claims description 6
- 238000007599 discharging Methods 0.000 claims description 5
- 230000003313 weakening effect Effects 0.000 claims description 3
- 238000000034 method Methods 0.000 claims 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 7
- 241000238631 Hexapoda Species 0.000 description 3
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 3
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 3
- 230000009977 dual effect Effects 0.000 description 2
- 239000004033 plastic Substances 0.000 description 2
- 229920003023 plastic Polymers 0.000 description 2
- -1 polyethylene Polymers 0.000 description 2
- 241000218657 Picea Species 0.000 description 1
- 239000004698 Polyethylene Substances 0.000 description 1
- 239000004743 Polypropylene Substances 0.000 description 1
- 238000009825 accumulation Methods 0.000 description 1
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 1
- 238000007598 dipping method Methods 0.000 description 1
- 238000001125 extrusion Methods 0.000 description 1
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 description 1
- 230000002401 inhibitory effect Effects 0.000 description 1
- 238000001746 injection moulding Methods 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 229920000728 polyester Polymers 0.000 description 1
- 229920000573 polyethylene Polymers 0.000 description 1
- 229920000098 polyolefin Polymers 0.000 description 1
- 229920001155 polypropylene Polymers 0.000 description 1
- 239000010454 slate Substances 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/17—Ventilation of roof coverings not otherwise provided for
- E04D13/178—Ventilation of roof coverings not otherwise provided for on the eaves of the roof
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Building Environments (AREA)
- Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
Description
Dakvoetventilatie-inrichting
De uitvinding heeft betrekking op een dakvoet-ventilatie-inrichting voor bevestiging aan de dakvoet, in het bijzonder op de bovenzijde van een boeiboord.
5 Dergelijke inrichtingen worden toegepast om het dakvoetgebied (regen)waterdicht af te werken. Voor toepassing in de bouw is daarbij een eerste vereiste dat voldaan wordt aan wettelijke normen en besluiten. Daarnaast moet een dergelijke inrichting zeker en nauwkeurig te plaatsen 10 zijn, ook door minder ervaren werklieden, en eventueel doe-het-zelvers. Een dergelijke inrichting dient de ventilatie en luchtcirculatie van het dakvoetgedeelte te regelen en aansluiting van dakfolie aan de dakvoet te verzorgen.
15 EP-A-340856 betreft een dakvoetventilatieinrich- ting. Hierbij is echter onvoldoende voorziening voor ventilatie en luchtcirculatie. Daarnaast is het correct plaatsen van dakpannen op de inrichting een probleem.
FR-A-2539787 betreft een ventiiatiestook voor 20 een dakvoet. Hierbij is echter geen aansluiting voor dakfolie voorzien. Er lijkt geen ventilatie onder bijvoorbeeld dakpannen door te worden geboden.
De uitvinding voorziet in een inrichting die zoveel mogelijk tegemoet komt aan deze eisen. Hiertoe 25 voorziet de uitvinding in een dakvoetventilatie-inrichting voor bevestiging aan de dakvoet, in het bijzonder op de bovenzijde van een boeiboord, omvattende een waterafvoe- 1015616· 2 rende strook voor oplegging op het dakbeschot en op de bovenzijde van het boeiboord, bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de inrichting op het boeiboord, en als één geheel met de strook gevormde, een ventilatiekanaal 5 vormende middelen welke geheel gelegen zijn aan de van het dakbeschot afgekeerde bovenzijde van de waterafvoerende strook en tevens ondersteuningsmiddelen vormen voor dakpannen ter hoogte van het boeiboord.
Door deze maatregelen wordt een inrichting 10 verkregen die eenvoudig en zeker te plaatsen is en het mogelijk maakt om te voldoen aan de wettelijke normen en besluiten. De inrichting schermt de dakvoet goed af tegen (regen)water dat ofwel tussen de dakpannen doorlekt, ofwel onder de pannen door opwaait. Daarnaast wordt gedompte 15 plaatsing van de onderste rij dakpannen voorkomen door de dubbele functie van de ventilatiekanaalvormende middelen. Door de keuze van de plaats van deze ventilatiekanaalvor-mende middelen wordt namelijk een zekere, gerichte en stabiele (op nagenoeg maximale afstand van het boveneind 2 0 van de dakpan) ondersteuning van de onderste rij dakpannen gevormd zonder dat een apart schuinhout of iets dergelijks nodig is. De waterafvoerende strook kan direct op het beschot aangebracht zijn en vastgezet zijn aan een boeiboord. De dampremmende folie die gewoonlijk direct op de 25 buitenzijde van het beschot is aangebracht loopt recht, vloeiend en ononderbroken door op de waterafvoerende strook tot aan de ventilatiekanaalvormende middelen.
Voorts is zekere plaatsing, ook door minder deskundige lieden, mogelijk en de kans op beschadiging 30 verminderd omdat de inrichting als één geheel gevormd is. Daarnaast is de opslag, het vervoer, de hantering en logistiek eenvoudiger doordat met één soort inrichting kan worden volstaan voor alle functies.
De inrichting is bijzonder bruikbaar voor bouw-35 werken met niet-koude zolders, dat wil zeggen zolders die onderdeel (gaan) vormen van de leef/werk ruimte. Het betreft daarbij in het bijzonder dakconstructies voorzien 1015816· 3 van dakpannen. Een dergelijke dakconstructie is voorzien van daksparren met een boeiboord of gevelplank aan de uiteinden. Aan het boeiboord of de gevelplank (fascia) kunnen klemmen bevestigd zijn voor het houden van een 5 dakgoot.
Om een stevige steunmiddelen te vormen voor de dakpannen en minder vatbaar te zijn voor beschadiging, ook tijdens aanbrengen van de inrichting, omvatten de ventila-tiekanaalvormende middelen op afstand van elkaar geplaats-10 te opstaande dwarswanden op de strook en een of meer bovenwanden aan die wanden die in hoofdzaak parallel aan de strook. Hierdoor ontstaat een open doosconstructie met twee al dan niet geheel open zijden. De bovenwand vormt daarbij een steunvlak voor de onderste rij dakpannen en 15 vervangt de onderste panlat. Loodrecht op de strook en parallel aan het boeiboord kan een rooster gevormd zijn om te voorkomen dat ongedierte of insekten door de ventilatiekanalen gaan en het dakbeschot bereiken.
In een verdere ontwikkeling zijn de ventilatie-20 kanaalvormende middelen naar boven begrensd door een of meer bovenwanden.
In een andere verdere ontwikkeling zijn de ventilatiekanaalvormende middelen naast de bovenwanden gelegen, zijn, zodat de ventilatiekanalen naar boven open 25 zijn.
Om eventuele tussenruimte tussen de steunmiddelen en de onderzijde van dakpannen, in het bijzonder in geval van niet-vlakke dakpannen, op te vullen is de boven- i zijde van de ventilatiekanaalvormende middelen voorzien 30 van zich van de bovenzijde van de strook uitstrekkende, meegevormde flexibele vingers, een vogelschroot, voor het verzorgen van aansluiting tegen de onderzijde van niet-vlakke dakpannen. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld vogels niet langs die weg tussen de dakpannen en het dakbeschot gera-35 ken.
Om een goede aansluiting aan bijvoorbeeld een dakgoot mogelijk te maken, of aflopen van hemelwater langs 1015616« 4 het boeiboord te voorkomen heeft het de voorkeur om de strook over nagenoeg de gehele lengte te verbreden met een als een geheel daarmee gevormd druipschort dat over het boeiboord hangt. Bij voorkeur is het druipschort een 5 vormvaste gebogen profiel dat met de waterafvoerende strook meegevormd is. Hierdoor is een multifunctionele inrichting nauwkeurig, snel en eenvoudig te plaatsen, en is een goede aansluiting van de inrichting met een eventuele dakgoot te vormen. Om vervorming te voorkomen is het 10 druipschort bij voorkeur voorzien van versterkingsmiddelen, bij voorkeur versterkingsribben aan de naar het boeiboord toegekeerde onderzijde. Om daarnaast plaatsing van de inrichting te vereenvoudigen is het druipschort aan de naar het boeiboord toegekeerde onderzijde voorzien van 15 meegevormde verticale aanligvlakken voor aanliggen tegen de zijkant van het boeiboord. Bij voorkeur vormen de versterkingsribben tevens verticale aanligvlakken. Hierdoor krijgen de versterkingsribben een dubbele functie en ontstaat een eenvoudige constructie. De verticale aanlig-20 vlakken kunnen ook gevormd zijn doordat het druipschort (in gemonteerde toestand van de inrichting) vanaf de rand van het boeiboord verticale gedeelten omvat die tegen het boeiboord aanliggen.
De waterafvoerende strook is bij voorkeur (bij 25 voorkeur direct) langs de ventilatiekanaal vormende middelen voorzien van scharniermiddelen. Hierdoor is de inrichting met de wateropvangstrook steeds plat en aanliggend op een dak met willekeurige schuinte aan te brengen.
Bij voorkeur zijn de scharniermiddelen, die 30 gevormd zijn door een verzwakking, aangebracht in combinatie met de bovengenoemde flexibele vingers en eventuele druipschort. Het heeft daarbij de voorkeur dat de vingers hun oorsprong hebben aan de zijde van de ventilatiemidde-len die bij de waterafvoerende strook gelegen is. Door de 35 vingers, en in mindere mate het druipschort, zou de inrichting moeilijk stapelbaar kunnen zijn. Wanneer volgens de uitvinding de strook echter langs de vingers geklapt ΤΟΤδδΤΒ* 5 wordt ontstaat een configuratie die vrij plat is, en daardoor eenvoudig op te slaan. Daarnaast kan de inrichting daardoor goed stapelbaar zijn.
De inrichting volgens de uitvinding wordt bij 5 voorkeur gevormd door spuitgieten van polyolefine kunststoffen zoals polyetheen, of, hetgeen de voorkeur heeft, polypropeen. Ook polyester kan toegepast worden. Eventueel kan de inrichting ook gevormd worden door extrusie van bijvoorbeeld PVC.
10 Enige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn getoond in de figuren, ter toelichting daarvan. Hierin toont:
Figuur 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoering van een dakvoetventilatie-inrichting volgens de uitvin-15 ding, figuur 2 een perspectiefaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 1, figuur 3 een dwarsdoorsnede van een alternatieve uitvoering van de dakvoetventilatie-inrichting volgens de 20 uitvinding, figuur 4 een perspectiefaanzicht van de uitvoe-ringvorm van figuur 3.
De dakvoetventilatie-inrichting 1 volgens de uitvinding is, in dwarsdoorsnede getoond, aangebracht op 25 een pannendak. De dakvoetventilatie-inrichting 1 kan ook goed worden toegepast voor bijvoorbeeld leien daken. Een dergelijk dak met dakpannen 6 is opgebouwd uit daksparren 14 met aan de kopse kant van de daksparren 14 een boei-boord 2 (ook wel fascia boord of gevelplank) . Op de dak-30 sparren 14 is een dakbeschot 4 aangebracht. De dakvoetventilatie-inrichting 1 is bevestigd op de bovenzijde van het boeiboord 2, dat eventueel de begrenzing (fascia) kan vormen van een dakoverstek. De waterafvoerende strook 3 van de dakvoetventilatie-inrichting 1 is daarbij aange-35 bracht op het dakbeschot en ligt met ondervlak 30 plat op de bovenkant van het boeiboord 2. De dakvoetventilatie-inrichting 1 is daarbij vastgezet middels bevestigingsmidde- 1015616« 6 len 16 op de bovenzijde van het boeiboord 2 zoals te zien in de figuur. Deze bevestigingsmiddelen 16 kunnen bestaan uit een gat met daaromheen een versterking zodat daardoor de inrichting met spijkers vastgezet kan worden zonder dat 5 de inrichting daaromheen beschadigd wordt.
In de getoonde uitvoeringsvorm worden de venti-latiekanaalvormende middelen 5 gevormd door dwarswanden of schotten 7 die loodrecht opwaarts reiken van de wateraf-voerende strook 3 boven boeiboord 2, waarbij aan de boven-10 zijde van de schotten 7 een doorlopende bovenwand 8 parallel aan de bovenzijde van een boeiboord 2 voorzien is. De boveneinden van de dakpannen 16a haken achter panlat 17. De onderuiteinden van de onderste rij dakpannen 6a steunen op de bovenwand 8 van de ventilatiekanaalvormende middelen 15 5, waardoor gedompt liggen van deze dakpannen wordt voor komen. De ventilatiekanaalvormende middelen 5 zijn derhalve gesitueerd vlak boven boeiboord 2, en nabij het uiteinde van de onderste rij dakpannen 6a.
Op de buitenzijde van het dakbeschot 4 is een 20 folie 15 aangebracht, welke vloeiend en nagenoeg recht doorloopt over de waterafvoerende strook 3 tot aan de ventilatiekanaal-vormende middelen 5. De ventilatiekanaalvormende middelen 5 zorgen er daarbij voor dat onder de dakpannen 6, 6a door en over het dakbeschot 4 ventila-25 tielucht gevoerd kan worden zodat hier geen vochtophoping ontstaat. Volgens bijvoorbeeld Engelse bouwvoorschriften is een ventilatiespleet van ten minste 25 mm continu verplicht. Per strekkende meter ontstaat daardoor een ventilatieoppervlak van 250 mm2.
30 Op de bovenzijde van de ventilatiekanaalvormen- den middelen 5, dat wil zeggen op bovenwand 8, is een vogelschroot 9 aangebracht bestaande uit flexibele vingers. Deze vogelschroot sluit de overblijvende ruimte tussen de onderzijde van dakpannen (met niet-vlakke ofwel 35 gegolfde onderzijde) en dakbeschot af voor vogels en dergelijke. In de figuur zijn de vingers naar achter gebogen. Het is echter ook mogelijk om de vingers naar 1015616· 7 voren te buigen. Voorts kunnen de ventilatiemiddelen als het ware omgedraaid voorzien zijn, in welk geval de bovenwand 8' en de vingers 9' zich aan de dakzijde in plaats van aan de goot zij de bevinden. De bovenwand 8' reikt dan 5 bij voorkeur tot aan een verticaal vlak door het ondereind van het schuine gedeelte van de strook 3 .(zie streeplijnen in figuur 2).
De waterafvoerende strook 3 gaat aan de voorzij-de over de gehele lengte over in een druipschort 10. In de 10 figuur wordt het druipschort 10 gevormd door een vormvast gebogen profiel welke aan de onderzijde, dat wil zeggen de naar het boeiboord gekeerde zijde, voorzien is van ver-sterkingsribben 11 die tevens een plaatsingsvlak en ook een aanligvlak tegen het verticale buitenvlak van boei-15 boord 2 verzorgen en hierdoor sterkte en steun geven aan het druipschort 10. Het druipschort 10 kan uitmonden in een dakafvoergoot 13, zoals te zien in de figuur. Deze dakafvoer 13 kan aan het boeiboord bevestigd zijn door middel van bijvoorbeeld bevestigingsbeugels 18. In de 20 figuur is duidelijk te zien dat de diverse onderdelen van de dakvoetventilatie-inrichting 1 als één geheel uit bij voorkeur kunststof door middel van bij voorkeur spuitgie-ten gevormd zijn.
In figuur 1 zijn ter plaatse van de overgang van 25 het scharniergedeelte van de strook 3 naar het horizontale deel daarvan, direct naast de ventilatiekanalen scharnier-middelen 12 aangegeven. Deze scharniermiddelen 12 zijn hier gerealiseerd door over de gehele lengte aan de onderzijde een verzwakking aan te brengen. Zoals te zien sluit 30 de waterafvoerende strook 3 daardoor perfect aan op het dakbeschot 4.
Figuur 2 toont een perspectief-aanzicht van de uitvoeringsvorm van de dakvoetventilatie-inrichting 1 volgens figuur 1. Hierbij zijn voor de duidelijkheid de 35 dakpannen alsmede daksparren en dakbeschot weggelaten: alleen de dakvoetventilatie-inrichting 1 en een gedeelte van het boeiboord 2 is weergegeven. Hierbij is duidelijk 1015616« 8 te zien dat de ventilatiekanaalvormende middelen 5 in deze uitvoeringsvorm gevormd worden door schotten 7, althans nagenoeg loodrecht op de waterafvoerende strook 3 en nagenoeg loodrecht op de bovenzijde boven het boeiboord 2.
5 Op deze schotten 7 is de bovenwand 8 meegevormd, met aan de bovenzijde de vogelschroot 9.
Figuur 3 toont een doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van de dakvoetventilatie-inrichting 1 volgens de uitvinding. Hierbij zijn in plaats van de 10 ribben 11 delen van de druipschort 10 verspringend in hoogte ten opzichte van elkaar om ondermeer aanligvlakken 19 te vormen. Voorts is er nu geen sprake van een doorlopende bovenwand, maar van een reeks wanddelen 20, die naar opzij overgaan in schuine dwarswanden 22. De schuine 15 wanden 22 en de schuine wanden 23, 24, 25 bevorderen de luchtstroom (spoiler) en maken het mogelijk de inrichting 1 te nesten bij het stapelen. Dit wordt bevorderd doordat het scharnier 12 onder het dakeind van de bovenwand 20 ligt, zodat het schuine deel van de strook 3 opgeslagen 2 0 kan worden tot tegen de vingers 9. Tussen de in hoogte verspringende delen 20 ofwel delen welke zich uitstrekken boven op het boeiboord bevestigde delen zijn ventilatiekanalen gevormd. Hierin bevinden zich - in dit geval insek-ten - roosters 21. De onderste rij dakpannen 6a rusten 25 hoofdzakelijk op de verhoogde delen 20. Eventueel kunnen de insektenroosters weggelaten worden.
In de uitvoeringsvorm is te zien dat delen 19 van het druipschort 10 direct na het boeiboord 2 nagenoeg recht naar beneden langs het boeiboord 2 lopen om steun te 3 0 bieden aan het druipschort 10 tegen het boeiboord 2, in plaats of eventueel naast de ribben 11 van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1. Door de vorming van verspringende delen kunnen stukken dakvoetventilatie-inrichting genest gestapeld worden.
35 In figuur 4 is een perspectiefaanzicht van de dakvoetventilatie-inrichting 1 van figuur 3 te zien, eveneens zonder dakpannen en dakconstructie.
1015616« 9
Aspecten van beide getoonde uitvoeringsvormen kunnen desgewenst gecombineerd worden.
1015616«
Claims (14)
1. Dakvoetventilatie-inrichting voor bevestiging aan de dakvoet, in het bijzonder op de bovenzijde van een boeiboord, omvattende een waterafvoerende strook voor oplegging op het dakbeschot en op de bovenzijde van het 5 boeiboord, bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de inrichting op het boeiboord, en als één geheel met de strook gevormde ventilatiekanaalvormende middelen welke geheel gelegen zijn aan de van het dakbeschot afgekeerde bovenzijde van de waterafvoerende strook welke ventilatie- 10 kanaalvormende middelen tevens ondersteuningsmiddelen vormen voor dakpannen ter hoogte van het boeiboord.
2. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de ventilatiekanaalvormende middelen op afstand van elkaar geplaatste opstaande schotten omvatten 15 op de strook en een of meer bovenwanden aan de opstaande schotten en in hoofdzaak parallel aan de strook.
3. Dakvoetventilatie-inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de bovenzijde van de ventilatiekanaalvormende middelen voorzien zijn van 20 zich van de bovenzijde van de strook uitstrekkende, meegevormde flexibele vingers voor het verzorgen van aansluiting tegen de onderzijde van niet-vlakke dakpannen.
4. Dakvoetventilatie-inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de strook over 2. nagenoeg de gehele lengte verbreed is met een als één geheel daarmee gevormd druipschort dat over het boeiboord hangt.
5. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclusie 4, waarbij het druipschort een vormvast gebogen pro- 30 fiel is dat met de waterafvoerende strook meegevormd.
6. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclu- 1015616* sie 4 of 5, waarbij het druipschort voorzien is van versterkingsmiddelen, bij voorkeur versterkingsribben aan de naar het boeiboord toegekeerde onderzijde.
7. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclu-5 sie 4-6, waarbij het druipschort aan de naar het boeiboord toegekeerde onderzijde voorzien is van meegevormde verticale aanligvlakken voor aanliggen tegen de zijkant van het boeiboord.
8. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclu-10 sie 7, waarbij de versterkingsribben tevens verticale aanligvlakken vormen.
9. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclusie 4-8, waarbij het druipschort (in gemonteerde toestand van de inrichting) vanaf de rand van het boeiboord verti- 15 cale gedeelten omvat die tegen het verticale gedeelte van het boeiboord aanliggen.
10. Dakvoetventilatie-inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de waterafvoerende strook langs de ventilatiekanaal vormende middelen voor- 20 zien is van scharniermiddelen.
11. Dakvoetventilatie-inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de vingers hun oorsprong hebben aan de zijde van de ventilatiemiddelen die bij de waterafvoerende strook gelegen is.
12. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclu sie 10 of 11, waarbij de scharniermiddelen gevormd worden door een verzwakking.
13. Dakvoetventilatie-inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatieka- 30 naalvormende middelen een rooster omvatten op de strook.
14. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclusie 2, waarbij de ventilatiekanaalvormende middelen naar boven begrensd zijn door een of meer bovenwanden.
15. Dakvoetventilatie-inrichting volgens conclu-35 sie 2, waarbij de ventilatiekanaalvormende middelen naast de bovenwanden gelegen zijn.
16. Inrichting omvattend een of meer van de in 1015616« de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.
14. Werkwij ze omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven 5 kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- f015616·
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1015616A NL1015616C1 (nl) | 2000-07-05 | 2000-07-05 | Dakvoetventilatie-inrichting. |
EP20010202554 EP1170435B1 (en) | 2000-07-05 | 2001-07-04 | Eave ventilation device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1015616A NL1015616C1 (nl) | 2000-07-05 | 2000-07-05 | Dakvoetventilatie-inrichting. |
NL1015616 | 2000-07-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1015616C1 true NL1015616C1 (nl) | 2002-01-08 |
Family
ID=19771664
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1015616A NL1015616C1 (nl) | 2000-07-05 | 2000-07-05 | Dakvoetventilatie-inrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1170435B1 (nl) |
NL (1) | NL1015616C1 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB0522934D0 (en) * | 2005-11-10 | 2005-12-21 | Bortone Nicholas A | Roof ventilation device |
SE530526C2 (sv) * | 2005-12-23 | 2008-07-01 | Tomas Boerjesson | Anordning vid tak |
DE102020130223A1 (de) | 2020-11-16 | 2022-05-19 | Winfried Flach | Trauf-Tropfprofil |
GB2624162A (en) * | 2022-11-04 | 2024-05-15 | Dense Air Ltd | Apparatus |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2539787B1 (fr) * | 1983-01-21 | 1985-10-25 | Goubaud Michel | Doublier formant element d'aeration pour rive d'egout de couverture de batiment |
NL8501560A (nl) * | 1985-05-31 | 1986-12-16 | Redland Braas Nv | Beschermingsorgaan voor de kopse kant van een dakbeschot. |
GB8810356D0 (en) * | 1988-04-30 | 1988-06-08 | Ubbink Uk Ltd | Roof ventilation |
DK172299B1 (da) * | 1996-03-11 | 1998-03-02 | Polysheet As | Ventilerende tagfodstykke |
DE29807499U1 (de) * | 1998-04-25 | 1998-08-13 | Mage Gmbh | Dachlüftungselement und Dachabdeckung |
-
2000
- 2000-07-05 NL NL1015616A patent/NL1015616C1/nl not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-07-04 EP EP20010202554 patent/EP1170435B1/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1170435B1 (en) | 2006-08-02 |
EP1170435A3 (en) | 2002-01-16 |
EP1170435A2 (en) | 2002-01-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2407885C (en) | Tile vent | |
US6015343A (en) | Tile roof vent | |
US6243995B1 (en) | Method and apparatus for closing openings under tiles along eave line | |
US6415559B1 (en) | Eave closure and method of manufacture | |
US7537518B2 (en) | Baffled roll vent | |
US5772502A (en) | Adjustable pitch roof vent with accordion-shaped end plug | |
US8157628B2 (en) | Baffled roll vent | |
US20080287053A1 (en) | Roof ridge vent with improved trough | |
US5971848A (en) | Plastic ridge vent | |
US20080287054A1 (en) | Roof ridge vent with sealant | |
US6565431B1 (en) | Fan fold vent | |
US6694686B2 (en) | Deck protection system | |
NL1015616C1 (nl) | Dakvoetventilatie-inrichting. | |
NL8501560A (nl) | Beschermingsorgaan voor de kopse kant van een dakbeschot. | |
NL8200274A (nl) | Orgaan ter bescherming van de onderrand van een door schubvormige lichamen, zoals dakpannen bedekt schuin dak. | |
EP0886707B1 (en) | A ventilating eaves member | |
NL1008148C2 (nl) | Wateropvangstrook voor spouwmuren. | |
EP1001108A1 (en) | Eave structure | |
EP0138561B1 (en) | Roof space ventilation | |
NL8900720A (nl) | Slabbe voor het versperren van tussen een recht en een geprofileerd gedeelte van een dak aanwezige opening. | |
NL194130C (nl) | Kunststof afsluitorgaan voor de langsrand van een dakafdekking. Kunststof afsluitorgaan voor de benedenlangsrand van de afdekking van een schuin dak. | |
US20120005979A1 (en) | Tile roof batten spacer | |
NL1006036C2 (nl) | Dakvoetconstructie. | |
AU2010202123A1 (en) | Building construction elements | |
NL194279C (nl) | Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20060705 |