NL1008148C2 - Wateropvangstrook voor spouwmuren. - Google Patents

Wateropvangstrook voor spouwmuren. Download PDF

Info

Publication number
NL1008148C2
NL1008148C2 NL1008148A NL1008148A NL1008148C2 NL 1008148 C2 NL1008148 C2 NL 1008148C2 NL 1008148 A NL1008148 A NL 1008148A NL 1008148 A NL1008148 A NL 1008148A NL 1008148 C2 NL1008148 C2 NL 1008148C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strip
longitudinal
cavity
discharge
edge
Prior art date
Application number
NL1008148A
Other languages
English (en)
Inventor
Gijsbert Michiel Zijlstra
Original Assignee
Ubbink Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ubbink Nederland Bv filed Critical Ubbink Nederland Bv
Priority to NL1008148A priority Critical patent/NL1008148C2/nl
Priority to EP99200233A priority patent/EP0933485A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1008148C2 publication Critical patent/NL1008148C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/70Drying or keeping dry, e.g. by air vents
    • E04B1/7038Evacuating water from cavity walls, e.g. by using weep holes
    • E04B1/7046Evacuating water from cavity walls, e.g. by using weep holes using trays
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/64Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor for making damp-proof; Protection against corrosion
    • E04B1/644Damp-proof courses
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/14Junctions of roof sheathings to chimneys or other parts extending above the roof
    • E04D13/1407Junctions of roof sheathings to chimneys or other parts extending above the roof for flat roofs
    • E04D13/1415Junctions to walls extending above the perimeter of the roof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Wateropvanqstrook voor spouwmuren
De uitvinding heeft betrekking op een middel voor het tegenhouden of de opvang en geleiding van water of vocht uit of weg van een spouwmuur.
Het buitenblad van een spouwmuur kan als gevolg 5 van daar opvallend regenwater met name via de voegen verzadigd raken en nat worden aan het binnenoppervlak. Hierdoor treedt er door en langs het buitenblad neerwaarts transport op van water. Dit water dient weer naar buiten gevoerd te worden voordat het in contact komt met voor 10 vocht gevoelige constructiedelen, zoals in het bijzonder houten kozijnen, of met een beneden het buitenblad gelegen, een voortzetting van het buitenblad vormende binnenmuur, in het geval van de aanwezigheid van een uitbouw.
Er zijn vele produkten verkrijgbaar waarmee dit 15 water opgevangen en naar buiten geleid kan worden. Genoemd kan worden het Triform Cavity System, onder meer onderwerp van de Europese octrooiaanvrage 0.410.692 en de Britse octrooiaanvragen 2.286.211, 2.297.100 en 2.299.817. Een hoofdbestanddeel van dit systeem is een platte strook van 2 0 PP die voorzien is van langsribbels voor verankering in specie en aan een achterrand overgaat in een opstaande strook, die naar achteren geknikt is om een opvangopper-vlak voor het opvangen van langs het binnenoppervlak van het buitenblad neergaand water. Aan de bovenrand van de 25 opstaande strook kan aansluiting plaatsvinden op een 1008148 2 neerhangende, aan het binnenblad bevestigde strook, die al dan niet over een isolatielaag op het binnenblad grijpt. Ook in het binnenblad kan een dergelijke strook opgenomen zijn. De af voer van op de platte strook verzameld water 5 vindt plaats ter plaatse van dwars opstaande eindschotten, alwaar het water via open stootvoegen naar buiten wordt geleid. De voorrand is voorzien van een horizontale gleuf, waarin een loodslab kan worden bevestigd, zoals bij loketten bij de aansluiting van het buitenblad op een dwars , 10 daarop staand hellend dak. De voorrand kan daarbij voor- zien zijn van een neerhangende randstrook.
Andere zogenaamde "damp proof course components" of "cavity trays" zijn bekend die de vorm hebben van een bak, omvattende een platte strook, die aan de voorrand 15 voorzien is van een afhangende baan, waaraan een loodslab-be of iets dergelijks bevestigd kan worden en welke het gebied aan de onderzijde van de strook afschermt tegen opwaartse regeninslag. Bijbehorende "trays" zijn omschreven in de Britse octrooiaanvragen 2.291.661 en 2.292.956. 20 In het eerste document wordt een waterafvoerende strook getoond, die voorzien is van omgezette langsranden, die kunnen grijpen om uitstekende randen op een latei. In het tweede document wordt een van een eindwand voorziene waterafvoerende bak getoond, die aan de achterrand voor-25 zien is van een schuine opstand, opgebouwd uit twee ten opzichte van elkaar verstelbare gedeelten, waarvan het achterste voorzien is van een horizontaal randgedeelte, in het binnenblad op te nemen randstrook.
Een andere "cavity tray" is bekend welke een 30 platte strook omvat, die aan de voorrand voorzien is van een gleuf voor opname van een loodslabbe of iets dergelijks, en aan de achterrand overgaat in een V-vormige langsgoot, die zelf aan de achterzijde overgaat in een opstand, die is voorzien van dwarsribben. Deze afvoerstro- : : 35 ken zijn bestemd om in loketten bij schoorstenen gebruikt te worden, waarbij hoger gelegen V-vormige goten afvoeren naar lager gelegen V-vormige goten en de laagste strook ïi m 1008148 3 plat is en is voorzien van een eindschot voor afvoer van het water naar buiten.
De "cavity trays" worden geplaatst tijdens het opbouwen van het spouwblad, het buitenblad en/of het bin-5 nenblad, waarbij eerst een laag specie aangebracht wordt op de bovenzijde van het reeds voltooide gedeelte van het spouwblad, de tray wordt geplaatst en daarna de stenen of blokken op de tray vastgelegd worden met behulp van specie .
10 Het correct plaatsen van de tray dient zorgvul dig te gebeuren. Bij de voornoemde trays met afhangende voorrand heeft men weliswaar een hulpmiddel bij het plaatsen, maar ongewenste verschuiving in buitenwaartse richting of afglijden wordt hiermee niet voorkomen. Dergelijke 15 verschuivingen kunnen optreden na het plaatsen van de tray, in het bijzonder tijdens het plaatsen van de stenen op de tray.
Een doel van de uitvinding is om hierin verbetering te verschaffen.
20 Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het tegenhouden of opvangen en afvoeren van vocht uit of weg van een spouwmuur met een spouwblad, omvattend een opvang- en afvoerstrook met een voorste en een achterste langsrand, waarbij de achterste langsrand bestemd is om 2 5 aan de binnen- of spouwzijde van het spouwblad te komen liggen en voorzien is van een opstaande strook voor opvang van vocht en geleiding daarvan naar de afvoerstrook, waarbij beide langsranden voorzien zijn van aangevormde, neerhangende delen. Hiermee bezit de afvoerstrook zowel 30 aan de voorzijde als aan de achterzijde een hulpmiddel voor plaatsing, welke bovendien dienen als begrenzers voor de beweging van de afvoerstrook dwars op het spouwblad. Doordat er geen specielaag nodig is voor het vastleggen van de inrichting en deze direct op de (dan) bovenste 35 stenenrij geplaatst kan worden, zal - in het geval van opname in een gemetselde muur - de hoogte van de specielaag wanneer de stenen bovenop de inrichting vastgelegd 1008148 4 worden relatief dik kunnen zijn, waardoor het opgevangen water goed in buitenwaartse richting kan afvloeien. Het plaatsen van de inrichting volgens de uitvinding vergt bovendien minder handelingen, materiaal en tijd. De lig-5 ging van de inrichting zal tijdens het harden van de = specie bovendien niet of nauwelijks beïnvloed worden door j daarboven geplaatste stenen.
| Opgemerkt wordt dat uit de Britse octrooiaanvra ge 2.155.076 een profiel voor bescherming van houten 10 constructiedelen in een binnenblad van een spouwmuur, welk I profiel een h-vormige doorsnede bezit en met een als plaatsingsmiddel dienende opstaande strook tegen de naar de verblijfsruimte gekeerde zijde van het binnenblad * gelegen is. Door het bekende profiel wordt water of vocht 15 naar de spouw geleid.
- Bij voorkeur zijn de neerhangende delen naar H elkaar convergerend, voor vergroting van het plaatsingsge- mak. Het is daarbij voordelig, indien de neerhangende delen in zich of ten opzichte van elkaar verbuigbaar zijn. 20 Bij voorkeur is deze verbuigbaarheid elastisch, waardoor de afvoerstrook op de stenen geklemd kan worden en zo zonder enig hulpmiddel op zekere wijze geplaatst kan worden. De ligging van de afvoerstrook blijft hierbij gefixeerd, zonder dat - in het geval van een gemetseld 25 buitenblad - uithardende voegen in het buitenblad belast worden op schuifkrachten.
Bij voorkeur zijn de neerhangende delen van de voorste langsrand en van de achterste langsrand op een afstand van elkaar gelegen die slechts weinig groter is Γ" 30 dan de dikte van het spouwblad. Hierdoor is de afvoer strook gemakkelijk op de stenen te plaatsen, maar is de bewegingsspeling gering, en zullen maatafwijkingen in de stenen de plaatsing van de inrichting niet belemmeren. In het geval van een buitenblad met een nominale dikte van 10 35 cm, kan de steenbreedte bijvoorbeeld variëren tussen 9,5 -m 10,5 cm en zal de afstand tussen de neerhangende delen bij de aansluiting op de afvoerstrook ongeveer 11 cm bedragen.
P«B1 1008148 5
De neerhangende delen van de voorste langsrand vormen bij voorkeur, een langsstrook voor afvoer van vocht.
De neerhangende delen van de achterste langsrand 5 vormen bij voorkeur een langsstrook. De achterste langsstrook en de opstaande strook kunnen in eikaars verlengde liggen en als een geheel met elkaar en met de afvoerstrook gevormd zijn.
Bij voorkeur strekt de opstaande strook zich ten 10 opzichte van de ligstrook zowel naar boven als naar achteren uit, om op afstand van de binnenzijde van het spowblad te reiken. Aldus wordt aan de binnenzijde van het spouw-# blad een geleidende opvang voor -ook op enige afstand van die binnenzijde- neergaand water verschaft. Bij voorkeur 15 staat de opstaande strook dan onder een hoek ten opzichte van de ligstrook die groter is dan 90°, bijvoorbeeld 95°.
De achterste langsstrook en de opstaande strook en eventueel ook de afvoerstrook kunnen stijve hoeken met elkaar vormen. Een dergelijk profiel is eenvoudig en op 20 vormstabiele wijze te vormen middels extrusie.
Bij voorkeur zijn de afvoerstroken gevormd om in dwarsrichting met elkaar gekoppeld te kunnen worden dan wel met een verder afvoermiddel, Vanuit een aspect is daartoe de voorste langsstrook voorzien van middelen voor 25 verbinding met een verder vochtafvoermiddel, zoals de opstaande strook van eenzelfde inrichting of een slabbe. Vanuit een ander aspect is de opstaande strook voorzien van middelen voor verbinding met een verder vochtafvoermiddel, zoals de voorste langsstrook van eenzelfde inrich-30 ting of een slabbe.
In het geval van een slabbe kan deze alternatief reeds aangevormd zijn of bijvoorbeeld middels een "living hinge" met de langsstrook verbonden zijn, in welk geval de slabbe relatief stijf zal kunnen zijn.
35 De uitvinding heeft voorts tot doel buitenwaart se afvoer van opgevangen water vergaand te bevorderen zonder dat extra onderdelen nodig zijn. Hiertoe is de 1008148 6 opvang- en afvoerstrook althans nabij de achterrand aan de j onderzijde voorzien van een of meer neerhangende verheven- j heden. Deze verhevenheden hebben bij voorkeur een zodanige hoogte, dat de afvoerstrook blijft passen binnen de verti-5 cale ruimte van een voeg (gewoonlijk 8-11 mm) , in geval dat de inrichting opgenomen is in een gemetseld buitenblad. De verhevenheden kunnen de vorm hebben van één - langsribbe of een aantal afzonderlijke uitsteeksels. Om komvorming te voorkomen kunnen meerdere verhevenheden in " 10 dwarsrichting op afstand van elkaar aangebracht zijn, en ^ in buitenwaartse richting in hoogte afnemen. Alternatief kan de afvoerstrook een in buitenwaartse richting afnemen- 13 de dikte hebben. Het opgevangen water zal over de afvoer-^ == strook en door de specie naar buiten vloeien.
H 15 Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een inrichting voor het tegenhouden danwel opvangen en afvoeren van vocht uit een spouwmuur met een gemetseld f ü· spouwblad, omvattend een opvang- en afvoerstrook met een r» voorste en een achterste langsrand, waarbij de achterste 20 langsrand bestemd is om aan de binnenzijde van het buiten- Z blad te komen liggen en voorzien is van een opstaande iaö strook voor opvang van vocht en geleiding daarvan naar de f= afvoerstrook, waarbij de afvoerstrook aan beide langs- randen omgezet is om daarmee een omgekeerde U-vorm te t73g 25 bepalen.
!r De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van een gemetseld buitenblad van een spouwmuur - en een of meer van de inrichtingen volgens een der voor- ZI gaande conclusies, waarbij de opvang- en afvoerstrook op 30 een een deel van het buitenblad, zoals een rij stenen is —· geplaatst en de neerhangende delen klemmend op de zijden — van dat deel aangrijpen.
:=: De uitvinding zal in het onderstaande worden ;ZI toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde .35 figuren weergegeven voorbeelduitvoeringen en -toepassin- gen. Getoond wordt in: ίβ Figuur 1: Een voorbeeld van een wateropvang- en • —- * ~ "100814® 7 afvoerstrook volgens de uitvinding;
Figuur IA een dwarsdoorsnede van het profiel van figuur 1;
Figuur 2: Een doorsnede door een spouwmuur met 5 aangrenzend plat dak, waarbij in de spouwmuur een voor-beelduitvoering van de wateropvang en -afvoerstrook volgens de uitvinding opgenomen is;
Figuur 2A: Een detail van de voorrand van de wateropvang en -afvoerstrook die opgenomen is in het 10 buitenblad van de spouwmuur van figuur 2;
Figuur 2B: Een detail van de bovenste achterrand van de wateropvang en -afvoerstrook die opgenomen is in het buitenblad van de spouwmuur van figuur 2; en
Figuur 3: Een doorsnede door een dakvoet van een 15 huis met een hellend dak, waarin opgenomen de wateropvang-en afvoerstrook van figuur 1.
In figuur 1 is een wateropvang en -afvoerstrook 1 volgens de uitvinding weergegeven. De strook 1 omvat een platte afvoer- of ligstrook 2 en een daarmee als één 20 geheel gevormde afhangende voorrandstrook 3, een als een geheel met de strook 2 gevormde neerhangende achterrrand-strook 4 en een daarmee als geheel gevormde opstaande achterstrook 5.
De voorrandstrook 3 en de achterrandstrook 4 25 staan onder een hoek ten opzichte van de ligstrook 2 van bijna 90°, maar convergeren enigszins naar elkaar toe onder een hoek a, van bijvoorbeeld 5°. De opstaande achterstrook 5 staat enigszins schuiner dan de achterrandstrook 4, bijvoorbeeld onder een hoek van 75° ten opzichte 30 van de ligstrook 2. De afmeting B van de ruimte tussen de bovengedeelten van de voorrandstrook 3 en de achterrandstrook 4 bedraagt in dit voorbeeld waarin de stenen een breedtebereik hebben van 10 cm ± 0,5 cm, 11 cm. De horizontale afstand B' tussen de onderranden van de voor-35 randstrook 3 en de achterrandstrook 4 is 9 cm. De lengte L bedraagt in dit voorbeeld meer dan 1 m maar kan ook veel meer bedragen, al naar behoefte. Het profiel 1 is op 1008148 8 lengte te snijden.
Het profiel .1 wordt bij voorkeur vervaardigd middels extrusie, bijvoorbeeld van PVC, en heeft een op zichzelf stabiele vorm. Doordat aan de achterrand zowel 5 aan de bovenzijde als aan de onderzijde een strook 4, 5 uitsteekt vanaf de ligstrook 2, behoeven geen bijzondere j vormmaatregelen genomen te worden om vervorming in het | achterrandgebied, in het bijzonder hoekverdraaiing in het vlak van dwarsdoorsnede, na het vormen te voorkomen.
10 Aan de onderzijde van de ligstrook kan tijdens het vormen voorzien worden van één of meer aan de onderzijde van de ligstrook 2 gevormde langsribben 22a, 22b en s 22c, die in hoogte afnemen naar de voorrand toe, voor het r realiseren van een schuine ligging van het oppervlak van 15 de ligstrook 2. De hoogte van de ribbe 22a plus de dikte Ë van de ligstrook 2 bedraagt ongeveer 3 mm, hetgeen veel minder is dan de gebruikelijke voeghoogte van 8-11 mm.
Aan zijn onderrand kan de voorrandstrook voorzien zijn van een naar buiten omgezette langslip 27, ^ 20 waarmee afstromend water van de onderliggende muur af ge leid wordt.
;; In figuur 2 is weergegeven een spouwmuur 10 van ' een gebouw, zoals in dit geval een woning, welke spouwmuur 10 opgebouwd is uit een buitenblad 6 van metselwerk en een 25 binnenblad 9 van op elkaar gelijmde blokken gasbeton, waarbij een spouw 11 gevormd is tussen het binnenblad 9 en het buitenblad 6, in welke spouw 11 tegen het binnenblad 9 een isolatielaag 8 aangebracht is en en daarvoor een luchtspouw 7 vrijgelaten is. Tegen het buitenblad 6 is een 30 aanbouw 100 geplaatst, met een plat dak 14 en een randop-stand 16, die beide bedekt zijn met een laag bitumen 15.
In het geval van neerslag en een wind die in richting A tegen de gevel blaast, zal het buitenblad 6 verzadigd raken met vocht en zal zowel aan de achterzijde 35 van het buitenblad 6 in de richting B als in het buiten- _ blad 6 in de richting C watertransport plaatsvinden. Dit water moet, voordat het het gedeelte van het buitenblad 6
i M
r-m 1008148 9 bereikt, dat ter plaatse van de uitbouw 100 een binnenmuur vormt, naar buiten afgevoerd worden. Hier kan het profiel 1 van figuur 1 of een daarmee vergelijkbaar profiel van bijzonder nut zijn. In figuur 2 is het profiel 1' te zien, 5 dat met de voorrandstrook 3' en de achterrandstrook 4' op en om de stenenrij 6' geplaatst is. De stenenrij 6' bezit in dit voorbeeld een breedte van 10 cm, hetgeen enigszins groter is dan de onderlinge afstand B' van de onderranden van de voorrandstrook 3' en de achterrandstrook 4'. Door-10 dat de ligstrook 2' elastisch verbuigbaar is om de langsas van het profiel 1 kunnen bij het plaatsen de stroken 3' en 4' enigszins van elkaar afgebogen worden om het profiel 1 op de stenenrij 6' te kunnen plaatsen. Na het loslaten veren de stroken 3 en 4 weer naar elkaar toe, zodat daarna 15 het profiel 1 op de stenenrij 6' zonder hulpmiddelen geklemd gehouden wordt. Het is hierbij niet nodig om eerst een laag specie op de stenenrij 6' aan te brengen. Daarna brengt men een laag specie 30 en daarop de volgende laag 6’' stenen aan, enzovoort.
20 De ligging van de ligstrook 2 wordt hierbij beïnvloed door de aanwezigheid van de neerwaarts reikende verhogingen, zoals langsribben 22a, 22b en 22c, om de ligstrook 2 te laten afwateren naar buiten toe, door de specielaag 30 in de richting E.
25 Door de van 90° afwijkende hoek die de opstaande achterstrook 5' bepaalt met het vlak van de ligstrook 2 is een naar boven toe openende spleet 23 gevormd tussen de opstaande achterstrook 5' en de achterzijde van de stenenrij 6''. In de spleet 23 wordt in de richting B neerstro-30 mend water opgevangen zodat het daarna naar buiten af kan stromen in de richting E. De opstaande achterstrook 5', die schuin afsteekt van het buitenblad, kan eventueel ook werkzaam zijn in het opvangen van valspecie, zodat op lager gelegen plaatsen in de spouw speciebruggen voorkomen 35 worden.
Het profiel 1' wijkt iets af van het in figuur 1 weergegeven profiel 1, doordat bij wijze van illustratie 1008148 10 aan de brede rand van de voorrandstrook 3' een lipstrook 13 van hetzelfde materiaal aangebracht is, welke daarmee verbonden is middels thermoplastische elastomere "living hinge" 12. Scharnier 12 en de lipstrook 13 kunnen meege- 5 extrudeerd zijn met profiel 1. De veerstijfheid van schar nier 12 kan afgestemd worden op de gewenste verdraaibaar-heid van de lipstrook 13. Alternatief kan een flexibele slabbe aangelast of gehecht zijn aan de voorrandstrook 3', of vastgehouden worden in een opneemgleuf daarvoor. Een 10 dergelijke opneemgleuf is ook te gebruiken bij aansluiting ï van achter elkaar opgestelde profielen, zoals weergegeven jj in figuur 2B. Aan de onderrand van de voorrandstrook 3'' van het in de spouw 11 geplaatste profiel 1'' is een extra rand 24 meegevormd, die met de voorrandstrook 3'' een naar ^ 15 beneden openende spleet 25 bepaalt. In deze spleet 25 kan fi de bovenrand van de opstaande achterstrook 5 van een i1· volgend, in de spouw 11 geplaatst profiel 1' ' opgenomen worden, zodat na bevestiging met een geschikt middel, bijvoorbeeld hechten of spijkeren, van het profiel 1'' 20 tegen het binnenblad 9 ook een opvang en afvoer gevormd is voor water dat meer naar binnen in de spouw 11 neerwaarts il vloeit, bijvoorbeeld langs het oppervlak van de isolatie 8 in de richting F of door de isolatielaag 8 heen in de
H richting G. Dit water kan dan afstromen in de richting H
’ 25 om vervolgens in de spleet 23 neerwaarts te vallen om I— opgevangen en afgevoerd te worden door het profiel 1' .
Alternatief kan de opstaande achterstrook 5 voorzien zijn M van een via een "living hinge" verbonden strook, op een = = wijze vergelijkbaar met figuur 2A. Alternatief kan de 30 opstaande achterstrook gevormd zijn met een opwaarts openende spleet voor opname van de onderrand van een slabbe. Wanneer de voorrandstrook 3 gevormd is met een lip 27 kan in het geval van figuur 2 de bitumenlaag 15 daaron-= -=- der geschoven worden. De voorrandstrook vervult dan een . : 35 extra klemfunctie.
Voor het tegengaan van een te groot langstrans-, -η, port van opgevangen water kan de ligstrook voorzien worden Z 1Ό08148 11 van dwarsgroefjes waarin water verzameld kan worden om dat langer de gelegenheid te geven in dwarsrichting E af te vloeien. De dwarsgroefjes kunnen om de 1 & 1,5 steenmaat voorzien zijn.
5 De profielen 1, 1' en 1'' kunnen ook op andere plaatsen in spouwmuren aangebracht worden. Hierbij valt te denken aan het aanbrengen daarvan in een buitenblad, op meerdere hoogtes en langs het gehele buitenblad, eventueel versprongen, om het water in de spouwcons truc tie zo snel 10 mogelijk weer naar buiten af te voeren.
Voorts kan gedacht worden aan toepassing op een latei, om te voorkomen dat in de spouwconstructie aanwezig water het daar beneden gelegen kozijn kan aantasten.
Het makkelijk te plaatsen profiel kan overal 15 geplaatst worden waar opvang en afvoer van water gewenst is. Het profiel kan zelfs later in een spouwmuur geplaatst worden - na verwijdering van een laag stenen - indien zich plaatselijk een vochtprobleem voordoet.
Voorts kan gedacht worden aan toepassing bij de 20 aansluiting van een hellend dak op een spouwmuur, waar net als dat het geval is in de situatie weergegeven in figuur 2, de spouwmuur overgaat van buitenmuur naar een beneden het dak gelegen muur. Het profiel 1 of vergelijkbaar profiel kan hierbij gebruikt worden bij plaatsing van 25 zogenaamde loketten, waarbij trapsgewijs in langsrichting van het buitblad naar elkaar en naar beneden afwaterende profielen 1 en dergelijke geplaatst zijn, waarbij het onderste profiel naar buiten toe afwatert. Hierbij valt ook bijvoorbeeld te denken aan de aansluiting van een 3 0 schoorsteen op een hellend dak, om het door de schoor steenmuur of daarlangs aan de binnenzijde stromend water naar buiten af te voeren.
Een andere toepassing is weergegeven in figuur 3. De hier weergegeven dakvoet construct ie 17, dat wil 35 zeggen de aansluiting van het van de goot 20 voorziene dak 18 en de spouwmuur 10, eventueel ter plaatse van een verdiepingsvloer 19, bezit vaak aan het boveneind van de 1 0081 48 12 spouwmuur 10 een met de buitenlucht in verbinding staande ruimte D. Bij ongunstige wind en neerslag kan neerslag binnenwaaien in de richting A en zo onder dakplaten 20, in | de spouw 7 en in de isolatielaag 8 binnendringen. Met ' 5 behulp van bijvoorbeeld het profiel 1 kan het binnen- ; waaiende water worden tegengehouden. De achteropstand 5 onderschept het binnendringende water, waarna dat over de ligstrook 2 naar buiten kan afvloeien in de richting I. Eventueel over de strook 5 heengaand vocht kan worden " 10 opgevangen door de aan de opstaande achterst rook 5 beve stigde slabbe 26, die aan de andere zijde vastgelegd is op de isolatielaag 8. Het profiel 1 kan hierbij voorzien zijn r* van de ribben 22a, b en c (figuur 1) of iets vergelijk- j’ baars, om het oppervlak van de ligstrook 2 naar buiten i 15 afwaterend te maken. Bij het plaatsen van het profiel 1 is li -a wederom geen specie nodig. Het profiel 1 kan eenvoudig op de bovenste rij 6''' stenen geklemd worden.
iβ m · . _ ;= 1008148

Claims (18)

1. Inrichting voor het tegenhouden of opvangen en afvoeren van vocht uit of weg van een spouwmuur met een spouwblad, omvattend een opvang- en afvoerstrook met een voorste en een achterste langsrand, waarbij de achterste 5 langsrand bestemd is om aan de binnen- of spouwzijde van het spouwblad te komen liggen en voorzien is van een opstaande strook voor opvang van vocht en geleiding daarvan naar de afvoerstrook, waarbij beide langsranden voorzien zijn van aangevormde, neerhangende delen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de neerhangende delen naar elkaar convergeren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de neerhangende delen van de voorste langsrand en van de achterste langsrand op een afstand van elkaar gelegen zijn 15 die slechts weining groter is dan de dikte van het buitenblad.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de breedte van de afvoerstrook groter is dan 10,5 cm, bij voorkeur ongeveer 11 cm.
5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, waar bij de neerhangende delen van de voorste langsrand en van de achterste langsrand veerkrachtig van elkaar af buigbaar zijn, bij voorkeur elastisch.
6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, 25 waarbij de neerhangende delen van de voorste langsrand een langsstrook vormen, voor afvoer van vocht, waarbij bij voorkeur aan de onderrand van de voorste langsstrook een naar buiten afgebogen afvoerlip aangevormd is.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 30 sies, waarbij de neerhangende delen van de achterste langsrand een langsstrook vormen. 1008148
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de opstaande strook zich ten opzichte van de ligstrook zowel naar boven als naar achteren uitstrekt, om op afstand van de binnenzijde van het spowblad te reiken.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de opstaande strook onder een hoek ten opzichte van de ligstrook staat die groter is dan 90°, bijvoorbeeld 95°.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de achterste langsstrook, de opstaande strook en de af- 10 voerstrook stijve hoeken met elkaar vormen en bij voorkeur als één geheel met de ligstrook gevormd zijn.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, vervaardigd uit kunststof middels extrusie.
12. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de 15 voorste langsstrook voorzien is van middelen voor verbinding met een verder vochtafvoermiddel, zoals een slabbe of de opstaande strook van eenzelfde inrichting.
13. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de langsstrook middels een bij voorkeur gecoëxtrudeerde 20 "living hinge" verbonden is met een verdere strook.
14. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de opstaande achterstrook voorzien is van middelen voor verbinding met een verder vochtafvoermiddel, zoals een slabbe.
15. Inrichting volgens een der voorgaande con clusies, waarbij de opvang- en afvoerstrook plaatselijk aan de onderzijde voorzien is van een zich in langsrich-ting uitstrekkende verhevenheid of serie verhevenheden.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij een 30 aantal verhevenheden in dwarsrichting op afstand van elkaar aangebracht is en in hoogte afnemen naar de voorrand toe.
17. Inrichting voor het tegenhouden of het opvangen en afvoeren van vocht uit of weg van een spouw- 35 muur met een spouwblad, omvattend een opvang- en afvoerstrook met een voorste en een achterste langsrand, waarbij de achterste langsrand bestemd is om aan te binnenzijde 1008148 van het spouwblad te komen liggen en voorzien is van een opstaande strook voor opvang van vocht en geleiding daarvan naar de afvoerstrook, waarbij de afvoerstrook aan beide langsranden omgezet is om daarmee een omgekeerde U-vorm 5 te bepalen.
18. Samenstel van een gemetseld buitenblad van een spouwmuur en een of meer van de inrichtingen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opvang- en afvoerstrook op een deel van het buitenblad, zoals een rij 10 stenen is geplaatst en de neerhangende delen klemmend op de zijden van dat deel aangrijpen en de opstaande strook aan de binnenzijde van het buitenblad van de spouwmuur gelegen is. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1008148
NL1008148A 1998-01-28 1998-01-28 Wateropvangstrook voor spouwmuren. NL1008148C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008148A NL1008148C2 (nl) 1998-01-28 1998-01-28 Wateropvangstrook voor spouwmuren.
EP99200233A EP0933485A1 (en) 1998-01-28 1999-01-28 Water receiving strip for cavity walls

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008148A NL1008148C2 (nl) 1998-01-28 1998-01-28 Wateropvangstrook voor spouwmuren.
NL1008148 1998-01-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008148C2 true NL1008148C2 (nl) 1999-07-29

Family

ID=19766430

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008148A NL1008148C2 (nl) 1998-01-28 1998-01-28 Wateropvangstrook voor spouwmuren.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0933485A1 (nl)
NL (1) NL1008148C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2424657A (en) * 2005-03-29 2006-10-04 Lee John Slater Rigid damp proof element
NL1033560C2 (nl) * 2007-03-20 2008-09-23 Nedfilter Holding B V Steunelement voorzien van vouwzone (s).
IE20080542A1 (en) * 2007-07-02 2009-06-24 Mary Margaret Byrne A moisture barrier, and a method for minimising the passage of moisture from a concrete roof barge element to an inner leaf of a wall of a building
GB2483252B (en) * 2010-09-01 2012-12-19 Solar Century Holdings Ltd A roof
EP2581510B1 (en) * 2011-10-14 2015-10-14 Xtratherm Limited A cavity tray insulation member and a method of insulating around a cavity tray
GB2500874A (en) * 2012-03-23 2013-10-09 Keystone Lintels Ltd A building component for collecting condensation
US9663944B1 (en) 2015-07-30 2017-05-30 Mark W. Lam Wallboard panel support and method for installing a wallboard panel
GB2562492A (en) * 2017-05-16 2018-11-21 Thermo Precast Ltd Moisture-retarding weathering protection feature for inclusion in construction sandwich panels
US10793248B2 (en) * 2017-10-30 2020-10-06 The Boeing Company Devices and methods to capture moisture from a structural member

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3012658A1 (de) * 1980-04-01 1981-10-08 Horst 4220 Dinslaken Helsberg Abfangkonsole fuer das verblendmauermerk eines zweischaligen mauerwerkes
GB2155076A (en) * 1984-03-02 1985-09-18 Reed Int Plc Damp proof courses for timber framed buildings
EP0410692A1 (en) 1989-07-25 1991-01-30 Colin James Michael Knox Cavity tray system
EP0666381A1 (en) * 1994-02-02 1995-08-09 Colin James Michael Knox Damp proof course system
GB2286211A (en) 1994-02-02 1995-08-09 Knox Colin J M Damp proof course
GB2291661A (en) 1994-07-22 1996-01-31 Cavity Trays Ltd Lintel and damp proof course combination
GB2292956A (en) 1995-01-27 1996-03-13 Cavity Trays Ltd Cavity tray with adjustable upstand
GB2297100A (en) 1995-01-18 1996-07-24 Knox Colin J M Damp proof course arangement and its use with a lintel
GB2299817A (en) 1995-04-13 1996-10-16 Triform Building Products Limi Support member for cavity wall damp proof course

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3012658A1 (de) * 1980-04-01 1981-10-08 Horst 4220 Dinslaken Helsberg Abfangkonsole fuer das verblendmauermerk eines zweischaligen mauerwerkes
GB2155076A (en) * 1984-03-02 1985-09-18 Reed Int Plc Damp proof courses for timber framed buildings
EP0410692A1 (en) 1989-07-25 1991-01-30 Colin James Michael Knox Cavity tray system
EP0666381A1 (en) * 1994-02-02 1995-08-09 Colin James Michael Knox Damp proof course system
GB2286211A (en) 1994-02-02 1995-08-09 Knox Colin J M Damp proof course
GB2291661A (en) 1994-07-22 1996-01-31 Cavity Trays Ltd Lintel and damp proof course combination
GB2297100A (en) 1995-01-18 1996-07-24 Knox Colin J M Damp proof course arangement and its use with a lintel
GB2292956A (en) 1995-01-27 1996-03-13 Cavity Trays Ltd Cavity tray with adjustable upstand
GB2299817A (en) 1995-04-13 1996-10-16 Triform Building Products Limi Support member for cavity wall damp proof course

Also Published As

Publication number Publication date
EP0933485A1 (en) 1999-08-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10731354B2 (en) Weep screed
US6792651B2 (en) In-floor, adjustable, multiple-configuration track assembly for sliding panels with built-in weep system
US8065839B2 (en) Flashing assembly
US6385932B1 (en) Streamlined weep screed
US5870864A (en) Water collection pan for unit masonry wall systems and drainage system incorporating same
RU2377374C1 (ru) Кровельная черепица по меньшей мере с одним водотоком, ограниченным возвышениями
US20050217189A1 (en) Sill pan assembly with sloped discharge channels
NL1008148C2 (nl) Wateropvangstrook voor spouwmuren.
WO2005118996A1 (en) Apparatus and method for door and window head flashing
NL8005067A (nl) Spouwanker.
US7748170B1 (en) Bulkhead floor drain
US6202366B1 (en) Water collection pan for unit masonry wall systems and drainage system incorporating same
US20040216414A1 (en) Cladding member and/or a cladding system and/or a method of cladding
NL1027966C2 (nl) Dorpel met afwatering.
NL1015617C2 (nl) Wateropvangstrook.
NL1024802C2 (nl) Dorpelsamenstel.
NL1029073C2 (nl) Spouwconstructie.
NL2033072B1 (nl) Geïsoleerde spouwmuurconstructie met folie-dragende zetelelementen.
NL1018944C1 (nl) Blokvormig bouwelement.
NL1021938C2 (nl) Blokvormig bouwelement.
NL2008851C2 (nl) Aansluitprofiel voor dakbedekking en werkwijze voor het gebruik ervan.
AU2006100524A4 (en) Flooring system
NL1021349C2 (nl) Muurelement.
AU2004210621B2 (en) A Building Component
NL2003295C2 (nl) Samenstel van een waterkerend orgaan en een afvoerinrichting voor het afvoeren van vocht, alsmede afvoerinrichting en werkwijze daarvoor.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110801