NL194279C - Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel. - Google Patents

Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel. Download PDF

Info

Publication number
NL194279C
NL194279C NL9402068A NL9402068A NL194279C NL 194279 C NL194279 C NL 194279C NL 9402068 A NL9402068 A NL 9402068A NL 9402068 A NL9402068 A NL 9402068A NL 194279 C NL194279 C NL 194279C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
profile
gutter
ventilation
ventilation profile
support
Prior art date
Application number
NL9402068A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9402068A (nl
NL194279B (nl
Inventor
Dirk Johannes Van Schellebeek
Original Assignee
Ubbink Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ubbink Nederland Bv filed Critical Ubbink Nederland Bv
Priority to NL9402068A priority Critical patent/NL194279C/nl
Publication of NL9402068A publication Critical patent/NL9402068A/nl
Publication of NL194279B publication Critical patent/NL194279B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194279C publication Critical patent/NL194279C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/072Hanging means
    • E04D13/0722Hanging means extending mainly under the gutter
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/17Ventilation of roof coverings not otherwise provided for
    • E04D13/178Ventilation of roof coverings not otherwise provided for on the eaves of the roof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

1 194279
Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventflatieproflel
De uitvinding heeft betrekking op een dakrandventilatieprofiel voor toepassing in da ruimte tussen het dakbeschot en het op afstand daarboven aangebrachte pannendek, omvattend een eerste oplegvtak voor 5 ondersteuning van het profiel op het dakbeschot of een dakgoot en een aan de tegengestelde zijde van het profiel gelegen eerste deksteun voor ondersteuning van het pannendek, waarbij het profiel tussen het eerste oplegvlak en de eerste deksteun een eerste ontluchtingskanaal bepaalt.
Een dergelijk dakrandventilatieprofiel is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage 4.006.864. Het bekende ventilatieprofiel bestaat in hoofdzaak uit een langwerpig kunststof roostervormig basisprofiel, dat aan de 10 bovenzijde aansluiting op een deksteunrand voorzien is van een aantal aangevormde vingers, die een vogels tegenhoudende vogelschroot vormen, en dat aan de rand van het oplegvlak een aantal via plaatschamieren aangevormde platte op afstand van elkaar geplaatste steundelen heeft, die onder het ventilatieprofiel geklikt kunnen worden, om bijvoorbeeld als afstandhouder voor het doorlaten van goot-beugels te dienen. Ze kunnen ook weggezwenkt gehouden worden, of worden verwijderd, waarbij het 15 basisprofiel dan in lengterichting met zijn oplegvlak in hoofdzaak plat gelegen kan zijn op de gootbeugellat Het basisprofiel dient niet alleen voor ventilatie, doch ook voor het compenseren van het wegvallen van constructiehoogte door de afwezigheid van onderliggende dakpannen bij de onderste dakrand. De te compenseren hoogte varieert in de praktijk en hangt onder meer af van het soort dakpannen.
Het bekende ventilatieprofiel heeft gezien het voorgaande twee effectieve toestanden en hoogten. De 20 grootste hoogte heeft deze bij ondergeklikte steundelen. Het in deze toestand brengen kost echter tijd. __
Het doel van de uitvinding is om in deze situatie verbetering te brengen. Hiertoe wordt het ventilatieprofiel van de in de aanhef genoemde soort gekenmerkt doordat het profiel voorts omvat een tweede oplegvlak, dat onder een hoek ten opzichte van het eerste oplegvlak staat, en een aan de tegengestelde zijde van het profiel gelegen tweede deksteun, waarbij tussen het tweede oplegvlak en de tweede deksteun 25 een tweede ontluchtingskanaal bepaald is, dat onder een hoek staat ten opzichte van het eerste ontluchtingskanaal.
Het ventilatieprofiel volgens de uitvinding kan bijgevolg direct in twee verschillende standen gebruikt ~ worden. De effectieve hoogten in de verschillende standen kunnen verschillend zijn. Het is ook mogelijk om de aanwezigheid van twee mogelijke luchtdoorgangen te benutten om het profiel geschikt te maken voor 30 zowel plaatsing bij beugelloze goten met aangevormde opsluitlijst voor het profiel als plaatsing op een beugellat bij met beugels opgehangen goten. „
Opgemerkt wordt dat de uitdrukking "oplegvlak" zo begrepen dient te worden, dat dit omvat één aaneengesloten vlak en/of een aantal van elkaar gescheiden vlakken of vlakjes. _
Het eerste oplegvlak en het tweede oplegvlak staan bij voorkeur althans nagenoeg loodrecht ten opzichte 35 van elkaar. De installateur zal snel zien hoe het ventilatieprofiel geplaatst dient te worden voor de gewenste constructiehoogte. Zonodig kan het ventilatieprofiel voorzien zijn van maataanduidingen hiervoor in de kopse einden van het profiel.
Bij voorkeur is het ventilatieprofiel voorts voorzien van een zich in lengterichting van het profiel vanaf een deksteunrand schuin uitstrekkende vogelschroot, die gevormd wordt door een reeks naast elkaar gelegen 40 veerkrachtige vingers, zoals op zich bekend is uit de bovengenoemde Duitse octrooiaanvrage 4.006.864. De vogelschroot is hierbij bij voorkeur zodanig geplaatst, dat deze ten opzichte van het eerste oplegvlak en ten _opzichte van het tweede opiegviak enge νθΘΓ gelijke hoeken inneemt. Derhalve ten de vogelschroot in beide mogelijke standen van het ventilatieprofiel goed werkzaam zijn bij golfvormige pannen.
Het heeft de voorkeur, dat in althans een van de oplegvlakken als bevestigingsdoorgang een in " 45 lengterichting lopende spleet aanwezig is met een breedte vergelijkbaar met de diameter van de schacht van een schroef, of nagel en een tegenoverliggende deksteun is gevormd met doorgangen om een schroef of nagel geheel te kunnen doorlaten. De installateur heeft zodoende zeer veel vrijheid om het ventilatieprofiel te bevestigen. Hij is niet gebonden aan in de fabriek gekozen bevestigingsplaatsen, doch kan door een langsspleet heen een schroef of nagel bevestigen, daar waar de toestand ter plaatse dat toelaat, 50 waarbij de schroef of nagei met zijn kop aan weerszijden van de spleet komt te rusten.
Bijzonder voordelig is het wanneer het ventilatieprofiel dan aan beide langseinden voorzien is van een invoeropening, die in lijn ligt met de spleet om daarmee te kunnen dienen als opneemruimte voor een door schuiven ingevoerde, van opsluitmiddelen voorziene verhoging op de dakbedekking, beugellat of de goot Hier kan gedacht worden aan een op de dakbedekking of de beugellat bevestigd l-profiel, maar in het 55 bijzonder aan een aangevormd T-profiel op een beugelloze goot, zoals bijvoorbeeld de eerdergenoemde beugelloze hoekgoot volgens Nederlandse octrooiaanvrage 92.02157 van aanvraagster.
Bij voorkeur is het tweede oplegvlak met zijdelings uitspringende en terugwijkende randgedeelten u.
194279 2 gevormd om bij de terugwijkende randgedeelten ruimtes voor op regelmatige tussenafstanden gelegen beugelorganen vrij te laten in de stand waarin het eerste oplegvlak als oplegvlak benut wordt en vormen de uitspringende randgedeelten middelen voor een vorm en krachtsluitende verbinding met een passende opsluit- of verbindingslijst of -lijsten op een beugelloze goot in de stand waarin het tweede oplegvlak als 5 oplegvlak benut wordt. Aldus kan in de ene stand het dakrandventilatieprofiel gecombineerd worden met een aan beugels opgehangen dakgoot, en in de andere stand gecombineerd worden met een beugelloze goot.
De uitvinding verschaft voorts een samenstel van een beugelloze dakgoot en een dakrandventilatieprofiel zoals direct hierboven omschreven, waarbij de dakgoot geêxtrudeerd is en voorzien is van een meegevormd 10 uitstekend profiel, waarop de langsrichting het ventilatieprofiel geschoven kan worden.
De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van een in de bijgevoegde tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Getoond wordt in: figuur 1A een isometrisch aanzicht schuin van buiten en van bovenaf op een eerste voorkeursuitvoering 15 van het ventilatieprofiel; figuur 1B een isometrisch aanzicht schuin van onder en van binnenuit op het ventilatieprofiel van figuur 1A; figuur 2 het ventilatieprofiel van de figuren 1A en 1B in een in de stand van figuur 1B, op een dakrand gemonteerde toestand; 20 figuur 2A een detail van figuur 2, waarin de koppeling van ventilatieprofiel met groot weergegeven is; figuur 3 een alternatief voor het ventilatieprofiel van figuren 1A en 1B, geschikt voor een toepassing bij aanwezigheid van beugels voor goten; figuur 4A een eerste vooraanzicht op een tweede voorkeursuitvoering van het ventilatieprofiel; figuur 4B een tweede vooraanzicht van het ventilatieprofiel van figuur 4A; 25 figuur 4C een zij-aanzicht van het ventilatieprofiel van de figuren 4A en 4B; figuur 5 het ventilatieprofiel van de figuren 4A-C, in een in de stand van figuur 4A, op een dakrand gemonteerde toestand; en figuur 6 en figuur 6A het ventilatieprofiel van de figuren 4A-C, in een in de stand-van figuur 4B, op een dakrand gemonteerde toestand. __ 30
Het ventilatieprofiel 1 in figuur 1A is gespuitgiet en geplaatst op het eerste oplegvlak 30 en heeft een hoogte h1 van 22 mm. Het ventilatieprofiel 1 is langwerpig en omvat een aantal langsstroken 3,4, 5 en 6, die op regelmatige lengte-afstanden aan elkaar verbonden zijn door rechthoekige dwarsschotten 2 waarvan een rand deel uitmaakt van het eerste oplegvlak 30 en een verdere rand deel uitmaakt van tweede oplegvlak 40.
35 De lengte van het profiel zoals weergegeven bedraagt 15 cm, zodat het drie 5 cm lange gedeelten bevat, die begrensd worden door respectievelijk de schotten 2a;2; 2,2 en 2;2b. Een voor de bouw gunstig profiel kan een lengte hebben van 6 è 7 maal de lengte van het weergegeven profiel, derhalve ongeveer 1 m.
Grenzend aan het op figuur 1A gezien bovenste vlak bevindt zich aan de binnendakse zijde I een meegevormde verticale langsstrook 4, die in de hoek 9 overgaat in langsstrook 3. Schematisch weergege-40 ven is dat op de hoek 9 een aantal veerkrachtige vingers 10 aangevormd zijn, die met elkaar een vogel-schroot bepalen. De toppen 15 van deze vingers 10 worden door een bovengeplaatste dakpan neergedrukt waar zich een dal in de dwarsdoorsnede van de betreffende dakpan bevindt. Aldus wordt bewerkstelligd dat de ruimte tussen het onderoppervlak van de dakpan en het ventilatieprofiel, zoals dat overigens op zich bekend is, overbrugd wordt door de vingers van de vogelschroot. Opgemerkt wordt dat de vingers 45 schematisch weergegeven zijn, en zich bij een dergelijke uitvoering over de gehele lengte van het ventilatieprofiel verdeeld zullen zijn aangebracht _
De stroken 3 en 4 vormen een steun voor dakpannen, net als de randen van de dwarsschotten 2 die aan dezelfde zijde van het ventilatieprofiel gelegen zijn.
De stroken 3 en 4 dienen voorts voor het verschaffen van stevigheid aan het ventilatieprofiel 1, en 50 kunnen, wanneer dat nodig is, dienen als bevestiging voor de vogelschroot In het geval van platte pannen zal een vogelschroot niet nodig zijn en kan deze derhalve worden weggelaten.
In de nabijheid van de aan hoek 9 tegenoverliggende hoek 19 bevinden zich twee het eerste oplegvlak 30 mede vormende langsstroken 6, die tussen zich een langsspleet 7 bepalen. Deze langsspleet 7 heeft een breedte die vergelijkbaar is met die van de stelen van bijvoorbeeld spijkers. De kop van de spijkers zal 55 op het bovenoppervlak van de stroken 6 komen te rusten, om zo die stroken en daarmee het ventilatieprofiel op bijvoorbeeld een panlat vast te klemmen.
In de dwarsschotten 2, met inbegrip van de eindschotten 2a en 2b, zijn openingen 13 aangebracht, die in 3 194279 lijn liggen met de spleet 7 en daarboven enigszins uitsteken met een verbreed gedeelte. Hierdoor kan een T-vormig lijf opgenomen worden in en direct boven de spleet 7 van het ventilatieprofiel 1. Een dergelijk T-vormig lijf kan bijvoorbeeld aangevormd zijn aan een geëxtrudeerd gootprofiel. Het ventilatieprofiel 1 kan dan eenvoudig door inschuiven bevestigd worden op de betreffende goot, zonder dat daardoor spijker en 5 dergelijke nodig zijn.
In figuur 1B is het ventilatieprofiel 1 weergegeven in de stand waarin de verschafte constructiehoogte (h2 ·= 35 mm) maximaal is. Nu steunt het profiel 1 via het tweede oplegvlak 40 op de dakbedekking, welk oplegvlak hier van onder af te zien is. Net als in het eerste oplegvlak 30 zijn hier nabij de hoek 19 twee stroken 5 voorzien, die tussen zich een spleet 8 bepalen. Deze spleet 8 heeft eenzelfde breedte als spleet 10 7, en loopt door de schotten 2 en eindigt in de kopvlakken 2a en 2b. In elk schot is weer een extra sparing 14 voorzien, die de spleet, in dwarsdoorsnede, uitbreidt tot een T-vormige sparing, waarin de eerdergenoemde T-vormige bevestigingsstrip opgenomen kan worden.
De vogelschrootvingers 10 zijn hier onder een voor het gebruik optimale hoek opgesteld. Zij staan onder een hoek van 45° zowel ten opzichte van het eerste oplegvlak 30 ais ten opzichte van het tweede oplegvlak 15 40.
In de figuren 1a en 1B is te zien dat in de zijden X1 en X2 de oplegvlakken 30 en 40 ventilatle-openingen vrijlaten, en dat hetzelfde het geval is in de zijden X3 en X4, waar de stroken 3 en 4 ventilatie-openingen vrijlaten. Door de holle uitvoering van het ventilatieprofiel worden daarmee in beide weergegeven opstellingen ventilatiedoorgangen verschaft. In figuur 1A zijn dit de ventilatiedoorgangen 11, waardoor luchtstromen 20 A van buiten U naar binnen I kunnen plaatsvinden. In figuur 1B zijn dit de luchtstromen B, die in de weergegeven richting van buiten U naar binnen I bewegen. Bijgevolg is met één enkel ventilatieprofiel ofwel een constructiehoogte h1 verschaft met ventilatiedoorgangen 11, ofwel constructiehoogte h2 verschaft met ventilatiedoorgangen 12. Door de rechthoekige vorm, waarbij de beide steunvlakken 30 en 40 loodrecht ten opzichte van elkaar staan, zal het de installateur snel duidelijk zijn hoe het ventilatieprofiel geplaatst moet 25 worden.
In figuur 2 is een aansluitgebied van muur, vloer en dak van een huis afgebeeld. De muur is hier een spouwmuur, die een binnenspouwblad 128 van beton en een buitenspouwblad 127 van metselwerk omvat, welke tussen zich een spouwruimte 130 bepalen, waar platen 129 van isolatiemateriaal aangebracht zijn.
Op het binnenspouwblad 128 rust een betonnen ligger 132, waarop weer een houten randbalk 133 rust, die 30 dient als ondersteuning voor de dakbedekking. Op het buitenspouwblad 127 is een houten randbalk 131 geplaatst, eveneens voor ondersteuning van de dakbedekking, alsmede voor afdichting van de spouw 130 naar buiten toe. De dakbedekking bestaat uit een dakbeschot 122, waarop isolatieplaten 120 geplaatst zijn.
Aan de bovenzijde van de bovenste isolatieplaat 120 zijn in verticale vlakken tengels 121 aangebracht, op welke tengels 121 horizontale panlatten 124 bevestigd zijn. De panlatten 124 zorgen voor ondersteuning 35 van de pannen 123. -
De goot 100 die een hoekgoot kan zijn is bij voorkeur door middel van extrusie vervaardigd van PVC, en kan ter plaatse van bevestigingsstrook 110 direct bevestigd zijn op de tengels 121 met behulp van spijkers 111. De bevestigingsstrook 110 van de goot 100 is voorzien van een gecoëxtrudeerd T-vormig lijf 141.
Zoals is weergegeven in figuur 2A, is op T-vormig lijf 141 het ventilatieprofiel 1 geschoven, waarvan de 40 spleet 8 en de doorgangen 13 het T-vormige lijf vorm- en krachtsluitend opnemen. Met het oplegvlak 40 steunt ventilatieprofiel 1 op de bovenzijde van bevestigingsstrook 110 van de goot 100. Het ventilatieprofiel _1 zit bijgevolg vast op zijn plaats. In dit geval verzorgt de langsstrook 4 een deksteun voor de pannen 123.
De vogelschrootvingers 10 liggen aan tegen de onderzijde van de dakpan 123 om de doorgang tussen ventilatieprofiel 1 en onderoppervlak van pan 123 af te sluiten tegen vogels.
45 In het geval er sprake is van platte dakpannen kan men afeten van het aanvormen van een vogelschroot aan het ventilatieprofiel 1.
In het geval gebruik wordt gemaakt van een lat voor de bevestiging van de beugels van een goot of een beugelloze goot toch bevestigd wordt op een onderste panlat, hetgeen uit overwegingen van stijfheid van constructie gewenst kan zijn (afhankelijk van de ruimtes tussen de tengels en dergelijke en de stijfheid van 50 respectievelijk het ventilatieprofiel en de goot) dan kan het ventilatieprofiel 1 anders opgesteld worden, namelijk met zijn brede oplegvlak 30 op het bovenvlak van de panlat of het bevestigingsdeel van de betreffende goot. Indien het ventilatieprofiel over gootbeugels heen moet lopen, dan kan er ofwel voor gekozen worden om, wanneer de buigzaamheid van het profiel voldoende is. het ventilatieprofiel ter plaatse van de beugels enigszins verhoogd te laten liggen dan tussen de beugels.
55 In bepaalde gevallen zal dit toelaatbaar zijn. In andere gevallen is het gewenst het ventilatieprofiel zich ongestoord te laten uitstrekken, zonder vervorming als gevolg van de beugels. Dit wordt bereikt met de alternatieve uitvoering in figuur 3, waarin het middelste gedeelte, tussen de beide schotten 2, 2, aangepast 194279 4 is. Aldaar zijn de stroken 5, 5 en 6, 6 weggelaten en vervangen door een hoekprofiel 60, waarvan het ene been 61 op een afstand ligt van oplegvlak 30 van een beugeldikte, bijvoorbeeld 10 mm, en het been 62, dat onder een hoek van 90° staat ten opzichte van het been 61, eveneens op die beugeldikte van het oplegvlak 40 af ligt. In beide standen van het profiel wordt derhalve een vrije doorvoermogelijkheid verschaft voor de 5 gootbeugels.
Bijzonder is verder dat gebruik wordt gemaakt van lengte-eenheden van 5 cm. Gootbeugels worden namelijk gewoonlijk op de onderlinge afstand van 60 of 75 cm geplaatst, zodat er met het 15 cm lange ventilatieprofiel altijd voor gezorgd kan worden dat een vrije doorgang voor een beugel aanwezig is.
In plaats van het hoekprofiel 60, dat een verstijvende functie bezit, kan een stang meegevormd zijn, die 10 net als de stroken 3 en 4 het profiel in zijn verband houdt.
Voorts wordt opgemerkt dat het mogelijk is om in het in figuur 2 weergegeven geval, wanneer in plaats van betonnen pannen keramische pannen gebruikt worden, het andere oplegvlak 30 te kiezen als oplegvlak voor het ventilatieprofiel 1.
In de figuren 4A-4C is een tweede, gespuitgiete uitvoeringsvorm van het ventilatieprofiel weergegeven.
15 Waar dat van toepassing is hebben delen van dit ventilatieprofiel 201 die overeenkomen met delen van ventilatieprofiel 1 gelijke verwijzingscijfers, vermeerderd met 200.
Het ventilatieprofiel 201 heeft een lengte van 1 m en een doorsnede van 22 x 22 mm. Het is opgebouwd uit een als een tweede oplegvlak dienstdoende oplegstrook 240 met buitenste zijranden 213a en 213b, die een damwandprofielachtig verloop heeft, (zoals te zien uit figuur 4B), een reeks evenwijdige, op onderlinge 20 afstand van 5 cm van elkaar geplaatste dwarsschotten 202 (waarbij de eindschotten respectievelijk aangeduld zijn met de verwijzingscijfers 202a en 202b), een reeks vogelschrootvingers 210, die ter plaatse van hoek 209 aangevormd zijn aan de rest van het ventilatieprofiel, en twee langsstroken 203 en 204 loodrecht op elkaar staan en elkaar ontmoeten in hoek 209. _
Door het damwandprofielachtige verloop van de oplegstrook 240 (figuur 4B) kan deze oplegstrook 25 voldoende stabiliteit verschaffen aan het ventilatieprofiel in gemonteerde toestand, met een minimaal gebruik aan materiaal. Wanneer er voor gekozen wordt om het ventilatieprofiel 201 op de andere wijze op te stellen, dat wil zeggen wanneer het oplegvlak 2-30 als zodanig benut wordt, dan biedt het damwandprofielachtige verloop van oplegstrook 240 met buitenste zijranden 213a en 213b, die dan natuurlijk niet als oplegvlak gebruikt wordt, het voordeel dat ruimtes 250 tussen dwarsschotten 202 vrijgelaten worden. Deze 30 ruimtes 250 hebben een hoogte van ongeveer 10 mm, voldoende om een gootbeugel door te laten. De oplegstrook 240 verloopt zodanig, dat de beugelopneemruimtes 250 op een hart-op-hartafstand van elkaar gelegen zijn van 15 cm, zodat aangesloten wordt op de gebruikelijke hart-op-hartafstand van gootbeugels van 600 of 750 mm.
Het eerste oplegvlak 230 wordt (zie figuur 4A) gevormd door de aan die zijde gelegen onderranden van 35 de dwarsschotten 202, 202a, 202b, alsmede door de buitenranden 213a van de strook 240.
In figuur 5 is het in de figuren 4A-4C weergegeven ventilatieprofiel 201 bevestigd op een ondergebied van een dakrand (niet in detail weergegeven), en in het bijzonder op een aldaar geplaatste gootbeugellat 170. Op de gootbeugellat zijn gootbeugels bevestigd voor een niet nader weergegeven goot Het ventilatie-profiel 201 steunt met de (hier) onderranden 213a van strook 240 en met (hier) onderranden van de 40 dwarsschotjes 202, 202a, 202b op het bovenoppervlak 272 van de gootbeugellat 170. Het ventilatieprofiel 201 wordt hierbij op zijn plaats gehouden ten opzichte van de gootbeugellat 170 met spijkers, die door spijkergaten 207 in de lat 270 geslagen worden. De spijkergaten 207 zijn gevormd door kokers 280, die ingevormd zijn in enkele van de dwarsschotten 202, bijvoorbeeld met een hart-op-hartafstand van 15 cm, in elk derde dwarsschot 202. Het boveneind van het spijkergat 207 is voorzien van een spijkerkopsteenflens, 45 die overgaat in langsstrook 204. ""
In figuur 6 is het ventilatieprofiel 201 op de andere wijze gepositioneerd en bevestigd op een zogenaamde beugelloze goot 200. De goot 200 is in haar bevestigingsgedeelte 210 voorzien van twee evenwijdige hoekprofielen 241. Zoals in detail weergegeven is in figuur 6A steken de horizontale benen van deze hoekprofielen 241 binnenwaarts uit op een plaats, die net hoger is dan de dikte van de oplegstrook 50 240. Zoals in figuur 4C te zien is, zijn de dwarsschotjes 202, 202a en 202b ter plaatse van de aan de zijde van oplegstrook 240 gelegen hoeken voorzien van uitsparingen 213. Deze uitsparingen 213 kunnen ruimte bieden aan de hoekprofielen 241. Bij het plaatsen van het ventilatieprofiel 201 op de beugelloze goot 200 wordt dit profiel in de richting C ingeschoven tussen de hoekprofielen 241, waarbij de situatie verkregen wordt die weergegeven is in figuur 6A. De hoekprofielen 241 passen hierbij binnen de uitsparingen 213 en 55 grijpen vorm- en krachtsluitend om de beide buitenranden 213a en 213b van de oplegstrook 240. Hierdoor wordt het ventilatieprofiel 201 vast o zijn plaats gehouden op het bevestigingsgedeelte 210 van de goot 200.
De buitenrand 213a van oplegstrook 240 vervult derhalve zowel in de opstelling van figuur 6 als in de

Claims (7)

1. Dakrandventilatieprofiel voor toepassing in de ruimte tussen het dakbeschot en het op afstand daarboven 10 aangebrachte pannendek, omvattend een eerste oplegvlak voor ondersteuning van het profiel op het dakbeschot of een dakgoot en een aan de tegengestelde zijde van het profiel gelegen eerste deksteun voor ondersteuning van het pannendek, waarbij een profiel tussen het eerste oplegvlak en de eerste deksteun een eerste ontluchtingskanaal bepaalt, met het kenmerk, dat het profiel (1; 201) voorts omvat een tweede oplegvlak (40; 240), dat onder een hoek ten opzichte van het eerste oplegvlak (30; 230) staat, en een aan 15 de tegengestelde zijde van het profiel gelegen tweede deksteun (4; 240) en de tweede deksteun (4; 204) een tweede ontluchtingskanaal (12;) bepaalt is, dat onder een hoek staat ten opzichte van het eerste ontluchtingskanaal (11;).
2. Ventilatieprofiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste oplegvak (30; 230) en het tweede oplegvlak (40; 240) althans nagenoeg loodrecht ten opzichte van elkaar staan.
3. Ventilatieprofiel volgens conclusie 1 of 2, voorts voorzien van een zich in lengterichting van het profiel vanaf een deksteunrand schuin uitstrekkende vogelschroot, die gevormd wordt door een reeks naast elkaar gelegen veerkrachtige vingers, met het kenmerk, dat de vogelschroot (10; 210) ten opzichte van het eerste oplegvlak (30; 230) en ten opzichte van het tweede oplegvlak (40; 240) ongeveer gelijke hoeken inneemt.
4. Ventilatieprofiel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat in althans een van de oplegvlakken 25 (30, 40) als bevestiglngsdoorgang een lengterichting lopende spleet (7; 8) aanwezig is met een breedte vergelijkbaar met de diameter van de schacht van een schroef of nagel en een tegenoverliggende deksteun is gevormd met doorgangen om een schroef of nagel geheel te kunnen doorlaten.
5. Ventilatieprofiel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan beide langseinden een invoeropening (13; 14. voorzien is, die in lijn ligt met de spleet (7; 8) om daarmee te kunnen dienen als opneemruimte voor een 30 door schuiven ingevoerde, van opsfuitmiddelen voorziene verhoging op de dakbedekking, beugellat of goot
5 194279 opstelling van figuur 5 een functie, zij het een verschillende, namelijk in het eerstgenoemde geval een opsluitende functie en in het tweede geval een opleggende functie. Bijgevolg is met één basisprofiel, al of niet aangevuld met een vogelschroot, een ventilatieprofiel verschaft dat toegepast kan worden in vele dakrandconfiguraties. ,
6. Ventilatieprofiel volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het tweede oplegvlak (240) met zijdelings uitspringende en terugwijkende randgedeelten gevormd is om bij de terugwijkende randgedeelten ruimtes (200) voor op regelmatige tussenafstanden gelegen beugelorganen vrij te laten in de stand waarin het eerste oplegvlak (230) als oplegvlak benut wordt, en de uitspringende randgedeelten middelen (213a, b) 35 vormen voor een vorm en krachtsluitende verbinding met een passende opsluit- of verbindingslijst of -lijsten op een beugelloze goot in de stand waarin het tweede oplegvlak (240) als oplegvlak benut wordt
7. Samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel volgens conclusie 6, waarbij de dakgoot (100; 200) geêxtrudeerd is en voorzien is van een meegevormd uitstekend profiel (140; 241), waarop in langsrichting het ventilatieprofiel (1; 201) geschoven kan worden. Hierbij 5 bladen tekening
NL9402068A 1994-12-08 1994-12-08 Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel. NL194279C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9402068A NL194279C (nl) 1994-12-08 1994-12-08 Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9402068A NL194279C (nl) 1994-12-08 1994-12-08 Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel.
NL9402068 1994-12-08

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9402068A NL9402068A (nl) 1996-07-01
NL194279B NL194279B (nl) 2001-07-02
NL194279C true NL194279C (nl) 2001-11-05

Family

ID=19864985

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9402068A NL194279C (nl) 1994-12-08 1994-12-08 Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194279C (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19542602A1 (de) * 1995-11-15 1997-05-22 Braas Gmbh Halterung für den Traufbereich eines Daches
DE29807499U1 (de) * 1998-04-25 1998-08-13 Mage Gmbh Dachlüftungselement und Dachabdeckung

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2136473B (en) * 1983-03-15 1987-05-20 Gra Mar Building Products Limi Roofspace ventilation device
GB8421657D0 (en) * 1984-08-25 1984-09-26 Glidevale Building Prod Ventilator
GB2186304A (en) * 1986-04-09 1987-08-12 David Frederick Martin Roof ventilator
GB8715884D0 (en) * 1987-07-06 1987-08-12 Marshall C R W Roof ventilator system
DE4006864C1 (en) * 1990-03-05 1991-10-24 Braas Gmbh, 6370 Oberursel, De Ventilating profile for roof caves - has air ports along profile body with flexible projections along top surface

Also Published As

Publication number Publication date
NL9402068A (nl) 1996-07-01
NL194279B (nl) 2001-07-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6425218B1 (en) Panel structure
US4580374A (en) Soffit and fascia system
HU222257B1 (hu) Alsó fedőelem lapos lemez alakú építőelemhez
US20160186450A1 (en) Scaffold Deck System With Bracket-Supported Partial Length Planks For Creating An Opening To Accommodate Obstacles
US3415019A (en) Integral soffit and fascia unit of synthetic plastic
WO2005118996A1 (en) Apparatus and method for door and window head flashing
DK2906762T3 (en) System for a roof structure, as well as a roof beard
CZ87198A3 (cs) Soustava pro upevnění žlabu na okraj balkonu nebo terasy
EA014836B1 (ru) Профильная реечная система
NL8005453A (nl) Daklat.
EP0942110A2 (en) Roof construction
EP3039198A1 (en) A connector element for use in a flashing assembly for roof windows mounted side-by-side and a method for mounting a flashing assembly
NL194279C (nl) Dakrandventilatieprofiel, alsmede samenstel van beugelloze dakgoot en dakrandventilatieprofiel.
NL8501560A (nl) Beschermingsorgaan voor de kopse kant van een dakbeschot.
US4080766A (en) Demountable partition structure
BE1025260B1 (nl) Wandbekleding
WO2000079072A1 (en) Building elements
US20070256372A1 (en) Component gable vent
EP0387043A1 (en) Cavity wall tray
NZ547057A (en) Flooring system
NL8200274A (nl) Orgaan ter bescherming van de onderrand van een door schubvormige lichamen, zoals dakpannen bedekt schuin dak.
NL8900720A (nl) Slabbe voor het versperren van tussen een recht en een geprofileerd gedeelte van een dak aanwezige opening.
EP1316654A1 (en) A distance element for use in a roof structure and a method of positioning and fixating a plurality of lathes in a roof structure
NL1006036C2 (nl) Dakvoetconstructie.
BE1027749B1 (nl) Dakrand

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20090701